W oensdag 7 December. 147* Jaargang. 1904. Uit Stad en Provineie. N». 28». Middelburg 6 December. Comptabel beheer van Ge meente-ambtenaren. BENOEMINGEN, EN2 MIDDELBIIKGSCH COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prys, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen iu Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THGRHOHBTER EN VERWACHTING. 6 Dec. 8 u. vm. 48 gr., 12 u. 49 gr., av. 4 u. 51 gr. F. --- Verwacht: matige tot krachtige Z. W. wind, veranderlijk, buiig weer. AdvertentiSn20 cent'per regol. Geboorte-, dood- en allo andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regol meer 20oent. Roclames 40 cent per regei, Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nyverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen* Advsrtentls-Bareao A. DB LA HAR Al., N.S. Voorburgwal 386, Amsterdam. Het levendige debat, dat Woensdag j.l. in onzen gemeenteraad is gevoerd over de verhouding van den directeur der gasfabriek tot den gemeente-ontvanger, betrof een kwestie die reeds in tal van gemeenten in ons land moeilijkheden heeft veroorzaakt. Zelfs in zulke mate en van dien aard, dat de tegenwoordige regeering gemeend heeft een wijziging der gemeentewet te moeten voorstellen, omdat de oorzaak dier moeilijkheden gezocht wordt in de onvol doende wettelijke voorschriften op dit punt. Verwonderlijk is het echter dat noch van de zijde van Burg. en Weth,, noch door een der gemeenteraadsleden op dit voorstel werd gewezen. En daar de zaak aangehou den is, achten wjj het wenscheljjk een en ander mee te deelen uit het bedoelde regee- ringsvoorstel, dat 21 November 1903 werd ingediend, en opgenomen in de Bijlagen 1903—1904, No. 108. Het door ons bedoelde voorstel der regee ring is dat betreffende de regeling der ge meentelijke bedrijven en het comptabel be heer, en komt hierop neer, dat het in de gemeentewet de grenzen wil aanwijzen binnen welke het aan de gemeente veroorloofd kan zijn als exploitante van bedrijven op te treden, terwijl het voorts meerdere vrijheid geeft in het financieel beheer dier bedrjjven ter betere exploitatie. Dit laatste is het punt dat ons in 't bij zonder bezighoudt. „Dat de voorschriften der bestaande wet aldus leest men in de memorie van toelichting bij wier tot standkoming men de gemeentelijke bedrjjven nog niet kende, in menig opzicht niet in de tegenwoordige toestanden passen, is reeds lang gevoeld. Met name is de door haar voorgeschreven kasbegrooting en -rekening ten eenenmale onvoldoende voor een handelsonderneming of een bedrijf, en het is dan ook thans mogelijk, dat een gemeenteraad, die ge trouw de wettelijke voorschriften naleeft, in het duister tast ten aanzien van den werkelijken stand en de resultaten van het bedrijf. Het stelsel der wet, waarbij één comp tabel-ambtenaar alle inkomsten der ge meente invordert en alle betalingen voor haar moet doen, en wel op een in bepaal den vorm opgemaakt betalingsstuk, is, wan neer een bedrijf wordt geëxploiteerd, moei lijk uitvoerbaar, en brengt ook voor het toezicht op het beheer der kas eigenaardige bezwaren mede" Vervolgens wordt uiteengezet hoe men in de praktijk getracht heeft aan de moeiljjkheden te ontkomen door middelen, welke echter niet rijmen met de duidelijke bewoordingen der wet. Bovendien heerscht niet in alle provin ciën dezelfde rechtstoestand. Wetswijziging was dus noodig geworden naar het oordeel van den minister. Volgens de artikelen 113 en 114 der Gemeentewet is de ontvanger belast met de invordering van al de inkomsten der ge meente en met alle uitbetalingen ten haren behoeve. Hiervan moet nu, aldus zegt de minister, vo orzoover het de bedrijven betreft, worden afgeweken, en aan het gemeentebestuur vol ledige vrijheid worden gelaten om het in vorderen van de inkomsten en het doen van de uitgaven ter zake) van het bedrijf, hetzij aan den ontvanger zeiven, hetzij aan een ander rekenplichtig ambtenaar, mede aan Burg. en Weth. rechtstreeks verant woordelijk, op te dragen. Na onderstelt de gemeentewet iu art. 136 wel het bestaan van andere rekenplich- tige ambtenaren, die immers borgtocht stellen, maar zij regelt niet nader de ver houding tusschen hem en den ontvanger en terecht, zegt de memorie, is bij konink- ljjk besluit van 25 Mei 1886 beslist dat een gemeenteraad niet, in strjjd met artikel 136, kan bepalen, dat de inning van aan de ge meente toekomende gelden door een ander, buiten verantwoordelijkheid van den ont vanger, kan geschieden. Gevolg hiervan is echter dat de ontvan ger verantwoordelijk wordt gesteld voor de handelingen van personen, die niet door hem zijn aangesteld, aan wie hij die inning niet kan ontnemen en over wie hij geen gezag uitoefent. In het wetsvoorstel nu is het voor naamste artikel, waarin de regeering de hier aangehaalde denkbeelden belichaamt, het nieuwe artikel 231 E, dat als volgt luidt „De geldmiddelen van het bedrijf worden, afgescheiden van de overige geldmiddelen der gemeente, beheerd en verantwoord. De kas wordt gehouden door den. inge volge de verordening op hot bedrijf daar voor aangewezen rekenplichtigen ambtenaar. Zoodanig ambtenaar stelt zekerheid ton behoeve der gemeente. Zijne instructie wordt door den Raad vastgesteld en aan Gedeputeerde Staten meegedeeld. Hij doet van do ter zake van het bedrijf gedane ontvangsten en uitgaven jaarlijks rekening aan Burgemeester en Wethouders. De rekening wordt ingericht overeen komstig bij de verordening op het bedrijf te geven voorschriften." Onze voornaamste bedoeling mot de aan haling van deze ministerieele voorstellen en beschouwingen is te doen uitkomen dat het in onze gemeente gerezen geschil, het welk als een speciaal geval van lokalen aard werd behandeld,een veel dieperen grond slag heeft. De vraag boe die ƒ2400 moesten worden geboekt, wordt niet direct opgelost door het bovenstaande. Maar het vestigt wel de aandacht op hetgeen de hoofdoorzaak is van het geschilde gebrekkige wettelijke regeling van de verhouding tusschen den gemeente-ontvanger en de directeurs van gemeente-bedrijven. Wanneer deze algemeene beteekenis van het geschil in het debat van Woensdag op den voorgrond was gesteld, dan zou het hoogstwaarschijnlijk in een anderen toon gevoerd zijneen toon, dien wij niet ver dedigbaar noch gewenscht achten. Ongetwijfeld vindt de commissie van financiën in het regeeringsvoorstel steun voor haar beweren dat., de gevolgde wijze van handelen in hot beheer der gasfabriek niet is volgens de wet. Maar aan de andere zijde vinden Burg. en Weth. steun voor hun houding in de er kenning van den minister, dat de zuivere toepassing van de op dit punt rerouderde wet tot zulke moeilijkheden leidt, dat wets wijziging noodzakelijk is. In tal van ge meenten wordt op dit punt gezondigd. We weten natuurlijk niet of de commissie van financiën het regeeringsvoorstel in over weging genomen heeft bij haar voorstel om art. 13 van de instructie van den directeur der gasfabriek zéé te wijzigen, dat hjj door den gemeente-ontvanger en onder diens ver- antwoordelijTch°jd*)ka.n worden belast met het invorderen van gelden voor afgeleverde cokes, teer enz. en met het uitbetalen der werkloonen. Maar het is toch wel opmerkelijk dat de commissie juist een tegenovergestelden weg inslaat om uit de moeilijkheden te komen, dan de minister aanwijst. Terwijl de commissie de vrijheid van handelen van den directeur tegenover den ontvanger wil inkrimpen, ligt het in de bedoeling van den minister om die te ver ruimen. Met den „rekenplichtigen ambte naar" bedoelt de minister in zijn ontwerp in de allereerste plaats den man die aan het hoofd van een gemeentebedrijf staat, en dien wil hij niet aan den ontvanger maar direct aan Burg. en Weth. verant woordelijk laten zijn. Het is waar dat de weg van wetsvoorstel tot wet vaak lang is, en vooral thans, nu er zooveel op afdoening wacht De vraag rijst echter of het wenschelijk is om in een gemeente een instructie te wjjzigen, terwjjl er een voorstel in tegen overgestelden zin bij de Tweede Kamer aanhangig is. Wij cursiveeren Red. EEN VERWEER. Onze Kameroverzicht-schrjjver verzoekt ons opname van het volgende Jhr Victor de Stuers komt in het nornmar van Zaterdag 3 Dec. der Midd. Ct. op tegen de juistheid van onze bewering, dat de Gajoe- expeditie niet door een geoloog en een bota nicus werd vergezeld. Hierin het is een plicht van eerlijkheid en loyaliteit dit vol mondig te erkennen heeft hjj geljjk. Wjj verschreven ons. Dit détail was ons bjj de lezing van het boekdeel, dat »Iudische begroo ting" heet, ontgaan. Maar al vervalt dus in verband met dit toit de door ons gebezigde qualificatie van «ver dachtmaking", zjj bljjft in haar volle kracht van toepassing, waar do afgevaardigde van Weert b.v. de quaestie onzer «souvereiniteit" over de Gajoelan<len besprak, waarop in ons overzicht ook gewezen werd. Immers welke jiewijzen had de spreker voor zjjn uitspraak, dat wjj met de uitoefening van dit souvereiniteitsreoht «gewacht" hebben tot Snouck Hurgronje zjjn boek schreef? De heer De Stuers kan toch niet in ernst meenen, dat onze Regeering eerst haren adviseur opdroeg een «boekje" over die fameuse souvereiniteit te schrjjven teneinde, als er later klappen mochten vallen, te kunnen wjjzen op het bezit van een rechtstitel. Dit zou al zeer bedenkeljjk zjjn, en toch voert de bewering van den spreker tot geen andere dan tot deze slotsom. Maar ook waar hjj het over het «mercan tiel karakter" dezer «losse excursies" had, waren zjjn woorden sterker dan zjjn bewjjzen. Hier wierp hjj gaarne gelooven wjj zonder dit te willen een onverdienden blaam èn op de Indische èn op de Nederlandsche regeering. Want in den gedachtengang zjjner rodeneering komen deze «mercantiele preoccupaties" hierop nederontdekken mannen met commercieel talent ergens in Insulinde een gebied, waar hunne talenten vruchtbaar emplooi zouden kunnen vinden, dan wordt fluks de civiele en de militaire overheid in den arm genomen, die onmiddelljjk zorgt voor soldaten om de «kwaad willigen" te «tuchtigen". Ergo leger en regee ring een willig instrument in de handen van concessie-jagers en anderen Vorwtirts en Volk hadden dan ook werkeljjk geen ongeljjk toen zjj jubelende hooidartikelen aan de rede van den heer De Stuers wjjdden. Zjjn «mercantiel doel" en het «kapitalisme" van die hoeren zjjn broertje en zusje. Als een nadere bevestiging van hetgeen hjj over dit «mercantiel doel" zeide, beroept hjj zich tegenover ons op een bericht van een correspondent der Javabode, die over een ex cursie naar de goudhoudende Moejostreek schryft. Hier zjjn dus wederom die geheim zinnige invloeden aan het werk geweest wederom zjjn dooden gevallen ter wille van een «goudonderzoek". Althans in de oogen van den heer De Stuers, die de betrouwbaar heid van den inlichtingsdienst der Indische pers boven alle verdenking verheven acht. Ten minste zonder een oogenblik te aarzelen ziet hjj in dit «bericht" een «bevestiging" van zjjne vroegere bewering. Zou echter het leveren van een «nadere" bevestiging geen aanbeveling verdienen Het is meer voorgekomen, dat berichten in de Indische pers niet precies juist bleken. Werd de Atjehoorlog niet voortgezet om de heeren van de Atjeh-leverantie te gerieven Moest Djambi er niet aan gelooven omdat de petroleum-magnaten dit zóo wilden Zonderling bljjft het evenwel dat behoorljjk gedocumenteerde betoogen voor de waarheid dezer verhalen steeds achterwege bleven. Werd Djambi zelfs niet kort geleden geheel gesloten voor particuliere ondernemingen En welke maatschappjj zou nu de Gajoe- expeditie met haar «mercantiel doel" op touw gezet hebben Vermoedeljjk zal de heer De Stuers ant woorden: aldus opgevat, is dit injjn bedoeling van de «mercantiele preoccupatie" niet. Daar echter velen met ons met den besten wil ter wereld geen andere [dan deze uitlegging aan zjjne woorden kunnen geven en die evenmin in zjjn repliek vonden, komt ons de vraag op de lippenzou de heer De Stuers er niet toe kunnen besluiten zjjn redevoeringen met een nadere toelichting in brochure vorm uit te geven De dagbladpers leent zich daartoe minder goed en hjj zou zich een schoone gelegenheid verschaffen om met een overstelpend bewijs materiaal een schitterende revanche op zjjn tegenstanders te nemen. Het Nederlandsche volk heeft er recht op meer over dat «mercantiele doel" te vernemen dan het tot dusverre vernam. Bjj kon. besluit is aan de ontvangers der dir. bel. enz. A. Somers te Cuyk c. a„ J. ter Haar te Win schoten (buitengemeenten) en L. A. van Giffon te Breda (buitengemeenten), op verzoek, eervol ontslag uit 's rjjks dienst verleend is aan den ontvanger der invoerr. en acc. en van den waarb. en de belast, der gouden en zilveren werken J. A. van den Dries te Arnhem eervol ontslag uit 's rjjks dienst ver leend is aan den eerste-luit. der int. K. Spoelstra, thans op non-activiteit buiten bezwaar van de schatkist, op verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend en bjj benoemd tot reserve-eerste-luit. der inf. met bestemming voor den dienst bjj de landweer, en wel in het XXIXste landweerdistriet. Door de arr. rechtbank te Rotterdam is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische Ijjst van aanbevelingrnr M. Polak, advocaat en procureur te Groningen; mr A. Rietma, rechter in de arr. rechtbank te Heerenveen en mr H. W. B. Thomas, snbst griffier bjj de arr. rechtbank te Rotterdam. In de St. Ct, no 286 maakt de minister van financiën bekend, dat, aan te vangen in het laatst der maand Februari of in het begin der maand Maart 1905, het vergelijkend examen zal worden gehouden voor de betrekking van surnumerair der registratie en domeinen, waarvoor het aantal plaatsen is vastgesteld op ten hoogste twaalf. Voor nadere inlichtingen zie men genoemde St. Ct. Vrjjdag a. verleent de minister van koloniën geen audiëntie. DB TIERDE BRIEF van mr Van Houten is geheel gewjjd aan «de onveranderde wederindiening van het wetsont werp tot wjjziging van het Hooger onderwjjs", tengevolge waarvan «het gerezen geschil over het verbinden van wet+elyke rechten aanpro- motiën en examina bjj byzondere hoogescholen wel een belangryke plaats in de politiek van den dag (zal) bljjven innemen". Wat hg daarin schryft, zal bjj de linkerzjjde wel sympathie vinden. Nieuwe gezichtspunten worden daarin echter niet geopend. Oost-Iudië. De jongste mail brengt berichten tot 1 No vember. 28 Oct. werden op Oost-Java schokken van aardbeving gevoeld, waarschjjnlyk door de werking van de Smeroe. Sabang zal, naar men aan het Bat. Nbld. schryft, met de toekomstige instelling der draadlooze telegrafie een der eerste plaatsen zjjn, waar zulk een station gevestigd zal worden. De heuvelachtige gesteldheid en de vooruitgeschoven ligging maakt dat eiland daartoe bjjzonder geschikt. Indien ook een Marconietoestel te Perim opgesteld wordt, zullen deze beide stations voldoende zjjn om dat geheele deel van den Indischen Oceaan te bestryken, hetgeen een groot voordeel zal zjjn voor de scheepvaart, want reeds menig schip is van een dergeljjke inrichting voorzien. Hetzelfde blad wjjdt een zeer waardeerend artikel aan de slot-voorstelling van het Brond- geest-ensemble, waarin het als zjjne meening te kennen geeft dat de proef met een Hol- landsch gezelschap in Indie zeer zeker ge slaagd is. De heer dr H. van der Kamp zal toch heden en Woensdagavond, bjj de uitvoering van het oratorium Maccabaus door de zang- vereeniging Tot Oefening en Uitspanning, de party zingen, die hjj oorsponkeljjk had op zich ge nomen. Hjj is weder hersteld, terwjjl de heer Zals- man daarentegen door ziekte verhinderd is. J» Uit het VolkVoor het Volk alhier kan, meenen wjj, met voldoening terugzien op het St. Nicolaasfeest voor onvermogenden dat zjj organiseerde. St. Nioolaas in eigen persoon, vergezeld van zjjn zwarten knecht, reed Maandagavond door onze straten, als voorbode voor de dingen die komen zouden. En zjj, die het goede werk in zjjn geest ver richtten, gingen in een twaalftal groote wagens door de stad, overal met vreugde en nieuws gierigheid verbeid. Velen wachtten hen reeds voor de wonin gen op. En menig woord, uit den mond van groot en klein, getuigde van erkentelijkheid. 1260 kinderen, allen van scholen voor on vermogenden, werden bedacht. De beschik bare middelen lieten niet toe nog meerderen in de vreugde te doen deelen. A Tot directeur van Van Gend en Loos te Middelburg is naar ons thans uit officieele bron wordt medegedeeld met ingang van 10 December, benoemd de heer B. Meslier, thans chef van het kantoor Am sterdam (Weesperpoort). Bjj het in Nov. en Dec, vanwege de Vereeniging van Leeraren in het boekhouden ge houden examen in dat vak, handelscorrespon dentie en stenografie, slaagde voor het boek houden o. a, de heer J. W. Kögeler van Mid delburg. Heden ochtend vroeg, tegen half zesj heeft onder Groote Abeele een ernstig ongeluk plaats gehad. De 20jarige J. C. uitOost- en West-Souburg zou aan het pontveer overvaren om per tram naar zjjn werk te Vlissingen te gaan. Daar de boot aan die zjjde [van het kanaal lag, waarschjjnljjk doordat in den nacht iemand wa» overgevaren zonder de pontwachters te waar schuwen, roeide hjj zelf naar den overkant. Juist kwam de Middelburgsche boot uit de richting Vlissingen aan. Of C. de stoomboot niet zag, dan wel of hjj meende het kanaal nog vóór de nadering van de Middelburgsche boot te kunnen oversteken, is moeiljjk te zeggen. Een feit echter is het dat de veerman, die aan de overzjjde stond, de botsing zag aan komen en C. toeriep, terug te keeren omdat de Middelburgsche boot aankwam. Tot den kapitein van de stoomboot riep hjj«Stop stopDe Middelburgsche boot stopte dan ook dadeljjk en sloeg achteruit, doch het was te laat. De aanvaring had reeds plaats gehad en de roeiboot ging geheel onder de stoomboot dooraan de achterzjjde kwam hjj omgekeerd te voorBchjjn.' Eenige uren later werd de roeiboot in die houding tegen den Noorderberm van het ka naal gevonden. Onder de boot vond men het Ijjk van C., die zich aan de zitplank had vast geklemd. Op de Middelburgsche boot heeft men de roeiboot niet kunnen opmerken, daar het nog donker was e n het vaartuigje geen licht droeg De Middelburgsche voer met alle lichten. Heden morgen ontstond op 't Z a n d, onder de gemeente Koudekerke, brand in een schunrtje, eigenaar J. Lorier. In korten tjjd stond het gebouwtje in laaie. De inhoud, eenig hooi en gereedschappen, werden een prooi der vlammen. De oorzaak is onbekend en verzekering dekt de schade. Een spuit van den heer De T. heeft nog eenigen dienst verricht. üit Vlissingen: Heden herdenkt de heer C. F. G. E. Alleda, administrateur van het garnizoensnachtleger- kleeding en voedingmagazjjn aldaar, den dag waarop hjj 40 jaren geleden als soldaat bjj het 7e reg. infanterie in dienst trad. Na by dat korps de verschillende rangen tot dien van sergeant-majoor doorloopen te hebben, werd hjj den 15 Augustus 1871 bjj het Algemeen Depot van Discipline overgeplaatst. In 1892 werd hjj tot adjudant-onderofficier be vorderd en den 15 October 1897 gepension- ueerd en benoemd in zjjne tegenwoordige be trekking, welke hjj nog steeds met de grootste toewjjding waarneemt. Meer dan 10 jaron geleden verwierf de jubi laris de zilveren eeremedaille met de zwaarden der Oranje-Nassau-orde. Hjj ontving heden vele bljjken van belang stelling en kameraadschap. Aan de eerste-1 uitenants Koster en Reinvaan en den eerste-luitenant-kwartiermeester Ver meer is het onderscheidingsteeken voor 15 jarigen offleiersdienst toegekend. Het werd hun heden door den majoor Sprujjt voor het front van den troep op plechtige wjjze uitgereikt. Voor het praktisch examen in boekhouden, handelsrekenen en handelsrecht, slaagde te Rotterdam de heer E Dommisse, ambtenaar bjj de stoomvaartmaatschappij Zeeland. Zondagavond hield de Friesche vereeniging Fier fen Ms bjj den heer Stofkoper een feest avond. De heer Ligthart te Poppingawier, die hierbjj als declamator optrad, gaf zoo schryft men ons de jeugdige vereeniging veel te genie ten. Zoowel in ernst als in luim, maar vooral in het typeeren van enkele Friesche karakters toonde de heer Ligthart zich een meester. Door zjjn nette, beschaafde voordracht wist hjj de harten van de opgekomenen te winnen. Welgemeend was de hulde aan het slot, door den voorzitter den heer Ligthart gebracht. Hem werd een harteljjk tot weerziens toege roepen en daarby de verwachting uitgesproken dat de nu niet al te talrjjk opgekomen Friezen dan door een grooter opkomst bljjken van instemming zouden geven met het streven der Vereeniging: de schoone, oude Friesche taal in eere te houden. Een der leden verraste in de pauze de Ver eeniging met een zeer smaakvolle en schoone apotheose, betrekking hebbende op Friesland

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1