littttirgclB Courant FEUILLETON. BIJVOEGSEL Van alles wat. BDDBHAN TEGEN WIL EN DANK, BMBEHWHS, Verschillende Berichten» Middelburg 3 December Mr Van Houten en het kiesrecht. BENOEMINGEN, ENZ» letteren*e"n kunst, VAN DE YkB Maandag 5 December 1904, no. 287. I, Twee vragen. Onlangs richtte een belangstellend lezer twee vragen tot ons zg luiden lo. Zgn er gegevens omtrent de beantwoor ding der vraagkunnen blootgeraakte en dus groen geworden aardappels dienen als pootaardappels 2o. Is het insect, dat in de prei zooveel verwoesting aanricht, dezelfde made als die de uien zoo ruïneeren kan Wat is te doen tot bestrijding Zoude het helpen in 1, 2 of 3 jaren geen prei of uien in zgn tuin te kweeken Op het 2de deel der eerste vraag moeten wg in 't algemeen een ontkennend antwoord geven. Wg zeggen in 't algemeen, want blootge raakte aardappels kunnen slechts ten deele en ook geheel groen zgn geworden. Zjjn zg geheel groen geworden eh plant men ze dan, dan zal zich tweederlei verschjjnsel kunnen voordoen De aardappels zullen, wat men noemt, ver glaasd zjjn en in 't geheel niet schieten, niet uitloopen, of zjj zullen uitloopen met magere stengels, die in den grond slechts kleine aard appels voortbrengen, maar waarvan de stalen ook boven den grond knolletjes dragen, die uatuurljjk groen zjjn en dus geheel waardeloos, terwjjl zjj bovendien, als te veel solanine be vattend, nadeelig zjjn als veevoeder. Zjjn zjj ten deele groen en snjjdt men dat gedeelte bjj het rooien weg, dan bljjft er een gedeelte over dat eetbaar en ook plantbaar is. Het zal waarschijnlijk op de gewone wg ze zjjne stengels maken en vrucht voortbrengen. Intusschen zouden wjj het planten daarvan niet durven aanbevelen, omdat de aanleiding tot verglazen aanwezig was aan de groene zjjde en men dus niet volkomen zeker kan zijn van het ziekeljjk deel geheel te hebben weggenomen. De witte wortel, waaraan in den grond de knollen der aardappels groeien, is geen eigen lijke wortel, maar een onderaardsche stengel. Brengt men dien stengel boven den grond, dan zal hjj eene groene kleur aannemen en bladeren voortbrengen. Doet men zulks, wan neer zich aan 't uiteinde reeds een aardappel bevindt, dan zal men stengel en aardappel zien groen worden en vaak vertoonen zich op den aardappel eenige groene bladeren, zoodat de aardappel ook een gedeelte van den stengel is geworden en, evenals de overige stengels, onge schikt is ter voortplanting. Proeven met geheel groene aardappels zjjn door ons genomen met den hierboven ver melden uitslag; met gedeeltelijk groene bjj tjjds afgesneden aardappels zjjn ons geene proeven bekend. Op de tweede vraag moeten wjj antwoorden, dat de made, die in de prei gevonden wordt, evenzeer als die, welke de uien teistert, de larva is van eene vlieg van de orde der diptera, - de familie muscidaa en het geslacht anthobnyid, waarvan men wederom drie ver scheidenheden heeftde antigua, de caeparum en de platura. De middelste is de eigenljjke uienvlieg, maar alle drie komen voor bij- uien en bjj de prei allium porrum). De vlieg is ongeveer 6 millimeter lang, de vleugels uitgestrekt meten 18 mM. De eerste eitjes worden in 't laatst van April en in Mei gelegd in de bladscheede dicht bjj den wortel hals. Na 6 of 7 dagen komen de larven uit het eitje, kruipen dieper in den stengel en beginnen aan de prei te knagen. Zij zjjn on geveer 8 millimeter lang, hebben een puntig uitloopend bovenljjf, zjjn dof wit van kleur en zonder pooten. De bek heeft twee scherpe haken om het voedsel door te bjjten. Wan neer de larve 14 dagen oud is, verpopt zjj en 1 Naar het Amenkaansch VAN FRANK R. STOCKTON. Ik was omstreeks vjjf en twintig jaren, toen ik eigenaar werd van een wjjngaard inWest- Virginië. Ik had een stuk land gekocht, waarvan het grootste gedeelte was gelegen op de helling van een der uitloopers der 'Blauwe Bergen"die ligging scheen mjj het gunstigst toe voor den wjjnbouw Ik dweepte met de natuur en het buiten leven en dacht dat ik van deze cultuur meer genoegen en meer voordeel zou hebben dan van eenige andere. Zelf bouwde ik een flink, vrjj groot huis op een klein plateau op het hoogst gelegen ge deelte mjjner bezitting. Wanneer ik dan, als mjjn dagtaak was volbracht, zoo in mjjn voor deur zat en rustig mjjn pijpje rookte, keek ik over mjjn wjjngaard heen in een bekoorljjke vallei; ik zag de vreedzame rookkolommetjes opstjjgen uit de enkele huizen, welke hier en daar tusschen het geboomte verspreid lagen en dacht hoe mooi het wel moest zjjn als wjjngaard begroeid was en de purpere 14 dagen later is zjj eene vlieg, die weder andere planten van eitjes voorziet. Den winter brengen zjj door als pop, liefst in den grond. Daar de vliegen hare eitjes liefst leggen aan den wortelhals, is het aanbevelenswaardig de in rjjen geplante prei zoo hoog mogeljjk aan te aarden, om te beletten, dat de vlieg daar hare eitjes brengt. Verder heeft men aanbe volen het bestrooien met roet of met zeer fjjne droge guanohet besproeien met een mengsel (emulsie) van 2 liter petroleum op 100 liter water, of met een aftreksel van 2 KG quassia op 150 liter water, waarin een kilogram groene zeep is opgelost Wjj hebben ons altjjd goed bevonden met het afsnijden van de prei zoo laag als maar mogeljjk is, zonder den groei te belemmeren, maar ook dit afsnjjden moet juist op tjjd ge schieden, wil de verwoesting niet reeds te groot zjjn. Heeft men eenmaal last van dit ongedierte gehad, dan is het zaak een paar jaar achter elkander geen prei of uien in den tuin aan te kweeken, omdat de popjes, zooals wjj reeds opmerkten, in den grond hunne winterkwar tieren betrekken en in 't voorjaar vliegen leveren, die al dadel jjk het nieuwe gewas zou den aantasten Maar deze voorzorg baat weinig, wanneer de tuin gelegen is in de na- bjjheid van tuinen, waar prei wordt aange kweekt. Het bestrooien met roet (in vele deelen van Zeeland bitter genoemd, terwjjl men daar door roet rundvet verstaat) is misschien van alle voorbehoedmiddelen nog het beste. II. Het snoeien van vruchtbooinen. Gewoonljjk wacht men met het snoeien van boomen tot in de maanden Februari of Maart. Dat wachten is volstrekt niet noodig en vaak schadeljjk. In het najaar en in den winter kan men, zoodra de bladeren gevallen zjjn, de dagen, wanneer het niet te koud is, gebruiken om de boomen te snoeien, de takken aan te binden enz. Wanneer van een boom eenigszins zware takken moeten worden weggenomen, en men doet dat in het voorjaar, wanneer het sap reeds in beweging is, of eerlang in beweging zal komen, dan verliezen zij daardoor veel kracht en de wonden genezen vaak zeer moeiljjk. Doet men zulks in den winter, wanneer het sap in rust is, mits op dagen, dat het niet vriest en naar alle waarsch jjnljjkheid nog geen vorst in aantocht is, dan is de wond gesloten vóór de sapomloop begint, vooral, wanneer men eenigszins grootere wonden sluit met een zalfje van hars en ongezouten reuzel (10 op 1), dat men eenigszins verwarmd op de wonden brengt. Men begint dien najaars- en wintersnoei bjj de oudste boomen, welke het minst tegen sap- verlies kunnendie, welke te weelderig groeien en daarom niet tot vruchtzetting overgaan, snoeie men het laatsteen weinig sapverlies zal de vruchtbaarheid bevorderen. III. Krnlsbestnivliig. Door kruisbestuiving verstaat men het be stuiven van den stamper in de eene bloem door het stuifmeel van eene andere. Bjj vele bloemen en planten en ook bjj de meeste onzer vruchtboomen is kruisbestuiving voorde vrucht zetting onmisbaar. Men is in dit opzicht dus veel verschuldigd aan de njjvere bjj en en aan tal van andere honingzoekende insecten, die zich van de eene bloem naar de andere begeven en zoo het stuifmeel van de eene overbrengen naar den stamper van de andere, maar men meent in den laatsten tjjd opgemerkt te hebben, dat de vrnchtzetting nog vermeerdert, wanneer men verscheidene boomen van dezelfde varië teit in elkanders nabjjheid plaatst, zoodat de bestuiving van vele stampers van de bloemen van den eenen boom geschiedt met het stuif meel van de bloemen van een anderen. Wjj vestigen hierop de aandacht, zonder nu reeds te durven beslissen wat daarvan waar is. Wanneer men eenige variëteiten in zjjn tuin of in zjjn boomgaard heeft, die rjjkeljjk bloeien en men van de eene variëteit een enkel exem plaar, van andere variëteiten twee of drie of meer exemplaren bezit, dan dient men na te gaan op welke variëteit, het weder natuurljjk daarbjj in aanmerking genomen, de meeste bloemen tot vrucht gezet zjjn. Door dit een paar jaar vol te houden komt vruchten zouden schitteren tusschen het groene loof. Mjjn geheele huisgezin bestond alleen uit mjj zelf. Wel verwachtte ik dat op een of anderen tijd anderen mjjn huis zouden deelen, maar daar had ik nu nog geen behoefte aan. Gedurende den mooien zomer vond ik het een heerljjkheid zoo geheel alleen te wonen. Het was een ongekend genot, alles te kunnen inrichten en schikken, zooals ik dat zelf wilde het was iets nieuws; in mjjn vaders huis ging het niet zoo. Toen kwam de winter en begon ik het wel wat eenzaam te vinden. Mjjn be dienden woonden op eenigen -afstand en er kwam menige donkere, stormachtige avond, waarin zelfs het gezelschap van een vervelend »iemand" mjj welkom zou zjjn geweest. Een enkele maal ging ik naar de stad en bezocht mjjn vrienden, maar dat ging niet bjj storm of ongunstig weer. Kortom de winter duurde lang, heel lang. Toen kwam het voorjaar en daarmede het buitenwerkeenige weken lang was ik weder volkomen mjjzelven genoeg, wenschte niomand om mg te vermaken of gezelschap te houden. Toen kwam er een omkeer. Evenals dikwjjls het geval is, volgden op het vroege voorjaar dagen van heel slecht, storm achtig weder, wat op mjjn stemming even nadeelig werkte als op mjjn cultuur. Het regende, het woei en het was koud, zoodat ik mjj bitter eenzaam begon te gevoelen en men misschien tot eene afdoende conclusie. Op de bestuiving komen wjj in een onzer volgende beschouwingen nog eens uitvoerig terug. Het Handelsblad neemt den oud-minister, thans lid der Eerste Kamer, eens onder handen, wat vooral van die zjjde zeer merkwaardig is. Het wjjst erop dat de heer Yan Houten in den tweede zjjner nieuwe reeks van Staatkun dige Brieven wederom, op zjjn eigenaardige wjj ze, zeer kras gewaarschuwd heeft tegen eene klasseregeering, welke hjj vreest van het »al- lemanskiesrecht", dat de vrjj zinnig- democraten en de sociaal-democraten met hun voorstellen tot Grondwetsherziening hier te lande wenschen in te voeren. Men kan, zoo sehrjjft het Amsterdamsch blad, den heer Van Houten toegeven dat algemeen stemrecht uit den booze is, en toch volstrekt niet instemmen met zjjne meening dat de libe ralen de kiesrechtquaestie bjj de stembus van 1905 moeten laten rusten. Ons dunkt dat het eerste nog volstrekt niet tot het laatste be hoeft te leiden, en wjj beroepen ons daarvoor op een getuigenis van 20 jaren herwaarts. Wjj herinneren nameljjk dat op 29 Augus tus 1884 bjj de Tweede Kamer inkwam een voorstel om eenige veranderingen in de Grond wet te brengen en dat art. 5 van dit voorstel onder meer een wjjziging bevatte, volgens welke de census uit art. 76 der Grondwet (van 1848) geheel wegviel en art 77 zou luiden »De bepaling wie kiezers zjjn en de rege ling van alles wat verder tot het kiesrecht en zjjn uitoefening betrekking heeft, hebben plaats bjj de Kieswet". Derhalve het blanco-artikel dat later her haaldelijk is aanbevolen. Voorsteller van dat wetsontwerp was geen ander dan.... mr Van Houten. In de toelichting betoogde hij, dat er vol doende grond is »aan den kiezer de eischen te stellen, dat hjj niet tot de bedeelden be- hoore en in staat zjj te lezen en te schrjjven". En dan verder »Deze twee gronden van uitsluiting, in zjjn oog de eenige welke zich laten rechtvaardigen, zou hjj in de Kieswet geregeld willen zien Op welke wjjze zulks het best kan geschieden, wenscht hjj niet m de Grondwet te beslissen. Dit behoort aan den wetgever overgelaten te worden". Dit wetsvoorstel van den heer Van Houten is niet in behandeling gekomen, omdat weldra de algemeene grondwetsherziening door den minister Heemskerk aan de orde werd gesteld. Maar toen in 1887 de Kamer tot het tegen woordig artikel 80 gevorderd was, kwam weder van den heer Van Houten nu met den heer Zjjlker een amendement, luidende »De leden der Tweede Kamer worden geko zen door de kiezers, die de wet aan wjjst, en op de wjjze, door de wet te bepalen." In de mondelinge toelichting zeide de heer Van Houten dat deze lezing diende om den wetgever volle vrjjheid te laten, geenszins om eenig bepaald stelsel, allerminst dat van alge meen stemrecht, op te nemen. Dit amendement werd jammer genoeg verworpen en de ongelukkige bepaling opgenomen omtrent 'kenteekenen van geschiktheid en maatschap- peljjken welstand", welke in 1894 bjj de be handeling van het ontwerp-Tak tot de bekende ruoeiljjkheden heeft geleid. De heer Van Houten heeft later, als minister, er art. 1 des kieswet van 1896 van gemaakt, een zeer benepen regeling, die zooals wjj herhaaldelijk hebben aangetoond vele ge schikte kiezers uitsluit en voor heel wat ingrjjpender verbeteringen vatbaar is, dan er bjj de 'technische" herziening van Dec. 1900 in zijn aangebracht. De heer Van Houten heeft in de kieswet aan art. 80 der Grondwet uitvoering gegeven in den zin waarin hjj dat artikel opvatte, als eischende .positieve kenteekenen. Maar dit deed hjj omdat hjj zich door de Grondwet gebonden achtte. Bljjkens zjjn voorstellen van 1884 en 1887 echter achtte hg dien band, iD de Grondwet gelegd, verkeerd en wenschte hg het verlangen naar een ander levend wezen grooter bg mg werd dan het den geheelen winter was geweest. Eens op een nacht, toen de wind weder he vig bulderde, ging ik vroeg naar bed, en ter- wgl ik zoo wakker lag, maakte ik in gedachten een plan op, waarover ik reeds dikwgls te voren had nagedacht. Ik zou nog een klein huisje bouwen op mgn grondniet te ver van mgn huis af, maar ook niet te dichtbg, en ik zou Jack Brandiger vragen of bg daar zou willen wonen. Jack was een van mgn vrienden hg studeerde in de rechten in de stad en het scheen mg toe, dat het toch veel prettiger moest zgn en veel beter zou gaan, hier rech ten te studeeren dan in de stadhier op deze mooie helling met het uitzicht op die bekoor- lgke vallei, met bosschen en bergen rondom hem, waarin hg naar hartelust zou kunnen dwalen. Een oogenblik had ik er zelfs aan gedacht Jack te vragen bg mg in t9 komen wonen, maar dat denkbeeld had ik spoedig van mg afgezet. Ik ben een heel bg- zonder mensch en dat is Jack niet; hg legt b. v. zgn pgpje met het grootste genoegen overal neder, soms zelfs brandende. Wanneer hg" mg eens komt opzoeken, zal hg zgn hoed net zoo goed over een inktkoker heenzetten als over wat anders. Maar, als Jack op een kleinen afstand van mg woonde en wg elkaar konden opzoeken wanneer wg wilden, dat zou wat anders zgn. de 'bepaling wie kiezers zgn", aan den gewonen wetgever over te laten. Zou hg thans zgn medewerking weigeren, wanneer die gevraagd werd om een dergelgk blanco-artikel in de Grondwet te brengen? Gesteld, dat op dezen grondslag bg de stem bus van 1905 samenwerking ware te verkrg- gen, zou die dan niet »voor de vorming van een bloc t9gen het Kuyperiaansch bestuur" gelgk hg het noemt in aanmerking mogen komen? Zelf heeft de heer Van Houten in de toe- liohting tot zgn voorstel van 1884 de volgende behartigenswaardige woorden geschreven »Om iets tot stand te brengon, moet er een vereenigingspunt gezocht worden, waarbg de een genoeg verkrggt om de bereiking van het verder liggende te willen uitstellen, en de an der, die eventueele verdere stappDn niet zou willen mededoen, genoeg behoudt om zgne medewerking te verleenen". Met deze aanhaling doen wg, tegenover den heer Van Houten van 1904, een beroep op den heer Van Houten van 1884 en 1887. m Wg noemden dezen aanval op mr Van Houten van die zgde merkwaardig. Maar hg is bovendien van veel belang nu het Handelsblad zich in beginsel verklaart voor een grondwetsherziening om te komen tot een blanco artikel omtrent het kiesrecht. Als het blad nu maar consequent blgft, ook na de verkiezingsdagen. <m m Mr P. I. G. VAN DIGGELEN heeft in een uitvoerig stuk geantwoord op het laatste schrgven van de liberale club en hand haaft daarin zgne onschuld. Aan het eind ervan schrgft hg 'Overigens zal ik er het zwggen toe doen. Waar de heeren in hun rapport over de vergadering van de club, gehouden na de ver kiezing van een Gedeputeerde, vacature Van Marle, zelf zeggen, sprekende over mgue ver klaring »Op liet oogenblik zelf is dat niemand zoo uitdrukkelijk opgevallenslechts naderhand heeft zich die wetenschap bevestigddaar zal ieder wel inzien, dat hg voorzichtig doet met aan de verklaringen van de leden uit die verga dering, berustende op »ztch later bevestigende wetenschap", niet te veel gewicht te schenken De heeren hebben er zich nu eenmaal in hun opwinding ingewerkt en moeten nu de schande van hun lichtvaardig oordeel, hun van zoovele zgden aangewreven, maar dragen." Hel Vaddat tot heden groote reserve in acht nam in het oordeelen over dit veel be sproken lid der Staten van Overgsel, komt, na het jongste schrgven van de liberale Staten- club, tot de conclusie dat de verdenking tegen mr Van Diggelen thans aanmerkelgk in kracht heeft gewonnen, al blgft het blad betwgfelen of een strafrechter in een geval als dit een veroordeelend vonnis zou vellen op grond van wettig en overtuigend bewgs. Wg wachten nog af het oordeel der leden van de liberale kiesverenigingen in Steenwgk, die zeker niet zullen nalaten de kwestie onpar- tgdig te onderzoeken. PEN BROEINEST. De heer Philipse, hoofd der. Christelgke school te OostburgDe invloed der onderwg zers en van de school is zeer groot op de schoolgaande kinderen, op de toekomstige staatsburgers. De heer Roodhuizen Een onderzoek heeft aangetoond, dat de voormannen van de sociaal democratische arbeiderspartg voor een zeer groot deel zgn.... leerlingen der Christelgke school. (Opmerking). Wat stond ik daar ver baasd vanMaar dan is de Christelgke School een broeinest van socialisme en dan moeten de onderwgzers aan die scholen nog rooder zgn dan de roodsten rooie. Socialisten noemt men ongeloovigen Zgn de Christelgke onder wgzers dat dan ook Wkbld. v. Z. VI. W. d.) Bg kon. besluit zgn benoemd tot ontvanger der registratie en domeinente Meersen, W. G. Koch, thans ontvanger te Weert; te Purmerend K Wier- sum, thans ontvanger te Den Helderte Roo sendaal J. G. Lgbering, thans ontvanger te Loenen Hg kon in zgn huis doen wat hg verkoos en .ik in het mgne, en wg zouden menigeu prettigen avond te zamen kunnen doorbrengen. Dat was een heel opwekkend plan en terwgl ik er zoo over nadacht, hoe wg het zouden aanleggen, dat de negervrouw, die mgn huis in orde hield, ook het zgne zou kunnen doen' viel ik in slaap. Ik had nog niet lang geslapen, toen ik wakker schrikte door een geweldige stormvlaag. Mjjn huis schudde; de regen stroomde over mgn dak en over den noordkant van mgn huis neder alsof er een waterval boven mg neer stortte dan weer bombardeerde een vloed van hagelsteenen mgn luiken. Hoewel mgn slaapkamer in de benedenverdieping was, hoor de ik den stortvloed en de hagelsteenen op mgn dak, als lag ik er vlak onder. Werkelgk was het een angstig geluid en wel in staat de stemming te drukken van een eenzaam man, die alleen wakker ligt in een groot huis. Ik slaagde er echter in die ge drukte stemming van mg af te schudden. Het was wel niet prettig zoo moederziel alleen te zgn in zulk boos weermaar ik behoefde toch nergens bang voor te wezenmgn huis was flink gebouwd van sterk hout; de planken waren stevig op elkaar gespgkerd en van binnen goed gesteund. Er zou een orkaan noodig zgn om het dak van mgn huis te liohten en ik geloofde wel dat mgn luiken tegen den hagelslag bestand is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw de gepens generaal-ma- joor, met rang van luit.-generaal, M. G. Matthes, oud-inspecteur van het wapen der cavalerie is aan den eerste-luit. der genie O. Gunning, thans op non-act., op verzoek, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst; zgn benoemdbg den grooten staf, tot kapitein II. M. ord. officier, de eerste-luit. jhr A. G. Sickinghe, van dien staf; bg het wapen der inf., tot kapiteinbg het 3e reg., de eerste-luit. C. J. F. de Graaf, van den staf van hot wapen, we-kzaam bg de Cadettenschool, en C. E. Nardten, mede van dien staf, werk zaam bg de Normaal-schietschoolbg het 4de reg., de eerBte-luit. H. Koster, van het 3de reg., de eerste-luit. M. L. Pleister, van het wapen, ged. bg de landmacht in W.-I, bg het 1ste reg., de eerste-luit. T. F. Leguer, van het 9de reg., L. F. T. Vogel, van het reg. gren. en jagers; M. van de Siepkamp, van het 9e reg. en D. A. van der Wedden, van het 8ste reg.bg het wapen der art. tot kapitein, bg den staf van het wapen, de eerste-luit. jhr W. A. Ortt, van het 2de reg. veld-art. en zulks met bestemming om werkzaam te zgn bg de Kon. Mil. Academie, en F. Boogaard, van dien staf, adj. van den gouverneur der Kon. Mil. Academiebg het 3de reg. vest.-art. de eerste-luit. H. J. Furstner, van het 3de reg. veld-art., en G. F. baron van Till van het 1ste reg. veld-art.bg het 4de reg. vest.-art. de eerste luit. J. N. Boom van het korps torpedisten is aan den sum. der post -, en telegraphie W. Timmers, te 's-Gravenhage, op verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. C. Statins Muller, admi nistrateur van financiën en ondervoorzitter van den Kolonialen raad van Cura9ao. De gewone audiënties van de ministers van waterstaat en justitie zullen en 7 dezor niet plaats hebben BIAHBI. De correspondent van de N. R. Ct. te Ba tavia seinde Yrgdag Het lgk van den op 1 November in de doe soen Nielau in Djambi vermoorden contróleur Kroesen is aldaar gevonden. Alle schuldigen, op twee na, zgn gevat. Aanstokers waren de pangerans Hadji Oemar (Dji-Oomar) en Seman. Aan de universiteit te Leiden is het voorbereidend kerkelgk examen afgelegd door den heer J. P. Scholte van Oostburg. Tot onderwgzeres aan de diaconieschool der Nederduitsch Hervormde gemeente te Amsterdam is benoemd mej. M. Tak. De Wereldkroniek van deze week bevat o.a. een aardig kiekje, nl. twee Zuid-Beveland- sche boerinnetjes in hare typische kleederdracht en tusschen beiden in een baboe. In hetzelfde nummer is het portret opgeno men van den controleur R. K. Kroesen, die in Djambi vermoord is en wiens lgk thans, zoo als op een andere plaats in dit blad wordt medegedeeld, gevonden is. Eindelgk vinden wg nog in dit weekblad een met vele photo's versierde beschrgving van de jongste aanwinst der Nederlandseho koopvaardgvloot, do op de werf der Kon. Maatschappg Be Schelde gebouwde en voor de Rotterdamsche Lloyd bestemde Ophir. Aan den Volksbond, Vereen/ging tegen drank misbruik, is een som van zevenduizend gulden geschonken door denzelfden belangstellenden vriend der Vereeniging, die haar reeds vroeger een zoo aanzienlgke schenking deed toekomen. Eenigen tgd geleden wilde een handels firma te Dordrecht een zwaar voorwerp per Staatsspoor verzenden. Het werd aln het Dok gebracht, doch de kraan aldaar was op zulk een gewicht niet berekend De firma reclameert bg den hoogeren ambtenaar te Rotterdam hoe zg haar vrachtje in den spoorwagen moet krggen. Maar mgnheer, er is te Dordt een kraan, die het vereischte gewicht kan lichten, wordt haar geantwoord. Zie maar, hier zgn de stuk zouden zgn derhalve was er geen enkele reden om wakker te big ven ik keerde mg dus om en sliep weder in. Ik weet niet hoe lang het duurde tot ik wakker werd, en dezen keer niet door den storm, maar door een eigenaardige beweging van mgn bed. Eéns in mgn leven had ik een lichten schok van aardbeving gevoeld, dit scheen mg ook zoo iets; ja mgn bed be woog. Ik ging overeind zitten het was pikdonker in het vertrek. Nu voelde ik een tweede beweging, maar dezen keer geleek ze minder op een schok van een aardbeving die beweging was, als ik mg wel herinner, in horizontale richting, terwgl wat ik nu ge voelde, meer geleek op de langzame beweging van een schip. De storm had zgn hoogste punt bereiktde wind bulderde en raasde, de regen stroomde neder, heviger dan ooit. Ik was op het punt, op te staan en de lamp aan te stekenzelfs het kleinste lichtje zou in dit ontzettend oogenblik mg tot troost zgn geweesttoen plotseling mgn bed weder een beweging maakte, welke dezen keer nog jneer op die van een sohip geleek dan te yoren. Het schoot naar beneden, als in e(B golfdal, maar het riohte zich niet weder op, zooals een sohip doet, maar het bleef in die schuine richting, zoodat ik naar het voetei> pinde gleed. Wanneer ik geen plank aan het voeteneinde had gehad, zou ik stellig op den gtond zgn gegleden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 5