littttirgclB Courant
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
Van alles wat.
BDDBHAN TEGEN WIL EN DANK,
BMBEHWHS,
Verschillende Berichten»
Middelburg 3 December
Mr Van Houten en het kiesrecht.
BENOEMINGEN, ENZ»
letteren*e"n kunst,
VAN DE
YkB
Maandag 5 December 1904, no. 287.
I, Twee vragen.
Onlangs richtte een belangstellend lezer twee
vragen tot ons zg luiden
lo. Zgn er gegevens omtrent de beantwoor
ding der vraagkunnen blootgeraakte
en dus groen geworden aardappels dienen
als pootaardappels
2o. Is het insect, dat in de prei zooveel
verwoesting aanricht, dezelfde made als
die de uien zoo ruïneeren kan Wat is
te doen tot bestrijding Zoude het helpen
in 1, 2 of 3 jaren geen prei of uien in
zgn tuin te kweeken
Op het 2de deel der eerste vraag moeten
wg in 't algemeen een ontkennend antwoord
geven.
Wg zeggen in 't algemeen, want blootge
raakte aardappels kunnen slechts ten deele
en ook geheel groen zgn geworden.
Zjjn zg geheel groen geworden eh plant men
ze dan, dan zal zich tweederlei verschjjnsel
kunnen voordoen
De aardappels zullen, wat men noemt, ver
glaasd zjjn en in 't geheel niet schieten, niet
uitloopen, of zjj zullen uitloopen met magere
stengels, die in den grond slechts kleine aard
appels voortbrengen, maar waarvan de stalen
ook boven den grond knolletjes dragen, die
uatuurljjk groen zjjn en dus geheel waardeloos,
terwjjl zjj bovendien, als te veel solanine be
vattend, nadeelig zjjn als veevoeder.
Zjjn zjj ten deele groen en snjjdt men dat
gedeelte bjj het rooien weg, dan bljjft er een
gedeelte over dat eetbaar en ook plantbaar
is. Het zal waarschijnlijk op de gewone wg ze
zjjne stengels maken en vrucht voortbrengen.
Intusschen zouden wjj het planten daarvan
niet durven aanbevelen, omdat de aanleiding
tot verglazen aanwezig was aan de groene
zjjde en men dus niet volkomen zeker kan
zijn van het ziekeljjk deel geheel te hebben
weggenomen.
De witte wortel, waaraan in den grond de
knollen der aardappels groeien, is geen eigen
lijke wortel, maar een onderaardsche stengel.
Brengt men dien stengel boven den grond,
dan zal hjj eene groene kleur aannemen en
bladeren voortbrengen. Doet men zulks, wan
neer zich aan 't uiteinde reeds een aardappel
bevindt, dan zal men stengel en aardappel zien
groen worden en vaak vertoonen zich op den
aardappel eenige groene bladeren, zoodat de
aardappel ook een gedeelte van den stengel is
geworden en, evenals de overige stengels, onge
schikt is ter voortplanting.
Proeven met geheel groene aardappels zjjn
door ons genomen met den hierboven ver
melden uitslag; met gedeeltelijk groene bjj
tjjds afgesneden aardappels zjjn ons geene
proeven bekend.
Op de tweede vraag moeten wjj antwoorden,
dat de made, die in de prei gevonden wordt,
evenzeer als die, welke de uien teistert, de
larva is van eene vlieg van de orde der
diptera, - de familie muscidaa en het geslacht
anthobnyid, waarvan men wederom drie ver
scheidenheden heeftde antigua, de caeparum
en de platura. De middelste is de eigenljjke
uienvlieg, maar alle drie komen voor bij- uien
en bjj de prei allium porrum).
De vlieg is ongeveer 6 millimeter lang, de
vleugels uitgestrekt meten 18 mM. De eerste
eitjes worden in 't laatst van April en in Mei
gelegd in de bladscheede dicht bjj den wortel
hals. Na 6 of 7 dagen komen de larven uit
het eitje, kruipen dieper in den stengel en
beginnen aan de prei te knagen. Zij zjjn on
geveer 8 millimeter lang, hebben een puntig
uitloopend bovenljjf, zjjn dof wit van kleur en
zonder pooten. De bek heeft twee scherpe
haken om het voedsel door te bjjten. Wan
neer de larve 14 dagen oud is, verpopt zjj en
1 Naar het Amenkaansch
VAN
FRANK R. STOCKTON.
Ik was omstreeks vjjf en twintig jaren, toen
ik eigenaar werd van een wjjngaard inWest-
Virginië. Ik had een stuk land gekocht,
waarvan het grootste gedeelte was gelegen op
de helling van een der uitloopers der 'Blauwe
Bergen"die ligging scheen mjj het gunstigst
toe voor den wjjnbouw
Ik dweepte met de natuur en het buiten
leven en dacht dat ik van deze cultuur meer
genoegen en meer voordeel zou hebben dan
van eenige andere.
Zelf bouwde ik een flink, vrjj groot huis op
een klein plateau op het hoogst gelegen ge
deelte mjjner bezitting. Wanneer ik dan, als
mjjn dagtaak was volbracht, zoo in mjjn voor
deur zat en rustig mjjn pijpje rookte, keek ik
over mjjn wjjngaard heen in een bekoorljjke
vallei; ik zag de vreedzame rookkolommetjes
opstjjgen uit de enkele huizen, welke hier en
daar tusschen het geboomte verspreid lagen
en dacht hoe mooi het wel moest zjjn als
wjjngaard begroeid was en de purpere
14 dagen later is zjj eene vlieg, die weder
andere planten van eitjes voorziet. Den winter
brengen zjj door als pop, liefst in den grond.
Daar de vliegen hare eitjes liefst leggen aan
den wortelhals, is het aanbevelenswaardig de
in rjjen geplante prei zoo hoog mogeljjk aan
te aarden, om te beletten, dat de vlieg daar
hare eitjes brengt. Verder heeft men aanbe
volen het bestrooien met roet of met zeer
fjjne droge guanohet besproeien met een
mengsel (emulsie) van 2 liter petroleum op
100 liter water, of met een aftreksel van 2 KG
quassia op 150 liter water, waarin een kilogram
groene zeep is opgelost
Wjj hebben ons altjjd goed bevonden met
het afsnijden van de prei zoo laag als maar
mogeljjk is, zonder den groei te belemmeren,
maar ook dit afsnjjden moet juist op tjjd ge
schieden, wil de verwoesting niet reeds te groot
zjjn.
Heeft men eenmaal last van dit ongedierte
gehad, dan is het zaak een paar jaar achter
elkander geen prei of uien in den tuin aan te
kweeken, omdat de popjes, zooals wjj reeds
opmerkten, in den grond hunne winterkwar
tieren betrekken en in 't voorjaar vliegen
leveren, die al dadel jjk het nieuwe gewas zou
den aantasten Maar deze voorzorg baat
weinig, wanneer de tuin gelegen is in de na-
bjjheid van tuinen, waar prei wordt aange
kweekt.
Het bestrooien met roet (in vele deelen van
Zeeland bitter genoemd, terwjjl men daar
door roet rundvet verstaat) is misschien van
alle voorbehoedmiddelen nog het beste.
II. Het snoeien van vruchtbooinen.
Gewoonljjk wacht men met het snoeien van
boomen tot in de maanden Februari of Maart.
Dat wachten is volstrekt niet noodig en
vaak schadeljjk.
In het najaar en in den winter kan men,
zoodra de bladeren gevallen zjjn, de dagen,
wanneer het niet te koud is, gebruiken om
de boomen te snoeien, de takken aan te
binden enz.
Wanneer van een boom eenigszins zware
takken moeten worden weggenomen, en men
doet dat in het voorjaar, wanneer het sap
reeds in beweging is, of eerlang in beweging
zal komen, dan verliezen zij daardoor veel
kracht en de wonden genezen vaak zeer moeiljjk.
Doet men zulks in den winter, wanneer het
sap in rust is, mits op dagen, dat het niet
vriest en naar alle waarsch jjnljjkheid nog geen
vorst in aantocht is, dan is de wond gesloten
vóór de sapomloop begint, vooral, wanneer
men eenigszins grootere wonden sluit met een
zalfje van hars en ongezouten reuzel (10 op 1),
dat men eenigszins verwarmd op de wonden
brengt.
Men begint dien najaars- en wintersnoei bjj
de oudste boomen, welke het minst tegen sap-
verlies kunnendie, welke te weelderig groeien
en daarom niet tot vruchtzetting overgaan,
snoeie men het laatsteen weinig sapverlies
zal de vruchtbaarheid bevorderen.
III. Krnlsbestnivliig.
Door kruisbestuiving verstaat men het be
stuiven van den stamper in de eene bloem
door het stuifmeel van eene andere. Bjj vele
bloemen en planten en ook bjj de meeste onzer
vruchtboomen is kruisbestuiving voorde vrucht
zetting onmisbaar. Men is in dit opzicht dus
veel verschuldigd aan de njjvere bjj en en aan
tal van andere honingzoekende insecten, die zich
van de eene bloem naar de andere begeven
en zoo het stuifmeel van de eene overbrengen
naar den stamper van de andere, maar men
meent in den laatsten tjjd opgemerkt te hebben,
dat de vrnchtzetting nog vermeerdert, wanneer
men verscheidene boomen van dezelfde varië
teit in elkanders nabjjheid plaatst, zoodat de
bestuiving van vele stampers van de bloemen
van den eenen boom geschiedt met het stuif
meel van de bloemen van een anderen.
Wjj vestigen hierop de aandacht, zonder
nu reeds te durven beslissen wat daarvan
waar is.
Wanneer men eenige variëteiten in zjjn tuin
of in zjjn boomgaard heeft, die rjjkeljjk bloeien
en men van de eene variëteit een enkel exem
plaar, van andere variëteiten twee of drie of
meer exemplaren bezit, dan dient men na te
gaan op welke variëteit, het weder natuurljjk
daarbjj in aanmerking genomen, de meeste
bloemen tot vrucht gezet zjjn.
Door dit een paar jaar vol te houden komt
vruchten zouden schitteren tusschen het
groene loof.
Mjjn geheele huisgezin bestond alleen uit
mjj zelf. Wel verwachtte ik dat op een of
anderen tijd anderen mjjn huis zouden deelen,
maar daar had ik nu nog geen behoefte aan.
Gedurende den mooien zomer vond ik het
een heerljjkheid zoo geheel alleen te wonen.
Het was een ongekend genot, alles te kunnen
inrichten en schikken, zooals ik dat zelf wilde
het was iets nieuws; in mjjn vaders huis ging
het niet zoo. Toen kwam de winter en begon
ik het wel wat eenzaam te vinden. Mjjn be
dienden woonden op eenigen -afstand en er
kwam menige donkere, stormachtige avond,
waarin zelfs het gezelschap van een vervelend
»iemand" mjj welkom zou zjjn geweest. Een
enkele maal ging ik naar de stad en bezocht
mjjn vrienden, maar dat ging niet bjj storm
of ongunstig weer. Kortom de winter
duurde lang, heel lang.
Toen kwam het voorjaar en daarmede het
buitenwerkeenige weken lang was ik weder
volkomen mjjzelven genoeg, wenschte niomand
om mg te vermaken of gezelschap te houden.
Toen kwam er een omkeer.
Evenals dikwjjls het geval is, volgden op het
vroege voorjaar dagen van heel slecht, storm
achtig weder, wat op mjjn stemming even
nadeelig werkte als op mjjn cultuur. Het
regende, het woei en het was koud, zoodat
ik mjj bitter eenzaam begon te gevoelen en
men misschien tot eene afdoende conclusie.
Op de bestuiving komen wjj in een onzer
volgende beschouwingen nog eens uitvoerig
terug.
Het Handelsblad neemt den oud-minister,
thans lid der Eerste Kamer, eens onder handen,
wat vooral van die zjjde zeer merkwaardig is.
Het wjjst erop dat de heer Yan Houten in
den tweede zjjner nieuwe reeks van Staatkun
dige Brieven wederom, op zjjn eigenaardige
wjj ze, zeer kras gewaarschuwd heeft tegen eene
klasseregeering, welke hjj vreest van het »al-
lemanskiesrecht", dat de vrjj zinnig- democraten
en de sociaal-democraten met hun voorstellen
tot Grondwetsherziening hier te lande wenschen
in te voeren.
Men kan, zoo sehrjjft het Amsterdamsch blad,
den heer Van Houten toegeven dat algemeen
stemrecht uit den booze is, en toch volstrekt
niet instemmen met zjjne meening dat de libe
ralen de kiesrechtquaestie bjj de stembus van
1905 moeten laten rusten. Ons dunkt dat het
eerste nog volstrekt niet tot het laatste be
hoeft te leiden, en wjj beroepen ons daarvoor
op een getuigenis van 20 jaren herwaarts.
Wjj herinneren nameljjk dat op 29 Augus
tus 1884 bjj de Tweede Kamer inkwam een
voorstel om eenige veranderingen in de Grond
wet te brengen en dat art. 5 van dit voorstel
onder meer een wjjziging bevatte, volgens
welke de census uit art. 76 der Grondwet
(van 1848) geheel wegviel en art 77 zou
luiden
»De bepaling wie kiezers zjjn en de rege
ling van alles wat verder tot het kiesrecht en
zjjn uitoefening betrekking heeft, hebben plaats
bjj de Kieswet".
Derhalve het blanco-artikel dat later her
haaldelijk is aanbevolen.
Voorsteller van dat wetsontwerp was geen
ander dan.... mr Van Houten.
In de toelichting betoogde hij, dat er vol
doende grond is »aan den kiezer de eischen
te stellen, dat hjj niet tot de bedeelden be-
hoore en in staat zjj te lezen en te schrjjven".
En dan verder
»Deze twee gronden van uitsluiting, in zjjn
oog de eenige welke zich laten rechtvaardigen,
zou hjj in de Kieswet geregeld willen zien Op
welke wjjze zulks het best kan geschieden,
wenscht hjj niet m de Grondwet te beslissen.
Dit behoort aan den wetgever overgelaten te
worden".
Dit wetsvoorstel van den heer Van Houten
is niet in behandeling gekomen, omdat weldra
de algemeene grondwetsherziening door den
minister Heemskerk aan de orde werd gesteld.
Maar toen in 1887 de Kamer tot het tegen
woordig artikel 80 gevorderd was, kwam weder
van den heer Van Houten nu met den heer
Zjjlker een amendement, luidende
»De leden der Tweede Kamer worden geko
zen door de kiezers, die de wet aan wjjst, en op
de wjjze, door de wet te bepalen."
In de mondelinge toelichting zeide de heer
Van Houten dat deze lezing diende om den
wetgever volle vrjjheid te laten, geenszins om
eenig bepaald stelsel, allerminst dat van alge
meen stemrecht, op te nemen. Dit amendement
werd jammer genoeg verworpen en de
ongelukkige bepaling opgenomen omtrent
'kenteekenen van geschiktheid en maatschap-
peljjken welstand", welke in 1894 bjj de be
handeling van het ontwerp-Tak tot de bekende
ruoeiljjkheden heeft geleid.
De heer Van Houten heeft later, als minister,
er art. 1 des kieswet van 1896 van gemaakt,
een zeer benepen regeling, die zooals wjj
herhaaldelijk hebben aangetoond vele ge
schikte kiezers uitsluit en voor heel wat
ingrjjpender verbeteringen vatbaar is, dan er
bjj de 'technische" herziening van Dec. 1900
in zijn aangebracht.
De heer Van Houten heeft in de kieswet aan
art. 80 der Grondwet uitvoering gegeven in
den zin waarin hjj dat artikel opvatte, als
eischende .positieve kenteekenen. Maar
dit deed hjj omdat hjj zich door de Grondwet
gebonden achtte. Bljjkens zjjn voorstellen van
1884 en 1887 echter achtte hg dien band, iD
de Grondwet gelegd, verkeerd en wenschte hg
het verlangen naar een ander levend wezen
grooter bg mg werd dan het den geheelen
winter was geweest.
Eens op een nacht, toen de wind weder he
vig bulderde, ging ik vroeg naar bed, en ter-
wgl ik zoo wakker lag, maakte ik in gedachten
een plan op, waarover ik reeds dikwgls te
voren had nagedacht. Ik zou nog een klein
huisje bouwen op mgn grondniet te ver van
mgn huis af, maar ook niet te dichtbg, en ik
zou Jack Brandiger vragen of bg daar zou
willen wonen. Jack was een van mgn vrienden
hg studeerde in de rechten in de stad en het
scheen mg toe, dat het toch veel prettiger
moest zgn en veel beter zou gaan, hier rech
ten te studeeren dan in de stadhier op deze
mooie helling met het uitzicht op die bekoor-
lgke vallei, met bosschen en bergen rondom
hem, waarin hg naar hartelust zou kunnen
dwalen. Een oogenblik had ik er zelfs aan
gedacht Jack te vragen bg mg in t9
komen wonen, maar dat denkbeeld had ik
spoedig van mg afgezet. Ik ben een heel bg-
zonder mensch en dat is Jack niet; hg legt
b. v. zgn pgpje met het grootste genoegen
overal neder, soms zelfs brandende. Wanneer
hg" mg eens komt opzoeken, zal hg zgn hoed
net zoo goed over een inktkoker heenzetten
als over wat anders. Maar, als Jack op een
kleinen afstand van mg woonde en wg elkaar
konden opzoeken wanneer wg wilden, dat
zou wat anders zgn.
de 'bepaling wie kiezers zgn", aan den gewonen
wetgever over te laten.
Zou hg thans zgn medewerking weigeren,
wanneer die gevraagd werd om een dergelgk
blanco-artikel in de Grondwet te brengen?
Gesteld, dat op dezen grondslag bg de stem
bus van 1905 samenwerking ware te verkrg-
gen, zou die dan niet »voor de vorming van
een bloc t9gen het Kuyperiaansch bestuur"
gelgk hg het noemt in aanmerking
mogen komen?
Zelf heeft de heer Van Houten in de toe-
liohting tot zgn voorstel van 1884 de volgende
behartigenswaardige woorden geschreven
»Om iets tot stand te brengon, moet er een
vereenigingspunt gezocht worden, waarbg de
een genoeg verkrggt om de bereiking van het
verder liggende te willen uitstellen, en de an
der, die eventueele verdere stappDn niet zou
willen mededoen, genoeg behoudt om zgne
medewerking te verleenen".
Met deze aanhaling doen wg, tegenover den
heer Van Houten van 1904, een beroep op den
heer Van Houten van 1884 en 1887.
m
Wg noemden dezen aanval op mr Van
Houten van die zgde merkwaardig.
Maar hg is bovendien van veel belang nu
het Handelsblad zich in beginsel verklaart voor
een grondwetsherziening om te komen tot een
blanco artikel omtrent het kiesrecht.
Als het blad nu maar consequent blgft,
ook na de verkiezingsdagen.
<m m
Mr P. I. G. VAN DIGGELEN
heeft in een uitvoerig stuk geantwoord op het
laatste schrgven van de liberale club en hand
haaft daarin zgne onschuld.
Aan het eind ervan schrgft hg
'Overigens zal ik er het zwggen toe doen.
Waar de heeren in hun rapport over de
vergadering van de club, gehouden na de ver
kiezing van een Gedeputeerde, vacature Van
Marle, zelf zeggen, sprekende over mgue ver
klaring »Op liet oogenblik zelf is dat niemand
zoo uitdrukkelijk opgevallenslechts naderhand
heeft zich die wetenschap bevestigddaar zal ieder
wel inzien, dat hg voorzichtig doet met aan
de verklaringen van de leden uit die verga
dering, berustende op »ztch later bevestigende
wetenschap", niet te veel gewicht te schenken
De heeren hebben er zich nu eenmaal in hun
opwinding ingewerkt en moeten nu de schande
van hun lichtvaardig oordeel, hun van zoovele
zgden aangewreven, maar dragen."
Hel Vaddat tot heden groote reserve in
acht nam in het oordeelen over dit veel be
sproken lid der Staten van Overgsel, komt, na
het jongste schrgven van de liberale Staten-
club, tot de conclusie dat de verdenking tegen
mr Van Diggelen thans aanmerkelgk in kracht
heeft gewonnen, al blgft het blad betwgfelen
of een strafrechter in een geval als dit een
veroordeelend vonnis zou vellen op grond van
wettig en overtuigend bewgs.
Wg wachten nog af het oordeel der leden
van de liberale kiesverenigingen in Steenwgk,
die zeker niet zullen nalaten de kwestie onpar-
tgdig te onderzoeken.
PEN BROEINEST.
De heer Philipse, hoofd der. Christelgke
school te OostburgDe invloed der onderwg
zers en van de school is zeer groot op de
schoolgaande kinderen, op de toekomstige
staatsburgers.
De heer Roodhuizen Een onderzoek heeft
aangetoond, dat de voormannen van de sociaal
democratische arbeiderspartg voor een zeer
groot deel zgn.... leerlingen der Christelgke
school.
(Opmerking). Wat stond ik daar ver
baasd vanMaar dan is de Christelgke School
een broeinest van socialisme en dan moeten
de onderwgzers aan die scholen nog rooder
zgn dan de roodsten rooie. Socialisten noemt
men ongeloovigen Zgn de Christelgke onder
wgzers dat dan ook Wkbld. v. Z. VI. W. d.)
Bg kon. besluit
zgn benoemd tot ontvanger der registratie
en domeinente Meersen, W. G. Koch, thans
ontvanger te Weert; te Purmerend K Wier-
sum, thans ontvanger te Den Helderte Roo
sendaal J. G. Lgbering, thans ontvanger te
Loenen
Hg kon in zgn huis doen wat hg verkoos
en .ik in het mgne, en wg zouden menigeu
prettigen avond te zamen kunnen doorbrengen.
Dat was een heel opwekkend plan en terwgl
ik er zoo over nadacht, hoe wg het zouden
aanleggen, dat de negervrouw, die mgn huis
in orde hield, ook het zgne zou kunnen doen'
viel ik in slaap.
Ik had nog niet lang geslapen, toen ik
wakker schrikte door een geweldige stormvlaag.
Mjjn huis schudde; de regen stroomde over
mgn dak en over den noordkant van mgn huis
neder alsof er een waterval boven mg neer
stortte dan weer bombardeerde een vloed
van hagelsteenen mgn luiken. Hoewel mgn
slaapkamer in de benedenverdieping was, hoor
de ik den stortvloed en de hagelsteenen op
mgn dak, als lag ik er vlak onder.
Werkelgk was het een angstig geluid en
wel in staat de stemming te drukken van een
eenzaam man, die alleen wakker ligt in een
groot huis. Ik slaagde er echter in die ge
drukte stemming van mg af te schudden. Het
was wel niet prettig zoo moederziel alleen te
zgn in zulk boos weermaar ik behoefde toch
nergens bang voor te wezenmgn huis was
flink gebouwd van sterk hout; de planken
waren stevig op elkaar gespgkerd en van
binnen goed gesteund.
Er zou een orkaan noodig zgn om het dak
van mgn huis te liohten en ik geloofde wel
dat mgn luiken tegen den hagelslag bestand
is benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw de gepens generaal-ma-
joor, met rang van luit.-generaal, M. G. Matthes,
oud-inspecteur van het wapen der cavalerie
is aan den eerste-luit. der genie O. Gunning,
thans op non-act., op verzoek, eervol ontslag
verleend uit den militairen dienst;
zgn benoemdbg den grooten staf, tot
kapitein II. M. ord. officier, de eerste-luit.
jhr A. G. Sickinghe, van dien staf; bg het
wapen der inf., tot kapiteinbg het 3e reg.,
de eerste-luit. C. J. F. de Graaf, van den staf
van hot wapen, we-kzaam bg de Cadettenschool,
en C. E. Nardten, mede van dien staf, werk
zaam bg de Normaal-schietschoolbg het 4de
reg., de eerBte-luit. H. Koster, van het 3de reg.,
de eerste-luit. M. L. Pleister, van het wapen,
ged. bg de landmacht in W.-I, bg het 1ste
reg., de eerste-luit. T. F. Leguer, van het 9de reg.,
L. F. T. Vogel, van het reg. gren. en jagers;
M. van de Siepkamp, van het 9e reg. en D. A.
van der Wedden, van het 8ste reg.bg het
wapen der art. tot kapitein, bg den staf van
het wapen, de eerste-luit. jhr W. A. Ortt, van
het 2de reg. veld-art. en zulks met bestemming
om werkzaam te zgn bg de Kon. Mil. Academie,
en F. Boogaard, van dien staf, adj. van den
gouverneur der Kon. Mil. Academiebg het
3de reg. vest.-art. de eerste-luit. H. J. Furstner,
van het 3de reg. veld-art., en G. F. baron van
Till van het 1ste reg. veld-art.bg het 4de
reg. vest.-art. de eerste luit. J. N. Boom van
het korps torpedisten
is aan den sum. der post -, en telegraphie
W. Timmers, te 's-Gravenhage, op verzoek, als
zoodanig eervol ontslag verleend
is benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw. C. Statins Muller, admi
nistrateur van financiën en ondervoorzitter
van den Kolonialen raad van Cura9ao.
De gewone audiënties van de ministers van
waterstaat en justitie zullen en 7 dezor
niet plaats hebben
BIAHBI.
De correspondent van de N. R. Ct. te Ba
tavia seinde Yrgdag
Het lgk van den op 1 November in de doe
soen Nielau in Djambi vermoorden contróleur
Kroesen is aldaar gevonden.
Alle schuldigen, op twee na, zgn gevat.
Aanstokers waren de pangerans Hadji Oemar
(Dji-Oomar) en Seman.
Aan de universiteit te Leiden is het
voorbereidend kerkelgk examen afgelegd door
den heer J. P. Scholte van Oostburg.
Tot onderwgzeres aan de diaconieschool
der Nederduitsch Hervormde gemeente te
Amsterdam is benoemd mej. M. Tak.
De Wereldkroniek van deze week bevat
o.a. een aardig kiekje, nl. twee Zuid-Beveland-
sche boerinnetjes in hare typische kleederdracht
en tusschen beiden in een baboe.
In hetzelfde nummer is het portret opgeno
men van den controleur R. K. Kroesen, die in
Djambi vermoord is en wiens lgk thans, zoo
als op een andere plaats in dit blad wordt
medegedeeld, gevonden is.
Eindelgk vinden wg nog in dit weekblad
een met vele photo's versierde beschrgving
van de jongste aanwinst der Nederlandseho
koopvaardgvloot, do op de werf der Kon.
Maatschappg Be Schelde gebouwde en voor de
Rotterdamsche Lloyd bestemde Ophir.
Aan den Volksbond, Vereen/ging tegen drank
misbruik, is een som van zevenduizend gulden
geschonken door denzelfden belangstellenden
vriend der Vereeniging, die haar reeds vroeger
een zoo aanzienlgke schenking deed toekomen.
Eenigen tgd geleden wilde een handels
firma te Dordrecht een zwaar voorwerp per
Staatsspoor verzenden. Het werd aln het Dok
gebracht, doch de kraan aldaar was op zulk
een gewicht niet berekend De firma reclameert
bg den hoogeren ambtenaar te Rotterdam hoe
zg haar vrachtje in den spoorwagen moet
krggen.
Maar mgnheer, er is te Dordt een kraan,
die het vereischte gewicht kan lichten, wordt
haar geantwoord. Zie maar, hier zgn de stuk
zouden zgn derhalve was er geen enkele reden
om wakker te big ven ik keerde mg dus om
en sliep weder in.
Ik weet niet hoe lang het duurde tot ik
wakker werd, en dezen keer niet door den
storm, maar door een eigenaardige beweging
van mgn bed. Eéns in mgn leven had ik een
lichten schok van aardbeving gevoeld, dit
scheen mg ook zoo iets; ja mgn bed be
woog. Ik ging overeind zitten het was
pikdonker in het vertrek. Nu voelde ik een
tweede beweging, maar dezen keer geleek ze
minder op een schok van een aardbeving
die beweging was, als ik mg wel herinner, in
horizontale richting, terwgl wat ik nu ge
voelde, meer geleek op de langzame beweging
van een schip. De storm had zgn hoogste
punt bereiktde wind bulderde en raasde, de
regen stroomde neder, heviger dan ooit.
Ik was op het punt, op te staan en de lamp
aan te stekenzelfs het kleinste lichtje zou
in dit ontzettend oogenblik mg tot troost
zgn geweesttoen plotseling mgn bed weder
een beweging maakte, welke dezen keer nog
jneer op die van een sohip geleek dan te
yoren. Het schoot naar beneden, als in e(B
golfdal, maar het riohte zich niet weder op,
zooals een sohip doet, maar het bleef in die
schuine richting, zoodat ik naar het voetei>
pinde gleed. Wanneer ik geen plank aan het
voeteneinde had gehad, zou ik stellig op den
gtond zgn gegleden.