T V rijdag 2 December. A", Uit Stad en Provinsie. >7. N". 28S. Kameroverzicht, i&OA Middelburg 1 December. BENOEMINGEN, ENZ Nat. fereen. Schut- Rep. Breen. pan- hoor- eedel. Ned. Con- u. |t. Schut- Ja- rezel- r8u. ieken- Joris b. Be- utters- ames- en ereen. ooneel, \>nd. ereen. Ten- tri en Joris. iddel- 8 u. Too lester). rbond. iier fen Ifkoper MAIL lamid. vonds norg. .vonds. ivonds. aorg. ivonds. ieven, n den IJN, did- e ii ten, lUtelt. verne- SrAERT ent. Deze oourant verschijnt dagelijks, met oitzondoring van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 1 Dec. 8 u. vm. 50 gr., 12 n. 50 gr., av. 4 a. 49 gr. F. Yeivscht: zwakke tot matige Z. W. wind, betrokken lucht, weinig verandering in temperatuur. I S\\ AdvertentiSn: 20 cent per regel, tteboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50-, elke rogel meer 20 cent. Reolames 40 cent per regel, Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen' Advertentle-Rnrsan A. DB LA MAR Ai., N.S. Voorburgwal 260, Amsterdam, Zitting van Woensdag. De heer Cremer heeft heden een requisitoir tegen zich hooren uitspreken, zóó vernietigend èn voor zjjn reputatie als oud-minister en groot-werkgever op Deli èn voor zjjn toekomst als politiek man, gelgk wjj zelden in de Kamor aanhoorden. Trouwens Dinsdag pakten de donkere don derwolken al boven het hoofd van den heer Cremer te zamen. Bg de bespreking der koelie-ordinantiën ter Oostkust van Sumatra en der toestanden, welke daar onder dit systeem langzamerhand in het leven waren geroepen, was de critick van den heer Cremer weer het zwakst van alle sprekers, die vóór hem over deze zaken hadden gesproken. Wat hg zeide, kwam eigenlgk hierop neerik wist van deze schandelijke feiten, door het rapport-Rhemrev aan het daglicht gebracht, niets af; ik had ver trouwen in de Indische regeering en daarom deed ik niets. Van een wederlegging der teiten, door den heer Van Kol hem elk jaar als minister van koloniën onder de oogen gebracht, repte hg met geen woord. Dat was een uitvloeisel van een persoonlijk antagonismeWas dit al bijzonder slap en niets beduidend, de grootste enormiteit kwam echter aan het slot, waar hg zonder blikken of blozen constateerde thans een »moreele inzinking" op Deli te zienwel te verstaan een >inzinking" waarvan hg vroeger, in de dagen toen Deli nog voor de tabakscul tuur geschikt moest gemaakt worden, ergo in de dagen dat de heer Cremer den grondslag legde voor zgn later groot fortuin, niets had bespeurd Naar aanleiding nu van deze enormiteit, om ons parlementair uit te drukken, werd heden de heer Cremer zoo geducht afgestraft door den heer Troelstra, dat zelfs de minister, die zoo veel mogeljjk zgn ambtsvoorganger in deze zaak spaarde, ter zgne verdediging niets meer wist te zeggen dan dat het bekende boekje van den heer Van den Brand eerst uitgekomen was nadat minister Cremer was afgetreden! Inderdaad was het geheele optreden van den heer Cremer in deze zaak ergerlgk, aanstoot gevend voor iedereen, die een oogenblik met zgn gezond verstand en dat mag toch ook wel eens een enkele maal de debatten over dit onderwerp, niet alleen thans maar ook gedurende de vooraigaande jaren volgde. De heer Cremer verklaarde steeds van niets af te weten. Voor leiten gaf hg uitvluchten; tegenover bewgzen stelde hg niets om het lgf hebbende praatjeswoorden en nog eenB woorden. Gisteren nog een toostje op den afgetreden gouv.-generaal, dien hg het voor recht gehad had aan de Koningin voor een benoeming tot die hooge waardigheid voorge dragen te hebben. Daarmede wilde hg eigenlijk zeggengeneraal Rooseboom was zijn gouver neur-generaal die heeft de zaken laten onder zoeken wat praat jjj nu nog van mijn onwil om de grieven te onderzoeken Een verdedi ging even beuzelachtig als zjj onmannelijk was. Maar wat nog meer aanstoot gaf, was de hooghartige houding, welke hjj steeds tegen over elke critiek aannam. Deze houding zou misschien een Thorbecke, een Heemskerk, een Tak hebben kunnen aannemen, maar in iemand als de heer Cremer prikkelt zjj tot nog heftiger verzet. Vooral bjj een man als de heer Van Kol, die, hg moge in het vuur van zgn rede neering menigmaal overdrjjven, toch dikwjjls den spjjker op den kop slaat, en die door het eynisme van den heer Cremer soms in een parasisme van woede geraakt. Het behandelen van den heer Van Kol als een klein kind, dat sehreeuwt, en daarbjj voortdurend zich verber gend achter zgn gebrek aan manelgken moed, aan initiatief door maar in alles een aanval te zien op zgn persoonhet althans zoo te doen voorkomen, was als systeem van verweer genomen in een woord akelig, klein, miniem. En heden is dat geheele systeem nu ver nietigd. Maar de heer Cremer had nu ook met den heer Troelstra te doen en zelf het materiaal aangedragen om hem er mede te vernietigen. Wel is waar beproefde hjj in zjjn verweer het wederom voor te stellen alsof het scherpe woord van den heer Troelstra uitsluitend zgn persoon gold, en wjj willen gaarne toegeven dat de heer Troelstra hier en daar persoonljjk werd, maar het belangrjjkste, het voornaamste, de kern van zgn betoog gold niet den persoon, den millionnair Cremer, maar den planter, het kamerlid en vooral den minister Cremer. Er bleven genoeg feiten over, waartegenover de heer Cremer feiten had kannen stellen. En dat beproefde hg zelf niet eens. Zgn beroep op een dertigjarig publiek leven is een uit vlucht, geen argument Toch waren die hier noodig, broodnoodig geweest ter ontzenuwing van hetgeen tegen hem was aangevoerd. Hij had beweerd van al deze gruwelen, te Deli gepleegd, niets af te weten. Eerst thans was er sprake van een «moreele inzinking" Wjj vermoeden dat niemand, zelfs zjjn buurman Van Karnebeek of een derbeeren uit den hoogadeljjken hoek van Lohman, een oogenblik de waarheid ervan heeft aange nomen. Om een vergelgking te maken De Far West in Amerika wordt langzamerhand gecivi- lisoerdernu staat iemand op om te beweren dat de toestanden daar thans, in vergelgking met vroeger, getuigen van een »moreele inzinking". Zou zoo iemand ook zelfs bjj de domste der dommen een oogenblik geloof vinden Wjj hebben een sterk vermoeden dat men den man zou zeggenje vertelt maar iets daar ge- looven wjj niets van. Maar aangenomen de heer Cremer wist er niets vanwaar bljjft dan zgn «specialiteit- schap" in Indische zakenwaar bljjft dan zgn bgzondere kennis van Indische en Delische toestanden wat bljjft er dan nog van den politicus, van den minister Cremer over? Nu spreken wjj nog niet eens van de Delische planters, die de heer Cremer in de kou laat staanvan zjjn vroegere vrienden en mede standers. Dat raakt den mensch Cremer, waar mede wjj niets te maken hebben. Maar ge noeg. Slechts op een uitspraak van den heer Troelstra wenachen wjj nog even te wjjzen. Hg achtte het niet wenschelgk dat iemand, zoo in finantieele, koloniale zaken betrokken als de heer Cremer, tot zulke ambten en waar digheden werd geroepen. Daarmede legde hg den vinger op de wondeplek. Dat was de kern van deze onverkwikkeljjke zaak en het ware te wenschen, dat zjj ten minste deze leering voor de toekomst mocht geven, dat een vereeniging van de qualiteiten, als in den oud minister Cremer plaats had, niet meer zal voor komen. Onze koloniale politiek zal er aan zuiverheid door winnen en personen als de heer Cremer zjj mogen als burger nog zoo hoog staan zouden zich zelf verdriet en anderen ergernis daardoor besparen. Het eigenljjke debat heden alhans het belangrjjkste deel ging dus buiten de be grooting om. Het concentreerde zich in het duel Cremer-Troelstra. De minister verklaarde in een lange speech geen bezwaar te hebben tegen de motie-Troel stra. Zjj was »een vriendschappelijke duw op een pad, dat de minister reeds zelf bewandelde". Daarop trok de heer Troelstra zgn motie dan ook in, nadat de heeren Fock, De "Waal Male- fyt en De Yisser een motie van ongeveer dezelfde strekking hadden ingediend, welke zonder hoofdeljjke stemming werd aangenomen. Voorts oreerden de heeren Hugenholtz qn Helsdingen respectievelijk nog over het gevan geniswezen in Indië en over de hooge Indische pensioenen, waarna de vergadering tot morgen verdaagd werd. Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te 's Gravenhage mr C. W, Vollgraff, thans rechter in de arr.-rechtbank aldaar is aan den eervol ontslagen tweede-licht- wachter aan 4boord van 's Rjjks lichtschip Haaks O. F. Jongkind, een pensioen verleend van f283 's jaars is aan den eervol ontslagen griffier bjj de directie der marine te Hellevoetsluis L. J G. Dey een pensioen verleend van f2014's jaars is aan den luit. t. z. 2e kl. R. W. Hartman, op verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Bjj het examen ter verkrjjging van het diploma voor de benoembaarheid tot vice-consul is ge slaagd de leerling-consul G. S D. Hamel. Blijkens mededeeling van den heer J. A. van den Bergh, Gonsul-generaal der Nederlanden te Antwerpen, zal te Leuven van 14 Jan. tot 3 Feb. a. s. eene internationale tentoonstelling worden gehouden van voedingsmiddelen, hy giëne en daarop betrekking hebbenden handel en industrie. Voor nadere inlichtingen verwjjzen wjj naar de St.-Ct. no. 282. In de St-Ct brengt de minister van financiën ter kennis dat eenige valsche muntbiljetten van f 10 zgn aangetroffen, genummerd P R 7322 (laatste model) en voorzien van de hand- teekeningen Harte van Tecklenburg en Moens Deze valsche muntbiljetten zgn o.a. te her kennen doordat het papier geen watermerk bevat, terwjjl de strafbepaling aan de achter- zjjde in bruine, in plaats van zwarte, letters voorkomt. Bovendien zjjn de serie-letters en cjjfers en de handteekeningen klaarblgkelgk uit de band met de pen overgetrokken. Ten slotte is de kleur van het geheele biljet don kerder dan die van de eehte muntbiljetten. Men schrjjft ons Eene eigenaardige houding heeft de Raad van Middelburg aangenomen ten aanzien van de regeling der jaarwedden van de ambtenaren van den burgerljjken stand. De bepaling van het daarvoor thans geldende art. 149 der gemeentewet zegt, dat de bezol diging van ambtenaren van den burgerlgken stand door Gedeputeerde Staten, nadat de Raad is gehoord, onder goedkeuring der Ko ningin wordt geregeld. Die bepaling is naar onze meening niet twijfelachtig; de Raad heeft eenvoudig advies uit te brengen, maar Ged- Staten stellen vast. Hoe nu de heer jhr mr E. P. Schorer komt tot een voorstel, om de jaarwedde van den ambtenaar van den burgerlgken stand, die belast is met de voltrekking der huwelijken, te schrappenis ons niet duideljjk. Evenmin bcgrjjpen wjj, hoe de heer mr A. A. de Veer er toe komt, om te zeggen, dat het niet noo dig is, aan den wensch van Gedep. Staten toe te geven. Het is wel zonderling, dat in dien zin ge sproken wordt door twee rechtsgeleerden, van wie in de eerste plaats strenge handhaving van de bepalingen der wet mag worden verwacht. Van deze twee heeren, van wie de eene be slist behoort tot de anfi-revolutionnairo partjji zelfs gerekend wordt onder hare voormannen, en de andere zich althans den steun dier partjj laat welgevallen, was allerminst eene zoo re- volutionnaire daad te wachten. Dien naam toch meenen wij te mogen geven aan eene handeling, welke vierkant indruischt tegen de ondubbelzinnige bepalingen der wet. Dat de Raad zich daarmede heeft vereenigd en slechts vier leden zich er tegen verklaarden, mag bevreemding wekken. Gelukkig is het besluit nog niet definitiet vastgesteld en zal het in eene volgende vergadering nog eens aan de orde moeten komen. Misschien zgn de heeren dan beter ingelicht. Het bovenstaande was reeds geschreven, toen wjj het Prov. blad no. 69 van dit jaar in handen kregen. Daaruit bljjkt, dat bjj Kon. besluit van 18 November jl. no. 36 goedkeu ring is verleend aan een besluit van Gedep. Staten van 14 October jl. no. 57, waarbjj 0. m de jaarwedde van één ambtenaar van den burgerlgken stand te Middelburg, die uitslui tend belast zal zgn met het voltrekken van huweljjken, is bepaald op 40. Wjj zgn be nieuwd hoe nu de heeren Schorer en De Veer er over zullen denken. Zooals uit eene in een vorig nommer voorkomende advertentie bljjkt, houdt het Friesche gezelschap Fier fen hüs Zondagavond in de zaal van den heer Stofkoper te V1 i s- s i n g e n een «winterjounenocht", d. i. een winteravondfeest. Van het programma wordt een groot deel ingenomen door voordrachten van den heer J. Ligthart uit Poppingawier, een, naar men ons meedeelt, bekend Friesch declamator. Een dounsje", >de skotse trye", als eerste, zal den avond besluiten. Daartoe waren tevens uitgenoodigd de heeren C. Timmerman, architect te ZierikzeeG. v. Schagen, aannemer, S. de Kam, timmerman, en D. v. d. Hoven, schilder, allen te Oost- kapelle. Eerstgenoemde kon aan de uitnoodi- ging geen gevolg geven. Nadat de voorzitter het welkom had toege roepen in 't kort in herinnering had gebracht de omstandigheden, die tot dezen bouw hadden geleid en namens den gemeenteraad hulde had gebracht aan architect, aannemer en schil der, voor het door hon geleverde werk, dat in alle opzichten van groote degelijkheid getuigt, bood hg der gemeente eenige nuttige geschen ken aan, die bjj deze gelegenhoid ten behoeve van het nieuwe gebouw waren ontvangen. Vervolgens werd ter eere van het feit een feestdronk aangeboden. Nadat eon der leden van don raad, namens dat college, den voorzitter had beantwoord, en namens de gemeente dank had gebracht voor de van verschillende zjjden ontvangen ge schenken, en ten slotte nog door aannemer en schilder het woord werd gevoerd, was het officieel gedeelte afgeloopen, en bleef men nog geruimen tjjd gezellig bjjeen. Uit de gemeentekas werd de naannemer «ene enveloppe overhandigd, met opdracht, om den inhoud daarvan te verdoelen onder alle werk lieden, die onder zgn toezicht aan den bouw en de schildering van het gemeentehuis had den meegewerkt. Den architect werd staande de vergadering, voor zgne bemoeingen, per draadbericht hulde gebracht. In de week van 23 tot 29 November zgn in Zeeland voorgekomen 7 gevallen van diphtheritis en wel2 te Goes, 4 te Hulst en 1 te Oosterland. DE ONDERWIJN-NOVELLE. Uit Vlissingen De sergeant Van der Werf, van het vierde bataljon derde regiment infanterie, is door den minister van oorlog aangewezen voor schrjjver bjj het tiende regiment infanterie, in garnizoen te Haarlem.. Bjj de Ned. herv. gemeente aldaar is tot predikant beroepen de heer Joh. de Voogd, predikant te St Annaland. De Engelsche stoomschepen Dynamo, van Gent naar Hull, en Cambridge, van Antwerpen naar Harwich bestemd, zgn Woensdag avond op de hoogte van Neuzen met elkaar in aan varing geweest. De Dynamo bekwam eenige schade aan den boeg, er werden nl. eenige platen ingedrukt, en kwam alhier op de reede ten anker, doch zette hedenmorgen de reis voort. De Cambridge deed dit Woensdagavond. Omdat de helft der openbare school te Serooskerke sinds jaren niet meer in ge bruik genomen wordt, wegens het verminderde aantal schoolgaande kinderen, heeft het ge meentebestuur besloten, dit gedeelte te doen verbouwen en in te richten voor gemeentehui», daar het daarvoor thans bestaande huis niet voldoet. Te Oostkapelle is Woensdag het nieuwe gemeentehuis ingewjjd. De vlag woei van het gebouw, waarvan het benedengedeelte is ingericht tot veldwachterswoning, terwjjl de eerste verdieping bestaat uit een ruime raadzaal met annex kamer voor de vergade ringen van burgemeester en wethouders, tevens secretarie. De inwjjding geschiedde in een daartoe bjj zonder belegde openbare raadszitting. Woensdagavond hield de Vrijzinnig-democra tische kiesvereeniging in de kegelbaan der Socië teit De Vergenoeging alhier een vergadering, die haar belang daaraan ontleende dat er werd besproken de «Onderwgs-novelle". Door den voorzitter, den heer Herman Snjjders, werd mededeeling gedaan, dat in dit seizoen, op nader te bepalen data, als sprekers voor de Vereeniging zullen optreden de heeren dr Van Raalte uit Dordrecht, prof. Treub uit Amsterdam en mr J. Limburg uit Den Haag. Nog werd medegedeeld dat door het bestuur stappen zgn gedaan om mede te werken tot de organisatie van de op 10 dezer hier te hou den vergadering, waar de heer Bigot en Ea rners de Onderwjjs-novelle zullen bespreken. Daarna gaf de voorzitter het woord aan den heer L. A. E. van der Ley, tot inleiding van genoemd onderwerp. De heer Van der Ley zeide dat het hem bang om het hart wordt als hjj denkt aan het ontwerp tot herziening van de wet op het lager onderwgs en aan de volgzame meerder heid in de beide Kamerswant hg meent dat dit lager onderwgs, waarop wjj Nederlanders zoolang trots zgn geweest, met achteruitgang bedreigd wordt. Wjj waren, wat het volksonderwjjs betreft goed op weg, geljjk spreaer in een historischen terugblik aantoonde. Vanaf het oogenblik dat het openbaar onderwgs regeeringszaak was en een voldoend aantal onderwjjsgelegenheden zouden worden geschapen, was men ontworteld aan het overwicht van de kerk en van de ge meente. Toch was ook daarmee het volmaakte niet bereikt, o.a. door de ongunstige positie van den onderwjjzer en de slechte zorg voor het onderwgs der kinderen van de armen. De onderwijswet van 1857 bracht in een en ander groote verbeteringen, althans in de oogen van de voorstanders van een openbaar en onafhankeljjk onderwjjs, los van de kerk Doch de tegenstanders van dit onder wgs noemden de scholen thans broeinesten van ongeloof en socialisme, ja er werd zelfs gezegd dat de openbare school erger was dan kroeg ©n bordeel. Men vond uit het woord «neutraal", en ge bruikte dat woord op smalende wjjze. Doch in de wet staat dat woord niet. Ook het woord «gemoedsbezwaren" vonden de tegenstanders uit en met dat woord kwamen de gemoedsbe zwaren van alle kanten. Men zeide dat de openbare school niet kon opleiden tot «christelgke" deugden waarvan de wet van '57 spreekt. Spreker echter meent dat de onderwjjzer van de openbare school wel degeljjk deugden, als ootmoed, bescheidenheid enz., kan aan- kweeken. Wat de deugd der verdraagzaamheid en der naastenliefde betreft, meende de heer Van der Ley dat men die deugden niet in de eerste plaats moet zoeken bjj hen, die van de bgzon dere school komen. Met een voorbeeld uit zgn eigen leven toonde spreker aan dat vele dier zgn. gemoedsbezwaren der tegenstanders van de openbare school voortspruiten uit onbe kendheid met de zaak. Voor die gemoedsbe zwaren heeft spreker niet veel respect gekregen. De klachten van de gemoedsbezwaarden zgn omgezet in dadenmen had voor de zaak wel wat over, want er verrezen vele bjjzondere scholen. In 1878 kwam de wet-Kappejjne, waarin bepalingen voorkwamen ter verbetering van het openbaar onderwgs. Met die wet stond het openbaar onderwgs op het toppunt van zgn bloeidaarna is het achteruit gegaan. Elf jaar later kwam er een nieuwe wgziging, de wet-Mackay, die geen verbetering mocht heeten. Vooral gewichtig was deze wet door de bepaling dat van rgks- wege een subsidie zou worden verstrekt aan de bgzondere school, gelgk aan het subsidie, aan de openbare scholen toegekend. 17 libe ralen stemden vóór dio wet; spreker meent dat er onder hen wel geweest zullen zgn, die zoo stemden om van den strgd at te zgn. Doch de tegenpartg was nog niet tevreden en in 1901 werd in een motie van dr Kuyper nog verklaard dat men niet zou rusten vóór de volledige gelgkstelling van bg zond er en open baar onderwgs bereikt was. Geen wonder dus dat dr Kuyper thans die gelgkstelling in zgn ontwerp voorstelt. Verhooging van de salarissen, verhooging van de subsidiën, zoowel voor openbare als bgzondere scholen, en een andere opleiding van onderwgzersdit zgn de drie punten die in dit ontwerp de aandacht vooral trekken. Achtereenvolgens werden de beteekenis en de bedoeling dier bepalingen door den heer Van der Ley besproken. Hg stond stil bg het tweede punt, bepalende, dat het subsidie van het rgk gelgk moet zgn aan de minimum- jaarwedde der onderwgzers. Daardoor wordt dus aan de schoolbesturen der bgzondere scholen een groote besparing gegeven. De opleiding der onderwgzers wil dr Kuyper in dier voege veranderen, dat ook de oprichting van bgzondere kweekscholen gemakkelgk wordt gemaakt. De heer Van der Ley acht het ontwerp in strgd met de Grondwet; hg ziet erin een onrechtvaardigheid tegenover de openbare school en tevens een oorzaak van groote ellende voor het onderwgs en voor het welzgn van het Nederlandeohe volk. Deze drie bezwaren werden door spreker uitvoerig toegelicht. De concurrentie tusschen bg zonder en open baar onderwgs leidt tot versnippering der on- derwgskrachten, ten nadeele van het onderwgs. Spreker noemde deze daad niet anti-, maar revolutionnair een verkrachting van de grond wet. Dr Kuyper's bedoeling is duidelgkhet openbaar onderwgs moet vernietigd, het bg zondere verheven worden. Door het voorgestelde subsidie wordt het oprichten van bgzondere scholen al te gemak kelgk gemaakt. Zelfs als men vóór een gelgk stelling van subsidie is, dan nóg werdt, zooals spreker aantoonde, geen gelgkstelling van beide takken va* onderwgs bereikt, tengevolge van den invloed der geestelgkheid, die ten nadeele van de openbare school werkt. Bovendien worden de gemeenten door het ontwerp financieel niet beterde schoolbesturen ech ter wel. Ten slotte betoogde spreker dat de verge- makkelgking van het oprichten van bgzondere kweekscholen werkt ten nadeele van de oplei ding, daar het 't africhten van candidaten in de hand werktte meer daar het ontwerp bepaalt dat het examen wordt afgelegd aan de kweek school zelf ten overstaan van de leeraren. De waarborgen voor een streng en rechtvaar dig examen ontbreken in het ontwerp. Dit geldt voor de openbare kweekscholen evenzeer als voor de bgzondere. Ook bevat het ontwerp vele beperkingen voor de openbare scholen, die niet gelden voor de bgzondere, zooals door spreker werd in het licht gesteld. Het ontwerp beoogt geen gelgkstelling tussehen beide scholen, maar wil de openbare school achter stellen bg de bgzondere. Zwaar weegt bg spreker ook, dat het ont werp onheil zal brengen over het gansche land. In de eerste plaats zal het veel te veel kosten, tengevolge van het verkeerde standpunt waarop de minister zich stelt wat de financieele kwestie betreft. Evenzoo is zgn standpunt verkeerd waar hg het openbare en het bgzondere on derwgs als gelgkgereehtigd beschouwt, in strgd met de grondwet. Als het ontwerp wordt aangenomen, dan zal ons land ten prooi worden aan allerlei twisten; de godsdienstvrgheid zal vernietigd worden. Ons bestaan is aan eendracht en eensgezind heid verbondendeze worden door het ontwerp bedreigd. Dr Kuyper, een groot man, is niet groot genoeg om het landsbelang te stellen boven het partgbelang. Ook namens de warm applaudisBeerende ver gadering zeide de voorzitter den heer Van der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1