T
V rijdag
2 December.
A",
Uit Stad en Provinsie.
>7.
N". 28S.
Kameroverzicht,
i&OA
Middelburg 1 December.
BENOEMINGEN, ENZ
Nat.
fereen.
Schut-
Rep.
Breen.
pan-
hoor-
eedel.
Ned.
Con-
u.
|t.
Schut-
Ja-
rezel-
r8u.
ieken-
Joris
b. Be-
utters-
ames-
en
ereen.
ooneel,
\>nd.
ereen.
Ten-
tri en
Joris.
iddel-
8 u.
Too
lester).
rbond.
iier fen
Ifkoper
MAIL
lamid.
vonds
norg.
.vonds.
ivonds.
aorg.
ivonds.
ieven,
n den
IJN,
did-
e ii ten,
lUtelt.
verne-
SrAERT
ent.
Deze oourant verschijnt dagelijks, met oitzondoring van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
1 Dec. 8 u. vm. 50 gr., 12 n. 50 gr., av. 4 a. 49 gr. F. Yeivscht: zwakke tot matige
Z. W. wind, betrokken lucht, weinig verandering in temperatuur.
I S\\
AdvertentiSn: 20 cent per regel, tteboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50-, elke rogel meer 20 cent. Reolames 40 cent per regel,
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen' Advertentle-Rnrsan
A. DB LA MAR Ai., N.S. Voorburgwal 260, Amsterdam,
Zitting van Woensdag.
De heer Cremer heeft heden een requisitoir
tegen zich hooren uitspreken, zóó vernietigend
èn voor zjjn reputatie als oud-minister en
groot-werkgever op Deli èn voor zjjn toekomst
als politiek man, gelgk wjj zelden in de Kamor
aanhoorden.
Trouwens Dinsdag pakten de donkere don
derwolken al boven het hoofd van den heer
Cremer te zamen. Bg de bespreking der
koelie-ordinantiën ter Oostkust van Sumatra en
der toestanden, welke daar onder dit systeem
langzamerhand in het leven waren geroepen,
was de critick van den heer Cremer weer het
zwakst van alle sprekers, die vóór hem over
deze zaken hadden gesproken. Wat hg zeide,
kwam eigenlgk hierop neerik wist van deze
schandelijke feiten, door het rapport-Rhemrev
aan het daglicht gebracht, niets af; ik had ver
trouwen in de Indische regeering en daarom deed
ik niets. Van een wederlegging der teiten, door
den heer Van Kol hem elk jaar als minister
van koloniën onder de oogen gebracht, repte
hg met geen woord. Dat was een uitvloeisel
van een persoonlijk antagonismeWas dit al
bijzonder slap en niets beduidend, de grootste
enormiteit kwam echter aan het slot, waar hg
zonder blikken of blozen constateerde thans
een »moreele inzinking" op Deli te zienwel
te verstaan een >inzinking" waarvan hg vroeger,
in de dagen toen Deli nog voor de tabakscul
tuur geschikt moest gemaakt worden, ergo in
de dagen dat de heer Cremer den grondslag
legde voor zgn later groot fortuin, niets had
bespeurd
Naar aanleiding nu van deze enormiteit, om
ons parlementair uit te drukken, werd heden de
heer Cremer zoo geducht afgestraft door den
heer Troelstra, dat zelfs de minister, die zoo
veel mogeljjk zgn ambtsvoorganger in deze
zaak spaarde, ter zgne verdediging niets meer
wist te zeggen dan dat het bekende boekje
van den heer Van den Brand eerst uitgekomen
was nadat minister Cremer was afgetreden!
Inderdaad was het geheele optreden van den
heer Cremer in deze zaak ergerlgk, aanstoot
gevend voor iedereen, die een oogenblik met
zgn gezond verstand en dat mag toch ook
wel eens een enkele maal de debatten over
dit onderwerp, niet alleen thans maar ook
gedurende de vooraigaande jaren volgde.
De heer Cremer verklaarde steeds van niets
af te weten. Voor leiten gaf hg uitvluchten;
tegenover bewgzen stelde hg niets om het lgf
hebbende praatjeswoorden en nog eenB
woorden. Gisteren nog een toostje op den
afgetreden gouv.-generaal, dien hg het voor
recht gehad had aan de Koningin voor een
benoeming tot die hooge waardigheid voorge
dragen te hebben. Daarmede wilde hg eigenlijk
zeggengeneraal Rooseboom was zijn gouver
neur-generaal die heeft de zaken laten onder
zoeken wat praat jjj nu nog van mijn onwil
om de grieven te onderzoeken Een verdedi
ging even beuzelachtig als zjj onmannelijk was.
Maar wat nog meer aanstoot gaf, was de
hooghartige houding, welke hjj steeds tegen
over elke critiek aannam. Deze houding zou
misschien een Thorbecke, een Heemskerk, een
Tak hebben kunnen aannemen, maar in iemand
als de heer Cremer prikkelt zjj tot nog heftiger
verzet. Vooral bjj een man als de heer Van
Kol, die, hg moge in het vuur van zgn rede
neering menigmaal overdrjjven, toch dikwjjls
den spjjker op den kop slaat, en die door het
eynisme van den heer Cremer soms in een
parasisme van woede geraakt. Het behandelen
van den heer Van Kol als een klein kind, dat
sehreeuwt, en daarbjj voortdurend zich verber
gend achter zgn gebrek aan manelgken moed,
aan initiatief door maar in alles een aanval te
zien op zgn persoonhet althans zoo te doen
voorkomen, was als systeem van verweer
genomen in een woord akelig, klein, miniem.
En heden is dat geheele systeem nu ver
nietigd. Maar de heer Cremer had nu ook
met den heer Troelstra te doen en zelf het
materiaal aangedragen om hem er mede te
vernietigen.
Wel is waar beproefde hjj in zjjn verweer
het wederom voor te stellen alsof het scherpe
woord van den heer Troelstra uitsluitend zgn
persoon gold, en wjj willen gaarne toegeven
dat de heer Troelstra hier en daar persoonljjk
werd, maar het belangrjjkste, het voornaamste,
de kern van zgn betoog gold niet den persoon,
den millionnair Cremer, maar den planter, het
kamerlid en vooral den minister Cremer. Er
bleven genoeg feiten over, waartegenover de
heer Cremer feiten had kannen stellen. En
dat beproefde hg zelf niet eens. Zgn beroep
op een dertigjarig publiek leven is een uit
vlucht, geen argument
Toch waren die hier noodig, broodnoodig
geweest ter ontzenuwing van hetgeen tegen
hem was aangevoerd.
Hij had beweerd van al deze gruwelen, te
Deli gepleegd, niets af te weten.
Eerst thans was er sprake van een «moreele
inzinking" Wjj vermoeden dat niemand, zelfs
zjjn buurman Van Karnebeek of een derbeeren
uit den hoogadeljjken hoek van Lohman, een
oogenblik de waarheid ervan heeft aange
nomen. Om een vergelgking te maken De Far
West in Amerika wordt langzamerhand gecivi-
lisoerdernu staat iemand op om te beweren
dat de toestanden daar thans, in vergelgking met
vroeger, getuigen van een »moreele inzinking".
Zou zoo iemand ook zelfs bjj de domste der
dommen een oogenblik geloof vinden Wjj
hebben een sterk vermoeden dat men den man
zou zeggenje vertelt maar iets daar ge-
looven wjj niets van.
Maar aangenomen de heer Cremer wist er
niets vanwaar bljjft dan zgn «specialiteit-
schap" in Indische zakenwaar bljjft dan zgn
bgzondere kennis van Indische en Delische
toestanden wat bljjft er dan nog van den
politicus, van den minister Cremer over? Nu
spreken wjj nog niet eens van de Delische
planters, die de heer Cremer in de kou laat
staanvan zjjn vroegere vrienden en mede
standers. Dat raakt den mensch Cremer, waar
mede wjj niets te maken hebben. Maar ge
noeg. Slechts op een uitspraak van den heer
Troelstra wenachen wjj nog even te wjjzen.
Hg achtte het niet wenschelgk dat iemand,
zoo in finantieele, koloniale zaken betrokken
als de heer Cremer, tot zulke ambten en waar
digheden werd geroepen. Daarmede legde hg
den vinger op de wondeplek. Dat was de
kern van deze onverkwikkeljjke zaak en het
ware te wenschen, dat zjj ten minste deze
leering voor de toekomst mocht geven, dat een
vereeniging van de qualiteiten, als in den oud
minister Cremer plaats had, niet meer zal voor
komen.
Onze koloniale politiek zal er aan zuiverheid
door winnen en personen als de heer Cremer
zjj mogen als burger nog zoo hoog staan
zouden zich zelf verdriet en anderen ergernis
daardoor besparen.
Het eigenljjke debat heden alhans het
belangrjjkste deel ging dus buiten de be
grooting om. Het concentreerde zich in het
duel Cremer-Troelstra.
De minister verklaarde in een lange speech
geen bezwaar te hebben tegen de motie-Troel
stra. Zjj was »een vriendschappelijke duw op
een pad, dat de minister reeds zelf bewandelde".
Daarop trok de heer Troelstra zgn motie dan
ook in, nadat de heeren Fock, De "Waal Male-
fyt en De Yisser een motie van ongeveer
dezelfde strekking hadden ingediend, welke
zonder hoofdeljjke stemming werd aangenomen.
Voorts oreerden de heeren Hugenholtz qn
Helsdingen respectievelijk nog over het gevan
geniswezen in Indië en over de hooge Indische
pensioenen, waarna de vergadering tot morgen
verdaagd werd.
Bij kon. besluit
is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
te 's Gravenhage mr C. W, Vollgraff, thans
rechter in de arr.-rechtbank aldaar
is aan den eervol ontslagen tweede-licht-
wachter aan 4boord van 's Rjjks lichtschip
Haaks O. F. Jongkind, een pensioen verleend
van f283 's jaars
is aan den eervol ontslagen griffier bjj de
directie der marine te Hellevoetsluis L. J G.
Dey een pensioen verleend van f2014's jaars
is aan den luit. t. z. 2e kl. R. W. Hartman,
op verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst
verleend.
Bjj het examen ter verkrjjging van het diploma
voor de benoembaarheid tot vice-consul is ge
slaagd de leerling-consul G. S D. Hamel.
Blijkens mededeeling van den heer J. A. van
den Bergh, Gonsul-generaal der Nederlanden
te Antwerpen, zal te Leuven van 14 Jan. tot
3 Feb. a. s. eene internationale tentoonstelling
worden gehouden van voedingsmiddelen, hy
giëne en daarop betrekking hebbenden handel
en industrie.
Voor nadere inlichtingen verwjjzen wjj naar
de St.-Ct. no. 282.
In de St-Ct brengt de minister van financiën
ter kennis dat eenige valsche muntbiljetten
van f 10 zgn aangetroffen, genummerd P R
7322 (laatste model) en voorzien van de hand-
teekeningen Harte van Tecklenburg en Moens
Deze valsche muntbiljetten zgn o.a. te her
kennen doordat het papier geen watermerk
bevat, terwjjl de strafbepaling aan de achter-
zjjde in bruine, in plaats van zwarte, letters
voorkomt. Bovendien zjjn de serie-letters en
cjjfers en de handteekeningen klaarblgkelgk
uit de band met de pen overgetrokken. Ten
slotte is de kleur van het geheele biljet don
kerder dan die van de eehte muntbiljetten.
Men schrjjft ons
Eene eigenaardige houding heeft de Raad
van Middelburg aangenomen ten aanzien van
de regeling der jaarwedden van de ambtenaren
van den burgerljjken stand.
De bepaling van het daarvoor thans geldende
art. 149 der gemeentewet zegt, dat de bezol
diging van ambtenaren van den burgerlgken
stand door Gedeputeerde Staten, nadat de
Raad is gehoord, onder goedkeuring der Ko
ningin wordt geregeld. Die bepaling is naar
onze meening niet twijfelachtig; de Raad heeft
eenvoudig advies uit te brengen, maar Ged-
Staten stellen vast.
Hoe nu de heer jhr mr E. P. Schorer komt
tot een voorstel, om de jaarwedde van den
ambtenaar van den burgerlgken stand, die
belast is met de voltrekking der huwelijken,
te schrappenis ons niet duideljjk. Evenmin
bcgrjjpen wjj, hoe de heer mr A. A. de Veer
er toe komt, om te zeggen, dat het niet noo
dig is, aan den wensch van Gedep. Staten toe
te geven.
Het is wel zonderling, dat in dien zin ge
sproken wordt door twee rechtsgeleerden, van wie
in de eerste plaats strenge handhaving van de
bepalingen der wet mag worden verwacht.
Van deze twee heeren, van wie de eene be
slist behoort tot de anfi-revolutionnairo partjji
zelfs gerekend wordt onder hare voormannen,
en de andere zich althans den steun dier partjj
laat welgevallen, was allerminst eene zoo re-
volutionnaire daad te wachten. Dien naam
toch meenen wij te mogen geven aan eene
handeling, welke vierkant indruischt tegen de
ondubbelzinnige bepalingen der wet.
Dat de Raad zich daarmede heeft vereenigd en
slechts vier leden zich er tegen verklaarden,
mag bevreemding wekken. Gelukkig is het
besluit nog niet definitiet vastgesteld en zal
het in eene volgende vergadering nog eens
aan de orde moeten komen. Misschien zgn de
heeren dan beter ingelicht.
Het bovenstaande was reeds geschreven,
toen wjj het Prov. blad no. 69 van dit jaar in
handen kregen. Daaruit bljjkt, dat bjj Kon.
besluit van 18 November jl. no. 36 goedkeu
ring is verleend aan een besluit van Gedep.
Staten van 14 October jl. no. 57, waarbjj 0. m
de jaarwedde van één ambtenaar van den
burgerlgken stand te Middelburg, die uitslui
tend belast zal zgn met het voltrekken van
huweljjken, is bepaald op 40. Wjj zgn be
nieuwd hoe nu de heeren Schorer en De Veer
er over zullen denken.
Zooals uit eene in een vorig nommer
voorkomende advertentie bljjkt, houdt het
Friesche gezelschap Fier fen hüs Zondagavond
in de zaal van den heer Stofkoper te V1 i s-
s i n g e n een «winterjounenocht", d. i. een
winteravondfeest.
Van het programma wordt een groot deel
ingenomen door voordrachten van den heer J.
Ligthart uit Poppingawier, een, naar men ons
meedeelt, bekend Friesch declamator.
Een dounsje", >de skotse trye", als eerste,
zal den avond besluiten.
Daartoe waren tevens uitgenoodigd de heeren
C. Timmerman, architect te ZierikzeeG. v.
Schagen, aannemer, S. de Kam, timmerman,
en D. v. d. Hoven, schilder, allen te Oost-
kapelle. Eerstgenoemde kon aan de uitnoodi-
ging geen gevolg geven.
Nadat de voorzitter het welkom had toege
roepen in 't kort in herinnering had gebracht
de omstandigheden, die tot dezen bouw hadden
geleid en namens den gemeenteraad hulde
had gebracht aan architect, aannemer en schil
der, voor het door hon geleverde werk, dat in
alle opzichten van groote degelijkheid getuigt,
bood hg der gemeente eenige nuttige geschen
ken aan, die bjj deze gelegenhoid ten behoeve
van het nieuwe gebouw waren ontvangen.
Vervolgens werd ter eere van het feit een
feestdronk aangeboden.
Nadat eon der leden van don raad, namens
dat college, den voorzitter had beantwoord, en
namens de gemeente dank had gebracht voor
de van verschillende zjjden ontvangen ge
schenken, en ten slotte nog door aannemer en
schilder het woord werd gevoerd, was het
officieel gedeelte afgeloopen, en bleef men nog
geruimen tjjd gezellig bjjeen.
Uit de gemeentekas werd de naannemer «ene
enveloppe overhandigd, met opdracht, om den
inhoud daarvan te verdoelen onder alle werk
lieden, die onder zgn toezicht aan den bouw
en de schildering van het gemeentehuis had
den meegewerkt.
Den architect werd staande de vergadering,
voor zgne bemoeingen, per draadbericht hulde
gebracht.
In de week van 23 tot 29 November zgn
in Zeeland voorgekomen 7 gevallen van
diphtheritis en wel2 te Goes, 4 te Hulst en 1
te Oosterland.
DE ONDERWIJN-NOVELLE.
Uit Vlissingen
De sergeant Van der Werf, van het vierde
bataljon derde regiment infanterie, is door den
minister van oorlog aangewezen voor schrjjver
bjj het tiende regiment infanterie, in garnizoen
te Haarlem..
Bjj de Ned. herv. gemeente aldaar is tot
predikant beroepen de heer Joh. de Voogd,
predikant te St Annaland.
De Engelsche stoomschepen Dynamo, van
Gent naar Hull, en Cambridge, van Antwerpen
naar Harwich bestemd, zgn Woensdag avond
op de hoogte van Neuzen met elkaar in aan
varing geweest.
De Dynamo bekwam eenige schade aan den
boeg, er werden nl. eenige platen ingedrukt,
en kwam alhier op de reede ten anker, doch
zette hedenmorgen de reis voort.
De Cambridge deed dit Woensdagavond.
Omdat de helft der openbare school te
Serooskerke sinds jaren niet meer in ge
bruik genomen wordt, wegens het verminderde
aantal schoolgaande kinderen, heeft het ge
meentebestuur besloten, dit gedeelte te doen
verbouwen en in te richten voor gemeentehui»,
daar het daarvoor thans bestaande huis niet
voldoet.
Te Oostkapelle is Woensdag het
nieuwe gemeentehuis ingewjjd. De vlag woei
van het gebouw, waarvan het benedengedeelte
is ingericht tot veldwachterswoning, terwjjl
de eerste verdieping bestaat uit een ruime
raadzaal met annex kamer voor de vergade
ringen van burgemeester en wethouders, tevens
secretarie.
De inwjjding geschiedde in een daartoe bjj
zonder belegde openbare raadszitting.
Woensdagavond hield de Vrijzinnig-democra
tische kiesvereeniging in de kegelbaan der Socië
teit De Vergenoeging alhier een vergadering,
die haar belang daaraan ontleende dat er werd
besproken de «Onderwgs-novelle".
Door den voorzitter, den heer Herman
Snjjders, werd mededeeling gedaan, dat in dit
seizoen, op nader te bepalen data, als sprekers
voor de Vereeniging zullen optreden de heeren
dr Van Raalte uit Dordrecht, prof. Treub uit
Amsterdam en mr J. Limburg uit Den Haag.
Nog werd medegedeeld dat door het bestuur
stappen zgn gedaan om mede te werken tot
de organisatie van de op 10 dezer hier te hou
den vergadering, waar de heer Bigot en Ea
rners de Onderwjjs-novelle zullen bespreken.
Daarna gaf de voorzitter het woord aan den
heer L. A. E. van der Ley, tot inleiding van
genoemd onderwerp.
De heer Van der Ley zeide dat het hem
bang om het hart wordt als hjj denkt aan het
ontwerp tot herziening van de wet op het
lager onderwgs en aan de volgzame meerder
heid in de beide Kamerswant hg meent dat
dit lager onderwgs, waarop wjj Nederlanders
zoolang trots zgn geweest, met achteruitgang
bedreigd wordt.
Wjj waren, wat het volksonderwjjs betreft
goed op weg, geljjk spreaer in een historischen
terugblik aantoonde. Vanaf het oogenblik dat
het openbaar onderwgs regeeringszaak was en
een voldoend aantal onderwjjsgelegenheden
zouden worden geschapen, was men ontworteld
aan het overwicht van de kerk en van de ge
meente.
Toch was ook daarmee het volmaakte niet
bereikt, o.a. door de ongunstige positie van
den onderwjjzer en de slechte zorg voor het
onderwgs der kinderen van de armen.
De onderwijswet van 1857 bracht in een
en ander groote verbeteringen, althans in de
oogen van de voorstanders van een openbaar
en onafhankeljjk onderwjjs, los van de kerk
Doch de tegenstanders van dit onder
wgs noemden de scholen thans broeinesten
van ongeloof en socialisme, ja er werd zelfs
gezegd dat de openbare school erger was dan
kroeg ©n bordeel.
Men vond uit het woord «neutraal", en ge
bruikte dat woord op smalende wjjze. Doch
in de wet staat dat woord niet. Ook het woord
«gemoedsbezwaren" vonden de tegenstanders
uit en met dat woord kwamen de gemoedsbe
zwaren van alle kanten.
Men zeide dat de openbare school niet kon
opleiden tot «christelgke" deugden waarvan
de wet van '57 spreekt.
Spreker echter meent dat de onderwjjzer
van de openbare school wel degeljjk deugden,
als ootmoed, bescheidenheid enz., kan aan-
kweeken. Wat de deugd der verdraagzaamheid
en der naastenliefde betreft, meende de heer Van
der Ley dat men die deugden niet in de eerste
plaats moet zoeken bjj hen, die van de bgzon
dere school komen. Met een voorbeeld uit zgn
eigen leven toonde spreker aan dat vele dier
zgn. gemoedsbezwaren der tegenstanders van
de openbare school voortspruiten uit onbe
kendheid met de zaak. Voor die gemoedsbe
zwaren heeft spreker niet veel respect gekregen.
De klachten van de gemoedsbezwaarden zgn
omgezet in dadenmen had voor de zaak wel
wat over, want er verrezen vele bjjzondere
scholen.
In 1878 kwam de wet-Kappejjne, waarin
bepalingen voorkwamen ter verbetering van
het openbaar onderwgs.
Met die wet stond het openbaar onderwgs
op het toppunt van zgn bloeidaarna is het
achteruit gegaan. Elf jaar later kwam er een
nieuwe wgziging, de wet-Mackay, die geen
verbetering mocht heeten. Vooral gewichtig
was deze wet door de bepaling dat van rgks-
wege een subsidie zou worden verstrekt aan
de bgzondere school, gelgk aan het subsidie,
aan de openbare scholen toegekend. 17 libe
ralen stemden vóór dio wet; spreker meent
dat er onder hen wel geweest zullen zgn, die
zoo stemden om van den strgd at te zgn.
Doch de tegenpartg was nog niet tevreden
en in 1901 werd in een motie van dr Kuyper
nog verklaard dat men niet zou rusten vóór de
volledige gelgkstelling van bg zond er en open
baar onderwgs bereikt was.
Geen wonder dus dat dr Kuyper thans die
gelgkstelling in zgn ontwerp voorstelt.
Verhooging van de salarissen, verhooging
van de subsidiën, zoowel voor openbare als
bgzondere scholen, en een andere opleiding
van onderwgzersdit zgn de drie punten die
in dit ontwerp de aandacht vooral trekken.
Achtereenvolgens werden de beteekenis en
de bedoeling dier bepalingen door den heer
Van der Ley besproken. Hg stond stil bg het
tweede punt, bepalende, dat het subsidie van
het rgk gelgk moet zgn aan de minimum-
jaarwedde der onderwgzers. Daardoor wordt
dus aan de schoolbesturen der bgzondere
scholen een groote besparing gegeven.
De opleiding der onderwgzers wil dr Kuyper
in dier voege veranderen, dat ook de oprichting
van bgzondere kweekscholen gemakkelgk wordt
gemaakt.
De heer Van der Ley acht het ontwerp in
strgd met de Grondwet; hg ziet erin een
onrechtvaardigheid tegenover de openbare
school en tevens een oorzaak van groote ellende
voor het onderwgs en voor het welzgn van het
Nederlandeohe volk.
Deze drie bezwaren werden door spreker
uitvoerig toegelicht.
De concurrentie tusschen bg zonder en open
baar onderwgs leidt tot versnippering der on-
derwgskrachten, ten nadeele van het onderwgs.
Spreker noemde deze daad niet anti-, maar
revolutionnair een verkrachting van de grond
wet. Dr Kuyper's bedoeling is duidelgkhet
openbaar onderwgs moet vernietigd, het bg
zondere verheven worden.
Door het voorgestelde subsidie wordt het
oprichten van bgzondere scholen al te gemak
kelgk gemaakt. Zelfs als men vóór een gelgk
stelling van subsidie is, dan nóg werdt, zooals
spreker aantoonde, geen gelgkstelling van beide
takken va* onderwgs bereikt, tengevolge van
den invloed der geestelgkheid, die ten nadeele
van de openbare school werkt. Bovendien
worden de gemeenten door het ontwerp
financieel niet beterde schoolbesturen ech
ter wel.
Ten slotte betoogde spreker dat de verge-
makkelgking van het oprichten van bgzondere
kweekscholen werkt ten nadeele van de oplei
ding, daar het 't africhten van candidaten in de
hand werktte meer daar het ontwerp bepaalt
dat het examen wordt afgelegd aan de kweek
school zelf ten overstaan van de leeraren.
De waarborgen voor een streng en rechtvaar
dig examen ontbreken in het ontwerp. Dit
geldt voor de openbare kweekscholen evenzeer
als voor de bgzondere.
Ook bevat het ontwerp vele beperkingen voor
de openbare scholen, die niet gelden voor de
bgzondere, zooals door spreker werd in het
licht gesteld.
Het ontwerp beoogt geen gelgkstelling
tussehen beide scholen, maar wil de openbare
school achter stellen bg de bgzondere.
Zwaar weegt bg spreker ook, dat het ont
werp onheil zal brengen over het gansche land.
In de eerste plaats zal het veel te veel kosten,
tengevolge van het verkeerde standpunt waarop
de minister zich stelt wat de financieele kwestie
betreft. Evenzoo is zgn standpunt verkeerd
waar hg het openbare en het bgzondere on
derwgs als gelgkgereehtigd beschouwt, in strgd
met de grondwet.
Als het ontwerp wordt aangenomen, dan zal
ons land ten prooi worden aan allerlei twisten;
de godsdienstvrgheid zal vernietigd worden.
Ons bestaan is aan eendracht en eensgezind
heid verbondendeze worden door het ontwerp
bedreigd.
Dr Kuyper, een groot man, is niet groot
genoeg om het landsbelang te stellen boven
het partgbelang.
Ook namens de warm applaudisBeerende ver
gadering zeide de voorzitter den heer Van der