Maandag
17 October.
Uit Stad en Provincie.
k
1904.
Zeeuwsche omtrekken
N°. 248.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 15 October.
LL
147° Jaargang.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Deze courant versohijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
15 Oct. 8 u. vm. 45 gr., 12 u. 50 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verwacht: zwakke wind,
toenemende bewolking, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel,
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adverteutle-Bnreau
A. DB CA MAR As,, N.l. Voorburgwal 366, Amsterdam,
M
en
na
n.
en
De jongste brand, Zondagochtend, te
Middelburg heeft een zwak kantje van
onzo brandweer aan liet licht gebracht.
Het is natuurlijk onmogelijk dat zulk een
inrichting op een lijn sta met die in groote
plaatsen, en vooral met die in Amsterdam.
Daar heeft men een vast, als 't ware
militair corps, dat nacht en dag gereed is
om uit te rukken.
Aan onze brandweer dezelfde eischen to
stellen mag dwaasheid heeten.
Maar Zondag duurde het wel wat lang
voor de eerste hulp opdaagde.
Daar waren echter verklaarbare redenen
voor.
Op een rustigen Zondagmorgen, wan
neer slechts weinigen op de straat zijn,
menigeen in de kerk zich bevindt of op
de wandeling, heeft men niet spoedig de
brandweermannen bij elkaar of in beweging.
Wij zouden haast zeggen dat dit gemak
kelijker gaat midden in den nacht, als het
geluid van hoorntjes en het geroep op straat
eerder doordringt.
En dan is juist Zondags in die morgen-
uron ook ,de telefoon gesloten, zoodat men
geen bericht van het feit kon geven aan de
stadsschuur of de politie.
Alles werkte op dat oogenblik dus tegen.
Maar met dit al blijft het een bezwaar
dat niet spoediger hulp kwam opdagen.
Èn al moet men niet overdrijven en be
denken dat in vele andere gevallen de
brandweer, o. a. nog onlangs bij denbrand
in de houtzagerij De Nijverheid, wel zeer
spoedig op haar post was en zij, toen zij
Zondag eenmaal op de Goesche Korenmarkt
was, flink optrad toch mag het feit,
waarop menigeen wees, niet over het hoofd
worden gezien.
Al - wak tot verbetering kan strekken,
dient overwogen te worden.
Laat ons er daarom op wijzen dat Zondag
behalve de voorzitter van de brandweer,
die reeds begonnen was met voorbereidende
maatregeleu te treffen de gemeente
bouwmeester met eenige stadswerkers en
een slangenwagen het eerst op de Goesche
Korenmarkt waren. De brand had ook dicht
bij de stadsschuur plaats.
Dat zij er niet spoediger waren, ligt hoofd
zakelijk in het te laat en niet te rechter
pla a t s waarschuwen.
Daarom dit voor 't algemeen.
Wanneer men waarschuwen wil dat er
brand is, laat men dit dan doen den dichtst
bjzijnden brandmeester of een anderen
„geaffecteerde" bij de brandweer.
Zij weten dadelijk hoe te handelen.
Is men in de buurt van den gemeente
bouwmeester of van een der gemeente
werklieden, dat men hun dan direct kennis
geve van het feit.
Ook zij weten wat hun in zulke gevallen
te doen staat.
Een deel dier arbeiders woont dicht bij
de stadsschuureen hunner heeft zelfs zijn
intrek in eene woning van de gemeente.
Hp mag niet uitgaan zonder toestemming
van den gemeente-bouwmeester, die dan
achter voor een plaatsvervanger zorgt.
Zondagmorgen waren evenwel de ge
meente-bouwmeester en de drie naast bij de
Stadsschuur wonende gemeente-werkers wel
degelijk thuis. En zij zijn dan ook dadelijk
toen het bericht van den brand hen be
reikte, uitgerukt.
Had men hen vroeger gewaarschuwd, zij
waren eerder ter plaatse geweest.
De zwakke zij, waarop wij zinspeelden
schuilt dus afgescheiden van het gemis
aan overleg bij het publiek bij het ont
breken van een goeden waarschuwingsdienst
een telefoondienst, vooral op Zon- en
feestdagen.
De gemeente mocht in die, nu dringend
noodig gebleken, behoefte wel voorzien. Zij
moest voor hare rekening op die dagen de
gemeentelijke telefoon doen openhouden;
eenige brandmeesters, in verschillende
wijken, daarin doen opnemen; en tevens,
zooals in andere plaatsen in ons land,
duidelijke aanwijzingen op sommige wonin
gen doen aanbrengen dat men daar tele-
phoneoren kan aan die brandweermannen.
Zulk eene regeling en het z. g. kringen
stelsel, zooals dat in Arnhem en andere
gemeenten wordt toegepast, zou uitstekend
werken.
Misschien is in overleg'met brandweer
en gemeente-fabricage in deze eene doel
treffende regeling te maken.
Zij moge kostbaar zijn, noodig, nuttig en
doeltreffend is zij tevens.
Wij geven ons idee voor beter.
De beste bedoelingen falen dikwijls
Zoo weet men ons te vertellen dat van
het vriendelijk aanbod, lotelingen te Dom
burg en te Middelburg geboden
om kosteloos brood en koffie te verkrijgen,
misbruik wordt gemaakt. Men profiteert
daarvan als middel om geld, dat men an
ders daaraan zou uitgeven, te meer aan
sterken drank te kunnen besteden.
Het is mogelijk dat dit geschiedt.
Maar dan blijft het toch, meenen wij,
uitzondering.
In elk geval dient hierop echter gelet en
overwogen te worden hoe daaraan een einde
te maken.
Dat in Domburg van die gelegenheid, in
het volkskoffiehuis geboden, door bjjna alle
lotelingen gebruik is gemaakt, weten wij.
In Middelburg deden dit in het
Militair Tehuis 's Maandags, toen jonge
lui uit Arnemuiden, Kleverskerke, Yeere,
Nieuwland, St. Laurens en Grjpskerke
hebben geloot, 45'personenDinsdags, den
dag waarop de stedelingen aan de beurt
waren in het geheel 191 lotelingen
65 personen.
Veel was dit niet.
Maar eigenlijk voldeed ook daarbj dat
gebruik niet aan de goede bedoeling.
In het Militair Tehuis tóch wordt tevens
gelootde jongens moeten daar dus zjn. J
Brood en koffie nemen z j dadel jk, nadat z j
hun plicht hebben gedaan, en voor het
overige zjn zj den ganschen dag in de
gelegenheid om elders wat anders te ge
bruiken.
Moesten zj loten op het stadhuis, dan
zou, meer dan nu, uit hun bezoek aan het
Tehuis bijken hun ernstig willen om liever
brood en koffie dan sterken drank te
nuttigen.
Wij willen niet beweren dat dit nu niet
het geval is, maar zj nemen toch zonder
moeite hunnerzjds aan wat hun geboden
wordt.
En dan bljkt te meer uit het niet groot
aantal gebruikers dat het idee, aan die ont
vangst ten grondslag liggende, nog niet diep
is doorgedrongen.
In de regeling hier kan dus ook voor een
deel de oorzaak schuilen van het misbruik,
dat zou bestaan.
Als men in Middelburg eens begon met
voor de lotelingen uit de stad zelve die
gelegenheid niet te bieden dadelijk na de
loting, maar na tweeën, wanneer die is
afgeloopen, of in een ander gebouw dan
het Tehuis, waar die loting plaats heeft
Wanneer men verder, wat de buitenwo-
nenden betreft, zich in contact stelde met
een of meer ingezetenen van de plaatsen,
die de jongelui moeten passeeren of waar
zj wonen, en liet zorgen dat zj daar bj
hun doortocht of thuiskomst uit stad een
tafel met brood en koffie gereed vonden
Misschien dat daardoor het goede doel
meer in de hand zou worden gewerkt.
Een praktischer inrichting bljft in elk
geval gewenscht.
Hoe 't z j, zulk een misbruik doet aan het
goede doel en het nut van dien maatregel
in 't algemeen niet te kort. En het bljft
een feit dat, in tegenstelling met vroeger,
in de laatste jaren de lotingsdagen in onze
stad zeer rustig voorbj gingen.
Het is zeker dat dit jaar daartoe ook
het verbod om hard te schreeuwen mee
werkte, maar laat ons ook een, zj het slechts
klein, deel van dat gunstige resultaat schr j-
ven op de creditzjde van het goede en pr j
zenswaardige aanbod,*al maakt men daar
van ook misbruik en nog niet zooveel ge
bruik als wol te weuschen ware.
„Verplichte ziekteverzekering of niet, de
gemeenschap heeft er belang bj, dat hare
zieke leden zoo spoedig en zoo goed moge-
Ijk genezen worden. De ziekte van "den
arbeider, in de eerste plaats, maar ook van
zjne vrouw of zjn kind, verminderen de
productiviteit van het huisgezin, waarvan
de maatsehappel jke welstand voor een deel
door het ziekteproces wordt opgeslorpt. Het
belang van de gemeenschap eischt, dat de
omvang van dat ziekteproces als oeconomiscb
schadel jke factor zoo miniem mogel jk bl jve."
Dit is eene aanhaling uit het opstel van
den heer J. L. C. Wortman, arts te Noord-
gouwe, onder het opschrift Ziekenhuizen voor
kleine steden en het -plattelandvoorkomende
in De Gemeentegids van September.
Met enkele woorden maakten wj daarvan
reeds melding. Maar het opstel verdient
bjzondere aandacht en bekendheid in ruimer
en anderen kring dan waarin dit tjdschrift
wordt gelezen.
De heer Wortman geeft practische en
degeljke wenken in het belang van eene
hoogst nuttige zaak.
Zoo wijst hj er op dat „de moderne ge
neeskunst in het doelmatig, naar de eischen
van practjk en wetenschap gebouwd- en
ingericht ziekenhuis haar krachtigste genees
middel vindt. Het is een oisch van weten-
schappeljk en maatsehappel jk belang, een
eisch van menschenliefde dit middel zoo
ruim mogeljk ter beschikking te stellen".
Wat de grootte van zulk een ziekenhuis
betreft, volgens de ervaring, in het buitenland
verkregen, bezit zulk een huis beneden
15 a 20 bedden onder „bed" te ver
staan de ruimte welke voor een zieke be
schikbaar is geen voldoende levenskracht.
Verder leert de ervaring dat op gemiddeld
3 a 4 zieken per 1000 zielen dient te wor
den gerekend. In het algemeen zal dus
eene gemeente of combinatie van gemeenten
ter gezamenljke sterkte van 5000 zielen
eene groep uitmaken, groot genoeg voor
de tot stand koming en instand hou
ding van een ziekenhuis.
Verder bespreekt de heer Wortman
wj doen slechts enkele grepen uit zjn
lezenswaardig opstel de wjze van bouw
en inrichting der kleinere ziekenhuizen de
wjze van beheer en bedieningde manier
van totstandkoming.
Aan elk ziekenhuis behooren minstens
drie verpleegsters, van wie een fungeert
als adjunct directrice, werkzaam te zjn.
Met den geneesheer-directeur werken zj
samen.
Een aldus ingericht ziekenhuis vereenigt
de voordeelen van de verpleging met die
van hygiënische omgeving en van het bezit
van talrijke hulpmiddelen ten dienste dei-
genezing. Maar meer nog. Het ziekenhuis
onttrekt de zieken dikwjls aan een omge
ving die slechten psychischen invloed op
den zieke uitoefent.
„Voorschriften betreffende dieet, leefregel,
onthouding van misbruiken en slechte ge
woonten worden in de woning der zieken
bf niet öf slechts ten deele en steeds voor
slechts korten tjd opgevolgd.
„Voorts zal de nauwkeurige waarneming
der zieken in het ziekenhuis niet alleen
voor de behandeling, maar tevens voor de
herkenning van vele ziekten van groot
belang zjn. Met het ziekenhuis zal ook den
geneeskundige ten plattelande de gelegen
heid worden geopend meerdere kennis en
zin voor wetenschap aan te kweeken, eigen
schappen, die weer indirect aan de maat-
schappj ten goede komen."
Daarom heeft die maatschappj, groot of
klein, belang bj de oprichting van zulke
huizen, die hooge waarde hebben ook uit
een sociaal-economisch oogpunt.
Zj zjn te beschouwen als kinderen van
onze moderne maatschappj en vragen hun
plaats naast andere voorzieningen van
socialen aard, naast de openbare zorg voor
onderwjs, middelen van verkeer, recht
spraak enz.
Daarom dient, evenals aan die andere
volksbelangen, ook aan het Ziekenhuis
steun verschaft van overheids-, d. i. van
Gemeente- en Rjkswege.
„Een "staatsbelang is betrokken bij conc
behoorljke afzondering van besmettelijke
zieken en zal zich in nog veel sterker mate
doen gelden bj de ziekenhuisbehandeling
in hot algemeen, wanneer eene Rijks-ziekte
verzekering tot stand komt.
„In de eerste plaats echter moet de om
geving, de gemeente of gemeenten waar
voor het ziekenhuis bestemd is dienst te
doen, daaraan de behoefte gevoelen en den
eersten stoot geven. Een plaatseljk zie
kenhuis moet door plaatseljke bemoeiingen
tot stand komen. Deze zjn onmisbaar voor
eene juiste waardeering en gezonde ont
wikkeling. Nu kunnen die bemoeiingen ten
behoeve van een ziekenhuis voortkomen
uit particulier initiatief met finantieelen
steun uit de gemeentekas of wel de ge
meentebesturen nemen zelve het initiatief
naar het voorbeeld van de grootere gemeen
ten, waar regelmatig het ziekenhuis een
stuk gemeentehuishouding uitmaakt.
„Daar ligt in Nederland op het gebied
van ziekenzorg nog een groot veld braak,
dat ontginning vraagt aan staat en maat
schappj en bj uitnemendheid het arbeids
veld is voor alle ware menschenvrienden".
Tot deze conclusie komt do heer Wort
man in zjn betoog.
Waar daarin sprake is van hulp van over
heidswege, zouden wj ook de Provincie
willen noemen als een der lichameD, wier
belang bij dit vraagstuk is betrokken.
lu Zeeland kon ook op dit gebied nog
heel wa-t gedaan worden.
Noordgouwe, Neuzen en Aardenburg
om Vlissingen niet te noemen worden
door den heer Wortman aangehaald als
voorbeelden.
Op het platteland in ons gewest zouden
tal van gemeenten gezamenlijk in die richting
dus nog heel wat nut kunnen stichten.
Hat geldt een nog veel te weinig bearbeid
terrein.
Maar wj vreezen dat nog jaren zullen
voorbj gaan eer in deze met den ouden
sleur is gebroken. Zoowel bestuurders als
leeken onttrekken zich daaraan niet licht.
Te meer deden daarom de heer De Vul der
van Noorden een goed werk, toen hij den
heer Wortman uitnoodigde een opstel te
schrjven in een tjdschrift dat onder het
oog van vele gemeentebesturen komt, en
de arts van Noordgouwe door aan dien
wensch gehoor te geven.
Als nu dio besturen ook in Zeeland
daaraan hunne aandacht eens willen wijden
en met hen andere mannen van invloed
oen handje willen helpen om de wenken
van den heer Wortman tot een levenwek
kende kracht te maken, dan is de moge-
ljkheid niet uitgesloten dat eenmaal toch
ook in deze de handen aan het werk wor
den geslagen, zooals dat in Noordgouwe is
geschied, en dat ook de oogen der autori
teiten worden geopend voor de dringende
behoefte die in deze bestaat.
Het begint in Philippine'» raad nu
bedeukeljk te worden.
De voortdurende kibbelar jen krijgen meer
en meer een persoonljk karakteren de
beraadslagingen zakken tot een zeer laag peil.
De heeren, die daaraan deelnemen, be
ijveren zich bl jkbaar meer om elkaar onaan
genaam te zjn dan om de gemeentebelangen
te behartigenen de verslagen, die van
hunne woordenwisselingen worden gemaakt,
werken, naar onze meening, ook niet ten
goede.
Wj gelooven niet dat daarbj ook de
juiste weg is ingeslagen.
De bewering van den burgemeester dat
het raadslid Wjne, die zelf verklaarde dat
hj verslaggever was, niet in staat is zulke
verslagen te schrjven en er dus een ander
achter het scherm zat, kome geheel voor
zjne verantwoordelijkheid.
Is zij echter juist, dan verhoogt zij niet
de waarde van die verslagen.
Wie niet met eigen ooren hoort, kan
geen onpartijdig verslag maken.
En daarop komt het vooral aan.
Wj willen voor een oogenblik aannemen
dat de oppositie te Philippine in haar recht
is, maar dan nog diende zj, meenen wj,
een anderen weg in te slaan om dat recht
in 't licht te stellen en niet, zooals nu, raac
en plaats tot spot van het ganscho land te
maken.
Zj moest collectief een onpartjdig ver
slaggever opdragen verslagen van de raads
zittingen te leveren. Of, nog beter, een
ocaal blad moest dat doen zonder zich door
eenig raadslid te doen influenceeren.
Die verslagon zouden dan in waarde
wmnon
Op dit oogenblik moge nog de lezing
van al die persoonlijke aanvallen en uit
vallen voor sommigen aantrekkeljkheid
bezitten, die belangstelling zal verflauwen.
Voor de eer van den raad ware het
gewenscht dat ze binnen de muren van de
raadzaal bleven of nog beter dat ze niet
werden geuit.
Door een onpartijdig verslag zou een en
ander in de hand gewerkt worden.
Te eerder toch zal men die uitvallen na
laten als men weet dat ze niet, zooals nu,
worden verspreid.
En allerminst ligt het, dunkt ons, op den
weg van een der naastbj betrokkenen om
zulke, van zelf allicht eonzjdige verslagen
te publiceeren.
Het belang der gemeente eischt een
meer zaakrijke bespreking van practische
onderwerpen dan in den laatst en tjd plaats
hadeen waardiger optreden van beide
partijen.
EENE VERDEDIGING.
De Standaard beroept zich op de Schrift om
dr Kuyper te verdedigen tegenover den aan
val van het Hhld. over zjn ondervragen
van zjne ambtgenooten en zjn ontbieden
van den chef van het Haagsche corresponden
tiebureau. Het blad schrjfl:
Wat leest men nu in Hand. VII: 14? Dit:
>En Jozef zond henen en ontbood zjnen
vader Jacob." Evenzoo in Hand. X: 29: Daar
om ben ik ook zonder tegenspreken gekomen,
ontboden zjnde."
Had nu Jozef iets over zjn vader, had
Cornelius iets over Petrus te zeggen?
En wat >onderv"ragen" betreft, lees
Deut. XVII: 9, waar aan Israël gezegd wordt:
Gj zult komen tot de priesters en tot den
rechter in die dagen, en gj zult ondervragen
en zj zullen u de zaak des rechts aanzeggen."
Alzoo de mindere die zjn meerdere onder
vraagt. Zoo in 1 Petr. 110»Van welke
zaligheid ondervraagd en onderzocht heb
ben de profeten." In 1 Cor.X: 25—27 »Niets
ondervragende om der consciëntie wil.'.
En daarna stelt De Standaard de vraag, of
men toch niet wat ver gaat, als men het aan
een minister, die zjn levenlang zjn studie aan
de Schrift wjdde, als bljk van inbeelding en
hoogmoed aanrekent, zoo hem dit Nederlandsch
der Schrift, het kosteljk Nederlandsch van
onze Bjbelvertaling, nog in het oor naklinkt.
In een bjvoegsel tot de St Ct. no. 242
zjn opgenomen de gewjzigde statuten van de
Coöperatieve Zeeuwsche Verbruiksvereeniging
De Vooruit te Middelburg.
Het doel der Vereeniging wordt daarin als
volgt omschreven:
a. aan hare leden en aan anderen, tegen
billjken prijs, levensbenoodigdheden te ver
schaffen van goede hoedanigheid
ft. de bevordering der stoffeljke belangen
der leden, dooreen deel van de door de Ver
eeniging te maken winst te storten in de kas
van den Middelburgschen Bestuurdersbond, om
door dien bond te worden aangewend voor de
vakbeweging en den politieken str jd, en daar
door te komen tot verhooging van den maat-
schappeljken toestand van den arbeider.
Ten einde haar doel te kunnen bereiken
drjft de Vereeniging één of meer winkels,
waar de levensbenoodigdheden worden omge
zet, of fabrieken waar dezelve worden voort
gebracht,
Aan- en verkoop heeft 'plaats tegen contante
betaling en geschiedt, voor wat den verkoop
aangaat, tegen den door het bestuur vastge-
stelden prjs.
De vereeniging is aangegaan voor den tjd
van 29 jaar
A
Morgen, Zondag, vangt ook voor de Pro
vinciale Stoomboot op de Westerschelde de
winterdienst aan.
Alsdan vervallen de avondbooten van Vlis
singen naar Neuzen en van Vlissingen naar
Breskens vice-versa.
De N. Zond.bode wjdt een waardeerend
woord aan de nagedachtenis van mej. P. N,
Koole, die dezer dagen alhier overleed.
Het blad wjst er op hoe hoog zj stond in
de oogen harer hervormde stadgenooten hoe
zj voor velen was een vraagbaak, een steun
en troost en hoe al wat zj deed, geschiedde
natuurljk, eenvoudig en spontaan.
Haar heengaan is, volgens dat blad, een
groot verlies voor de Ned. Hervormden ia
Middelburg.