cl lnrent
FEUILLET0
Tootie als scheidsrechter.
BIJVOEGSEL
Paardenfokkerij.
Maandag 10'October 1904, no. 258.
Middelburg 8 October
LETTEREN EN KUNST,
Verschillende Berichten.
usam
VAK jn
VAN
In bet weekblad Het Paard van 23 Sept. 11.
komt eene mededeeling voor aangaande de
verplichte najaarskeuring van dekhengsten in
Zeeland, waaraan wg een oogenblik de aan
dacht willen wijden, voornamelijk omdat wg
het met de daaraan toegevoegde gevolgtrek
king niet altjjd volkomen eens zjjn.
Wanneer1" zoo lezen wjj daarin «het
aantal goedgekeurden bij de najaarskeuringen
grooter wordt, is zulks in de meeste gevallen
een teeken, dat er meer stabiliteit ia de fok-
kerjj komt en dat het gehalte der oudere en
der zelfgefokte jongere hengsten vooruitgaande
is. In dit opzicht is het resultaat voor Zeeland
ook bevredigend in 1903 werden er totaal 79
goedgekeurd, thans 81".
»Er werden 26 tweejarige (21/,-jarige) voor
gebracht, waarvan 9 konden worden goedge
keurd, terwjjl betreffende 7 de beslissing tot
het a. s. voorjaar is uitgesteld en 10 van on
voldoend gehalte bleken te zjjn".
Tegenover deze bewering staat, dat er in 1901
99 hengsten zonder aanmerkingen en 1 ondanks
cornage werden goedgekeurd .bjj de najaars
keuringen en nog 19 bjj de in Februari 1902
gevolgde voorjaarakeuring.
Hét cjjfer van 1904 tegenover dat van 1901
wijst dus op vermindering.
In 1902 werden door 109 Zeeuwsclie heng
sten gedekt 8307 merries, in 1903 door 97
Zeeuwsche hengsten 8295, daarenboven worden
in het eerste jaar door 4 Brabantsche hengsten
8 merries gedekt, in het volgend jaar door
evenveel Br. hengsten 34. Hierdoor nam het
aantal gedekte merriën wel toe, maar het aan
tal dekhengsten was met 12 verminderd. Yoor
1904 zijn volgens de officiëele opgaven goed
gekeurd 97 hengsten, waarvan er 3 of 4, mis
schien nog meer, niet gedekt hebben in Zee
land. Wjj krjjgen dus voor de drie jaren 1902,
'03 en '04 cjjfers, die van vermindering getui
gen 109, 97, 93. Mocht dat zoo bljj ven voort
gaan, dan zoude men eerlang een tekort krjj
gen aan dekhengsten, waarom wij het resultaat
der keuringen voor Zeeland minder bevredigend
achten dan de schrijver in Het Paard.
Toch is de paardenfokker^ in Zeeland voor
uitgegaan, omdat de vermindering van het
aantal dekhengsten hoofdzakeljjk moet toege
schreven worden aan het afkeuren van minder
waardige dieren, zoodat die, welke overbleven,
in hun geheel wel minder talrjjk, maar van
betere qualiteit zijn dan voor drie jaar het
geval was.
Maar het aantal, dat van achter afvalt, wordt
niet aangevuld door een geljjk aantal zelf aan
gekweekte of ingevoerde hengsten, die men
vooraan kan plaatsen de aanvulling heeft met
enkele roemenswaardige uitzonderingen plaats
in 't midden of wederom van achter, en dat
is in hoofdzaak het gevolg van vrees voor af
keuring wegens cornage.
Het heeft zich al een paar malen voorgedaan,
dat een paard, dat op cornage niet te licht
was bevonden, bjj eene volgende keuring werd
afgekeurd of uitgesteld en later toch afgekeurd.
Dat heeft den schrik onder de hengsthouders
gebracht en men voelt weinig roeping zjjn
kapitaal aan den aankoop van 1ste klasse
hengsten te wagen.
Bovendien is het dekgeld door geheel Zee
land veel te laaghet is hoegenaamd niet in
verband gebleven met de voortdurende stjjging
van de prjjzen der veulens.
Eene verhooging van het dekgeld zoude
dubbel goed werken.
Er zouden meer goede hengsten komen de
hengsthouder zoude zijn hengst niet zoo druk
laten dekken wjj lezen in hetzelfde nommer
van Het Paard, dat één hengst 209 merries
heeft gedekt, wat minstens 59 te veel is,
Uit het Amerikaansch
VAN
HELEN COLVIN.
en tengevolge daarvan zouden minder merries
onbevrucht big ven.
Hoe goed het ook zjj, dat alle cornardsver-
Idwjjnen als fokdier, toch houdt de vrees voor j
de strenge keuring, veel strenger dan in België, I
waar het zware paard zoo'n roemvollen naamI
draagt, velen van den invoer terug, ook ondanks
de groote premiën, door de Regelings-commissie
I uitgeloofd.
Het viel op," zoo lezen wjj verder
dat van de 5 hengsten, welke dit jaar de
hooge bewaringspremie van 2500 (in 5 jaar)
ontvangen, er slechts één behoort tot het zware
Belgische type, wat toch ontegenzeggeljjk de
grootste waarde vertegenwoordigt; een diep,
breed soort paard zal steeds overal het meest
gezocht bljj ven en de minste teleurstellingen
geven in de fokkerjj.
Met deze opmerking zjjn wjj het volkomen
eens, doch hebben nog een groote maar
om daaraan toe te voegen.
Bjj de bespreking van de Wet op de Paar
denfokkerij 1901 is uitdrukkelijk vastgesteld,
dat niet op de fokrichting zal gelet mogen
worden. Wanneer dus bjj eene of andere
premiekeuring in Zeeland een eerste klasse
volbloed hengst werd aangeboden, zoude aan
dezen, al is hjj voor de fokkerjj in Zeeland
totaal ongeschikt, een hooge bewaringspremie
moeten worden toegekend. De wet, moge in
dit opzicht door sommigen worden afgekeurd,
tegen hare uitdrukkelijke uitspraak valt niets
in te brengenDura lex, sed lex. De wet moge
hard zjjn, zij moet uitgevoerd worden.
De keurings-commis8ie heeft niet uit te
maken, of het paard past in het kader van de
fokrichtingzjj heeft slechts te beslissen ox
het voldoet aan de eischen van een goed fok
paard in het slag, waartoe het behoort.
Dit in aanmerking nemende, gelooven wij
niet, dat de gemaakte opmerking, waarin wel
iets afkeurends ligt voor de provinciale keu
rings-commissie, dadeljjk steek houdt.
Wjj komen op de laatste opmerking.
»In Zeeuwsch-Vlaanderen zag men enkele
goede 2Ya-jarige hengsten, daar geboren en
opgevoed, hengsten met een goed Belgisch
type en voldoende zwaarte, die overtuigend
bewezen, dat op dien Zeeuwschen bodem goede
koudbloedhengsten kunnen worden gefokt, als
maar de fokmerries goed genoeg zjjn. Invoer
van goede jonge merries, met behulp van
Rjjksgelden wordt daarom ook terecht door
vele fokkers gewenscht, voornamelijk veulens
en l'/-2-jarigen, daar de andere gewoonljjk te
duur zjjn. Is eenmaal de stam van goede
merriën grooter geworden, dan zal men geen
(of bjj na geen) hengsten meer aanhouden van
lichte gekruiste merriën en zal men niet alleen
in een niet te lang tjjdbestek de jaarljjksche
aanvulling van goede dekhengsten in eigen
provincie kunnen fokken, maar er ook nog
voor hooge prjjzen kunnen uitvoerenzooals
nu de toestand nog is, kan men rekenen
volgens deskundige verzekering dat er
op meer dan 8000 merriën in deze provincie
zeker niet meer dan 600 zjjn, goed genoeg
om een goeden dekhengst te kunnen voort
brengen. En ieder hengstveulen van beste
ouders wordt nog niet een beste hengst."
Het laatste gedeelte onder.schrgven wg
gaarne, maar wjj voegen daaraan onmiddelljjk
toe, dat aangekochte merrieveulens en achttien-
maanders ook bjj lange niet alle goede fok
merries worden, vooral niet omdat veulens van
eerste-klasse-paarden in België zóó duur zijn,
dat men zich zelfs met behulp van rj
gelden zoude moeten bepalen tot 2de klasse
misschien nog mindere exemplaren, wat de
bedoelde verbetering niet in de hand zoude
werken. Een deskundige varzekerde ons, dat
nauweljjks één op de tien veulens aan de
gestelde verwachtingen voldoet. Maar we
hebben eene andere bedenking. Aangenomen
dat de deskundige geljjk heeft, die in Zeeland
slechts 600 merriën aanneemt, geschikt om een
goeden dekhengst voort te brengen, dan
kunnen wjj toch rekenen (op [350 veulens,
waaronder wjj, om niet te veel naar ons toe
te rekenen, 100 hengstveulens schatten, waar
van er 10 terechtkomen als goede dekhengsten.
Wat moet nu gedaan worden om die
goede dekhengsten van eigen kweek te
bekomen Daarvoor moeten gegeven worden
aanzienljjke aanhoudingsbjjdragen eerst voor
veulens, daarna voor éénjarige hengsten en
merriën, vervolgens voor twee- en driejarige,
daardoor big ven de goede paarden in de
provincie en binnen eenige weinige jaren
heeft men twee goede stammen voor ééneen
van dekhengsten en een van fokmerries.
Aangezien we nu eenmaal 600 goede merries
hebben, komt het er slechts opaan de goede
producten te bewaren. Dit is de kortste en
de zekerste weg, dezelfde weg, dien men in
België bewandeld heeft.
Stel daar tegenover de aankoop van veulens
en achttienmaandsche merries ra België. Bjj -
voorbeeld ieder jaar 20 bjj geljjke berekening
geven deze na een paar jaar 32 veulens, daar
onder zjjn dan 10 hengsten, waarvan er een
terecht komt als goede dekhengst. Deze wordt
behouden tengevolge van gestelde voorwaarden
bjj den aankoop der moeder, maar bjj gebrek
aan geld voor bewaringsbjjdragen gaan de
veulens van de 600 goede merries voor een
groot deel voor grot geld weg. Wjj moeten
daarom gul weg bekennen, dat ons de aan
koop dier veulens, nog daargelaten dat daar
door een aalmoes zoude worden uitgereikt aan
sterke beurzen, weinig toelacht. Bij veel
geldverlies zoude de verbetering veel te lang
op zich laten wachten en veel minder initia
tief in 't leven roepen dan het behouden van
eigen kweek door groote bjjdragen.
(Wordt vervolgd)
EENE JUISTE OPMERKING
maakt, in verband met het vele praten in en
het weinig afdoen door de Tweede Hamer, de
Kamper Courant.
Zjj wjjst erop dat vroeger de Kamer maar
leden telde en na de Grondwet van 1887
100. Het is heel natuurljjk dat 100 leden
meer op hun hart hebben dan 68. In de
tweede plaats, dat de werkweek der Kamer tot
vier dagen is ingekrompen.
Vroeger vergaderde zjj ook op Maandag en
op Zaterdag, maar eerst heeft zjj de Zaterdag
vergaderingen afgeschaft, omdat dit voor de
heeren in het verre Zuiden en het hooge
Noorden, die lange reizen moesten maken,
gemakkelijker uitkwam, en daarna zjjn de
heeren de Maandaghouders gaan benjjden, die
een Zondag van tweemaal 24 uur maken, en
besloten zjj om óók eerst des Dinsdags de
werkzaamheden aan te vangen.
Het getal leden der Tweede Kamer tot het
oude cjjfer terugbrengen, zou moeieljjk gaan
aldus besluit genoemd blad, maar wèl zou aan
het Maandaghouden en het Zaterdaghouden
een einde kunnen worden gemaakt.
De nieuwe gouverneur-generaal schjjnt aan
dien toestand in Borneo een eind te willen ma
ken en heeft daartoe een bjj zonder energieke
persoonlijkheid als de overste Van Daalen ter
beschikking van den resident gestold.
Tot 6 Sept. loopen de berichten, die de
jongste mail ons brengt.
Volgens de Sem. Ct is door den algemeenen
secretaris een circulaire rondgezonden, waarin
er de aandacht op wordt gevestigd, dat nog
al te dikwjjls het optreden der landsdienaren
tegen inlanders en vreemdelingen zeer ruw is.
De gouverneur-generaal merkt op dat de daar
uit dikwijls bljjkende minachting voor den
inlander, die vooral bjj het minder ontwikkelde
deel van het ambtenarencorps wordt gezien,
geheel ongemotiveerd is en waarschuwt de be
trokkenen, dat daartegen voortaan met meer
ernst zal worden opgetreden en het toezicht
verscherpt. De medewerking der hoogere amb
tenaren wordt door den gouverneur-generaal
daarvoor ingeroepen.
Diaconie-
mej. F. X
Benoemd tot directrice der
bewaarschool te Aardenburg
H. de Voogt te Amsterdam.
Voor de scholen met den bjjbel is dit
jaar gecollecteerd te 's Heer Hendrikskinderen
met Wissekerke 13.217j, Middelburg/206.54
en Scharendjjke met Eikerzee 33.20.
KORTE MEDEDEELINGEN
VERGADERINGEN.
Bljjkens het jaarverslag der Vereeniging
tot Christelijke verzorging van Zenuwlijders in
Nederland, die Donderdagmiddag te Utrecht
hare vierde algemeens vergadering hield, telde
de vereeniging 4025 leden. Aangesloten hadden
zich 37 corperaties, die 5 en hooger bij
droegen. Bovendien heeft de Vereeniging 69
afdeelingen en 95 correspondeuten.
Het Sanatorium der Vereeniging te Zeist is
in een jaar tjjds niet onbelangrijk uitgebreid.
Het in aanbouw zjjnde 3de klasse-paviljoen zal
plaats bieden voor 23 patiënten. Verder is in
aanbouw een gebouw voor den medischen dienst,
o.m. bevattende een zaal voor heilgymnastiek.
Aan den geneesheer-directeur zjjn toegevoegd
2 hoofdverpleegsters, 13 verpleegsters en 3
verplegers.
Van 9 Juli 1903—1 Mei 1904 werden 133
patiënten (60 mann. en 73 vrouw.) verpleegd.
Van deze 133 zjjn er 39 hersteld, 17 verbeterd
en 24 niet verbeterd vertrokken, 2-gestorven
en op 1 Mei 1.1. nog 51 onder behandeling.
Oost-Indië.
Overste Van Daalen is telegrafisch naar Ba
tavia ontboden om met den resident de zaken
van Zuid-Oost-Borneo te regelen. Dit staat
in verband met de toenemende oproerigheid
in de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo.
De toestand van Justus van Maurik bljj ft
zorgeljjk.
Het Album der Natuur, het zeer interes
santé en lezenswaardige tijdschrift, bevat in
zjjn Octobernommerdr G. Doyer van Cleeff,
Electrochemische industrie in de Vereenigde
staten Chr. A. O. Nell, Optische meteorologie;
prof. R. S. Tjaden Modderman, Glas, dat
ultraviolette stralen doorlaat.
De Bohemers krjjgen concurrentie. Te
Munchen treedt op een Boheemsch strijkkwar
tet van de Warschauer Philharmonie Lhots-
ky—Prochazka—MoravecWoska.
In de taal van Wales is een handschrift
gevonden, dat geacht wordt de Tristanlegende
in haar oorspronkeljjken vorm te bevatten
Het zal met Engelsche vertaling en met een
aantal vroeg-Welsche overleveringen door den
Tristankring uitgegeven worden.
De Berljjnsche censuur heeft weer eens
reclame gemaakt voor een tooneelstuk, nl. een
drama van dr Oskar Blumenthal, getiteld Der
todte Löwe. Het stuk behandelt een jongen, drif-
tigen vorst van Castillie en een ouden ervaren
minister.
De censuur zag er doorzichtige toespelingen
in op keizer Wilhelm en diens breuk met
Bismarck. De schrjjver heeft hooger beroep
aangeteekend bjj den president van Bianden-
burg' m m m
Het Volle raadt zjjne partjjgenooten in
het district Assen aan Dinsdag niet thuis te
bljjven maar te stemmen op mr Tceub, den
voorstander van algemeen kiesrecht.
- Mr A. Kerdijk gaat Den Haag voor goed
verlaten. Hjj vestigt zich met 1 Nov. a.s. te
Laren en trekt zich, met het oog op zjjn
gezondheidstoestand, geheel uit het politieke
leven terug.
De werkstaking der glasblazers duurt
voort. Geljjk was afgesproken, hebben de
arbeiders te Delft Vrjjdagochtend het werk
niet hervat, waarop de directie der fabriek,
eveneens volgens afspraak, te 9 uur de vuren
liet blusschen. Dit geschiedde ook met een
deel der fabrieken te Schiedam en elders.
De Koningin-Moeder zal den 17den dezer
vertrekken naar ArolseD, om aldaar een tien
tal dagen te vertoevenvandaar gaat zij naar
König in het Odinwaldongeveer midden
November hoopt H. M, in het land terug te
zjjn.
De le luitenant van het le bat. Ie
reg. infanterie te Deventer, die de vorige maand
'og de manoeuvres te Assen in een scherpe woor
denwisseling kwam met den generaal-majoor
Prins en majoor De Wolf, over eene door den
generaal gemaakte opmerking over den «loop-
pas", ten aanhoore van het bataljon, en die
sedert dien tjjd geen dienst meer deed, heeff
eervol ontslag uit den dienst gevraagd.
--Te Enschedé heeft het geheele personeel
van de boekdrukkers- en cartonnage-firma Ten
Cate Vrjjdagmorgen het werk gestaakt.
De oorzaak is dat de arbeider-' weigerden
werkbriefjes in te vullen een nieuwen
maatregel van de patroons en daarop met
een termjjn van 14 dagen werden ontslagen.
Op de Boxtel-Wesel-spoorwegljjn is thans
ook op het Nedprlandsch gedeelte het vervoer
4e klasse in werking gesteld.
Retourbiljetten worden echter aan 4e klasse
reizigers niet uitgereikt.
Te Maassluis had Vrjjdagochtend een
aanvaring plaats tusschen een stoomlogger uit
Vlaardingen en een, met pulp geladen, West
lander. De laatste zonk; de bemanning kon
nog door den logger gered worden.
De IJmuider stoomtrawler Dordrecht kwam
Woensdagmorgen te IJmuiden binnen met het
overschot van een'der opvarenden, die zóó met
de machine in aanraking was geweest, dat een
zjjner armen en zjjn hoofd verbrjjzeld was.
Omtrent de Donderdagavond door ons
meegedeelde, stroopergen van onbezoldigde
rgksveldwachters in de omstreken van Ruurlo
meldt de Zutph. Cr/, nog nader dat de twee
gevatte personen waren bezoldigde jachtop
zieners, terwgl de derde, die vluchtte, een
veldwachter zou geweest zgn.
De op heeterdaad betrapte jachtopzieners
beweren nu, dat zg zelf stroopers met licht
bak naspoorden of reeds gevat hadden, toen
ze door de marechaussees werden overvallen.
Een onderzoek wordt naar een en ander in
gesteld.
Bg het uitgraven"van de grachten van
het oude Loo in het Koninkigk Park bg
ApeldoornVzgn eenige steenen fonteinen te
voorschgn gekomenook is de houten fun-
de ring "van de vroegere"1"valbrug ontdekt, die
nog geheel in haarj oorsponkelgken staat
verkeert.
Er wordt nu gverig gezocht naar onder-
aardsche gangen.
Eindelgk stond mevrouw Knyvelt op en
nam afscheid. Een vluchtige kus aan Tootie
en haar broertje Bennie, vergezeld van een
tikje op het hoofd, met een hand, gewrongen
in een veel te nauwen handschoen, een korte
handdruk aan mevrouw Austruther, een
elegante buiging voor kapitein Mathison
en zg vertrok.
Dit was mevrouw Austruther zichtbaar niet
aangenaamzenuwachtig speelde zg met haar
vingers.
Eenige oogenblikken van drukkende stilte,
afgebroken door Bennie met de vraag«Wie
was die dame, die zooveel praatte
>Dat was mevrouw Knyvelt", antwoordde
mevrouw Austruther, terwgl zg het kereltje
naar zich toetrok.
.Waarom wilde zg niet hebben, dat ik
ook eens praatte
»0, dat weet ik niet, ik denk omdat zg
zelf zooveel te vertellen had", antwoordde zg
ontwgkend.
»Ja, maar ik had ook wat te vertellen",
hield hg vol.
Mevrouw Austruther voelde zich niet bg
machte hem tevreden te stellen en zocht zich
te redden met»Als je wat ouder bent."
Verder ging zg niet, want nu kwam ook
Tootie dichterbg, legde haar lief krullekopje
tegen moeder aan en vleide «Maatje, toe
vertel u nog eens wat."
Mevrouw Austruther wierp een veelbetee
kenenden blik op kapitein Mathison, die met
somber gelaat, zenuwachtig ongedurig met zgn
rgzweep tegen zgn laarzen sloeg.
»Vindt je het goed?" vroeg zg zacht;
zg had een plotselinge ingeving gekregen.
Zwggend stemde hg toe, hoewel de aanwe
zigheid der kinderen hem heel hinderlgk was
alleen het zenuwachtig tikken met de zweep
verried de groote spanning, waarin hg ver
keerde na dagen van onhoudbaar afwachten
«Er was eens een meisje," begon mevrouw
Austruther.
«Prinses," verbeterde Tootie.
«Er was eens een prinses," herhaalde
mevrouw Austruther, amaar het was geen prin
ses zooals gewoonlgkzg was niet bgzonder
braaf, niet bgzonder mooi, en niet bgzonder
rgk. Integendeel zg was arm, heel arm en
inplaats van een paleis, bewoonde zg een heel
groot oud huis, alleen met haar vader, met
den koning, bedoel ik.
Eene koningin komt niet voor in mgn ver-,
haal, want de moeder van het prinsesje stierf,
toen deze juist groot genoeg was, om te weten
dat de wereld een mooie, groene wereld was,
en zg was nog niet groot genoeg, om ontdekt
te hebben, dat die wereld niet anders was
dan een heel groote tuin. Maar die tuin was
de wereld van het prinsesje, jaren, jaren
achtereentotdat zg even groot was als de
mooie stokroos in haar tuin, die iederen herfst
haar meer in verrukking bracht met haar
fraaie, helkleurige bloemen, en die haar
trouwe vriend was.
Veel menschen kende de prinses niet; de
bloemen waren haar eenige vrienden. Zoo
leefde zg haar kinderleven voort, al droomend
te midden van de kinderen der natuur, wach
tend vol heimelgk verlangen op de komst van
den Prins uit het sprookje."
Mevrouw Austruther hield op; haar adem
stokte
Kapitein Mathison had zich voorover ge
bogen, zichtbaar vol belangstelling.
»Ga toch door, Maatje," sprak Tootie
ongeduldig, «en kwam de Prins
«Ja, Tootie, hg kwam. Juist toen de
prinses stond bg haar lieveling de stok
roos en vol aandacht keek hoe een
kleine, dikke bg zich gverig met stuifmeel
bevrachtte - toen toen kwam hg".
«Houd toch niet telkens zoo op, Maatje
ga verder, 't Is een heel mooi verhaal," voegde
zg er bemoedigend bg. »Vindt u ook niet,
kapitein Mathison
«Het begin is heel mooi, Tootie, maar
men kan nooit vooruit weten, hoe het
eindigen; is 'twel?" antwoordde hg. Schgn-
baar richtte hg zich daarbg tot Tootie, doch
in werkelgkheid zocht zgn blik dien der
STORMBRRICHTEN.
In de buurt van IJmuiden drgven nog
steeds vele vaartuigen, met averg tengevolge
van den storm, hulpeloos rond. Een stooin-
loodsboot is ter kruistocht uitgezonden om zoo
noodig hulp te verleenen aan de vele vaar
tuigen die nog ontbreken. Aldaar is een botter
binnengeloopen met verlies van éen man.
Ook van de visschersvloot van Nieuwediep,
die met groote averg' is binnengeloopen, wor
den nog steeds schepen vermist.
Uit Goedereede wordt gemeld dat een schuit
van daar is omgeslagen drie man verdronken.
Bg Texel dreef het wrak van een blazer
schuit aan, Tx. 122, schipper Mossel. In het
vooronder vond men een lgk.
Dit is vermoedelgk de bg" Callantsoog om
geslagen schuit.
Het eiland Marken is tengevolge van den
storm onder water geloopen.
Ook een visschersvaartuig van Enkhuizen is
vergaande beide opvarenden zgn naar alle
waarschgnlgkheid omgekomen.
Op het eiland Urk betreurt men het verlies
van vier menschenlevens, terwgl van meer dan
twintig vaartuigen nog niets bekend is.
Alles bgeen genomen, heeft de jongste storm
tal van verwoestingen aangericht.
moeder, toen hg voortging«In sprookjes
eindigt het altgd zóó en zg trouwden
elkander en leefden lang en gelukkig te zamen
vele jaren achtereen maar in het werke-
Igke leven is het soms
»Ja, maar dit is een sprookje," viel Tootie
hem vol overtuiging in de rede.
«Dus dan kunnen wg rekenen op het
onomstootelgke einde vroeg hg.
Tootie echter hoorde hem niet meer. «Toe
Maatje en ging de prins met de prinses
trouwen
«Ja lieveling zg trouwden samen
en gingen toen op een groote boot, ver ver
weg, naar een vreemd land, waar de menschen
niet blank zagen maar donker. Een tgdlang
was de prinses gelukkig, heel gelukkig, totdat
zg langzamerhand merkte, dat de prins eigen
lgk in 't geheel niet de prins was."
Nu was Bennie's belangstelling opgewekt
en met groote, verschrikte oogen, vroeg hg
«was het dan een weerwolf, maatje een
weerwolf, die de prinses het hart uit het
lichaam sneed en dat aan tafel opat?"
Mevrouw Austruther liet even een kort,
zenuwachtig lachje hooren.
«O, neen - neen hg was geen weerwol
en en het was ook niet de prins
maar de prinses zelf, die haar eigen hart uit
het lichaam rukte."
«Waarom deed zg dat?" vroeg Tootie
verwonderd. «Deed haar dat dan niet vreeselgk
pgn
»0, ja, het deed haar heel heel veel
Donderdag werd op de Koninklgke plaats
te Brussel een heer, die de trambaan over ging,
door een tramrgtuig omvergeworpen, een tien
tal meters meegesleept en toen onder d§
wielen verpletterd.
Zgn borst was ingedrukt, zgn hoofd ver
morzeld en men moest met een dertigtal
menschen het rgtuig oplichten, om den on-"',
lukkige te bevrgden, die bgna onmiddeiigk
den geest gaf.
Men vermoedt dat de verongelukte een g -
pensioneerd dokter van het Noderlandachc
leger is, woonachtig in Den Haag en tgdelgk
te Brussel verblgvend in een hotel der Rogier-
plaats.
Em kras oudje.
Op de kermis te Roxem, tusschen Oostende
en Ghistel, greep een dronken kerel, aan wien
men geen drank meer wilde schenken, een
pintglas en sloeg het stuk op het hoofd van
pgn, maar als de pgn te fel werd, dan ging
zg wat spelen met de twee lieve kinderen, die
God haar geschonken had en dan werd de
pgn in haar zgde een oogenblik minder hevig.
«Doet jouw zgde ook pgn, net als die
van de prinses, dat je zóo de hand er op
legt?" vroeg Tootie.
Verschrikt, liet Mevrouw Austruther de hand
neervallen in haar schoot.
«Is het nu uit?" vroeg Tootie.
Bennie werd ook weer onrustig hg vond
het verhaal nu niet mooi meer, nu de prins
geen vermomde weerwolf was en zich
tegen moeder aanvlgend, bedelde hg «Maatje,
mag ik nu met de soldaatjes spelen?"
«Wacht nog een oogenblik, lieveling.
Neen, Tootie, het is nog niet uit, maar bgna.
Op zekeren dag ontmoette de prinses den
echten prins. Zg wist, dat dit de echte was,
van het eerste oogenblik af, dat zg hem zag.
Nu wist zg het heel zeker, zg was nu ook
niet meer een klein meisje, maar een groote,
volwassen vrouw.
De ware prins wilde nu de prinses mede-
nemen, ver van den valschen prins en van
haar beide kinderen weg zoodat zg de
kinderen, door God haar geschonken, nooit
meer zou zien zg zou nooit weten ofzg
gelukkig waren of ziek of of zjj
gaten in hun kousen hadden kortom niets."
Kapitein Mathison boog zich nog dieper
voorover.
»De ware prins, zie je Tootie, hield zoo
veel van de prinses."