ffilelrpcle Courant
BIJVOEGSEL
Bloemen voor kamer
en tuin.
Vereeniging voor Waterlei-
dingsbelangen in Nederland.
Middelburg 17 September.
ONDERWIJS.
VAN DE
VAN
Maandag 19 September 1904, no. 221.
O
Ofschoon wij al meermalen gesproken heb
ben over het planten van bloembollen, meenen
wjj toch u, geachte lezers, geen ondienst te
doen, met u even in herinnering te brengen, dat
da tjjd voor dat plantan langzamerhand aan
breekt, en dat, willen zjj in den winter en in
het voorjaar over schoone bloeiende bolgewas
san in de kamer en in den tuin beschikken,
nu voor de noodige planten gezorgd moet
worden.
Wjj weten wel, in den tegenwoordigen tjjd
kunt gij alles koopen wat gij hobben wilt t gij
kunt aan een of anderen bloemkweeker opgeven,
welke bloemen hjj moet aankweeken om die
op een bepaaalden tjjd, liefst tegen zjj begin
nen te bloeien, bp u te brengen, maar op die
wjj ze verschaffen zjj u slechts het halve genot,
dat gij in zjjn geheel kunt smaken, door de
plant zelf aan te kweeken, hare ontwikkeling
gade te slaan, haar te brengen tot hare grootste
volkomenheid. Bloemen in huis en in den tuin
kunnen, door ze zelf te behandelen een dubbel
genot verschaffen en daarom raden wjj u ten
sterkste aan, indien gjj daartoe gelegenheid
hebt, zelf de bloemen en planten groot te
brengen, die gp voor de versiering van huis
en tuin onmisbaar acht.
In de eerste plaats moet gp u voor de bloe
men in huis voorzien van goede bloempotten
en goeden grond. De potten moeten liefst nieuw
zjjn, in ieder geval volkomen zuiver. Zoodra ze
teekenen beginnen te vertoonen van ouderdom,
pleit dat wel voor hunne sterkte, maar niet
voor hunne doelmatigheid, want de poriën der
wanden zjjn dan gewoonljjk geheel gesloten
en het welzjjn van de plant eischt toetreding
van lucht door de zjjwanden.
Verglaasde potten zjjn wel mooi en men
kan ze gebruiken om daarin de minder mooie
aan het oog te onttrekken, maar men moet
daarbjj steeds zorgen, dat de pot, waarin de
plant staat, door een laag lucht van den
buitensten pot gescheiden bljjft.
Voor aarde kiest men bladaarde, die men
mengt met wat scherp zand. Kan men
zoogenaamden boschgrond bekomen, deze is
nog betereen voortreffeljjken grond vindt
men in uitgeholde knotwilgen, maar de voor
raad daarvan is doorgaans gering.
In groote bloemkweekerjjen kan men zich
tegen niet al te hooge prjjzen gewoonljjk van
de noodige goede aarde voorzien.
Men bedekt het gaatje in den pot met wat
bolle scherfjes, daarop een weinig mos, dan
de grond en wanneer de bol daarin geplant is
bolvormig vastdrukken, zoodat er een randje
boven den grond overbljjft, dat belet dat bjj
het gieten het water over den pot stroomt.
In het schoteltje onder den pot of in den
buitensten pot mag nooit water staan. Dat
water zoude aanleiding geven tot het rotten
der wortels.
Wanneer men gegoten heeft en het water
is doorgezakt tot in het schoteltje, dan moet
men dat water uitgieten.
Geregelde dagen houden voor het gieten
verdient aanbeveling. Is de grond in den pot
te droog geworden en giet men dan in eens
veel water, dan loopt het onder uit den pot,
zonder den grond voldoende te bevochtigen.
Heeft men te lang gewacht met gieten, dat
nog al eens gebeurt, dan kan men niet beter
doen dan den pot in een kom met water te
zetten en zoo de aarde geheel te laten door
trekken vervolgens laat men den pot uitlekken
en brengt hem dan weer op zjjne plaats.
Alle kamerplanten hebben last van stof;
stof sluit de poriën der bladeren en belet
deze de werkzaamheid te verrichten, die
voor den wasdom en de gezondheid der planten
onmisbaar is.
De planten moeten dus zooveel mogelpk
vrjj gehouden worden van stof.
Breede bladeren kan men van tjjd tot tjjd
schoonmaken met eene natte sponssmalle en
teedere bladeren moet men besproeien met een
besprooier, (rafraichisseur), zoodanige als bp de
kappers in gebruik zjjn.
Men plaatst daarvoor de bloemen in een bak,
besproeit ze in die mate, dat al het stof af
druipt met het water, laat ze eenigen tjjd om
droog te worden en brengt ze dan in de kamer
terug.
Hoe minder verschil in temperatuur bp die
bewerking hoe beter.
Natuurlijk gebruikt men hiervoor regenwater,
waaraan men door 't bjjgieten van warmer
water, of door het eenigen tpd in het vertrek
te laten staan, ongeveer de temperatuur heeft
medegedeeld van de kamer.
Al kleinigheden, die vaak verwaarloosd wor
den, maar die, in acht genomen, veel bijdragen
tot de goede ontwikkeling van de plant.
Als algemeenen regel kan men verder aan
nemen, dat een plant behoefte heeft aan veel
licht, maar niet dadelpk aan een plaats, waar
de zon haar dengeheelen dag beschjjnen kan.
Voor de meeste is dit nadeelig, inzonderheid
voor azalia's, araucaria's, fuchsia's en varens
andere daarentegen eischen de volle zon,
wanneer zjj in bloei worden getrokkendat is
o. a. het geval met hyacinthen en tulpen.
Voor laatstgenoemde bloemen neemt men
potten met eene doorsnede van 12 cM, vult
die voor met den aangegeven grond, plaatst
Wil .«Ü..I I '-Ï - li' k lll.lï. I.
daarop één hyacinth of drie tulpenbollen, vult
den pot verder aan, drukt den grond matig
vast en graaft, wanneer men een tuintje heeft,
daarin een kuil, van 20 a 22 cM diep, zet
daarin de potten naast elkander, vult de tus-
schenruimten goed vast met aarde, bedekt de
potten ter dikte van 5—6 cM met den uitge
graven grond en laat ze daar staan tot half
December. Vriest het vóór dien tjjd, dan be
dekt men den grond, waar de potten ingegra
ven zjjn, met een laag bladeren of riet. Half
December brengt men de potten over in een
vorstvrp vertrekeenige dagen later kunnen
zjj komen in een warmer kamerzoodra de
knoppen zich duideljjk vertoonen, brengt men
ze voor het raam in de volle zon, voor zoover
in dien tpd, in ons land de zon waarneembaar
is, maat dan toch in ieder geval in 't volle
licht, houdt de planten verder behoorlpk voch
tig en rein en men kan in Februari en Maart
op fraaie bloemen rekenen.
Men mag de planten niet te vroeg in de
warmte brengen, omdat daardoor eene volledige
ontwikkeling wordt belet.
Wanneer men meer hyacinthen of tulpen bp
elkander wil hebben, dan wjj voor éen pot
aangaven, dan neemt men natuurlijk grootere
potten of pannen, die een doorsnede hebben
van 30 cM en meer, maar toch niet dieper be
hoeven te zjjn dan 12 tot 15 cM.
Bp het aankoopen van bollen doet men 't
best de kleur, die men verlangt, op te geven
en daarbjj te zeggen dat zjj nagenoeg geljjk
moeten bloeien. Op enkele namen kan men
rekenen, maar er zjjn verschillende soorten, die
bij de kweekers niet denzelfden naam dragen,
ofschoon daarin in den laatsten tpd veel ver
betering is gekomen. Ook dient men op te
geven of men hyacinthen en tulpen met enkele
of met dubbele bloemen verlangt. Wp voor
ons geven de voorkeur verre aan de enkele.
Bjj den aankoop van tulpenbollen kunnen
wp u aanbevelen de tulipa Greigi. In grootte,
vorm en kleur overtreft deze tulp, die vóór
een kwart eeuw ongeveer, uit midden-Azië is
aangevoerd, bjjna alle andere soorten.
Ook parkiettulpen verdienen voor potcul-
tuur alle aanbeveling, mits men in het oog
houdt, dat zjj niet te warm mogen staan.
Men kan de hyacinthen ook aankweeken op
glazen, met water/gevuld. Wanneer men zulks
van plan is, moet men daarvoor de beste
bollen bestellen, omdat anders van de bloem
niet veel te recht komt. Bjj het plaatsen van
de bollen in het glas dient men te zorgen,
dat de bol niet dadelpk door het water wordt
aangeraaktdat zoude aanleiding kunnen
geven tot rotten.
Wanneer men geen tuin heeft om de potten
met hyacinthen en tulpen in te graven, dan
plaatst men ze, evenals de glazen met hyacinthe-
bollen, gedurende 6 of 8 weken op eene koele
donkere plaats, bijv. in den kelder om ze te
doen wortelen, daarna behandele men ze op
de wjjze, zooals wjj hooger hebben voorge
schreven.
Glazen voor hyacinthen zpn niet duur
witte goudgele salonglazen kosten van 20 tot
25 cent, reform-hyacintheglas kost misschien
5 cent meer. Bjj de meeste bloemkweekers
kan men zich daarvan voorzien.
koor eene bemesting van de bollen van
hyacinthen en tulpen in pot geven wp de
voorkeur aan goed geteerden koemestmen
kan bjj gebrek daaraan een mengsel maken
van 3 deelen ammoniak-superphosphaat en 1
deel patentkali en daarvan wekeljjks een
theelepel oplossen in wat water, om daarmede
den grond in de potten te begieten.
Wordt vervolgd).
Plaats- en tpdgebrek beletten ons Vrjjdag
middag nog een overzicht te geven van de
voordracht, die door den heerW. F. Beunderman,
van de firma G. L. Dahlmann te Rotterdam,
werd gehouden.
Bescheiden noemde hp wat hp in 't midden
bracht »eenige mededeelingen" omtrent het ge
bruik van Mannesmannbuizen voor ondergrond-
sche water- en gasleidingen.
In het bpzonder stond spreker stillo. bjj
de bjjzondere eigenschappen van het materiaal
dezer buizenen 2o. bjj de practische resul
taten, in geregeld gebruik verkregen.
De buizen worden zonder langs- of rondnaad
gewalst uit het massieve staalblok, waarvan
het materiaal een trekvastheid van 55—65 KG
per mM! heeft. Het Mannesmannwalssysteem
laat slechts toe het gebruik van absoluut in
elk opzicht onberispelijk materiaal, daar zich
eventueele materiaalgebreken, als haarfijne
scheurtjes enz., bjj het walsproces direct op de
oppervlakte van de buis vertoonen en iedere
verdere verwerking uitsluiten, waardoor men
absolute garantie heeft, dat slechts het beste
materiaal geleverd kan worden. De uit dit
beste, uiterst taaie en rekbaar, gietstaalmate
riaal, door persing tusschen cylinders, vervaar
digde naadlooze Mannesmannmofbuizen, (niet
te verwarren met gesmeedjjzeren buizen), zpn,
ingevolge de grootere vastheid en taaiheid van
de staalpjjpen met betrekking tot hunne
wanddikte, dunner gehouden dan bjj gegoten
ijzeren buizen noodig is. Wat het vergeljjk
aangaat tusschen gegoten jjzeren en Mannes
mannbuizen, behoeft men slechts de qualiteit-
cjjfers dezer beide fabrikaten tegenover elkan
der te stellen, om het vergelpk ten gunste van
de Mannesmannqualiteit te doen uitvallen. De
trekvastheid van dit laatste bedraagt, zooals
reeds gezegd, 55—65 KG per mM1 en dat der
gegoten jjzeren buizen slechts 12—18 KG
per mM3.
Door de absoluut gladde oppervlakte der
Mannesmannbuizen is eene beslist grootere
zekerheid tegen het invreten van roest ge
waarborgd. Waar het punt van inroesten in
het bedrjjf van water- «n gasleidingen een zóó
groote rol speelt, verdient dit wel eene afzon
derlijke beschouwing.
Daarom stipte spreker aan datdeasphalteering
der Mannesmannbuizen op dezelfde wjjze plaats
vindt als die der gegoten ijzeren, namelpk
door indompeling in een bad van warme teer
of asphalt. Daarna kunnen de buizen, op deze
wpze geasphalteerd, gelegd worden. De Man-
nesmann Werke hebben daarbjj de gewoonte
om de buizen buitendien nog te omwikkelen
met in asphalt of teer gedrenkte jute, hetwelk
slechts geschiedt ter verkrjjging van een nog
grootere zekerheid tegen inroesten. Absoluut
noodig is deze omwikkeling niet, waarom
spreker eenige voorbeelden noemde over leve
ringen aan de Waterleiding te Berljjn, en de
Waterleiding te Bous, resultaten, verkregen na
een tjjdsverloop van 10 en 11 jaax na de
legging.
Daar zich al tpd omstandigheden kunnen
voordoen, die een bjjzondere beschutting noodig
maken, bp welke ook het beste materiaal
geen garantie tegen roesten bieden kan, b. v.
wanneer de buizen in zuurhoudende gronden
worden gelegd, of in grond, in welken vaga-
bondeerende stroomen voorkomen, dan is zoo
wel voor gegoten, als voor Mannesmannbuizen
de juteomwikkeling noodzakeljjk. Aangezien
deze omstandigheden niet altijd zonder nauw
keurig onderzoek kramen beoordeeld worden,
hebben de Mannesmann Werke zich als
principe gesteld hunne mofbuizen met jute-
omwikkeling aan te bevelen, waarbjj de be
schuttende asphaltlaag ongeveer de lOvoudige
dikte verkrjjgt, om zoo in alle gevallen een
waarborg tegen roest, alsmede tegen beschadi
ging bjj het transport der buizen, te kunnen
bieden. Overigens is ook de vraag »met of
zonder jutebekleeding" wat de kosten betreft,
geheel zonder eenige beteekenis, daar deze
kosten zeer gering zpn.
Overigens verwees spreker naar een brochure
Mannesmannrohr oder Gussrohr, waarin o. a. de
kwestie omtrent koolstof als groote zekerheid
tegen roest, benevens de grootere dichtheid
van het Mannesmannmateriaal tegenover het
gegoten ijzeren nader behandeld wordt.
Na deze inleiding over het materiaal
zeide spreker een en ander over de prac
tische voordeelen van deze buizensoort, met
name
Grootere elasticiteit, tengevolge waarvan de
buizen grondtrillingen in zich opnemen, daar
waar de gegoten buizen licht breken, b.v.
onder een spoor- of tramljjn, onder bruggen
of dergeljjke plaatsen in berggronden en in
slappen bodem, of op plaatsen, waar tenge
volge vanmjjnbouw,grondverschuivingen plaats
hebben. Om dit te doen uitkomen, haalde
spreker, dit toelichtende door eene photogra-
phie, een eigenaardig voorbeeld aan, hetwelk
geleverd is in Dudweiler.
Grootere lengte, doordien de Mannesmann
buizen geleverd worden in lengten van gemid
deld 10—12 Meter, in tegenstelling tot de
gegoten buizen, wier lengte, naar gelang van
de doorsnede, van 273—4 Meter varieert, ligt
het voor de hand, dat-dn verband hiermede,
een niet onaanzienljj ke besparing wordt ver
kregen aan verbindingen, en tevens de be
drijfsveiligheid wordt verhoogd. Door het
belangrjjk minder gewicht van de Mannesmann
buizen tegenover de gegoten buizen, worden
deze besparingen nog vergroot door de mindere
kosten van transport van af de fabriek naar
het station van bestemming, alsmede vanaf het
station tot op de plaats, waar de buizen
moeten worden gelegd. Tevens wordt natuur
lijk eene belangrjjke besparing aan arbeids
loon verkregen door het leggen van lange en
lichte buizen in plaats van korte en zware.
Tevens kunnen Mannssmannbuizen bp niet
al te sterke kromming in den weg door
de werklieden naar de betreffende bocht
op de plaats zelf in kouden toestand worden
gebogen, zoodat het mogeljjk is, de natuurljjke
loop van de geulen aan te houden, zonder dat
gebruik gemaakt behoeft te worden van hulp
stukken.
Daarna besprak de heer Beunderman de wpze
van aanboring, en verder eene, kortelings
door Mannesmann toegepaste, aanmerkelijk
verbeterde wpze van afdichting in den mof.
Als bewps, hoezeer de buizen in de practjjk
zich als doelmatig hebben getoond, en het
vertrouwen van de verbruikers hebben mogen
winnen, diene het feit dat de Deutsch-Oester-
reichische Mannesmannrohr en Werke binnen
Duitschland alleen maandeljjks circa 90 wagons
mofbuizen leveren, wat overeenkomt met eene
verzending van circa 200 wagons gegoten
jjzeren buizen.
Ten slotte deelde spreker mede dat hjj op
grond van veelvuldige berekeningen kon ver
klaren, dat de prjjs eener totaalleiding uit
deze buizen, geringer is dan die eener leiding
uit gegoten ijzeren buizen.
Ook deze inleider had voor zpn belangwek
kende voordracht den dank der vergadering te
oogsten.
Zooals wjj meldden, vereenigden zich na den
welbesteden middag de heeren aan een ge-
meenschappeljjken maaltjjd in de sociëteit
St Joris.
Tjjdens het diner, dat keurig was toebereid,
liet zich de Ylissingsche Kur-Kapel, onder
leiding van mej. Bekker hooren.
Voor tafel welsprekendheid werd geen ge
legenheid gegevendie werd uitgesteld tot
Zaterdag.
Slechts twee heeren zeiden enkele woorden,
nl. de heer Polet om de heeren welkom aan
tafel te heeten en de heer Van Leeuwen om
het bestuur dank te zeggen voor het arran
gement.
Zaterdag.
Heden ochtend werd in de sociëteit St Joris
de zesde algemeene vergadering voortgezet.
De commissie, in de vorige vergadering be
noemd voor het nazien der rekening en ver
antwoording van den penningmeester, bracht,
bp monde van den heer Ribbius, rapport uit.
Het strekte tot goedkeuring der rekening
en om den penningmeester te dechargeeren,
onder dankzegging voor zpn gehouden beheer.
Daarmede vereenigde zich de vergadering.
De heer Polet dankte den penningmeester
voor zjjn accurate administratie.
Hjj voegde daarbjj een woord van leed
wezen dat met het eind van dit jaar de heer
Rjjk zjjn plaats in het bestuur verlaat.
Hjj vertrouwde echter dat hjj geen adieu
behoefde te zeggen maar wel a revoir (Applaus.)
Daarna werd door den heer Chr. Eeuwens,
werktuigkundig ingenieur, chef van het tech
nisch bureau van de firma Louis Smulders en
Co te Utrecht, een voordracht gehouden over
het toepassen van centrifugaal-pompen bjj
hoog- en laagdrukwaterleidingen.
Hjj begon met er op te wijzen dat, nu men
tegenwoordig centrifugaalpompen met een vrjj
hoog nuttig effect en voor de grootste druk-
hoogte kan maken, deze pompen meer en meer
toegepast worden.
Daarna werd door den inleider nagegaan
waarom de vroegere centrifugaalpompen zoo
onvoordeelig werkten en daarbjj erop gewezen,
welke hydrodynamisohe wetten de ontwerper
van eene centrifugaalpomp in het oog moet
houden.
Verder werd aangetoond hoe bjj eene hoog-
drukpomp de kinetise, d. i. de snelheids-ener
gie van het water, in potentieele of drukkings-
energie wordt veranderd.
Aan de hand van eene duideljjke teekening
eener moderne centrifugaalpomp werd in het
licht gesteld, welke verbeteringen aan deze
pompen zpn aangebracht.
Uitvoerig werden de voordeelen eener cen-
trifugaalpomp-inrichting besproken en aange
toond dat men bjj drinkwaterleidingen nu
het krachtsverbruik van het centrifugaalpomp-
werktuig slechts weinig meer verschilt van
dat van plungerpompen met succes deze
pompen kan toepassen.
Minder plaatsruimte 40 a 50 goedkoopere
pompmachines 40 a 50 overvloedig water
bjj brandgevaar, geruischlooze gang, minder
toezicht, geringer sljjtage, eenvoudige opstel
ling waren in hoofdzaak die voordeelen.
Ten slotte werd er nog op gewezen, dat-
nu de plungerpomp meer en meer plaats maakt
voor de centrifugaalpomp voor het stoom
werktuig ook zeker de tpd zal aanbreken, dat
het door de stoomturbine zal worden vervan
gen en men dus door samenkoppeling van
eene centrifugaalpomp en eene stoomturbine
een even volkomen geheel krjjgt als de ge
koppelde stoommachine met de plungerpomp is.
Door enkele grafische voorstellingen en
door talrijke teekeningen van centrifugaal
pompen en pompstations werd de voordracht
toegelicht.
Van de gelegenheid om den inleider vragen
te stellen werd door enkele heeren gebruik
gemaakt, wat hem aanleiding gaf tot het doen
van nog eenige technische mededeelingen.
De voorzitter dankte den inleider voor zpn
bijzonder interessante voordracht.
Vrjjdag en heden is zeide hjj gebleken
dat de Nederlandsche industrie volkomen in
staat is om ten opzichte van waterleidingen
met het buitenland te concurroeren.
Vervolgens werden door den heer J. Schotel
eenige mededeelingen gedaan omtrent de wer
ken der
WATERLEIDING VAN MIDDELBURG
in verband met het daaraan heden middag te
brengen bezoek.
Hjj gaf een geschiedkundig overzicht van de
tot standkoming dier waterleiding, om vervol
gens een beachrjj ving te geven van de duin
streek, waaruit het water wordt getrokken.
De waterleiding werd in 1892 in gebruik
gesteld, nadat in 1886/87 door den heer Stang
de noodige inlichtingen waren genomen.
In den beginne bleek dat het water niet
die goede eigenschappen had die men er zich
van had voorgesteld.
Dit gaf wjjlen den heer dr J. J. Couvee aan
leiding tot een uitgebreid onderzoek, dat leidde
tot het denkbeeld om een ontjjzeringsinrichting
aan te brengen.
In 1894 heeft spreker in dien geest een
voorstel gedaan aan burg. en weth. van Mid
delburg, waarop volgde een opdracht om de
ontjjzeringsinrichting te maken.
Toen die in gebruik was gesteld, werd het
water, èn wat kleur én wat smaak betreft,
belangrjjk verbeterd.
Sedert 11 Dec, 1894 heeft, om het reducée-
rend vermogen van het water te verminderen,
na-filtratie van het water door beenderkool
plaats.
Thans nog voldoet de inrichting aan de
aan haar te stellen eischen.
Spreker gaf voorts een overzicht van de
verschillende machines, bjj de waterleiding in
gebruik.
In 1901, toen het aantal aansluitingen ge
stegen was van 750 tot 2200, werd de heer
Schotel door burg. en weth. uitgenoodigd om
advies te geven over de uitbreiding van de
waterleiding.
Het zoutgehalte was toen belangrjjk hoog.
In 1903 werd, na door spreker gedane on
derzoekingen, besloten tot het maken van een
nieuwe prise cTeau in de vroonen nabjj de
Oranjezon met bjjkomende werken.
Toen die gereed was, bleek het zoutgehalte
zeer te zpn gedaald.
De resultaten van de gemaakte werken, die
de heer Schotel vervolgens besprak, zpn zeer
bevredigend.
Spreker verklaarde zich verder bereid om
op het terrein den heeren al de inlichtingen
te verschaffen, die zjj mochten verlangen.
Een luid applaus dankte den h»er Schotel
voor de door hem gedane mededeelingen.
Aan den spreker werden verschillende vragen
gedaan omtrent de werking van beenderkool
bij deze waterleidingdie heeft hier effect
gesorteerd, maar op andere plaatsen is dit
niet het geval.
De verschillende vragen werden door den
heer Schotel beantwoord.
Een der heeren gaf bjj de omvraag het be
stuur in overweging tegen het volgend jaar
het reglement eens te herzien.
De wenscheljjkheid daarvan is o. a. bjj de
stemmingen op Vrjjdag gebleken.
De voorzitter dankte daarop de heeren voor
de trouwe opkomst en noodigde de leden uit
om in het Grand Hotel Verseput te gaan
dèjouaeeren.
Daar Komen de rptuigen rooi omeenrjii
te maken naar de Middelburgsche waterlek' ug
en verder naar Domburg, waar in het Badhotel
zal worden gedineerd.
8EN0EM!NGENS EWL
Bjj kon. besluit
is benoemd tot adjunct-commies bjj de
Rijksverzekeringsbank te Amsterdam mr P. van
Heynsbergen, te Zaandam
is aan den luit. t./z. 2de kl. A. H. van
Deursen, op verzoek, eervol ontslag uit den
zeedienst verleend
is benoemd bij het wapen der art., bjj het
lste reg. vest.-art., tot kapitein de eerste-luit.
W. J. Methorst, van het 2de reg. veld-art.
zjjn benoemdbjj het wapen der inf., tot
eerste-luit., bjj het lste reg., de tweede-luit.
G. A. de Vos en L. J. Baerends, beiden van
het korps, laatstgenoemde gedet. bjj het
koloniaal werfdepotbp het 2de reg., de tweede-
luit. J. W. Egberts, van het korpsbp het
3de reg., de tweede-luit. N. A. A. Bruyn, van
het korps bp het 5de reg., de tweede-luit.
J. E. Schneiders, van het korps bp het 6e reg.,
de tweede-luit. W. J. Briel, H. de Jongh, J. A.
van Helden Tucker en W. J. Harms, allen van
het korpsbjj het 8ste reg., de tweede-luit.
L. J. J. M. Tabbers, F. <A. van Seters en H. A.
Fischer, allen van het korps, eerstgenoemde
ged. bjj de koloniale reserve bp het 9de reg.,
de tweede-luit. H. C. van der Lely, van het
korpsbij het instr.-bataljon, de tweede-luit.
J. D. C. Berkhout, van het korps bjj het pers.
der mil. adm., tot eerste-luit.-kwartierm. de
tweede-luit.-kwartierm. H. Eggink, van het
10de, E. J. J. de Roy van Zuydewpn, van het
5de, G. J. K. Sneep, van het 8ste, en P. J. H.
Rehe, van het 2de regiment inf.
zjjn bevorderd tot commies der posterpen
2e kl. G. van der Vlies Tromp en J. C. Pilaar,
thans commies 3e kl., en tot commies 3e kl.
C. A. van den Briel en A. Veenhoven, thans
4e kl.
is bevorderd tot commies der telegraphie le
kl. I. Hogerzeil, thans 2e kl.en tot commies
2e kl. J. G. Ringer, thans 3e kl.
zpn benoemd tot surnumerair der posterjjen
en telegraphie D. G. Hartgerink te Deventer,
F. Smit te Leeuwarden, H. Kemp te 's Gra-
venhage, J. F. C. Nellissen te Gorinchem, E.
A. J. M. baron van Voorst tot Voorst te 's Gra-
venhage, J. H. Briels te Amsterdam, J. C. Smid
te 's Gravenhage, J. W. Kunst te Amsterdam,
H. Robertson te 's Gravenhage, J. Hiemsira te
Harlingen, W. Hupkes te Apeldoorn, J. Fransen
te Zwartsluis, H. Koopmans te Leeuwarden,
H. E. A. Gastelaars te Rotterdam, C. M. Cor-
man te Zwolle, J. O. C. Hartelust te Ede, R.
F. Mulder te Leeuwarden, C. J. Plaat te 's Gra
venhage, G. C. van Burken te 's Gravenhage,
L. K. Arkema te Appingedam, A. H. Verhaaf
te Zwolle, L. G. J. van Welsum te Arnhem,
L. A. P. Beudt te Eindhoven.
De volgende week verleent de minister van
justitie geene audiëntie.
Oost-In dië„
De N. R. Ct. ontving Vrjjdag van haar cor
respondent uit Batavia het volgende officieele
bericht omtrent de onlusten op Flores
De troebelen in Larantoeka zjjn bedwongen
Op de terugreis Endeh aandoende, bevond
de Mataram de bergkampongs tot verzet zwaar
versterkt.
Bjj een conferentie op het strand werd de
landingsdivisie beschoten.
Licht gewond werd de luitenant ter zee
Mulder, terwjjl de matroos Koens gedood en
twee minderen niet gevaarljjk gewond werden.
De Kampong Nagabaa werd genomen.
Watoesipi werd uit zee beschoten.
De beschikbare macht is onvoldoende voor
de bestorming.
De Mataram haalt aanvulling en officieren
en orders uit Soerabaja.
Wat betreft de expeditie van de Medan-
colonne wordt aan hetzelfde blad gemeld dat
onze troepen Lingga en Lingga Djoeloe op de
Balaksche hoogvlakte, na lichten tegenstand,
namen.
Aan onze zjjde waren 17 licht gewonden.
De vjjand verloor 17 dooien en liet 50 geweren
achter.
Gecollecteerd voor de scholen met den
bjjbel te Krabbendjjke met Oostdjjk (G. K.)
30.50, Neuzen J 200.18 en te Bergen op
Zoom (G. K.) 39.66s.
De heer H. M. Hubregtse, hoofd der
jongensopleidingsschool voor middelbaar en
hooger onderwjjs te Haarlem, vierde Vrijdag
onder veel belangstelling zpn zilveren jubilee.
In de wereld der ehristeljjke onderwjjzers
is groote verontwaardiging gewekt door de
handel wjjze van het bestuur der ehristeljjke
school te Doetinchem, dat 12 onderwjjzers tegen
1 Januari heeft ontslagen om de school te
reorganiseeren. De afd. Arnhem en omstreken
der Vereeniging van Christelijke onderwijzers heeft
nu een motie aangenomen, waarin zjj, «gezien