V rijdag
16 September.
N°. 219.
147° Jaargang.
1904.
Middelburg 15 September.
BENOEMINGEN, ENZ.
MIDIMiLRURGSCHE COURANT.
Deze courant verschjjnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
15 Sept. 8 u. vm. 59 gr., 12 u. 66 gr., av. 4 u. 64 gr. F. V e r w a c h tzwakke tot matige Z.
W. wind, zwaar bewolkte lncht, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de
Handel, Np verheid en
van advertentiên en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
eldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DB LA MAR As,, N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
DE TOEKOMST DER VRIJHEID.
Over eene rede van den heer C. A. Zelvelder,
schoolopziener in het district Heerenveen,
waarin deze een scherp afkeurende kritiek
oefende over het ontwerp tot herziening van
eenige artikelen der L. O.-wet, schrjjft het
Centrum
»De heer Zelvelder bljjft met dit alles in de
ljjn, waarin hjj zich sinds vele jaren bewogen
heeft.
Als anti-clericaal en palstaander" van den
ouden stempel heeft hp sinds lang zjjn sporen
verdiend.
Maar met dat al blijft bet toch een sterk stuk,
dat een man, die van overheidswege geroepen is,
om mede voor de algemeene belangen van het onder
wijs te waken, zich op zoo heftige en eenzijdige
wij ze durft uitlaten over een door de regeering
voorgestelde wet."
De Zutph. Crt. vestigt de aandacht van alle
vrjjzinnigen op deze uiting van het R.-K. blad.
ZÖ bevatten een voorspelling wat er, als de
conservatieve bladen bun zin krpgen, voor de
deur staat, wanneer de kerkeljjke partpen lang
genoeg aan het roer zpn, om rustig hunne
denkbeelden tot verwezenlijking te kunnen
brengen. Naar allen schpn zullen dan de
anti-revolutionnaire en Roomsch-Katholieke
schoolopzieners en andere regeeringsambtenaren
die het tegenwoordige Kabinet in zoo groot
getal benoemt, wel den lof van de coalitie
mogen bezingen, maar aan de vrpzinnigen zal
de mond worden gesnoerd.
O, schoon vooruitzicht, dat mjj streelt
zingen wjj den dichter na.
Wat Het Centrum wenscht, ligt anders geheel
in de lpn van het tegenwoordig regeerings-
systeem.
Wp keeren zoo zachtjes aan terug tot, of
liever wp komen in nog erger dagen dan in
A875, toen minister Heemskerk den schoolop
zieners elke bemoeiing met de verkiezingen
verbood. Gelukkig zpn er ook thans mannon,
evenals destpds mr J. H. de Laat de Kanter
te Goes, die zich flink en ferm tegen dergelpken
dwang durven verzetten.
Het schjjnt ook dat onder deze regeering
het zich vrjj uiten alleen is toegestaan aan
schoolopzieners die hare «christelijke" begin
selen zpn toegedaan en dat die zelis de vrjjheid
hebben om niettegenstaande de Grondwet
uitdrukkelijk zegt dat het openbaar onderwjjs
is een voorwerp van de aanhoudende zorg der
regeering en dus ook van hare ambtenaren
die daarover gesteld zpn de openbare school
en hare onderwijzers aan te vallen en af te
breken.
Heerljjke voorproefjes;,inderdaad van de cle-
ricale tyrannie, die on'S te wachten staat
heel de linkerzjjde, die zich bp een vroegere
gelegenheid eenparig voor het beginsel heeft
uitgesproken in de Tweede Kamer, beseffen zal
dat, ook wanneer volgens sommigen om utili-
teits-redenen het onderwerp wellicht beter
verschoven ware tot na de stembus van 1905,
zich solidair te toonen op dit hoogst gewich
tig punt van vrijzinnige staatkunde plicht is
en eisch van een verstandige oppositie.
De liberale partpen gematigden, geavan-
ceerden, radicalen zp hebben zich in de
bestaande omstandigheden voor alles reken
schap te geven van de eischen eener beleidvolle
tactiek. Het woord van den oud-minister Pier-
son, dat naar liberale concentratie moet worden
gestreefd, is, nu meer dan ooit, een beharti
genswaardige wenk, waaraan allen, die de ern
stige gevaren van het heerschend regime ge
voelen en inzien, waarde hebben te hechten.
EEN JUIST WOORD.
De Haagsche briefschrijver van de Zaan-
landsche Crt. wjjst op de beteekenis van de
Zondag jl. te 's Hage gehouden groote mee
ting voor algemeen stemrecht.
En al had de meeting ook een min of meer
uitslui tend socialistisch karakter, ze heeit den
schrjjver, er niet minder duidelijk om bewezen,
dat de begeerte naar de definitieve oplossing
van het electoraal vraagstuk meer en meer bp
den Nederlandschen werkman doordringt.
Het staat vast dat er, naast de 6 of 700
socialistische betoogers van de Haagsche demon'
stratie, misschien tienmaal zooveel zpn van
andere richting, liberalen en christelpk-demo-
cratiBchen, die even vurig naar het algemeen
stemrecht verlangen. Nu kan de tegenwoor
dige Regeering, sterk in 't besef dat zp, de
meerderheid in de beide Kamers achter zich
hebbende, alles kan doen en laten wat haar
goeddunkt en in 't belang van haar partjj
of partjj-groepeering, voor het verschjjnsel het
oog sluitenmaar op den duur zal dat zelfs
onmogelpk bljjken het is steeds een verder
felijke politiek gebleken, om, tegen den was-
senden stroom in, de ontwikkeling der staats
instellingen van een vrp land te belemmeren.
Men mag er zich dan ook stellig op voor'
bereiden dat, hetzjj bp de in 't verschiet lig
gende behandeling van de voorstellen-Drucker
c. s. en Troelstra c. s. tot Grondwetsherziening,
hetzp bp een andere zich daarvoor wellicht
nog eerder voordoende gelegenheid adres
van antwoord op de troonrede of algemeen
begrootingsdebat de quaestie van het alge
meen kiesrecht met ernst op den voorgrond
zal worden gebracht.
En mocht dat geschieden, dan hoop ik dat
DE LANDBOUW EN DE ONGEVALLEN
VERZEKERING.
Het Sociaal Weekblad zet zpn beschouwing
over dit onderwerp voort.
In zpn vorig artikel toonde het blad aan,
dat de landbouw niet ongevaarlpk is voor den
werkman, zelfs veel gevaarlpker dan menigeen
denkt, en dat in Duitschland in de laatste
jaren niet minder dan twee ongevallen voor
kwamen bjj den landbouw tegen drie bp de
industrie. De noodzakelijkheid irouwens om
den landarbeider tegen ongevallen te ver
zekeren, werd bp het tot stand komen der
tegenwoordige wet ook door de regeering niet
betwijfeld. Zp verzette zich tegen een amen
dement, strekkende om in art. 10 de bedrpven
van landbouw, veehouderjj, tuinbouw, bosch-
bouw en verveenderjj op te nemen, op grond
dat aan gelpktpdige invoering der ongevallen
verzekering voor deD landbouw en de industrie
groote, practische moeilijkheden waren ver
bonden. Daarbjj kwam een ander bezwaar
dat de tegenwoordige regeling der ongevallen
verzekering misschien geschikt was voor de
industrie, maar zeker niet voor den landbouw.
En zoo viel het amendement met een kleine
meerderheid (38 tegen 35 stemmen).
Het laatste bezwaar komt ons veel ernstiger
voor dan het eerste. Aan onze regeling, het
kan niet ontkend worden, is een onmetelijke
omslag verbonden, een paperassen-hoop, die
voor een administratief ontwikkeld mensch
niet te hoog is, maar die de groote massa
kleinere industrieelen in niet geringe verle
genheid brengt. Men moet, zooals schrjjver
dezes, dagelijks de wanhopige gezichten hebben
gezien van timmermans-, metselaars-, bliksla-
gersbaasjes en van schippers, vooral van schip
pers, wanneer ze om inlichtingen komen »op
het kantoor van het beroep van de Rijksver
zekeringsbank", omdat ze een waarschuwing
hebben gekregen om te betalen, maar hun niet
gezegd is hoeveel ze hebben af te dragen,
om te beseffen, dat iets van hen gevergd wordt
dat boven hen krachten gaat. Het bjjhouden
van een loonlpst, hoe eenvoudig feiteljjk ook,
en het vermenigvuldigen met een premieper
centage, dat zes cpfers achter het decimaal
teeken vertoont, zpn dingen die velen niet eens
probeeren. En dat mag men nu belachelpk
vinden, maar 't is niettemin waar. Aan de
Rijksverzekeringsbank zal men daarvan nog
heel wat meer weten te vertellen.
Is nu een zoo ingewikkelde regeling, die
bovendien niet alleen den werkgever zpn tpd
kost, maar ook zpn geld door de uitgebreide
administratie, die er voor noodig is en die hp
althans voor de helft moet betalen, is deze
regeling voor den landbouw noodzakelijk
Nog nergens hebben wjj deze vraag bevesti
gend beantwoord gezien. Inderdaad schjjnt
allereerst de ingewikkelde indeeling in gevaren-
klassen en percentages van onze ongevallenwet
ons overbodig, omdat over 't algemeen de
risico minder uiteen loopt in de verschillende
landbouw- dan in de industrieele ondernemin
gen. Sommigen, (daaronder het lid der Tweede
kamer De Boer, zeker niet de eerste de beste
op dit gebied,) gaan zelfs zoover dat zp elke
onderscheiding overboord werpen. Het komt
ons voor, dat men zoodoende, om den eenvoud
al te zeer te' dienen, de billijkheid zou ver-
waarloozen. Er is toch ook bp den landbouw
een vrp groot verschil in gevaar. Om de
uitersten te nemen, men kan den kleinen
keuterboer, die met één oud paard zpn akkertje
ploegt, toch niet gelijkstellen met een groote
veefokker, die vetweiders houdt en jonge paar
den, of een bouwboer, die allerlei machines
gebruikt voor zpn bedrpf.
Scheert men alles over één kam, dan moeten
de eersten betalen voor het grooter gevaar in
de onderneming der laatsten. Buiten een
indeeling in eenige klassen, al zpn 't er maar
drie, zal men het o. i. moeilijk kunnen stellen
Tweede vereenvoudigingonze werkgevers
moeten loonlpsten aanhouden, geen kleinig
heid in een eenigszins groote onderneming. De
ljjBten strekken tot basis zoowel van de be
rekening der premie als van een eventueele
schadeloosstellingvoor de eerste omdat zp
het totaal aangeven van het door den werk
gever uitbetaalde loon, voor de tweede, om
dat er tevens uit bljjkt wat ieder werkman
afzonderljjk verdient. Op de volgende wjjze
wil men deze loonlpsten op het voetspoor van
Duitschland overbodig maken. Yoor verschil
lende categoriën van arbeiders en voor ver
schillende streken wordt door de regeering
een bedrag vastgesteld, dat als loon voor die
werklieden zal gelden. Dit gemiddelde loon
dient als grondslag voor de vastelling der
schadeloosstellingen bp een ongeval.
Ook voor de berekening van het totaal-be
drag der door een werkgever uitgekeerde
loonen, waaruit weer zpn premie moet worden
becijferd, neemt men een uniforme regeling.
Er wordt n.l. vastgesteld hoeveel dagen en
hoeveel werklieden gemiddeld moeten werken
op een bepaalde grondsoort en in een bepaalde
soort van bedrpf, per jaar en per H.A. Daarbjj
worden de arbeidsdagen van jeugdige personen
en vrouwen tot die van mannen herleid. Wan
neer b.v. voor de bebouwing van een H.A.
kleigrond x volwassen werklieden ij dagen per
jaar moeten werken, zegt men in Duitschland
dat de Arbeitsbedarf van zoo'n H.A. x X ij
arbeidsdagen bedraagt.
Stel nu dat een boereplaats p H.A. van dien
kleigrond beslaat, dan beloopt de Arbeitsbedar/
dier onderneming p X x X ij arbeidsdagen.
Neem verder aan, dat in zulk een onderneming
het gemiddelde dagloon is vastgesteld op q
guldens, dan wordt de werkgever per jaar ge
acht p X X- ij X q gulden aan loon uit te
betalen. Stel eindelpk dat hp van eiken
gulden loon r gulden premie moet betalen,
dan bedraagt zpn geheele premie p X x X
X q X f gulden. Op deze wpze is die premie
door een vermenigvuldiging van bekende fac
toren door het bankbestuur te berekenen en
aan den werkgever mede te deelen. Immers
men vermenigvuldigt, om het nog eens te
zeggen, de grootte der boerenplaats met het
aantal volwassen werklieden dat er per H.A.
noodig is, met het aantal dagen dat er per
jaar gearbeid moet worden door die werklieden,
met het loon dat in die streek volwassen
werklieden gemiddeld verdienen, eindelpk met
het bedrag dat van eiken gulden loon in dit
soort bedrpf aan premie moet worden betaald j
alle gegevens, die ten kantore der bank be
kend kunnen zpn.
Daarop is geen peil te trekkenmaar zeker
de stjjging nog niet uit met het tiende
jaar, getuige onderstaande statistiek, waarin
zpn opgenomen de totalen der ongevallen en
der uitgekeerde bedragen in alle bedrpven te
samen.
Jarex.
Totaal Bedragen.
Ongevallen.
1886 1.915.366,24 1 10.540
1887 5.932.930,09 17.102
1888 9.681.447,°" 21.057
1889 14.464.333,16 31.019
1890 20.315.319," 41.420
1891 26.426.377,05 50.507
1892 1 32.340.177," 54.827
1893 38.163.770," 61.874
1894 1 44.281.753,71 68.677
1895 50.125.782," 74.467
1896 57.154.397,58 85.272
1897 63.973.547,77 94.171
1898 71.138.729,°4 96.774
1899 78.680.632,52 104.811
1900 86.649.946.13 106.447
1901 98.555.868,57 116.089
1902 J 107.443.326,27 j 119.901
De lezer ziet, hoeveel sneller de cpfers der
schadeloosstellingen stjjgen dan die der on
gevallen om de boven aangehaalde redenen.
In deze statistiek nu is het jaar 1895 het
tiende. De uitkeeringen bedroegen toen ruim
vjjftig millioen. Maar in het jaar 1902, het]
zeventiende, waren de uitgaven nog steeds,
snel stpgendeze bedroegen toen meer dan
tweemaal zooveel. Als we ook deze cpfers op
Nederland gaan toepassen, komen we tot de
conclusie, dat in het zeventiende jaar al
ongeveer elf ton zou moeten worden op
gebracht.
Het stelsel, dat bp ons gevolgd wordt, en
ons veel beter lpkt, is intusschen een heel
ander. Wanneer volgens dit systeem een blp
vende rente wordt toegekend, wordt terstond
het heele kapitaal afgezonderd, dat noodig zou
zpn voor het koopen van een dergelijke lijf
rente, de zgn. kapitaalwaarde der rente. Bp
dit stelsel, dat van kapitaaldekking, wordt dus
jaarljjks door de werkgevers voor goed afge
rekend met alle in dat jaar toegekende renten.
Ook hier zullen de uitgaven stjjgen, wanneer
de ongevallen toenemen, maar met sneller
dan deze toename. Daarentegen zal reeds he:;
eerste jaar veel meer moeten worden opge
bracht dan bp het stelsel der rente-betaling.
Nog een vereenvoudiging wordt voorgesteld.
De heer De Boer oppert in zpn voren aange
haald artikel het denkbeeld om de premie te
heffen in den vorm van opcenten op de grond
belasting. »Op den duur, zegt hp, zal de
premie op den grondeigenaar worden afgewen
teld. Aan dat onvermjjdeljjk gevolg ontkomen
de grondeigenaren toeh niet en daarom zou het
hun geraden zpn, reeds terstond dezen een-
voudigsten en goedkoopsten vorm te kiezen.''
In een nota voor de algemeene vergadering
van 25 Mei 1904 van het Nederlandsch Land-
bouw-Comité wordt dezelfde weg aangeprezen
en wordt berekend, de cpfers van Duitschland
op Nederland toepassend, dat men van de
belastbare opbrengst der ongebouwde eigen-
dommen in het tiende jaar na de invoering
der wet slechts ruim een half percent (5.4 per
mille) zou hebben te heffen om het benoodigde
geld bp elkander te krpgen, dat het comité
stelt op rond 518 duizend gulden.
De redeneering van het comité is mislei
dend zp zegt wel de waarheid, maar niet de
geheele waarheidwant vergeten wordt te
vermelden, dat volgens het in Duitschland
heerschende stelsel van rentebetaling de jaar
lijks uit te keeren bedragen nog jaren na de
invoering der wet snel zullen stjjgen, veel
sneller dan het percentage der ongevallen. In
't kort zp hier nogmaals herinnerd hoe men
daar te werk gaat.
In Duitschland wordt aan het eind van] ieder
jaar het in dat jaar aan renten betaalde be
drag over de werkgevers omgeslagen. Nu
onderscheide men tusschen de schadeloos
stellingen voor tpdelpke en die voor bljjvende
invaliditeit. De laatste komen elk jaar terug
tot aan den dood van den rentetrekker, de
eerste niet. Over het eerste jaar na de in
voering der verzekering hebben dus de werk
gevers op te brengen de schadeloosstellingen,
toegekend aan lo. de tjjdeljjk invalieden van
het eerste jaar. 2o. de blpvend invalieden
van het eerste jaar. Over het tweede jaar
hebben zjj te betalen de schadeloosstellingen
toegekend aan lo. de tjjdeljjk invalieden van
het tweede jaar2o. de blpvend invalieden
van het eerste jaar3o. de bljj vend invalieden
van het tweede jaar. Na tien jaar zullen ze
hebben op te brengen de schadeloosstellingen
van lo. de tjjdeljjk invalieden van het tiende
jaar 2o. al de blpvend invalieden van het
eerste tot en met het tiende jaar
en dat zal zoo doorgaan, sempre crescendo, tot
dat de rentetrekkers der eerste lichtingen
beginnen heen te gaan. Wanneer zal dat zpn
Het Landbouw-comité heeft nog een grond
om het geld te innen als opcenten op de grond
belasting, behalve het zooeven besproken en
o. i. te licht bevonden motief, dat het bedrag
der premiën gering zal zpn. Door de premie
te brengen ten laste van den grondeigenaar;
zegt het Comité, komt men nog het dichtst
aan het beginsel der Ongevallenwet 1901, dat
den werkgever de premie laat betalen. Immers,
in het afgetrokkene genomen is de
stelling zeer verdedigbaar, dat in theorie
de gezamenlijke grondbezitters de eigenlijke
werkgevers in den landbouw zjjn." Wel mag
het Comité zeggen »in het afgetrokkene" en
»in theorie." Minstens grauw is deze theorie
de grondeigenaar is werkgever. Dan zouden
ook van alle industrieele ondernemingen de
aandeelhouders en geldschieters de werkgevers
zpn.
Nog een ppl heeft de heer De Boer op zpn
boogop den duur zal de premie op den
grondeigenaar worden afgewenteld. Ik waag
het achter deze uitspraak een groot vraag-
teeken te plaatsen. Zoolang, evenals langen
tpd het geval is geweest, de boeren elkander
bjj verhuringen een plaats letterlpk bevechten
zal van dat afwentelen, vrees ik, niet veel
komen
Wil men den grondeigenaar de premie laten
betalen, ons lpkt het uitstekend, maar men
motiveere dezen maatregel niet door te zeggen
dat het maar een bagatel zal zpn (het totaal
bedrag zal waarschijnlijk niet meevallen) oi
dat hp eigenlpk de werkgever is (als zoodanig
kan in den zin der Ongevallenwet alleen be
schouwd worden de boer, die de werklieden
dienst heeft) of dat hjj per slot van reke
nmg de premie toch zal hebben te betalen
(van dat afwentelen zal, vrees ik, voorloopig
niet veel komen). Ik voor mjj zie maar éen
motief om den eigenaar te belasten met de
premiebetaling, en dat is, dat het er bjj hem
gewoonljjk het best af kan.
Vindt men dezen grond niet stevig genoeg,
dan bljjft er o. i. niet anders over, dan de
premie te innen van den boer. Wat de vast'
stelling betreft, deze kan in elk geval geschie
den op de voren door ons aangegeven wpze
zonder dat loonlpsten worden gehouden of de
werkgever zelf iets heeft uit te rekenen, zoo
eenvoudig en dus zoo goedkoop mogelpk.
De algemeene vergadering van het Landbouw
comité ging dan ook in dit opzicht met het voorstel
van het hoofdbestuur niet mee.
Bjj kon. besluit
is benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandsche Leeuw mr J. de Clercq van Weel,
president der arr. rechtbank te Haarlem
wien tevens, op verzoek, eervol ontslag is
verleend uit die betrekking, onder dankbe
tuiging
is benoemd tot president dier rechtbank mr
I. W. Losecaat Vermeer, thans vice-president
van gemeld college
i aan dr A. C. Scheltema, gedurende het
studiejaar 1904/1905, wegens gezondheidsrede
nen, verlof verleend als hoogleeraar aan Poly
technische school, en
is voor het tpdvak van 16 Sept. tot en met
31 Aug. 1905, belast met het geven van onder-
s in de toegepaste mechanica en de gra-
phostatica aan de polytechnische school J.
Klopper, ctviel-ingenieur, thans ingenieur bjj
de M. tot Expl. van St sp. te Utrecht
is bevorderd tot officier in de orde van
Oranje-Nassau de kap. t/z. W. J. de Bruyne,
comm. van het Kon. Instituut voor de marine
te Willemsoord;
zjj benoemd tot ridder in die ordede luit.
t/z. lste kl. J. W. van Aalst, officier-instr. aan
voornoemd Instituutde heer A. Kamp, leeraar
aan voornoemd Instituut; do luit. t/z. lstekl.
G. F. Noordhoek Hegt, off. van politie aan
voornoemd Instituut
is verleend de eere-medaille dier orde in goud
aan den adj.-onderoff. van het korps mariniers
Visser, gedet. bjj voornoemd Instituut; in
zilveraan den serg.-maj.-tit. van het korps
mariniers C. W. Booms, gedet. bp voornoemd
Instituut, en den schrpver-majoor bjj voor
noemd Instituut K. Boerke; in brons: aan den
matroos-oppasser bjj voornoemd Instituut B.
Hoiting, en den matroos lste kl. H. van Deu-
tekom, gedet. bp voornoemd Instituut;
is de heer J. Peelen, oud-assistent-resident
in N.-I., op verzoek, eervol ontheven van de
waarneming der betrekking van referendaris
bjj het Dep. van Koloniën, onder dankbetuiging
zpn benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw: mr C. Th. van Deventer
te 's Gravenhageen mr D. Fock, lid van de
Tweede kamer, te Rotterdam.
Bp beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken is, voor het tpdvak van 16
Sept. tot en met 31 Aug. 1905, benoemd tot
assistent voor de graphostatica aan de Poly
technische school te Delft, J. W. Stoutjesdjjk,
civiel-ingenieur te Amsterdam.
De minister van marine brengt in de St. Ct.
ter kennis van belanghebbenden, dat, in ver
band met den uitslag van het laatst gehouden
examen voor adspirant-administrateur bjj de
zeemacht, de hierna te noemen jongelieden,
gerangschikt naar de bjj het examen gebleken
kundigheden, voor eene benoeming tot adspi
rant-administrateur in aanmerking komen; C.
C. Krieger, N. F. Djjhema, J. J. G. Jas, J. W.
B. Everts en C. de Priester.
Door den minister van koloniën zpn aange
nomen als candidaat-houtvester voor den In-
dischen dienst J. W. Gonggrpp, L. F. R. P.
O. A. Brandts Buys en G. L. te Wechel.
KORTE MBDBDBELINGRN
VERGADERINGEN.
Op de Woensdag te Amsterdam gehouden
eerste vergadering der internationale zeerecht
conferentie maakten de afgevaardigden der
vertegenwoordigende vereenigingen hunne
zienswpzen kenbaar over de vraag of men zal
streven naar unificatie van het Zeerecht dan
wel zich zal bepalen tot het verkrpgen van
erkenning door de Staten van de wet van de
vlag. Ten gunste der eenvormigheid van
recht spraken zich uit het Fransch, Ëngelsch,
Belgisch, Hongaarsch, Italiaansch en in be
ginsel ook het Zweedsch en Noorsch comité.
Daarentegen waren de Duitsche, Nederland
sche en Japansche vereenigingen, alsmede die
der Vereenigde Staten, van oordeel dat het
onderwerp zich niet leent voor eene eenvor
mige wetgeving, doch veeleer in internatio
naal privaatrechtelpken zin moet worden
geregeld.
Ten slotte werd een resolutie aangenomen,
waarbjj de conferentie als haar oordeel te
kennen geeft, dat de conflicten, welke zich
thans voordoen tusschen de verschillende wet
gevingen ten aanzien van kwesties van scheeps-
verband en zakelpke rechten, zpn te voorko
men door een uniforme wet.
Voorts dat het onderwerp naar een commissie
woidt verwezen, die te harertpd voorstellen
zal doen.
W oensdag is te Zwolle de 9e jaarvergadering
van den Christelijken Nationalen Werkmansbond
gehouden.
De vergadering werd gepresideerd door
den heer W. A. Genneken, die in zpn, van
dankbaarheid getuigende openingsrede ook de