V rijdag 16 September. N°. 219. 147° Jaargang. 1904. Middelburg 15 September. BENOEMINGEN, ENZ. MIDIMiLRURGSCHE COURANT. Deze courant verschjjnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 15 Sept. 8 u. vm. 59 gr., 12 u. 66 gr., av. 4 u. 64 gr. F. V e r w a c h tzwakke tot matige Z. W. wind, zwaar bewolkte lncht, weinig verandering in temperatuur. Advertentiên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de Handel, Np verheid en van advertentiên en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende eldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR As,, N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. DE TOEKOMST DER VRIJHEID. Over eene rede van den heer C. A. Zelvelder, schoolopziener in het district Heerenveen, waarin deze een scherp afkeurende kritiek oefende over het ontwerp tot herziening van eenige artikelen der L. O.-wet, schrjjft het Centrum »De heer Zelvelder bljjft met dit alles in de ljjn, waarin hjj zich sinds vele jaren bewogen heeft. Als anti-clericaal en palstaander" van den ouden stempel heeft hp sinds lang zjjn sporen verdiend. Maar met dat al blijft bet toch een sterk stuk, dat een man, die van overheidswege geroepen is, om mede voor de algemeene belangen van het onder wijs te waken, zich op zoo heftige en eenzijdige wij ze durft uitlaten over een door de regeering voorgestelde wet." De Zutph. Crt. vestigt de aandacht van alle vrjjzinnigen op deze uiting van het R.-K. blad. ZÖ bevatten een voorspelling wat er, als de conservatieve bladen bun zin krpgen, voor de deur staat, wanneer de kerkeljjke partpen lang genoeg aan het roer zpn, om rustig hunne denkbeelden tot verwezenlijking te kunnen brengen. Naar allen schpn zullen dan de anti-revolutionnaire en Roomsch-Katholieke schoolopzieners en andere regeeringsambtenaren die het tegenwoordige Kabinet in zoo groot getal benoemt, wel den lof van de coalitie mogen bezingen, maar aan de vrpzinnigen zal de mond worden gesnoerd. O, schoon vooruitzicht, dat mjj streelt zingen wjj den dichter na. Wat Het Centrum wenscht, ligt anders geheel in de lpn van het tegenwoordig regeerings- systeem. Wp keeren zoo zachtjes aan terug tot, of liever wp komen in nog erger dagen dan in A875, toen minister Heemskerk den schoolop zieners elke bemoeiing met de verkiezingen verbood. Gelukkig zpn er ook thans mannon, evenals destpds mr J. H. de Laat de Kanter te Goes, die zich flink en ferm tegen dergelpken dwang durven verzetten. Het schjjnt ook dat onder deze regeering het zich vrjj uiten alleen is toegestaan aan schoolopzieners die hare «christelijke" begin selen zpn toegedaan en dat die zelis de vrjjheid hebben om niettegenstaande de Grondwet uitdrukkelijk zegt dat het openbaar onderwjjs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering en dus ook van hare ambtenaren die daarover gesteld zpn de openbare school en hare onderwijzers aan te vallen en af te breken. Heerljjke voorproefjes;,inderdaad van de cle- ricale tyrannie, die on'S te wachten staat heel de linkerzjjde, die zich bp een vroegere gelegenheid eenparig voor het beginsel heeft uitgesproken in de Tweede Kamer, beseffen zal dat, ook wanneer volgens sommigen om utili- teits-redenen het onderwerp wellicht beter verschoven ware tot na de stembus van 1905, zich solidair te toonen op dit hoogst gewich tig punt van vrijzinnige staatkunde plicht is en eisch van een verstandige oppositie. De liberale partpen gematigden, geavan- ceerden, radicalen zp hebben zich in de bestaande omstandigheden voor alles reken schap te geven van de eischen eener beleidvolle tactiek. Het woord van den oud-minister Pier- son, dat naar liberale concentratie moet worden gestreefd, is, nu meer dan ooit, een beharti genswaardige wenk, waaraan allen, die de ern stige gevaren van het heerschend regime ge voelen en inzien, waarde hebben te hechten. EEN JUIST WOORD. De Haagsche briefschrijver van de Zaan- landsche Crt. wjjst op de beteekenis van de Zondag jl. te 's Hage gehouden groote mee ting voor algemeen stemrecht. En al had de meeting ook een min of meer uitslui tend socialistisch karakter, ze heeit den schrjjver, er niet minder duidelijk om bewezen, dat de begeerte naar de definitieve oplossing van het electoraal vraagstuk meer en meer bp den Nederlandschen werkman doordringt. Het staat vast dat er, naast de 6 of 700 socialistische betoogers van de Haagsche demon' stratie, misschien tienmaal zooveel zpn van andere richting, liberalen en christelpk-demo- cratiBchen, die even vurig naar het algemeen stemrecht verlangen. Nu kan de tegenwoor dige Regeering, sterk in 't besef dat zp, de meerderheid in de beide Kamers achter zich hebbende, alles kan doen en laten wat haar goeddunkt en in 't belang van haar partjj of partjj-groepeering, voor het verschjjnsel het oog sluitenmaar op den duur zal dat zelfs onmogelpk bljjken het is steeds een verder felijke politiek gebleken, om, tegen den was- senden stroom in, de ontwikkeling der staats instellingen van een vrp land te belemmeren. Men mag er zich dan ook stellig op voor' bereiden dat, hetzjj bp de in 't verschiet lig gende behandeling van de voorstellen-Drucker c. s. en Troelstra c. s. tot Grondwetsherziening, hetzp bp een andere zich daarvoor wellicht nog eerder voordoende gelegenheid adres van antwoord op de troonrede of algemeen begrootingsdebat de quaestie van het alge meen kiesrecht met ernst op den voorgrond zal worden gebracht. En mocht dat geschieden, dan hoop ik dat DE LANDBOUW EN DE ONGEVALLEN VERZEKERING. Het Sociaal Weekblad zet zpn beschouwing over dit onderwerp voort. In zpn vorig artikel toonde het blad aan, dat de landbouw niet ongevaarlpk is voor den werkman, zelfs veel gevaarlpker dan menigeen denkt, en dat in Duitschland in de laatste jaren niet minder dan twee ongevallen voor kwamen bjj den landbouw tegen drie bp de industrie. De noodzakelijkheid irouwens om den landarbeider tegen ongevallen te ver zekeren, werd bp het tot stand komen der tegenwoordige wet ook door de regeering niet betwijfeld. Zp verzette zich tegen een amen dement, strekkende om in art. 10 de bedrpven van landbouw, veehouderjj, tuinbouw, bosch- bouw en verveenderjj op te nemen, op grond dat aan gelpktpdige invoering der ongevallen verzekering voor deD landbouw en de industrie groote, practische moeilijkheden waren ver bonden. Daarbjj kwam een ander bezwaar dat de tegenwoordige regeling der ongevallen verzekering misschien geschikt was voor de industrie, maar zeker niet voor den landbouw. En zoo viel het amendement met een kleine meerderheid (38 tegen 35 stemmen). Het laatste bezwaar komt ons veel ernstiger voor dan het eerste. Aan onze regeling, het kan niet ontkend worden, is een onmetelijke omslag verbonden, een paperassen-hoop, die voor een administratief ontwikkeld mensch niet te hoog is, maar die de groote massa kleinere industrieelen in niet geringe verle genheid brengt. Men moet, zooals schrjjver dezes, dagelijks de wanhopige gezichten hebben gezien van timmermans-, metselaars-, bliksla- gersbaasjes en van schippers, vooral van schip pers, wanneer ze om inlichtingen komen »op het kantoor van het beroep van de Rijksver zekeringsbank", omdat ze een waarschuwing hebben gekregen om te betalen, maar hun niet gezegd is hoeveel ze hebben af te dragen, om te beseffen, dat iets van hen gevergd wordt dat boven hen krachten gaat. Het bjjhouden van een loonlpst, hoe eenvoudig feiteljjk ook, en het vermenigvuldigen met een premieper centage, dat zes cpfers achter het decimaal teeken vertoont, zpn dingen die velen niet eens probeeren. En dat mag men nu belachelpk vinden, maar 't is niettemin waar. Aan de Rijksverzekeringsbank zal men daarvan nog heel wat meer weten te vertellen. Is nu een zoo ingewikkelde regeling, die bovendien niet alleen den werkgever zpn tpd kost, maar ook zpn geld door de uitgebreide administratie, die er voor noodig is en die hp althans voor de helft moet betalen, is deze regeling voor den landbouw noodzakelijk Nog nergens hebben wjj deze vraag bevesti gend beantwoord gezien. Inderdaad schjjnt allereerst de ingewikkelde indeeling in gevaren- klassen en percentages van onze ongevallenwet ons overbodig, omdat over 't algemeen de risico minder uiteen loopt in de verschillende landbouw- dan in de industrieele ondernemin gen. Sommigen, (daaronder het lid der Tweede kamer De Boer, zeker niet de eerste de beste op dit gebied,) gaan zelfs zoover dat zp elke onderscheiding overboord werpen. Het komt ons voor, dat men zoodoende, om den eenvoud al te zeer te' dienen, de billijkheid zou ver- waarloozen. Er is toch ook bp den landbouw een vrp groot verschil in gevaar. Om de uitersten te nemen, men kan den kleinen keuterboer, die met één oud paard zpn akkertje ploegt, toch niet gelijkstellen met een groote veefokker, die vetweiders houdt en jonge paar den, of een bouwboer, die allerlei machines gebruikt voor zpn bedrpf. Scheert men alles over één kam, dan moeten de eersten betalen voor het grooter gevaar in de onderneming der laatsten. Buiten een indeeling in eenige klassen, al zpn 't er maar drie, zal men het o. i. moeilijk kunnen stellen Tweede vereenvoudigingonze werkgevers moeten loonlpsten aanhouden, geen kleinig heid in een eenigszins groote onderneming. De ljjBten strekken tot basis zoowel van de be rekening der premie als van een eventueele schadeloosstellingvoor de eerste omdat zp het totaal aangeven van het door den werk gever uitbetaalde loon, voor de tweede, om dat er tevens uit bljjkt wat ieder werkman afzonderljjk verdient. Op de volgende wjjze wil men deze loonlpsten op het voetspoor van Duitschland overbodig maken. Yoor verschil lende categoriën van arbeiders en voor ver schillende streken wordt door de regeering een bedrag vastgesteld, dat als loon voor die werklieden zal gelden. Dit gemiddelde loon dient als grondslag voor de vastelling der schadeloosstellingen bp een ongeval. Ook voor de berekening van het totaal-be drag der door een werkgever uitgekeerde loonen, waaruit weer zpn premie moet worden becijferd, neemt men een uniforme regeling. Er wordt n.l. vastgesteld hoeveel dagen en hoeveel werklieden gemiddeld moeten werken op een bepaalde grondsoort en in een bepaalde soort van bedrpf, per jaar en per H.A. Daarbjj worden de arbeidsdagen van jeugdige personen en vrouwen tot die van mannen herleid. Wan neer b.v. voor de bebouwing van een H.A. kleigrond x volwassen werklieden ij dagen per jaar moeten werken, zegt men in Duitschland dat de Arbeitsbedarf van zoo'n H.A. x X ij arbeidsdagen bedraagt. Stel nu dat een boereplaats p H.A. van dien kleigrond beslaat, dan beloopt de Arbeitsbedar/ dier onderneming p X x X ij arbeidsdagen. Neem verder aan, dat in zulk een onderneming het gemiddelde dagloon is vastgesteld op q guldens, dan wordt de werkgever per jaar ge acht p X X- ij X q gulden aan loon uit te betalen. Stel eindelpk dat hp van eiken gulden loon r gulden premie moet betalen, dan bedraagt zpn geheele premie p X x X X q X f gulden. Op deze wpze is die premie door een vermenigvuldiging van bekende fac toren door het bankbestuur te berekenen en aan den werkgever mede te deelen. Immers men vermenigvuldigt, om het nog eens te zeggen, de grootte der boerenplaats met het aantal volwassen werklieden dat er per H.A. noodig is, met het aantal dagen dat er per jaar gearbeid moet worden door die werklieden, met het loon dat in die streek volwassen werklieden gemiddeld verdienen, eindelpk met het bedrag dat van eiken gulden loon in dit soort bedrpf aan premie moet worden betaald j alle gegevens, die ten kantore der bank be kend kunnen zpn. Daarop is geen peil te trekkenmaar zeker de stjjging nog niet uit met het tiende jaar, getuige onderstaande statistiek, waarin zpn opgenomen de totalen der ongevallen en der uitgekeerde bedragen in alle bedrpven te samen. Jarex. Totaal Bedragen. Ongevallen. 1886 1.915.366,24 1 10.540 1887 5.932.930,09 17.102 1888 9.681.447,°" 21.057 1889 14.464.333,16 31.019 1890 20.315.319," 41.420 1891 26.426.377,05 50.507 1892 1 32.340.177," 54.827 1893 38.163.770," 61.874 1894 1 44.281.753,71 68.677 1895 50.125.782," 74.467 1896 57.154.397,58 85.272 1897 63.973.547,77 94.171 1898 71.138.729,°4 96.774 1899 78.680.632,52 104.811 1900 86.649.946.13 106.447 1901 98.555.868,57 116.089 1902 J 107.443.326,27 j 119.901 De lezer ziet, hoeveel sneller de cpfers der schadeloosstellingen stjjgen dan die der on gevallen om de boven aangehaalde redenen. In deze statistiek nu is het jaar 1895 het tiende. De uitkeeringen bedroegen toen ruim vjjftig millioen. Maar in het jaar 1902, het] zeventiende, waren de uitgaven nog steeds, snel stpgendeze bedroegen toen meer dan tweemaal zooveel. Als we ook deze cpfers op Nederland gaan toepassen, komen we tot de conclusie, dat in het zeventiende jaar al ongeveer elf ton zou moeten worden op gebracht. Het stelsel, dat bp ons gevolgd wordt, en ons veel beter lpkt, is intusschen een heel ander. Wanneer volgens dit systeem een blp vende rente wordt toegekend, wordt terstond het heele kapitaal afgezonderd, dat noodig zou zpn voor het koopen van een dergelijke lijf rente, de zgn. kapitaalwaarde der rente. Bp dit stelsel, dat van kapitaaldekking, wordt dus jaarljjks door de werkgevers voor goed afge rekend met alle in dat jaar toegekende renten. Ook hier zullen de uitgaven stjjgen, wanneer de ongevallen toenemen, maar met sneller dan deze toename. Daarentegen zal reeds he:; eerste jaar veel meer moeten worden opge bracht dan bp het stelsel der rente-betaling. Nog een vereenvoudiging wordt voorgesteld. De heer De Boer oppert in zpn voren aange haald artikel het denkbeeld om de premie te heffen in den vorm van opcenten op de grond belasting. »Op den duur, zegt hp, zal de premie op den grondeigenaar worden afgewen teld. Aan dat onvermjjdeljjk gevolg ontkomen de grondeigenaren toeh niet en daarom zou het hun geraden zpn, reeds terstond dezen een- voudigsten en goedkoopsten vorm te kiezen.'' In een nota voor de algemeene vergadering van 25 Mei 1904 van het Nederlandsch Land- bouw-Comité wordt dezelfde weg aangeprezen en wordt berekend, de cpfers van Duitschland op Nederland toepassend, dat men van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigen- dommen in het tiende jaar na de invoering der wet slechts ruim een half percent (5.4 per mille) zou hebben te heffen om het benoodigde geld bp elkander te krpgen, dat het comité stelt op rond 518 duizend gulden. De redeneering van het comité is mislei dend zp zegt wel de waarheid, maar niet de geheele waarheidwant vergeten wordt te vermelden, dat volgens het in Duitschland heerschende stelsel van rentebetaling de jaar lijks uit te keeren bedragen nog jaren na de invoering der wet snel zullen stjjgen, veel sneller dan het percentage der ongevallen. In 't kort zp hier nogmaals herinnerd hoe men daar te werk gaat. In Duitschland wordt aan het eind van] ieder jaar het in dat jaar aan renten betaalde be drag over de werkgevers omgeslagen. Nu onderscheide men tusschen de schadeloos stellingen voor tpdelpke en die voor bljjvende invaliditeit. De laatste komen elk jaar terug tot aan den dood van den rentetrekker, de eerste niet. Over het eerste jaar na de in voering der verzekering hebben dus de werk gevers op te brengen de schadeloosstellingen, toegekend aan lo. de tjjdeljjk invalieden van het eerste jaar. 2o. de blpvend invalieden van het eerste jaar. Over het tweede jaar hebben zjj te betalen de schadeloosstellingen toegekend aan lo. de tjjdeljjk invalieden van het tweede jaar2o. de blpvend invalieden van het eerste jaar3o. de bljj vend invalieden van het tweede jaar. Na tien jaar zullen ze hebben op te brengen de schadeloosstellingen van lo. de tjjdeljjk invalieden van het tiende jaar 2o. al de blpvend invalieden van het eerste tot en met het tiende jaar en dat zal zoo doorgaan, sempre crescendo, tot dat de rentetrekkers der eerste lichtingen beginnen heen te gaan. Wanneer zal dat zpn Het Landbouw-comité heeft nog een grond om het geld te innen als opcenten op de grond belasting, behalve het zooeven besproken en o. i. te licht bevonden motief, dat het bedrag der premiën gering zal zpn. Door de premie te brengen ten laste van den grondeigenaar; zegt het Comité, komt men nog het dichtst aan het beginsel der Ongevallenwet 1901, dat den werkgever de premie laat betalen. Immers, in het afgetrokkene genomen is de stelling zeer verdedigbaar, dat in theorie de gezamenlijke grondbezitters de eigenlijke werkgevers in den landbouw zjjn." Wel mag het Comité zeggen »in het afgetrokkene" en »in theorie." Minstens grauw is deze theorie de grondeigenaar is werkgever. Dan zouden ook van alle industrieele ondernemingen de aandeelhouders en geldschieters de werkgevers zpn. Nog een ppl heeft de heer De Boer op zpn boogop den duur zal de premie op den grondeigenaar worden afgewenteld. Ik waag het achter deze uitspraak een groot vraag- teeken te plaatsen. Zoolang, evenals langen tpd het geval is geweest, de boeren elkander bjj verhuringen een plaats letterlpk bevechten zal van dat afwentelen, vrees ik, niet veel komen Wil men den grondeigenaar de premie laten betalen, ons lpkt het uitstekend, maar men motiveere dezen maatregel niet door te zeggen dat het maar een bagatel zal zpn (het totaal bedrag zal waarschijnlijk niet meevallen) oi dat hp eigenlpk de werkgever is (als zoodanig kan in den zin der Ongevallenwet alleen be schouwd worden de boer, die de werklieden dienst heeft) of dat hjj per slot van reke nmg de premie toch zal hebben te betalen (van dat afwentelen zal, vrees ik, voorloopig niet veel komen). Ik voor mjj zie maar éen motief om den eigenaar te belasten met de premiebetaling, en dat is, dat het er bjj hem gewoonljjk het best af kan. Vindt men dezen grond niet stevig genoeg, dan bljjft er o. i. niet anders over, dan de premie te innen van den boer. Wat de vast' stelling betreft, deze kan in elk geval geschie den op de voren door ons aangegeven wpze zonder dat loonlpsten worden gehouden of de werkgever zelf iets heeft uit te rekenen, zoo eenvoudig en dus zoo goedkoop mogelpk. De algemeene vergadering van het Landbouw comité ging dan ook in dit opzicht met het voorstel van het hoofdbestuur niet mee. Bjj kon. besluit is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandsche Leeuw mr J. de Clercq van Weel, president der arr. rechtbank te Haarlem wien tevens, op verzoek, eervol ontslag is verleend uit die betrekking, onder dankbe tuiging is benoemd tot president dier rechtbank mr I. W. Losecaat Vermeer, thans vice-president van gemeld college i aan dr A. C. Scheltema, gedurende het studiejaar 1904/1905, wegens gezondheidsrede nen, verlof verleend als hoogleeraar aan Poly technische school, en is voor het tpdvak van 16 Sept. tot en met 31 Aug. 1905, belast met het geven van onder- s in de toegepaste mechanica en de gra- phostatica aan de polytechnische school J. Klopper, ctviel-ingenieur, thans ingenieur bjj de M. tot Expl. van St sp. te Utrecht is bevorderd tot officier in de orde van Oranje-Nassau de kap. t/z. W. J. de Bruyne, comm. van het Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord; zjj benoemd tot ridder in die ordede luit. t/z. lste kl. J. W. van Aalst, officier-instr. aan voornoemd Instituutde heer A. Kamp, leeraar aan voornoemd Instituut; do luit. t/z. lstekl. G. F. Noordhoek Hegt, off. van politie aan voornoemd Instituut is verleend de eere-medaille dier orde in goud aan den adj.-onderoff. van het korps mariniers Visser, gedet. bjj voornoemd Instituut; in zilveraan den serg.-maj.-tit. van het korps mariniers C. W. Booms, gedet. bp voornoemd Instituut, en den schrpver-majoor bjj voor noemd Instituut K. Boerke; in brons: aan den matroos-oppasser bjj voornoemd Instituut B. Hoiting, en den matroos lste kl. H. van Deu- tekom, gedet. bp voornoemd Instituut; is de heer J. Peelen, oud-assistent-resident in N.-I., op verzoek, eervol ontheven van de waarneming der betrekking van referendaris bjj het Dep. van Koloniën, onder dankbetuiging zpn benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw: mr C. Th. van Deventer te 's Gravenhageen mr D. Fock, lid van de Tweede kamer, te Rotterdam. Bp beschikking van den minister van binnen- landsche zaken is, voor het tpdvak van 16 Sept. tot en met 31 Aug. 1905, benoemd tot assistent voor de graphostatica aan de Poly technische school te Delft, J. W. Stoutjesdjjk, civiel-ingenieur te Amsterdam. De minister van marine brengt in de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat, in ver band met den uitslag van het laatst gehouden examen voor adspirant-administrateur bjj de zeemacht, de hierna te noemen jongelieden, gerangschikt naar de bjj het examen gebleken kundigheden, voor eene benoeming tot adspi rant-administrateur in aanmerking komen; C. C. Krieger, N. F. Djjhema, J. J. G. Jas, J. W. B. Everts en C. de Priester. Door den minister van koloniën zpn aange nomen als candidaat-houtvester voor den In- dischen dienst J. W. Gonggrpp, L. F. R. P. O. A. Brandts Buys en G. L. te Wechel. KORTE MBDBDBELINGRN VERGADERINGEN. Op de Woensdag te Amsterdam gehouden eerste vergadering der internationale zeerecht conferentie maakten de afgevaardigden der vertegenwoordigende vereenigingen hunne zienswpzen kenbaar over de vraag of men zal streven naar unificatie van het Zeerecht dan wel zich zal bepalen tot het verkrpgen van erkenning door de Staten van de wet van de vlag. Ten gunste der eenvormigheid van recht spraken zich uit het Fransch, Ëngelsch, Belgisch, Hongaarsch, Italiaansch en in be ginsel ook het Zweedsch en Noorsch comité. Daarentegen waren de Duitsche, Nederland sche en Japansche vereenigingen, alsmede die der Vereenigde Staten, van oordeel dat het onderwerp zich niet leent voor eene eenvor mige wetgeving, doch veeleer in internatio naal privaatrechtelpken zin moet worden geregeld. Ten slotte werd een resolutie aangenomen, waarbjj de conferentie als haar oordeel te kennen geeft, dat de conflicten, welke zich thans voordoen tusschen de verschillende wet gevingen ten aanzien van kwesties van scheeps- verband en zakelpke rechten, zpn te voorko men door een uniforme wet. Voorts dat het onderwerp naar een commissie woidt verwezen, die te harertpd voorstellen zal doen. W oensdag is te Zwolle de 9e jaarvergadering van den Christelijken Nationalen Werkmansbond gehouden. De vergadering werd gepresideerd door den heer W. A. Genneken, die in zpn, van dankbaarheid getuigende openingsrede ook de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1