V rijdag 3 Juni. Uit Stad en Provincie. Kameroverzicht. Middelburg 2 Juni BENOEMINGEN, ENZ. RECHTSZAKEN, LANDBOUW. N°. 129. 447e Jaargang. 1904. MIDDELBIRGSCHE COURANT. Deze courant verschjjnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THEKMOMETEK EN VERWACHTING. 2 Juni 8 u. vm 56 gr., 12 u. 57 gr., av. 4 u. 59 gr. F. —Verwacht: winil, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. zwakke tot matige W. Advêrtentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA HAR Ai., N.X. Voorburgwal 366, Amsterdam. Zitting van Woensdag. Hoe dieper de Kamer zich in de drankellende inwerkt, des te meer geraakt zjj in het moeras. Geen half uur kan zjj over een of andere be paling spreken of verwarring en verrassing wisselen elkander beurtelings af, totdat nie mand er meer wjjs uit kan worden en .schor sing" der beraadslaging de eenige uitweg is. Eiken dag komen er nota's van wjjziging; wat met goed fatsoen niet te regelen is, wordt aan een «algemeeuen maatregel van bèstuur'' overgelaten ingrijpende amendementen worden ingediend, leven een half uur en worden dan weder ingetrokken, of wel worden aangehouden, omdat men, alvorens te stemmen, er nog eens over wil nadenkenIn dit kader van wet geving past dan ook volkomen het marchan- deeren met artikels, zooals door dr Kuyper ingevoerd. Licht er dit of dat maar uit, zegt hij, maar dan moet ik er iets anders voor in de plaats krjjgen. Tot welk een paskwil dit alles leiden moet, behoeft wel geen nader betoog. Evenmin dat het op die manier bjjna onmogelijk is een geregeld overzicht van het gesprokene te geven. Zoo bv. nu weder heden. Art. 9 schrijft voor, dat de tapper in het huis moet wonen, waarin hjj zjjn bedrjjf uit oefent, m. a. w. hjj mag niet elders wonen, ook al is het huis voor bewoning ongeschikt. De heeren Ter Laan en Passtoors vonden dit al te bar en kregen van dr Kuyper gedaan, dat de tapper elders mag wonen mits hp maar zelf het bedrjjf uitoefent. Hjj zou het kunnen verpachten en dat mocht niet. In welk ver band deze mogelijkheid nu met de bestrijding van het «jeneverkwaad" staat, is niet erg dui delijk. Dit in een drankwet-mysterie, zooals er reeds velen zijn. Maar nu komt een staaltje van wetgeving, waarop wjj hierboven doelden. Onder 7 van hetzelfde artikel is sprake van intrekking van vergunning, aan sociëteiten verleend. Deze kan plaats hebben als er in strjjd met de statuten wordt gehandeld. Volgens art. 3a moeten die aan (led. Staten worden overgelegd en zoo zjjn ingericht dat geen pseudo-societeiten daarvan kunnen profiteeren. Nu achtte de heer Fock dat art. 9 allerlei onmogelijke toestanden in het leven zou roepen. Zoo b. v. zou in een socië teitsgebouw nimmer een vergadering of bjjeen- komst kunnen plaats hebben van niet-leden, die daarbjj sterken drank zouden willen nut tigen. Dit werd beaamd door dr Kuyper, die daarom de vergunning wilde laten vervallen na .herhaalde overtredingen". Volgde een ver ward debat, waaraan ook de heeren Talma, Borgesius deelnemen, over die «herhaalde overtredingen". De heer Troelstra ergerde zich aan dit gepeuter en zeide dat die «pseudo- societeiten," die dan bjj die «herhaalde over tredingen" wel het meest in aanmerking zouden komen, hier niets ter zake doen. En het slot van al dit heen en weer gepraat was schorsing der beraadslaging, en morgen wel licht heropening van de discussie over art. 3a Zoo gaat het nu een cirkelgangetje rond. Den eenen dag wordt opgebouwd, den volgenden dag wil men weder afbreken. Juister gezegd om op te bouwen moet eerst weder afgebroken worden. Precies hetzelfde verschijnsel deed zich heden voor bp de drankcommissies. Nadat deze commissies door de Kamer waren toegestaan de regeering had natuurljjk bjj nota van wjjziging deze commissies zoo om schuldig gemaakt door ze niet imperatief voor te schrjjven maar facultatief aan de gemeente raden over te laten, zoodat alle oppositie staakte werd bp art. 10 een amendement- Janssen-Bolsius verdedigd om de bevoegdheid dezer commissies te beperken in dier voege, dat zjj geen recht zullen hebben om bij Ged. Staten of burg. en weth. overtredingen aan te wjjzen, die het vervallen van de vergunning ten gevolge kunnen hebben. Met het mooie woord van Selfgovernment en beroep op «billjjkheid en recht" werd deze nieuwe instelling door den minister verdedigd. Het amendement werd ten slotte met 44 tegen 36 stemmen verworpen, maar het had weinig gescheeld of de beraadslaging over art, 9 (instelling der commissies), dat vóór dien met 44 tegen 33 stemmen was aangenomen was wederom heropend geworden. De Kamer is bljjven steken in de discussie over de «verloven". De bierhuizen zjjn dus aan de orde. Daarover morgen. In de morgenuren werd een initiatief-wets ontwerp van de heeren Van Raalte e. s., voor stellende een wjjziging van het Wetboek, van Burgerljjke Rechtsvordering betreffende het getuigenverhoor, behandeld. De minister van justitie stelde daarop een paar redactiewijzigingen voor, die namens de voorstellers werden aangenomen, waarna de verdere behandeling en stemming tot morgen werden aangehouden. Het wachtwoord van heden was dus«schor- n" en «aanhouden." VRIJHEID OP HET GEBIED VAN DEN HANDEL. Van de vereeniging Het Vrije Ruilverkeer ontvingen wjj weder een blaadje, getiteld Richard Cobden 18041865), met vefzoek dit geheel af te drukken. Wjj kunnen hieraan heden wegens plaats gebrek niet voldoen en stellen het daarom uit tot een volgend nomruer. Alleen willen wjj thans het slot van het geschriftje opnemen. Dit luidt De eenige belooning die ik begeer, schreef Cobden in ant woord op het aanbod om als minister op te treden, dat hp van de hand wees «is dat ik moge blijven leven om ge tuige te zjjn van een verbetering in de be trekkingen tusschen de twee groote nabuur- staten (Engeland en Frankrpk), die door he^ handelsverdrag (tusschen beide gesloten) nauwer worden verbonden. Het was hem echter niet gegeven zjjn wenseh voor nog talrpke jaren te zien vervuld, en de zegenrijke gevolgen van het stelsel der vrjj- heid van handel in vollen omvang te kunnen aanschouwen. Te midden van zjjn werk stier: hjj den 2den April 1865 te Londen. Behoeven de resultaten van zjjn arbeid nog te worden bewezen? Moet dan nog steeds bewjjs worden geleverd voor wat door een ieder, wiens oog niet door baatzucht en eigen belang is verblind, kan worden waargenomen «Er is geen woonstede in het land", aldus werd bij de onthulling van Cobden's stand beeld te Bradford gezegd, »waar door zpn werk meer levensgenot is gekomen, geen hut waar van de bewoners niet meer werk hebben gekregen en voor wie, naast een ruimere keuze van goedkoopere levensbehoeften, de loonen niet zpn verhoogd." Heeft Cobden dan te vergeefs geleefd en ge werkt zou men bjjna geneigd zpn te vragen, waar men ziet dat ook hier te lande pogingen worden gedaan de protectie weer binnen te halen Wjj weigeren zulks te geloovep. Veeleer mag worden (vertrouwd dat ook hier Cobden's geest zal bljjken te leven, dat met warmte zal worden gestreden voor het behoud van de vrpheid ook op het gebied van den handel, dat men ook hier wenscht tè streven naar het grootsche doel van den man van Vrjjhandel en Vrede tusschen de volken der aarde. HOE MEN GESCHIEDENIS SCHRIJFT. Toen De Standaard dezer dagen bitterlpk klaagde over den toon van de oppositie tegen het ministerie in en buiten de pers, gaf zpne redactie daarbjj het volgende historisch betoog ten beste «De christelpke partjjen waren een halve eeuw lang, 37a jaar niet inbegrepen, opposi tie geweestde groepen links hadden die halve eeuw lang het bewind gevoerd." Dezelfde legende werd in 1888 verspreid toen het Kabinet-Mackay, dat dan de 37a jaar niet-liberale heerschappij zou vormen, aan het bewind kwam. Waar haalt men die historische onwaarheid toch vandaan, vraagt het Sociaal Weekblad. Liberale ministeries waren er van 1849-1853,1862-1866,1868-1874,1877-1879, 1891—1898, d. i. op een halve eeuw (1848—1898) drie en twintig jaar. of de kleinste helft. Dat klinkt anders dan 50 jaar op 37a na! Het blad komt verder zeggen dat men aan een kabinet, «zoo goed als geheel uit aan bewindvoering vreemde personen gevormd", niet dezelfde eischen mag stellen als aan een dat saamgesteld is uit «in 's lands dienst vergrjjsde staatslieden." Als dat waar is, geldt het al weer voor de meeste vrjjzinnige ministers in gelpke mate. Want hoeveel, of liever hoe weinig zpn er aan te wpzen die tweemaal minister zjjn geweest Het komt ons voor dat de door de De Stan daard opgeworpen exceptie alleen geldt voor nieuwe mannen, niet voor een ministerie, welks leden voor een groot deel èf in 't Par lement öf in staatsdienst jarenlang aan de wetgevende machine hebben meegewerkt. Bp kon. besluit zpn benoemd bjj het wapen der infanterie bp het 2e reg. tot luitenant-kolonel de majoor A. J. A. Opstelten, van het korpsbjj het 4e reg. tot kapitein de eerste-luitenant M. D. J de Jongh, adj. bp het 5e reg.; bp het 8e reg, tot luit.-kol. de majoor J. Witteveen, van het korpsbjj het wapen der cav. bjj het 2e reg huzaren, tot ritmeester de eerste-luit. F. A, Broers, van het 3e reg, huzarenbp het wapen der art. bp het 4e reg. vest.-art. tot kapitein de eerste-luit. P. J. H. Joosten, van het 2e reg. veld-art. is de commies der posterpen 2e kl. J. A. F. Damme uit 's rijks dienst ontslagen. Vrijdag verleenen de ministers van buiten- landsche zaken en van koloniën geen audiëntie. Bjj den post- en telegraafdienst in Neder- landsch-Indië kan worde-, geplaatst een gedi plomeerd werktuigkundig, tevens gediplomeerd electro-technisch ingenieur. Practpk in de electro-techniek strekt tot aanbeveling. Zjj. die voor plaatsing in aanmerking wen- schen te komen, behooren zich vóór 20 Juni 1904, bjj gezegeld adres, te wenden tot het departement van koloniën. Voor nadere inlichtingen en de over te leg gen stukken verwjjzen wij naar de StCt. no. 127. Ons Hof heeft voor zeven dagen den lichten rouw aangenomen wegens het overlpden van Z. K. H. den groothertog van Mecklenburg- Strelitz. Bp leden der Zangvereeniging Tot Oefe ning en Uitspanning en andere belangstellenden in het jubilé, dat deze Vereeniging viert, be staat het voornemen om morgen (Vrjjdag) en Zaterdag, ter gelegenheid van het Muziekfeest, onze stad een feestelijk aanzien te geven door üet uitsteken der vlag. Anderen zullen allicht dit voorbeeld volgen. Met een enkel woord deelen we nog mede, dat er voor de repetitie van Zaterdagmorgen nog kaarten beschikbaar zpn, en tevens dat het bestuur den dag te voren zal bekend maken in welke volgorde de stukken alsdan zullen worden gerepeteerd, zoodat de liefhebbers, die om een speciaal stuk komen, niet de geheele repetitie behoeven bp te wonen, terwpl daardoor tevens aan de leden van het koor gelegenheid wordt gegeven alleen voor den duur van de door hen te repeteeren werken aanwezig te zpn. Op ooBigo oohoien alhier is dien morgen vacantie gegeven. De leerlingen hebben dus den tjjd om iets moois te gaan hooren. Onwilkeurig verzuimden wjj in het des betreffende verslag, in ons vorig nommer, te melden dat de zoo fraai geschreven namen, en de calligrapkische opdracht, gevoegd bjj het geschenk dat den heer Joh. Oleuver is toegezegd, het werk waren van den heer A. Pas- senier alhier. Door de kiezers vereeniging Walcheren zjjn heden in haar a 1 h i e r gehouden vergadering candidaat gesteld voor commissarissen in het polderbestuur van Walcheren de vjjf aftredende heeren J. Koene, Biggekerke, W. J. Sprenger en H. W. Allaart, Middelburg, S. Lonwerse, Oostkapelle, en Johs de Visser, Aagtekerke, en ter vervulling van de vacature, onstaan door de benoeming tot raad van den heer A. W. Bs van Berlekom, de heer P. J. Boogaert te Middelburg. De verkiezing zal op 16 en 17 Juni plaats hebben. Het programma voor de matinee, Zondag in den tuin op het Noord-Bolwerk alhier te geven door het muziekkorps der d.d. schut terij, luidt als volgtHeil Europa Marsck v. Blon, Ouverture van de opéra Joseph in Egypte, Méhul, Tout en Rose, Valse de concert, Wald- teufel, Polnischer National Tanz, Seharwenka, Fantasie over Hongaarsche volksliederen en dansen, Necke, Cortege Nuptial uit de opéra Roméo et Juliette, Gounod, American Patrol, Meacham, Fantaisie-Ballet, Montagne, Einzug der Gladiatoren Fucik. De uitvoering begint te half drie uur. Zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer is gemeld, bestaat de aanbe veling voor secretaris der gemeente Middel burg uit de heeren inrs G. J. Sprenger alhier en I. M. J. van Rossem, secretaris te Assen. Door de politie is alhier de hand gelegd op een heer, die tjjdeljjk in onze stad vertoefde en zich schuldig maakte aan open bare schennis van de eerbaarheid. Nadat proces-verbaal tegen hem was opgemaakt, is hjj weder op vrjje voeten gesteld. Woensdag was het 25 jaar geleden, dat de heer Jac. de Theije te Koewacht als onderwijzer in functie trad aan een openbare school aldaar. Vanwege de schoolgaande kin deren,- de oud-leerlingen en het onderwijzend personeel in de gemeente werden hem keurige geschenken aangeboden, waarvoor hp zich zeer dankbaar toonde. Des avonds werden deleden der fanfaren-vereeniging, die den jubilaris een serenade brachten, gul onthaald. In het bp voegsel tot de St. Ct. no 127 zpn opgenomen de statuten van den Roomsck Katholieken Boerenbond van Zeeuwsch-Vlaan deren, Oostelijk deel, te Hulst. Voor den Raad van Beroep, ongevallenwet, werd heden alhier behandeld een zaak tus schen de plaatselijke commissie van toezicht, bedoeld bjj art. 86 der ongevallenwet 1901, te Vlissingen en het bestuur der algemeene verzekeringsbank te Amsterdam, waarin M. Z. M., zeilmaker te Vlissingen, partp van rechts wege was. Dezen is 21 of 22 Juli een ongeval overko men door het vallen van een ladder; hjj viel achterover op zjjn rug en bezeerde zpn linker arm en been. De heer De Koning, arts, heeft hem naar huis laten brengen aan dezen heeft hp gezegd pjjn te, hebben in den linkerarm, waarop de dokter hem onderzocht. M. is vier weken thuis en onder behandeling van den geneesheer geblevenhp is toen aan het werk getogen. Dat werk vlotte echter niet hjj kon het niet volhouden en is 21 September weder naar huis gegaan. Hp was vóór het ongeval gezond en had nimmer last van rheu- matiek. Tpdens hjj werkte, heeft hp èn in den linker- èn in den rechterarm, ook in het been, zoo danige pjjn gehad dat hp moest eindigen met werken. Thans is13 hij nog onbekwaam tot den arbeid. Nadat M. deze mededeeling had gedaan, werd als getuige gehoord de heer De Koning, arts, te Vlissingen. Deze is na het ongeval geroepen bjj M. en heeft hem onderzocht. Hjj heeft geconstateerd dat de linkerarm gekneusd was en ook het rechterbeen. De ongesteldheid heeft het ge wone verloop gehad, is in den normalen tijd genezen en op 22 Augustus heeft getuige hem verlof tot hervatting van den arbeid gegeven. 21 September is M. opnieuw bp hem geko men met de mededeeling dat hjj niet meer werken kon en toen klaagde hp speciaal over den rechterarm. Getuige constateerde toen stjjfheid in dat lichaamsdeel, maar was eerst van meening dat dit niet een gevolg is geweest van het ongeval. Thans is hij echter van idee «munaoiJ en van oordeel dat de stjjfheid van den arm mogeljjk wel, zoo niet ontstaan, dan toch ver ergerd is door het ongeval. Er ban daar tus schen verband bestaan, wat getuige op medische gronden aantoonde. Naar de getuige-deskundige meent, bestond er een zekere graad van stptheid vóór het ongeval gebeurde. Getuige acht M. thans geheel onbekwaam voor zwaar werkvoor licht werk is hjj ech ter, naar zpne meening, wel geschikt. De tweede getuige, de heer Bejjers, eveneens geneesheer te Vlissingen, deelde mede dat M., na het werk weer neergelegd te hebben, hem heeft verklaard pjjn té" gevoelen vooral in den rechterarm waarop hjj niet gevallen was. Getuige heeft M. onderzocht en de stpfheid en de ppn toegeschreven aan rheumatische aandoeningen. Hjj gaf echter de mogelijkheid toe dat de stpfheid in de gewrichten, waaraan M. ljjdt, door het ongeval is verergerd. Hjj acht hem thans onbekwaam tot werken. Wjjl de derde getuige niet tegenwoordig was werd de zitting gedurende eenigen tjjd geschorst. Nadat de derde getuige, de heer Bolle, arts te Middelburg, was verschenen, werd de zit ting voortgezet. De heer Bolle verklaarde van oordeel te zpn dat M. bjj den val zoowel den linker als den rechterarm heeft beleedigd, tengevolge waarvan een groote factor tot het uitvoeren van arbeid is verloren gegaan. Of de stjjfheid, waaraan M. ljjdt, verergerd is door het hem overkomen ongeval, kan ge tuige niet onder eede verklaren. Getuige was van oordeel dat M. bekwaam is voor alle werk, dat met de onderarmen kan verricht worden, doch ongeschikt voor dat waarbjj de bovenarmen moeten worden ge bruikt. Na dit verhoor werd door den voorzitter het onderzoek gesloten verklaard en de uitspraak bepaald op Zaterdag over acht dagen. In dezelfde zitting werd uitspraak gedaan in de zaak van L. Caljouw te Middel burg, die in beroep was gekomen tegen de beslissing van het bestuur der Rjjksverzeke ringsbank, waarbp, op grond dat hjj uitoefent de bedrjjven van huisschilder en glazenmaker, loodgieter en zinkwerker, metselaar en tim merman uitsluitend bjj bouwwerken, zpn on derneming wordt ingedeeld in gevarenklasse XI met toewjjzing van ge varenpercentage 40, De raad van beroep heeft die beslissing vernietigd en verklaard dat zoowel de aan gifte van L. Caljouw, als de indeeling van diens onderneming door de Rpksverzekerings bank in een gevarenklasse met toewjjzing van een gevarenpercentage ten onrechte is ge schied. Nog werd uitspraak gedaan in zake I. Piepte, te Nieuw en St. Joosland, eischer, tegen het bestuur der Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, gedaagde. De Raad van beroep overwoog dat de eischer in beroep is gekomen tegen een beslissing van het bestuur der Rjjksverzekeringbank, waarbp de door hem gevraagde schadeloosstelling ter zake van het hem 28 Dec. 1903 overkomen ongeval niet werd toegekend, en heeft gevor derd 30 voor geneeskundige behandeling en bp geleverde verbandstoffen en verder 70 van zpn dagloon a 1 voor iederen werkdag, dat hjj door het ongeval verhinderd was te werken, zjjnde van 28 Dec. 1903 tot en met 20 Maart 1904. Verder dat eischer zpn vordering hierop grondde, dat het ongeval hem zou zjjn over komen in het verzekeringplichtig stalhouders- bedrjjf van zpn werkgever A. Bliek, daar het ongeval is geschied terwpl hjj bezig was mest uit den paardenstal van Bliek te vervoeren en te brengen naar en op diens land. Voorts dat het bestuur der Rijksverzekerings bank bp contra-memorie heeft geconcludeerd tot ontzegging der vordering, omdat het on geval Piepte zou zjjn overkomen in het niet verzekeringplichtig landbouwbedrijf van zpn werkgever. De Raad overwoog vervolgens dat het geschil tusschen partpen hierin be staat of Piepte, toen hem het ongeval over kwam, werkzaam was in het verzekeringplich tig stalhoudersbedrjjf of in het niet verzeke ringplichtig landbouwbedrijf dat de Raad op grond van de processtukken en de verklaringen der gehoorde getuigen als feiteljjk vaststaande aanneemt dat Plejjte's werkgever Bliek uitoefent de bedrjjven van stalhouder en landbouwer; dat hjj in December jl. drie paarden had en een zestal koeiendat de mest, van paarden en vee afkomstig, gebracht wordt uit den stal in den mestput op het erf; dat op 28 Dec. Piepte den mest uit den mestput moest ver voeren naar het bouwland, dat Bliek in ge bruik heeft, dien mest op dat bouwland op hoopen af moest laden en- l«i«. tsi i«ua moest verspreidendat Pleijte, met een voer mest op het land gekomen, gevallen en met zjjn linkerarm onder een der wielen geraakt is, tengevolge waarvan die arm is gebroken dat de Raad op grond van deze feiten met het bestuur der Rijksverzekeringsbank van oordeel is dat het ongeval Piepte niet is over komen in het verzekeringplichtig stalhouders bedrjjf maar in het niet verzekeringplichtig landbouwbedrijf, daar het uitrijden van mest uit den mestput naar het bouwland van den werkgever moet geacht worden te behooren tot de landbouwers werkzaamheden dat mitsdien Piepte terecht de gevraagde schadeloosstelling is geweigerd. De Raad bevestigde de beslissing van het bestuur der Rijksverzekeringsbank, waarbp aan J. Piepte de gevraagde schadeloosstelling niet wordt toegekend. Een bezembinder en bekend strooper te Eeht, door de rechtbank te 's Hertogenbosch vrijgesproken van een hem ten laste gelegden moord op een jachtopziener te Well gepleegd, stond Woensdag in hooger beroep voor ditzelfde feit als beklaagde voor het gerechtshof te 's Hertogenbosch, aangezien de officier van -ustitie tegen het hem vrijsprekend vonnis hooger beroep had aangeteekend. Een 18-tal getuigen, in deze zaak, opnieuw gehoord, brachten geen nieuw licht. De bezem binder had zich geen verdediger verzekerd en op den eiseh van het O. M. tot schuldig-ver klaring en veroordeelmg van beklaagde tot eene gevangenisstraf van 15 jaren, een eisch ook voor de rechtbank gedaan, met onmiddel lijke inhechtenisneming van beklaagde, zal het gerechtshof over 14 dagen antwoorden, maar de onmiddellijke gevangenneming werd geweigerd. De arr.-rechtbank te Zutphen veroordeelde Woensdag tot 10 maanden gevangenisstraf on der aftrek der preventieve hechtenis en ont zetting voor den tpd van 5 jaren van het recht rijksveldwachter te zpn, W. K., rijksveld wachter te Hengelo (G.), thans gedetineerd, wegens het plegen van valschheid in eene authentieke acte (procesverbaal) en het op zettelijk gebruik maken van deze acte. De eisch was gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden, onder aftrek der preventieve hechtenis, en met ontzetting uit zpn ambt als rijksveldwachter. Bljjkens het verslag van het Rijksland- bouwproefstatioen te Goes over 1902 bleef de gewone controle van kunstmesfoffen en krachtvoedermiddelen tegenover de beide laatste jaren min of meer stationnair. Het totaal der quantitatieve bepalingen bedroeg 3843. Bovendien werden een groot aantal

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1