V rijdag
3 Juni.
Uit Stad en Provincie.
Kameroverzicht.
Middelburg 2 Juni
BENOEMINGEN, ENZ.
RECHTSZAKEN,
LANDBOUW.
N°. 129.
447e Jaargang.
1904.
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
Deze courant verschjjnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THEKMOMETEK EN VERWACHTING.
2 Juni 8 u. vm 56 gr., 12 u. 57 gr., av. 4 u. 59 gr. F. —Verwacht:
winil, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur.
zwakke tot matige W.
Advêrtentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DB LA HAR Ai., N.X. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Zitting van Woensdag.
Hoe dieper de Kamer zich in de drankellende
inwerkt, des te meer geraakt zjj in het moeras.
Geen half uur kan zjj over een of andere be
paling spreken of verwarring en verrassing
wisselen elkander beurtelings af, totdat nie
mand er meer wjjs uit kan worden en .schor
sing" der beraadslaging de eenige uitweg is.
Eiken dag komen er nota's van wjjziging; wat
met goed fatsoen niet te regelen is, wordt aan
een «algemeeuen maatregel van bèstuur''
overgelaten ingrijpende amendementen worden
ingediend, leven een half uur en worden dan
weder ingetrokken, of wel worden aangehouden,
omdat men, alvorens te stemmen, er nog eens
over wil nadenkenIn dit kader van wet
geving past dan ook volkomen het marchan-
deeren met artikels, zooals door dr Kuyper
ingevoerd.
Licht er dit of dat maar uit, zegt hij, maar
dan moet ik er iets anders voor in de plaats
krjjgen. Tot welk een paskwil dit alles leiden
moet, behoeft wel geen nader betoog. Evenmin
dat het op die manier bjjna onmogelijk is een
geregeld overzicht van het gesprokene te geven.
Zoo bv. nu weder heden.
Art. 9 schrijft voor, dat de tapper in het
huis moet wonen, waarin hjj zjjn bedrjjf uit
oefent, m. a. w. hjj mag niet elders wonen,
ook al is het huis voor bewoning ongeschikt.
De heeren Ter Laan en Passtoors vonden dit
al te bar en kregen van dr Kuyper gedaan,
dat de tapper elders mag wonen mits hp maar
zelf het bedrjjf uitoefent. Hjj zou het kunnen
verpachten en dat mocht niet. In welk ver
band deze mogelijkheid nu met de bestrijding
van het «jeneverkwaad" staat, is niet erg dui
delijk. Dit in een drankwet-mysterie, zooals
er reeds velen zijn.
Maar nu komt een staaltje van wetgeving,
waarop wjj hierboven doelden. Onder 7 van
hetzelfde artikel is sprake van intrekking van
vergunning, aan sociëteiten verleend. Deze kan
plaats hebben als er in strjjd met de statuten
wordt gehandeld. Volgens art. 3a moeten die
aan (led. Staten worden overgelegd en zoo zjjn
ingericht dat geen pseudo-societeiten daarvan
kunnen profiteeren. Nu achtte de heer Fock
dat art. 9 allerlei onmogelijke toestanden in
het leven zou roepen. Zoo b. v. zou in een socië
teitsgebouw nimmer een vergadering of bjjeen-
komst kunnen plaats hebben van niet-leden,
die daarbjj sterken drank zouden willen nut
tigen. Dit werd beaamd door dr Kuyper, die
daarom de vergunning wilde laten vervallen
na .herhaalde overtredingen". Volgde een ver
ward debat, waaraan ook de heeren Talma,
Borgesius deelnemen, over die «herhaalde
overtredingen". De heer Troelstra ergerde zich
aan dit gepeuter en zeide dat die «pseudo-
societeiten," die dan bjj die «herhaalde over
tredingen" wel het meest in aanmerking
zouden komen, hier niets ter zake doen. En
het slot van al dit heen en weer gepraat was
schorsing der beraadslaging, en morgen wel
licht heropening van de discussie over art. 3a
Zoo gaat het nu een cirkelgangetje rond.
Den eenen dag wordt opgebouwd, den volgenden
dag wil men weder afbreken. Juister gezegd
om op te bouwen moet eerst weder afgebroken
worden.
Precies hetzelfde verschijnsel deed zich heden
voor bp de drankcommissies.
Nadat deze commissies door de Kamer waren
toegestaan de regeering had natuurljjk bjj
nota van wjjziging deze commissies zoo om
schuldig gemaakt door ze niet imperatief voor
te schrjjven maar facultatief aan de gemeente
raden over te laten, zoodat alle oppositie
staakte werd bp art. 10 een amendement-
Janssen-Bolsius verdedigd om de bevoegdheid
dezer commissies te beperken in dier voege,
dat zjj geen recht zullen hebben om bij Ged.
Staten of burg. en weth. overtredingen aan te
wjjzen, die het vervallen van de vergunning ten
gevolge kunnen hebben. Met het mooie woord
van Selfgovernment en beroep op «billjjkheid en
recht" werd deze nieuwe instelling door den
minister verdedigd.
Het amendement werd ten slotte met 44
tegen 36 stemmen verworpen, maar het had
weinig gescheeld of de beraadslaging over art,
9 (instelling der commissies), dat vóór dien
met 44 tegen 33 stemmen was aangenomen
was wederom heropend geworden.
De Kamer is bljjven steken in de discussie
over de «verloven". De bierhuizen zjjn dus
aan de orde. Daarover morgen.
In de morgenuren werd een initiatief-wets
ontwerp van de heeren Van Raalte e. s., voor
stellende een wjjziging van het Wetboek, van
Burgerljjke Rechtsvordering betreffende het
getuigenverhoor, behandeld.
De minister van justitie stelde daarop een
paar redactiewijzigingen voor, die namens de
voorstellers werden aangenomen, waarna de
verdere behandeling en stemming tot morgen
werden aangehouden.
Het wachtwoord van heden was dus«schor-
n" en «aanhouden."
VRIJHEID OP HET GEBIED VAN
DEN HANDEL.
Van de vereeniging Het Vrije Ruilverkeer
ontvingen wjj weder een blaadje, getiteld
Richard Cobden 18041865), met vefzoek dit
geheel af te drukken.
Wjj kunnen hieraan heden wegens plaats
gebrek niet voldoen en stellen het daarom
uit tot een volgend nomruer.
Alleen willen wjj thans het slot van het
geschriftje opnemen.
Dit luidt
De eenige belooning die ik begeer,
schreef Cobden in ant woord op het aanbod om
als minister op te treden, dat hp van de hand
wees «is dat ik moge blijven leven om ge
tuige te zjjn van een verbetering in de be
trekkingen tusschen de twee groote nabuur-
staten (Engeland en Frankrpk), die door he^
handelsverdrag (tusschen beide gesloten)
nauwer worden verbonden.
Het was hem echter niet gegeven zjjn wenseh
voor nog talrpke jaren te zien vervuld, en de
zegenrijke gevolgen van het stelsel der vrjj-
heid van handel in vollen omvang te kunnen
aanschouwen. Te midden van zjjn werk stier:
hjj den 2den April 1865 te Londen.
Behoeven de resultaten van zjjn arbeid nog
te worden bewezen? Moet dan nog steeds
bewjjs worden geleverd voor wat door een
ieder, wiens oog niet door baatzucht en eigen
belang is verblind, kan worden waargenomen
«Er is geen woonstede in het land", aldus
werd bij de onthulling van Cobden's stand
beeld te Bradford gezegd, »waar door zpn werk
meer levensgenot is gekomen, geen hut waar
van de bewoners niet meer werk hebben
gekregen en voor wie, naast een ruimere keuze
van goedkoopere levensbehoeften, de loonen
niet zpn verhoogd."
Heeft Cobden dan te vergeefs geleefd en ge
werkt zou men bjjna geneigd zpn te vragen,
waar men ziet dat ook hier te lande pogingen
worden gedaan de protectie weer binnen te
halen Wjj weigeren zulks te geloovep.
Veeleer mag worden (vertrouwd dat ook hier
Cobden's geest zal bljjken te leven, dat met
warmte zal worden gestreden voor het behoud
van de vrpheid ook op het gebied van den
handel, dat men ook hier wenscht tè streven
naar het grootsche doel van den man van
Vrjjhandel en Vrede tusschen de volken der
aarde.
HOE MEN GESCHIEDENIS SCHRIJFT.
Toen De Standaard dezer dagen bitterlpk
klaagde over den toon van de oppositie tegen
het ministerie in en buiten de pers, gaf zpne
redactie daarbjj het volgende historisch betoog
ten beste
«De christelpke partjjen waren een halve
eeuw lang, 37a jaar niet inbegrepen, opposi
tie geweestde groepen links hadden die
halve eeuw lang het bewind gevoerd."
Dezelfde legende werd in 1888 verspreid
toen het Kabinet-Mackay, dat dan de 37a jaar
niet-liberale heerschappij zou vormen, aan het
bewind kwam. Waar haalt men die historische
onwaarheid toch vandaan, vraagt het Sociaal
Weekblad. Liberale ministeries waren er van
1849-1853,1862-1866,1868-1874,1877-1879,
1891—1898, d. i. op een halve eeuw (1848—1898)
drie en twintig jaar. of de kleinste helft. Dat
klinkt anders dan 50 jaar op 37a na!
Het blad komt verder zeggen dat men aan
een kabinet, «zoo goed als geheel uit aan
bewindvoering vreemde personen gevormd",
niet dezelfde eischen mag stellen als aan een
dat saamgesteld is uit «in 's lands dienst
vergrjjsde staatslieden." Als dat waar is,
geldt het al weer voor de meeste vrjjzinnige
ministers in gelpke mate. Want hoeveel, of
liever hoe weinig zpn er aan te wpzen die
tweemaal minister zjjn geweest
Het komt ons voor dat de door de De Stan
daard opgeworpen exceptie alleen geldt voor
nieuwe mannen, niet voor een ministerie,
welks leden voor een groot deel èf in 't Par
lement öf in staatsdienst jarenlang aan de
wetgevende machine hebben meegewerkt.
Bp kon. besluit
zpn benoemd bjj het wapen der infanterie
bp het 2e reg. tot luitenant-kolonel de majoor
A. J. A. Opstelten, van het korpsbjj het 4e
reg. tot kapitein de eerste-luitenant M. D. J
de Jongh, adj. bp het 5e reg.; bp het 8e reg,
tot luit.-kol. de majoor J. Witteveen, van het
korpsbjj het wapen der cav. bjj het 2e reg
huzaren, tot ritmeester de eerste-luit. F. A,
Broers, van het 3e reg, huzarenbp het wapen
der art. bp het 4e reg. vest.-art. tot kapitein
de eerste-luit. P. J. H. Joosten, van het 2e
reg. veld-art.
is de commies der posterpen 2e kl. J. A. F.
Damme uit 's rijks dienst ontslagen.
Vrijdag verleenen de ministers van buiten-
landsche zaken en van koloniën geen audiëntie.
Bjj den post- en telegraafdienst in Neder-
landsch-Indië kan worde-, geplaatst een gedi
plomeerd werktuigkundig, tevens gediplomeerd
electro-technisch ingenieur.
Practpk in de electro-techniek strekt tot
aanbeveling.
Zjj. die voor plaatsing in aanmerking wen-
schen te komen, behooren zich vóór 20 Juni
1904, bjj gezegeld adres, te wenden tot het
departement van koloniën.
Voor nadere inlichtingen en de over te leg
gen stukken verwjjzen wij naar de StCt. no. 127.
Ons Hof heeft voor zeven dagen den lichten
rouw aangenomen wegens het overlpden van
Z. K. H. den groothertog van Mecklenburg-
Strelitz.
Bp leden der Zangvereeniging Tot Oefe
ning en Uitspanning en andere belangstellenden
in het jubilé, dat deze Vereeniging viert, be
staat het voornemen om morgen (Vrjjdag) en
Zaterdag, ter gelegenheid van het Muziekfeest,
onze stad een feestelijk aanzien te geven door
üet uitsteken der vlag.
Anderen zullen allicht dit voorbeeld volgen.
Met een enkel woord deelen we nog mede,
dat er voor de repetitie van Zaterdagmorgen
nog kaarten beschikbaar zpn, en tevens dat het
bestuur den dag te voren zal bekend maken in
welke volgorde de stukken alsdan zullen worden
gerepeteerd, zoodat de liefhebbers, die om een
speciaal stuk komen, niet de geheele repetitie
behoeven bp te wonen, terwpl daardoor tevens
aan de leden van het koor gelegenheid wordt
gegeven alleen voor den duur van de door hen
te repeteeren werken aanwezig te zpn.
Op ooBigo oohoien alhier is dien morgen
vacantie gegeven. De leerlingen hebben dus
den tjjd om iets moois te gaan hooren.
Onwilkeurig verzuimden wjj in het des
betreffende verslag, in ons vorig nommer, te
melden dat de zoo fraai geschreven namen,
en de calligrapkische opdracht, gevoegd bjj
het geschenk dat den heer Joh. Oleuver is
toegezegd, het werk waren van den heer A. Pas-
senier alhier.
Door de kiezers vereeniging Walcheren zjjn
heden in haar a 1 h i e r gehouden vergadering
candidaat gesteld voor commissarissen in het
polderbestuur van Walcheren de vjjf aftredende
heeren J. Koene, Biggekerke, W. J. Sprenger
en H. W. Allaart, Middelburg, S. Lonwerse,
Oostkapelle, en Johs de Visser, Aagtekerke,
en ter vervulling van de vacature, onstaan door
de benoeming tot raad van den heer A. W.
Bs van Berlekom, de heer P. J. Boogaert te
Middelburg.
De verkiezing zal op 16 en 17 Juni plaats
hebben.
Het programma voor de matinee, Zondag
in den tuin op het Noord-Bolwerk alhier
te geven door het muziekkorps der d.d. schut
terij, luidt als volgtHeil Europa Marsck
v. Blon, Ouverture van de opéra Joseph in Egypte,
Méhul, Tout en Rose, Valse de concert, Wald-
teufel, Polnischer National Tanz, Seharwenka,
Fantasie over Hongaarsche volksliederen en
dansen, Necke, Cortege Nuptial uit de opéra
Roméo et Juliette, Gounod, American Patrol,
Meacham, Fantaisie-Ballet, Montagne, Einzug
der Gladiatoren Fucik.
De uitvoering begint te half drie uur.
Zooals nog in een deel der oplaag van
ons vorig nommer is gemeld, bestaat de aanbe
veling voor secretaris der gemeente Middel
burg uit de heeren inrs G. J. Sprenger alhier
en I. M. J. van Rossem, secretaris te Assen.
Door de politie is alhier de hand
gelegd op een heer, die tjjdeljjk in onze stad
vertoefde en zich schuldig maakte aan open
bare schennis van de eerbaarheid. Nadat
proces-verbaal tegen hem was opgemaakt, is
hjj weder op vrjje voeten gesteld.
Woensdag was het 25 jaar geleden, dat
de heer Jac. de Theije te Koewacht als
onderwijzer in functie trad aan een openbare
school aldaar. Vanwege de schoolgaande kin
deren,- de oud-leerlingen en het onderwijzend
personeel in de gemeente werden hem keurige
geschenken aangeboden, waarvoor hp zich zeer
dankbaar toonde. Des avonds werden deleden
der fanfaren-vereeniging, die den jubilaris een
serenade brachten, gul onthaald.
In het bp voegsel tot de St. Ct. no 127
zpn opgenomen de statuten van den Roomsck
Katholieken Boerenbond van Zeeuwsch-Vlaan
deren, Oostelijk deel, te Hulst.
Voor den Raad van Beroep, ongevallenwet,
werd heden alhier behandeld een zaak tus
schen de plaatselijke commissie van toezicht,
bedoeld bjj art. 86 der ongevallenwet 1901, te
Vlissingen en het bestuur der algemeene
verzekeringsbank te Amsterdam, waarin M. Z.
M., zeilmaker te Vlissingen, partp van rechts
wege was.
Dezen is 21 of 22 Juli een ongeval overko
men door het vallen van een ladder; hjj viel
achterover op zjjn rug en bezeerde zpn linker
arm en been. De heer De Koning, arts, heeft
hem naar huis laten brengen aan dezen heeft
hp gezegd pjjn te, hebben in den linkerarm,
waarop de dokter hem onderzocht.
M. is vier weken thuis en onder behandeling
van den geneesheer geblevenhp is toen aan
het werk getogen. Dat werk vlotte echter niet
hjj kon het niet volhouden en is 21 September
weder naar huis gegaan. Hp was vóór het
ongeval gezond en had nimmer last van rheu-
matiek.
Tpdens hjj werkte, heeft hp èn in den linker-
èn in den rechterarm, ook in het been, zoo
danige pjjn gehad dat hp moest eindigen met
werken. Thans is13 hij nog onbekwaam tot
den arbeid.
Nadat M. deze mededeeling had gedaan, werd
als getuige gehoord de heer De Koning, arts,
te Vlissingen.
Deze is na het ongeval geroepen bjj M. en
heeft hem onderzocht. Hjj heeft geconstateerd
dat de linkerarm gekneusd was en ook het
rechterbeen. De ongesteldheid heeft het ge
wone verloop gehad, is in den normalen tijd
genezen en op 22 Augustus heeft getuige hem
verlof tot hervatting van den arbeid gegeven.
21 September is M. opnieuw bp hem geko
men met de mededeeling dat hjj niet meer
werken kon en toen klaagde hp speciaal over
den rechterarm.
Getuige constateerde toen stjjfheid in dat
lichaamsdeel, maar was eerst van meening dat
dit niet een gevolg is geweest van het ongeval.
Thans is hij echter van idee «munaoiJ
en van oordeel dat de stjjfheid van den arm
mogeljjk wel, zoo niet ontstaan, dan toch ver
ergerd is door het ongeval. Er ban daar tus
schen verband bestaan, wat getuige op medische
gronden aantoonde.
Naar de getuige-deskundige meent, bestond
er een zekere graad van stptheid vóór het
ongeval gebeurde.
Getuige acht M. thans geheel onbekwaam
voor zwaar werkvoor licht werk is hjj ech
ter, naar zpne meening, wel geschikt.
De tweede getuige, de heer Bejjers, eveneens
geneesheer te Vlissingen, deelde mede dat M.,
na het werk weer neergelegd te hebben, hem
heeft verklaard pjjn té" gevoelen vooral in den
rechterarm waarop hjj niet gevallen was.
Getuige heeft M. onderzocht en de stpfheid
en de ppn toegeschreven aan rheumatische
aandoeningen.
Hjj gaf echter de mogelijkheid toe dat de
stpfheid in de gewrichten, waaraan M. ljjdt,
door het ongeval is verergerd. Hjj acht hem
thans onbekwaam tot werken.
Wjjl de derde getuige niet tegenwoordig
was werd de zitting gedurende eenigen tjjd
geschorst.
Nadat de derde getuige, de heer Bolle, arts
te Middelburg, was verschenen, werd de zit
ting voortgezet.
De heer Bolle verklaarde van oordeel te
zpn dat M. bjj den val zoowel den linker als
den rechterarm heeft beleedigd, tengevolge
waarvan een groote factor tot het uitvoeren
van arbeid is verloren gegaan.
Of de stjjfheid, waaraan M. ljjdt, verergerd
is door het hem overkomen ongeval, kan ge
tuige niet onder eede verklaren.
Getuige was van oordeel dat M. bekwaam
is voor alle werk, dat met de onderarmen kan
verricht worden, doch ongeschikt voor dat
waarbjj de bovenarmen moeten worden ge
bruikt.
Na dit verhoor werd door den voorzitter het
onderzoek gesloten verklaard en de uitspraak
bepaald op Zaterdag over acht dagen.
In dezelfde zitting werd uitspraak gedaan
in de zaak van L. Caljouw te Middel
burg, die in beroep was gekomen tegen de
beslissing van het bestuur der Rjjksverzeke
ringsbank, waarbp, op grond dat hjj uitoefent
de bedrjjven van huisschilder en glazenmaker,
loodgieter en zinkwerker, metselaar en tim
merman uitsluitend bjj bouwwerken, zpn on
derneming wordt ingedeeld in gevarenklasse
XI met toewjjzing van ge varenpercentage 40,
De raad van beroep heeft die beslissing
vernietigd en verklaard dat zoowel de aan
gifte van L. Caljouw, als de indeeling van
diens onderneming door de Rpksverzekerings
bank in een gevarenklasse met toewjjzing van
een gevarenpercentage ten onrechte is ge
schied.
Nog werd uitspraak gedaan in zake I. Piepte,
te Nieuw en St. Joosland, eischer,
tegen het bestuur der Rijksverzekeringsbank
te Amsterdam, gedaagde.
De Raad van beroep overwoog dat de eischer
in beroep is gekomen tegen een beslissing van
het bestuur der Rjjksverzekeringbank, waarbp
de door hem gevraagde schadeloosstelling ter
zake van het hem 28 Dec. 1903 overkomen
ongeval niet werd toegekend, en heeft gevor
derd 30 voor geneeskundige behandeling
en bp geleverde verbandstoffen en verder 70
van zpn dagloon a 1 voor iederen werkdag,
dat hjj door het ongeval verhinderd was te
werken, zjjnde van 28 Dec. 1903 tot en met
20 Maart 1904.
Verder dat eischer zpn vordering hierop
grondde, dat het ongeval hem zou zjjn over
komen in het verzekeringplichtig stalhouders-
bedrjjf van zpn werkgever A. Bliek, daar het
ongeval is geschied terwpl hjj bezig was mest
uit den paardenstal van Bliek te vervoeren
en te brengen naar en op diens land.
Voorts dat het bestuur der Rijksverzekerings
bank bp contra-memorie heeft geconcludeerd
tot ontzegging der vordering, omdat het on
geval Piepte zou zjjn overkomen in het niet
verzekeringplichtig landbouwbedrijf van zpn
werkgever.
De Raad overwoog vervolgens
dat het geschil tusschen partpen hierin be
staat of Piepte, toen hem het ongeval over
kwam, werkzaam was in het verzekeringplich
tig stalhoudersbedrjjf of in het niet verzeke
ringplichtig landbouwbedrijf
dat de Raad op grond van de processtukken
en de verklaringen der gehoorde getuigen als
feiteljjk vaststaande aanneemt dat Plejjte's
werkgever Bliek uitoefent de bedrjjven van
stalhouder en landbouwer;
dat hjj in December jl. drie paarden had en
een zestal koeiendat de mest, van paarden
en vee afkomstig, gebracht wordt uit den stal
in den mestput op het erf; dat op 28 Dec.
Piepte den mest uit den mestput moest ver
voeren naar het bouwland, dat Bliek in ge
bruik heeft, dien mest op dat bouwland op
hoopen af moest laden en- l«i«. tsi i«ua
moest verspreidendat Pleijte, met een voer
mest op het land gekomen, gevallen en met
zjjn linkerarm onder een der wielen geraakt
is, tengevolge waarvan die arm is gebroken
dat de Raad op grond van deze feiten met
het bestuur der Rijksverzekeringsbank van
oordeel is dat het ongeval Piepte niet is over
komen in het verzekeringplichtig stalhouders
bedrjjf maar in het niet verzekeringplichtig
landbouwbedrijf, daar het uitrijden van mest
uit den mestput naar het bouwland van den
werkgever moet geacht worden te behooren
tot de landbouwers werkzaamheden
dat mitsdien Piepte terecht de gevraagde
schadeloosstelling is geweigerd.
De Raad bevestigde de beslissing van het
bestuur der Rijksverzekeringsbank, waarbp aan
J. Piepte de gevraagde schadeloosstelling niet
wordt toegekend.
Een bezembinder en bekend strooper te
Eeht, door de rechtbank te 's Hertogenbosch
vrijgesproken van een hem ten laste gelegden
moord op een jachtopziener te Well gepleegd,
stond Woensdag in hooger beroep voor ditzelfde
feit als beklaagde voor het gerechtshof te
's Hertogenbosch, aangezien de officier van
-ustitie tegen het hem vrijsprekend vonnis
hooger beroep had aangeteekend.
Een 18-tal getuigen, in deze zaak, opnieuw
gehoord, brachten geen nieuw licht. De bezem
binder had zich geen verdediger verzekerd en
op den eiseh van het O. M. tot schuldig-ver
klaring en veroordeelmg van beklaagde tot
eene gevangenisstraf van 15 jaren, een eisch
ook voor de rechtbank gedaan, met onmiddel
lijke inhechtenisneming van beklaagde, zal
het gerechtshof over 14 dagen antwoorden,
maar de onmiddellijke gevangenneming werd
geweigerd.
De arr.-rechtbank te Zutphen veroordeelde
Woensdag tot 10 maanden gevangenisstraf on
der aftrek der preventieve hechtenis en ont
zetting voor den tpd van 5 jaren van het
recht rijksveldwachter te zpn, W. K., rijksveld
wachter te Hengelo (G.), thans gedetineerd,
wegens het plegen van valschheid in eene
authentieke acte (procesverbaal) en het op
zettelijk gebruik maken van deze acte.
De eisch was gevangenisstraf van 1 jaar en
6 maanden, onder aftrek der preventieve
hechtenis, en met ontzetting uit zpn ambt als
rijksveldwachter.
Bljjkens het verslag van het Rijksland-
bouwproefstatioen te Goes over 1902 bleef
de gewone controle van kunstmesfoffen en
krachtvoedermiddelen tegenover de beide
laatste jaren min of meer stationnair. Het
totaal der quantitatieve bepalingen bedroeg
3843. Bovendien werden een groot aantal