Donderdag 26 Mei. N°. 122. 147e Jaargang. 1904. Middelburg 25 Mei. Een eigenaardige ontvangst en een gewichtige zaak. BENOEMINGEN, ENZ. MIDDELRURGSCHE COURANT. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp.,/2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 25 Mei 8 u. vm 63 gr., 12 u. 73 gr., av. 4 u. 74 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige Z. O. wind, veranderlik, warm weer, nu en dan bewolkte lucht. w M Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Beolames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Ai., N.X. Voorburgwal 366, Amsterdam. Men schrjjft ons uit Den Haag Alvorens het een en ander mede te deelen over de opheffing van het opleidingschip De Was- senaer en de verplaatsing der opleiding, hetzij naar Hellevoet hetzjj naar Vlissingen, vragen wjj verlof voor de behandeling van een persoonlijk feit. Ons waren n.l. eenige feiten, in verband met deze zaak, ter oore gekomenen daar het departement van marine, bljjkens zekere offici- euse berichten, ook met de pers «werkt", achtten wjj het meest afdoende middel om hinderlijk en veel heen en weder geschrjjf te voorkomen, eerst ons journalistiek kompas bjj «Marine" te verifieeren, waartoe wjj ons rechtstreeks tot den minister wilden wenden. Een tusschenkomst dit zij terloops ge constateerd die in de praktjjk der journa listiek zeer dikwjjls voorkomt, volstrekt geen interview tengevolge heeft, en die in zulk geval dan ook door de meeste bewindsmannen bjjna nimmer afgewezen wordt als blad en corres pondent voor bona fide te boek staan. Het paroolgeen tijd, is bjjna altjjd een onnoozel praatje van een of ander ondergeschikte. De meeste der tegenwoordige departementchefs moeten van dit «gewichtig doen" dan ook niets hebben. Welnu, wjj begaven ons naar «Marine," vroegen den minister voor een oogenblik te spreken en werden uitgenoodigd te wachten. Dit wachten duurde vijf, tien, vjjftien minuten, begon al naar het half uur te loopen. Den vorigen dag dit mogen wjj niet vergeten waren wjj wachtensmoede maar afgetrokken. Ditmaal echter was het ons vast voornemen te volharden. Eindeljjk dan kwam een militair ambtenaar binnen. Zonder ook maar de geringste notitie van den bezoeker te nemen, gaat lijj naar zjjn lessenaar en neemt daar plaats. Dit hoogst eigenaardig optreden deed ons natuurljjk nieuwsgierig rond kjjken. Ook hjj kjjkt even om met het gevolg dat hjj, als ware bjj vergis sing, iemand, op een stoel gezeten, in zijn vertrek ontdekt. Wederzjjdsclie verbazing. Nu ontspint zich de volgende dialoog «Zou ik den minister een oogenblik kun nen spreken. De zaak is deze u begrjjpt de lezers der Middelb. Crt stellen er groot belang in Ik leg hem de zaak haarfijn uit. De ambtenaar hoort mjj aan en herhaalt tot eenig antwoord langzaam en met nadruk op het woord «minister": »U wenscht den minister te spreken 1" Jawel", antwoord ik argeloos. «Nu, mynheer, dat gaat maar zoo niet. Er zjjn in ons land wel honderden van die «courantjes" als de Midd. Crt.; en waar zou dat heen moeten als Z. Es., de vice-admiraal, al die heeren van al die courantjes De ambtenaar vermeende bljjkbaar dat deze ieder journalist bekende nonsense een zeer listig argument was. «En dan En dan die onware berichtjes in uw blad" (volgde _een toelichting over het «Kamperstukje" inzake de Marconi telegraaf, indertjjd door de Midd. Crt.'behoorljjk vastge steld) »u kunt by Z. Ex. maar niet binnen wandelen (dit zeer uit de hoogte en dadeljjk door mjj met bevestigend hoofdknikken ondersteund) »u kunt in de courant zetten wat u wilt (bjj eenig naden' ken) Wat u aan den minister wilt zeggen, kunt u mjj ook gerust zeggen; er gebeurt hier niets, wat de pers betreft, of ik weet er van". En tot slot deze magistrale uitspraak«Ik vind het zeer «eigenaardig" dat u den minister wenscht te spreken Daar ik uit zjjn «toelichting" niet wjjs kon worden en ik geen afdoend antwoord, ja, zelfs een minder hoffeljjk bescheid verwachtte op mjjn herhaalde vraag, wanneer de minister dan wel te spreken was, scheen het mjj wjjs beleid na minzame dankbetuiging mjj te ver wijderen. Tegenover een dergeljjke «ontvangst", niet zonder eenig belang ook in verband met toe standen, die een vereeniging als Het Anker in het leven riepen, behoeft men nog geen licht matroos te zjjn om zich dadeljjk de «mindere" te gevoelen. Dit neemt echter niet weg, dat wjj, als niet behoorende tot een pers, die men om te bljjven in den gedachtengang en de opvatting van den ambtenaar in quaestie en die zjjner geestverwanten aan de departementen »ont biedt,tegen een bejegening als deze krachtig protesteeren. Niet om persoonlijke redenen, Persooljjk laat ons de meening van een wille/ keurig militair ambtenaar natuurljjk volmaakt koud. Maar hetzelfde kan, en zal zich ver moedelijk herhalen, tenminste te oordeelen naar den dikwjjls zeer juisten maatstafgelijk de pers ergens ontvangen en behandeld wordt, zoo ook vergaat het gewoonljjk Jan Publiek. En waar zulks aan dit departement dan meestal personen zal overkomen, die, hetzjj uit eigen belang, hetzjj uit anderen hoofde, geen »kik" durven geven, daar vermeenen wjj in het belang van het algemeen dit kort relaas niet achterwege te mogen houden. Daarom ook is het van belang te vernemen of Z. Ex. de opvattingen in deze van zjjn ondergeschikte deelt, waartoe wjj een poging in het werk zullen stellen. Zoo ja, verklaart hjj zich éen van geest met dezen heer, dan spreke hjj ook voortaan in de Kamer minder boud en luchtig over verhalen in de bladen, en doen de onbenullige démenti's, door het departement van marine dikwjjls de wereld ingestuurd, erger vermoeden. In elk geval verdient een te goeder trouw ondernomen poging om Z. Ex. misschien een mogeljjke beschouwing in de Kamer te be sparen over een «flauw courantenpraatje," om eens een treffende aanduiding te bezigen, een andere behandeling dan ons wedervoer. Deze was eenvoudig beneden alle critiek. Hebben wjj dus al is dit buiten onze schuld de gelegenheid gemist- ons compas bjj «Marine" te verifieeren, elders zyn wjj met deze manoeuvre gelukkiger geslaagd. Wjj kunnen dan ook op goed gezag meedeelen, in verband met het bericht dat met 1 September a.s. de opleiding van matrozen van Amsterdam naar Hellevoet wordt verplaatst, dat deze be slissing nog geen definitieve is, zoodat Vlis singen nog volstrekt den moed niet behoeft op te geven. Dit is mjj uit de beste bron medegedeeld. Want de commissie, die in deze zaak advies heeft uit te brengen, heeft zich nog niet doen hooren. Enkele leden der commissie hebben wel individueel een onderzoek ingesteld, en zóó ook is er te Vlissingen poolshoogte geno men, maar een eind-rapport is nog niet versche nen. Ben ik wel ingelicht, dan zou de meening in den boezem van de commissie volstrekt niet onverdeeld ten gunste van Hellevoet uit vallen. Dit heb ik van terzjjde vernomen, maar mjjn zegsman meende in de spoedige voorloopige beslissing van het departement een vingerwyzing voor het rapport van de commissie te zien. Aan het departement en dit onderscheid met de commissie houde men ook in den vervolge steeds in het oog ziet men liever de opleiding naar Hellevoet verhuizen. Deze plaats is voor de officieren en matrozen gemakkeljjker te bereiken. Boven dien is daar een marinedirectie gevestigd. Dit alles geeft dus een zeer gereede verklaring van dezen departementalen wensch. Maar hoe gezellig en aangenaam, uit een sociaal oogpunt bezien, de verplaatsing naar Hellevoet voor officieren en instructeurs ook zjj de ligging en de localiteiten aldaar laten alles te wenschen over. Vlissingen verdient in dit opzicht verre de voorkeur. Daarom indien burg. en weth. van Vlissingen diligent in deze bljjven, wat zjj, naar ik hoor, reeds getoond hebben te zyn, zou een defini tieve beslissing nog zeer goed ten gunste van deze stad kunnen uitvallen, al gaat voorloopig de opleiding met 1 Sept. a. naar Hellevoet. Wjj mogen echter niet verzwygen, dat het voornemen bestaat op de a. s. begrooting voor «Marine" gelden aan te vragen, die voor de verplaatsing van de opleiding naar Hellevoet noodig zouden moeten zyn. Naar schatting zou dit voorloopig ongeveer een 80.000 be dragen. De vraag blijft dus of de Kamer deze gelden zal toestaan, waar een verplaatsing naar Vlissingen lo deze aanzienljjke uitgaaf uitspaart en 2o niets anders tegen Vlissingen is aan te voeren dan dat er geen marine directie is en het eenigszins ver van Den Haag ligt. Met verschillende deskundigen be spraken wjj deze zaak, en zjj stelden toch unaniem Vlissingen, vooral wegens de hooge kosten bjj de eerste uitgave zou het niet kunnen bljjven boven Hellevoet. In Helle voet is b.v. zelfs geen behoorljjke ligplaats voor een opleidingsschip! Maar uit een sociaal oogpunt de localen en woningen worden natuurljjk van Rjjkswege gebouwd staat en bljjft Hellevoet no. 1. Bjj dezen stand van zaken mag dus zeker wel verwacht worden, dat de afgevaardigde van Middelburg bjj de behandeling van hoofd stuk VI in het a. s. begrootingsjaar eens ter dege naar de afdoende motieven zal vragen, die een dergeljjke aanzienljjke uitgave wettigen. Tevens spreken wjj de hoop uit dat hjj zich bjj het onderzoeken dezer zaak niet met een kluitje in het riet zal laten sturen. Hierbjj herhalen wij onze reeds meermalen gestelde vraagwaarom moet bjjna altjjd de marine «specialiteit" der sociaal democraten dergeljjke zaakjes «opknappen O. i. ligt deze zaak, een zuivere verspilling van 's lands gelden, geheel binnen de «neutrale zóne". Bovendien geldt het een paganistisch ministerie, zoodat politieke overwegingen geen belemmering be hoeven te zjjn om eens een kloek woord te doen hooren. in elk geval make die afge vaardigde er haast mede. Ook van andere belanghebbende zijde zyn reeds stappen gedaan; en als eenmaal de begrooting het departement voor den Raad van State verlaten heeft, is het veelal te laat en bljjft slechts een Kamer votum over om de opleiding daar te brengen, waar zjj naar het oordeel van velen, ook des kundigen, behoort te zjjn. En dat zelfs afge scheiden van de geldeljjke overwegingen, die een verplaatsing naar Hellevoet medebrengen. Wjj wenschen hier even op te merken dat het voor officieren en instructeurs wezen- ljjk ook te Vlissingen aangenaam leven isop zen zachtst genomen even gezellig, zoo niet prettiger dan in Hellevoetsluis. En een uitstapje van daar naar Den Haag is wezenljjk tegenwoordig met de snelle spoor verbindingen geen knip voor den neus waard en vordert niet zooveel meer tjjd dan van laatst genoemde plaats. Red. HET TARIEF EN DE ARBEIDS- LOONEN. Vanwege de Vereeniging Het Vrije Ruilver keer is weer een blaadje verschenen, en wel een onder bovenstaanden titel. Daarin wordt opnieuw aangetoond hoe bjj het nieuwe tariei wordt voorgesteld invoerrechten te leggen op tal van artikelen, ook voor den werkman van dageljjksch gebruik. Ze zyn al van meer dan eene zjjde aange wezen. En zullen nu tengevolge van de tarief- wjjziging de loonen stijgen Wil dit geschieden 4an moet één van beide gebeurener moet meer werk komen, zoodat meer arbeiders worden gevraagd, of wel er zullen minder werklieden beschikbaar moeten zyn. Dit laatste is van zelf uitgesloten, omdat door het nieuwe tarief wel tal van buiten- landsche goederen worden geweerd maar niet de buitenlandsche arbeiders. De verkoopers van goederen, de werkgevers, zullen dus wèl, de verkoopers van arbeid, de werklieden, niet tegen de buitenlandsche concurrentie worden beschermd. Waaruit reeds blijkt dat slechts een klein deel der deelhebbers aan de productie zal worden begunstigd. En zullen al de verschillende groepen van werklieden hun loonen zien stjjgen omdat door de verhooging der inkomende rechten er meer werk in de »de" nationale bedrjjven zal komen? Deze vraag moet reeds aanstonds ten stel ligste worden ontkend voor al de tegen vast loon werkzame personen in dienst van de provincie, rjjk en gemeente. Moeiljjk toch kan worden beweerd, dat de loonen der spoorweg- mannen en tramkoetsiers, der postbeambten, schrjjvers en klerken, van wegwerkers en straat- reinigers, der arbeiders op rjjks- en gémeente- werven, aan gasfabrieken en waterleidingen en van zooveel meer tegen een vastgesteld loon arbeidende werkers door de tariefherziening omhoog zullen gaan. Hetzelfde geldt voor de werklieden in de onbeschermde bedrjjven, zooals landbouw en veeteelt, veenderjj, visscherjj, diamantindustrie de bouwbedrjjven, spinnerjjen en drukkerjjen. Meent men werkeljjk dat de verhooging der productiekosten dezer bedrjjven bevorderljjk zal zjjn aan hunne ontwikkeling Mag in ernst worden beweerd dat de boer zyn arbei ders meer daggeld zal geven, als hjj gedwongen wordt meer te betalen dan thans voor zyn ploeg en zyn egge en andere werktuigen, noodig voor de uitoefening van zjjn bedrjjf? Is er eenige grond te verwachten dat de reeder zyn visschers een hooger aandeel zal geven in de besomming, wanneer hjj zyn zeilen en net ten, zjjn ankers en touwen en wat er meer noodig is om zyn schip uit te rusten, duurder moet koopen Moet het in het belang der arbeidende klas sen worden genoemd eene belasting te leggen op steenen, gezaagd hout en andere bouw materialen, waardoor het bouwen van arbei derswoningen duurder moet worden en daar door de huren dan sty gen Zal dit niet een belemmering bljjken voor het slagen van maatregelen tot verbetering der volkshuis vesting En is voor de ondernemers in de bouwvak ken en de andere bovengenoemde bedrjjven de styging der bedrijfskosten niet eer een prikkel tot verlaging der loonen Meermalen toch heeft de werkman ondervonden dat het duurder worden der grondstof en hulpmiddelen in een bedrjjf in de eerste plaats op het loon wordt verhaald, en in elk geval op verhooging daarvan belemmerend werkte. Ook voor de export-industrieën zullen zich dezelfde bezwaren doen gelden. Al de onder nemers, die voor uitvoer werken en door het vrjjhandelstelsel in staat worden gesteld met succes op de wereldmarkt te concurreeren, hebben geen voordeel van de verhooging der inkomende rechten. Integendeel, ook zjj zullen voortaan hun machinerieën, hun dryfriemen, hun buizen en «fittings" en andere deelen, en sommigen hun grondstof, duurder moeten betalen, waardoor hun de concurrentie op de wereldmarkt nog moeiljjker wordt gemaakt dan deze thans voor velen reeds is. En gesteld dat de prysstyging der verbruiksartikelen wer kelijk de geldloonen zal doen stjjgen, is het dan niet een reden te meer waardoor zjj zullen worden genoopt de concurrentie op te geven Dan heeft verhooging der inkomende rechten tengevolge inkrimping van exportde voor uitvoer werkende industrieelen waarljjk niet het minst krachtige deel van den natio- nalen arbeid - zien hun afzet verminderen, en «slapte" ontstaat, die meebrengt gedeelte- ljjk stopzetten van hun fabrieken met afdanking van werkvolk of verlaging der loonen. Ook zal de belemmering van handel en ver keer door wijziging van het tarief werkeljjk geen voordeel brengen aan de duizenden in havens en dokken werkende arbeiders. Deze weten te goed dat uitbljjven van booten voor hen niet beteekent verhooging der loonen. Allerminst mag dus worden gesproken van bevordering van «den" nationalen arbeid, als of alle bedrjjven een tot nu toe ongekenden bloei tegemoet gaan, en evenmin mag bjj den werkman de waan worden gewekt, alsof door verhooging van het tarief in alle bedrijven volop werk zal worden gevonden. De meer dere werkkrachten, die zullen noodig zyn, indien de beschermde ondernemers hunne winsten voor uitbreiding hunner zaken be stemmen, of nieuwe ondernemingen in de be schermde nijverheidstakken worden opgericht, om op de binnenlandsche markt van de voor- deelen der bescherming te genieten, zullen worden onttrokken aan de onbeschermde tak ken van ny verheid en aan de exportindustrieën. Tariefverhooging brengt dus niet vermeerde ring doch louter verplaatsing van arbeid. Het eind van het lied zal zyn dat er niet meer werk is gekomen, doch dat de werklieden hun voedsel, gereedschap en kleeding duurder zullen moeten betalen, wat geljjk staat met willekeurige verlaging der loonen. Wel moge de prysstyging der levensbehoef ten de strekking hebben het loon in de be schermde bedrjjven op den duur te doen stjjgen, men vergete toch niet dat ook deze verhooging niet automatisch, doch in vele gevallen eerst na strjjd met de patroons zal worden verkregen. En dan nog heeft de werk man er niets bjj gewonnenhet meerdere geldloon moet hjj besteden aan den hoogeren prjjs der levensbehoeften; zjjn geldloon moge zjjn gestegen, zyn werkeljjk loon is er niet op verbeterd. En ook in de benadeelde bedrjjven is een loonbeweging te wachten, doch hier tegen de verlaging of om het behoud der loonen. Zoo prikkelt protectie door verhooging der inkomende rechten in alle bedrjjven den strjjd tusschen werkgever en werkman, tot schade vau beide partyen, tot benadeeling van heel onzen nationalen arbeid. EEN ONBESUISD RIDDER. De heer Van der Biesen, het lid der Eerste kamer, op de plaat van den groenen Amster dammer deze week voorgesteld als Don Qui- chotte, en dr Kuyper als Sancho Pancha, strjjdende tegen zjjn collega's voor de Hooger Onderwyswet, heeft dien kamp eigenaardig ingezet met een nota te voegen bjj het voor loopig verslag. Over dat verslag en die nota schrjjft de bekende Haagsche correspondent de Zutph, Crt o. a. «Laat de universiteit geheel vrjj, bindt de wetenschap niet in haar vrjjen loop behoudt de bestaande universiteiten, ingericht naar de wet op het hooger onderwjjs van 1876, zoo noodig in enkele onderdeelen eenigszins ge wijzigd laat haar en haar alleen het recht op den effectus civilis behoudengeeft onder vol doende voorwaarden aan hen die meenen, dat met het oog op hunne bizondere buiten de wetenschap staande gevoelens aanvulling van het onderwys noodig is, het recht vrjje leer stoelen op te richtenmaar laat niet toe, dat in naam der vrjjheid de vrjjheid der weten schap verkort en miskend wordt." Ziehier in korte woorden de slotsom, waartoe de tegenstanders van de Hooger Onderwyswet bljjkens het voorloopig verslag in de Eerste Kamer kwamen. Op de vraag hoe groot was het aantal van die tegenstanders geeft het kamerverslag als gewoonljjk geen antwoord. Wel bljjkt ditmaal, omdat het in het verslag uitdrukkelijk wordt vermeld, dat «zeer vele leden" onoverkomelijke bezwaren hadden. Dat wekt den indruk, dat het er ernstig zal span nen, maar of die «zeer vele leden" de meerder heid uitmaakten, dat moet de uitkomst leeren. Krachtig is de verdediging van de warme voorstanders van het ontwerp niet. Zjj stellen weer op den voorgrond, dat dit is «een be scheiden poging om eene meer volledige uit voering te geven aan artikel 192 tweede alinea der Grondwet dan tot dusverre geschiedde," want dat die vrjjheid, ofschoon erkend in de wet op het hooger onderwys, «in werkelijkheid niet bestaat." Als er nu iets in de Tweede Kamer duideljjk is aangetoond, dan is het wel dit, dat het wetsontwerp met de grondwet tige vrijheid van 'onderwjjs niets te maken heeft. Was het niet de heer Lohman, vóor- stemmer van het ontwerp, die luce clarius in het licht heeft gesteld, dat reeds nu hier vrjjheid van onderwjjs bestaat, zooals in geen land ter wereld De heer Van der Biesen heeft het over een anderen boeg gegooid en meent een krachtig pleidooi voor de aanhangige regeling te kunnen leveren door aan te toonen, of liever door een poging te doen om aan te toonen, dat er aan de openbare Universiteiten sommige hoog. leeraren zjjn, die leeringen verkondigen, strjjdig «met de christelijke beginselen." Daarvoor heeft hjj professorale redevoeringen van de laatste 25 jaren ijverig doorgesnuffeld en hier en daar een paar zinsneden uitgeknipt, welke uitknipsels hjj te zamen in den vorm eener nota aan zjjne medeleden opdischt. Daarbjj geeft hjj de welwillende toezegging om straks by de openbare behandeling nog meer uittrek sels uit professorale oraties te zullen meedeelen. Of echter de 35 bladzyden die hij thans over legt, de Eerste Kamer naar nog meer van dat soort zullen doen verlangen, betwjjfel ik. De meerderheid der citaten, die in de nota zyn opgenomen, hebben met «christeljjke begin selen" niets te maken. Maar het curieuste is, dat ook citaten zyn opgenomen van professoren, die tot heden als warme strjjders voor de be ginselen van de kerkeljjke coalitie bekend stonden. Zelfs de Groninger hoogleeraar in het strafrecht, prof. Domela Nieuwenhuis, een van de weinige antirevolutionnaire hoogleeraren uit het Noorden, moet dienst doen om aan te toonen, dat de openbare Universiteiten den godsdienst vjjandig zyn, althans leeringen ver kondigen in strjjd met de ware christelyke beginselen. De Minister van Binnenlandsche Zaken zal bjj het lezen van deze nota waar- sclijjnljjk uitroepenBewaar mjj voor mjjn vrinden; tegen mjjn vyanden zal ik mjj zelf wel verdedigen. Bjj kon. besluit: zyn benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau A. C. W. Scheffer te Harlingen, voorzitter van het hoofdbestuur der Vereeniging van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche bezittingenen H. H. R. Chapman, fungeerend voorzitter der Curafaosche Maatschappij tot bevordering van landbouwveeteelt, zoutwinning en visscherij is goedkeuring verleend aan het besluit van den gouv.-gen. van N.-I., waarbjj, behoudens die goedkeuring, de heer mr Th. H. de Meester, vice-president van den Raad van N.-L, op zyn verzoek, eervol van zjjne betrekking is ontheven wegens ziekte. A. Vrjjdag verleent de minister van koloniën geen audiëntie. KORTE MEDEDEELINGEN VERGADERINGEN. In de Dinsdag te Amsterdam gehouden ver gadering van Volksonderwijs is het, in ons vorig nommer medegedeeld voorstel van het hoofd bestuur in zake art. 24, 39 en 19 der wet op 't lager onderwys aangenomen, nadat een motie van Rotterdam was teruggenomen, om nu deze voorstellen in te trekken en ze later bjj de indiening van een wetsontwerp ge- zamenljjk met andere punten aan de orde te stellen op eene buiten gewone vergadering, hiervoor te beleggen. Het eveneens reeds gemelde voorstel van Amsterdam, om een adres te richten aan den minister van binnenlandsche zaken of aan de Staats-commissie tot eene betere aaneen schakeling van de onderdeelen van het onder wys, met verzoek bjj eene algemeene regeling van de onderwjjs-wetgeving ook te denken aan wetteljjke regeling van het voorbereidend (Fröbel) onderwijs, werd aangenomen. Den Haag trok zyn voorstel omtrent invoe ring van gereglementeerde schoolvergaderingen in en aangenomen werd, met 24 tegen 13 stemmen, een voorstel van Amsterdam, lui dende«de vergadering spreke de wenschelyk- heid uit dat de afdeelingen jjveren voor ver plichte gereglementeerde schoolvergaderingen." Op voorstel van Amsterdam, door Rotterdam overgenomen, werd besloten aan het hoofdbe stuur op te dragen te onderzoeken, op welk8

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1