Maandag 16 Mei. Uit Stad en Provincie. N°. 114. 147e Jaargang. 1904. Zeeuwsche omtrekken. lp- er- li- Een ;k- <e. thermometer en verwachting. Middelburg 14 Mei iet 'g >na I in- ans te fan we 15 A iet I'm en. iet- Ml- ige 1.30 5.30 1.30 3.30 ft.30 3.30 en en na t. oi 40, 10, =3 nrg MIDDMUnilSCHE COURANT. Deze courant verschjjnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. 14 Mei 8 u. vm 63 gr., 12 u. 69 gr., av. 4 u 71 gr. F. Verwacht: wind, veranderlijk weer, onweer, warm weer. zwakke tot matige Z. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Ac., N.E. Voorburgwal 266, Amsterdam. Bij deze courant behoort een Byvoegsel. Er was eens Dit begin zou doen denken aan een sprookje, maar dit wordt het toch niet. Wij zullen ons tot de eenvoudige werke lijkheid bepalen. Er was dan eens eene eenvoudige juf frouw, een goed mensch, braaf en gemoe delijk. Hulpvaardigheid en vriendelijkheid sierden haar. Zij waren de uitingen van haar vroomheid, waarmee zij volstrekt niet te koop liep en niemand lastig viel. De Zondag was haar een feestdag. En een der grootste genietingen van dien dag was haar kerkgang, vooral wanneer zij haar uitverkoren dominé kon hooren. Dan genoot zij met volle teugen. En ijverig nam zij deel aan het gemeen schappelijk gezang. Het is waar ookwij vergaten te zeggen dat zij tot de Ned. Hervormde gemeente, tot de z. g. „Staande kerk," behoorde. Nu was zingen haar fort niet. Maatvast was zij alles behalve. Vaak viel zij te vroeg in, was zij een paar noten vooruit of zong zij te hoog. Dat hinderde wel eens de naast haar zittenden in de kerk. En toen een harer buren zulke men- schen zijn tegenover elkaar nog al eens erg vrijmoedig hierover eene opmerking maakte, toen werd zij niet boos, maar zei zij met volle overtuiging„hoor eens, mijn goede mensch, dat is mijn zaakik zing niet voor uw genoegen; ik zing ter eere Gods". En daarmee was het gesprek uitwant voor zulk een argument zwichtte de op merkster. Dat gelooven wij ten minstein elk ge val zij zweeg. Eenzelfde antwoord zou zoo luidt een ander verhaal gegeven zijn door een lid van eene niet christelijk heetende zangver- eeniging in Hoorn, toen hem bij eene uit voering in de kerk ook over zijn minder welluidend en hard zingen eene opmerking werd gemaakt door een deskundige, wiens gehoor op te zware proef werd gesteld en die als wederantwoord hem toevoegde„ja, maar onze Lieve Heer is niet doof.". Aan deze feiten werden wij herinnerd toen wij in de beide voorlaatste nommers van de Nieuwe Zondagsbode, "Weekblad voor de Her vormde gemeenten in Zeeland, een gedach- tenwisseling lazen tusschen een lid dier ge meente en den heer C. de Dreu, directeur van de zangvereeniging Hosanna„onze zangvereeniging", zooals wij in dat blad vaak lazen in een verslag over haar uit voeringen. Dat lid der kerk had zich „geërgerd" omdat Hosanna op haar jongste concert De Ster van Bethlehem had uitgevoerd. Dat was in zijn oog ergerlijk. „Hosanna was daardoor diep gezonken en tot spot ternij en komediespel overgegaan." De heer De Dreu, vol ijver voor zijne vereeniging en ook vast staande in zijne overtuiging dat Hosanna, zingend op ver dienstelijke wijze ter eere Gods, geen zonde bedreef door hetgeen het „bezwaarde" lid wraakte, heeft nog getracht hem van ge dachten te doen veranderen, hem aan zijn verstand te brengen dat hij de zaak ver keerd inzag. Maar dit gelukte niet. Trouwens, dat was vooruit te zien. Iemand, die, gelijk dat lid, in het uit voeren van oratoriums ontheiliging ziet, is niet of hoogst moeiljjk te bekeeren. En als de heer De Dreu er vooral eens op gelet had dat zijn bediller „nimmer eene uitvoering van Hosanna bijwoonde" maar alleen geschokt was door het zien en lezen van het programma, dan zou hij al dadelijk het wanhopige van zijn pogen hebben ingezien. Zoo iemand oordeelt bij deze kwestie als een blinde over de kleuren. Hij beseft niet wat de heer De Dreu en zijn dapper koor, wat wij en zooveel anderen gevoelen bij het hooren van muziek en zanghij kent den gloed en den ernst niet, die ons tegenstraalt uit zulke verheven woorden, gezongen op heerlijke tonen. De heer De Dreu was ook al ferm toen hij den schrijver op het hart bond Hosanna maar vrij te laten in de keuze zijner nommers, en hij uitte ten slotte de hoop dat zijne zangvereeniging zoodanig in bloei moge toenemen dat eenmaal de Mattheus Passion van Bach door haar kan worden uitgevoerd. Dat is een stoute wensch, die echter van ijver en lust voor het schoone op kunstge bied getuigt. Hosanna zal nu een steunpilaar missen en de geërgerde moet het zelf maar weten als hij haar voortaan niet meer steunt. Elk zijn meening en zjjne overtuiging Die zangvereeniging krijgt echter voor hem allicht een ander, misschien wel meer dere steunpilaren in de plaats. Maar nu hebben wij toch ook iets op het hart in verband met die gedachten- wisseling. De daarbij gebleken enghartigheid in opvatting omtrent zang on muziek staat niet op zich zelve. Het „geërgerd" lid was zoo vrjj om hen, die bij andere zangvereenigingen zingen, welk zich niet christelijk noemen, „onge- loovigen" te heeteneen bekende manier om andersdenkenden te bejegenen en in den ban te doen. Maar nu behooren de leden van Hosanna zeker wel tot de „geloovigen" want zij zingen in een christelijke zangvereeniging. En zie, zij zondigden ook in deoogenvan dien anderen „geloovige" Wij zien dus voor de zooveelste maal dat niet alle „geloovigen" eender zijndat de zuiverheid in de leer en vooral in de toepassing daarvan bij den een in de oogen van den ander nog wel wat te wenschen overlaat. Wie is dan toch de werkelijk geloovige? Wie heeft de waarheid Niemand zeker. En toch kibbelt men daarover, berispt men elkaar. Och, wat een geharrewar Bij de uitvoering van de Johannes-Pas sion, onlangs door de Zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning te Middelburg, heeft men dezelfde stellingen verkondigd, die thans het „geergerde" lid tegenover Hosanna ver dedigde. Gelukkig waren zeer velen te verstandig om zich daaraan te storen, en bleken ook toen weer vele schaapkens verstandiger en ruimer van inzicht dan de herders. Men kwam in grooten getale in de Con cert- en Gehoorzaal. En men genoot Maar wordt het dan geen tijd dat men de begripsverwarring in dezen, ten minste op het gebied der kunst, tracht te doen ophouden door geen kunstmatige scheiding te weeg te brengen tusschen allen die de kunst liefhebben om de kunst, haar beoe fenen uit liefde voor haar, grootsche wer ken van groote meesters willen helpen uit voeren uit eerbied voor mannen als Bach, Handel, Mozart, Yan Beethoven Wat zouden er op kunstgebied nog meer, nog veel grootscher dingen kunnen gebeuren als kunstbeoefenaren en kunstliefhebbers de scheiding tusschen christelijk als men dan toch voor het verheffende, het verede lende geen ander woord wil gebruiken of dit het liefst bezigt en niet-christelijk eens liet varen Bevredigen doen zich noemende christenen velen hunner eigen geloofsgenooten toch niet Het is nu weer gebleken. En boven al hunne verschillende opvat tingen staat deze waarheid in onze oogen De kunst is christelijk, is schoon, is verheven waar zij genieën bezielde tot het scheppen van heerlijke werken en andere minder begaafde stervelingen drong die uit te voeren ter eere van hunne scheppers en tot genot en verheffing van zich zeiven en anderen. Het is dus een feit dat er ernstig ge dacht wordt om te Ylissingen een op leidingsschip voor jongens bjj de zeemacht te vestigen. Of daarmee nu de opheffing van het wachtschip te Amsterdam of te Leiden ge paard moet gaan, is slechts een bijzaak. Eene commissie van zeeofficieren is op gedragen een onderzoek in te stellen naai de meest geschikte plaats daarvoor. Wat zouden wij gaarne zitting hebben in die commissie om daar een pleidooi te leveren voor onze Zeeuwsche havenstad, eenig ge legen, uitstekend voor dat doel geschikt. Daar vindt men bij uitstek het element voor die jongens in tweeërlei gedaanten de Schelde vlak bij, de volle Noordzee in enkele oogenblikken te bereiken. Daar is het zeemansleven in allerlei vorm, tot leering van die gasten Wij kennen het al van jaren: die drukke scheepvaart, die eeuwigdurende beweging van het loodswezen, Hollandsch en Belgisch Daar heeft men terreinen in overvloed, uitmuntend geschikt om woningen te zetten voor de officieren enz., bij de opleiding ge detacheerd Bij onze buren is een ligplaats voor zulk een wachtschip te kust en te keur. In 't kortVlissingen is als 't ware ge knipt voor zulk een doel. Trouwenswij hebben reeds meermalen daarvoor een pleidooi geleverd. Is het eigenlijk niet verwonderlijk dat in zulk een havenstad, de geboorteplaats van Michiel Adriaanszoon de Ruijter, wiens standbeeld getuigt vau menige grootsche daad op zee; dat in zulk een plaats, waar het verleden nog zoo duidelijk spreekt van het heldenleven op zee en het heden pleit voor hare rechtmatige aanspra ken op dat gebied dat daar zulk een opleidingsschip niet reeds lang is gevestigd Leefde prins Hendrik, de stichter van de Zeelandnog maar Wat zou hij, op zijne innemende, tact volle wijze, de commissie of den minister van marine duidelijk maken dat er toch geen kwestie van keuze behoeft te zijn dat Vlissingen als 't ware voor zulk een doel is aangewezen. En Yan Woelderen Jammer dat hij zoo vroeg is gestorven. En juist nu van ons heenging Hij de oud-zeeofficier kon door zijn invloed en zjjn woord in deze nog zooveel goed doen voor Vlissingen. Wij willen nu maar het beste hopen. Aan het gemeentebestuur van Vlissingen, dat meermalen toonde een practischen blik in zulke zaken te hebben, zal het wel niet liggen wanneer de zaak niet tot stand komt. Yan zijn kant zal het, door billijke voor waarden te stellen en medewerking in allerlei opzicht te verleenen, wel bevorderlijk zjjn aan het verkrijgen van eene inrichting, die de gemeente zooveel materieel voordeel kan verschaffen. Eigenaardige dag, zoo'n Hemelvaartsdag Het is een christelijke feestdag, geijkt en officieel erkend! Maar tochals men, zooals blijkbaar nu in de lucht zit, de Zondagswet op dezen dag had moeten toepassen, dan regende het processen-verbaal. Laat ons maar alleen afgaan op onzen eigen, betrekkelijk kleinen kring. De meeste winkels openstoombooten ladendevolle vrachtkarren rijdendewerk lieden den halven of den geheelen dag arbeidende jongens bestellendemannen en vrouwen ventende op het landen daar buiten velen, van beiderlei kunne, werkende op het veld of op het hof alsof het geen officieel vastgestelde rustdag ware. Zonderling Zelfs kerkelijke voorschriften, waaraan men anders zich streng houdt, slaat men bij sommige gelegenheden in den wind. Men stoort er zich allerminst aan. En dan ontvingen wij van de week nog een schrijven, waarin beweerd werd dat de Hemelsvaartsdag meer en meer gevierd werd en dat daarom enz. Wij hebben Donderdag II. niet veel van die viering gemerkt toen wij dien als rustdag beschouwden en, genietende van een eeni- gen, heerlijken Meidag, na tal van koude regendagen, ons buiten vermeiden in de schoone natuur. Wat is ons land toch mooi Waar men ook gaat door Walcheren vooral nu met dat heerlijk frissche groen met die hoornen vol bloesems, worden zij dit jaar eens rjjk beladen met vruchten met het vee in de weiden en die verruk kelijke vergezichten op de stad, op boomen- groepen en op de duinenmen geniet volop Altijd wanneer men daarvoor oog en gevoel heeft Ditmaal was het dan ook al een bijzondere Hemelvaartsdag Wij hebben meermalen ons afgevraagd waarom die dag officieel erkend en niet de Goede Yrjjdag Uit kerkelijk oogpunt valt voor den laatste veel, zoo niet alles te zeggen, maar dan niet als feest- doch meer als gedenkdag. Deze zou toch in onze oogen zijn „de dag, de roem der dagen". Maar als wjj dan weer nagaan hoe op den ernstigen Goeden Vrijdag de Paasch- dagen direct volgenHemelvaartsdag als 't ware een rustpunt is tusschen Paschen en Pinksteren en ons veel kans geeft op echte lentevreugd en lenteleven, dan is er alle aanleiding ons te verzoenen met die regeling, vooral omdat als feest dag Hemelvaartsdag zich beter leent. Wat is ons land mooi! zeiden wij. Dat trof ons bijzonder bij het wandelen aan den Seisweg. Die is trouwens ook wel een der uitver korenen. Yan Middelburg tot aan de hofstede Zandvoort, waarheen velen wandelden om de gevolgen van den brand te zien, waar van niets te zien was, is een zeldzaam mooie weg. Men kon nu, als schadeloosstelling voor het niets zien van hetgeen pas is gebeurd, de mooie hofstede van baas Louwerse bewonderen en de fraaie verscheidenheid van pluimvee, dat zich daar bevindt. Er zijn op dien weg overigens nog meer mooie hoeven Daar heerschte dan ook eene aardige drukte, al werd die op andere wegen, a. naar Domburg, overtroffen. Dit en de arbeid op het veld, dien men des Zondags niet ziet, maakten deze wan deling daar des te aangenamer. Het stoffeerde het geheel bijzonder. En 's middags, terwjjl wij dit schreven onder den verschen indruk van het genotene, betrok de lucht wederom. De natuur is grillig, evenals het mensch- dom, dat zelf in zijne viering van christe lijke feestdagen onberekenbaar vaak is en, als het dit niet iu den zin heeft, zich zelfs niet stoort aan kerkelijke of andere offici- eele voorschriften. Zou men hier ook te doen hebben met den nog steeds nawerkenden invloed van den heidenschen oorsprong dier feestdagen Want oorspronkelijk zijn ze toch niet anders dan Germaansche seizoenfeesten geweest, waaraan men later een christelijken naam heeft gegeven. En het is bij zoo veel dingen merkbaar dat die beteekenis onuit roeibaar aan die Germaansche overbljjfselen vastzit. Doe daartegen maar iets. De strengste Zondagswet is daartoe niet in staat. Zelfs zij, die voor eene strenge Zondags viering zijn, zouden op zulke dagen tegen haar toepassing protesteeren. En waar blijft dan haar kracht en haar invloed Wjj bevelen onzen lezers ten zeerste aan de lezing van het, in het bjjvoegsel opgenomen, verslag der voordracht, Vrjj dagavond alhier door den heer A. Plate van Rotterdam over de tariefwet gehouden. Zjj was zeer belangrjjk. Eigenaardig was zeker wel de door hem ge dane aanhaling van de woorden, in 1901 door dr Kuyper gesproken met het oog op de vrij handelspolitiek, door ons land gehuldigd, De toenmalige afgevaardigde van Sliedrecht verklaarde destjjds overtuigd te zjjn van de uitnemende uitkomsten, die op handelsgebied de tot dus verre bestaande orde van zaken voor ons land opleverde, en waarschuwde ernstig te overwegen vóór men van systeem veranderde. En zieonder zjjn leiding als PremieT wil men nu een heel anderen koers uit! Dit was wjj meenen dat hierbjj uitdruk- keljjk te moeten opmerken ook het eenige kleine uitstapje, dat de heer Plate zich op politiek gebied veroorloofde. Uit Ylissingen. In de Vrjjdagavond door de Vrjjzinnige kiesvereeniging Algemeen Belang aldaar ge houden vergadering zjjn voor de a.s. verkiezing voor de Provinciale Staten candidaat gesteld de heeren W. A. Graaf v. Ljjnden en dr J.J. v. d. Harst beiden te Koudekerke. Zooals in ons vorig nommer reeds is ge meld, zjjn in de commissie van advies over spoorwegdienstregelingen voor Zeeland tot lid en plaatsvervangend lid gekozen de heeren Jos. van Raalte en mr. J. Smit Azn. De eerstvolgende vergadering, waarin voor stellen gedaan kunnen worden omtrent den aanstaanden winterdienst, zal plaats hebben in de maand Juni of begin Juli e. k. Belanghebbenden gelieven, naar men ons ver zoekt te melden, vooral tjjdig hunne opmer kingen aan bovenbedoelde heeren kenbaar te maken, opdat nog tjjd overbljjve voor het inwinnen van inlichtingen. Vrjj dagavond werd te Domburg de jaarljjksche algemeene vergadering gehouden der Vereeniging tot bevordering van de belangen der badplaats Domburg. In zjjn openingswoord wjjdde de voorzitter, de heer L. J. van Voorthuysen, woorden van waardeering aan den vertrokken medebestuurder, den heer Gerlach van St Joosland, voor zjjn vele bemoeiingen in't belang der Vereeniging, in wier bestuur hjj sinds de oprichting af zitting had. Hjj stelde namens het bestuur voor, den heer Gerlach uit erkentenis het eerelidmaatschap der vereeniging aan te bieden, wat door de vergadering bjj acclamatie werd aangenomen. Door den secretaris werd verslag uitgebracht over den toestand en de werkzaamheden der Vereeniging in het afgeloopen jaar en door den penningmeester rekening gedaan van zjjn gehouden beheer. Het aantal leden, ongeveer 80, bleef stationair. De aftredende bestuursleden, de heeren A. Lantsheer van Oostkapelle en G. v. d. Putte, werden als zoodanig herkozen, terwjjl in de plaats van den heer Gerlach van St. Joosland werd gekozen de heer P. C. Labrjjn. Wederom werd besloten, als vorige jaren, vanwege de Vereeniging een kapper voor het seizoen aan te stellen. Aan de door het bestuur ingestelde com missie tot het maken van reclame voor de badplaats werd een crediet van 100 toegestaan. Op voorstel van den heer J. H. Duyviawerd besloten een onderzoek van monsters drink water te doen plaats hebben. Verder werd nog besloten, 200 nieuwe ljjstjes van verhuurde woningen enz. in de Duitsche taal te doen drukken, ter verzending naar het buitenland, en werden nog gelden gevoteerd voor het verharden van voetpaden in de duinen. Te Ierseke ljjden een dertigtal kin deren aan borstaandoeningen. In de afgeloopen week stierven daar zes kinderen aan de gevol gen van hoest. De in ons vorig nommer gemelde benoe ming van den heer L. Koole Wzn, te Z i e r i k- zee, tot gemeente bouwmeester te Gouda, ge schiedde met 10 stemmen. Op den heer P. Kolpa, gemeente-architect te Almelo, waren er 7 uitgebracht. Tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Bruinisse is benoemd, hét werd nog gemeld in een deel der oplaag van ons vorig nommer, J. van Hengelaar, thans te Beek en Donk. Oosteljjk Zeeuwsch Vlaande ren wordt naar men ons meldt sinds een viertal weken zeer druk bezocht door Duitsche en Belgische en ook door een paar Zwitsersche kooplieden in paarden. Zjj loopen alle stal len af en besteden zeer hooge prjjzen. Ér zjjn reeds zooveel paarden door hen gekocht, dat de landbouwers, die behoefte aan een paard hebben, slechts uiterst moeiljjk en dan nog door diep in hun beurs te tasten, daarin kunnen voorzien. De publieke verkoopingen toonen de duurteeen vierjarige merrie met veulen gold 1050een jaarlingpaard 405 een twaalfjarig werkpaard 585. Bjj deze sommen moet nog minstens 10 betaald worden voor onkosten. De gemeenteraad van St. Nicolaas heeft in beginsel besloten een buurtspoorweg te leggen van St. Nicolaas over St. Pauwels, Kemseke, Stekene, Clinge, St. Jansteen naar Hulst. Omtrent de kosten van de ljjn op Neder - landsch grondgebied wordt een onderzoek in gesteld. Hulsterblad Tot onderwjjzér aan -de bijzondere chris telijke school te Heinenoord is benoemd de heer F de HuRu, thans te Oostburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1