W oensdag
4 Mei.
Uit Stad en Provincie.
BUITENLAND.
N°. 105.
147e Jaargang.
1004.
Middelburg 3 Mei
ONDERWIJS.
t kl
oe
tte
am;
:e.
Bg deze courant behoort een Byvoeggt 1.
Arm Nederland!
KERKNIEUWS.
;on
en
as,
24.
200
aet
E-
0111
isd
üer
is-
oe-
ie-
agt
als
us-
zen
oo-
lM
m©
3 li
en,
ing
zi-
lid,
1ÜX
en.
0,
.30
.30
.30
.30
.30
en
en
na
ol
i
i
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
8 Mei 8 u. vm 52 gr., 12 u. 57 gr., av. 4 u 58 gr. F. Verwacht: matige tot krachtige W.
wind, zwaar bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende
Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentle-Bnreau
A. DE LA MAR Ai., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Wie meende, dat Nederland tot de meest
welvarende landen behoort, zal met verwon
dering kennis genomen hebben van een verge-
1 ijkend staatje van het aantal bedeelden in ons
land en in eenige andere landen, dat zeker in
Den Haag verschonend blaadje, De Protectiehode,
voortgaat in haar kolommen af te drukken.
Volgens die opgaaf zouden er op de 1000
inwoners zjjn inde Vereenigde Staten 5,
Frankrjjk 32, Oostenrijk 35, Duitschland 50 en
Nederland 105 bedeelden.
't Is om te schrikken. In ons land zou ieder
tiende man (en zelfs nog eenigen meer) be
deeld worden!
Gelukkig is het staatje niet Waar, zelfs vol
komen onjuist. Herhaaldelijk is die onjuistheid
aangetoond. Toch bljjft het dienst doen als
reclamemiddel ter aanbeveling van hoogere
invoerrechten »Zoo slecht is het met onze
welvaart gesteld! Dat komt van ons vrijhan
delstelsel. Weg met dat stelsel!" Hebben
de heeren, die protectie voorstaan, geen betere
wapens in hun arsenaal Men is geneigd het
te denken. Dit wapen toch is hun zoo dik
wijls uit dé hand geslagen, dat men zich ver
wonderen moet, dat zjj 't niet reeds lang bjj't
oud roest geworpen hebben.
Voor de eerste maal vernam men van de
indrukwekkende vergelijking van het aantal
bedeelden in ons land en elders in 1865 bjj de
behandeling in de Tweede Kamer van de
motie-Dobbelman. Toen heette het uit den
mond van den heer Trujjen, afgevaardigde voor
Weert, dat 20pCt. onzer bevolking door de
openbare weldadigheid werd ondersteund. De
toenmalige Minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer Roëll, nam daarop de moeite die onzin
nige bewering te weerleggen. Hjj deelde mede,
dat door hem een onderzoek was ingesteld en
een ambtenaar, door zjjne betrekking met de
zaken van armenzorg op de hoogte, hem had
bericht, dat wanneer men allen medetelde, die
door openbare en door bjjzondere liefdadigheid
werden onders teund en ook die gratis genees
kundige behandeling genieten, hoogstens een
cjjfer van 7 pCt. bereikt werd. Bp dit cjjfer
dient dan nog in aanmerking genomen te wor
den, dat wegens het ontbreken in ons' land
van plaatselijke centrale bedeeldenregisters en
van nominatieve registers bjj vele instellingen
de Nederlandsche statistiek der bedeelden een
onbekend, doch zeker aanzienlijk aantal dub
beltellingen bevat, n.l. van personen, in het
zelfde jaar door meer dan eene instelling van
weldadigheid, of door dezelfde instelling meer
dan eenmaal in hetzelfde jaar bedeeld. Voorts
wees de Min. er op, dat in de statistiek voor
Frankrjjk alleen zjj worden opgenomen, die
door de bureaux de bienfaisance worden onder
steund, in Amerika alleen de personen, die in
armenhuizen zjjn opgenomen. Men zoude die
tegenspraak afdoende achten. Toch niet! De
volkomen onjuiste cjjfers kunnen nog dienst
doen voor de onnadenkende menigte. Eene
variatie heeft men in den loop der jaren er in
gebracht Het cpfer 197 voor Nederland, dat
in 1895 en later ook nog op de omslagen van
de bekende oranjekleurige brochures van den
heer Eugène Regout en anderen voorkwam,
is vervangen door 105. Men heeft dus wat
laten afdingenwaarschjjnljjk begrppend, dat
het eerste toch door niemand werd geloofd.
De cpfers voor de andere landen heeft men
gemakshalve onveranderd gelaten, ofschoon de
heer Trujjen indertijd mededeelde, dat zjj be
trekking hadden op 1889. Men vond het
bljjkbaar niet de moeite waard ze aan de hand
van latere statistische gegevens te verbeteren.
De heer Röell toch had in 1895 reeds alle
beteekenis voor eene vergeljjking er aan ont
nomen.
En nu hebben laatsteljjk Mr. Aalberse in
het Katholiek-Sociaal Weekblad en Mr. Smissaert
in het Tijdschrift voor Armenzorg nos. 111 en
112 (in Augustus en September 1903) nog eens
aangetoond, hoe onjuist dat cpfer 105 voor
Nederland is en medegedeeld, dat dit volgens
de »Jaarcjjfers" voor 1899 pl. ra. 47 behoort
te zjjn en dat men dan nog rekening heeft te
houden met de dubbele telling van vele per
sonen, die door meer dan eene instelling wor
den ondersteud.
Heeft die tegenspraak iets geholpen? Wei
neen! Alsof de cpfers nimmer waren weerlegd,
gaat de Protectiebode voort ze af te drukken
zjj zjjn o.a. nog te vinden in het Februari
nummer van 1904.
Wjj kunnen hieraan nog dit toevoegen.
Wenscht men, geljjk de Protectiebode, geen
Geschrift der Vereeniging Het Vriie Ruilver
keer, no. 23.
rekening te houden met de dubbeltellingen,
dan behoort men dit ook niet te doen voor
vroegere jaren. De vergeljjking hiermede toont
afdoende aan dat de toestand niet slechter
doch beter is geworden. In 1855 toch waren
er op eene bevolking van 3.261.227 zielen
527.790 bedeelden (die met levensmiddelen en
brandstoffen niet medegerekend daar dit aantal
toen onbekend was)derhalve ongeveer 160
per 1000 inwoners. In 1900 was het aantal
bedeelden op een tot 5.104.137 zielen aange
groeide bevolking afgenomen tot 240.240 of
ongeveer 47 per 1000 inwoners.
Doch er is meer. Wil men op grond van
bedeeldencjjfers den welvaartstoestand beoor-
deelen, dan is het aantal bedeelden alléén
niet voldoende doch moet het bedrag der uit-
keering mede in rekening worden gebracht. In
1855 beliepen de uitkeeringen 5.497.101, d. i.
ongeveer 10 gld. per armein 1900 was dit
cjjfer gestegen tot 7.387.000 of pl.m. 30
per arme. De vergelpkende cpfers toonen dus
aan, dat, terwjjl het aantal bedeelden in 1855
meer dan 3 maal zoo groot was dan in 1900,
de armen thans 3 maal zooveel ondersteuning
genieten .dan toen het geval was.
Hieruit blijkt tevens dat niet mag worden
afgegaan uitsluitend op het aantal bedeelden,
geljjk de Protectiebode doet, of alléén op het
bedrag der onkosten, doch dat met beide fac
toren rekening dient te worden gehouden.
Stjjging van het bedrag der uitkeeringen kan
zeker niet worden geacht een teeben van toe
nemende armoede, waar daarnaast op afneming
van het getal der bedeelden kan worden ge
wezen. Integendeel, naast de vermindering
van het aantal ondersteunden wordt door bo
vengenoemde cjjfers bewezen dat het Neder
landsche volk in staat is thans 3 maal zooveel
geld op te brengen tot ondersteuning der
armen, dat Neêrland's vooruitgang ook op het
gebied der armenzorg vermeerdering der volks
welvaart beteekent.
Of ook dit betoog iets zal helpen Wjj dur
ven het niet te hopendoch, indien de Protec
tiebode mocht voortgaan haar misleidende cpfers
te gebruiken als argument voor het door haar
aanbevolen Beschermende Stelsel, is zeker de
vraag gerechtvaardigdWat moet men daar
van denken?
Op de in het Kunstviuseum alhier ge
houden schilder jj ententoonstelling zjjn nog
verkochtDorp in Vlaanderen van F. van
Leemputten, no. 79, en Eerst proeven van G.
Portielje, no. 107 van den catalogus.
In het geheel zjjn 20 stukken verkocht.
Het aantal bezoekers was 665, en wel 488
a 0.25 en 177 a 0.10.
70 doorloopende kaarten waren afgegeven.
De dezer dagen bjj het 3e regt. infanterie
benoemde majoor M. J. van Hille is aangewezen
als garnizoens-commandant te Middelburg.
Bljjkens het thans in druk verschenen
jaarverslag over 1903 van de Vereeniging tot
bevordering van het Vreemdelingen-verkeer in
Walcheren te Middelburg teekenden in het
register op het informatie-bureel 396 personen.
Zjj vertegenwoordigden 1014 bezoekers, waar
van uit Nederland 295, België 565, Duitsch
land 34, Frankrjjk 39, Engeland 59, Oostenrjjk
3, Griekenland 1, Zweden 2, Amerika 16.
Met 1 Mei zjjn bevorderd tot klerk der
posterpen en telegraphie le kl. de klerken 2e
kl. C. A. J. Zentgraaff te Vlissingen
J. H. de Broekert te Rotterdam, J. L. L. Boot
te Hulst, en C. H. van der Ploeg te Vlis
singen.
Verplaatst is de klerk der posterpen en
telegraphie le kl. W. H. van der Weele van
Helmond naar Zierikzee.
Op verzoek is eervol ontslagen de bureel
ambtenaar der posterpen en telegraphie 3e kl.
W. A. Laurense Jz te Middelburg.
Uit Vlissingen.
Het percentage voor den hoofdeljjken omslag
is Maandag door den raad voor dit jaar op
3,4 pet. bepaald.
Ten gevolge van eene vergissing is in ons
vorig nommer gemeld dat mej. J. Bouvin is
benoemd tot regentes van het Burgerweeshuis
Dit was onjuist. Als zoodanig is benoemd
mevr. Vermaas-Schultz met 11 stemmen. Op
mej. Bouvin, die mede was aanbevolen, werden
4 stemmen uitgebracht.
Men zie verder het uitvoerig raadsverslag
in het bjjvoegsel, waar men tevens vindt een
verslag van een Maandagavond aldaar ge
houden zitting der Kamer van koophandel en
fabrieken.
Tot directeur der electro-tinfabriek aldaar
is benoemd de heer G. R. E. van Raalte.
De heer J. M. Koole te Wemeldinge
herdacht Maandag, onder veel bljjken van be
langstelling, den dag waarop hjj vóór 40 jaren als
opzichter van den polder De Breede watering
bewesten Ierseke werd aangesteld.
De djjkgraaf en de gezworenen kwamen hem
persoonljjk feliciteeren en boden hem een fraai
notenhouten schrjjfbureau aan.
De Goesche Ct. deelt omtrent den jubilaris
het volgende mede
De heer J. M. Koole werd den 6 Juli 1835
als zoon vaneen djjkwerker te Zierikzee geboren.
Na zjjne opleiding genoten te hebben op de
voortreffeljjke school van den heer Douw van
der Krap in zjjne geboorteplaats en na zich
bjj de uitvoering van verschillende werken
practisch bekwaamd te hebben, werd de heer
Koole 1 Nov. 1861 benoemd tot werkbaas aan
de ealamiteuse polders, eerst tot 1 Oct. 1862
ter standplaats Tholen en daarna tot Mei 1864
aan den Oost-Bevelandpolder, standplaats Wil-
helminadorp, om vervolgens in zjjne tegen
woordige betrekking aangesteld te worden.
Wat onder toezicht van dezen jjverigen
ambtenaar in die 40 jaren ten opzichte van
oeververdediging, verbeterden waterafvoer,
betere wegen enz. is verricht, kunnen deskun
digen best beoordeelen, en, ondanks de steeds
hooger gestelde eischen, wist de jubilaris zich
door jjverige studie steeds op de hoogte te
stellen van de ervaringen, door de nieuwste
waterbouwkunde geleerd.
Dat de directie met de ingelanden dien pver
altjjd hebben gewaardeerd, is ten volle bewezen
uit de gedurige tractementsverhooging. Aan
gesteld op een salaris van 750 werd dit tot
vpfmalen toe verhoogd en is nu onlangs ge
bracht op 2000.
Met ingang van 1 Mei zjjn de mare
chaussees J. M. Boogerd en A van der- Linde,
beiden ter standplaats Klo osterzande,
bevorderd tot brigadier-titulair.
Eene eigenaardige gewoonte in het 1 a n d
van Hulst is het zoogenaamde Meizingen.
Troepjes van twee of meer personen gaan op
Meiavond, als het duister wordt, de huizen af
en heffen een Meiliedje aanenkele eiers zjjn
gewoonljjk hun loon voor het aankondigen van
bloeimaand.
Als de gift echter tegenvalt, of er in 't ge
heel geen komt, stellen de zangers zich wel
eens schadeloos" door het uitvoeren van
kattekwaad ten nadeele van de minder of in
t geheel niet milde gevers.
Dit laatste schjjnt zoo schrjjft men ons
aanleiding gegeven te hebben om het Meizingen
voortaan te verbiedenin Hontenisse althans
deden op Meiavond de marechaussées flink
dienst en raadden uit dien hoofde de Mei
zangers aan, de menschen maar rustig te laten
slapen en zeiven ook de kooi op te zoeken.
Ofschoon waarschijnlijk niet gaarne, voldeden
zjj toch aan dat bevel, na slechts heel weinig
eitjes bijeengegaard te hebben.
m m
Met ingang van 16 dezer is de kommies
2e klasse bjj 's rijks belastingen J. van Goethem
van Sas van Gent verplaatst naar Aarden
burg.
De vergadering der liberale kiesvereeni-
ging in het voormalig 4de district in Zeeland,
jl. Zondag te Oostburg gehouden, werd
bezocht door 39 leden.
Nadat de heeren mr F. J. N. van Dam en
mr P. C. J. Hennequin bjj acclamatie totcan-
didaten waren geproclameerd, tegenover
hen werd niemand genoemd kwamen deze
heeren ter vergadering.
Voor de vacature-De Smidt werd, na her
haalde stemming, een drietal opgemaakt, be
staande uit de heeren W. C. de Smidt, P. van
Houte en J. A. Neeteson.
Den 15den Mei a.s. heeft de definitieve can-
didaatstelling plaats.
Met algemeene stemmen werd aangenomen
een voorstel van den heer S. G. Geertsema
Beckeringh tot het indienen van een verzoek
schrift aan de Eerste kamer tot verwerping
van het wetsontwerp tot wjjziging der Hooger
onderwjjswet.
Zaterdagavond sprak te C a d z a n d, in
de herberg van M. A. de Roover, de heer G. A,
Vorsterman van Oyen van Aardenburg over den
tegenwoordigen politieken toestand. Zijn met
vuur uitgesproken rede werd naar men ons
schrijft door een talrjjk en aandachtig ge
hoor gevolgd. Spreker begon met een beknopt
overzicht van de geschiedenis te geven, begin
nende bjj de Republiek der Vereenigde Neder
landen, om daarna te komen op het ontstaan
der twee groote staatkundige partpencon
servatieven en vrijzinnigen. Hjj schetste den
invloed der Fransche omwenteling en de
Fransche overheersching met betrekking tot
ons landdeed uitkomen hoe de leeralles
door en voor 't volk hier langzaam terrein ver
overde, en hoe juist de vrijzinnigen daaraan
krachtig hadden meegewerkt, terwijl de con
servatieven steeds remmend waren opgetreden.
Later splitste zich de vrjjzinnige partijer
waren er, die meenden, dat genoeg gedaan
was, anderen wilden nog wel iets verder gaan;
nog anderen meenden, dat nog pas de eerste
schreden waren gezet op den goeden weg.
Daarna kwam de partjj, die tegen de revolutie
gekant was, aan de beurt en zoo kwam dan
het tegenwoordige ministerie ter sprake.
Spreker vroeg, of men iemand, die veel be
looft maar weinig geeft, op den duur ver
trouwen mag schenken. Hjj las eenige punten
voor, die door 't hoofd van 't tegenwoordige
ministerie vroeger zjjn beloofd, sprak over het
verbond tusschen Rome en Dordt, beschouwd in
't licht der antirevolutionnaire beginselen, wees
op het verschil tusschen beloften en daden en
eindigde met te zeggen, dat juist om dat
groote verschil het tegenwoordige ministerie
het vertrouwen der natie niet verdient.
Spreker behandelde, na een korte pauze, den
strijd tusschen arbeid en kapitaal, noemde
werklieden-pensioneering een zaak, die door de
sociale rechtvaardigheid geëischt wordt en
tevens een middel zou zjjn om dien strjjd de
bitterheid te ontnemen. Hjj wees op middelen
om het daarvoor benoodigde geld te krjjgen:
bezuiniging, minder hooge traktementen der
hooge ambtenaren, inkrimping der uitgaven
voor leger en vloot; desnoods belastingen,
maar dan geen op klompen of andere artikelen
voor de volksklasse. Hjj wekte zjjn gehoor op,
om mannen te kiezen, die den weg der sociale
hervormingen op willen, daar dit het eenige
middel is om betere toestanden te verkrjjgen.
Spreker eindigde met een woord van dank
voor de talrjjke opkomst en de groote aandacht
waamede zjjn rede was gevolgd.
Bjj kon. besluit is benoemd tot lid van
het bestuur van het waterschap der Sluis aan
de Wielingen mr P. C. J. Hennequin te Aar
denburg.
Voor de vacante betrekking van onder-
wjjzeres aan de openbare school teGapinge
hebben zich vijf sollicitanten aangemeld.
A k t e-e xamens te Middelburg.
Maandag werden geëxamineerd 8 vrou welijke
candidaten, van wie er 6 slaagden, en wel de
dames P. C. van Oostveen en H. de Ligt, bei
den MiddelburgC. Elias, SluisM. T. Ge
braad, St. Maartensdjjk E. Larooy, Scherpe-
nisseen A. J. Ouderland, St. Laurens.
Dit werd nog in een groot deel van ons
vorig nommer gemeld.
Beroepen bjj de Ned. Hervormde kerk te
Vlissingen, vacature Bakhuizen van den
Brink, de heer H. Visser, predikant te Workum.
DE JAPANSCHE LEZING.
Vrjjdag bombardeerden de Russen opnieuw
Wi-ju, zonder een antwoord te krjjgen.
De 12e divisie voetvolk, die belast was het
eerst de Jaloe over te trekken, te Sui-Ko-cheng,
8 mjjlen beneden Wi-ju, verjoeg daar Vrjjdag
morgen de Russen van den oever en begon
daarna eene scheepsbrug te leggen.
De overtocht begon Zaterdagmorgen te 3 uur
en te 6 uur 1s avonds had de gansche divisie
de stellingen bezet, die aangeduid waren voor
den slag van Zondag 1 Mei.
De beweging der 12e divisie was beschermd
door het 2e regiment veldartillerie en door
een stuk van zwaar kaliber.
Zaterdagmorgen, te 11 uur 20, begon de
Russische artillerie, ten Noorden en ten Oosten
van Kia-lien-tsé de Japansche batterjjen te
beschieten, maar de Japansche batterjjen brach
ten ten slotte de Russische kanonnen tot
zwijgen.
Generaal Kuroki brengt warme hulde aan
de artillerie, welker overmacht ook van Russi
sche zjjde wordt erkend.
Bjj dit artilleriegevecht verloren de Japan
ners 2 dooden en 5 officieren, terwijl 22 man
werden gewond.
De flotielje Japansche kanonneerbooten, ge
detacheerd van het eskader van admiraal Hosaya,
namen Zaterdag deel aan het gevecht en ver
joeg, aan den rechteroever der Jaloe, een
krjjgsmacht Russische infanterie, ruiterjj en
geschut.
De brug over de Jaloe, stroomopwaarts van
Wi-ju, was Zaterdagavond om 8 uur voltooid
en de 2e divisie van de garde begon daarop
den overtocht en bezette de hoogten van Kosan,
vlak over de Russische stellingen.
Uit Tokio wordt omtrent de eerste bedui
dende ontmoeting te land, een omstandig
verhaal gemeld dat we hier, met het oog op
de bijzonderheden, laten volgen.
Dinsdag begon generaal Kuroki te opereeren.
Hjj gaf aan detachementen van de keizerljjke
garde bevel het eiland Kurito, boven Wi-ju,
te veroveren, en aan een detachement der
tweede divisie zich van het eiland Kunteto,
beneden An-joe, meester te maken.
De garde ontmoette eenigen tegenstand, doch
kon het eiland Kurito bezetten met een ver
lies van 9 zwaar en 16 licht gewonden. De
Russen hebben zonder slag of stoot het eiland
Kunteto ontruimd, zoodat do tweede divisie
geen verliezen had. Gedurende dit gevecht
hadden de Russen 8 kanonnen van 91'/, m/m.,
op eene hoogte achter Kia-lien-tsé en 2 Hotch-
kisskanonnen op den oever der rivier te Kosan,
dat hun hoofdkwartier scheen te zjjn.
Dinsdag, om middernacht, hebben de Rus
sische batterpen van Kia-lien-tsé Wi-ju be
schoteneen Japansch soldaat werd verwond.
Gedurende heel den dag bleven de Russische
kanonnen vuren, doch de Japanners beant
woordden het vuur niet.
In den loop van den dag vernam generaal
Kuroki dat de Russen de hoogten versterkten
op den oever der Jao-rivier, die zich in de
Jaloe werpt, bjjna tegenover Wi-ju. Hunne
werken strekten zich uit van Kia-lien-tsé naar
Koshe-Ko, op eene lengte van 6 kilometers.
Donderdag begonnen de Russen opnieuw het
vuur, doch zonder gevolg. Generaal Kuroki
gaf daarop aan de 2e compagnie van de garde
bevel, de Jaloe over te trekken en de stellingen
van den vjjand op den rechteroever der Jao
te verkennen.
Bjj die verkenning werd een Russisch detache
ment ontmoet, dat in de schermutseling 5
dooden verloor.
Een nieuw artillerie-gevecht ontstond daarna
dat duurde tot Donderdagavond. Generaal
Kuroki erkent dat het vuur der Russen, alhoe
wel zonder gevolg, het Japansche aanvalsplan
belemmerde.
TE LAND EN TER ZEE.
Bljjkens bericht uit Tokio boden de Russen
voor de tweede maal een flinken tegenstand,
toen de Japanners zich Maandagochtend mees
ter maakten van de hoogten tusschen Kioe
liën-tse en Josjako, aan den rechter oever van
den I-ho. De Russen hadden dezen keer positie
genomen op een heuvel ten N.-W. van Kioe-
liën-tse.
De Japanners rukten langs drie wegen op en
bezetten de linie van Antoeng tot Loei-sjoe-kan.
De keizerljjke garde omringde de Russen aan
drie kanten, versperde, na een verwoed gevecht
van man tegen man, de stelling om acht uur
s avonds en nam 20 kanonnen met paarden,
affuiten en ammunitie. De Japanners maakten
meer dan twintig officieren en een groot aantal
manschappen krjjgsgevangen. De Russen zjjn
teruggetrokken op Feng-hwang-tsj'eng.
Uit Moekden werd Maandag gemeld, dat de
Japanners den 30 April begonnen de Russische
stelling bjj Tioe-ren-tsjeng met 24 veldstukken
en 12 zware kanonnen van 12 cM. te beschie
ten. Zjj vuurden op de 8 kanonnen der Russen
2000 schoten. Het vuren duurde tot vjjf uur
s middags. De Russische kanonnen leden geen
schadeslechts een ammunitie-wagen werd
beschadigd. Tjjdens het kanonvuur gingen de
Japanners te Sindiagoe in grooten getale over
de rivier en vielen een afdeeling, onder kolonel
Sroma, bestaande uit een bataljon van het 22ste
regiment en twee kanonnen, aan, die op de
hoogten van Kasan stelling genomen had.
Wegens de overmacht van den vjjand trok
deze afdeeling naar het dorp Potetyntsa terug
Ook over de operaties op zee wordt weer
het een en ander gemeld. Den 26en kwam
schout-bjj-nacht Kanimoera te Gensan aan,
zonder, tengevolge van den dikken aanhouden
den mist, de voorgenomen beschieting van
Wladiwostok te hebben kunnen uitvoeren.
Vernemende dat de Kinsjioe Maroe vertraging
had, ging de vloot haar zoeken. Toen zjj den
27en April opnieuw Wladiwostok naderde, be
lette de mist de vloot wederom om een aanval
te doen, waarom zjj, volgens het uit Japan
afkomstig bericht, wegstoomde.
Kanimoera zelf, die bevelhebber is van het
smaldeel dat tegen Wladiwostok opereert, be
richt uit Gensan, dat een ondoordringbare mist
hem tweemalen heeft verplicht af te zien van
een aanval op Wladiwostok en tweemaal de
Russische vloot in staat heeft gesteld te ont
komen zonder gevecht.
Toen hjj de eerste maal Noordwaarts ging,
kwam hjj zeer dicht langs het Russische smal
deel dat zuidwaarts naar Gensan ging. Geen
van de twee eskaders zag het andere. Toen
Kanimoera wegens den mist in zuideljjke rich
ting terugkeerde, kwam hjj opnieuw langs het
Russische smaldeel, dat terugkeerde na de ver
rassing van Gensan en de vermeestering van
de Kinsjioe Maroe. Nadat Kanimoera gehoord
had dat de stoomboot vermist werd, keerde hjj
in Noordeljjke richting terug om te zoeken en
vond drie sloepen van het stoomschip.
De Japansche kruisers ontdekten aan de
kusten verscheidene Russische mjjnen, die zjj
lieten springen. Het voortduren van den mist
verhindert de hernieuwing van een aanval op
Wladiwostok sedert Donderdag, geljjk Kani
moera rapporteert.