W oensdag 4 Mei. Uit Stad en Provincie. BUITENLAND. N°. 105. 147e Jaargang. 1004. Middelburg 3 Mei ONDERWIJS. t kl oe tte am; :e. Bg deze courant behoort een Byvoeggt 1. Arm Nederland! KERKNIEUWS. ;on en as, 24. 200 aet E- 0111 isd üer is- oe- ie- agt als us- zen oo- lM m© 3 li en, ing zi- lid, 1ÜX en. 0, .30 .30 .30 .30 .30 en en na ol i i Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 8 Mei 8 u. vm 52 gr., 12 u. 57 gr., av. 4 u 58 gr. F. Verwacht: matige tot krachtige W. wind, zwaar bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentle-Bnreau A. DE LA MAR Ai., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. Wie meende, dat Nederland tot de meest welvarende landen behoort, zal met verwon dering kennis genomen hebben van een verge- 1 ijkend staatje van het aantal bedeelden in ons land en in eenige andere landen, dat zeker in Den Haag verschonend blaadje, De Protectiehode, voortgaat in haar kolommen af te drukken. Volgens die opgaaf zouden er op de 1000 inwoners zjjn inde Vereenigde Staten 5, Frankrjjk 32, Oostenrijk 35, Duitschland 50 en Nederland 105 bedeelden. 't Is om te schrikken. In ons land zou ieder tiende man (en zelfs nog eenigen meer) be deeld worden! Gelukkig is het staatje niet Waar, zelfs vol komen onjuist. Herhaaldelijk is die onjuistheid aangetoond. Toch bljjft het dienst doen als reclamemiddel ter aanbeveling van hoogere invoerrechten »Zoo slecht is het met onze welvaart gesteld! Dat komt van ons vrijhan delstelsel. Weg met dat stelsel!" Hebben de heeren, die protectie voorstaan, geen betere wapens in hun arsenaal Men is geneigd het te denken. Dit wapen toch is hun zoo dik wijls uit dé hand geslagen, dat men zich ver wonderen moet, dat zjj 't niet reeds lang bjj't oud roest geworpen hebben. Voor de eerste maal vernam men van de indrukwekkende vergelijking van het aantal bedeelden in ons land en elders in 1865 bjj de behandeling in de Tweede Kamer van de motie-Dobbelman. Toen heette het uit den mond van den heer Trujjen, afgevaardigde voor Weert, dat 20pCt. onzer bevolking door de openbare weldadigheid werd ondersteund. De toenmalige Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Roëll, nam daarop de moeite die onzin nige bewering te weerleggen. Hjj deelde mede, dat door hem een onderzoek was ingesteld en een ambtenaar, door zjjne betrekking met de zaken van armenzorg op de hoogte, hem had bericht, dat wanneer men allen medetelde, die door openbare en door bjjzondere liefdadigheid werden onders teund en ook die gratis genees kundige behandeling genieten, hoogstens een cjjfer van 7 pCt. bereikt werd. Bp dit cjjfer dient dan nog in aanmerking genomen te wor den, dat wegens het ontbreken in ons' land van plaatselijke centrale bedeeldenregisters en van nominatieve registers bjj vele instellingen de Nederlandsche statistiek der bedeelden een onbekend, doch zeker aanzienlijk aantal dub beltellingen bevat, n.l. van personen, in het zelfde jaar door meer dan eene instelling van weldadigheid, of door dezelfde instelling meer dan eenmaal in hetzelfde jaar bedeeld. Voorts wees de Min. er op, dat in de statistiek voor Frankrjjk alleen zjj worden opgenomen, die door de bureaux de bienfaisance worden onder steund, in Amerika alleen de personen, die in armenhuizen zjjn opgenomen. Men zoude die tegenspraak afdoende achten. Toch niet! De volkomen onjuiste cjjfers kunnen nog dienst doen voor de onnadenkende menigte. Eene variatie heeft men in den loop der jaren er in gebracht Het cpfer 197 voor Nederland, dat in 1895 en later ook nog op de omslagen van de bekende oranjekleurige brochures van den heer Eugène Regout en anderen voorkwam, is vervangen door 105. Men heeft dus wat laten afdingenwaarschjjnljjk begrppend, dat het eerste toch door niemand werd geloofd. De cpfers voor de andere landen heeft men gemakshalve onveranderd gelaten, ofschoon de heer Trujjen indertijd mededeelde, dat zjj be trekking hadden op 1889. Men vond het bljjkbaar niet de moeite waard ze aan de hand van latere statistische gegevens te verbeteren. De heer Röell toch had in 1895 reeds alle beteekenis voor eene vergeljjking er aan ont nomen. En nu hebben laatsteljjk Mr. Aalberse in het Katholiek-Sociaal Weekblad en Mr. Smissaert in het Tijdschrift voor Armenzorg nos. 111 en 112 (in Augustus en September 1903) nog eens aangetoond, hoe onjuist dat cpfer 105 voor Nederland is en medegedeeld, dat dit volgens de »Jaarcjjfers" voor 1899 pl. ra. 47 behoort te zjjn en dat men dan nog rekening heeft te houden met de dubbele telling van vele per sonen, die door meer dan eene instelling wor den ondersteud. Heeft die tegenspraak iets geholpen? Wei neen! Alsof de cpfers nimmer waren weerlegd, gaat de Protectiebode voort ze af te drukken zjj zjjn o.a. nog te vinden in het Februari nummer van 1904. Wjj kunnen hieraan nog dit toevoegen. Wenscht men, geljjk de Protectiebode, geen Geschrift der Vereeniging Het Vriie Ruilver keer, no. 23. rekening te houden met de dubbeltellingen, dan behoort men dit ook niet te doen voor vroegere jaren. De vergeljjking hiermede toont afdoende aan dat de toestand niet slechter doch beter is geworden. In 1855 toch waren er op eene bevolking van 3.261.227 zielen 527.790 bedeelden (die met levensmiddelen en brandstoffen niet medegerekend daar dit aantal toen onbekend was)derhalve ongeveer 160 per 1000 inwoners. In 1900 was het aantal bedeelden op een tot 5.104.137 zielen aange groeide bevolking afgenomen tot 240.240 of ongeveer 47 per 1000 inwoners. Doch er is meer. Wil men op grond van bedeeldencjjfers den welvaartstoestand beoor- deelen, dan is het aantal bedeelden alléén niet voldoende doch moet het bedrag der uit- keering mede in rekening worden gebracht. In 1855 beliepen de uitkeeringen 5.497.101, d. i. ongeveer 10 gld. per armein 1900 was dit cjjfer gestegen tot 7.387.000 of pl.m. 30 per arme. De vergelpkende cpfers toonen dus aan, dat, terwjjl het aantal bedeelden in 1855 meer dan 3 maal zoo groot was dan in 1900, de armen thans 3 maal zooveel ondersteuning genieten .dan toen het geval was. Hieruit blijkt tevens dat niet mag worden afgegaan uitsluitend op het aantal bedeelden, geljjk de Protectiebode doet, of alléén op het bedrag der onkosten, doch dat met beide fac toren rekening dient te worden gehouden. Stjjging van het bedrag der uitkeeringen kan zeker niet worden geacht een teeben van toe nemende armoede, waar daarnaast op afneming van het getal der bedeelden kan worden ge wezen. Integendeel, naast de vermindering van het aantal ondersteunden wordt door bo vengenoemde cjjfers bewezen dat het Neder landsche volk in staat is thans 3 maal zooveel geld op te brengen tot ondersteuning der armen, dat Neêrland's vooruitgang ook op het gebied der armenzorg vermeerdering der volks welvaart beteekent. Of ook dit betoog iets zal helpen Wjj dur ven het niet te hopendoch, indien de Protec tiebode mocht voortgaan haar misleidende cpfers te gebruiken als argument voor het door haar aanbevolen Beschermende Stelsel, is zeker de vraag gerechtvaardigdWat moet men daar van denken? Op de in het Kunstviuseum alhier ge houden schilder jj ententoonstelling zjjn nog verkochtDorp in Vlaanderen van F. van Leemputten, no. 79, en Eerst proeven van G. Portielje, no. 107 van den catalogus. In het geheel zjjn 20 stukken verkocht. Het aantal bezoekers was 665, en wel 488 a 0.25 en 177 a 0.10. 70 doorloopende kaarten waren afgegeven. De dezer dagen bjj het 3e regt. infanterie benoemde majoor M. J. van Hille is aangewezen als garnizoens-commandant te Middelburg. Bljjkens het thans in druk verschenen jaarverslag over 1903 van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingen-verkeer in Walcheren te Middelburg teekenden in het register op het informatie-bureel 396 personen. Zjj vertegenwoordigden 1014 bezoekers, waar van uit Nederland 295, België 565, Duitsch land 34, Frankrjjk 39, Engeland 59, Oostenrjjk 3, Griekenland 1, Zweden 2, Amerika 16. Met 1 Mei zjjn bevorderd tot klerk der posterpen en telegraphie le kl. de klerken 2e kl. C. A. J. Zentgraaff te Vlissingen J. H. de Broekert te Rotterdam, J. L. L. Boot te Hulst, en C. H. van der Ploeg te Vlis singen. Verplaatst is de klerk der posterpen en telegraphie le kl. W. H. van der Weele van Helmond naar Zierikzee. Op verzoek is eervol ontslagen de bureel ambtenaar der posterpen en telegraphie 3e kl. W. A. Laurense Jz te Middelburg. Uit Vlissingen. Het percentage voor den hoofdeljjken omslag is Maandag door den raad voor dit jaar op 3,4 pet. bepaald. Ten gevolge van eene vergissing is in ons vorig nommer gemeld dat mej. J. Bouvin is benoemd tot regentes van het Burgerweeshuis Dit was onjuist. Als zoodanig is benoemd mevr. Vermaas-Schultz met 11 stemmen. Op mej. Bouvin, die mede was aanbevolen, werden 4 stemmen uitgebracht. Men zie verder het uitvoerig raadsverslag in het bjjvoegsel, waar men tevens vindt een verslag van een Maandagavond aldaar ge houden zitting der Kamer van koophandel en fabrieken. Tot directeur der electro-tinfabriek aldaar is benoemd de heer G. R. E. van Raalte. De heer J. M. Koole te Wemeldinge herdacht Maandag, onder veel bljjken van be langstelling, den dag waarop hjj vóór 40 jaren als opzichter van den polder De Breede watering bewesten Ierseke werd aangesteld. De djjkgraaf en de gezworenen kwamen hem persoonljjk feliciteeren en boden hem een fraai notenhouten schrjjfbureau aan. De Goesche Ct. deelt omtrent den jubilaris het volgende mede De heer J. M. Koole werd den 6 Juli 1835 als zoon vaneen djjkwerker te Zierikzee geboren. Na zjjne opleiding genoten te hebben op de voortreffeljjke school van den heer Douw van der Krap in zjjne geboorteplaats en na zich bjj de uitvoering van verschillende werken practisch bekwaamd te hebben, werd de heer Koole 1 Nov. 1861 benoemd tot werkbaas aan de ealamiteuse polders, eerst tot 1 Oct. 1862 ter standplaats Tholen en daarna tot Mei 1864 aan den Oost-Bevelandpolder, standplaats Wil- helminadorp, om vervolgens in zjjne tegen woordige betrekking aangesteld te worden. Wat onder toezicht van dezen jjverigen ambtenaar in die 40 jaren ten opzichte van oeververdediging, verbeterden waterafvoer, betere wegen enz. is verricht, kunnen deskun digen best beoordeelen, en, ondanks de steeds hooger gestelde eischen, wist de jubilaris zich door jjverige studie steeds op de hoogte te stellen van de ervaringen, door de nieuwste waterbouwkunde geleerd. Dat de directie met de ingelanden dien pver altjjd hebben gewaardeerd, is ten volle bewezen uit de gedurige tractementsverhooging. Aan gesteld op een salaris van 750 werd dit tot vpfmalen toe verhoogd en is nu onlangs ge bracht op 2000. Met ingang van 1 Mei zjjn de mare chaussees J. M. Boogerd en A van der- Linde, beiden ter standplaats Klo osterzande, bevorderd tot brigadier-titulair. Eene eigenaardige gewoonte in het 1 a n d van Hulst is het zoogenaamde Meizingen. Troepjes van twee of meer personen gaan op Meiavond, als het duister wordt, de huizen af en heffen een Meiliedje aanenkele eiers zjjn gewoonljjk hun loon voor het aankondigen van bloeimaand. Als de gift echter tegenvalt, of er in 't ge heel geen komt, stellen de zangers zich wel eens schadeloos" door het uitvoeren van kattekwaad ten nadeele van de minder of in t geheel niet milde gevers. Dit laatste schjjnt zoo schrjjft men ons aanleiding gegeven te hebben om het Meizingen voortaan te verbiedenin Hontenisse althans deden op Meiavond de marechaussées flink dienst en raadden uit dien hoofde de Mei zangers aan, de menschen maar rustig te laten slapen en zeiven ook de kooi op te zoeken. Ofschoon waarschijnlijk niet gaarne, voldeden zjj toch aan dat bevel, na slechts heel weinig eitjes bijeengegaard te hebben. m m Met ingang van 16 dezer is de kommies 2e klasse bjj 's rijks belastingen J. van Goethem van Sas van Gent verplaatst naar Aarden burg. De vergadering der liberale kiesvereeni- ging in het voormalig 4de district in Zeeland, jl. Zondag te Oostburg gehouden, werd bezocht door 39 leden. Nadat de heeren mr F. J. N. van Dam en mr P. C. J. Hennequin bjj acclamatie totcan- didaten waren geproclameerd, tegenover hen werd niemand genoemd kwamen deze heeren ter vergadering. Voor de vacature-De Smidt werd, na her haalde stemming, een drietal opgemaakt, be staande uit de heeren W. C. de Smidt, P. van Houte en J. A. Neeteson. Den 15den Mei a.s. heeft de definitieve can- didaatstelling plaats. Met algemeene stemmen werd aangenomen een voorstel van den heer S. G. Geertsema Beckeringh tot het indienen van een verzoek schrift aan de Eerste kamer tot verwerping van het wetsontwerp tot wjjziging der Hooger onderwjjswet. Zaterdagavond sprak te C a d z a n d, in de herberg van M. A. de Roover, de heer G. A, Vorsterman van Oyen van Aardenburg over den tegenwoordigen politieken toestand. Zijn met vuur uitgesproken rede werd naar men ons schrijft door een talrjjk en aandachtig ge hoor gevolgd. Spreker begon met een beknopt overzicht van de geschiedenis te geven, begin nende bjj de Republiek der Vereenigde Neder landen, om daarna te komen op het ontstaan der twee groote staatkundige partpencon servatieven en vrijzinnigen. Hjj schetste den invloed der Fransche omwenteling en de Fransche overheersching met betrekking tot ons landdeed uitkomen hoe de leeralles door en voor 't volk hier langzaam terrein ver overde, en hoe juist de vrijzinnigen daaraan krachtig hadden meegewerkt, terwijl de con servatieven steeds remmend waren opgetreden. Later splitste zich de vrjjzinnige partijer waren er, die meenden, dat genoeg gedaan was, anderen wilden nog wel iets verder gaan; nog anderen meenden, dat nog pas de eerste schreden waren gezet op den goeden weg. Daarna kwam de partjj, die tegen de revolutie gekant was, aan de beurt en zoo kwam dan het tegenwoordige ministerie ter sprake. Spreker vroeg, of men iemand, die veel be looft maar weinig geeft, op den duur ver trouwen mag schenken. Hjj las eenige punten voor, die door 't hoofd van 't tegenwoordige ministerie vroeger zjjn beloofd, sprak over het verbond tusschen Rome en Dordt, beschouwd in 't licht der antirevolutionnaire beginselen, wees op het verschil tusschen beloften en daden en eindigde met te zeggen, dat juist om dat groote verschil het tegenwoordige ministerie het vertrouwen der natie niet verdient. Spreker behandelde, na een korte pauze, den strijd tusschen arbeid en kapitaal, noemde werklieden-pensioneering een zaak, die door de sociale rechtvaardigheid geëischt wordt en tevens een middel zou zjjn om dien strjjd de bitterheid te ontnemen. Hjj wees op middelen om het daarvoor benoodigde geld te krjjgen: bezuiniging, minder hooge traktementen der hooge ambtenaren, inkrimping der uitgaven voor leger en vloot; desnoods belastingen, maar dan geen op klompen of andere artikelen voor de volksklasse. Hjj wekte zjjn gehoor op, om mannen te kiezen, die den weg der sociale hervormingen op willen, daar dit het eenige middel is om betere toestanden te verkrjjgen. Spreker eindigde met een woord van dank voor de talrjjke opkomst en de groote aandacht waamede zjjn rede was gevolgd. Bjj kon. besluit is benoemd tot lid van het bestuur van het waterschap der Sluis aan de Wielingen mr P. C. J. Hennequin te Aar denburg. Voor de vacante betrekking van onder- wjjzeres aan de openbare school teGapinge hebben zich vijf sollicitanten aangemeld. A k t e-e xamens te Middelburg. Maandag werden geëxamineerd 8 vrou welijke candidaten, van wie er 6 slaagden, en wel de dames P. C. van Oostveen en H. de Ligt, bei den MiddelburgC. Elias, SluisM. T. Ge braad, St. Maartensdjjk E. Larooy, Scherpe- nisseen A. J. Ouderland, St. Laurens. Dit werd nog in een groot deel van ons vorig nommer gemeld. Beroepen bjj de Ned. Hervormde kerk te Vlissingen, vacature Bakhuizen van den Brink, de heer H. Visser, predikant te Workum. DE JAPANSCHE LEZING. Vrjjdag bombardeerden de Russen opnieuw Wi-ju, zonder een antwoord te krjjgen. De 12e divisie voetvolk, die belast was het eerst de Jaloe over te trekken, te Sui-Ko-cheng, 8 mjjlen beneden Wi-ju, verjoeg daar Vrjjdag morgen de Russen van den oever en begon daarna eene scheepsbrug te leggen. De overtocht begon Zaterdagmorgen te 3 uur en te 6 uur 1s avonds had de gansche divisie de stellingen bezet, die aangeduid waren voor den slag van Zondag 1 Mei. De beweging der 12e divisie was beschermd door het 2e regiment veldartillerie en door een stuk van zwaar kaliber. Zaterdagmorgen, te 11 uur 20, begon de Russische artillerie, ten Noorden en ten Oosten van Kia-lien-tsé de Japansche batterjjen te beschieten, maar de Japansche batterjjen brach ten ten slotte de Russische kanonnen tot zwijgen. Generaal Kuroki brengt warme hulde aan de artillerie, welker overmacht ook van Russi sche zjjde wordt erkend. Bjj dit artilleriegevecht verloren de Japan ners 2 dooden en 5 officieren, terwijl 22 man werden gewond. De flotielje Japansche kanonneerbooten, ge detacheerd van het eskader van admiraal Hosaya, namen Zaterdag deel aan het gevecht en ver joeg, aan den rechteroever der Jaloe, een krjjgsmacht Russische infanterie, ruiterjj en geschut. De brug over de Jaloe, stroomopwaarts van Wi-ju, was Zaterdagavond om 8 uur voltooid en de 2e divisie van de garde begon daarop den overtocht en bezette de hoogten van Kosan, vlak over de Russische stellingen. Uit Tokio wordt omtrent de eerste bedui dende ontmoeting te land, een omstandig verhaal gemeld dat we hier, met het oog op de bijzonderheden, laten volgen. Dinsdag begon generaal Kuroki te opereeren. Hjj gaf aan detachementen van de keizerljjke garde bevel het eiland Kurito, boven Wi-ju, te veroveren, en aan een detachement der tweede divisie zich van het eiland Kunteto, beneden An-joe, meester te maken. De garde ontmoette eenigen tegenstand, doch kon het eiland Kurito bezetten met een ver lies van 9 zwaar en 16 licht gewonden. De Russen hebben zonder slag of stoot het eiland Kunteto ontruimd, zoodat do tweede divisie geen verliezen had. Gedurende dit gevecht hadden de Russen 8 kanonnen van 91'/, m/m., op eene hoogte achter Kia-lien-tsé en 2 Hotch- kisskanonnen op den oever der rivier te Kosan, dat hun hoofdkwartier scheen te zjjn. Dinsdag, om middernacht, hebben de Rus sische batterpen van Kia-lien-tsé Wi-ju be schoteneen Japansch soldaat werd verwond. Gedurende heel den dag bleven de Russische kanonnen vuren, doch de Japanners beant woordden het vuur niet. In den loop van den dag vernam generaal Kuroki dat de Russen de hoogten versterkten op den oever der Jao-rivier, die zich in de Jaloe werpt, bjjna tegenover Wi-ju. Hunne werken strekten zich uit van Kia-lien-tsé naar Koshe-Ko, op eene lengte van 6 kilometers. Donderdag begonnen de Russen opnieuw het vuur, doch zonder gevolg. Generaal Kuroki gaf daarop aan de 2e compagnie van de garde bevel, de Jaloe over te trekken en de stellingen van den vjjand op den rechteroever der Jao te verkennen. Bjj die verkenning werd een Russisch detache ment ontmoet, dat in de schermutseling 5 dooden verloor. Een nieuw artillerie-gevecht ontstond daarna dat duurde tot Donderdagavond. Generaal Kuroki erkent dat het vuur der Russen, alhoe wel zonder gevolg, het Japansche aanvalsplan belemmerde. TE LAND EN TER ZEE. Bljjkens bericht uit Tokio boden de Russen voor de tweede maal een flinken tegenstand, toen de Japanners zich Maandagochtend mees ter maakten van de hoogten tusschen Kioe liën-tse en Josjako, aan den rechter oever van den I-ho. De Russen hadden dezen keer positie genomen op een heuvel ten N.-W. van Kioe- liën-tse. De Japanners rukten langs drie wegen op en bezetten de linie van Antoeng tot Loei-sjoe-kan. De keizerljjke garde omringde de Russen aan drie kanten, versperde, na een verwoed gevecht van man tegen man, de stelling om acht uur s avonds en nam 20 kanonnen met paarden, affuiten en ammunitie. De Japanners maakten meer dan twintig officieren en een groot aantal manschappen krjjgsgevangen. De Russen zjjn teruggetrokken op Feng-hwang-tsj'eng. Uit Moekden werd Maandag gemeld, dat de Japanners den 30 April begonnen de Russische stelling bjj Tioe-ren-tsjeng met 24 veldstukken en 12 zware kanonnen van 12 cM. te beschie ten. Zjj vuurden op de 8 kanonnen der Russen 2000 schoten. Het vuren duurde tot vjjf uur s middags. De Russische kanonnen leden geen schadeslechts een ammunitie-wagen werd beschadigd. Tjjdens het kanonvuur gingen de Japanners te Sindiagoe in grooten getale over de rivier en vielen een afdeeling, onder kolonel Sroma, bestaande uit een bataljon van het 22ste regiment en twee kanonnen, aan, die op de hoogten van Kasan stelling genomen had. Wegens de overmacht van den vjjand trok deze afdeeling naar het dorp Potetyntsa terug Ook over de operaties op zee wordt weer het een en ander gemeld. Den 26en kwam schout-bjj-nacht Kanimoera te Gensan aan, zonder, tengevolge van den dikken aanhouden den mist, de voorgenomen beschieting van Wladiwostok te hebben kunnen uitvoeren. Vernemende dat de Kinsjioe Maroe vertraging had, ging de vloot haar zoeken. Toen zjj den 27en April opnieuw Wladiwostok naderde, be lette de mist de vloot wederom om een aanval te doen, waarom zjj, volgens het uit Japan afkomstig bericht, wegstoomde. Kanimoera zelf, die bevelhebber is van het smaldeel dat tegen Wladiwostok opereert, be richt uit Gensan, dat een ondoordringbare mist hem tweemalen heeft verplicht af te zien van een aanval op Wladiwostok en tweemaal de Russische vloot in staat heeft gesteld te ont komen zonder gevecht. Toen hjj de eerste maal Noordwaarts ging, kwam hjj zeer dicht langs het Russische smal deel dat zuidwaarts naar Gensan ging. Geen van de twee eskaders zag het andere. Toen Kanimoera wegens den mist in zuideljjke rich ting terugkeerde, kwam hjj opnieuw langs het Russische smaldeel, dat terugkeerde na de ver rassing van Gensan en de vermeestering van de Kinsjioe Maroe. Nadat Kanimoera gehoord had dat de stoomboot vermist werd, keerde hjj in Noordeljjke richting terug om te zoeken en vond drie sloepen van het stoomschip. De Japansche kruisers ontdekten aan de kusten verscheidene Russische mjjnen, die zjj lieten springen. Het voortduren van den mist verhindert de hernieuwing van een aanval op Wladiwostok sedert Donderdag, geljjk Kani moera rapporteert.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1