zal ook de Eerste kamer daarvan het beeld
geven.
De heer Talma heeft het .in den laatsten tijd
doen voorkomen, o.a. in zjjn te Middelburg
uitgesproken rede, alsof van de vrijzinnige
partjjen, de liberalen, de oud-liberalen en vrij
zinnig- democraten, in de politiek weinig of
geen sprake meer zjjn kan. Die partijen wer
den als non valeurs beschouwd. Volgens hem
zou de strjjd als 't ware alleen loopen tus
schen de christelijke partgen en de socialisten.
Maar, merkte de heer Sngders op, de par
tijen, die men ten doode opschrjjft, bljjken
soms een zeer lang leven te hebben.
Dit sluit eehter niet uit dat het gewenscht
is dat de vrijzinnigen meer teeken van leven
geven.
Het christelijk nieuwsblad voor Zeeland
voorspelt wel dat bjj de aanstaande verkiezin
gen voor de Staten alles zal bljjven zooals het
is, maar er zjjn profeten die de waarheid
zeggen, doch er zgn er ook die zich vergissen.
De tjjd zal hier, evenals altjjd, uitspraak doen.
Hierna ging de heer Sngders over tot de
bespreking van den politieken toestand.
Tegenwoordig zgn de anti-revolutionnairen
en de katholieken in de meerderheid en sedert
1901 is een coalitie-kabinet aan het bewind.
Spreker ging in het kort na wat die par
tgen aan het bewind heeft gebracht. Hg her
innerde aan den grooten strjjd, die gevoerd is
om de kieswet van Tak van Poortvliet, en hoe
de poging om het kiesrecht zoo te regelen
dat het voor langen tgd voldoende was,
is vergdeld door de conservatieven van alle
richtingen, die daarvoor te hoop liepen.
Toen is gekomen de menscheljjker wjjze
volmaakte kieswet.-Van Houtendie is geble
ken te zgn de slechtste in 't gebruik.
De kiesrechtkwestie bestaat nog steeds en
die moet van de baan. Zoo lang die niet is
opgelost in vrjjzinnigen geest, zoo dat de
volksvertegenwoordiging werkeljjk door het
volk wordt gekozen, bederft zij den politieken
toestand.
Bjj de verkiezingen van 1897 was de uit
komst gunstig voor de liberale partjj en als
gevolg daarvan kwam het ministerie Pierson-
Borgesius aan het bewind.
Dat heeft zeer belangrgke wetten op soci
aal gebied tot stand gebracht: het heeft de
plaatsvervanging afgeschaft, en de leerplicht
wet, de ongevallenwet, de woningwet en de
gezondheidswet gegeven.
Of al die wetten hebben voldaan, zal spreker
daarlaten, maar de werkzaamheid van dat
ministerie op sociaal gebied is niet te ontkennen.
Bg de stemmingen in 1901 hebben de anti-
revolutionnairen en roomsch-hatholieken, ge
steund doot de christeljjke historischen, die
m 1897, uit afkeer van de partjj van dr Kuyper
en uit vrees voor de roomschen en liberalen
de laatsten hadden geholpen, den strjjd
gewonnen en is een coalitie-ministerie aan
het bewind gekomen.
Spreker ging na wat in 1901 door de regee-
ringsmeerderheid is beloofd en wat zjj heeft
tot stand gebracht.
Er is gezegd dat het christelijk volksdeel
aaneengesloten moest optreden tegen het
ongeloof. Daartoe moesten samengebracht wor
den de verschillende schakeeringen op christe
lgk terrein en daarom moesten heel wat wegen
geëffend en heel wat uitingen wederzjjds goed
gepraat worden.
En wat is na het optreden van het coalitie
kabinet gebleken van die christeljjke beginselen
Dr Kuyper heeft beweerd dat het er mede
gaat als met het zout dat men in de aard
appelen doet, dat gaat er door en ziet men
niet doch men kan het proeven.
Die bewering aan de werkeljjkheid toetsende,
toonde de heer Sngders aan dat zjj niet juist
is; dat er tot dusver maar weinig van dat
zout te proeven is geweest.
Bg elke wet, die in behandeling kwam, is
telkens gebleken van groot verschil van
meening bg de coalitie en dat verschil stond
steeds in nauw verband met de christeljjke
beginselen.
Bg de militaire straf- en tuchtwetten werd
de doodstraf door den katholieken minister Loeff
slechts een maatregel uit noodweer genoemd en
deze minister verklaarde, toen de afgevaardigde
ter Tweede kamer voor het district Middelburg,
mr Lucasse, ook invoering ervan vroeg in de
bjjgangers kwam en helpen, liep hjj het
plein over, werd half bedwelmd door den
gloed en opende de staldeuren, om de paarden
en het vee te redden, dat er niet uit wilde
toen zjj het vuur zagen. Hg had twee uur
noodig om al de dieren er uit te halen. Her-
haaldeljjk zag men den reus met zjjne armen
een koe of een os bjj de achterpooten optillen
om ze naar buiten te duwen. Met de paar
den, die steigerden en trapten zelfs de
groote, witte merrie was hg wel tienmaal
in levensgevaar. Op het oogenblik dat bg den
stal verliet, raakte het geheele gebouw in
brand.
Toen bedacht hg zich dat hjj zjjn buis moest
uitdoen, waarom weet ik niet, want het hing
aan flarden.
»Kom eens wat drinken, Henri, dat heb
je wel verdiend!"
Maar hjj schudde het hoofd, en keek rond
wat er mi voor hem te doen was. Terstond
voegde hjj zich bjj de mannen die de spuit
bedienden.
Sedert een half uur was de brand van In
Brandonnage een zaak van administratie ge
worden er viel niets meer te redden. Er was
een spuit uit de naburige stad gekomen, met
spuitgasten, eenige goedgezinde mannen, die
den boer kwamen helpen, meest menschenuit
het dorp en boeren uit den omtrekvoorts
nieuwsgierigen en wandelaars, aangetrokken
gewone strafwetten, onbewimpeld dat hjj daar
toe geen plan had.
De antirevolutionnairen eischen de invoering
der doodstraf op schriftuurlijke gronden en een
lid van het kabinet, die beet te staan op den
zelfden wortel des gelools, verklaart zich daar
mede niet te kunnen vereenigen.
Waar bljjft nu de overeenstemming V
Hetzelfde doet zich voor wat betreft de
voorwaardelijke veroordeeling.
Na uiteengezet te hebben, wat daarmede
wordt bedoeld, wees de heer Snjjders erop dat
minister Loeff daarvan een voorstander is, doch
de heer De Savornin Lohman zich daartegen
verklaart.
En beiden staan op denzelfden wortel des
geloofs.
Toen dp wjjziging der gemeentewet werp
behandeld, heeft zich hetzelfde voorgedaan
bg de kwestie van den eed. Toen bleek van
groot verschil van meening tusschen de hee-
ren dr Kuyper en De Savornin Lohman, tus
schen de antirevolutionnairen en de vrjj-an-
tirevolutionnairen.
Bg bespreking van het vaccinewetje, een zeer
zwakke, slappe poging om de bezwaren tegen
de verplichte vaccinatie op to heffen en vol
strekt geen radicale maatregelen beoogend,
komt steeds duideljjk het verschil aan het
licht dat te dezen opzichte bestaat tusschen de
Roomsch-Katholieken en de anti-revolution
nairen.
Inzake de Zondagsrust zjjn nog volstrekt
geen ingrjjpende "voorstellen gedaan, en de
minister van waterstaat beroept zich te dezen
opzichte op de behoeften van het publiek.
Spreker constateerde dat het niet aangaat
ook in deze materie de christeljjke beginselen
toe te passen zooals men wil, maar men re
kening moet houden met de roomsch katho
lieken die, men lette maar eens op Brabant
en Limburg, een gansch andere opvatting
huldigen omtrent Zondagsrust dan de calvi
nisten.
Wat hebben we er aan al stoelen de be
windvoerders op den zelfden wortel des ge
loofs, indien zjj in de staatkunde zoo weinig
tot overeenstemming kunnen komen?
Ook bij het voorstel tot afschaffing der staats-
loterjj is gebleken dat men niet doortastend
te werk durft gaan en dat men bg de beteugeling
der speelzucht rekening te houden heeft met
de wenschen der katholieken. Spreker stelde
daarbjj in het licht hoe inconsequent het is
af te schaffen de gelegenheid om een twin
tigje in de loterij te spelen maar open te
laten de mogeljjkheid om duizenden en honderd
duizenden te verdobbelen en te vergooien op
de beurs.
Zoo qu en dan komt ook de gespannen ver
houding, die tusschen de verbonden partjjen
bestaat, om den hoek gluren, zoo onder anderen
toen het plan te berde kwam voor een stand
beeld voor den stadhouder Willem III, koning
van Engeland, {en een .Stontfawd-artikel een
storm heeft doen opsteken in de katholieke pers.
Een groot bezwaar tegen dit ministerie is
dat het niet heeft geregeerd in democratische
richting, maar meer^een conservatief reacti-
onnair bewind geleek.
Om dat te bewjjzen, noemde de spreker de
speetwet, die nachtarbeid der gehuwde vrouwen
toelaat, en de stakingswetten. Beiden geven
bljjk van reactie.
De verzekering van arbeiders tegen invalidi
teit en ouderdom is nog altgd in een stadium
van voorbereiding. En al heeft dr Kuyper nu
gezegd dat de regeering er mee bezig is en
zich kon aansluiten bg de regeling, door de
vrjjzinnig-democratische partjj voorgestaan, de
wet, die dringend noodig is en waaraan al
zoo lang behoefte bestaat, zij laat zich nog
steeds wachten.
Op het verkiezingsprogram der antirevolu
tionaire partjj in 1901 kwam als eerste punt
voor finale oplossing voor zoover de grond
wet toelaat van het onderwijsvraagstuk in den
geest van het t/raerapport, verder verplichte
verzekering van kranken, invalieden en ouden
van dagen en ook versterking der middelen
door herziening der tarieven.
En wat is gebleken Dat het, wat het
eerste betreft, bg beloften i3 gebleven. Erger
nog dat men er niet aan wil. Onlangs toch
is door den minister, die het kabinet formeer
de, verklaard dat hg het Unie rapport waar
deerde, maar dat aan het werk de hand niet
door het schouwspel. Men zag zelts op een
naburige weide zonneschermen en kinderwa
gentjes. aan de zjjde waar de rook niet meer
woei. De veldwachter kwam op zjjn fiets
aanrjjden in uniform
Twee gendarmes stapten uit een rijtuigje
met een dampend, bezweet paard. Een groot
gewemel van menschen omringde de bran
dende stallen en bergen. Maar al wat zjj
konden doen, was de putten en de twee vjj-
vertjes op de hotstee leeg pompen. Alleen het
woonhuis werd gespaard
Om half zes, met het vallen van den avond,
en omdat de wandelaars naar huis moesten
om te «ten, trokken de meesten af ook de
buren. De wolk, die boven de hofstee la Bran
donnage hing, was geheel rood geworden. Het
stroo, dat bjjna geheel verbrand was, woei als
kleine hoopjes asch over het plein. Maar de
hooiberg brandde nog, ineen gezakt, afgedeeld
in dikke lagen, door de gpleten, die het vuur
den weg gewezen hadden. Het leek een groote
rots van lava, bruin van buiten, met gloeiende
kolen en punten.
In het schjjnsel van het licht, dat vandaar
kwam, ging de rug van Henri Hondaille nog
steeds op en neer, op de maat. De pomp
haalde nog een paar liter water op en goot ze
uit over de overbljjfselen van den stal. De
oude boer hield zjjn kleinkinderen vast, die
wilden gaan spelen, keek naar den ondergang
kan geslagen worden, want dat dit gebrek aan
beleid zou verraden, onbezonnen zou zijn.
Maar waarom het dan beloofd en als nom-
mer een op het program gezet?
Yan de verzekering van ouden van dagen en
invalieden komt misschien nog een wetsont
werp in maar dan toch in elk geval te laat om
in deze zittingsperiode te worden behandeld.
De herziening der tarieven is gekomen
daarover wensohte spreker straks te spreken.
Vóór daartoe over te gaan, besprak bjj nog
even de leerplichtwet.
In 1901 werd in de verkiezingsnummers van
de antirevolutionnairen voortdurend gehamerd
op de leerplichtwet en bij tal van personen
in die partjj werd de indruk gevestigd dat
een der eerste daden van een ministerie van
de rechterzijde zou wezen de leerplichtwet in
te trekken of althans daarin belangrgke wijzi
gingen te brengen.
En wat heeft de ondervinding geleerd Dat
minister Kuyper al spoedig na zjjn optreden
verklaard heeft daartoe niet genegen te zgn.
En na al het gehamer op het aambeeld der
leerplichtwet zal men allicht zich tevreden
moeten stellen met gedeelteljjke wijziging, o. a.
ter bekorting van den administratieven omslag.
Maar het beginsel, dat heette in te grijpen
in het reclt der ouders, het gezin te ontwrichten
en in te druischen tegen de ordonnantiën Gods,
dat zal men met rust laten
Na de pauze werd door den heer Sngders
het aanhangige wetsontwerp op het hooger
onderwijs besproken.
Mogen al door de partgen, die thans aan het
roer zgn, bg de stembus van 1901 verschillende
zaken zgn beloofd maar niet ten uitvoer zijn ge
bracht dit wetsontwerp geeft daarentegen iets,
dat niet voorkwam op het urgentie-programma,
maar waaraan de regeering wel de hand heeft
geslagen. Van de zjjde der predikanten, die
tegen het ontwerp in verzet kwamen, is dit
uitdrukkeljjk geconstateerd.
Bij de behandeling van het ontwerp in de
Kamer heeft ieder, sprekende over bjjzondere
universiteiten, gedacht aan de bestaande Vrije
universiteit te Amsterdam, al heeft men dit
ook behoedzaam uit het debat willen ecar-
teeren.
Spreker zette de bedoeling van het ontwerp
in het kort uiteen, daarbjj den nadruk leggende
op de kwestie van den eft echts civilisdie
hierin zoo'n belangrgke rol vervulde. De
strekking van het ontwerp toch was, om aan
de bjjzondere universiteiten, evenals aan de
rjjks-universiteiten, het recht toe te kennen dat
hare examens toegang geven tot het bekleeden
van verschillende ambten.
Gedurende 25 jaar zal, volgens het ontwerp,
aan de Vrjje universiteit en aan bjjzondere
universiteiten in het algemeen, een subsidie
kunnen worden verleend van 4000 's jaars
of van 100.000 ineens, mits die universitei
ten zich inrichten met tenminste drie facul
teiten.
De verdeeling in faculteiten werd door spre
ker uiteengezet en erop gewezen dat de Vrije
universiteit te Amsterdam drie, de rjjks-uni-
versiteiten en de gemeentelijke hoogeschool in
de hoofdstad vijf faculteiten omvatten.
Om het bovengenoemde recht te verkrjjgen,
zal dus de vrjje universiteit tenminste drie
faculteiten moeten bezitten. Van verschillende
zjjden is hiertegen verzet aangeteekend hierin
stonden al de vrjjzinnige groepen der Tweede
Kamer aaneengeschaard.
De heer Snjjders wees erop, dat men geen
krachtiger argumenten tegen het ontwerp kan
vinden, dan in de rede, die de heer De Savor
nin Lohman vóór het ontwerp hield. De heer
Lohman was echter begonnen met zjjn be
zwaren tegen het ontwerp te uiten, nl.: in de
eerste plaats, dat een universiteit z. i. niet
een bepaalde richting moet hebbenin de
tweede plaats, dat onze openbare universiteiten
niet een bepaalde richting bezittenen ten
derde, dat onze universiteiten, iets anders
moeten zgn dan propaganda-inrichtingen, dus
iets anders dan de vrjje universiteit.'
De Yrjje universiteit is dus een propaganda-
inrichting, waar de studenten het onderzoek
der wetenschap van een bepaald standpunt
leeren, van het Calvinistische standpunt uit.
Aan een dergeljjke universiteit overheerscht
do godgeleerde faculteit naar haar bjjzondere
theologische inzichtende andere faculteiten
zjjn er aan - den invloed van de godgeleerde
faculteit onderworpen.
zjjner bezitting en herhaalde voor de hon-
derste maalWat zal mjjn zoon zeggen Nu
hebben w jj niets meer om de beesten te voeren
Otn zeven uur waren de spuitgasten en al
de anderen vertrokken en Henri Hondaile
vond dat hjj nu ook wel kon heengaan. Hjj
trok zgn buis weer aan, waarvan de mouwen
half verbrand waren, en drukte den ouden
boer de hand, die in zjjn ontroering niet
anders wist te zeggen dan »Tot weerziens,
vriend. Jjj bent gelukkiger dan ik."
»Dat is waar", antwoordde de ander.
Daarop ging hjj langs de haag, door het hek,
waarbij ik stond. Hjj liep even onverschillig
als altgd, niet meer vermoeid, en niet minder
kalm, alsof hjj van het zaaien terug kwam.
Ik wensebte hem geluk.
Hij schudde zjjn klein, glad geschoren hoofd
haalde de breede schouders op en zei half
lachend, iets wat hjj hoogst eenvoudig vond
»Als buren moet men elkaar toch helpen
EINDE.
08F* Agenten voor de Middelburgsche cou
rant zijn in Zeeland te V1 i s s i n g e n C. N.
J. de Vey MestdaghGoes A. C. Boluyt
Z i e r i k z e e A. C. de MooyTerneuzen
M. de Jongeen Oostburg firma A. J.
Bronswjjk
De heer De Savornin Lohman is zelf pro
fessor geweest aan de Vrjje Universiteit te
Amsterdam, in de faculteit der rechtsgel eer
heid. Hg kwam bjj zgn wetenschappelijk
juridisch onderzoek tot een andere meening
dan de godgeleerde faculteit, hetgeen tot
allerlei bezwaren aanleiding gaf. De vergade
ring van contribuanten riep den beer Lohman
-ter verantwoording en het gevolg van een
en ander was, dat hjj zgn ontslag nam om
dat hjj niet de rechtsgeleerdheid van zgn
standpunt kon doceeren.
De bezwaren, die men oppert, richten zich niet
alleen of niet zoozeer tegen de toekenning van
den eftectus civilis aan de bjjzondere universi
teiten, maar wel tegen die toekenning wanneer
er geen waarborgen zjjn, dat op die inrichtingen
geen propaganda wordt gemaakt.
Bjj de behandeling is in het ontwerp
ingevoegd de bepaling, dat er na 25 jaar 4,
na 50 jaar 5 faculteiten moeten zjjn, wil de
bjjzondere universiteit de subsidie behouden.
Maar daarmede is het beginsel van het wets
ontwerp overboord gegooid door de regeering
Zgn drie faculteiten voldoende ot niet? Zjjn
ze het, dan is die bepaling zonder be-
teekeniszgn ze bet niet, dan vervalt dus de
redeneering der regeering, die vooropstelde dat
drie faculteiten voldoende mogen worden geacht.
Dan zou dus de verplichting van vjjf facul
teiten dadeljjk moeten worden gesteld en niet
na 50 jaar.
De heer Snjjders wenschte hier de kwestie
tusschen de predikanten der groote kerk en
de regeeriifgsmeerderhoid onbesproken te laten.
Hjj was echter van meening, dat het antirevo-
lutionnaire blad in deze provincie De Zeeuw
meer zegt, dan het kan verantwoorden, als het
beweert, dat de minister zal trachten de god
geleerde faculteit aan de rjjkshoogescholen in
eere te herstellen als belijdende taculteit. Deze
verkiezings-manoeuvre achtte spreker tameljjk
doorzichtig. Dr Kuyper heeft zich in de Kamer
niet zoo beslist uitgelaten.
Met het oog op de uiteenloopende gevoelens
daaromtrent onder de «gegadigde theologen"
heeft dr Kuyper de predikanten uitgenoodigd het
allereerst onderling eens te worden over de
vraag hoe de regeering eene beljjdende faculteit
aan de rijksuniversiteit zou moeten inrichten.
Dan maar dat zal nog wel wat duren - is
de minister tot medewerking aan een herstel
van hetgeen in 1876 plaats had bereidalthans
om zulks te beproeven.
Het verzet der orthodoxe predikanten is
vooral toegenomen toen de minister de tegen
stelling maakte tusschen de geloovige bjjzon
dere universiteiten en de andere, die dan de
ongeloovige zouden zgn. De a. s. orthodoxe
predikanten van de synodale kerk hebben
geen lust om naar de Vrije universiteit op
gereformeerden grondslag te gaan.
De heer Sngders stelde in het licht, hoe
steeds achter de christeljjke beginselen de
belangen van een speciaal kerkgenootschap
om den hoek komen kjjken. Hei ontwerp in
kwestie bewijst dit weer, en dit verklaart den
tegenstand der orthodoxe predikanten.
Vervolgens besprak de heer Sngders de ont
worpen tariefwet Hjj was van meening, dat
het vrije, internationale verkeer tusschen de
verschillende staten een ideaal is, dat vrjjwel
onbereikbaar mag boeten; een zoodanig vrjj-
handelsverkeer 'nl., dat aan de grenzen hoe
genaamd geen inkomende rechten worden ge
heven.
Alle landen hebben een Ijjst van artikelen,
die aan invoerrechten onderworpen zgnzoo
ook ons land. Ons tarief is een fiskaal tarief,
dwz. dat deze rechten, indien ze geheven wor
den van artikelen die in ons land niet worden
vervaardigd of niet kunnen worden vervaar
digd, werken als een indirecte belasting, te
recht komen in de schatkist en zoo den fiskus
versterken.
Maar als die rechten geheven worden van
goederen, die in ons land ook gemaakt worden
of althans onder bepaalde omstandigheden
gemaakt kunnen worden, dan zgn ze protec
tionistisch. De goederen ondergaan dan een
prjjsverhooging door de rechten aan de grens,
en de inlandsche fabrikanten kunnen dan hun
prjjzen evenzeer verhoogen tengevolge van de
vermindering van concurrentiede betrokken
tak van inlandsche industrie kan dus op die
wjjze tot bloei komen.
De consument echter betaalt deze prijsver-
hooging, die niet uitsluitend ten bate komt
van de schatkist, maar ook werkt als een bij
drage uit den zak van den verbruiker in den
zak van den voortbrenger.
Om deze reden zgn ook velen tegen de
protectionistische rechten. Niet dat de staat
niets zou mogen doen ter bevordering van
nationale nijverheid, maar hjj moet daartoe
andere middelen aanwenden dan het nemen
van geld uit de zakken der bevolking ten bate
van een kleine groep. Dit is het standpunt der
vrijhandelaars.
Onze bestaande tariefwet heeft stellig ge
breken en een herziening staat reeds lang op
het programma. Keurt spreker dus een her
ziening goed, hjj verklaart er zich tegen dat
dit zal geschieden in den zin van het aan
hangige voorstel.
De heer Snijders herinnerde er aan, hoe
indertjjd ook door minister Pierson een voorstel
tot tariefsherziening is ingediend, waarbjj de
voorstelller verklaarde dat de directe belas
tingen niet meer verhoogd konden worden.
In sommige gevallen is het moeiljjk om uitte
maken of een recht nog fiskaal is of reeds
protectionistisch wordt, Door den heer Pierson
was voorgesteld de meeste rechten te verhoogen
van 5% op 6 van de waarde. (Thans be
draagt dit grootendeels 5%.)
Van liberale zjjde is indertjjd luide tegen
deze herziening van minister Pierson gepro
testeerd, zoo o. a. door de Vereeniging Het
Vrije Ruilverkeer, al beweerde de heer Pierson
ook dat zgn voorstel de uiterste grens was
zonder protectionistisch te worden. Deze pro
testen van liberalen kant geven aan tegen
standers niet het recht om te beweren dat de
liberalen vroeger hetzelfde gedaan 'hebben als
de regeering thans doet.
Bovendien wordt nu een veel aanzienlijker
verhooging voorgesteld, grootendeels tot 10
en 12
In 1901 werden de graanrechten opzjj ge
schoven omdat men de leuze «duur brood" een
gevaarlijke verkiezingsleuze achtte. Maar gaat
het nu wel aan om op tal van artikelen be
schermende rechten te heffen, maar de land-
bouwartikelen aldus vrij te laten?
Spreker toonde aan, dat de weg der be
scherming een hellend vlak isheeft men zich
eenmaal, al is het een weinig slechts, daarop
begeven, dan gljjdt men langzaam af. Als
voorbeelden wees spreker op Bismarck en de
Franscbe regeering.
Krachtig moet tegon het begin van bescher
ming worden geprotesteerd. De bescherming
heet weliswaar aangenaam voor hen die be
schermd worden, maar als deze wet wordt aan
genomen zullen in de eerste plaats de granen,
dus de landbouwende standen, niet beschermd
worden. Op zich zelf keurt spreker dit wel
goed, maar in het kader der huidige regeering
behoort dit er toch ook bjj. Verder zullen al
de gewone beroepen als timmerman, enz., de
ambtenaren en de arbeiders op deze wjjze niet
beschermd worden. Volgens de berekeningen
zou slechts een derde deel van de twee mil-
lioen lieden, die bij de industrie betrokken
zgn, beschermd worden als ze het werden
twee derde doel zou moeten betalen.
Tal van industrieelen zjjn overigens tegen
bescherming. Zoo b.v. de groote weeffabrieken
in Twenthe, die juist krachtig tot bloei zgn
gekomen door de concurrentie met het buiten
land. Protectionisme verslapt den onderne
mingsgeest de prikkel der concurrentie is
noodig voor den bloei van het bedrijf.
Een feit is het voorts, dat het protectionisme
aanleiding geeft tot het in de hand werken
van de vorming van trusts. De ervaring in
andere landen heeft dit bewezen.
Het is een feit, dat bjj bescherming de onder
linge concurrentie van de binnenlandsche fabri
kanten in de plaats treedt van de buitenland-
sche concurrentie maar wanneer de buiten-
landsche concurrentie is verdwenen, verstaan
tegenwoordig de industrieelen zich met elkan
der omtrent de regeling van omzet en prjjs
dit gaat zeer gemakkelijk, en de binnenland
sche consumenten zgn het kind van de rekening.
Bjj de buitenlandsche concurrentie echter is
de fabrikant vaak gedwongen de prjjzen te
verlagen. Als een voorbeeld hiervan wees spre
ker op het feit, dat het Duitsche ijzer hier
goodkooper is dan in Duitschland, tengevolge
van de concurrentie dio de Duitsche leve
ranciers hier van andere landen ondervinden.
Beweerd wordt, dat er geld moet zgn voor
sociale maatregelende thans voorgestelde
tariefwjjziging zou 9 millioen voor dit doel
opbrengen.
De heer Snjjders was echter van meening
dat men dit geld wel langs andere wegen
kon verkrjjgen. Ook achtte hjj het gewenscht dat
men dan eerst die sociale wetten zou indienen
en een begrooting der kosten opmaken.
En is het dan wel billjjk om het geld voor
die sociale wetten te verkrjjgen uit een in
directe belasting, die de minst-bevoorrechten
het meest drukt Dat ditf laatste zoo is, werd
door spreker aangetoond; hg achtte het on-
gewenscht het geld voor sociale wetten op die
wjjze te verkrjjgen.
In 't voorbjjgaan wees de heer Snjjders op
de wenseheljjkheid van verhoóging van suc
cessierechten en de mogeljjkheid van andere
maatregelen tot het verkrjjgen van geld.
Vervolgens ging spreker na op welke arti
kelen in het ontwerp nieuwe of verhoogde
rechten worden voorgesteld. Hij wees daarbjj
op de inoeiljjkheid die ontstaat door de onder
scheiding van producten en grondstoffen, welke
laatste de regeering, bljjkens de memorie van
toelichting, wil vrjj laten. Wat èen produet is
voor den een, is een grondstof voor den ander
(tabak, leer enz.). Ook wil de regeering de
voorwerpen van dagelijksch gebruik lager
belasten of vrij laten, de voorwerpen van
weelde daarentegen hooger belasten.
Hoe weinig echter dit beginsel in bet ont
werp tot uitvoering komt, bleek wel uit de
Ijjst der te belasten artikelen. De arbeider
en de kleine burger zouden onder dit voorge
stelde tarief duchtig moeten meebetalen.
Dit ontwerp-tariefwet, dat zegt de nationale
njjverheid te willen bevorderen, zou die uit
werking niet hebben, maar een hooge belasting
zgn die de groote menigte zou moeten betalen,
ten deele ten bate eener veel kleinere groep.
De heer Snjjders protesteerde tegen een insi
nuatie in de Walcherscht Courant, die, met ver
wijzing naar het buitenland, had beweerd dat
de bestrijders van het ontwerp wel beter wisten,
wanneer zjj beweerden dat protectie in het
buitenland niet zooveel heil heeft gebracht.
Het blad had o. a. gewezen op de vele arbei
ders die, door de loonen, uit on's land naar
Duitschland worden getrokken.
De heer Snjjders stelde in het licht hoe men
bjj de vergeljjking van loonen ook de koop
kracht ervan moet kennen. Inderdaad hebben
in Gronau de wevers en spinners iets hoogere
loonen dan in Enschedé, maar de levensmid
delen enz., uitgenomen suiker en steenkool,
zjjn in Enschedé ook heel wat goedkooper.
Dit zien de arbeiders klaarbljjkeljjk zelf ook
in, want verscheidenen wonen in Enschedé en
Oldenzaal en werken in Gronau. De bewering
dat het in andere landen zooveel beter gaat,
is een fraze en gevaarljjk. Bovendien is het
niet mogeljjk den toestand van een ander land
hier over te plaatsen. Nederland heeft zgn
traditie, en men gaat tegen die traditie in als
men in ons land terug gaat op den weg der
protectie, dien we hebben verlaten en waarop
we eigenljjk nooit goed geweest zgn.
Spreker toonde aan, dat in 't algemeen de
verschillen in de prjjzen der levensmiddelen