Klelirnrgscbe Courant
FEUILLETOH.
DE VEDDVE TAN MAC GLOWBIE
BIJVOEGSEL
Paardenkeuriog.
m.
Middelburg 26 Maart
BENOEMINGEN, ENZ,
Oost'Indië.
ONDERWIJS*
VAK DB
VAK
Maandag 28 Maart 1904 00, 74.
«=yg5r^3gigi«i^3»^Tff-*-iKiB~l|i „j <.;a%ïn"rWuliwi
{Slot).
Wjj schreven de vorige week
«Een paard wordt voorgebracht.
De leden van de keurings-commissie be
zien het.
Daarna vraagt de voorzitter, of het paard in
aanmerking kan komen voor een premie.
Bij verschil van meening wordt daarover
gestemd.
Beslist de meerderheid, dat het voor eene
premie in aanmerking kan komen, dan wordt
het paard nauwkeurig onderzocht", enz.
De heer C. A. H. Wagtho, secretaris van het
N. P. S., maakte daaromtrent de opmerking
»Dit nu is evenwel slechts juist, waar het
geldt de keuring van paarden beneden den
driejarigen leeftijdgeldt het paarden boven
dien leeftijd, dan wordt eerst bij stemming
uitgemaakt, of het paard in het Nederlandsch
Paardenstamboek opgenomen kan worden. Is
dit niet het geval, dan kan het paard voor
geen premie in aanmerking komen, zie o. m.
art. 9a van het Reglement op het verleenen
van aanhoudingsbij dragen, enz. Is het wel het
geval, dan wordt verder geheel gehandeld als
door u is aangegeven."
Wij brengen den heer Wagtho onzen dank
voor zijne belangstelling in ons schrijven,
maar veroorloven ons nog eene kleine toe
lichting op zjjne aanmerking, die wij voor het
slot van ons artikel over de keuringen had
den bestemd.
Wij hadden nl. aan het boven aangehaalde
tan slotte willen toevoegen
Aan geen paard kan eene premie of bijdrage
worden toegekend, tenzij het, wanneer het den
driejarigen leeftijd heeft bereikt, ingeschreven
is in »een der hier te lande bestaande openbare
paardenstamboekenin onze provincie heeft
die inschrijving gewoonlijk plaats in het
Nederlandsch Paardenstamboek omdat de af-
deeling Zeeland van dat stamboek bij elke
premiekeuring de gelegenheid aanbiedt om de
bekroningswaardige en ook andere paarden
daarvoor te laten keuren.
Wij wilden juist daarop wijzen, dat voor
het ontvangen van eene premie niet dadelijk
de inschrijving in het Nederlandsch Paarden
stamboek geëischt kan worden, maar dat eene
inschrjjving in welk stamboek dan ook, mits
hier te lande bestaande en openbaar, daarvoor
voldoende is.
Toen artikel 14 van de Wet op de paarden
fokkerij 1901" in behandeling kwam, werden
in het voorloopig verslag door velen ernstige
bedenkingen geopperd tegen den eisch, dat
paarden, ouder dan 3 jaar, ingeschreven moeten
zjjn in een der Nederlandschen openbare stam
boeken men vreesde daardoor feitelrk van
de keurmeesters van zoo'n stamboek afhanke
lijk te worden.
De regeering meende intusschen in hare
memorie van antwoord den eisch tot inschrij
ving te moeten handhaven, omdat het anders
zoude kunnen gebeuren, wat wij hier eens op
eene tentoonstelling te Tholen hebben kunnen
zien, dat een paard, waaraan een premie werd
toegekend, niet waardig werd geacht opgeno
men te worden in de registers van het paarden
stamboek.
Op de vraag in het voorloopig verslag, wat
men te verstaan heeft door een openbaar stam
boek, luidde het antwoord
«Met een openbaar stamboek is bedoeld een
stamboek, hetwelk niet door een of meer par
ticulieren, maar door eene als rechtspersoon
erkende vereeniging, opgericht met het doel
om een stamboek aan te leggen, gehouden
wordt en waarin een ieder, die zulks verlangt,
zijn aan de gestelde eischen beantwoordende
paarden kan doen inschrijven."
3 Uit het Engelsch.
VAN
BRET HARTE.
Een paar dagen later, toen de dokter te paard
langs den tuin van het hotel kwam, zag hij
de weduwe over een bloemperk gebogen staan.
De hooge heg onttrok hem geheel aan haar oog
en zjj meende bljjkbaar alleen te zjjn. Dit
was waarsch|jnl|jk de reden dat zij zich plot
seling oprichtte, met een moe gebaar het haar
naar achteren streek en met een peinzenden,
bezorgden blik naar de lucht keek en daarop
met een zucht weer werktuigelijk aan het werk
ging.
Blair was getroffen door de verandering, die
haar gelaat had ondergaan, zooals hjj het daar
in dat korte oogenblik gezien hadzjj was
bléek, hare mondhoeken waren jomlaag ge
trokken, er lagen dieper schaduwen onder
hare oogen en ondanks haren grooten hoed
met blauw lint, haar lichte gebloemde japon
en boezelaar met strooken, zag zjj er uit zooals
hjj meende dat zjj er moest uitgezien hebben
onder den eersten indruk van haar weduw
schap. Hjj zou echter voorbijgegaan zjjn, om
haar eenzame smart te eerbiedigen, indien
niet haar hondje hem met zjjn fijnen neus
nMBHflMmHBHMMaMHSHHEBSaSeS
Wjj hadden die opmerking over het »verplicht
ingeschreven zjjn in eenig openbaar stamboek
in Nederland voor ons slot bestemd om een
feit in het juiste daglicht te stellen, waarover
allen, die met de keuring van paarden belast
zjjn, het nog niet volkomen eens schijnen
te zjjn.
Wjj lazen onlangs in het Nederlandsch Land
bouwweekblad een ingezonden stuk, waarin werd
medegedeeld dat leden eener keuringscommissie
meenden een paard te mogen afkeuren, dat
volgens hunne meening voor de fokkerij in
zekere streek minder geschikt was.
Wjj zjjn eene geheel andere meening toe
gedaan.
In art. 7 van de Wet op de paardenfokkerjj
1901 staat dat de sub-commissie B bljjft buiten
beoordeeling van de fokrichting; het 5de lid
van dat artikel werd op voorstel van den heer
't Hooft gewjjzigd, zooals het nu luidt, als
leverende eene duideljjk omkleede uitspraak
den besten waarborg tegen misbruiken en tegen
hst uitoefenen van ongeoorloofden invloed op
de fokrichting.
In sommige deelen van Zeeland heeft men
voor den landbouw uitsluitend het zware
paard, in andere deelen gebruikt men lichtere
paardenin nog andere deelen heeft men van
alles watOldenburgers, Clydesdalers, Bra
banders en inlanders. Eene bepaalde fokrich
ting is in ons gewest niet.
Neemt nu aan, dat iemand in Zeeland invoert
een hengst, die ingeschreven is in het Gro-
ningsche stamboek, dat een ander een paar
merries invoert, die ingeschreven zjjn in het
Friesche stamboek. Op de premiekeuringen
behoeven die paarden om voor eene premie oi
aanhoudingsbijdrage in aanmerking te komen,
niet eerst ingeschreven te worden in het Neder
landsch stamboek.
Yerder hebben de keurmeesters niet uit te
maken of die paarden in de streek, waar zjj
ingevoerd worden, wel erg gewenscht zijn, zij
hebbeD slechts te beslissen, of de dieren vrij
zjjn van erfelijke gebreken en of zij, wat bouw,
stand en gang betreft, het ras in aanmerking
genomengeschikt zjjn voor fokdieren.
Of nu de eigenaar een goede Normandiër
wil laten dekken door een Clydesdaler of een
volbloed hengst wil houden in een land, waar
men enkel Brabantsche merries van het zwaar
ste slag heeft, dat gaat de commissies, die met
eene der keuringen belast zjjn, niets aan.
De eigenaars der merries moeten zelf weten
of zjj van den volbloed hengst voor hunne paar
den gebruik willen maken.
Nu hebben wij er niets tegen, dat de paar
den in Zeeland worden ingeschreven in het
Nederlandsch Paardenstamboekwij geven
daaraan zelfs de voorkeur, omdat men bij dat
stamboek alles opneemt, wat in zijne soort goed
is, maar verplichtend is de opname in dat
stamboek niet gesteld, noch in het aangehaal
de Reglement, noch in de wet.
Een andere vraag is, of het Nederlandsche
Paardenstamboek eigenljjk wel den naam van
stamboek verdient, of het niet veeleer eon
register zoude genoemd mogen worden van
den burgerlijken stand van een paard, maar
daarover willen wij thans niet verder uitweiden.
Wjj meenen duideljjk gemaakt te hebben,
hoe men in Zeeland keurt, en hoe bjj die
keuring de fokrichting geheel buiten beoor
deeling bljjft.
We zouden daaraan nog eene beschouwing
kunnen verbinden over het keuren volgens een
puntenstelsel. Daartegen worden ook wel be
zwaren aangevoerd. Onze overtuiging is dat
in Zeeland niet anders gekeurd tan worden,
omdat onmogelijk alle paarden op> ééne plaats
kunnen worden saamgebracht.
Later komen wij daarop nog wel eens terug.
FRUITTEELT.
Vrjjdagavond trad alhier in de kleine
zaal van het Schuttershof voor de Tuinbouw-
vereeniging Walcheren, afdeeling der Ned. Mij.
voor Tuinbouw en Plantkunde, de heer J. P. M.
Camman, Rjjks-Tuinbouwleeraar voor Noord-
Brabant en Zeeland, weer op, thans met een
lezing over Fruitteelt, waarbij het gesproken
woord werd toegelicht met lichtbeelden.
De voorzitter, de heer C. Stomps, opende
bespeurd had. En daar Fluffy oprecht was
als alle hondjes en blij was zjjn trouwen
vriend te herkennen, begon hij vroolijk te
blaffen.
De weduwe keek op, zag Blair en bloosde.
Maar hjj was een te slim aanbidder om dat
blozen aan iets anders toe te schrijven dan
aan verlegenheid over het feit dat zjj gezien
was. Er was evenwel toch nog iets anders in
hare bruine oogen, dat hjj er vroeger nooit in
gezien had. Een voorbjjgaande flikkering van
verlichting zelfs van hoop in zjjn tegen
woordigheid. Dat was genoeg voor hem hij
schudde zjjn bedeesdheid af, met het stof van
kleeren, en galoppeerde naar de voordeur.
Zij kwam hem in de gang te gemoet met
hare gewone trage, loome onverschilligheid.
Blair liet zich niet in de war brengen.
»Ik kan u niet in zwachtels en pleisters
zetten, zooals Fluffy, mevrouw Mac Glowrie,"
zei hjj, «maar ik kan u wel verbieden om in
den tuin te gaan, als gjj er niet beter uitziet.
Het is bepaald een schande voor mjjn dokters
talent en Laurel Spring zal er mjj aansprake
lijk voor stellen."
Zjj antwoordde op haar ouden, spotachtige n
toon dat zjj hoopte dat Laurel Spring wel
wat beters te doen had, dan over haar tuin-
heg te kijken.
«Maar uw hond, die weet dat gij niet
wel zjjt en mij voor geen dwaas houdt, was
zoo wjjs om mjj te roepen. Dat hebt ge zelf
gehoord."
UmH.UL.JllWIML... LUI! I IHJLHI UtlJLL 'Uill—
de vergadering, en wees erop, dat, daar de
heer Cunaeus reeds driemaal eene lezing ge
houden had over plantkunde, het bestuur ge
meend had goed te doen den heer Camman
uit te noodigen om thans eens te spreken over
Fruitteelt, daar deze zeer veel op Walcheren
wordt uitgeoefend.
Na eenige huishoudelijke zaken behandeld
te hebben, waarbjj voor kennisgeving werd
aangenomen een schrijven van het hoofdbe
stuur der Maatschappij, houdende mededeeling
van het afwijzend besluit van den gemeente
raad van Middelburg om aan de afdeeling
Walcheren een lokaal voor een tuinbouw win-
tercursus af te staan, gaf de voorzitter het
woord aan den heer Camman.
Deze begon met er op te wijzen dat het
onderwerp, dat hij zou moeten behandelen,
zeer uitgebreid is, en hjj zich daarom dezen
avond hoofdzakeljjk zou bepalen tot hoog-
stammige vruehtboomen. Deze toch komen
het meest voor en worden overal gevonden,
terwijl men nog zeer verdeeld is over de
snoeiwjj ze en het vormen der kroon, wat vooral
goed op te merken valt bij de appelboomen.
Spreker behandelde de verschillende vormen
en welde bolkroon, de pyramidale kroon en
de holkroon. Vooral deze laatste twee vormen
besprak de heer Camman uitvoerig.
De holkroon, die voor jonge boomen zeer
aardig staat en het meest voorkomt, heeft vele
bezwaren.
In het midden der kroon, waar licht en
lucht gemakkelijk kunnen doordringen, vormen
zich meestal takken, die moeiljjk te verwijde
ren zjjn en dikwjjls gevaar opleveren.
Draagt een mooie holkroon vruchten, dan
buigen die takken om en vormen zich op die
ombuigingen weder nieuwe takken. Ook het
evenwicht, waaronder men het even sterk
groeien der takken verstaat, bljjft bjj deze
kroon niet bewaard.
Wat de takken van de bolkroon betreft, deze
groeien even wild als bjj de holkroon, zoodat
binnen enkele jaren sommige takken de over
hand hebben.
De pyramidale kroon komt nog niet veel
voor doch voldoet, volgens spreker, aan alle
eischen. Dit is de volmaakte vorm voor den
hoogstammigen appelboom, die men verkrijgt
door ze direct bij de vorming in te voeren.
Daarna vertoonde spreker een serie, zeer dui-
deljjke en heldere, lichtbeelden over de ver
schillende kroonvormingen, en gaf daarbij
eenige ophelderingen. Ook liet hjj een paar
boomen zien uit den omtrek van Lunteren,
die, van pitten gezaaid, daarom Luntersche zaai
lingen heeten en nooit gesnoeid worden, en wier
stammen doorgroeien tot in de kroon. Deze
boomen geljjken daardoor zeer veel op eiken.
Spreker maakte daarna nog eenige opmer
kingen over de pyramidale kroonvorming. Men
laat den middelsten tak doorgroeien en kort
hem daarop in, waarna hjj zich splitst.
Hierdoor verkrijgt men als het ware twee
verdiepingen, waartusschen het licht goed kan
doordringen. Men kan dan verder nog de
zijtakken inkorten, zoodat deze zich ook weder
splitsen.
Verder gaf spreker nog eenige aanwijzingen
om vruehtboomen te vrijwaren voor ongedierte
en schimmel. Volgens hem is het beste mid
del-ze met kalk in te spuiten, doch niet, zooals
men zeer veel ziet, alleen de stam, doch den
geheelen boom, aangezien niet de stam maar
ook de kroon veel ongedierte herbergt. Men
verkrijgt hierdoor een gladden bast en een ge
zonde kroon.
Ook voor het laten bloeien is kalk zeer aan
te bevelen. Wanneer in het begin van het
jaar warme dagen voorkomen, dan ziet men
vele boomen tot ontwikkeling komen, aange
zien zjj de warmte tot zich nemen. Is echter
de boom met kalk ingespoten, dan neemt hjj
die warmte niet tot zich en komt dan pas in
het warme jaargetijde tot ontwikkeling.
Daarna gaf spreker gelegenheid om met hem
van gedachten te wisselen of inlichtingen te
vragen, waarvan twee der aanwezigen gebruik
maakten.
Hierop nam de voorzitter het woord en
bracht, namens alle aanwezigen, den beer Cam
man hartelijk dank voor het gesprokene. Hoe
wel hjj geen aanmerkingen op het gesprokene
had gemaakt, verklaarde hjj toch met den heer
Camman van meening te verschillen, en noo-
digde hjj hem daarom uit den volgenden win-
De weduwe beweerde dat zjj zoo sterk was
als een paard en dat Fluffy heelemaal in de
war was.
«Welaan", zei Blair opgewekt, «toegegeven
dat gjj lichameljjk volmaakt gezond zjjt, dan
zult gij toch moeten bekennen dat er iets is
wat uw geest bedrukt, niet waar Als ik u
niet kan dwingen om mjj uw tong te laten
zien, laat mjj dan maar h o o r e n, wat het
is dat u hindert. Indien gjj geen vertrouwen
stelt in uw doktervoegde hjj er heel
ernstig bij, vertel het dan aan uw vriend."
Maar mevrouw Mac Glowrie ontweek zjjn
oog en zjjn verzoek, zeggende dat zij niet be
greep wat een dokterofeen vriend
er aan had, om het gezeur aan te hooren van
een malle, zenuwachtige, oude juffrouw, die
zich een beetje overwerkt had.
»Gjj zjjt noch zenuwachtig, noch oud, me
vrouw Mac Glowrie", viel de dokter in, of
schoon ik begin te gelooven dat gjj hier te veel
opgesloten gezeten hebt. Gjj hebt behoefte aan
afleiding, of vermaak. Gjj zoudt misschien
dien predikant kunnen gaan hooren en". Hjj
hield opwant dat was hem ontsnapt, eer hjj
er aan dacht.
Er ging een wolk over haar bleek gelaat.
«Zoudt gij dan willen dat ik die malle
oude wjjven navolgde, die met dien kerel
huilen en snikken!" riep ze verachtelijk uit.
«Neen ik geloof alleen dat ik wat afleiding
noodig heb ik zal heengaan en dit oord
voor een poos verlaten."
ter met hem in een vergadering van gedach
ten te wisselen.
De heer Camman nam deze uitnoodiging
bereidwillig aan. Hjj wees eindelijk nog op het
besluit, dat door den gemeenteraad is genomen
betreffende het verzoek van de Maatschappij
hij zeide dat de raad zeker het verzoek had
moeten toestaan, daar Middelburg midden in
een tuinbouwstreek ligt.
De voorzitter sloot daarna de vergadering,
die door vele personen bezocht was.
MISLUKTE BEMIDDELING.
De bemiddeling, door den minister dr A
Kuyper in zake het geschil in het diamantvak
aangeboden, is helaas mislukt.
Dat dit gebeuren zou, was vrjj duidelijk
voor wie met eenige aandacht de voorwaarden
had gelezen, welke de minister, na de aanne
ming van zjjn voorstel om als bemiddelaar op
te treden, aan beide partpen had gesteldon
voorwaardelijke onderwerping aan zijn arbitrale
uitspraak ingeval hun vertegenwoordigers het
binnen een paar dagen in zjjn tegenwoordig
heid niet eens konden worden. En zulks zon
der eenige omschrijving van de punten waar
over de uitspraak zou loopen.
Dat de Juweliersvereeniging dergeljjke onbe
perkte voorwaarden zou aannemen, na eerst
een commissie onder een onpartijdig voorzit
ter met beslissende stem te hebben verworpen
en na ook 's ministers aanbod slechts schoor
voetend te hebben aanvaard was niet zeer
waarschjjnljjk te achten. Dit zullen de be
sturen van de werkliedenbonden ook wel
hebben voorzien, en daarom zal allicht wor
den beweerd, dat zjj hunnerzijds de aangebo
den bemiddeling onvoorwaardelijk hebben
aanvaard, verwachtende dat de tegenpartij die
zou verwerpen. Wij willen volstrekt niet be
weren dat dit juist is, maar in allen gevalle
vervullen zjj nu „le beau röle"; zij hebben
vrede gewild, rekenende op den triumf hun
ner goede zaak.
Dat de Juweliersvereeniging een dergeljjken
indruk durft trotseeren, bewijst wel hoe ernstig
haar leden den toestand der diamantnijverheid
inzien, wanneer hun eischen in hoofdzaak niet
worden toegegeven. Voor wie buiten het vak
staat, is het dan ook zeer moeilijk te beoordeel en
of er werkeljjk voor zulk een vasthoudendheid
overwegende redenen bestaan. Wat echter zeker
velen wel verwondert, is dat de A. J. V. niet
reeds in haar eerste antwoord op 's Ministers
aanbod de aanneming heeft afhankeljjk gesteld
van een juiste omschrijving en af bakening der
punten van geschil, welker ontbreken zjj nu
als een zeker niet ongewichtige reden van
weigering heeft aangegrepen.
De voorwaarden, door den minister gesteld,
waren blijkbaar hierop berekend dat de beide
vertegenwoordigers der part jj en naarmate de
eindterm jjn der onderhandelingen meer naderde
zonder dat overeenstemming was verkregen,
toch allicht van weerszp den wat zouden hebben
toegegeven uit vrees dat de arbitrale beslissing
nog minder in hun geest zou uitvallen. Zoo
had wellicht een schikking kunnen tot stand
komen, die immers slechts voor een jaar zou
gelden en dan kon worden verlengd, 's Minis
ters wjjsheid bjj het opstellen der voorwaarden
heeft echter niet mogen baten.
De slotsom nu is dat de strijd een strijd
om de macht zal moeten worden uitge
vochten, helaas ten koste van heel wat ellende
en verliezen.
Voor den Minister zelf, die zjjn groote be
reidwilligheid heeft getoond, is de mislukking
zjjner poging wellicht geen groote teleurstelling,
in dien zin dat hjj voor een uiterst moeiljjk
vraagstuk zou hebben gestaan, voor welks op
lossing ten minste de wijsheid van koning
Salomo vereischt schjjnt te worden. Zooals
het thans is geloopen, zal de minister die
zijn uitspraak uiterljjk op 4 April (den twee
den Paaschdag) had willen gevpn op de
aanstaande feestdagen althans aan dit ge
schil zjjn rust niet behoeven op te offeren.
(Hbld.)
3jj kon. besluit
zjjn bij de zeemacht bevorderd tot off. van
adm. 1ste kl. de off. van adm. 2de kl. E. G.
de Wjjs en C. Valkenburg
zjjn bjj de directie van de Grootboeken der
Nationale Schuld te Amsterdam benoemd tot
e—na—p—g—e
Aan deze mogelijkheid had de arme dokter
niet gedacht. Zijn hart zonk in zjjn schoenen
maar hij was dapper. »Ja, misschien hebt gjj
gelijk", zei hjj droevig, «ofschoon het een groot
verlies zou zjjn voor Laurel Spring voor
ons allen als gjj weggingt."
«Zie ik er erg slecht uit, dokter?" vroeg
zjj met een half ondeugend, half aandoenlijk
lachje.
De dokter vond haar bekoorlijker dan ooit,
maar bedwong heldhaftig zjjn gevoel en ver
genoegde zich met te antwoorden: »Gjj ziet
er uit, alsof gjj geleden hadt, en dat heb ik
vroeger nooit bjj u opgemerkt. Het is alsoi
gjj een hevigen schok gehad hebt. Weet ge
wel," ging hjj op zachteren toon voort, »dat
toen ik u zoo even in den tuin zag, gjj op mij
den indruk maaktet, alsof gjj er zoo moest uit
gezien hebben in de eerste dagen van uw weduw
schap geheel geknakt door het verlies van
uw echtgenoot."
Er kwam een zonderlinge uitdrukking op
haar gelaatzij sloeg met beide handen haar
boezelaar voor het gelaat, huiverde en uitte
een kreet, die eindigde in een onbedwingbaren,
zenuwachtigen lach, die onder den boezelaar
uitklonk, totdat zij, schuddende van het lachen,
en met den boezelaar steeds over het hoofd
een kamer inliep en de deur sloot.
Verbaasd, ontsteld, eerst boos, bleef de
dokter staan waar hjj stond. Daarop maakte
zjjn toorn plaats voor beschaming, bjj de ge
dachte aan zjjn laatste woorden. Hjj had een
commies H. C. van Santé van Sprang, Ch.
Straub en J. Ph. de Graaff Jr., allen thans
adjunct-commies bjj die directietot adjunct
commies B. M. Alberts, thans eerste klerk bjj
genoemde directie
is de duur van de driejarige detacheering
van den eerste-luit. A. C. Couvée, van het
wapen der inf. bjj de landmacht in West-Indië,
met één jaar verlengd
zjjn overgeplaatst: lo. in zjjnen rang, bjj
het wapen der inf. van het leger hier te lande
en wel bjj het 4de reg. van dat wapen, de
tweede-luit. der inf. G. F. van Hoogenhuyze,
van het leger in N.-I. en in rang en ouderdom
van rang, bjj het wapen der inf. van het leger
in N.-L, de tweede-luit. J. Zijlstra, van het
2de reg. inf.
is aan den kapitein A. H. P. T. Brunei de
Rochebrune, van het 7de reg. inf., op zjjne aan
vrage, en aan den kapitein J. H. Arendsen
Hein en aan den eerste-luit. T. B. van Lely veld,
beiden van het wapen der infanterie, benevens
aan den eerste-luit. der art. M. Faassen, allen
thans op non-activiteit, onder toekenning van
pensioen, eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend.
Woensdag verleent de minister van justitie
geen audiëntie.
Door de arr.-rechtbank te Almelo is, ter
vervulling eener rechtersplaats in dat college,
opgemaakt de navolgende alphabetische ljjgt
van aanbeveling: jhr mr J. A. van der Does,
ambtenaar van het O. M. bjj de kantongerech
ten in het arr. Zutphen j mr E. Jannink, sub
stituut-griffier bjj gemelde rechtbank, en mr
H. van der Wal, advocaat en procureur t»
Groningen.
Door de arr.-rechtbank te Zwolle is, ter
vervulling eener vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabeti
sche ljjst van aanbevelingmr F. O. van der
Dussen, kantonrechter te Kampenmr A. J.
van Slooten, substituut-griffier bij gemeld col
lege, en mr E. L. Umbgrove, rechter in de
arr.-rechtbank te Alkmaar.
De St. Ct no 73 bevat het kon. besluit van
den 16en Maart, tot nadere wjjziging van het
kon. besluit van 12 Febr. 1879 Stblno 36)
tot regeling der examens als arts, tandmeester,
apotheker, vroedvrouw en apothekersbediende.
Dezelfde St. Ct bevat ook een kon. besluit
van dezelfde dagteekening tot wjjziging van
het reglement voor de Rijkskweekscholen voor
vroedvrouwen.
De jongste mail brengt berichten tot 25 Febr.,
o. a melding makend van verschillend»
maatregelen, genomen tot handhaving onzer
neutraliteit in den Japansch-Russischen oorlog.
Het hoofdstation is Sabang, waar men nauw-
keuring van alle bewegingen der vreemde
schepen op de hoogte wordt gehouden om, indien
noodig, een of meer schepen naar de nabjj
gelegen stations ter versterking te zenden.
Uit al deze maatregelen bljjkt, zegt het Bat.
Nbld., dat, met onze beschikbare middelen, het
mogelijke gedaan is om den op neutralen rus
tenden plicht van tegenweer bjj een poging
tot schending der neutraliteit te vervullen.
«Helder treedt hierbjj weder aan het licht,
voegt het blad er bjj, hoeveel verzuimd is
door niet tijdig voor de telegraphische ver
binding van het oosteljjk deel van onzen archi
pel zorg te dragen. Nu kan in de Molukken alles
gebeuren, een vreemd oorlogsschip zou te
Ambon bjjv. den geheelen kolenvoorraad kun
nen weghalen en daarvan zou men hier eerst
eenige dagen later iets hooren
De gouverneur-generaal heeft verder
verboden uit Atjeh telegrammen, rakende
de beweging van troepen en schepen, voor een
der oorlogvoerenden van belang, te verzenden
Bjj het eind-examen der avondschool
voor ambachtslieden te Goes zijn geslaagd
A. M. van der Reit, C. van Maris, Th. A. van*
Veen, A. Visser, W. Koning, A. de Brujjne,
W. M. Ferdinandusse, C. de Graaff, 0. Botbjjl,
C. van der Linden, A. van der Bliek, Johe
Melse en L. Blanker.
Wegens ziekte was een der leerlingen niet
nauwii isms—sa——
ergen misgreep begaan. Hjj was dwaas genoeg
geweest om te trachten het heilige aandenken
op te wekken aan den man, dien hjj hoopte
op te volgen en die schrandere vrouw had
terstond zjjn belachelijke domheid ingezien.
Haar lach was zenuwachtig maar dat was
heel natuurlijk, bjj hare gemengde aandoenin
gen. Hjj steeg in de grootste verlegenheid te
paard en reed weg.
Gedurende eenige dagen vermeed hjj het
huismaar toen hjj haar voor het eerst weer
ontmoette, lachtte zij heel vriendeljjk tegen
hem en scheen zjjn onhandigheid geheel ver
geten te zjjn. Zij zei dat zjj beter was. Zjj
had zjjn raad opgevolgd en gunde zich nu
eenige ontspanning van haar werk. Zjj was
weer gaan paard rijden o zoo verAlleen
Ja natuurlijkzij reed alt jj d alleen. Wat zou
men anders in Laurel-Spring van haar zeggen
»Dat is waar", zei Blair lachend, «bui
tendien vergat ik dat gjj best in staat zjjt om
op u zelf te passen, als het noodig is. En
toch", voegde hjj er met een bewonderenden
blik op haar bevallige, slanke gestalte bjj,
«weet ge wel dat ik nooit aan al die vreese-
ljjke tafereelen kan gelooven, welke gjj, naar
men zegt, moet doorgemaakt hebben."
«Geloof er dan ook, als 't u blieft, niet
aan", zei zij schielijk, «ik heb liever dat gjj
ze niet gelooft. Ik heb er al lang genoeg van
zjj hangen mjj zoo de keel uit."
(Wordt vervolgd.)