Klelirnrgscbe Courant FEUILLETOH. DE VEDDVE TAN MAC GLOWBIE BIJVOEGSEL Paardenkeuriog. m. Middelburg 26 Maart BENOEMINGEN, ENZ, Oost'Indië. ONDERWIJS* VAK DB VAK Maandag 28 Maart 1904 00, 74. «=yg5r^3gigi«i^3»^Tff-*-iKiB~l|i „j <.;a%ïn"rWuliwi {Slot). Wjj schreven de vorige week «Een paard wordt voorgebracht. De leden van de keurings-commissie be zien het. Daarna vraagt de voorzitter, of het paard in aanmerking kan komen voor een premie. Bij verschil van meening wordt daarover gestemd. Beslist de meerderheid, dat het voor eene premie in aanmerking kan komen, dan wordt het paard nauwkeurig onderzocht", enz. De heer C. A. H. Wagtho, secretaris van het N. P. S., maakte daaromtrent de opmerking »Dit nu is evenwel slechts juist, waar het geldt de keuring van paarden beneden den driejarigen leeftijdgeldt het paarden boven dien leeftijd, dan wordt eerst bij stemming uitgemaakt, of het paard in het Nederlandsch Paardenstamboek opgenomen kan worden. Is dit niet het geval, dan kan het paard voor geen premie in aanmerking komen, zie o. m. art. 9a van het Reglement op het verleenen van aanhoudingsbij dragen, enz. Is het wel het geval, dan wordt verder geheel gehandeld als door u is aangegeven." Wij brengen den heer Wagtho onzen dank voor zijne belangstelling in ons schrijven, maar veroorloven ons nog eene kleine toe lichting op zjjne aanmerking, die wij voor het slot van ons artikel over de keuringen had den bestemd. Wij hadden nl. aan het boven aangehaalde tan slotte willen toevoegen Aan geen paard kan eene premie of bijdrage worden toegekend, tenzij het, wanneer het den driejarigen leeftijd heeft bereikt, ingeschreven is in »een der hier te lande bestaande openbare paardenstamboekenin onze provincie heeft die inschrijving gewoonlijk plaats in het Nederlandsch Paardenstamboek omdat de af- deeling Zeeland van dat stamboek bij elke premiekeuring de gelegenheid aanbiedt om de bekroningswaardige en ook andere paarden daarvoor te laten keuren. Wij wilden juist daarop wijzen, dat voor het ontvangen van eene premie niet dadelijk de inschrijving in het Nederlandsch Paarden stamboek geëischt kan worden, maar dat eene inschrjjving in welk stamboek dan ook, mits hier te lande bestaande en openbaar, daarvoor voldoende is. Toen artikel 14 van de Wet op de paarden fokkerij 1901" in behandeling kwam, werden in het voorloopig verslag door velen ernstige bedenkingen geopperd tegen den eisch, dat paarden, ouder dan 3 jaar, ingeschreven moeten zjjn in een der Nederlandschen openbare stam boeken men vreesde daardoor feitelrk van de keurmeesters van zoo'n stamboek afhanke lijk te worden. De regeering meende intusschen in hare memorie van antwoord den eisch tot inschrij ving te moeten handhaven, omdat het anders zoude kunnen gebeuren, wat wij hier eens op eene tentoonstelling te Tholen hebben kunnen zien, dat een paard, waaraan een premie werd toegekend, niet waardig werd geacht opgeno men te worden in de registers van het paarden stamboek. Op de vraag in het voorloopig verslag, wat men te verstaan heeft door een openbaar stam boek, luidde het antwoord «Met een openbaar stamboek is bedoeld een stamboek, hetwelk niet door een of meer par ticulieren, maar door eene als rechtspersoon erkende vereeniging, opgericht met het doel om een stamboek aan te leggen, gehouden wordt en waarin een ieder, die zulks verlangt, zijn aan de gestelde eischen beantwoordende paarden kan doen inschrijven." 3 Uit het Engelsch. VAN BRET HARTE. Een paar dagen later, toen de dokter te paard langs den tuin van het hotel kwam, zag hij de weduwe over een bloemperk gebogen staan. De hooge heg onttrok hem geheel aan haar oog en zjj meende bljjkbaar alleen te zjjn. Dit was waarsch|jnl|jk de reden dat zij zich plot seling oprichtte, met een moe gebaar het haar naar achteren streek en met een peinzenden, bezorgden blik naar de lucht keek en daarop met een zucht weer werktuigelijk aan het werk ging. Blair was getroffen door de verandering, die haar gelaat had ondergaan, zooals hjj het daar in dat korte oogenblik gezien hadzjj was bléek, hare mondhoeken waren jomlaag ge trokken, er lagen dieper schaduwen onder hare oogen en ondanks haren grooten hoed met blauw lint, haar lichte gebloemde japon en boezelaar met strooken, zag zjj er uit zooals hjj meende dat zjj er moest uitgezien hebben onder den eersten indruk van haar weduw schap. Hjj zou echter voorbijgegaan zjjn, om haar eenzame smart te eerbiedigen, indien niet haar hondje hem met zjjn fijnen neus nMBHflMmHBHMMaMHSHHEBSaSeS Wjj hadden die opmerking over het »verplicht ingeschreven zjjn in eenig openbaar stamboek in Nederland voor ons slot bestemd om een feit in het juiste daglicht te stellen, waarover allen, die met de keuring van paarden belast zjjn, het nog niet volkomen eens schijnen te zjjn. Wjj lazen onlangs in het Nederlandsch Land bouwweekblad een ingezonden stuk, waarin werd medegedeeld dat leden eener keuringscommissie meenden een paard te mogen afkeuren, dat volgens hunne meening voor de fokkerij in zekere streek minder geschikt was. Wjj zjjn eene geheel andere meening toe gedaan. In art. 7 van de Wet op de paardenfokkerjj 1901 staat dat de sub-commissie B bljjft buiten beoordeeling van de fokrichting; het 5de lid van dat artikel werd op voorstel van den heer 't Hooft gewjjzigd, zooals het nu luidt, als leverende eene duideljjk omkleede uitspraak den besten waarborg tegen misbruiken en tegen hst uitoefenen van ongeoorloofden invloed op de fokrichting. In sommige deelen van Zeeland heeft men voor den landbouw uitsluitend het zware paard, in andere deelen gebruikt men lichtere paardenin nog andere deelen heeft men van alles watOldenburgers, Clydesdalers, Bra banders en inlanders. Eene bepaalde fokrich ting is in ons gewest niet. Neemt nu aan, dat iemand in Zeeland invoert een hengst, die ingeschreven is in het Gro- ningsche stamboek, dat een ander een paar merries invoert, die ingeschreven zjjn in het Friesche stamboek. Op de premiekeuringen behoeven die paarden om voor eene premie oi aanhoudingsbijdrage in aanmerking te komen, niet eerst ingeschreven te worden in het Neder landsch stamboek. Yerder hebben de keurmeesters niet uit te maken of die paarden in de streek, waar zjj ingevoerd worden, wel erg gewenscht zijn, zij hebbeD slechts te beslissen, of de dieren vrij zjjn van erfelijke gebreken en of zij, wat bouw, stand en gang betreft, het ras in aanmerking genomengeschikt zjjn voor fokdieren. Of nu de eigenaar een goede Normandiër wil laten dekken door een Clydesdaler of een volbloed hengst wil houden in een land, waar men enkel Brabantsche merries van het zwaar ste slag heeft, dat gaat de commissies, die met eene der keuringen belast zjjn, niets aan. De eigenaars der merries moeten zelf weten of zjj van den volbloed hengst voor hunne paar den gebruik willen maken. Nu hebben wij er niets tegen, dat de paar den in Zeeland worden ingeschreven in het Nederlandsch Paardenstamboekwij geven daaraan zelfs de voorkeur, omdat men bij dat stamboek alles opneemt, wat in zijne soort goed is, maar verplichtend is de opname in dat stamboek niet gesteld, noch in het aangehaal de Reglement, noch in de wet. Een andere vraag is, of het Nederlandsche Paardenstamboek eigenljjk wel den naam van stamboek verdient, of het niet veeleer eon register zoude genoemd mogen worden van den burgerlijken stand van een paard, maar daarover willen wij thans niet verder uitweiden. Wjj meenen duideljjk gemaakt te hebben, hoe men in Zeeland keurt, en hoe bjj die keuring de fokrichting geheel buiten beoor deeling bljjft. We zouden daaraan nog eene beschouwing kunnen verbinden over het keuren volgens een puntenstelsel. Daartegen worden ook wel be zwaren aangevoerd. Onze overtuiging is dat in Zeeland niet anders gekeurd tan worden, omdat onmogelijk alle paarden op> ééne plaats kunnen worden saamgebracht. Later komen wij daarop nog wel eens terug. FRUITTEELT. Vrjjdagavond trad alhier in de kleine zaal van het Schuttershof voor de Tuinbouw- vereeniging Walcheren, afdeeling der Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, de heer J. P. M. Camman, Rjjks-Tuinbouwleeraar voor Noord- Brabant en Zeeland, weer op, thans met een lezing over Fruitteelt, waarbij het gesproken woord werd toegelicht met lichtbeelden. De voorzitter, de heer C. Stomps, opende bespeurd had. En daar Fluffy oprecht was als alle hondjes en blij was zjjn trouwen vriend te herkennen, begon hij vroolijk te blaffen. De weduwe keek op, zag Blair en bloosde. Maar hjj was een te slim aanbidder om dat blozen aan iets anders toe te schrijven dan aan verlegenheid over het feit dat zjj gezien was. Er was evenwel toch nog iets anders in hare bruine oogen, dat hjj er vroeger nooit in gezien had. Een voorbjjgaande flikkering van verlichting zelfs van hoop in zjjn tegen woordigheid. Dat was genoeg voor hem hij schudde zjjn bedeesdheid af, met het stof van kleeren, en galoppeerde naar de voordeur. Zij kwam hem in de gang te gemoet met hare gewone trage, loome onverschilligheid. Blair liet zich niet in de war brengen. »Ik kan u niet in zwachtels en pleisters zetten, zooals Fluffy, mevrouw Mac Glowrie," zei hjj, «maar ik kan u wel verbieden om in den tuin te gaan, als gjj er niet beter uitziet. Het is bepaald een schande voor mjjn dokters talent en Laurel Spring zal er mjj aansprake lijk voor stellen." Zjj antwoordde op haar ouden, spotachtige n toon dat zjj hoopte dat Laurel Spring wel wat beters te doen had, dan over haar tuin- heg te kijken. «Maar uw hond, die weet dat gij niet wel zjjt en mij voor geen dwaas houdt, was zoo wjjs om mjj te roepen. Dat hebt ge zelf gehoord." UmH.UL.JllWIML... LUI! I IHJLHI UtlJLL 'Uill— de vergadering, en wees erop, dat, daar de heer Cunaeus reeds driemaal eene lezing ge houden had over plantkunde, het bestuur ge meend had goed te doen den heer Camman uit te noodigen om thans eens te spreken over Fruitteelt, daar deze zeer veel op Walcheren wordt uitgeoefend. Na eenige huishoudelijke zaken behandeld te hebben, waarbjj voor kennisgeving werd aangenomen een schrijven van het hoofdbe stuur der Maatschappij, houdende mededeeling van het afwijzend besluit van den gemeente raad van Middelburg om aan de afdeeling Walcheren een lokaal voor een tuinbouw win- tercursus af te staan, gaf de voorzitter het woord aan den heer Camman. Deze begon met er op te wijzen dat het onderwerp, dat hij zou moeten behandelen, zeer uitgebreid is, en hjj zich daarom dezen avond hoofdzakeljjk zou bepalen tot hoog- stammige vruehtboomen. Deze toch komen het meest voor en worden overal gevonden, terwijl men nog zeer verdeeld is over de snoeiwjj ze en het vormen der kroon, wat vooral goed op te merken valt bij de appelboomen. Spreker behandelde de verschillende vormen en welde bolkroon, de pyramidale kroon en de holkroon. Vooral deze laatste twee vormen besprak de heer Camman uitvoerig. De holkroon, die voor jonge boomen zeer aardig staat en het meest voorkomt, heeft vele bezwaren. In het midden der kroon, waar licht en lucht gemakkelijk kunnen doordringen, vormen zich meestal takken, die moeiljjk te verwijde ren zjjn en dikwjjls gevaar opleveren. Draagt een mooie holkroon vruchten, dan buigen die takken om en vormen zich op die ombuigingen weder nieuwe takken. Ook het evenwicht, waaronder men het even sterk groeien der takken verstaat, bljjft bjj deze kroon niet bewaard. Wat de takken van de bolkroon betreft, deze groeien even wild als bjj de holkroon, zoodat binnen enkele jaren sommige takken de over hand hebben. De pyramidale kroon komt nog niet veel voor doch voldoet, volgens spreker, aan alle eischen. Dit is de volmaakte vorm voor den hoogstammigen appelboom, die men verkrijgt door ze direct bij de vorming in te voeren. Daarna vertoonde spreker een serie, zeer dui- deljjke en heldere, lichtbeelden over de ver schillende kroonvormingen, en gaf daarbij eenige ophelderingen. Ook liet hjj een paar boomen zien uit den omtrek van Lunteren, die, van pitten gezaaid, daarom Luntersche zaai lingen heeten en nooit gesnoeid worden, en wier stammen doorgroeien tot in de kroon. Deze boomen geljjken daardoor zeer veel op eiken. Spreker maakte daarna nog eenige opmer kingen over de pyramidale kroonvorming. Men laat den middelsten tak doorgroeien en kort hem daarop in, waarna hjj zich splitst. Hierdoor verkrijgt men als het ware twee verdiepingen, waartusschen het licht goed kan doordringen. Men kan dan verder nog de zijtakken inkorten, zoodat deze zich ook weder splitsen. Verder gaf spreker nog eenige aanwijzingen om vruehtboomen te vrijwaren voor ongedierte en schimmel. Volgens hem is het beste mid del-ze met kalk in te spuiten, doch niet, zooals men zeer veel ziet, alleen de stam, doch den geheelen boom, aangezien niet de stam maar ook de kroon veel ongedierte herbergt. Men verkrijgt hierdoor een gladden bast en een ge zonde kroon. Ook voor het laten bloeien is kalk zeer aan te bevelen. Wanneer in het begin van het jaar warme dagen voorkomen, dan ziet men vele boomen tot ontwikkeling komen, aange zien zjj de warmte tot zich nemen. Is echter de boom met kalk ingespoten, dan neemt hjj die warmte niet tot zich en komt dan pas in het warme jaargetijde tot ontwikkeling. Daarna gaf spreker gelegenheid om met hem van gedachten te wisselen of inlichtingen te vragen, waarvan twee der aanwezigen gebruik maakten. Hierop nam de voorzitter het woord en bracht, namens alle aanwezigen, den beer Cam man hartelijk dank voor het gesprokene. Hoe wel hjj geen aanmerkingen op het gesprokene had gemaakt, verklaarde hjj toch met den heer Camman van meening te verschillen, en noo- digde hjj hem daarom uit den volgenden win- De weduwe beweerde dat zjj zoo sterk was als een paard en dat Fluffy heelemaal in de war was. «Welaan", zei Blair opgewekt, «toegegeven dat gjj lichameljjk volmaakt gezond zjjt, dan zult gij toch moeten bekennen dat er iets is wat uw geest bedrukt, niet waar Als ik u niet kan dwingen om mjj uw tong te laten zien, laat mjj dan maar h o o r e n, wat het is dat u hindert. Indien gjj geen vertrouwen stelt in uw doktervoegde hjj er heel ernstig bij, vertel het dan aan uw vriend." Maar mevrouw Mac Glowrie ontweek zjjn oog en zjjn verzoek, zeggende dat zij niet be greep wat een dokterofeen vriend er aan had, om het gezeur aan te hooren van een malle, zenuwachtige, oude juffrouw, die zich een beetje overwerkt had. »Gjj zjjt noch zenuwachtig, noch oud, me vrouw Mac Glowrie", viel de dokter in, of schoon ik begin te gelooven dat gjj hier te veel opgesloten gezeten hebt. Gjj hebt behoefte aan afleiding, of vermaak. Gjj zoudt misschien dien predikant kunnen gaan hooren en". Hjj hield opwant dat was hem ontsnapt, eer hjj er aan dacht. Er ging een wolk over haar bleek gelaat. «Zoudt gij dan willen dat ik die malle oude wjjven navolgde, die met dien kerel huilen en snikken!" riep ze verachtelijk uit. «Neen ik geloof alleen dat ik wat afleiding noodig heb ik zal heengaan en dit oord voor een poos verlaten." ter met hem in een vergadering van gedach ten te wisselen. De heer Camman nam deze uitnoodiging bereidwillig aan. Hjj wees eindelijk nog op het besluit, dat door den gemeenteraad is genomen betreffende het verzoek van de Maatschappij hij zeide dat de raad zeker het verzoek had moeten toestaan, daar Middelburg midden in een tuinbouwstreek ligt. De voorzitter sloot daarna de vergadering, die door vele personen bezocht was. MISLUKTE BEMIDDELING. De bemiddeling, door den minister dr A Kuyper in zake het geschil in het diamantvak aangeboden, is helaas mislukt. Dat dit gebeuren zou, was vrjj duidelijk voor wie met eenige aandacht de voorwaarden had gelezen, welke de minister, na de aanne ming van zjjn voorstel om als bemiddelaar op te treden, aan beide partpen had gesteldon voorwaardelijke onderwerping aan zijn arbitrale uitspraak ingeval hun vertegenwoordigers het binnen een paar dagen in zjjn tegenwoordig heid niet eens konden worden. En zulks zon der eenige omschrijving van de punten waar over de uitspraak zou loopen. Dat de Juweliersvereeniging dergeljjke onbe perkte voorwaarden zou aannemen, na eerst een commissie onder een onpartijdig voorzit ter met beslissende stem te hebben verworpen en na ook 's ministers aanbod slechts schoor voetend te hebben aanvaard was niet zeer waarschjjnljjk te achten. Dit zullen de be sturen van de werkliedenbonden ook wel hebben voorzien, en daarom zal allicht wor den beweerd, dat zjj hunnerzijds de aangebo den bemiddeling onvoorwaardelijk hebben aanvaard, verwachtende dat de tegenpartij die zou verwerpen. Wij willen volstrekt niet be weren dat dit juist is, maar in allen gevalle vervullen zjj nu „le beau röle"; zij hebben vrede gewild, rekenende op den triumf hun ner goede zaak. Dat de Juweliersvereeniging een dergeljjken indruk durft trotseeren, bewijst wel hoe ernstig haar leden den toestand der diamantnijverheid inzien, wanneer hun eischen in hoofdzaak niet worden toegegeven. Voor wie buiten het vak staat, is het dan ook zeer moeilijk te beoordeel en of er werkeljjk voor zulk een vasthoudendheid overwegende redenen bestaan. Wat echter zeker velen wel verwondert, is dat de A. J. V. niet reeds in haar eerste antwoord op 's Ministers aanbod de aanneming heeft afhankeljjk gesteld van een juiste omschrijving en af bakening der punten van geschil, welker ontbreken zjj nu als een zeker niet ongewichtige reden van weigering heeft aangegrepen. De voorwaarden, door den minister gesteld, waren blijkbaar hierop berekend dat de beide vertegenwoordigers der part jj en naarmate de eindterm jjn der onderhandelingen meer naderde zonder dat overeenstemming was verkregen, toch allicht van weerszp den wat zouden hebben toegegeven uit vrees dat de arbitrale beslissing nog minder in hun geest zou uitvallen. Zoo had wellicht een schikking kunnen tot stand komen, die immers slechts voor een jaar zou gelden en dan kon worden verlengd, 's Minis ters wjjsheid bjj het opstellen der voorwaarden heeft echter niet mogen baten. De slotsom nu is dat de strijd een strijd om de macht zal moeten worden uitge vochten, helaas ten koste van heel wat ellende en verliezen. Voor den Minister zelf, die zjjn groote be reidwilligheid heeft getoond, is de mislukking zjjner poging wellicht geen groote teleurstelling, in dien zin dat hjj voor een uiterst moeiljjk vraagstuk zou hebben gestaan, voor welks op lossing ten minste de wijsheid van koning Salomo vereischt schjjnt te worden. Zooals het thans is geloopen, zal de minister die zijn uitspraak uiterljjk op 4 April (den twee den Paaschdag) had willen gevpn op de aanstaande feestdagen althans aan dit ge schil zjjn rust niet behoeven op te offeren. (Hbld.) 3jj kon. besluit zjjn bij de zeemacht bevorderd tot off. van adm. 1ste kl. de off. van adm. 2de kl. E. G. de Wjjs en C. Valkenburg zjjn bjj de directie van de Grootboeken der Nationale Schuld te Amsterdam benoemd tot e—na—p—g—e Aan deze mogelijkheid had de arme dokter niet gedacht. Zijn hart zonk in zjjn schoenen maar hij was dapper. »Ja, misschien hebt gjj gelijk", zei hjj droevig, «ofschoon het een groot verlies zou zjjn voor Laurel Spring voor ons allen als gjj weggingt." «Zie ik er erg slecht uit, dokter?" vroeg zjj met een half ondeugend, half aandoenlijk lachje. De dokter vond haar bekoorlijker dan ooit, maar bedwong heldhaftig zjjn gevoel en ver genoegde zich met te antwoorden: »Gjj ziet er uit, alsof gjj geleden hadt, en dat heb ik vroeger nooit bjj u opgemerkt. Het is alsoi gjj een hevigen schok gehad hebt. Weet ge wel," ging hjj op zachteren toon voort, »dat toen ik u zoo even in den tuin zag, gjj op mij den indruk maaktet, alsof gjj er zoo moest uit gezien hebben in de eerste dagen van uw weduw schap geheel geknakt door het verlies van uw echtgenoot." Er kwam een zonderlinge uitdrukking op haar gelaatzij sloeg met beide handen haar boezelaar voor het gelaat, huiverde en uitte een kreet, die eindigde in een onbedwingbaren, zenuwachtigen lach, die onder den boezelaar uitklonk, totdat zij, schuddende van het lachen, en met den boezelaar steeds over het hoofd een kamer inliep en de deur sloot. Verbaasd, ontsteld, eerst boos, bleef de dokter staan waar hjj stond. Daarop maakte zjjn toorn plaats voor beschaming, bjj de ge dachte aan zjjn laatste woorden. Hjj had een commies H. C. van Santé van Sprang, Ch. Straub en J. Ph. de Graaff Jr., allen thans adjunct-commies bjj die directietot adjunct commies B. M. Alberts, thans eerste klerk bjj genoemde directie is de duur van de driejarige detacheering van den eerste-luit. A. C. Couvée, van het wapen der inf. bjj de landmacht in West-Indië, met één jaar verlengd zjjn overgeplaatst: lo. in zjjnen rang, bjj het wapen der inf. van het leger hier te lande en wel bjj het 4de reg. van dat wapen, de tweede-luit. der inf. G. F. van Hoogenhuyze, van het leger in N.-I. en in rang en ouderdom van rang, bjj het wapen der inf. van het leger in N.-L, de tweede-luit. J. Zijlstra, van het 2de reg. inf. is aan den kapitein A. H. P. T. Brunei de Rochebrune, van het 7de reg. inf., op zjjne aan vrage, en aan den kapitein J. H. Arendsen Hein en aan den eerste-luit. T. B. van Lely veld, beiden van het wapen der infanterie, benevens aan den eerste-luit. der art. M. Faassen, allen thans op non-activiteit, onder toekenning van pensioen, eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. Woensdag verleent de minister van justitie geen audiëntie. Door de arr.-rechtbank te Almelo is, ter vervulling eener rechtersplaats in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische ljjgt van aanbeveling: jhr mr J. A. van der Does, ambtenaar van het O. M. bjj de kantongerech ten in het arr. Zutphen j mr E. Jannink, sub stituut-griffier bjj gemelde rechtbank, en mr H. van der Wal, advocaat en procureur t» Groningen. Door de arr.-rechtbank te Zwolle is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabeti sche ljjst van aanbevelingmr F. O. van der Dussen, kantonrechter te Kampenmr A. J. van Slooten, substituut-griffier bij gemeld col lege, en mr E. L. Umbgrove, rechter in de arr.-rechtbank te Alkmaar. De St. Ct no 73 bevat het kon. besluit van den 16en Maart, tot nadere wjjziging van het kon. besluit van 12 Febr. 1879 Stblno 36) tot regeling der examens als arts, tandmeester, apotheker, vroedvrouw en apothekersbediende. Dezelfde St. Ct bevat ook een kon. besluit van dezelfde dagteekening tot wjjziging van het reglement voor de Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. De jongste mail brengt berichten tot 25 Febr., o. a melding makend van verschillend» maatregelen, genomen tot handhaving onzer neutraliteit in den Japansch-Russischen oorlog. Het hoofdstation is Sabang, waar men nauw- keuring van alle bewegingen der vreemde schepen op de hoogte wordt gehouden om, indien noodig, een of meer schepen naar de nabjj gelegen stations ter versterking te zenden. Uit al deze maatregelen bljjkt, zegt het Bat. Nbld., dat, met onze beschikbare middelen, het mogelijke gedaan is om den op neutralen rus tenden plicht van tegenweer bjj een poging tot schending der neutraliteit te vervullen. «Helder treedt hierbjj weder aan het licht, voegt het blad er bjj, hoeveel verzuimd is door niet tijdig voor de telegraphische ver binding van het oosteljjk deel van onzen archi pel zorg te dragen. Nu kan in de Molukken alles gebeuren, een vreemd oorlogsschip zou te Ambon bjjv. den geheelen kolenvoorraad kun nen weghalen en daarvan zou men hier eerst eenige dagen later iets hooren De gouverneur-generaal heeft verder verboden uit Atjeh telegrammen, rakende de beweging van troepen en schepen, voor een der oorlogvoerenden van belang, te verzenden Bjj het eind-examen der avondschool voor ambachtslieden te Goes zijn geslaagd A. M. van der Reit, C. van Maris, Th. A. van* Veen, A. Visser, W. Koning, A. de Brujjne, W. M. Ferdinandusse, C. de Graaff, 0. Botbjjl, C. van der Linden, A. van der Bliek, Johe Melse en L. Blanker. Wegens ziekte was een der leerlingen niet nauwii isms—sa—— ergen misgreep begaan. Hjj was dwaas genoeg geweest om te trachten het heilige aandenken op te wekken aan den man, dien hjj hoopte op te volgen en die schrandere vrouw had terstond zjjn belachelijke domheid ingezien. Haar lach was zenuwachtig maar dat was heel natuurlijk, bjj hare gemengde aandoenin gen. Hjj steeg in de grootste verlegenheid te paard en reed weg. Gedurende eenige dagen vermeed hjj het huismaar toen hjj haar voor het eerst weer ontmoette, lachtte zij heel vriendeljjk tegen hem en scheen zjjn onhandigheid geheel ver geten te zjjn. Zij zei dat zjj beter was. Zjj had zjjn raad opgevolgd en gunde zich nu eenige ontspanning van haar werk. Zjj was weer gaan paard rijden o zoo verAlleen Ja natuurlijkzij reed alt jj d alleen. Wat zou men anders in Laurel-Spring van haar zeggen »Dat is waar", zei Blair lachend, «bui tendien vergat ik dat gjj best in staat zjjt om op u zelf te passen, als het noodig is. En toch", voegde hjj er met een bewonderenden blik op haar bevallige, slanke gestalte bjj, «weet ge wel dat ik nooit aan al die vreese- ljjke tafereelen kan gelooven, welke gjj, naar men zegt, moet doorgemaakt hebben." «Geloof er dan ook, als 't u blieft, niet aan", zei zij schielijk, «ik heb liever dat gjj ze niet gelooft. Ik heb er al lang genoeg van zjj hangen mjj zoo de keel uit." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 5