liiiiiistle Cont bijvoegsel Giftplanten. Wat Frent in bewaring kreeg. Verschillende Berichten. Middelburg 20 Februari. ONDERWIJS, BENOEMINGEN, ENZ, VAN DE VAK Maio's® 22 Februari 19P4 se. 44, ^e aandacht van lezsrs, Riot-Jit) 011116 S, ">rdt er op gevestigd dat de Middelburgsche 'rant reeds in den vooravond de voor naamste oorlogstelegrammen van den dac bevat, welke door de Hollandsche huden eerst in den laten avond of den leenden dag hier worden gebracht. Voorts wordt in ieder nummer eene toegelichte samenvatting van de oorlogsgebeurtenissen gegeven. De ffjddelburgsche Courant wordt aan abonné's 's avonds aan huis bezorgd: te Middelburg te zeven uurte V1 i s- gingen te 7 en te Goes te 8 uur. Wie dus prijs er op stelt spoedig op de hoogte te komen, abonneere zich. De prijs van een abonnement i3 slechts 2.— per kwartaal. Bij tusschentijds sluiten van een abonnement wordt, naar gelang van het tijdstip, slechts een gedeelte van het kwartaal in rekening gebracht. Abonné's tegen 1 Maart ontvangen de deza maand nog verschijnende nommers kosteloos. De Administratie. Ieder kent den gouden regen, (cytisus laburnum), een sieraad van onze heesterperken door de fraaie, losse, gele bloemtrossen, die gewoonlijk in de tweede helft van Mei open gaan. De Nederlandsche naam is klaarblijkelijk ontleend aan de kleur van de bloem en aan de hangende bloeiwijze, de wetenschappelijke naam komt waarschijnlijk van den naam van een der eilanden in den Griekschen archipel, Cytisus of Cynthysa, waar die heester in over vloed voorkwam en van waar hij naar elders werd overgebracht. De naam laburnum wordt door sommigen aangezien als door letterver plaatsing ontstaan te zijn uit alburnum, dat spint beteekent, omdat het onderscheid tusschen het licht gekleurde spint en het donker ge kleurde kernhout zoo bijzonder in het oog valt; om die donkere kleur van het kernhout noemen de Franschen den gouden regen ook wel jaux-ebenierAnderen hebben den naam labur num willen afleiden van labor-arbeid, omdat het hout verwerkt wordt tot kammen, bogen en vele andere voorwerpen. De bloem van den gouden regen komt in vorm geheel overeen met die van de erwten boonen, enz., de plant behoort dan ook tot de peulvruchten leguminosaeof vlinderbloe migen fpapilionaceaej. Wij willen daarbij even stilstaan. Wanneer wij de bloem van den goudenregen, de erwt, de boon, nauwkeurig bezien, zal men bemerken dat men deze slechts op ééne wijze in twee gelijke deelen kan verdeelendat ge deelte van de bloem, dat naar de as gekeerd is, waaraan de bloëm is bevestigd, noemt men de rugzijde en de tegenovergestelde zijde de buikzijde van de bloem. De kelk van den goudenregen bestaat uit vijf aan elkander gegroeide blaadjes, die ieder in een slip eindigentwee slippen vormen de bovenlip, de drie anderen de onderlip. Yan de vijf gele bloembladen staat dat aan de rugzijde rechtop en draagt den naam van vlag; aan de rugzijde is bet omgebogen en over 't midden met bruinachtige of purperkleurige streepjes geteekend daarop volgen twee bloem blaadjes, die nagenoeg loodrecht staan op bet eerste blad zij dragen den naam van vleugels en bedekken meeldraden en stamper aan de zjjkantenaan de buikzijde vindt men weder twee bloemblaadjes die dezelfde richting heb ben als de vleugels, en, omdat zij te zamen wel iets hebben van een bootje, de kiel wor den genoemd. Binnen de vleugels en de kiel vindt men 10 meeldraden, die van onderen met elkander zijn vergroeid en daar een buisje vormende vrije uiteinden dragen tien helmknoppen, waarvan de eene helft iets kleiner zijn dan de vijf andere. Dewijl de meeldraden een geheel vormen noemt men de bloem eenbroederig bij de erwt, de boon e. a. zijn negen meeldraden van onderen vereenigd, een meeldraad is vrjj, de bloem daar is tweebroederig. In 't midden van de buis bevindt zicb de stamper, die uit een vruchtblad bestaat, naar boven dunner wordt en in een stijl eindigt, die voorzien is van een kleinen stempel. Wanneer een bij, door de geur en de kleu ren gelokt, zicb neerzet op de bloem van eene vlinderbloemige plant, doet zij zulks op de vleugelszij steekt vervolgens haar slurfje in de groeve, die gevormd wordt door de vlag, en zal langs dien weg den honing vinden, dien zij zoekt. Tengevolge hiervan zullen de helm knopjes en de stempel naar boven worden gedruktbet stuifmeel, dat van eene vorige bloem is blijven hangen tusschen en aan de haartjes, waarmede het lichaam van de bij bedekt is, wordt overgebracht op den stempel een nieuwe voorraad stuifmeel wordt door de bij opgenomen, en zoo van bloem tot bloem vliegende, worden "alle bevrucht. Zoodra de stempel bevrucht is, verandert het vruchtbe ginsel in eene vrucht, die men peul noemt De peulvrucht bestaat ,'uit één vruebtblad, dat, zoodra het rijp is, zich verdeelt in twee kleppen. De randen van het blad zijn aan elkander gegroeid en vormen den buiknaad, waaraan de vruchten door een klein steeltje navelstreng, bevestigd zijn, beurtelings aan den eenen en den anderen randlangs den buik naad barst de rijpe peul open, daarna ook langs de daaraan tegenovergestelde zijde, die men den rugnaad noemt. Wij stonden langer dan gewoonlijk stil bij deze bloem, omdat juist door haar het werk zaam aandeel der bijen aan de bevruchting zoo duidelijk in het oog springt. De bloeiwijze, d. i. de wijze, waarop de bloemen geplaatst zijn, vormt een tros, en wel een hangende; de benedenste bloem gaat eerst open en daarop volgen de andere. Iedere bloem geeft het aanzijn aan een peul, zoodat de vrucht uit een tros peulen bestaat, die zoodra zij rijp zijn, opengaan en bet zaad rondom den boom verspreiden. Kinderen spelen gaarne met deze boontjes, verzamelen ze en steken ze wel eens in den mond. Daarvoor moet men hen bij tij da waar schuwen door ze opmerkzaam te maken dat deze peulvrucht giftig is. i Men heeft wel eens de opmerking gemaakt dat men beter zoude doen, alle min of meer gevaarlijke planten uit den tuin en uit de kamer te verbannen. Wij vereenigen ons niet met die zienswijze, omdat zulks zou voeren tot onbekendheid met de plant en tevens met hare nadeelige eigenschappen. De aanwezig heid der plant geeft aanleiding tot bespreking en waarschuwing en de kinderen, die eenmaal tegen giftplanten gewaarschuwd zijn, zullen zicb daaraan niet licht vergrijpen. seizoenen zorgen voor eene overvloedige be sproeiing. Zijn in den herfst van 't derde jaar de I bladeren afgestorven, dan worden op een drogen dag de wortelstokken opgegraven, door schud den van de aanhangende aarde bevrijd en opiSchelde, en 1 Oct. van dat jaar als dienstdoend eene vorstvrije plaats gebracht, waar zjj gesor teerd worden in bloeibare en plantenkiemen de eerste worden gebruikt om te vervroegen, de andere om nieuwe bedden aan te leggen. Men kent de bloeibare kiemen aan de dikke knoppen, terwijl de knoppen die vooreerst slechts bladeren voortbrengen spits-kegelvor- mig toeloopen. Om te vervroegen brengt men nu 10—12 kiemen in potten van 9 a 10 cM doorsnede, welke men naast elkander in de warme serre plaatst, de tusschenruimte aanvullende met run en de potten bedekkende met mos om den grond gelijkmatig vochtig te houden. Daarna wordt de kas verwarmd tot 25 a 30° C, doch zoodra de bloemen zicb vertoonen, vermindert men de temperatuur gaandeweg, om de bloemen langer te behouden en de Uit het Engelsch. VAN bret harte. IV. »Ik weet toch wel iemand, die dat niet zal doen," zei Randolph. «Je bedoelt Caroline Avondale vroeg de kapitein kortaf. «Neen, ik bedoel juffrouw Everleigh, die met uw broeder hier is geweest", zei Randolph blozende. Kapitein Dornton dacht even na. »'t Is waar, Sibylle EverleighDie heb ik niet gezien sedert ze zóo groot was. Ik placht haar mijn liefje te noemen. Dus denkt Sybby nog aan oom Jack en kwam ze mee om hem te zoeken Maar wanneer hebt gij haar gezien vroeg hij eensklaps, alsof dit de eenige bijzonderheid uit het verleden was, waar het op aankwam, en zag Randolph doordringend aan. De jonge man vertelde alles van het diner bij Dingwall, zijn gesprek met juffrouw Ever leigh en zijn onderhoud met Sir William maar over juffrouw Avondale zei hij heel weinig- Tot zjjii verbazing luisterde de kapi Eene thans veel voorkomende plant, welke eveneens een zeer nadeeligen invloed kan uitoefenen op de gezondheid is het 1 e 1 i e t j der dalen (convallaria majalis, van convallis dal, leirion lelie en majalis van de Mei in Mei bloeiende. Oorspronkelijk groeit de plant, evenals het Salomons-zegel, in boschrjjke streken op zandigen grond, thans wordt zij in het groot aangekweekt en vervroegd in den handel gebracht, zoowel in potjes als kamer plant, als voor snijbloem. Het lelietje der dalen wordt vermenigvul digd door het scheuren der wortelstokken, waarbij vooral de groote witte oogen aan bet einde der wortels niet gekwetst mogen worden, Om deze kiemen aan te kweeken, brengt men ze op bedden van 1,3 M, die in den herfst gespit en rjjkeljjk bemest wordenop deze bedden plant men 5 of 6 rijen, waarin de planten op een afstand staan van 5 of 6 cM en 2 a 3 cM diep, daarna worden ze gedekt met geteerden paardenmest. Men houdt de bedden zuiver van onkruid, maar laat de planten rustig voortwerken tot aan den herfst van het 3de jaaralleen moet men in droge terug naar Oost-Indië, (respectievelijk onder het bevel van den kapt. J. C. du Cloux en van den kapt.-luit. ter zee O. Fabius) en de zomer maanden van 1859 gedetacheerd te worden bij de opleiding der bootsmansleerlingen op De luitenant ter zee 2e kl. geplaatst te worden op Z. M. wachtschip te Hellevoetsluis, waar zjjn bevordering tot dien rang op 19 Februari 1860 volgde. Een jaar later toog Van Woelderen opnieuw naar Oost-Indië met Z. M. stoomschip De Vecht, onder de orders van den luitenant ter zee le kl. H. A. Modderman, om daarna ruim twee jaar werkzaam te zijn bjj de opne ming van straat Bangka en aangrenzende vaarwaters met de Pylades, achtereenvolgens onder leiding van luitenants ter zee eerste kl. Keuchenius en Yan Oordt. De terugreis naar het vaderland werd in 1865 volbracht met Z. M. stoomfregat- Adolf van Nassau, komm. de kapt. ter zee O. A. Uhlenbeck, en reeds het volgende jaar werden hetpracti- sche en theoretische examen voor den rang van luit. ter zee le kl. met den eersten graad planten te kunnen gebruiken voor de kamerI door Van Woelderen afgelegd. tevens moet men zorgen, dat de planten zoo dicht mogelijk onder het glas komen, om hare zuiver witte kleur te behouden, die zonder deze voorzorg, licht zoude overgaan tot het vuil-gele. Voor hare geheele ontwikkeling vereischen zij 3 of 4 weken De lelietjes der dalen kan men ook in de kamer verzorgen door ze te plaatsen in on- I Daar middellijke nabijheid van de kachell waarbij i hem intussehen steeds moet gezorgd worden voor voldoende vochtigheid Het plaatsen van deze bloem in slaapkamers en het nemen van den steel in den mond moet ten sterkste ontraden worden. Dezelfde opmerking geldt van de reseda, reseda odorata). Ten slotte willen wij thans nog een en ander mededeelen van een groot onkruid, dat tegelijkertijd een giftplant iswij bedoelen de dolik, bedwelmend raygras of honds- dravik, lolium temidentum), waarschijnlijk afgeleid van dolios valscb of onnut en temulentum dronkenmakend, van de bedwelmende eigen schappen. De naam raygras is ontleend aan den En- gelschen natuuronderzoeker Ray. De dolik komt als een eenjarig gewas voor op het bouwland, vooral onder haver, vlas en gerst. Het onderscheidt zich van de andere raygrassen, doordien het kafblaadje grooter is dan de bloempjes, die meer opgezwollent doch kortgenaald zijn. Dr Van Hall deelt in zijne Landhuishoud kundige Flora mede, dat hem een geval is voorgekomen, dat dit zaad met gerst uit het buitenland was aangevoerd en dat menschen en dieren, die daarvan gegeten hadden, ernstig ongesteld geworden zijn. Bier, bereid uit mout, dat veel van dit zaad bevat, is zeer dronkenmakend. Het meest moet men in Nederland op zijne hoede zijn bij het weiden van vee op grasland, dat kort te voren nog bouwland was. De in eenige deelen van de provincie Utrecht zoogenaamde hooikolder bij de paarden wordt toegeschreven aan het gebruik van hooi, waar zaad van dolik onder gemengd was. Neemt men dus bij vee en paarden, die in de weide grazen, verdachte verschjjnselen waar, dan is bet aan te bevelen door een deskundige In 1867 werd hjj, met den luit. ter zee le kl. J. H. Haakman, gedetacheerd bjj de practi- sche oefeningen in het kamp bjj Zeist en 10 Nov. van datzelfde jaar aanvaardde bjj de be trekking van eersten officier op Z. M. stoom schip Timor komm. de luit. ter zee le klasse E. F. Hanel von Cronenthal, met bestemming Oost-Indië. Daar aangekomen, wachtte al spoedig de voor zijn anciënniteit bjj zonder onderscheiden plaatsing van komman- dant van Z. M. opnemingsvaartuig Stavoren die drie jaar lang met het meeste succes door Van Woelderen werd vervuld. Na zjjn hieraan gevolgde non-activiteit werd hjj van Regeeringswege afgevaardigd voor het bezoeken van de wereldtentoonstelling te Wee- nen. Tjjdens de zomeroefeningen van 1874 was hjj eerste officier op Z. M. ramschip Buffel en in het volgende jaar werd hjj te Amsterdam gedetacheerd bjj de gereedmaking van Z. M rhmtorenschip Koning der Nederlanden. In het voorjaar van 1877 zou hjj daarvan wor den ontheven om andermaal een plaatsing naar Oost-Indië te bekomen. De meening, dat hjj daardoor bjj anderen werd achtergesteld, onge rekend persoonljjke belangen, deed hem vragen nog een jaar binnenlands te bljjven. Hierin kon echter niet worden getreden en zoo besloot Van Woelderen eervol ontslag uit den dienst te ver zoeken, hetgeen hem 16 Februari 1877 werd verleend. En zie, weinige dagen later werd hem, zon der dat hjj er het minst op bedacht was, na mens Z. K. H. Prins Hendrik de betrekking aangeboden van directeur der Stoomvaart- Maatschappjj Zeeland. vanger der registratie en domeinen te Rhenen.. De St. Ct van beden bevat een kon. besluit van den 15en Februari 1904, houdende voor- loopige vaststelling van de regeling van de opleiding en de benoeming van ingeljjfden bjj de militie te land tot den officiersrang bjj het wapen der infanterie, zoomede tot regeling van de opleiding voor bevordering van militie officieren bjj dat wapen. Gedurende het verbljjf van H. M. de Ko ningin in het buitenland kunnen de aan haar gerichte brieven in gesloten omslagen, voorzien van een adres aan Hare Majesteit op de gewone wjjze per post worden ingezon den of bezorgd bjj het Kabinet der Koningin te 's Gravenhage. Voor de akte nuttige handwerken zjjn Donderdag te 's Gravenhage, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, geslaagd de damesJ. J. Donner te Goes; E. J. van Wuyckhuise te Middel- b u r gM. de Vlieger en M. Verhage te Z u i d- zande enJ.van den Heuvel te Breskens. Aan de universiteit te Utrecht werd Vrjj- dag bevorderd tot doctor in de rechtsweten-. schap, op stellingen, de heer H. J. vou Bracken-Fock, geboren te Utrecht. - Bjj kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. të Leeuwarden mr P. C. Andreae, leeraar aan de H. B. S. te Sneek, met machtiging tot geljjktjjdige waarneming van het ambt van leeraar aan de H. B. S. te Sneek. Verder is benoemd tot leeraax bjj de Rijks normaalschool voor teekenonderwjjzers M. H. van Gestel, thans assistent bjj die school. De staatscommissie tot reorganisatie (aaneenschakeling) van het onderwjjs, ingesteld bjj kon. besluit van 21 Maart 1903, (St. Ct no. 49), heeft eene sub-commissie aangewezen om haar van advies te dienen omtrent eene even- tueele reorganisatie van het lager onderwjjs en de aansluiting van het lager onderwjjs aau het middelbaar en voorbereidend hooger on derwjjs. Tot leden dezer sub-commissie zjjn benoemd de beerenL. C. T. Bigot, hoofd eener O. L. school te AmsterdamH. Bjjleveld, directeur der Gereformeerde kweekschool, te Amster dam K. Brants, hoofd der Koningin Wilhel- minaschool, te RotterdamM. L. van Gemert, hoofd eener R. K. school, te Haarlem; Th. M. Ketelaar, onderwjjzer te Amsterdammejuf frouw J, Kooistra, directrice der rijkskweek school voor onderwjjzeressen te Apeldoorn, e* Aug. Mostart, hoofd eener O. L. school te Venlo Bjj kon. besluit is aan H. C. Klinkert, op verzoek, eervol ontslag verleend als lector aan de Rjjks-uni- versiteit te Leiden 3 benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aau de Rijks universiteit te Leiden, om onderwjjs te geven in de Maleiscbe taal- en letterkunde en de algemeene taalkunde van den Indischen Archi pel, Ch. A. van Ophuysen, inspecteur van het inlandsche onderwjjs te Padang. zjjn benoemd bjj bet Rijksarchief in Gelder land tot hoofdcommies mr J. J. S. baron te laten onderzoeken, of onder de weideplanten I Bloei, thans commies-chartermeester bjj het ook dolik voorkomt. CAREL LOUIS VAN WOELDEREN. Omtrent diens loopbaan bjj de marine meldt Het Vad. bet volgende Na zijne driejarige studie te Willemsoord werd de heer Van Woelderen 1 October 1857, op aebttienjarigen leeftijd, als adelborst le kl. geplaatst op Z. M. brik Zeehond, comm. de kapt.-luit. ter zee M. C. 'van Vreeland, met bestemming naar de Middellandsche Zee, om Rjjksarehief aldaar, en bjj bet Rjjksarchief in Limburg; tot commies dr P. Doppler, thans commies-chartermeester bjj hot Rjjksarchie aldaar aan den kapitein ter zee W. Allirol, op verzoek, wegens langdurigen dienst, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, onder toe kenning van pensioen, bepaald op 3375 's jaars; zjjn bevorderdtot kap. t/z, de kap.-luit. t/z F. C. E. L. Kostertot kap.-luit. t/z. de luit. t/z le kl. H. T. Hovenen tot luit. t/z le kl. de luit. t/z 2 kl. C. Fock is aan L. I. L. Dey, op verzoek, eervol ont slag verleend uit zjjne betrekking van commies bjj bet departement van financiën is G. M. C. Dresselhuys, directeur der dir. bel. enz. te Groningen, benoemd tot directeur dier middelen te Arnhem is aan N. van Everdingen, op verzoek, eervol 1 Mei d. a. v. over té gaan op Z. M. fregat De Ruyter tot bet doen van een reis heen en I ontslag verleend uit zjjne betrekking van ont- Sommige onderwjjzers zjjn wêer bezig briefjes publiek te maken, die hun door ouders van leerlingen zjjn geschreven. Zjjn die heeren niet, zoo niet volgens hun instructies dan toch zedeljjk, verpl'cht wat zjj krachtens hun ambt ontvangen voor zich te houden Do gebrekkige stjjl van zulke epistels wet tigt nog niet zulk eene openbaarmaking. Zjj, die ze schreven, hebben het zeker niet' beter geleerd, maar in élk geval niet geweten wolk misbruik van hun schrjjven zou worden gemaakt. Te Meran is overleden de heer mr C. J. Sickesz, gewezen directeur-generaal van land bouw. Hjj is juist op zjjn sterfdag 66 geworden. In de laatste jaren was zjjn gezondheid zeer wankel, en zocht hjj herhaaldeljjk daarvoor herstel in het buitenland. De overledene is nog geweest burgemeester van Laren (Gelderland), waar hjj woonde op het bekende, zoo heerljjk gelegen buiten De Cloese, lid der Tweede kamer voor het distriet Zutphen, lid der Eerste kamer en watergraal' van het waterschap van de Berkel. Voorts was hjj voorzitter van het Neder- landsch landbouweomité, president van de Geldersch-Overjjselsche Landbouwmaatschappjj en van de Ned. Heidemaatschappijdie hem tot eerelid benoemde. Vooral op landbouwgebied maakte bjj zich zeer verdiensteljjk. Aan hem ia té danken de Boterwet van 1900, die hjj, als Regoerings- commissaris, in de Staten-Generaal verdedigde. tein glimlachend en zei alleen«Dat was net iets voor Billy, om u bang te maken, door te doen alsof gij onder verdenking laagt. Dat is zoo zjjn manier een beetje ruw, als gij hem niet kent, en als hjj een beetje wjjn opheeft. Hoe het zij, ik had er wat voor gegeven om te hooren hoe hij u in het harnas zat te jagen, terwijl gij al dien tijd een heeleboel op hem voor hadt, zonder dat gjj het een van beiden wist." Hij lachte weer totdat Randolph, ver baasd over zoo'n luchthartigheid, zjjn geduld verloor en eensklaps zei»Weet gjj wel dat zjj niet gelooven dat gjj wettig getrouwd zjjt?" Maar de kapitein lachte steeds door, totdat bet verschrikte gelaat van zjjn gastheer hem tot bedaren bracht. «Ik wil wel gelooven dat Bill het niet gelooft, want hij is verstan dig genoeg om te begrijpen dat hjj anders de plaats zou moeten ruimen voor Bobby." »Maar juffrouw Avondale weet toch dat gij wettig getrouwd zjjt, en dat uw zoon de erfgenaam is?' «Zij had geen reden om iets anders te denken, ofschoon wjj in het geheim getrouwd zjjn. Zjj was een vriendin van mjjn vrouw maar niet van mij." Randolph zat vol verbazing en ontzetting te luisteren. Dat waren haar eigen woorden Of bedroog die man hem, net als de anderen De kapitein keek hem vol belangstelling aan en ging voort»Ik dacht er zelfs over, baar als een mjjner getuigen op te roepen, tot dat «Tot wat vroeg Randolph, ziende dat bjj aarzelde. «Totdat ik merkte dat zij niet te ver trouwen wastotdat ik ontdekte dat zjj te vriendeljjk tegen Bill was. En nu zij met hem naar Engeland is gegaan met het kind, denk ik dat zjj hem hare voorwaarden zal stellen." Voorwaarden stellen Dat begrijp ik niet", en toch vreesde bjj maar te zeer dat bij het wel begreep. »Wel, gesteld dat zij liever de vrouw van een volwassen baron zou zjjn, dan de gouvernante van een aanstaanden baron, die nog minderjarig is Zjj is een slim meisje." »Maar gjj hebt toch, hoop ik, nog andere bewjjzen." «Natuurlijk. Ik heb nu de Spaanscbe geregistreerde stukken van den priester te Callao, en die zjjn op een veilige plaats ge borgen, voor het geval dat mij iets overkomt alsof er iets aan een doode kon overkomen voegde hjj er somber bjj. »Op die bewjjsstukken nu wachtte ik, eer ik een besluit nam of ik de bom zou laten barsten, of den boel op zijn beloop laten." Randolph keek weer met verbazing naar dien zonderlingen man, die zoo onverschillig scheen voor weelde, aanzien en zelfs voor wraak. Het leek hem onverklaarbaar en toch was hij getroffen door zjjn groote openhartig heid. Het was echter een verlichting voor hem toen de kapitein opstond en zijn pijp wegstak. - «Ja, mijn vriend, ik ben big dat ik u weer gepraaid heb, wat er ook gebeurd is, of gebeuren mag daar is mjjn hand er op Maar nu ter zake. Ik ga naar Engeland voor die zaak en ik wilde wel dat gjj mee gingt om mij te helpen." Randolph's hart sprong op. Dat verzoek deed echter al zijn jeugdige geestdrift weer ontwaken, en ook al zjjn oprechte trouw egens zjjn weldoener. Maar eensklaps herin nerde hjj zich zjjn verloren illusies en aarzelde Nauweljjks wetende wat te zeggen, stamelde hjj«Maar de bank." «Ik zal u beter betalen dan de bank en na verloop van vier maanden, hoe de zaak ook loopen mag, zal ik zorgen dat gjj voor alle schade gevrjjwaard zjjt, als gjj weer hier heen verlangt terug te keeren. Misschien leunt gjj wel verlof krjjgen. Maar het doel uwer reis moet voor iedereen geheim big ven, Eer ik gereed ben, mag niemand weten dat ik Besta, of wat ik in mjjn schild voer. Gij en Jack Redhill zjjt de eenigen die er van weten.' «Maar gjj hebt toch een advocaat?" «Nog niet. Ik ben mjjn eigen advocaat, tot ik goed op weg ben. Ik heb de wet ge noeg bestudeerd om te weten dat, zoodra ik bewjjs dat ik leef, de zaak voortgang moet hebben, ter wille van mjjn zoon, of ik het verkies of niet. En dat is juist wat mjj de handen bindt.". Een oogenblik dacht Randolph er over of die zonderlinge man wel goed bjj het hoofd was maar één blik in die open oogen ver dreef die vrees terstond. Hjj stak den kapitein de hand toe en zei«Ik ga mee." V. Het verzoek van Randolph om vier maanden verlof, werd hem zonder veel tegenwerping toegestaan en verwekte ook geen opzien. Hjj had het vertrouwen zijner chefs verworven en, behalve een korte opmerking van den heer Revelstoke, dat het hem verbaasde dat een jongmenscb, die zoo goed op weg was' om fortuin te maken, zooveel tjjd opofferde voor een onnoodige reis, «doch gjj moet het zelf weten", werd er niets van gezegd. Hjj vreesde echter dat de koele wjjze, waarop de heer Dingwall de tjjding opnam, moest worden toegeschreven aan het vermoeden dat hjj juffrouw Avondale nareisde, van wie, naar hjj meende, de heer Dingwall niet hield, zoodat hjj nog gauw eenige inlichtingen vroeg aangaande juffrouw Everleigh en zei dat hjj haar hoopte te ontmoeten. Daar hjj onwillekeurig bloosde en Dingwall dit merkte, kreeg hji een vrien deljjk antwoord en den raad om die jonge dame terstond na zjjn aankomst zjjn kaartje te zenden. Kapitein Dornton alias kapitein Johns wilde de eerstvertrekkende boot naar de land engte nemen, en twee dagen later gingen zjj onderzeil. De reis verliep heel gewoon en als Randolph zich verbeeld had dat de kapitein

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 5