itttllvis Courant FEUILLETON. ONEDEL. Middelburg 29 Januari. BIJVOEGSEL ZaterJag 30 JaDuari 19C4 no. 25. Eene interessante gedaeh tenwisseling. wen eischen Die eisch verlamt en stoot af In het parlement loopt men, door aan die 1 eu ze vast te houden, gevaar tal van personen te verliezen die anders voor algemeen'kiesrecht voor mannen zouden zijn. En zelfs socialisten erkennen dat het verkrijgen van zoodanig kiesrecht reeds een belangrijke stap voorwaarts zoude zijn. Men zal van beide kanten wat. moeten geven en nemen en het belang van de zaak voortrekken boven eigen wenschen. Spreker zeide verder dat het niet alleen de vraag is het tegenwoordig ministerie weg te krijgen, maar vooral om, als dit de plaats ruimt voor een liberaal ministerie, het werk van het kabinet Pierson—Borgesius voort te zetten. DEBAT. Na een pauze werd gelegenheid gegeven om met den spreker in debat te treden. Daarvan werd in de eerste plaatst gebruik gemaakt door den heer J. Bos Az. Hij wees erop dat door den heer Rood hujjzen do benoemingen door dit minis terie zijn ter sprake gebracht en deze beweerd heeft dat daardoor karakterloosheid wordt bevorderd. Ware dat zoo, dan zou die alleen zijn aan den kant der liberalen. Verder heeft de spreker de benoemingen aan de Rijks verzekeringsbank genoemd, maar do heer Bos wees er op dat de bewering van den heer Troelstra te dezen opzichte is gebleken niet op vasten bodem te staan. Ook herinnerde de heer Bos aan het gezegde van dr Kuyper dat in Zuid-Holland de gees tesrichting dor bevolking niet harmonieert met die der burgemeesters, wat door cijfers is aan getoond. »Partijbenoemingen" is een klacht die steeds wordt vernomen onder elk ministerie. Zoo is van de zijde der anti-revolutionnairen vroeger geklaagd over partijdigheid bij benoemingen onder liberaal bestuur. De spreker heeft beweerd dat het christelijk ministerie niet heeft gehouden wat het in 1901 heeft beloofd, zoo o. a. vrijmaking van het onderwijs en beteugeling van verschillende passies. Die beschuldiging achtte de heer Bos niet waar. Hij wees op wat dit ministerie reeds gedaan heeft en nog doet. Hij herinnerde aan de wetten op het onder wijs en die tot beteugeling van loterijen en het landbouw-ontwerp. Voorts is de arbeids wet reeds van den Raad van State terug, evenals het ontwerp op het arbeids-contract. Een avant-project voor de ziekteverzekering is reeds aan verschillende autoriteiten en colleges ver zonden. Een wetsontwerp op de zeevisscherij- ongevallen is in bewerking en reeds in een stadium dat het bouwen achter de schutting voorbij is. Nog tal van ingewikkelde wetsontwerpen zijn belangrijk gevorderd. De heer Bos besloot met als zijne meening uit te spreken dat het ministerie zich aan al de beloften, die bij de stembus zijn gedaan, heeft gebonden en dat het door de Liberale Unie-mannen diende gesteund te worden bij zijn arbeid om tot sociale hervormingen te komen. De heer Roodhujjzen, die hierop weer het woord verkreeg, heeft zich dikwijls verbaasd dat het ministerle-Kuyper zonder blikken en blozen zijn beloften schendt en dat zijn volgers blijken die beloften niet te kennen. Dit schijnt ook met den heer Bos het geval te zijn. Beloofd is finale oplossing van het onderwijs vraagstuk in den geest van het f/merapport, verzekering van kranken, van ouden van dagen en invaliden met steun van het rijk, en de middelen er voor te scheppen door tarieven, die de welvaart van het land en de nationale nijverheid ten goede komen. Die beloften zijn niet gehouden. Daarna besprak de heer Roodhuijzen de partijbenoemingen, waardoor, naar hij beweerde, huichelarij wordt bevorderd. Hij wees op de smadelijke wijze waarop minister Kuyper zich over de oude burgemees ters hoofdzakelijk liberalen heeft uitge laten om daarna de benoemingen aan de Rijks verzekeringsbank aan een strenge critiek te onderwerpen. Dat aan die stichting, zooals is gebleken, meer liberalen dan anti-revolutionnairen zijn benoemd, was misschien daardoor te verklaren dat de laatsten minder geschikt zijn of zich geschikt achten om te solliciteeren. Hetzelfde geldt van de burgemeestersbenoe mingen. De heer Bos heeft tal van zaken opgehaald die in bewerking zijn, maar daardoor getoond dat hij weinig begrip heeft van de werking der staatsmachine. Als men iemand van het ministerie spreekt, dan willen zij u wijsmaken dat alles nog in behandeling zal komen. Maar de praktijk leert anders. De Staatsloterij acht de heer Bos ongeoor loofd en een wet daarop noodig. Maar spreker acht het beter dat een kleine man een twin tigje in de loterij neemt dan dat een groot man op de beurs zijn gansche fortuin in beurs spel verdobbelt. Als een anti-revolutionnair ernstig bezwaar heeft tegen spel, dan moet hij het spel in den wortel aantasten. Het ontwerp van de Kamers van landbouw, een monster van wetgeving, is waarlijk niet een zaak om aan anti-revolutionnaire zijde mee te geuren. De raad aan de Liberale Unie-mannen, om dat ministerie te steunen, zal niet gevolgd worden. Het stelsel»want dan gebeurt er iets", is ten ernstigste af te keuren. De liberale wenschen niet de levende eenden te zijn, door dr Kuyper in den brouwketel ge worpen, zooals dat indertijd de bekende schil der Jan Steen deed toen hij, den raad van zijn vrouw volgend, zorgde dat »er iets gebeurde". Als tweede debater meldde zich aan de Herm. Snijders van Middelburg. Bij begon met te zeggen dat, zooals door hem was verwacht, door den heer Roodhuijzen.een welsprekend en degelijk betoog is gehouden- Maar wat zijne verwachting heeft overtrof fen is dat die spreker zoo uiterst vriendschap pelijk zich heeft uitgelaten over de vrijzinnig- democraten zoo zelfs dat hij gezegd heeft dat de Liberale Unie en de vrijzinnig-democraten slechts door een misverstand van elkaar zijn gescheiden. Die bewering staat niet op zich zelf. In den laatsten tijd is in de Kamer bij de behande ling der begrootingen door de heeren Goe man Borgesius en Drucker er op gezinspeeld dat een samengaan van beide partijen moge lijk en noodig zal zijn. Dezelfde reserve makende als de heer Rood huijzen en dus wat hij zegde voor zijne per soonlijke rekening nemende en niet sprekende namens het bestuur van den Vrijzinnig-Demo- cratischen Bond, achtte de heer Snijders samen werking tegen de coalitie mogelijk en noodig bij de stembus van 1905, maar alleen dan wanneer dit geschiedt onder de leus «grond wetsherziening om te komen tot algemeen kies recht voor mannen en vrouwen." De heer Snijders herinnerde eraan dat in 1901 de vrijzinnig-democraten en vooruit strevende liberalen uit de Liberale Unie moes ten treden omdat zij bij de stembus klaren wijn wilden geschonken zien, een preciese lens eischten en aan de candidaten bepaalde, con crete vragen wilden stellen betreffende hun opinie omtrent algemeen kiesrecht. De heer Snijders behandelde vervolgens 1 van het hervormingsprogramma der Liberale Unie voor wat betreft de kiesrechtkwestie, om aan te toonen dat daarover het zoogenaamde misverstand in de wereld gekomen is. De vrijzinnig democraten zijn innig overtuigd dat de bepalingen omtrent het kiesrecht drin gend herziening eischen en in het Liberale Unie- program wordt hetzelfde neergeschreven. Was het dan een misverstand aan eiken candidaat te vragen zijt gij het met ons eens dat grond wetsherziening noodig is om mogelijk te maken algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen Dit wat het verledene betreft En wanneer wij in de toekomst zien Indienmen samenwerking wil van de zijde der Liberale Unie, dan zal men een vast accoord moeten treffen, en de vrij zinnig-demo craten zien met groote belangstelling uit naar de beslissing der Unie. In elk geval zal er kleur moeten bekend worden, zal er klare wijn moeten geschonken worden; doet men dit niet, dan zal men alleen onder de leus «tegen het clericalisme" kunnen optreden en alle liberalen weer -onder éen hoed zien te vangen, maar daaraan doen de vrijzinnig-democraten niet mee De heer Snijders herinnerde aan de samen werking in vroeger jaren tusschen Middelburg en Vlissingen en wees de kiezers in laatstge- melde plaats erop dat die samenwerking weer mogelijk is wanneer men elkander klaren wjjn schenkt en wanneer ook de Vlissingsche kies- vereeniging flinkweg in democratischen zin vooruit wil. Wil de liberale partij iets betee- kenen, dan moet er ronduit worden gesproken. Wanneer men werkelijk sociale hervormingen wenscht, dan moet men ook voorstander zijn van algemeen kiesrecht, want anders komen er misschien wel hervormingen zonder dat zjj er aan medewerken in wier belang ze worden ondernomen. Wil men algemeen kiesrecht voor mannen, dan gelden dezelfde redenen, die daarvoor, worden aangevoerd, ook voor de vrouwen. Intusschen laat het voorstel tot grondwets herziening van de vrijzinnig-democraten, dat algemeen kiesrecht voor mannen in de grond wet opneemt, de gelegenheid open om bij de gewone kieswet geleidelijk een kiesrecht voor vrouwen in te voeren. Dit nog nader uiteenzettende, wees de heer Snijders er op dat, wanneer de anti-revolution nairen er in mochten slagen het huismans kiesrecht in te voeren, zij ook niet zullen kunnen nalaten, zjj 't ook beperkt, vrouwen kiesrecht toe te laten. De spreker hoopte dat de thans gevoerde besprekingen de leden der kiesvereeniging Algemeen Belang zullen leiden tot een krachtig partij trekken voor grondwetsherziening ter verkrijging van algemeen kiesrecht. Verder uitte hjj den wensch dat de Liberale Unie niet te langzaam werken zal en spoedig hare beslissing omtrent het kiesrechtvraagstuk zal kunnen nemen. De heer Roodhuijzen, die den heer Snijders beantwoordde, zette in den breede uiteen wat het artikel in het program der Unie bedoeltnl. grondwetsherziening opdat het kiesrecht voor mannen en vrouwen mogelijk worde. Het is geen gelukkig artikel, want er is heel wat anders ingelezen dan erin staat. Er zijn er die afgestooten zijn door het alge meen kiesrecht voor den man en anderen, die dit wel begeerden, hadden bezwaar het aan de vrouw toegekend te zien. Een concrete leus bij de stembus is goed, maar jmen moet daarmede niet onvoorbereid komen. De heer Roodhujjzen ging verder na hoe ook in de Liberale Unie een verkeerde taktiek is gevoerd en het Unie-bestuur indertjjd de con sequentie van hetgeen in het programma was neergeschreven niet heeft aangedurfd. De spreker meende dat samenwerking tus schen vrijzinnig-democraten zeer goed mogeljjk is, mits de laatsten hun eisch niet hooger stellen dan een grondwetswijziging die alge meen kiesrecht voor mannen en vrouwen mogelijk maakt, een zgn. blanco artikel. De heer Roodhujjzen kwam verder op tegen de bewering dat de Unie de zaak van het kiesrecht langzaam behandelt. Hjj zette uiteen dat de Liberale Unie drie leden heeft benoemd, de heeren Rink, De Kanter en Lely, en die commissie met haar werk is aangevangen, doch dat, doordien de heer Lely na acht weken wer- kens naar Suriname werd geroepen, het uit brengen van het rapport iets later is'geschied dan was gehoopt. Bovendien moeten eerst de rapporten inkomen van de kiesvereenigingen, wat ook veel tijd vordert, vóór het hoofdbe- bestuur zjjn oordeel kan vestigen en de alge- meene vergadering bijeenroepen, aan wie de beslissing is. De heer Snjjders vroeg nu nog een oogenblik het woord om te constateeren dat in 1901 zeer veel vrjjzinnig-democraten waren voor een blanco artikel en dat die er nog zjjn. Volgens hem ware overeenstemming toen zeer goed mogelijk geweest. Hij toonde verder nog aan dat men bjj een zoo ernstig vraagstuk als dat betreffende het kiesrecht de urgentie op den voorgrond moot stellen en meende te mogen constateeren dat in hetgeen de heer Roodhujjzen thans wil, een rechtvaardiging ligt van de handelwjjze der vrijzinnig-democraten in 1901. De heer Roodhujjzen stelde daarna nog in het licht dat de vrij zinnig democraten en de liberalen het in menig opzicht eens zjjn, maar dat de eisch van vrouwenkierecht groote ver- wjjdering brengt. Hjj wees er op dat landen, waar reeds lang het algemeen kiesrecht bestaat, bjjv. Frankrijk, zelfs niet denken aan vrouwen kiesrecht. Er op wijzende dat, wanneer de liberalen in! van de van Tegen Donderdagavond was door het bestuur der Vrijzinnige kiesvereeniging Algemeen Belang te Vlissingen eene openbare algemeene vergadering uitgeschreven, in de zaal van den heer Stofkoper, waarop de heer A. Roodhujjzen van Enkhuizen, de secretaris van de Liberale Unie, al» spreker zou optreden met het onder werp Onze •politieke toestand. De voorzitter, de heer J. G. van~Niftrik, begon met te zeggen dat herhaaldeljjk de wenschelijkheid was uitgesproken dat te Vlis singen eens een spreker zou optreden om de beginselen der partjj uiteen te zetten] Hij achtte zich nu gelukkig dat de heer Roodhujjzen zich bereid had verklaard dat heden te doen. Hij gaf' daarop den spreker van don avond het woord. Deze begon met do vraag te stellenIn welken politieken toestand verkeoreruwij op het oogenblik Wij leven onder een christeljjk ministerie. Dr Kuyper heeft de twee heterogene bestand- deelen, antirevolutionnairen en katholieken, weten bijeen te brengen. Vóór verder te gaan, sloeg spreker een terug blik en herinnerde hij aan het ministerie- Pierson-Borgesius, het ministerie van sociale hervormingen. Hjj zette uiteen hoe dat ministerie tot stand kwam en hoe in 1901 de levensdraad werd afgesneden. Het hervormingswerk ging te hard naar den zin van velen. De sociale politiek is er eene van de por- temonnaie, en toen de ongevallenwet op het tapjjt kwam, waren er tal van tegenstanders. Naast de ongevallenwet kwam de leerplicht en daartegen opponneerde niet alleen do porte- monnaie maar het christeljjk idee. Het ministerie viel. Hoe men nu nog kan volhouden, wat toen werd beweerd, dat men door den leerplicht ingrijpt in de vaderlijke macht, is spreker een raadsel. De leerplichtwet is gehandhaafd onder het christeljjk ministerie; dat bewjjst dat die niet indruischt tegen den godsdienst. De wet, jaren te laat gekomen, is een der liefste zaken der liberalen, en dat heeft het antirevolutionnaire verzet geprikkeld. Dat dit verzet niet ernstig gemeend was spreker herhaalde het, blijkt hieruit dat onder het christeljjk ministerie die leerplichtwet is bljjven bestaan. Het christeljjk ministerie wordt geacht te rusten op een gemeenschappeljjken ''wortel des geloofs, maar dat van dien wortel niet dezelfde vruchten worden gelezen, trachtte spreker aan te toonen door te wijzen op de discussies over de weder-invoering der doodstraf en hetgeen daaromtrent tusschen anti-revolutionnairen en katholieken is in het midden gebracht. Verder wees hjj op de voorwaardeljjke ver oordeeling, door een katholiek minister gewild, die reeds door Christus werd in toepassing gebracht, en thans Idoor de leiderssder anti- revolutionnairen ten sterkste bestreden wordt. Spreker stelde verder nog in het licht hoe bjj benoemingen niet alleen op bekwaamheid wordt gelet, maar vooral op de godsdienstige richting, waardoor huichelarij wordt in de hand gewerkt en karakterloosheid bevorderd. Waar dr Kuyper de machtigste man in het kabinet is, zou op sociaal gebied veel van hem mogen worden verwacht want üjj is van huis uit demoeraat. Maar die verwachting is be schaamd. Het ministerie is aan het werk geweest en de heeren erkennen''zelf dat er nog niet veel Naar het Engelsch. In den regel gaat het bekend worden eener verloving met groote verrassingen gepaard; men kan nooit recht begrjjpen waarom juist Hans zijn Grete of Max zjjn Lina huwen moet. Bij miss Clara Bruce scheen het inderdaad, alsof de liefde met het gezond veretand aan den haal was gegaan. Deze dame had den leeftijd van zes en twintig jaren. Met een bekoorljjk uiterlijk begunstigd, lag een schit terende toekomst voor haar, want niet alleen was ze 'cum laude tot doctor in de medicjjnen gepromoveerd, maar ook had ze vergunning verkregen tot practiseeren in 't Duitsehe rjjk. Haar tante Marie was met de verloving dan ook al zeer weinig ingenomen. Onder tranen zei ze: «Je hadt zeker wat beters kunnen doen dan je met dien Galbuttert in Berlijn te ver loven en daarmee alle schitterende vooruit zichten den bodem in te slaan." «Ja, mjjzelf komt het ook wonderljjk voor, lieve tante,' antwoordde de dokter blozende. »Nog voor een half jaar was mijn beroep mijn een en alles in de wereld en kende ik geen ander verlangen. Recht en is gedaan. Het sociale werk is stop gezet. Spreker herinnerde aan de speetwet, waar door een groote stap is achteruitgezet. Hjj wees er op dat daarvoor stemden man nen als een Talma, een uiterst democratisch mensch waaruit blijkt dat ieder die in de coalitie zit muurvast gebonden is aan de partjj. Het ministerie is verloopen in de conserva tieve richting en niet meer in staat iets te doen op het gebied der sociale hervorming. Bjj den stembusstrijd in 1901 zjjn valsche leuzen gebezigd door de antirevolutionnairen en katholieken; er zjjn beloften gedaan die niet zjjn gehouden. Arbeiderspensioenen zjjn voorgespiegeld en dr Kuijper wist daarvoor het benoodigde geld wel te vinden, iets wat den liberalen niet mogeljjk was. In 1897 werd verhooging van graanrechten op den" voorgrond gesteld, doch in 1901 werden die achteruit geschoven. Thans wordt niet meer gepraat van arbeiders pensioenen; en waar nu weldra een nieuw tarief van invoerrechten is te verwachten, dat 9 millioen 'sjaars zal opbrengen, wordt dat bedrag niet bestemd voor zulke pensioenen, maar wel om het tekort te dekken op de staatsbegrooting. De ehristeljjke onderwjjzers hebben gehoopt dat het optreden van het christelijk kabinet hun ten goede zou komen, maar zjj zjjn van een koude kermis thuis gekomen. Ze worden verlakt met heele mooie woorden, maar verlakt worden zijwat spreker door een enkel voorbeeld duidelijk maakte. Yalsche leuzen, onvervulde beloften, stop zetten van sociale hervormingen, ziedaar de karakteristiek van het tegenwoordig ministerie. Het is kunst en vliegwerk de democratische anti-revolutionnairen zoet te houden, want zjj worden door dr Kuyper teleurgesteld en van daag of morgen kan de dag komen, dat zjj het juk afschudden en de coalitie wordt ontbonden. Dit wat rechts betreft; maar wat heeft de linkerzijde daar tegenover te stellen? De vrjjzinnig-democraten en liberalen, die alleen dooor een misverstand van elkander zjjn gescheiden, moeten meewerken tot het ver- krjjgen van vrijheid op economisch gebied. Om daartoe te komen, zal veel overleg moeten worden gepleegd. Bjj de sociale hervormingen kan ieder bond genoot zjjn, die ernstig wil medewerken om ze te bekomen. Er is echter links verdeeldheid tusschen hen die snel vooruit willen en zjj die minder hard willen voortgaan. De vooruitstrevenden werden gecritiseerd door de sociaal-democraten, die hun vooruit gang. te gering, hun middelen eenvoudig lap middelen noemden. Geven dezen zich echter wel rekenschap van het dwaze werk dat zjj verrichten Zjj remmen doordat zjj tal van menschen, die billjjkheid willen betrachten, huiverig maken om met de lieden van den vooruitgang meê te gaan. Spreker wees daarbjj op het onverkwikkeljjk tafereel, dat de strjjd tusschen Petter en Oude- goest te aanschouwen geeft, en toonde verder aan hoe de socialistische partjj lijdt aan een- zjjdigheii en hoe menigeen der verdiensteljjkste leden wordt op zjj de gezet. Is men in liberale kringen wel overtuigd dat men öf vooruit öf heen moet gaan Zjj die niet overtuigd zjjn dat de sociale hervorming dient ter hand genomen, zjjn niet de echte, werkelijke liberalen. Hierna kwam spreker tot de kiesrechtkwestie. Vooropstellende dat hjj hier zjjn persoon- ljjke meening uitsprak, en niet als secre taris der Liberale Unie, zei spreker dat hjj steeds een groot voorstander is geweest van algemeen kiesrecht. Niet omdat hjj dit het geneesmiddel acht voor alle kwalen, maar uit een oogpunt van billjjkheid, dat vordert dat ieder nuttig lid der maatschappij recht heeft van medespreken in het staatsbelang. Zoolang de grondwet niet is gewjjzigd, kan de kies rechtkwestie niet voldoende worden opgelost, want de grondwet eischt kenteekenen van ge schiktheid en welstand. Hoe wenschelijk ware het dat alle liberalen daarvan waren overtuigd. Naar spreker meent, moet eerst het algemeen kiesrecht voor mannen worden verkregen dan kan geleideljjk verder worden gegaan. Maar is het nu met eenige plausibele taktiek overeen te brengen dat de vrjjzinnig-demo craten thans ook het kiesrecht voor de vrou- licht lag de toekomst voor mjj en nu »Ja, ja," viel tante in de rede, «een meisje, dat niets beteekent, dat kan trouwen gaan, om bjj een man de huishouding te voeren en de knoopen aan zjjn jas te naaien. Maar jij, Clara, jij bent voor iets hoogers en edelers weggelegd." «Voor iets hoogers, tante Marie vroeg Clara. «Voor iets edelers? Daar vergist ge u toch, tantetje, er is niets hoogers en edelers dan de trouwe gade van een flinken man te zijn." «Onzinmeende tante Marie. «Zoo spreekt iedere gans, wier oogen door den glaB zenden verlovingsring zjjn verblind. Maar mijn beroemde nicht, neen, je stelt me bitter te leur." «Wees maar niet bang, tantetje, dat ik mijn beroep er om zou veronachtzamen. Henry heeft buiten zjjn wetenschap niets in de wereld en ons huwelijk zal nog wel meer dan een jaar op zich laten wachten. Daarom heb ik de betrekking van arts in het armenasyl te Hohen- berg aangenomen, en ik zal mjjn werk doen als ware ik niet verloofd." «Dat geloof ik niet",, klonk het droog. «In mjjn jeugd kreeg ik veel geld in handen en aan den klank kon ik hooren, of de daalder valsch of echt was. Nu heb ik in mjjn lang leven een groote hoeveelheid menschenkennis opgedaan en ik zeg je dit ééne, lieve Clara je Henry Galbuttert is een onedel metaal." Clare verbleekte en antwoordde kortaf«Mis schien. Goeden avond, lieve Tante." Hohenberg was een klein fabrieksstadje, het armenasyl was zjjn grootste merkwaardigheid. De vestiging van dokter Clare Bruce wekte groot opzien. Een mooie, jonge vrouw, die recepten voorschreef, was iets nieuws en vol strekt niet iets onaangenaams; en zoodra men er zich van had overtuigd, dat ze haar vak verstond en vriendeljjk met haar patiënten omging, begon men het grootste vertrouwen in haar te stellen. Dit deden ook de arme lieden uit het asyl ternauwernood konden ze den tjjd afwachten, dat dokter Clare hen kwam bezoeken. Op een goeden dag wilde zjj juist vertrekken, toen de moeder der inrichting haar verzocht even te willen binnengaan bjj een nieuwe verpleegde, een oud moedertje, dat al half blind was en zwaar door asthma werd geplaagd. «Op aan vraag van domine Muller te Berljjn hebben wjj haar hier opgenomen." Met kussens gesteund, zat het oudje in den leunstoel. Ze begroette dr Clare met de woorden «Ik ben een arme, oude vrouw, lieve dokter, en weet heel goed, dat ik o, zooveel last bezorg. Maar niet altjjd neemt de goede God tot zich, die tot hem willen gaan." «Hoe heet u?" vroeg Clare. «Louise Galbuttert, dokter." «Galbuttert? Dat is zeker een buitenge wone naam", antwoordde Clare, haar aandoe ning nauweljjks meester. «Wij zijn uit Oost-Pruisen afkomstig", antwoordde het oude moedertje, zoodra ze een hevigen hoestaanval te boven was. »Er zjjn er niet veel van onzen naam. Ik heb alleen een zoon, die advocaat iselke moeder zou trotsch op hem zjjn." «Een zoon, die advocaat is riep de dokter uit. »En u is hier in 't armenhuis «Dat is zjjn schuld niet", zocht de oude vrouw haar zoon te verdedigen. «Mjjn zoon zal een heel fijne, voorname dame huwen en dan kan men toch niet van hem vergen, dat hjj een zoo oude, hulpelooze vrouw als ik ben, voor zjjn rekening zal nemen. Ik moet hem schrjjven, hoe het mjj gaat, en als het erger werd, zou hjj mjj komen bezoeken. Zoo lang ik kon, heb ik mantels genaaid en fatsoenljjk in mjjn onderhoud voorzienik kon echter niets oversparen en Henry kon me ook niet helpen, omdat hjj wil trouwen en trouwen kost veel geld." «Uw zoon heet Henry Galbuttert, niet waar?" klonk het heesch van Clare Bruce's lippen. »En ziet hjj er misschien zoo uit?" ging ze voort, een photographie uit den zak halende. «Ja, dat is hjj", riep de oude vrouw ver rast uit. «Kent u hem misschien?" «Maar heel oppervlakkig", antwoordde de jonge dame, terwijl ze het portret weer in den zak stak. «En nu zal ik u een drank geven, die u het ademhalen minder hnoeiljjk zal maken." «Kent u misschien zjjn verloofde ook vroeg het oudje vol vuur. »Ja", klonk het, «ik heb haar eenmaal gezien". «Misschien is u dan zoo vriendeljjk", smeekte het moedertje, «haar van mjj te groeten en te zeggen, dat ik haar zoo graag één keer zou willen zien. Ze hoeft niet bang te zjjn dat ik haar lastig zal worden, want ik wil mjjn leven hier graag eindigen. En zou u dan mjjn zoon wel willen schrjjven, hoe het met mjj gaatik zelf kan het niet goed meer en ik ben toch zjjn moeder bjj slot van rekening, en hjj is mjjn zoon toch." «Dat wil ik graag voor u doen", en dokter Clare verwjjderde zich. Haar gang was vast als te voren. Toen den volgenden dag tante Marie in haar keuken bezig was pannekoeken te bakken, was ze niet weinig verrast haar nicht plotse ling haar heiligdom te zien binnentreden. «Ik kom bjj u, lieve tante", begon Clare, «om u te zeggen, dat gjj goed hebt gezien. Het metaal was onedel «Wat?" riep tante Marie uit, die voor haar pannekoeken alle opmerkzaam heid had

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 5