itttllvis Courant
FEUILLETON.
ONEDEL.
Middelburg 29 Januari.
BIJVOEGSEL
ZaterJag 30 JaDuari 19C4 no. 25.
Eene interessante gedaeh
tenwisseling.
wen eischen Die eisch verlamt en stoot af
In het parlement loopt men, door aan die
1 eu ze vast te houden, gevaar tal van personen
te verliezen die anders voor algemeen'kiesrecht
voor mannen zouden zijn. En zelfs socialisten
erkennen dat het verkrijgen van zoodanig
kiesrecht reeds een belangrijke stap voorwaarts
zoude zijn.
Men zal van beide kanten wat. moeten geven
en nemen en het belang van de zaak voortrekken
boven eigen wenschen.
Spreker zeide verder dat het niet alleen de
vraag is het tegenwoordig ministerie weg te
krijgen, maar vooral om, als dit de plaats ruimt
voor een liberaal ministerie, het werk van het
kabinet Pierson—Borgesius voort te zetten.
DEBAT.
Na een pauze werd gelegenheid gegeven
om met den spreker in debat te treden.
Daarvan werd in de eerste plaatst gebruik
gemaakt door den heer J. Bos Az.
Hij wees erop dat door den heer Rood
hujjzen do benoemingen door dit minis
terie zijn ter sprake gebracht en deze
beweerd heeft dat daardoor karakterloosheid
wordt bevorderd. Ware dat zoo, dan zou die
alleen zijn aan den kant der liberalen. Verder
heeft de spreker de benoemingen aan de Rijks
verzekeringsbank genoemd, maar do heer Bos
wees er op dat de bewering van den heer
Troelstra te dezen opzichte is gebleken niet
op vasten bodem te staan.
Ook herinnerde de heer Bos aan het gezegde
van dr Kuyper dat in Zuid-Holland de gees
tesrichting dor bevolking niet harmonieert met
die der burgemeesters, wat door cijfers is aan
getoond.
»Partijbenoemingen" is een klacht die steeds
wordt vernomen onder elk ministerie. Zoo is
van de zijde der anti-revolutionnairen vroeger
geklaagd over partijdigheid bij benoemingen
onder liberaal bestuur.
De spreker heeft beweerd dat het christelijk
ministerie niet heeft gehouden wat het in
1901 heeft beloofd, zoo o. a. vrijmaking van
het onderwijs en beteugeling van verschillende
passies.
Die beschuldiging achtte de heer Bos
niet waar.
Hij wees op wat dit ministerie reeds gedaan
heeft en nog doet.
Hij herinnerde aan de wetten op het onder
wijs en die tot beteugeling van loterijen en
het landbouw-ontwerp. Voorts is de arbeids
wet reeds van den Raad van State terug, evenals
het ontwerp op het arbeids-contract. Een
avant-project voor de ziekteverzekering is reeds
aan verschillende autoriteiten en colleges ver
zonden. Een wetsontwerp op de zeevisscherij-
ongevallen is in bewerking en reeds in een
stadium dat het bouwen achter de schutting
voorbij is.
Nog tal van ingewikkelde wetsontwerpen
zijn belangrijk gevorderd.
De heer Bos besloot met als zijne meening
uit te spreken dat het ministerie zich aan al
de beloften, die bij de stembus zijn gedaan,
heeft gebonden en dat het door de Liberale
Unie-mannen diende gesteund te worden bij zijn
arbeid om tot sociale hervormingen te komen.
De heer Roodhujjzen, die hierop weer het
woord verkreeg, heeft zich dikwijls verbaasd
dat het ministerle-Kuyper zonder blikken en
blozen zijn beloften schendt en dat zijn volgers
blijken die beloften niet te kennen. Dit schijnt
ook met den heer Bos het geval te zijn.
Beloofd is finale oplossing van het onderwijs
vraagstuk in den geest van het f/merapport,
verzekering van kranken, van ouden van dagen
en invaliden met steun van het rijk, en de
middelen er voor te scheppen door tarieven,
die de welvaart van het land en de nationale
nijverheid ten goede komen.
Die beloften zijn niet gehouden.
Daarna besprak de heer Roodhuijzen de
partijbenoemingen, waardoor, naar hij beweerde,
huichelarij wordt bevorderd.
Hij wees op de smadelijke wijze waarop
minister Kuyper zich over de oude burgemees
ters hoofdzakelijk liberalen heeft uitge
laten om daarna de benoemingen aan de Rijks
verzekeringsbank aan een strenge critiek te
onderwerpen.
Dat aan die stichting, zooals is gebleken,
meer liberalen dan anti-revolutionnairen zijn
benoemd, was misschien daardoor te verklaren
dat de laatsten minder geschikt zijn of zich
geschikt achten om te solliciteeren.
Hetzelfde geldt van de burgemeestersbenoe
mingen.
De heer Bos heeft tal van zaken opgehaald
die in bewerking zijn, maar daardoor getoond
dat hij weinig begrip heeft van de werking
der staatsmachine. Als men iemand van het
ministerie spreekt, dan willen zij u wijsmaken
dat alles nog in behandeling zal komen.
Maar de praktijk leert anders.
De Staatsloterij acht de heer Bos ongeoor
loofd en een wet daarop noodig. Maar spreker
acht het beter dat een kleine man een twin
tigje in de loterij neemt dan dat een groot
man op de beurs zijn gansche fortuin in beurs
spel verdobbelt.
Als een anti-revolutionnair ernstig bezwaar
heeft tegen spel, dan moet hij het spel in den
wortel aantasten.
Het ontwerp van de Kamers van landbouw,
een monster van wetgeving, is waarlijk niet
een zaak om aan anti-revolutionnaire zijde
mee te geuren.
De raad aan de Liberale Unie-mannen, om
dat ministerie te steunen, zal niet gevolgd
worden. Het stelsel»want dan gebeurt er
iets", is ten ernstigste af te keuren.
De liberale wenschen niet de levende eenden
te zijn, door dr Kuyper in den brouwketel ge
worpen, zooals dat indertijd de bekende schil
der Jan Steen deed toen hij, den raad van zijn
vrouw volgend, zorgde dat »er iets gebeurde".
Als tweede debater meldde zich aan de
Herm. Snijders van Middelburg.
Bij begon met te zeggen dat, zooals door hem
was verwacht, door den heer Roodhuijzen.een
welsprekend en degelijk betoog is gehouden-
Maar wat zijne verwachting heeft overtrof
fen is dat die spreker zoo uiterst vriendschap
pelijk zich heeft uitgelaten over de vrijzinnig-
democraten zoo zelfs dat hij gezegd heeft dat
de Liberale Unie en de vrijzinnig-democraten
slechts door een misverstand van elkaar zijn
gescheiden.
Die bewering staat niet op zich zelf. In den
laatsten tijd is in de Kamer bij de behande
ling der begrootingen door de heeren Goe
man Borgesius en Drucker er op gezinspeeld
dat een samengaan van beide partijen moge
lijk en noodig zal zijn.
Dezelfde reserve makende als de heer Rood
huijzen en dus wat hij zegde voor zijne per
soonlijke rekening nemende en niet sprekende
namens het bestuur van den Vrijzinnig-Demo-
cratischen Bond, achtte de heer Snijders samen
werking tegen de coalitie mogelijk en noodig
bij de stembus van 1905, maar alleen dan
wanneer dit geschiedt onder de leus «grond
wetsherziening om te komen tot algemeen kies
recht voor mannen en vrouwen."
De heer Snijders herinnerde eraan dat in
1901 de vrijzinnig-democraten en vooruit
strevende liberalen uit de Liberale Unie moes
ten treden omdat zij bij de stembus klaren wijn
wilden geschonken zien, een preciese lens
eischten en aan de candidaten bepaalde, con
crete vragen wilden stellen betreffende hun
opinie omtrent algemeen kiesrecht.
De heer Snijders behandelde vervolgens 1
van het hervormingsprogramma der Liberale
Unie voor wat betreft de kiesrechtkwestie, om
aan te toonen dat daarover het zoogenaamde
misverstand in de wereld gekomen is.
De vrijzinnig democraten zijn innig overtuigd
dat de bepalingen omtrent het kiesrecht drin
gend herziening eischen en in het Liberale Unie-
program wordt hetzelfde neergeschreven. Was
het dan een misverstand aan eiken candidaat
te vragen zijt gij het met ons eens dat grond
wetsherziening noodig is om mogelijk te maken
algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen
Dit wat het verledene betreft
En wanneer wij in de toekomst zien
Indienmen samenwerking wil van de
zijde der Liberale Unie, dan zal men een vast
accoord moeten treffen, en de vrij zinnig-demo
craten zien met groote belangstelling uit naar
de beslissing der Unie.
In elk geval zal er kleur moeten bekend
worden, zal er klare wijn moeten geschonken
worden; doet men dit niet, dan zal men alleen
onder de leus «tegen het clericalisme" kunnen
optreden en alle liberalen weer -onder éen
hoed zien te vangen, maar daaraan doen de
vrijzinnig-democraten niet mee
De heer Snijders herinnerde aan de samen
werking in vroeger jaren tusschen Middelburg
en Vlissingen en wees de kiezers in laatstge-
melde plaats erop dat die samenwerking weer
mogelijk is wanneer men elkander klaren wjjn
schenkt en wanneer ook de Vlissingsche kies-
vereeniging flinkweg in democratischen zin
vooruit wil. Wil de liberale partij iets betee-
kenen, dan moet er ronduit worden gesproken.
Wanneer men werkelijk sociale hervormingen
wenscht, dan moet men ook voorstander
zijn van algemeen kiesrecht, want anders komen
er misschien wel hervormingen zonder dat zjj
er aan medewerken in wier belang ze worden
ondernomen.
Wil men algemeen kiesrecht voor mannen,
dan gelden dezelfde redenen, die daarvoor,
worden aangevoerd, ook voor de vrouwen.
Intusschen laat het voorstel tot grondwets
herziening van de vrijzinnig-democraten, dat
algemeen kiesrecht voor mannen in de grond
wet opneemt, de gelegenheid open om bij de
gewone kieswet geleidelijk een kiesrecht voor
vrouwen in te voeren.
Dit nog nader uiteenzettende, wees de heer
Snijders er op dat, wanneer de anti-revolution
nairen er in mochten slagen het huismans
kiesrecht in te voeren, zij ook niet zullen
kunnen nalaten, zjj 't ook beperkt, vrouwen
kiesrecht toe te laten.
De spreker hoopte dat de thans gevoerde
besprekingen de leden der kiesvereeniging
Algemeen Belang zullen leiden tot een krachtig
partij trekken voor grondwetsherziening ter
verkrijging van algemeen kiesrecht.
Verder uitte hjj den wensch dat de Liberale
Unie niet te langzaam werken zal en spoedig
hare beslissing omtrent het kiesrechtvraagstuk
zal kunnen nemen.
De heer Roodhuijzen, die den heer Snijders
beantwoordde, zette in den breede uiteen wat
het artikel in het program der Unie bedoeltnl.
grondwetsherziening opdat het kiesrecht voor
mannen en vrouwen mogelijk worde.
Het is geen gelukkig artikel, want er is heel
wat anders ingelezen dan erin staat.
Er zijn er die afgestooten zijn door het alge
meen kiesrecht voor den man en anderen, die dit
wel begeerden, hadden bezwaar het aan de
vrouw toegekend te zien.
Een concrete leus bij de stembus is goed,
maar jmen moet daarmede niet onvoorbereid
komen.
De heer Roodhujjzen ging verder na hoe ook
in de Liberale Unie een verkeerde taktiek is
gevoerd en het Unie-bestuur indertjjd de con
sequentie van hetgeen in het programma was
neergeschreven niet heeft aangedurfd.
De spreker meende dat samenwerking tus
schen vrijzinnig-democraten zeer goed mogeljjk
is, mits de laatsten hun eisch niet hooger
stellen dan een grondwetswijziging die alge
meen kiesrecht voor mannen en vrouwen
mogelijk maakt, een zgn. blanco artikel.
De heer Roodhujjzen kwam verder op tegen
de bewering dat de Unie de zaak van het
kiesrecht langzaam behandelt. Hjj zette uiteen
dat de Liberale Unie drie leden heeft benoemd,
de heeren Rink, De Kanter en Lely, en die
commissie met haar werk is aangevangen, doch
dat, doordien de heer Lely na acht weken wer-
kens naar Suriname werd geroepen, het uit
brengen van het rapport iets later is'geschied
dan was gehoopt. Bovendien moeten eerst de
rapporten inkomen van de kiesvereenigingen,
wat ook veel tijd vordert, vóór het hoofdbe-
bestuur zjjn oordeel kan vestigen en de alge-
meene vergadering bijeenroepen, aan wie de
beslissing is.
De heer Snjjders vroeg nu nog een oogenblik
het woord om te constateeren dat in 1901 zeer
veel vrjjzinnig-democraten waren voor een
blanco artikel en dat die er nog zjjn. Volgens
hem ware overeenstemming toen zeer goed
mogelijk geweest.
Hij toonde verder nog aan dat men bjj een
zoo ernstig vraagstuk als dat betreffende het
kiesrecht de urgentie op den voorgrond moot
stellen en meende te mogen constateeren dat
in hetgeen de heer Roodhujjzen thans wil, een
rechtvaardiging ligt van de handelwjjze der
vrijzinnig-democraten in 1901.
De heer Roodhujjzen stelde daarna nog in
het licht dat de vrij zinnig democraten en de
liberalen het in menig opzicht eens zjjn, maar
dat de eisch van vrouwenkierecht groote ver-
wjjdering brengt. Hjj wees er op dat landen,
waar reeds lang het algemeen kiesrecht bestaat,
bjjv. Frankrijk, zelfs niet denken aan vrouwen
kiesrecht.
Er op wijzende dat, wanneer de liberalen in!
van de
van
Tegen Donderdagavond was door het bestuur
der Vrijzinnige kiesvereeniging Algemeen Belang
te Vlissingen eene openbare algemeene
vergadering uitgeschreven, in de zaal van den
heer Stofkoper, waarop de heer A. Roodhujjzen
van Enkhuizen, de secretaris van de Liberale
Unie, al» spreker zou optreden met het onder
werp Onze •politieke toestand.
De voorzitter, de heer J. G. van~Niftrik,
begon met te zeggen dat herhaaldeljjk de
wenschelijkheid was uitgesproken dat te Vlis
singen eens een spreker zou optreden om de
beginselen der partjj uiteen te zetten]
Hij achtte zich nu gelukkig dat de heer
Roodhujjzen zich bereid had verklaard dat
heden te doen.
Hij gaf' daarop den spreker van don avond
het woord.
Deze begon met do vraag te stellenIn
welken politieken toestand verkeoreruwij op het
oogenblik
Wij leven onder een christeljjk ministerie.
Dr Kuyper heeft de twee heterogene bestand-
deelen, antirevolutionnairen en katholieken,
weten bijeen te brengen.
Vóór verder te gaan, sloeg spreker een terug
blik en herinnerde hij aan het ministerie-
Pierson-Borgesius, het ministerie van sociale
hervormingen.
Hjj zette uiteen hoe dat ministerie tot stand
kwam en hoe in 1901 de levensdraad werd
afgesneden. Het hervormingswerk ging te hard
naar den zin van velen.
De sociale politiek is er eene van de por-
temonnaie, en toen de ongevallenwet op het
tapjjt kwam, waren er tal van tegenstanders.
Naast de ongevallenwet kwam de leerplicht
en daartegen opponneerde niet alleen do porte-
monnaie maar het christeljjk idee.
Het ministerie viel.
Hoe men nu nog kan volhouden, wat toen
werd beweerd, dat men door den leerplicht
ingrijpt in de vaderlijke macht, is spreker een
raadsel.
De leerplichtwet is gehandhaafd onder het
christeljjk ministerie; dat bewjjst dat die niet
indruischt tegen den godsdienst.
De wet, jaren te laat gekomen, is een der
liefste zaken der liberalen, en dat heeft het
antirevolutionnaire verzet geprikkeld.
Dat dit verzet niet ernstig gemeend was
spreker herhaalde het, blijkt hieruit dat onder
het christeljjk ministerie die leerplichtwet is
bljjven bestaan.
Het christeljjk ministerie wordt geacht te
rusten op een gemeenschappeljjken ''wortel des
geloofs, maar dat van dien wortel niet dezelfde
vruchten worden gelezen, trachtte spreker aan
te toonen door te wijzen op de discussies over
de weder-invoering der doodstraf en hetgeen
daaromtrent tusschen anti-revolutionnairen en
katholieken is in het midden gebracht.
Verder wees hjj op de voorwaardeljjke ver
oordeeling, door een katholiek minister gewild,
die reeds door Christus werd in toepassing
gebracht, en thans Idoor de leiderssder anti-
revolutionnairen ten sterkste bestreden wordt.
Spreker stelde verder nog in het licht hoe
bjj benoemingen niet alleen op bekwaamheid
wordt gelet, maar vooral op de godsdienstige
richting, waardoor huichelarij wordt in de hand
gewerkt en karakterloosheid bevorderd.
Waar dr Kuyper de machtigste man in het
kabinet is, zou op sociaal gebied veel van hem
mogen worden verwacht want üjj is van huis
uit demoeraat. Maar die verwachting is be
schaamd.
Het ministerie is aan het werk geweest en
de heeren erkennen''zelf dat er nog niet veel
Naar het Engelsch.
In den regel gaat het bekend worden eener
verloving met groote verrassingen gepaard;
men kan nooit recht begrjjpen waarom juist
Hans zijn Grete of Max zjjn Lina huwen moet.
Bij miss Clara Bruce scheen het inderdaad,
alsof de liefde met het gezond veretand aan
den haal was gegaan. Deze dame had den
leeftijd van zes en twintig jaren. Met een
bekoorljjk uiterlijk begunstigd, lag een schit
terende toekomst voor haar, want niet alleen
was ze 'cum laude tot doctor in de medicjjnen
gepromoveerd, maar ook had ze vergunning
verkregen tot practiseeren in 't Duitsehe rjjk.
Haar tante Marie was met de verloving dan
ook al zeer weinig ingenomen. Onder tranen
zei ze: «Je hadt zeker wat beters kunnen doen
dan je met dien Galbuttert in Berlijn te ver
loven en daarmee alle schitterende vooruit
zichten den bodem in te slaan."
«Ja, mjjzelf komt het ook wonderljjk
voor, lieve tante,' antwoordde de dokter
blozende. »Nog voor een half jaar was mijn
beroep mijn een en alles in de wereld en
kende ik geen ander verlangen. Recht en
is gedaan. Het sociale werk is stop gezet.
Spreker herinnerde aan de speetwet, waar
door een groote stap is achteruitgezet.
Hjj wees er op dat daarvoor stemden man
nen als een Talma, een uiterst democratisch
mensch waaruit blijkt dat ieder die in de
coalitie zit muurvast gebonden is aan de partjj.
Het ministerie is verloopen in de conserva
tieve richting en niet meer in staat iets te
doen op het gebied der sociale hervorming.
Bjj den stembusstrijd in 1901 zjjn valsche
leuzen gebezigd door de antirevolutionnairen
en katholieken; er zjjn beloften gedaan die
niet zjjn gehouden.
Arbeiderspensioenen zjjn voorgespiegeld en
dr Kuijper wist daarvoor het benoodigde geld
wel te vinden, iets wat den liberalen niet
mogeljjk was.
In 1897 werd verhooging van graanrechten
op den" voorgrond gesteld, doch in 1901 werden
die achteruit geschoven.
Thans wordt niet meer gepraat van arbeiders
pensioenen; en waar nu weldra een nieuw
tarief van invoerrechten is te verwachten, dat
9 millioen 'sjaars zal opbrengen, wordt dat
bedrag niet bestemd voor zulke pensioenen,
maar wel om het tekort te dekken op de
staatsbegrooting.
De ehristeljjke onderwjjzers hebben gehoopt
dat het optreden van het christelijk kabinet
hun ten goede zou komen, maar zjj zjjn van
een koude kermis thuis gekomen.
Ze worden verlakt met heele mooie woorden,
maar verlakt worden zijwat spreker door een
enkel voorbeeld duidelijk maakte.
Yalsche leuzen, onvervulde beloften, stop
zetten van sociale hervormingen, ziedaar de
karakteristiek van het tegenwoordig ministerie.
Het is kunst en vliegwerk de democratische
anti-revolutionnairen zoet te houden, want zjj
worden door dr Kuyper teleurgesteld en van
daag of morgen kan de dag komen, dat zjj het
juk afschudden en de coalitie wordt ontbonden.
Dit wat rechts betreft; maar wat heeft de
linkerzijde daar tegenover te stellen?
De vrjjzinnig-democraten en liberalen, die
alleen dooor een misverstand van elkander zjjn
gescheiden, moeten meewerken tot het ver-
krjjgen van vrijheid op economisch gebied.
Om daartoe te komen, zal veel overleg moeten
worden gepleegd.
Bjj de sociale hervormingen kan ieder bond
genoot zjjn, die ernstig wil medewerken om ze
te bekomen.
Er is echter links verdeeldheid tusschen hen
die snel vooruit willen en zjj die minder hard
willen voortgaan.
De vooruitstrevenden werden gecritiseerd
door de sociaal-democraten, die hun vooruit
gang. te gering, hun middelen eenvoudig lap
middelen noemden.
Geven dezen zich echter wel rekenschap van
het dwaze werk dat zjj verrichten Zjj remmen
doordat zjj tal van menschen, die billjjkheid
willen betrachten, huiverig maken om met de
lieden van den vooruitgang meê te gaan.
Spreker wees daarbjj op het onverkwikkeljjk
tafereel, dat de strjjd tusschen Petter en Oude-
goest te aanschouwen geeft, en toonde verder
aan hoe de socialistische partjj lijdt aan een-
zjjdigheii en hoe menigeen der verdiensteljjkste
leden wordt op zjj de gezet.
Is men in liberale kringen wel overtuigd
dat men öf vooruit öf heen moet gaan
Zjj die niet overtuigd zjjn dat de sociale
hervorming dient ter hand genomen, zjjn niet
de echte, werkelijke liberalen.
Hierna kwam spreker tot de kiesrechtkwestie.
Vooropstellende dat hjj hier zjjn persoon-
ljjke meening uitsprak, en niet als secre
taris der Liberale Unie, zei spreker dat hjj
steeds een groot voorstander is geweest van
algemeen kiesrecht. Niet omdat hjj dit het
geneesmiddel acht voor alle kwalen, maar uit
een oogpunt van billjjkheid, dat vordert dat
ieder nuttig lid der maatschappij recht heeft
van medespreken in het staatsbelang. Zoolang
de grondwet niet is gewjjzigd, kan de kies
rechtkwestie niet voldoende worden opgelost,
want de grondwet eischt kenteekenen van ge
schiktheid en welstand.
Hoe wenschelijk ware het dat alle liberalen
daarvan waren overtuigd.
Naar spreker meent, moet eerst het algemeen
kiesrecht voor mannen worden verkregen dan
kan geleideljjk verder worden gegaan.
Maar is het nu met eenige plausibele taktiek
overeen te brengen dat de vrjjzinnig-demo
craten thans ook het kiesrecht voor de vrou-
licht lag de toekomst voor mjj en nu
»Ja, ja," viel tante in de rede, «een
meisje, dat niets beteekent, dat kan trouwen
gaan, om bjj een man de huishouding te voeren
en de knoopen aan zjjn jas te naaien. Maar
jij, Clara, jij bent voor iets hoogers en edelers
weggelegd."
«Voor iets hoogers, tante Marie vroeg
Clara. «Voor iets edelers? Daar vergist ge
u toch, tantetje, er is niets hoogers en edelers
dan de trouwe gade van een flinken man te zijn."
«Onzinmeende tante Marie. «Zoo
spreekt iedere gans, wier oogen door den glaB
zenden verlovingsring zjjn verblind. Maar mijn
beroemde nicht, neen, je stelt me bitter te
leur."
«Wees maar niet bang, tantetje, dat ik
mijn beroep er om zou veronachtzamen. Henry
heeft buiten zjjn wetenschap niets in de wereld
en ons huwelijk zal nog wel meer dan een jaar
op zich laten wachten. Daarom heb ik de
betrekking van arts in het armenasyl te Hohen-
berg aangenomen, en ik zal mjjn werk doen
als ware ik niet verloofd."
«Dat geloof ik niet",, klonk het droog.
«In mjjn jeugd kreeg ik veel geld in handen
en aan den klank kon ik hooren, of de daalder
valsch of echt was. Nu heb ik in mjjn lang
leven een groote hoeveelheid menschenkennis
opgedaan en ik zeg je dit ééne, lieve Clara
je Henry Galbuttert is een onedel metaal."
Clare verbleekte en antwoordde kortaf«Mis
schien. Goeden avond, lieve Tante."
Hohenberg was een klein fabrieksstadje, het
armenasyl was zjjn grootste merkwaardigheid.
De vestiging van dokter Clare Bruce wekte
groot opzien. Een mooie, jonge vrouw, die
recepten voorschreef, was iets nieuws en vol
strekt niet iets onaangenaams; en zoodra men
er zich van had overtuigd, dat ze haar vak
verstond en vriendeljjk met haar patiënten
omging, begon men het grootste vertrouwen in
haar te stellen.
Dit deden ook de arme lieden uit het asyl
ternauwernood konden ze den tjjd afwachten,
dat dokter Clare hen kwam bezoeken. Op een
goeden dag wilde zjj juist vertrekken, toen de
moeder der inrichting haar verzocht even te
willen binnengaan bjj een nieuwe verpleegde,
een oud moedertje, dat al half blind was en
zwaar door asthma werd geplaagd. «Op aan
vraag van domine Muller te Berljjn hebben
wjj haar hier opgenomen."
Met kussens gesteund, zat het oudje in den
leunstoel. Ze begroette dr Clare met de
woorden «Ik ben een arme, oude vrouw, lieve
dokter, en weet heel goed, dat ik o, zooveel
last bezorg. Maar niet altjjd neemt de goede
God tot zich, die tot hem willen gaan."
«Hoe heet u?" vroeg Clare.
«Louise Galbuttert, dokter."
«Galbuttert? Dat is zeker een buitenge
wone naam", antwoordde Clare, haar aandoe
ning nauweljjks meester.
«Wij zijn uit Oost-Pruisen afkomstig",
antwoordde het oude moedertje, zoodra ze een
hevigen hoestaanval te boven was. »Er zjjn er
niet veel van onzen naam. Ik heb alleen een
zoon, die advocaat iselke moeder zou trotsch
op hem zjjn."
«Een zoon, die advocaat is riep de
dokter uit. »En u is hier in 't armenhuis
«Dat is zjjn schuld niet", zocht de oude
vrouw haar zoon te verdedigen. «Mjjn zoon zal
een heel fijne, voorname dame huwen en dan
kan men toch niet van hem vergen, dat hjj
een zoo oude, hulpelooze vrouw als ik ben,
voor zjjn rekening zal nemen. Ik moet hem
schrjjven, hoe het mjj gaat, en als het erger
werd, zou hjj mjj komen bezoeken. Zoo lang
ik kon, heb ik mantels genaaid en fatsoenljjk
in mjjn onderhoud voorzienik kon echter
niets oversparen en Henry kon me ook niet
helpen, omdat hjj wil trouwen en trouwen kost
veel geld."
«Uw zoon heet Henry Galbuttert, niet
waar?" klonk het heesch van Clare Bruce's
lippen. »En ziet hjj er misschien zoo uit?"
ging ze voort, een photographie uit den zak
halende.
«Ja, dat is hjj", riep de oude vrouw ver
rast uit. «Kent u hem misschien?"
«Maar heel oppervlakkig", antwoordde de
jonge dame, terwijl ze het portret weer in den
zak stak. «En nu zal ik u een drank geven,
die u het ademhalen minder hnoeiljjk zal
maken."
«Kent u misschien zjjn verloofde ook
vroeg het oudje vol vuur.
»Ja", klonk het, «ik heb haar eenmaal
gezien".
«Misschien is u dan zoo vriendeljjk",
smeekte het moedertje, «haar van mjj te groeten
en te zeggen, dat ik haar zoo graag één keer
zou willen zien. Ze hoeft niet bang te zjjn dat
ik haar lastig zal worden, want ik wil mjjn
leven hier graag eindigen. En zou u dan mjjn
zoon wel willen schrjjven, hoe het met mjj
gaatik zelf kan het niet goed meer en ik
ben toch zjjn moeder bjj slot van rekening, en
hjj is mjjn zoon toch."
«Dat wil ik graag voor u doen", en dokter
Clare verwjjderde zich. Haar gang was vast
als te voren.
Toen den volgenden dag tante Marie in haar
keuken bezig was pannekoeken te bakken,
was ze niet weinig verrast haar nicht plotse
ling haar heiligdom te zien binnentreden.
«Ik kom bjj u, lieve tante", begon Clare,
«om u te zeggen, dat gjj goed hebt gezien.
Het metaal was onedel
«Wat?" riep tante Marie uit, die voor
haar pannekoeken alle opmerkzaam heid had