Zaterdag
23 Januari.
Uit Stad en Provincie.
N°. 19.
147e Jaargang.
1901.
Middelburg 22 Januari
A rbeidsbescherming.
De toekomst der vrijzinnige
richting.
benoemingen/ enz.
008t'Indië.
It
fuli, 19
oor niet
erklaard-
- geding
idag be-
lgingen,
bekende
igen ten
thank te
evenwel
lijk ver
door
i klacht
Hof te
de aan-
grond
houden
aak ge
klaagde
voor de
Rechts-
'ddelburg
EN1,
St. Pie-
10 v.
Pred.
lerk.
1rz. 10 u.
oven.
I Vereeni-
Van Soc.
u.
aidt auf
I Concert-
L eelgezel-
is hof 8 u.
M. J.
Welschap.
8 u.
I. W.V.
8 u.
fan der
pks.
u.
[is Lam-
en ge-
arlemscli
aeester,
23 Febr
Zangv.
Jfsp.
l«<wZ 7
Is Nuts-
1 of 8 u.
klasse;
klasse,
bht.
4.20
4.55
5.33
6.22
7.18
8.25
8.54
lappere
r in den
Jzin van
Ivoedsel
lie Oos-
|ng met
J zonder
Ivvader-
temeen.
|ken en
zamen
pen ge
goede
hikken,
r ofhet
i Euro-
vraag-
oen bij
Inemen,
)oster-
bouden
Jwijfeld
ik in
lilitaire
tenover
(nclusie
vorden
laarvan
lychiek
ad met
ander
jolgend
MIIMEEIWRGSEHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2-
Afzonderljjke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
22 Jan. 8 u. vm. 36 gr., 12 u. 36 gr., av. 4 u. 36 gr. F. Verwacht: zwakke wind,
licht bewolkte lucht, nevelig, geringe toename in temperatuur.
Advertentiëu21 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 10 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen A<1 vertelt tic-Bureau
A. DE LA MAR Az., N.Z. Voorburgwal 260, Amsterdam.
ilburg.
De troonreden van ons christelijk ministerie
hebben dan eindelijk opgehouden uitsluitend
toekomstmuziek te zijneen harer toezeggin
gen is thans, na twee en een halfjarigen arbeid,
door de regeering verwezenlijktDr Kuyper
heeft zijn ontwerp-Arbeidswet bij de Tweede
Kamer ingediend. Op dit punt behoeft dus
gelukkig niet meer gesproken te worden van
«beloften maar geen daden", «voornemens maar
geen uitvoering" of van «programma's die ei
genlijk op acht jaren berekend waren" en
waarvan men, voor het betrekken van het re-
geeringskasteel niet geweten had, dat hun
tenuitvoerlegging «zoo moeilijk" was
Aldus heeft het eerste groote wetsontwerp
de Kamer bereiktwant wij kunnen natuurlijk
niet rekening houden met de diverse voor
ontwerpen, die reeds voorloopig in elkaar ge
timmerd en waarop de Kamers van Arbeid en
andere om raad verzochte colleges losgelaten
zjjn. De weg van voor-ontwerp via Raad van
State die volgens De Standaard de wets-
voordrachten te zeer ophoudtnaar defini
tief ontwerp, is zóó lang, dat met het bestaan
dezer proefstukken, vooreerst nog niet gere
kend behoeft te worden.
Maar de Arbeidswet ligt nu eindelijk op het
Binnenhofzjj ligt er met haar 444 artikelen
en haar meer dan 100 bladzijden toelichting
en bijlagen. De minister, wien ingenomenheid
met eigen daden nu niet zoo héél vreemd is,
had hier gevoegelijk van een «wetboek van
den arbeid" kunnen spreken. Eigenlijk ver
wondert 't ons, dat hij dit niet deed: het
Wetboek van strafrecht overtreft zijn Arbeids
wet slechts niet een dertigtal artikelen, en het
Wetboet van strafvordering met zijn 419 arti
kelen wordt zelfs glansrijk verslagen
Overigens zullen wij niet onderzoeken, of bij
de splitsing der artikelen niet ietwat overdre
ven is te werk gegaan want deze vormkwestie
wijkt^ ten slotte geheel voor het gewicht van
den inhoud van dit wetsontwerp, een inhoud
die even belangrijk is als in menig opzicht
prijseljjk.
Het is voornamelijk de algemeene strekking,
de bescherming van den arbeider, waarover wij
ditmaal een enkel woord willen spreken.
Het is een merkwaardig woord, waarmede
de memorie van toelichting aanvangt«Daar
over dat het arbeidsvermogen in den boezem
der natie, zonder bescherming van overheids
wege aan zichzelven overgelaten, schade lijdt,
bestaat thans weinig verschil van gevoelen.
Al moge het tot op zekere hoogte mogelijk
zijn, dat volwassen mannelijke arbeiders in nor'
male omstandigheden door vakvereenigingen
behoorlijk hun belangen behartigen kunnen
voor vrouwen en kinderen, voor mannen ook
in gevaarlijke bedrijven, is deze mogelijkheid
niet aanwezigte hunner bescherming en be
veiliging behoort de overheid haar schild op
te heffen."
Bovengeschreven woorden mogen, zeiden wij
merkwaardig heeten. Niet, omdat zij onjuist
zouden zijn of gewaagdneen, juist omdat zij
de werkelijkheid weergeven, juist omdat thans
weinig tegenspraak ondervindt wat nog geen
generatie geleden onverschilligheid wekte hier
heftige tegenwerking ginds. Het is nog zoo
lang niet geleden, dat kerkelijke partijen zich
om sociale wetgeving niet bekommerden, en
evenmin, dat men de leden der voormalige
liberale partij kon hooren verkondigen, dat de
overheid niet in moest grijpen in het «natuur
ljjk" verloop van het economisch leven.
Vooral dit laatste, het echt liberale dogma
dat de staat geen goed kan doen en niet «in
grijpen" moet, heeft in betrekkelijk korten tijd
heel wat om niet te zeggen alle levens
kracht verloren. En toch heeft dit leerstuk
zulk een groote rol gespeeld in de geschiedenis
van alle Westersche landen.
Van het liberalisme toch behoort men zorg
vuldig twee bestanddeelen te onderscheiden
het bestanddeel der vrijzinnigheid en het be
standdeel der staatsonthouding.
Vrijzinnigheid, de opvatting dat het belang
der gemeenschap het best gediend wordt door
verwezenlijking van politieke vrijheid vrijheid
van drukpers, van vereeniging en vergadering,
van godsdienst, van onderwijs, door een zoo
ruim mogelijke uitbreiding ook van het kies
recht.
Deze beste traditiën van het liberalisme zijn
en blijven bij de vrijzinnigen in eere be-
hooren het althans te blijven.
Maar het tweede bestanddeel van het libe
ralisme, de staatsonthouding, het niet-ingrijpen
door de overheid in de maatschappelijke ver
.houdingen, dit heeft in de praktjjk zóó zeer
geleid tot een onderdrukking van den zwakke
ten bate van de sterkerenhet is zóózeer
een sociale mislukking geweest, dat onder de
liberalen nog slechts de zeer conservatieve
elementen, en ook deze weifelend en vol
inconsequentie, aan het oude heilige leerstuk
der staatsonthouding vasthouden.
Men versta ons welaan dit oude en, zoo
niet in naam, dan toch inderdaad alreeds over
leden liberalisme wenschen wij geen slechte
bedoelingen toe te dichtenhet liberalisme
begeerde niet dat de maatschappelijk zwakken
verdrukt zouden wordenneen, het was van
meening, dat, liet slechts de overheid de maat
schappelijke krachten aan zich zelve over, er
vanzelf voor alle burgers het beste uit voor
kwam.
Maar was de liberale bedoeling ook nóg zoo
goed, het liberale middel, de staatsonthouding
is verkeerd gebleken. Want als speciaal op het
terrein van den arbeid de overheid niet be
schermend en dwingend tusschenbeide treedt
de 19e eeuw heeft het maar al te zeer ge
leerd wordt de gezondheid der arbeiders
vroegtijdig gesloopt, wordt van jeugdige kin
deren zware arbeid gevorderd, wordt het
huisgezin uiteengeschenrd, kortom er treden
misstanden in het leven, die, voor de betrok
kenen diep treurig, voor de heele maatschappij
in hun gevolgen noodlottig zijn.
Vrijzinnigheid, een schoon en levenskrachtig
beginsel, liberalisme, staatsonthouding een
uitgediend, afgeleefd leerstuk.
Maar, vraagt men misschien, zijn niet velen,
zich noemend liberalen, van staatsbemoeiing
in meerdere of mindere mate voorstander ge
worden? Zeker, dat zijn gelukkig vele «libe
ralen" maar even zeker is dan ook, dat zij
zich noemen mét een naam, die hun denk
beelden niet meer weergeeft.
Hoe dit zij, een feit is het nu gelukkig, dat
het optreden der overheid tot bescherming van
de maatschappelijk zwakken thans maar bij
zeer weinigen principieel verzet ontmoeten
van deze overeenstemming is de hier bespro
ken wet de gunstige uiting. V. D.
Woensdag trad in eene openbare vergadering
van de Vrijzinnig-Democratische Kiesvereeniging te
Rotterdam als spreker op de heer mr E. E
van Raalte, lid der Tweede kamer.
Hij sprak over Grondwetsherziening en de
toekomst der vrijzinnige richting.
Blijkens het verslag in het Hbld, begon
spreker met te constateeren dat wij op den
weg zijn naar Grondwetsherziening, die ons
een betere regeling van het kiesrecht brengen
moet. Reeds hebben zich verschillende feiten
voorgedaan die haar aankondigen en die even
goed beteekenis hebben als die, welke voor de
laatste wijzigingen in '48 en '87 werden waar
genomen. In 1845 had men het voorstel der
9 mannen onder Thorbecke, en 3 jaar later was
de herziening er reeds. In 1879 verklaarde
Kappeyne zich bereid het demissionaire kabinet
te reconstrueeren, indien hij bewilliging kreeg
tot Grondwetsherziening. Hoewel dit toen door
den Koning werd geweigerd, volgde toch al in
1883 de benoeming der Staatscommissie, en
vier jaar later was ook deze herziening er,
Wat den wénsch van thans betreft, er zjjn
drie feiten die er op wijzen dat het ook nu
daarheen gaat, als hoedanig spreker noemde
het door hem en de andere vrijzinnig-demo
craten ingediende voorstel van lebruari 1903
het rapport der commissie nit dLiberale Unie
van Juni 1903, en het voorstel Troelstra c.
van Augustus. De indiening door de vrijzinnig
democraten noemde spreker een schakel in de
reeks der gebeurtenissen, te voren aangevangen
als hoedanig verder genoemd werden de bekende
voorvallen met de kieswet Tak, de indiening
en aanneming der kieswet Van Houten, de
bestendig grooter. wordende oppositie tegen
die wet, de verkiezingen van '97 en 1901. In
laatstgenoemd jaar moest de draad weer opge
nomen worden. In 1897 was er reden tot
onthouding, omdat een oordeel over de wet
Van Houten niet gebaseerd kon zijn op de
practische werking.
Voor een oogenblik bleef er niet anders over
dan te berusten in de geleden nederlaag. Maar
een politieke partij kan niet afwachten in het
vertrouwen dat de vrucht van zelf wel zal
rijpen. Zij zou haar plicht verzaken, eigenlijk
zelfmoord begaan. Men moest dus in 1901
zich de vraag stellen of het mogelijk was een
redelijke regeling van het kiesrecht te krijgen
onder het bestaande art. 80, dan wel of aan
gestuurd moest worden op grondwetsherziening,
Dit laatste geschiedde omdat bij de behande
ling der wet-Tak zoovelen voorstanders waren
gebleken van een zoo uitgebreid mogelijk
kiesrecht, maar meenden dat een pogen in die
richting met de grondwet zou strijden.
Het bestuur der Liberale Unie kwam dan ook
tot de slotsom dat afdoende verbetering niet
anders dan door Grondwetsherziening was te
krijgen, en de algemeene vergadering sprak dan
ook uit dat dit in 1901 de leuze zou zijn. De
leden waren zelfs zoo heet gebakerd dat het
bestuur destijds de hervormingswoede moest
temperen. Ten slotte deinsde de meer
derheid toch terug, om zich te laten leiden
door redenen van opportuniteitmen wilde het
kabinet Pierson-Borgesins continueeren. Hier
aan is 't duurzaam welzijn der vrijzinnige
ichting ten offer gebracht. De minderheid
wilde zich echter niet meer naar de meerder
heid schikken en de vrijzinnig-democratische
roep werd geboren, die bleef ijveren voor
Grondwetsherziening. De indiening van een
voorstel hunnerzijds past aan hun antecedenten.
Spreker gaf daarop een overzicht van den
inhoud en het voorstel dat vier wijzigingen
beoogt, bij alle waarvan hij kortelijk stilstond,
daarbij tegelijkertijd meer in bijzonderheden
aantoonende de gebreken die aan het bestaande
kiesrecht en aan attributief kiesrecht in het
algemeen kleven. Nu moet men niet zeggen
dat de voorstanders van het algemeen kies
recht het allemanskiesrecht willen, want dan
maakt men van hun wensch een caricatnnr,
evenmin dient het algemeen kiesrecht zich aan
als panacee tegen alle mogelijke kwalen, maar
het voldoet aan een eisch van rechtvaardigheid,
rekening houdend met het peil'van ontwikke
ling der Nederlandersmen verkrijgt er een
vertegenwoordiging door van het volk in al
zijn elementen. Het verhoogt het vertrouwen
in de zedelijke kracht der wet en werkt daar
door den socialen vrede in de hand. De spr.
bestreed de vrees dat men aan de minstbe
zitters daardoor het overwicht zou bezorgen en
verklaarde daarop waarom de vrijzinnig-demo
craten er de voorkeur aan gegeven hebben het
algemeen kiesrecht in de Grondwet zelve neer
te schrijven boven het zoogenaamd blanco
artikel.
Verder verdedigde hij de gemaakte uitslui
tingen, om daarna nog met een enkel woord
de andere wijzigingen aan te stippen.
Overgaande tot de vraag wat de vooruit
zichten voor grondwetsherziening waren, gaf
hij als zijn meening te kennen dsCfc de kans op
aanneming van het voorstel der vrijzinnig
democraten niet groot is, maar de kans is toch
niet uitgesloten dat er practische gevolgen uit
voortvloeien.
Wij leven nu onder een Regeoring, die zich
noemt de christelijke regeering bij uitnemend
heid, steun vindende bij hen die zich de ver
tegenwoordigers van het christelijk beginsel
noemen. Aanvankelijk kon men waarnemen
dat de vrijzinnigen met zekere berusting het
optreden van dit kabinet hebben aangezien
waarbij nog velen van oordeel waren dat het
kabinet Pierson-Borgesius vooral ten aanzien
der ongevallenverzekering wat te hard van
stal was geloopen. Men zei zich ook dat de
drie partjjen elkander wel in bedwang zouden
honden, en van een nieuwen koers niet veel
te zien zou komen. Dan kwamen nog als
politiek fortuintje de bekende gebeurtenis
sen van het voorjaar.
Met betrekking tot het laatste begint men
echter thans wat objectiever te oordeelen en
tegelijk ook wat kalmer. Er begint overigens
een grooter besef te ontwaken voor den poli-
tieken toestand, daarbij in' de eerste plaats
bemerkende dat de coalitie bijeenblijft. Dui
delijker blijkt dat de regeermacht inderdaad
een macht is, een macht die invloed oefent
op denkbeelden en wetgeving. Men begint
bedenkelijk het hoofd te schudden over het
agiteerend en geagiteerd optreden van onzen
premier. Maar vooral komt men tot het be.
sef der systematische pogingen om de vrijzin
nige gedachte te ondermijnen. Hetzelfde komt
ook aan het licht ten aanzien van het stoff'e
lijke. De vrjjzinnige handelspolitiek, waaraan
Nederland zijn bloei dankt, zal binnen enkele
weken worden aangetast. Dan nog is er de
toeleg de vrijzinnigen dood te drukken tus-
schen kerkelijken en sociaal-democraten. Onder
die omstandigheden ontwaakt het besef dat
het wenschelijk is, dat de aanhangers der
vrijzinnige richting, die elkander na staan
tot nauwere samenwerking komen.
Tot slot zijner rede hield de heer Van
Raalte voor die samenwerking, vooral wat
betreft de volgelingen der Liberale Unie.
een warm pleidooi met Grondswetsherziening
als grondslag, omdat beter kiesrecht op zijn beurt
weer noodig is voor de democratische ontwik
keling van ons staatsleven.
Indien met moed en beslistheid die weg
wordt ingeslagen, dan zal het Nederlandsche
volk zijn vertrouwen zeker weer aan de vrij
zinnige richting hergeven.
HET JUBILEUM VAN KONINGIN
EMMA.
Donderdagavond werd ten Hove het gala
diner gegeven ter eere van het jubileum van
H. M. de Koningin-Moederhet telde 80
couverts.
Koningin Emma zat aan tafel tusschen de Ko
ningin en Prins Hendrik. De koninklijke
militaire kapel bracht tijdens het diner ver
schillende nommeis ten gehoore, waaronder het
Waldeck-Pyrmontsche volkslied.
De Koningin wijdde een heildronk aan Hare
Moeder.
Zjj zeide het volgende
«Lieve Moeder,
Wij gevoelen Ons gedrongen als Uwe Kin
deren U van ganscher harte geluk te wenschen
met het heuglijke feest dat U viert.
Ik ben overtuigd dat Ik de tolk ben van
al de aanwezigen maar zeker niet minder
van Mijn geheele Volk waar Ik U toe-
wensch dat God TJ immer moge zegenen en U
voor Ons en voor het Vaderland lange jaren
spare.
Voor een kwart eeuw betrad U voor het
eerst het grondgebied van den Staat, waarin
Uw verder leven zoudt doorbrengen. Ik wil
hier niet in herinnering brengen het vele dat
U in dit tijdperk doorleefde, Wij weten
allen dat het 25 jaren van zegen waren voor
het Nederlandsche Volk Wij weten hoe U
steeds wist in dagen van vreugde U te ver-
bigden met de blijden en in dagen van smart
mede te lijden met de treurenden.
Het was toenmaals de hand van Mijn dier
baren Vader die U binnenleidde in Zijn land
en op dit oogenblik staat ons allen zeker Zijn.]
beeld voor den geest. Zijne nagedachtenis leeft
de eerste plaats in Mijn hart in dankbare
herinnering voort.
Ik stel U allen voor met Mij in te stemmen
in den heildronk op het geluk en het welzijn
van de Koningin-Moeder."
Aan de Koningin-Moeder werd aan haar
paleis in het Voorhout eene serenade met
muziek en fakkellicht gebracht. Koningin
Emma kwam op het balcon en werd door het
zingen van het Wilhelmus en een lang aange
houden hoerageroep gehuldigd.
De commissie voor de serenade trad daarop
het paleis binnen en bood de Jubilares een
hulde-adres aan.
Om kwart over negen kwamen de Koningin
en de Prins de grootsche betooging bijwonen
en stonden, toen de Koningin-Moeder de hulde
des volks in ontvangst nam, aan hare zijde.
De eerevoorzitter van de hulde-commissie,
de heer mr J. S. baron van Harinxma thoe
Slooten, burgemeester der residentie, hield een
toespraak, waarop de Koningin-Moeder met
eene door aandoening aangegrepen stem haar
dank betuigde.
De meeste bladen bevatten artikelen waarin
aan de Jubilares hulde wordt gebracht voor
wat zij in de verloopeu kwart eeuw voor
Nederland en zijne bewoners deed.
In tal van plaatsen hebben of hadden ter
gelegenheid van dezen gedenkwaardigen dag
feestelijkheden plaats.
Bij kon. besluit
is benoemd tot notaris binnen het arr.
Haarlem, ter standplaats Haarlemmermeer, C.
F. J. Heinsius, candidaat-notaris te Maarssen
is aan D. W. Stork, werkgever te Hengelo
(Overijssel), op verzoek, eervol ontslag verleend
als lid van den raad van toezicht, bedoeld bij
art. 18 der Ongevallenwet 1901, onder dank
betuiging en benoemd tot lid van dien raad
jhr Chr. F. van de Poll, werkgever te Haarlem
is aan J. P. S. Jonquiêre, ontv. der dir. bel.
enz. te Deventer, op verzoek, eervol ontslag
uit 's rijks dienst verleend.
in Zeeland uit aan de leden der Rijks-Com
missie desgevraagd al de inlichtingen en hulp
te verstrekken, welke zij voor de uitvoering
van hun opdracht behoeven.
Bij kon. besluit is, wij meldden het reeds in
een groot deel der oplaag van ons vorig noui-
mer, aan H. J. E. Gerlach van St Joosland, te
Aagtekerke, op verzoek, eervol ontslag
verleend als raad in het bestuur van den
polder Walcheren.
De anti-revolutionnairen zijn, naar men
ons meldt, vooral op het platteland, druk
bezig kiezers te werven tegen de algemeene
verkiezingen in 1905.
Men beijvert zich in 't hijzonder spaarbank
boekjes te doen nemen om tot dit doel te
geraken.
Hun ijver moge anderen prikkelen van hun
recht gebruik te maken om op de kiezerslijsten
te worden geplaatst en meerderen op te wekken
dit voorbeeld te volgen.
Men wachte zich echter om misbruik te
maken van bepalingen onzer heerlijke kieswet
die tot kunstmatige kiezersteelt gelegenheid
geven.
Met zulke middelen streve men liever niet
naar de overwinning
Ter gelegenheid van het jubileum van
H. M. de Koningin-Moeder wapperde hier
ter stede van de rijks- en gemeentegebou
wen en uit vele particuliere woningen de
vlag.
- De heer J. J. Duproix, predikant bij de
Waalsche gemeente te 's Hertogenbosch, heeft,
de toezegging van beroep naar dezelfde ge
meente te Middelburg aangenomen.
- Jonkvrouwe A. von Smidt auf Altenstadt,
die Woensdag in een openbare, voor ieder
toegankeljjke, bijeenkomst te Middelburg
optreedt met een lezing over Korea, zal ook
in Ons Huis, Wagenaarstraat, alhier als spreek
ster zich doen hooren.
Donderdagmiddag werd in de Dwars
straat alhier een meisje door een wagen,
die met eenige mudden erwten beladen was,
aangereden.
Het kind werd bewusteloos opgenomen,
doch bleek later geen letsel van ernstigen
aard bekomen te hebben.
Uit VlissmgeTn.
Donderdag werd aan de werf der konink
lijke maatschappij De Schelde aldaar de kiel
gelegd van de 2 torpedobooten, type Ophir,
aldaar in aanbouw voor rekening van het
departement van marine.
Aan dezelfde fabriek staat op stapel de
nieuwe drijvende stoomspuit voor do gemeente
Amsterdam zij zal den naam krijgen van Jason.
De administrateur der tinmijnen te Soen-
geislan, J. K. van der Meulen, is eervol ont
heven van de waarneming der betrekking van
administrateur te Koba en daarmede belast de
van binnenlandsch verlof terugkeerende admi
nistrateur A. H. F. W. Ockerse.
Blijkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië, van 21 Jan.
1904, wordt de gouvernements-koffie-oogst op
Java voor dit jaar geraamd op 81.000 pikols.
Ten vongen jare is bij kon. besluit eene
Rijks-Commissie ingesteld tot het opmaken
en uitgeven van een inventaris en eene be
schrijving van de Nederlandsche Monumenten
van Geschiedenis en Kunst. Teneinde de
uitvoering hunner taak te bevorderen, is het
wenschelijk, dat den leden dier commissie des-
verlangd toegang wordt verschaft tot zoodanige
gehouwen die om hun architectonische, artis
tieke of historische beteekenis op den door
de commissie samen te stellen inventaris wel
licht zullen moeten voorkomen.
Naar aanleiding van een schrijven van den
minister van binnenlandsche Zaken noodigt
de commissaris der Koningin de burgemeesters
Donderdagmiddag had, tor hoogte van den
molen, onder Koudekerke, doordat een
fietser uitgleed, een ongeval plaats dat huiten-
gewoon goed afliep. Het paard voor den veer-
wagen van de weduwe P. Moens te Bigge-
kerke, sprong van schrik over den weg en
kwam in de sloot terecht; de wagen sloeg om
de bestuurder, L. Verhage, viel op een tronk
en kreeg een gedeelte van den wagen op het lij f.
Wijl echter eenigo wagentjes volgden, waren
spoedig vele handen gereed om den bestuurder
uit zijn benarde positie te helpen, alsmede
het zwartje uit de sloot. De overige passa
giers kwamen met een scham en den schrik
vrijde wagen werd nog al beschadigd.
Te Domburg gaf Woensdagavond de
zangvereeniging Volharding leidt tot het doel in
het Schuttershof eene openbare uitvoering en
herdacht daarbij tevens haar tienjarig bestaan.
De directeur, tevens voorzitter, bracht enkele
feiten uit de geschiedenis der vereeniging in
herinnering. Na zijn toespraak nam een der
andere bestuursleden het woord, dankte den
directeur voor zijn goede leiding en overhan
digde hem uit naam der vereeniging een fraaie
gouden ketting. Een en ander had de aan
wezigen reeds in eene aangename stemming
gebracht, die nog toenam door de uitvoering
van enkele goed gekozen zang- en komedie
stukjes. Alle aanwezigen keerden dan ook
zeer voldaan huiswaarts.
Te Ierseke ontsnapte een postduif,
die door een roofvogel vervolgd werd, aan
haar gevaarlijken vijand door een schuilplaats
te zoeken aan boord van het vaartuig van
schipper J. van Oost. Zij was gemerkt O. V-
38.8702.
De Varkenshond Voorzorg aldaar is in 1903
geldelijk met 158.31 en in ledental met 6
vooruitgegaan. Het batig saldo steeg tot
623.18. Er werd ongeveer 260 uitgekeerd
als vergoeding voor 17 varkens.
Te Rilland-Bath is eene ijsclub op
gericht, waarvan het bestuur bestaat uit de
heeren J. IJ. C. Wabeke, voorzitter, P. A. van
Boven, vice-voorzitter, W. Griep, secretaris,
W. F. van Gorsel, penningmeester, en N. Nieuw-
dorp en C. J. Bergs, commissarissen.