Zaterdag 23 Januari. Uit Stad en Provincie. N°. 19. 147e Jaargang. 1901. Middelburg 22 Januari A rbeidsbescherming. De toekomst der vrijzinnige richting. benoemingen/ enz. 008t'Indië. It fuli, 19 oor niet erklaard- - geding idag be- lgingen, bekende igen ten thank te evenwel lijk ver door i klacht Hof te de aan- grond houden aak ge klaagde voor de Rechts- 'ddelburg EN1, St. Pie- 10 v. Pred. lerk. 1rz. 10 u. oven. I Vereeni- Van Soc. u. aidt auf I Concert- L eelgezel- is hof 8 u. M. J. Welschap. 8 u. I. W.V. 8 u. fan der pks. u. [is Lam- en ge- arlemscli aeester, 23 Febr Zangv. Jfsp. l«<wZ 7 Is Nuts- 1 of 8 u. klasse; klasse, bht. 4.20 4.55 5.33 6.22 7.18 8.25 8.54 lappere r in den Jzin van Ivoedsel lie Oos- |ng met J zonder Ivvader- temeen. |ken en zamen pen ge goede hikken, r ofhet i Euro- vraag- oen bij Inemen, )oster- bouden Jwijfeld ik in lilitaire tenover (nclusie vorden laarvan lychiek ad met ander jolgend MIIMEEIWRGSEHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2- Afzonderljjke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 22 Jan. 8 u. vm. 36 gr., 12 u. 36 gr., av. 4 u. 36 gr. F. Verwacht: zwakke wind, licht bewolkte lucht, nevelig, geringe toename in temperatuur. Advertentiëu21 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 10 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen A<1 vertelt tic-Bureau A. DE LA MAR Az., N.Z. Voorburgwal 260, Amsterdam. ilburg. De troonreden van ons christelijk ministerie hebben dan eindelijk opgehouden uitsluitend toekomstmuziek te zijneen harer toezeggin gen is thans, na twee en een halfjarigen arbeid, door de regeering verwezenlijktDr Kuyper heeft zijn ontwerp-Arbeidswet bij de Tweede Kamer ingediend. Op dit punt behoeft dus gelukkig niet meer gesproken te worden van «beloften maar geen daden", «voornemens maar geen uitvoering" of van «programma's die ei genlijk op acht jaren berekend waren" en waarvan men, voor het betrekken van het re- geeringskasteel niet geweten had, dat hun tenuitvoerlegging «zoo moeilijk" was Aldus heeft het eerste groote wetsontwerp de Kamer bereiktwant wij kunnen natuurlijk niet rekening houden met de diverse voor ontwerpen, die reeds voorloopig in elkaar ge timmerd en waarop de Kamers van Arbeid en andere om raad verzochte colleges losgelaten zjjn. De weg van voor-ontwerp via Raad van State die volgens De Standaard de wets- voordrachten te zeer ophoudtnaar defini tief ontwerp, is zóó lang, dat met het bestaan dezer proefstukken, vooreerst nog niet gere kend behoeft te worden. Maar de Arbeidswet ligt nu eindelijk op het Binnenhofzjj ligt er met haar 444 artikelen en haar meer dan 100 bladzijden toelichting en bijlagen. De minister, wien ingenomenheid met eigen daden nu niet zoo héél vreemd is, had hier gevoegelijk van een «wetboek van den arbeid" kunnen spreken. Eigenlijk ver wondert 't ons, dat hij dit niet deed: het Wetboek van strafrecht overtreft zijn Arbeids wet slechts niet een dertigtal artikelen, en het Wetboet van strafvordering met zijn 419 arti kelen wordt zelfs glansrijk verslagen Overigens zullen wij niet onderzoeken, of bij de splitsing der artikelen niet ietwat overdre ven is te werk gegaan want deze vormkwestie wijkt^ ten slotte geheel voor het gewicht van den inhoud van dit wetsontwerp, een inhoud die even belangrijk is als in menig opzicht prijseljjk. Het is voornamelijk de algemeene strekking, de bescherming van den arbeider, waarover wij ditmaal een enkel woord willen spreken. Het is een merkwaardig woord, waarmede de memorie van toelichting aanvangt«Daar over dat het arbeidsvermogen in den boezem der natie, zonder bescherming van overheids wege aan zichzelven overgelaten, schade lijdt, bestaat thans weinig verschil van gevoelen. Al moge het tot op zekere hoogte mogelijk zijn, dat volwassen mannelijke arbeiders in nor' male omstandigheden door vakvereenigingen behoorlijk hun belangen behartigen kunnen voor vrouwen en kinderen, voor mannen ook in gevaarlijke bedrijven, is deze mogelijkheid niet aanwezigte hunner bescherming en be veiliging behoort de overheid haar schild op te heffen." Bovengeschreven woorden mogen, zeiden wij merkwaardig heeten. Niet, omdat zij onjuist zouden zijn of gewaagdneen, juist omdat zij de werkelijkheid weergeven, juist omdat thans weinig tegenspraak ondervindt wat nog geen generatie geleden onverschilligheid wekte hier heftige tegenwerking ginds. Het is nog zoo lang niet geleden, dat kerkelijke partijen zich om sociale wetgeving niet bekommerden, en evenmin, dat men de leden der voormalige liberale partij kon hooren verkondigen, dat de overheid niet in moest grijpen in het «natuur ljjk" verloop van het economisch leven. Vooral dit laatste, het echt liberale dogma dat de staat geen goed kan doen en niet «in grijpen" moet, heeft in betrekkelijk korten tijd heel wat om niet te zeggen alle levens kracht verloren. En toch heeft dit leerstuk zulk een groote rol gespeeld in de geschiedenis van alle Westersche landen. Van het liberalisme toch behoort men zorg vuldig twee bestanddeelen te onderscheiden het bestanddeel der vrijzinnigheid en het be standdeel der staatsonthouding. Vrijzinnigheid, de opvatting dat het belang der gemeenschap het best gediend wordt door verwezenlijking van politieke vrijheid vrijheid van drukpers, van vereeniging en vergadering, van godsdienst, van onderwijs, door een zoo ruim mogelijke uitbreiding ook van het kies recht. Deze beste traditiën van het liberalisme zijn en blijven bij de vrijzinnigen in eere be- hooren het althans te blijven. Maar het tweede bestanddeel van het libe ralisme, de staatsonthouding, het niet-ingrijpen door de overheid in de maatschappelijke ver .houdingen, dit heeft in de praktjjk zóó zeer geleid tot een onderdrukking van den zwakke ten bate van de sterkerenhet is zóózeer een sociale mislukking geweest, dat onder de liberalen nog slechts de zeer conservatieve elementen, en ook deze weifelend en vol inconsequentie, aan het oude heilige leerstuk der staatsonthouding vasthouden. Men versta ons welaan dit oude en, zoo niet in naam, dan toch inderdaad alreeds over leden liberalisme wenschen wij geen slechte bedoelingen toe te dichtenhet liberalisme begeerde niet dat de maatschappelijk zwakken verdrukt zouden wordenneen, het was van meening, dat, liet slechts de overheid de maat schappelijke krachten aan zich zelve over, er vanzelf voor alle burgers het beste uit voor kwam. Maar was de liberale bedoeling ook nóg zoo goed, het liberale middel, de staatsonthouding is verkeerd gebleken. Want als speciaal op het terrein van den arbeid de overheid niet be schermend en dwingend tusschenbeide treedt de 19e eeuw heeft het maar al te zeer ge leerd wordt de gezondheid der arbeiders vroegtijdig gesloopt, wordt van jeugdige kin deren zware arbeid gevorderd, wordt het huisgezin uiteengeschenrd, kortom er treden misstanden in het leven, die, voor de betrok kenen diep treurig, voor de heele maatschappij in hun gevolgen noodlottig zijn. Vrijzinnigheid, een schoon en levenskrachtig beginsel, liberalisme, staatsonthouding een uitgediend, afgeleefd leerstuk. Maar, vraagt men misschien, zijn niet velen, zich noemend liberalen, van staatsbemoeiing in meerdere of mindere mate voorstander ge worden? Zeker, dat zijn gelukkig vele «libe ralen" maar even zeker is dan ook, dat zij zich noemen mét een naam, die hun denk beelden niet meer weergeeft. Hoe dit zij, een feit is het nu gelukkig, dat het optreden der overheid tot bescherming van de maatschappelijk zwakken thans maar bij zeer weinigen principieel verzet ontmoeten van deze overeenstemming is de hier bespro ken wet de gunstige uiting. V. D. Woensdag trad in eene openbare vergadering van de Vrijzinnig-Democratische Kiesvereeniging te Rotterdam als spreker op de heer mr E. E van Raalte, lid der Tweede kamer. Hij sprak over Grondwetsherziening en de toekomst der vrijzinnige richting. Blijkens het verslag in het Hbld, begon spreker met te constateeren dat wij op den weg zijn naar Grondwetsherziening, die ons een betere regeling van het kiesrecht brengen moet. Reeds hebben zich verschillende feiten voorgedaan die haar aankondigen en die even goed beteekenis hebben als die, welke voor de laatste wijzigingen in '48 en '87 werden waar genomen. In 1845 had men het voorstel der 9 mannen onder Thorbecke, en 3 jaar later was de herziening er reeds. In 1879 verklaarde Kappeyne zich bereid het demissionaire kabinet te reconstrueeren, indien hij bewilliging kreeg tot Grondwetsherziening. Hoewel dit toen door den Koning werd geweigerd, volgde toch al in 1883 de benoeming der Staatscommissie, en vier jaar later was ook deze herziening er, Wat den wénsch van thans betreft, er zjjn drie feiten die er op wijzen dat het ook nu daarheen gaat, als hoedanig spreker noemde het door hem en de andere vrijzinnig-demo craten ingediende voorstel van lebruari 1903 het rapport der commissie nit dLiberale Unie van Juni 1903, en het voorstel Troelstra c. van Augustus. De indiening door de vrijzinnig democraten noemde spreker een schakel in de reeks der gebeurtenissen, te voren aangevangen als hoedanig verder genoemd werden de bekende voorvallen met de kieswet Tak, de indiening en aanneming der kieswet Van Houten, de bestendig grooter. wordende oppositie tegen die wet, de verkiezingen van '97 en 1901. In laatstgenoemd jaar moest de draad weer opge nomen worden. In 1897 was er reden tot onthouding, omdat een oordeel over de wet Van Houten niet gebaseerd kon zijn op de practische werking. Voor een oogenblik bleef er niet anders over dan te berusten in de geleden nederlaag. Maar een politieke partij kan niet afwachten in het vertrouwen dat de vrucht van zelf wel zal rijpen. Zij zou haar plicht verzaken, eigenlijk zelfmoord begaan. Men moest dus in 1901 zich de vraag stellen of het mogelijk was een redelijke regeling van het kiesrecht te krijgen onder het bestaande art. 80, dan wel of aan gestuurd moest worden op grondwetsherziening, Dit laatste geschiedde omdat bij de behande ling der wet-Tak zoovelen voorstanders waren gebleken van een zoo uitgebreid mogelijk kiesrecht, maar meenden dat een pogen in die richting met de grondwet zou strijden. Het bestuur der Liberale Unie kwam dan ook tot de slotsom dat afdoende verbetering niet anders dan door Grondwetsherziening was te krijgen, en de algemeene vergadering sprak dan ook uit dat dit in 1901 de leuze zou zijn. De leden waren zelfs zoo heet gebakerd dat het bestuur destijds de hervormingswoede moest temperen. Ten slotte deinsde de meer derheid toch terug, om zich te laten leiden door redenen van opportuniteitmen wilde het kabinet Pierson-Borgesins continueeren. Hier aan is 't duurzaam welzijn der vrijzinnige ichting ten offer gebracht. De minderheid wilde zich echter niet meer naar de meerder heid schikken en de vrijzinnig-democratische roep werd geboren, die bleef ijveren voor Grondwetsherziening. De indiening van een voorstel hunnerzijds past aan hun antecedenten. Spreker gaf daarop een overzicht van den inhoud en het voorstel dat vier wijzigingen beoogt, bij alle waarvan hij kortelijk stilstond, daarbij tegelijkertijd meer in bijzonderheden aantoonende de gebreken die aan het bestaande kiesrecht en aan attributief kiesrecht in het algemeen kleven. Nu moet men niet zeggen dat de voorstanders van het algemeen kies recht het allemanskiesrecht willen, want dan maakt men van hun wensch een caricatnnr, evenmin dient het algemeen kiesrecht zich aan als panacee tegen alle mogelijke kwalen, maar het voldoet aan een eisch van rechtvaardigheid, rekening houdend met het peil'van ontwikke ling der Nederlandersmen verkrijgt er een vertegenwoordiging door van het volk in al zijn elementen. Het verhoogt het vertrouwen in de zedelijke kracht der wet en werkt daar door den socialen vrede in de hand. De spr. bestreed de vrees dat men aan de minstbe zitters daardoor het overwicht zou bezorgen en verklaarde daarop waarom de vrijzinnig-demo craten er de voorkeur aan gegeven hebben het algemeen kiesrecht in de Grondwet zelve neer te schrijven boven het zoogenaamd blanco artikel. Verder verdedigde hij de gemaakte uitslui tingen, om daarna nog met een enkel woord de andere wijzigingen aan te stippen. Overgaande tot de vraag wat de vooruit zichten voor grondwetsherziening waren, gaf hij als zijn meening te kennen dsCfc de kans op aanneming van het voorstel der vrijzinnig democraten niet groot is, maar de kans is toch niet uitgesloten dat er practische gevolgen uit voortvloeien. Wij leven nu onder een Regeoring, die zich noemt de christelijke regeering bij uitnemend heid, steun vindende bij hen die zich de ver tegenwoordigers van het christelijk beginsel noemen. Aanvankelijk kon men waarnemen dat de vrijzinnigen met zekere berusting het optreden van dit kabinet hebben aangezien waarbij nog velen van oordeel waren dat het kabinet Pierson-Borgesius vooral ten aanzien der ongevallenverzekering wat te hard van stal was geloopen. Men zei zich ook dat de drie partjjen elkander wel in bedwang zouden honden, en van een nieuwen koers niet veel te zien zou komen. Dan kwamen nog als politiek fortuintje de bekende gebeurtenis sen van het voorjaar. Met betrekking tot het laatste begint men echter thans wat objectiever te oordeelen en tegelijk ook wat kalmer. Er begint overigens een grooter besef te ontwaken voor den poli- tieken toestand, daarbij in' de eerste plaats bemerkende dat de coalitie bijeenblijft. Dui delijker blijkt dat de regeermacht inderdaad een macht is, een macht die invloed oefent op denkbeelden en wetgeving. Men begint bedenkelijk het hoofd te schudden over het agiteerend en geagiteerd optreden van onzen premier. Maar vooral komt men tot het be. sef der systematische pogingen om de vrijzin nige gedachte te ondermijnen. Hetzelfde komt ook aan het licht ten aanzien van het stoff'e lijke. De vrjjzinnige handelspolitiek, waaraan Nederland zijn bloei dankt, zal binnen enkele weken worden aangetast. Dan nog is er de toeleg de vrijzinnigen dood te drukken tus- schen kerkelijken en sociaal-democraten. Onder die omstandigheden ontwaakt het besef dat het wenschelijk is, dat de aanhangers der vrijzinnige richting, die elkander na staan tot nauwere samenwerking komen. Tot slot zijner rede hield de heer Van Raalte voor die samenwerking, vooral wat betreft de volgelingen der Liberale Unie. een warm pleidooi met Grondswetsherziening als grondslag, omdat beter kiesrecht op zijn beurt weer noodig is voor de democratische ontwik keling van ons staatsleven. Indien met moed en beslistheid die weg wordt ingeslagen, dan zal het Nederlandsche volk zijn vertrouwen zeker weer aan de vrij zinnige richting hergeven. HET JUBILEUM VAN KONINGIN EMMA. Donderdagavond werd ten Hove het gala diner gegeven ter eere van het jubileum van H. M. de Koningin-Moederhet telde 80 couverts. Koningin Emma zat aan tafel tusschen de Ko ningin en Prins Hendrik. De koninklijke militaire kapel bracht tijdens het diner ver schillende nommeis ten gehoore, waaronder het Waldeck-Pyrmontsche volkslied. De Koningin wijdde een heildronk aan Hare Moeder. Zjj zeide het volgende «Lieve Moeder, Wij gevoelen Ons gedrongen als Uwe Kin deren U van ganscher harte geluk te wenschen met het heuglijke feest dat U viert. Ik ben overtuigd dat Ik de tolk ben van al de aanwezigen maar zeker niet minder van Mijn geheele Volk waar Ik U toe- wensch dat God TJ immer moge zegenen en U voor Ons en voor het Vaderland lange jaren spare. Voor een kwart eeuw betrad U voor het eerst het grondgebied van den Staat, waarin Uw verder leven zoudt doorbrengen. Ik wil hier niet in herinnering brengen het vele dat U in dit tijdperk doorleefde, Wij weten allen dat het 25 jaren van zegen waren voor het Nederlandsche Volk Wij weten hoe U steeds wist in dagen van vreugde U te ver- bigden met de blijden en in dagen van smart mede te lijden met de treurenden. Het was toenmaals de hand van Mijn dier baren Vader die U binnenleidde in Zijn land en op dit oogenblik staat ons allen zeker Zijn.] beeld voor den geest. Zijne nagedachtenis leeft de eerste plaats in Mijn hart in dankbare herinnering voort. Ik stel U allen voor met Mij in te stemmen in den heildronk op het geluk en het welzijn van de Koningin-Moeder." Aan de Koningin-Moeder werd aan haar paleis in het Voorhout eene serenade met muziek en fakkellicht gebracht. Koningin Emma kwam op het balcon en werd door het zingen van het Wilhelmus en een lang aange houden hoerageroep gehuldigd. De commissie voor de serenade trad daarop het paleis binnen en bood de Jubilares een hulde-adres aan. Om kwart over negen kwamen de Koningin en de Prins de grootsche betooging bijwonen en stonden, toen de Koningin-Moeder de hulde des volks in ontvangst nam, aan hare zijde. De eerevoorzitter van de hulde-commissie, de heer mr J. S. baron van Harinxma thoe Slooten, burgemeester der residentie, hield een toespraak, waarop de Koningin-Moeder met eene door aandoening aangegrepen stem haar dank betuigde. De meeste bladen bevatten artikelen waarin aan de Jubilares hulde wordt gebracht voor wat zij in de verloopeu kwart eeuw voor Nederland en zijne bewoners deed. In tal van plaatsen hebben of hadden ter gelegenheid van dezen gedenkwaardigen dag feestelijkheden plaats. Bij kon. besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. Haarlem, ter standplaats Haarlemmermeer, C. F. J. Heinsius, candidaat-notaris te Maarssen is aan D. W. Stork, werkgever te Hengelo (Overijssel), op verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den raad van toezicht, bedoeld bij art. 18 der Ongevallenwet 1901, onder dank betuiging en benoemd tot lid van dien raad jhr Chr. F. van de Poll, werkgever te Haarlem is aan J. P. S. Jonquiêre, ontv. der dir. bel. enz. te Deventer, op verzoek, eervol ontslag uit 's rijks dienst verleend. in Zeeland uit aan de leden der Rijks-Com missie desgevraagd al de inlichtingen en hulp te verstrekken, welke zij voor de uitvoering van hun opdracht behoeven. Bij kon. besluit is, wij meldden het reeds in een groot deel der oplaag van ons vorig noui- mer, aan H. J. E. Gerlach van St Joosland, te Aagtekerke, op verzoek, eervol ontslag verleend als raad in het bestuur van den polder Walcheren. De anti-revolutionnairen zijn, naar men ons meldt, vooral op het platteland, druk bezig kiezers te werven tegen de algemeene verkiezingen in 1905. Men beijvert zich in 't hijzonder spaarbank boekjes te doen nemen om tot dit doel te geraken. Hun ijver moge anderen prikkelen van hun recht gebruik te maken om op de kiezerslijsten te worden geplaatst en meerderen op te wekken dit voorbeeld te volgen. Men wachte zich echter om misbruik te maken van bepalingen onzer heerlijke kieswet die tot kunstmatige kiezersteelt gelegenheid geven. Met zulke middelen streve men liever niet naar de overwinning Ter gelegenheid van het jubileum van H. M. de Koningin-Moeder wapperde hier ter stede van de rijks- en gemeentegebou wen en uit vele particuliere woningen de vlag. - De heer J. J. Duproix, predikant bij de Waalsche gemeente te 's Hertogenbosch, heeft, de toezegging van beroep naar dezelfde ge meente te Middelburg aangenomen. - Jonkvrouwe A. von Smidt auf Altenstadt, die Woensdag in een openbare, voor ieder toegankeljjke, bijeenkomst te Middelburg optreedt met een lezing over Korea, zal ook in Ons Huis, Wagenaarstraat, alhier als spreek ster zich doen hooren. Donderdagmiddag werd in de Dwars straat alhier een meisje door een wagen, die met eenige mudden erwten beladen was, aangereden. Het kind werd bewusteloos opgenomen, doch bleek later geen letsel van ernstigen aard bekomen te hebben. Uit VlissmgeTn. Donderdag werd aan de werf der konink lijke maatschappij De Schelde aldaar de kiel gelegd van de 2 torpedobooten, type Ophir, aldaar in aanbouw voor rekening van het departement van marine. Aan dezelfde fabriek staat op stapel de nieuwe drijvende stoomspuit voor do gemeente Amsterdam zij zal den naam krijgen van Jason. De administrateur der tinmijnen te Soen- geislan, J. K. van der Meulen, is eervol ont heven van de waarneming der betrekking van administrateur te Koba en daarmede belast de van binnenlandsch verlof terugkeerende admi nistrateur A. H. F. W. Ockerse. Blijkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, van 21 Jan. 1904, wordt de gouvernements-koffie-oogst op Java voor dit jaar geraamd op 81.000 pikols. Ten vongen jare is bij kon. besluit eene Rijks-Commissie ingesteld tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene be schrijving van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Teneinde de uitvoering hunner taak te bevorderen, is het wenschelijk, dat den leden dier commissie des- verlangd toegang wordt verschaft tot zoodanige gehouwen die om hun architectonische, artis tieke of historische beteekenis op den door de commissie samen te stellen inventaris wel licht zullen moeten voorkomen. Naar aanleiding van een schrijven van den minister van binnenlandsche Zaken noodigt de commissaris der Koningin de burgemeesters Donderdagmiddag had, tor hoogte van den molen, onder Koudekerke, doordat een fietser uitgleed, een ongeval plaats dat huiten- gewoon goed afliep. Het paard voor den veer- wagen van de weduwe P. Moens te Bigge- kerke, sprong van schrik over den weg en kwam in de sloot terecht; de wagen sloeg om de bestuurder, L. Verhage, viel op een tronk en kreeg een gedeelte van den wagen op het lij f. Wijl echter eenigo wagentjes volgden, waren spoedig vele handen gereed om den bestuurder uit zijn benarde positie te helpen, alsmede het zwartje uit de sloot. De overige passa giers kwamen met een scham en den schrik vrijde wagen werd nog al beschadigd. Te Domburg gaf Woensdagavond de zangvereeniging Volharding leidt tot het doel in het Schuttershof eene openbare uitvoering en herdacht daarbij tevens haar tienjarig bestaan. De directeur, tevens voorzitter, bracht enkele feiten uit de geschiedenis der vereeniging in herinnering. Na zijn toespraak nam een der andere bestuursleden het woord, dankte den directeur voor zijn goede leiding en overhan digde hem uit naam der vereeniging een fraaie gouden ketting. Een en ander had de aan wezigen reeds in eene aangename stemming gebracht, die nog toenam door de uitvoering van enkele goed gekozen zang- en komedie stukjes. Alle aanwezigen keerden dan ook zeer voldaan huiswaarts. Te Ierseke ontsnapte een postduif, die door een roofvogel vervolgd werd, aan haar gevaarlijken vijand door een schuilplaats te zoeken aan boord van het vaartuig van schipper J. van Oost. Zij was gemerkt O. V- 38.8702. De Varkenshond Voorzorg aldaar is in 1903 geldelijk met 158.31 en in ledental met 6 vooruitgegaan. Het batig saldo steeg tot 623.18. Er werd ongeveer 260 uitgekeerd als vergoeding voor 17 varkens. Te Rilland-Bath is eene ijsclub op gericht, waarvan het bestuur bestaat uit de heeren J. IJ. C. Wabeke, voorzitter, P. A. van Boven, vice-voorzitter, W. Griep, secretaris, W. F. van Gorsel, penningmeester, en N. Nieuw- dorp en C. J. Bergs, commissarissen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1