is,
Japanners en Sussen.
I
>urg.
Middelburg 21 Januari.
D
8 11,15
6.1
BIJVOEGSEL
Vrijdag 22 Januari 1904 no. 18.
de vaccinatie.
BENOEMINGEN, ENZ.
prof. dr. a. w. nieuwenhuis.
Gemeenteraad van Middelburg.
verbruik van gas
den prijs te verlagen, geeft den heer Ermerins
aanleiding er op te wijzen dat het gewenscht
is die zaak nader in overweging te nemen.
I
•II
i 9
3ste
'overleg.
b. o., t. a,
t. a. tgr-
■s.
riant uit-
b. o., ter-
keuken,
4 kamera,
iienw ver-
6 kamera,
April,
era. Huur
kamer, 85
2 kamera,
week, ka-
ieel vrjj; 5
b. o., ter-
terstond t.
aers, keu-
met uit-
baleon, 6
geschikt
Is, keuken,
pprjjs b. o.
[jes.
■der 3 ka-
elwater.
|a, nu ver-
•ein. Huur
terr e in,8
a, nu ver
ts, alcov e,
is en tuin
rs, alcove,
SMITS,
kaam-
met pre-
irwaarden
J>t 1.50,
IBLOED.
e) 7.'33
e) 8.53
10.14
Venloo.
enloo
6.1
7,25
8.5
.8,22
8.38
YAN DE
VAN
Nu door de jongste gevallen van pokken in
ons vaderland bet vaccinatie-vraagstuk een
vernieuwd belang beeft verkregen, verdient
zeker wel de aandacht wat Maandagavond in
het Toussamthuis te 's Gravenhage voor de
Vereeniging tot bevordering der belangen van
verplegers en verpleegsters Nosokomos, door
dr Yan den Byllaardt uit IJsselmonde aan de
aanwezigen is uiteengezet.
Het was een lans, gebroken voor de vacci
natie. De argumenten, die spreker aanvoerde
ten voordeele van hot stelsel van inenting
ontleende hij voor een deel aan een groot werk
van den directeur van het Statistisch Bureau
te Boedapest. Yolgens dr V. d. Bijllaardt was
dit werk »het degelijkste pleidooi, dat ooit
voor de inenting geleverd is." Aan de hand
van den samensteller trachtte bij de bezwaren
te weerleggen, die van verschillende zijden
tegen de vaccinatie zijn gerezen.
De Nieuwe Courant geeft van de mentings-
verdediging door den spreker het volgend
verslag
»Na het treurige beeld geschetst te hebben
van den poklijder, die veel meer te doorstaan
heeft dan uiterlijk waarneembaar is, besprak
spr. de wijze, waarop de besmetting wordt
overgebracht, haar groote gevaren en de ver
schijnselen, waaraan de vreeselijke ziekte in
haar eerste stadium wordt berkend. Vervolgens
ging spr, bet ganscbe verloop der ziekte na,
die een proces van 4 tot 6 weken doormaakt.
Zoo de patient in leven blijft, zijn toch de
gevolgen dikwijls ontzettend, het gansche leven
naar lichaam en soms ook naar den geest ver
woestend.
Nagaande hoe lang deze geesel de mensch-
heid reeds foltert, bracht spr, in herinnering,
dat in de Germaansche godenleer de pokziekte
reeds gevonden wordt, en vaststaat, dat 3000
jaren vóór onze jaartelling de pokken reeds
in Oost-Azië woedden. Uit statistische gege
vens toonde spr. aan, dat de pokken altijd het
hevigst optreden, daar waar zij voor het eerst
voorkomenuit dezelfde gegevens bleek, dat
het isoleer-stelsel volstrekt niet nieuw is in de
17e eeuw werd het reeds toegepast; in het
laatst der 18e eeuw beerschte in Engeland de
ziekte zoo hevig, dat ook de huisdieren werden
aangetasthieraan is te danken geweest d'
ontdekking der humane en animale inenting
waarvan de eer toekomt aan dr Jenner. Later
zijn groote epidemieën in Londen voorgeko
men en bleek verpletterend het resultaat der
inenting.
Ondanks de enorme daling van het sterfte
cijfer kwam er groote tegenstand, soms op de
dolzinnigste gronden. Beweerd werd o. a., dat
inenting ziekten van anderen aard overbracht.
Een enquête bracht aan het licht, dat nóch
syphilis, nóch tuberculose worden overgebracht,
en uitgerekend is, dat op een millioen menschen
slechts twee meer aan huidziekte leden tenge
volge van de inenting. Wel is het mogelijk
dat b. v. latente tuberculose actief wordt ten
gevolge van de inenting. De kans om door de
inenting te sterven is enorm kleinvan de
32 millioen ingeenten in Duitschland stierven
er slechts 113. In ons land deed zich hetzelfde
gunstige verschijnsel voor, zoodat spr. meende
te mogen concludeeren, dat de inenting met
animale lymphe beslist is te verkiezen boven
de kans om de pokken te krijgen.
Komende tot de quaestie der verplichte inen
ting, toonde spr. met cijfers aan, dat in Neder
land, met zijn zijdelingschen dwang, de sterfte
per 100,000 bedraagt 11,5; in Duitschland met
verplichte inenting 2.8 per 100.000.
Toch erkende spr. gaarne, dat de inenting
niet absoluut helptzij vermindert slechts de
praedispositietegen de invloeden van buiten
is geen afdoende maatregel te nemen.
Uitvoerig behandelde spr. den strijd, met
cijfers en feiten gevoerd door den directeur
van het statistisch bureau te Boedapest, Körösi,
tegen de argumenten van tegenstanders als
Keiler en Vogt, niet nalatende er op te wijzen,
dat omtrent den eerste op het congres te Was
hington is uitgemaakt dat hij valsche statis
tieken heeft uitgegeven.
Ten slotte behandelde spr. de vraaghoe
lang duurt de onvatbaarheid voor pokken na
inenting Dat hangt geheel van de indivi
duen af. De eene deskundige wil na 7, de
andere na 10 jaren revaccineeren.
Isolatie-dtoanp vond spr. een zeer wreeden
en practisch niet uitvoerbaren maatregel, ter
wijl hij het een ramp zou achten, indien de
zijdelingsche inentingsdwang hier te lande ge
deeltelijk werd opgeheven.
Spr. hoopte, dat in dezen kring van hen
die zieken hebben te verplegen, de vaccinatie
.Tenner's groote werk tot heil der menscheid,
steun en krachtige verdediging zou vinden.
Hetgeen hier onder volgt, is eene beschou
wing van iemand die door persoonlijke ervaring
in Oost-Azië kennis heeft opgedaan van de
positie en van de eigenschappen der volken
die daar nu tegenover elkaar staan.
Het was ons welkom de dagelijksche kroniek
eens te kunnen aanvullen met de dieper gaande
meedeelingen van een ooggetuige, waardoor
men een nieuwen kijk krijgt op tal van zaken
in dat zooveel van ons verschillende land
Iedereen, die eenigszins bekend is met de
toestanden in het tegenwoordig zoo druk be
sproken Oost-Azië, zal zeker bij het lezen der
dagbladen in den laatsten tijd zich wel eens
afgevraagd hebben hoe heb ik het nu Moet
het dreigend conflict tusschen Rusland en Ja
pan opgevat worden als een oorlog van twee
groote Europeesche mogendheden, waarbij al
leen datgene geldt, dat gemeenlijk den door
slag geeft in een strijd tusschen twee groote
Europeesche natiën, n. 1. dat «God in den
regel aan de zijde van de grootste bataljons
staat?" Is die maatstaf hier niet onjuist, in
hooge mate misleidend, voerende tot glad
verkeerde conclusies
Werkelijk als men bijhoudt wat thans over
dit onderwerp dag in dag uit wordt gepubli
ceerd, staat men verbaasd over de snelheid
waarmede Japan en zijn interessante bewoners
in de oogen van het Europeesehe publiek tot
den rang van groote mogendheid zijn opgeklom
men en nog meer over de onbekendheid in
breeden kring met enkele factoren, die meer
dan groote of kleine batailjons van beslissen-
den invloed op den komenden strijd zullen zijn.
Het is alsof men in Europa geheel vergeten is
dat Japan een Oostersch land met een Ooster-
sche bevolking is en blijft En dat wel on
danks alle geïmporteerde Europeesche bescha
ving, die Japan wel een op Europeescheir voet
geschoeid leger schonk, maar natuurlijk niet
Bij kon. besluit
is benoemd bij het wapen der art., bij den
staf van dat wapen, tot luit.-kol. de majoor
C. H. A. R. Schuurman, van dien staf, eerste-
officier bij de Kon. Mil. Academie
zijn benoemd bij het Dep. van Oorlog tot
hoofdcommies de commiezen J. Wind jr. en
E. L. van Ruytenberg, en tot adjunct-commies
de opzichter-ambtenaar der genie O. Baron,
thans tijdelijk bij dat Dep. werkzaam
is de 1ste luit. der genie van het leger in
N.-I. G. F. Steinbuch, met verlof in Europa,
ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den
militairen dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen.
Het L. D. meldt omtrent den nieuwbenoem-
den hoogleeraar in de geschiedenis, letterkunde,
oudheden, instellingen, zeden en gewoonten
der volken van den Indischen Archipel en in
de physische aardrijkskunde van den Indischen
archipel aan de Universiteit te Leiden
Anton Willem Nieuwenhuis werd geboren
te Papendrecht 22 Mei 1864, studeerde te
Leiden in de geneeskunde, en toonde in dien
studietijd een bijzondere voorliefde voor de
jacht en natuurwaarnemingen. In 1889 verwierf
hjj het diploma van arts, werd hetzelfde jaar
tot officier van gezondheid der 2de kl. benoemd
en promoveerde in 1890 te Freiburg i. B. cum
laude als doctor in de medicijnen op een dis
sertatie Ueher Ilaematoma Scrote. In hetzelfde
jaar vertrok hij naar Indië, werd aanvankelijk
naar Batavia geplaatst en in 1891 naar Samba
gezonden. Bestemd om deel uit te maken van
de wetenschappelijke expeditie, die door de
Maatschappij tot bevordering van het natuur
kundig onderzoek der Ned. koloniën werd
uitgezonden ter onderzoeking van Centraal-
Borneo, ging hij in Januari 1894 naar Pontianak,
Een voornaam deel van de taak, die deze
expeditie zich had gesteld, was de overschrij
ding en het onderzoek van de waterscheiding
van het brongebied van de Kapoeas en den
Maliakkain. Prof. Molengraaf had zich voorge
nomen met Nieuwenhuis samen den tocht te
maken onder geleide van een controleur van
het B. B. Omstandigheden hebben de reizigers
belet dit plan ten uitvoer te brengen.
Op het eind van 1894 werd Nieuwenhuis
gedirigeerd naar Lombok, van waar hjj het
volgende jaar terugkeerde en met toestem
ming der Indische regeeiing zich ten tweeden
male naar Borneo begaf om de nog geheel
onbekende streken van den Boven-Mahakkam
te onderzoeken.
De bovengenoemde Maatschappij gaf voor
deze nieuwe reis ruime ondersteuning. Na
volbrachte reis keerde hij in Juni 1897 over
Samarinda naar Batavia terug. Ter beschik
king gesteld van den directeur van 's Lands
Plantentuin te Buitenzorg, was een der resul
taten van zijn arbeid aldaar de beschrijving
van Tinea ambricata, de schimmel, die van een
bekende huidziekte het gevolg is.
Inmiddels bewerkte hij het zeer belangrijke
werk, dat in twee lijvige deelen in 1900 bij
de firma Brill te Leiden verscheen onder den
titel: In Centraal-Borneo, Reis van Pontianak
naar Samarinda. In 1898 vertrok hij nogmaals
naar Borneo in opdracht van het gouverne
ment voor een reis naar door hem voor het
eerst bezochte streken, mede om de hoofden
der bevolking daar over onderwerping en aan
sluiting bij het Ned.-Indische Bestuur te spre
ken. Werd deze tocht uit staatkundig oogpunt
met succes bekroond, ook wetenschappelijk was
deze, als ook de vorige reizen, van zeer groot
belang.
Daaraan danken wij de zeldzaam belangrijke
verzamelingen van voorwerpen en photogra-
phieën, die op antropologisch en ethnogra-
phisch gebied van onzen Indischen Archipel
haar wederga niet heeft. Elke phase van het
menschel jjk levennijverheid, huizenbouw
spelen, dansen, rouwgebruiken enz., enz., wor
den daardoor op uitstekende wijze toegelicht.
In Mei 1899 kwam hij met zijn gezelschap
te Samarinda, van waar de hem vergezellende
controleur met zijn gevolg de terugreis aan
vaardde, Nieuwenhuis achterlatende, die zich
verder wijdde aan de studie van het oostelijk
deel van Centraal-Borneo.
In September 1898 werd hij bevorderd tot
officier van gezondkeid le klasse, nadat hij
een jaar te voren benoemd was tot ridder in
de orde van den Ned. Leeuw.
Thans is hij geruimen tjjd met verlof hier
te lande, in den laatsten tijd in Leiden wonende,
waar hij zich nu voor goed zal vestigen om
zijn jonge krachten te wijden aan de bevor
dering der wetenschap en den bloei der
Leidsche hoogeschool.
Zitting van Woensdag middag te 2 uur.
(Slot).
Voorzitter de heer jhr. mr. L. Schorer, bur
gemeester.
Tegenwoordig al de leden.
Door het dag. bestuur wordt voorgesteld niet
in te willigen het verzoek van het hoofdbe
stuur der Ned. Maatschappij voor tuinbouw en
plantkunde, betreffende kostelooze beschikbaar
stelling van een verlicht en verwarmd lokaal
voor een tuinbouwwintercursus,
Den heer De Veer is gebleken dat overal
waar dergelijke cursussen worden gegeven de
gemeente öf subsidie geeft óf kosteloos ver
warmde lokalen afstaat.
Spreker acht die cursussen hoogst nuttig.
Het rijk bekostigt wel die cursussen, maar
de gemeente kan ook wel iets doen.
Het gaat toch niet aan dat de leeraren de
kosten van verlichting en verwarming zelf
betalen.
Spreker stelt voor te besluiten ten behoeve
de eeuwen-oude Oostersche begrippen van dit
volk wegvaagden. In den tijd van een genera
tie was en is dit niet mogelijk.
Van daar dat men den dreigenden oorlog
ook wel eens uit dien gezichtshoek mag bezien,
Het zij mij geoorloofd dit hier nader toe te
lichten.
Waar ik hiervoren sprak van een verkeerd
aangelegden maatstaf, bedoelde ik de verschil
lende opgaven over de militaire weermiddelen
die beide staten eventueel tegenover elkander
kunnen stellen, en waaruit dan, als had men
te doen met een eenvoudige cijfersom, de
slotsom getrokken wordt, dat hetzij Japan
hetzij Rusland in de worsteling overwinnaar
zal blijven.
De Kölnisclie Zeitung gaf onlangs, bljjkbaar
van de hand van een militair, een dergelijk
overzichten nog steeds wordt op dit thema
vlijtig voortgeborduurd waarbij militaire tijd
schrift-artikelen en tot zelfs de Almanack de
Gotlia de bronnen zijn, waaruit gewoonlijk deze
bijzonderheden worden geput.
Op grond van die becijferingen met «ka-
nonnen", »sabels", »geweren", »pantserschepen"
«torpedo's" enz. enz. als eenheden, is dan ook
algemeen de opinie verbreid, dat Japan sterker
ter zee, Rusland sterker op het land is.
Nu wensch ik volstrekt niet de juistheid van
deze opgaven noch van de- conclusie in twijfel
te trekken, maar dat zij dezelfde waarde hebben
of zouden kunnen hebben als in een oorlog
tusschen twee groote mogendheden, beter ge
zegd tusschen twee blanke rassen, is eenvoudig
den schijn voor de werkelijkheid aannemen, geheel
miskennen den allergewichtigsten factor, dat
een van de strijdende partij 'een zuiver Azia
tisch volk is.
Daarmede vervallen van zelfs de meeste be
rekeningen over «sabels", «kanonnen" en wat
daar verder bij behoort.
Want wat hierbij b. v. eenvoudig over het
hoofd gezien wordt, en dat toch inderdaad den
doorslagkan geven, is de physieke gesteld
heid van het Japansche «militair". Wanneer ik
van dien cursus kosteloos een verlicht en
verwarmd lokaal te geven.
De heer Fruin vraagt of door het college
van burg en weth. onderzocht is de waarheid
van hetgeen in het adres is beweerd en dat,
als de leerlingen moeten betalen, er veel kans
zou bestaan dat de cursus verliep.
De voorzitter deelt mede dat dit niet ge
beurd is.
De heer Snouck Hurgronje zal stemmen voor
het voorstel-De Veer.
Hij vindt de som van 30 zoo bescheiden
dat de gemeente die wel kan dragen.
De heer Fruin meent dat uit het niet instel
len van een onderzoek door burg. en weth.
is af te leiden dat zij van de juistheid van
het gestelde overtuigd zijn."
De heer De Veer zet nog uiteen dat de
tuinmansknechts, die den cursus volgen, geen
leergeld kunnen betalen.
De voorzitter wijst er nog op dat de ge
meente steeds voor verwarming en verlichting
van lokalen een kleine vergoeding vraagt.
De heer Van Dunné merkt op dat, nu een
maal een vereeniging begonnen is die lessen
te geven, zij ook moet zorgen de middelen te
hebben om de kosten te dragen.
Wanneer men hier nu subsidie geeft, dan
dient men dat ook bij tal van andere zaken
te doen; anders is men niet consequent.
De heer De Veer wijst er op dat de gemeente
wel subsidieert een ambachtschoolwaarom
zou zij nu niet een tuinbouwschool steunen
Is er bezwaar tegen den vorm van zijn voor
stel, dan wil spreker wel voorstellen een kleine
subsidie te geven.
Het voorstel-De Veer, alsnu in stemming
gebracht, wordt verworpen met 12 tegen
5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Fruin, De Veer,
Van der Harst, Snouck Hurgronje en Van
Teylingen.
Daarop wordt het voorstel van burg. en wetbf
goedgekeurd.
er nu even aan mag herinneren, dat van alle
Oostersche volkeren er geen bevolking is, waar
de syphilis meer verspreid is dan juist onder
het Japansche volk, dan kan men licht nagaan,
wat het zeggen wil als een regiment Japansch
voetvolk ontberingen en lange marschen moet
maken. Onder de leiding van den Nederland-
schen doctor Van der Heyden is indertijd ter
bestrijding van die ziekte in Japan reeds veel
gedaan, maar dat hetgeen door hem en later
door anderen daartegen verricht, is in verhouding
tot het kwaad veel uitgewerkt heeft, zal wel
niemand voor zijn rekening willen nemen.
Trouwens hoe physiek zwak het ras is, be
wijzen de keuringen voor de nationale militie,
Een jaar of acht geleden werd geregeld nog
omstreeks 25 van het totaal dienstplichtigen
afgekeurd en daarbij zullen de Japansche sta
tistieken ook wel geflatteerd zijn. Ofïicieele
cjjfers, door de regeering te Tokio gepubliceerd,
dienen steeds met de noodige reserve aange
nomen te worden, en zeer in het bijzonder
waar het een zaak raakt als deze, die verband
houdt met het oordeel, dat de «Westersche
duivels" over Japan zouden kunnen vellen.
Ter loops zij hier nog opgemerkt, dat vol
strekt niet alleen de Chineezen de Europeanen
in den grond van hun hart voor «duivels'
houden. Ik zou gerust durven zeggen dat de
vreemdelingenhaat al komt hij niet zoo tot
uiting, blijft hij meer verborgen in veel
sterker mate onder de Japanners heerscht. Er
komt bij de Japanners afgunst bp, terwijl de
Chinees bij zijn rassenhaat nog zoo iets gevoelt
als medelijden met den «dommen" Kaukasiër,
Van daar b. v. dat een zendeling in China heel
gemoedelijk zonder molest Confusius midden
op straat voor een boeren-bedrieger kan uit
maken. Als de Mandarijnen er niet achter
zitten, zal de Chineesche menigte dikwjjls hem
voor een goedmoedigen zot of gek houden.
Ik heb het eens bijgewoond, nog wel op den
drempel van een Chineeschen tempel, dat men
mij verzocht den Evangeliedienaar een plaatsje
in het hospitaal te willen bezorgen. Hij mocht
eens gevaarlijk worden en zijn vader of moeder
Thans komt in behandeling het voorstel van
burg. en weth. tot wijziging van de verorde
ning op de heffing van schoolgeld op de lagere
scholen, met het daarop ingediend amendement
van den heer mr R. Fruin.
Dit laatste strekt om te bepalen dat kin
deren, die bij het invoeren dezer verordening
(nl. die van 16 Juli 1902) school D. of E. bezoe
ken, tot school J. worden toegelaten voor
hetzelfde schoolgeld, dat krachtens de veror
dening van 20 Sept. 1899 verschuldigd zou zijn
geweest, zoo zij niet van school D. of E. naar
school J. waren verplaatst, nl. zoo dit minder
bedraagt dan hetgeen wegens hun bezoeken
van school J. verschuldigd zou zijn.
Burg. en weth. ontraden de aanneming van
dit amendement, en dat doet ook de commissie
van financiën.
De heer Fruin zegt met belangstelling
kennis genomen te hebben van de critiek van
burg. en weth. op zijn amendement.
Burg. en weth. voeren er tegen aan dat het
amendement alleen geldt voor de scholen D en
E maar niet voor de scholen A, C en G. Dat
is zoo, maar daartoe is spreker niet gekomen
omdat hij dit te ingrijpend acht.
Hij wil zijn amendement intrekken, maar
wijst er toch op dat burg. en weth. ook niet
billjjk zijn - in hun voorstel.
Nu wordt voor een achttal kinderen een
privilege geschapen.
Spreker toont aan dat verschillende ouders,
wier kinderen tot een verlaagd schoolgeld
zullen worden toegelaten, blijkens hun aanslag
in den hoofdelijken omslag, wel een hooger
bedrag kunnen betalen.
Daarom kan spreker met het voorstel van
burg. en weth.'niet meegaan.
Spreker zou aan burg. en weth. willen ver
eens kwaad kunnen doen En dat was geen
ironie of grapje, maar volle ernst. In hun
oogen was de man volslagen krankzinnig.
"Welnu, laat hetzelfde eens in Japan gebeuren
dan komt hij er niet levend af. En daar de
heeren zendelingen dit weten, worden derge
lijke brute, Amerikaansche procédés van prose
lietenmakerij ook niet in Japan toegepast.
Ik haal dit staaltje alleen aan ter typeering
van het verschil in volksaard. Beiden haten
de Europeanen, maar de Japanners nog het
meest, het innigst, het diepst.
Om nu op het onderwerp terug te komen.
In de praktijk van den oorlog heeft dus een
regiment Japansche infanterie een veel gerin
gere waarde dan een even sterk regiment
Europeesche infanterie.
Elke licht gewonde ten minste al weder
naar verhouding zal veel langer tijd noodig
hebben om weder dienst te kunnen doenhet
aantal achterblijvers, zieken en uitgeputte
soldaten en officieren zal veel grooter zijn-
Voeg ik hier nu nog bij, dat het tooneel van
den eventueelen strijd het onherbergzame
Korea en het niet minder woeste Mantsjoerije
zal zijn, waar het vooral in dit jaargetijde
alles behalve aangenaam is, dan kan men licht
begrijpen wat er, zelfs zonder eenigen strijd,
in dat dun bevolkte land zonder wegen van
een eenigszins groote troepenafdeeling te recht
zal komen.
En tegenover de Japanners staan dan nu
nog wel in veel grooter aantal de Russen, die
evenals de Chineezen van het Noorden, in hun
dikke mantels, gevoerd met schapenvacht na
een slaap in de sneeuw even frisch zijn als
wij na een sluimering in een donsen bedje
Vooral deze tegenstelling vergete men niet,
Van veel meer belang dan het aantal troepen
dat beide landen kunnen mobiliseeren, zou
het dan ook, vooral van Japansche zijde, zijn
eens te weten, hoe het met den hospitaal
dienst gesteld is. Wel is waar is Japan toe
getreden tot de Conventie van Genève de
«beschaving" brengt dat zoo mede maar in
den Chineesch-Japanschen oorlog soort van
zoeken om aan hun voorstel toe te voegen
«mits zij, die voor de betaling van het school
geld aansprakelijk zijn, verklaren door het te
betalen schoolgeld al te zeer te worden ge
drukt of de kinderen van een buitengewonen
aanleg blijk geven."
De voorzitter zou dat denkbeeld liever in
een voorstel zien belichaamd.
De heer Fruin geeft hieraan gevolg, waarna
de zaak wordt aangehouden en opnieuw gesteld
in handen van burg. en weth.
In behandeling komt nu het voorstel van
burg. en weth. tot het verleenen van een sub
sidie aan de vereeniging Kindervoeding, waar
mede de commissie voor de financiën zich
vereenigt.
De heer jhr mr E. P. Schorer wijst er op dat
de argumenten voor en tegen deze zaak reeds
zoo dikwijls zijn besproken en vraagt stemming.
De heer Sprenger is niet van gevoelen ver
anderd en zal tegen het voorstel stemmen.
De heer Tak zal voor stemmen omdat hem
gebleken is dat de subsidie noodig is voor de
vereeniging om te kunnen voortgaan.
Het voorstel wordt daarop aangenomen
met 11 tegen 6 stemmen, die van de heeren
Sprenger, Wisboom Verstegen, Snouck Hur
gronje, De Rijcke, Schorer en Verhage.
Het voorstel van burg. en weth., om niet te
voldoen aan het verzoek van S. en M. Boogerd
om bij groot jaarlijksch
Het is de vraag of, nu de werken aan de
gasfabriek bjjna gereed zijn, het niet de tijd
is om het overdag geproduceerde gas meer
productief te maken.
Voor het bedrijf zoowel als voor verwarming
is de tegenwoordige prijs, in vergelijking met
wat men in andere plaatsen betaalt, zeer hoog.
Daardoor heeft de fabriek nog niet het nut
dat zij kan afwerpen.
Spreker vraagt of bij burg. en weth. nog niet
in overweging is genomen de vraag of het niet
wenschelijk zou zijn den prijs voor kook- of
bedrijfsgas te verlagen.
Willen burg. en weth. dat doen, dan zou
spreker aan de firma willen berichten dat zij
later op haar verzoek kan terugkomen.
De heer Ermerins zet nog uiteen dat ver
laging van den prijs van kookgas en bedrijfs
gas zeer in het voordeel zou zijn van het
publiek, dat daarvan zeker meer gebruik zou
maken.
Hij toont aan dat de fabricage van daggas
ook voordeelen kan afwerpen. Zonder belang
rijke kosten te veroorzaken, worden de winsten
grooter.
Vooral de kleine bedrijven zouden door
verlaging van den daggasprjjs worden gebaat.
Er zijn petroleum- en zuiggas-motoren, die
vooral in kleine bedrijven veel goedkooper
gas leveren dan de gemeente het kan geven.
De redenen, die de firma Boogerd leiden tot
het gebruik van gas uit de fabriek, zullen wel
zijn dat hare machines daarop zijn ingericht,
dat het brandgevaar minder is en de gemak
kelijkheid.
Voor verwarming en het koken wordt in
Middelburg nog weinig gas gebezigd, maar dat
zou verbeteren bij een lageren prijs van het
zgn. daggas.
Gaat men daartoe over, dan zou ook op het
muntgas een zekere reductie moeten worden
gegeven.
Spreker vraagt of burg. en weth. een derge
lijke wijziging van het tarief reeds in overwe
ging hebben genomen of dit willen doen.
Is dit laatste het geval, dan zou spreker aan
de firma Boogerd willen berichten wat door
operette-oorlog werden de Europeesche
oorlogscorrespondenten alleen tot een «model
barak" toegelaten waarin «modeT'-patiënten
verpleegd werden door «model-verplegers".
Zooals de heer Creelman, de correspondent van
de New-York Herald, dat indertijd aan schrijver
dezes eens zeer juist zeide, was dat_»aö exhibition
work".
Links en rechts van de marschrouten in
Louatung en Shantung lagen echter bij dien
oorlog de arme Japansche soldaten, die niet
meer verder konden en doodvroren, zoodat mon
den volgenden dag een stok kapot kon slaan
op hun verstijfde lijken. Daar werd echter
geen nota van genomen. Trouwens als alle
Oostersche volkeren, tellen de Japanners de
waarde van een menschenleven niet. Mede
lijden naar Europeesche opvatting kennen zij
niet. Van daar ook dat het lang zal duren
alvorens de begrippen van het Roode Kruis on
der de Japanners zullen doordringen. Met do
«modelbarak", waarmede toen inderdaad als
een soort van tentoonstellingwerk werd rond
gesjouwd, heeft dat niets uit te staan.
Van even veel belang zou het zijn eens iets
naders te vernemen omtrent de Japansche
intendance. Onder normale omstandigheden
reeds van het hoogste gewicht, is dit in
dubbele mate van belang waar men met
troepen van bepaald inferieure physieke
kwaliteit te doen heeft. Daar is legerverzor-
ging en verpleging van bijna nog hooger
waarde dan legeraanvoering. Tijdens den'
Japansch-Chineeschen oorlog was het met dien
tak van dienst bij de Japanners maar zeer
matig gesteld. In den vorm van bedorven
blikken met rijst en stinkende visch werd hot
toen den Japanschen soldaat duidelijk, dat de
intocht der Europeesche beschaving in Japan
niet samen is gevallen met den uittocht der
Oostersche corruptie. Integendeel, deze echt
Oostersche ondeugd was er niet minder door
geworden. Er zgn toen enorme schandalen
aan het daglicht gekomen, waarover natuurljjk
I