is, Japanners en Sussen. I >urg. Middelburg 21 Januari. D 8 11,15 6.1 BIJVOEGSEL Vrijdag 22 Januari 1904 no. 18. de vaccinatie. BENOEMINGEN, ENZ. prof. dr. a. w. nieuwenhuis. Gemeenteraad van Middelburg. verbruik van gas den prijs te verlagen, geeft den heer Ermerins aanleiding er op te wijzen dat het gewenscht is die zaak nader in overweging te nemen. I •II i 9 3ste 'overleg. b. o., t. a, t. a. tgr- ■s. riant uit- b. o., ter- keuken, 4 kamera, iienw ver- 6 kamera, April, era. Huur kamer, 85 2 kamera, week, ka- ieel vrjj; 5 b. o., ter- terstond t. aers, keu- met uit- baleon, 6 geschikt Is, keuken, pprjjs b. o. [jes. ■der 3 ka- elwater. |a, nu ver- •ein. Huur terr e in,8 a, nu ver ts, alcov e, is en tuin rs, alcove, SMITS, kaam- met pre- irwaarden J>t 1.50, IBLOED. e) 7.'33 e) 8.53 10.14 Venloo. enloo 6.1 7,25 8.5 .8,22 8.38 YAN DE VAN Nu door de jongste gevallen van pokken in ons vaderland bet vaccinatie-vraagstuk een vernieuwd belang beeft verkregen, verdient zeker wel de aandacht wat Maandagavond in het Toussamthuis te 's Gravenhage voor de Vereeniging tot bevordering der belangen van verplegers en verpleegsters Nosokomos, door dr Yan den Byllaardt uit IJsselmonde aan de aanwezigen is uiteengezet. Het was een lans, gebroken voor de vacci natie. De argumenten, die spreker aanvoerde ten voordeele van hot stelsel van inenting ontleende hij voor een deel aan een groot werk van den directeur van het Statistisch Bureau te Boedapest. Yolgens dr V. d. Bijllaardt was dit werk »het degelijkste pleidooi, dat ooit voor de inenting geleverd is." Aan de hand van den samensteller trachtte bij de bezwaren te weerleggen, die van verschillende zijden tegen de vaccinatie zijn gerezen. De Nieuwe Courant geeft van de mentings- verdediging door den spreker het volgend verslag »Na het treurige beeld geschetst te hebben van den poklijder, die veel meer te doorstaan heeft dan uiterlijk waarneembaar is, besprak spr. de wijze, waarop de besmetting wordt overgebracht, haar groote gevaren en de ver schijnselen, waaraan de vreeselijke ziekte in haar eerste stadium wordt berkend. Vervolgens ging spr, bet ganscbe verloop der ziekte na, die een proces van 4 tot 6 weken doormaakt. Zoo de patient in leven blijft, zijn toch de gevolgen dikwijls ontzettend, het gansche leven naar lichaam en soms ook naar den geest ver woestend. Nagaande hoe lang deze geesel de mensch- heid reeds foltert, bracht spr, in herinnering, dat in de Germaansche godenleer de pokziekte reeds gevonden wordt, en vaststaat, dat 3000 jaren vóór onze jaartelling de pokken reeds in Oost-Azië woedden. Uit statistische gege vens toonde spr. aan, dat de pokken altijd het hevigst optreden, daar waar zij voor het eerst voorkomenuit dezelfde gegevens bleek, dat het isoleer-stelsel volstrekt niet nieuw is in de 17e eeuw werd het reeds toegepast; in het laatst der 18e eeuw beerschte in Engeland de ziekte zoo hevig, dat ook de huisdieren werden aangetasthieraan is te danken geweest d' ontdekking der humane en animale inenting waarvan de eer toekomt aan dr Jenner. Later zijn groote epidemieën in Londen voorgeko men en bleek verpletterend het resultaat der inenting. Ondanks de enorme daling van het sterfte cijfer kwam er groote tegenstand, soms op de dolzinnigste gronden. Beweerd werd o. a., dat inenting ziekten van anderen aard overbracht. Een enquête bracht aan het licht, dat nóch syphilis, nóch tuberculose worden overgebracht, en uitgerekend is, dat op een millioen menschen slechts twee meer aan huidziekte leden tenge volge van de inenting. Wel is het mogelijk dat b. v. latente tuberculose actief wordt ten gevolge van de inenting. De kans om door de inenting te sterven is enorm kleinvan de 32 millioen ingeenten in Duitschland stierven er slechts 113. In ons land deed zich hetzelfde gunstige verschijnsel voor, zoodat spr. meende te mogen concludeeren, dat de inenting met animale lymphe beslist is te verkiezen boven de kans om de pokken te krijgen. Komende tot de quaestie der verplichte inen ting, toonde spr. met cijfers aan, dat in Neder land, met zijn zijdelingschen dwang, de sterfte per 100,000 bedraagt 11,5; in Duitschland met verplichte inenting 2.8 per 100.000. Toch erkende spr. gaarne, dat de inenting niet absoluut helptzij vermindert slechts de praedispositietegen de invloeden van buiten is geen afdoende maatregel te nemen. Uitvoerig behandelde spr. den strijd, met cijfers en feiten gevoerd door den directeur van het statistisch bureau te Boedapest, Körösi, tegen de argumenten van tegenstanders als Keiler en Vogt, niet nalatende er op te wijzen, dat omtrent den eerste op het congres te Was hington is uitgemaakt dat hij valsche statis tieken heeft uitgegeven. Ten slotte behandelde spr. de vraaghoe lang duurt de onvatbaarheid voor pokken na inenting Dat hangt geheel van de indivi duen af. De eene deskundige wil na 7, de andere na 10 jaren revaccineeren. Isolatie-dtoanp vond spr. een zeer wreeden en practisch niet uitvoerbaren maatregel, ter wijl hij het een ramp zou achten, indien de zijdelingsche inentingsdwang hier te lande ge deeltelijk werd opgeheven. Spr. hoopte, dat in dezen kring van hen die zieken hebben te verplegen, de vaccinatie .Tenner's groote werk tot heil der menscheid, steun en krachtige verdediging zou vinden. Hetgeen hier onder volgt, is eene beschou wing van iemand die door persoonlijke ervaring in Oost-Azië kennis heeft opgedaan van de positie en van de eigenschappen der volken die daar nu tegenover elkaar staan. Het was ons welkom de dagelijksche kroniek eens te kunnen aanvullen met de dieper gaande meedeelingen van een ooggetuige, waardoor men een nieuwen kijk krijgt op tal van zaken in dat zooveel van ons verschillende land Iedereen, die eenigszins bekend is met de toestanden in het tegenwoordig zoo druk be sproken Oost-Azië, zal zeker bij het lezen der dagbladen in den laatsten tijd zich wel eens afgevraagd hebben hoe heb ik het nu Moet het dreigend conflict tusschen Rusland en Ja pan opgevat worden als een oorlog van twee groote Europeesche mogendheden, waarbij al leen datgene geldt, dat gemeenlijk den door slag geeft in een strijd tusschen twee groote Europeesche natiën, n. 1. dat «God in den regel aan de zijde van de grootste bataljons staat?" Is die maatstaf hier niet onjuist, in hooge mate misleidend, voerende tot glad verkeerde conclusies Werkelijk als men bijhoudt wat thans over dit onderwerp dag in dag uit wordt gepubli ceerd, staat men verbaasd over de snelheid waarmede Japan en zijn interessante bewoners in de oogen van het Europeesehe publiek tot den rang van groote mogendheid zijn opgeklom men en nog meer over de onbekendheid in breeden kring met enkele factoren, die meer dan groote of kleine batailjons van beslissen- den invloed op den komenden strijd zullen zijn. Het is alsof men in Europa geheel vergeten is dat Japan een Oostersch land met een Ooster- sche bevolking is en blijft En dat wel on danks alle geïmporteerde Europeesche bescha ving, die Japan wel een op Europeescheir voet geschoeid leger schonk, maar natuurlijk niet Bij kon. besluit is benoemd bij het wapen der art., bij den staf van dat wapen, tot luit.-kol. de majoor C. H. A. R. Schuurman, van dien staf, eerste- officier bij de Kon. Mil. Academie zijn benoemd bij het Dep. van Oorlog tot hoofdcommies de commiezen J. Wind jr. en E. L. van Ruytenberg, en tot adjunct-commies de opzichter-ambtenaar der genie O. Baron, thans tijdelijk bij dat Dep. werkzaam is de 1ste luit. der genie van het leger in N.-I. G. F. Steinbuch, met verlof in Europa, ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Het L. D. meldt omtrent den nieuwbenoem- den hoogleeraar in de geschiedenis, letterkunde, oudheden, instellingen, zeden en gewoonten der volken van den Indischen Archipel en in de physische aardrijkskunde van den Indischen archipel aan de Universiteit te Leiden Anton Willem Nieuwenhuis werd geboren te Papendrecht 22 Mei 1864, studeerde te Leiden in de geneeskunde, en toonde in dien studietijd een bijzondere voorliefde voor de jacht en natuurwaarnemingen. In 1889 verwierf hjj het diploma van arts, werd hetzelfde jaar tot officier van gezondheid der 2de kl. benoemd en promoveerde in 1890 te Freiburg i. B. cum laude als doctor in de medicijnen op een dis sertatie Ueher Ilaematoma Scrote. In hetzelfde jaar vertrok hij naar Indië, werd aanvankelijk naar Batavia geplaatst en in 1891 naar Samba gezonden. Bestemd om deel uit te maken van de wetenschappelijke expeditie, die door de Maatschappij tot bevordering van het natuur kundig onderzoek der Ned. koloniën werd uitgezonden ter onderzoeking van Centraal- Borneo, ging hij in Januari 1894 naar Pontianak, Een voornaam deel van de taak, die deze expeditie zich had gesteld, was de overschrij ding en het onderzoek van de waterscheiding van het brongebied van de Kapoeas en den Maliakkain. Prof. Molengraaf had zich voorge nomen met Nieuwenhuis samen den tocht te maken onder geleide van een controleur van het B. B. Omstandigheden hebben de reizigers belet dit plan ten uitvoer te brengen. Op het eind van 1894 werd Nieuwenhuis gedirigeerd naar Lombok, van waar hjj het volgende jaar terugkeerde en met toestem ming der Indische regeeiing zich ten tweeden male naar Borneo begaf om de nog geheel onbekende streken van den Boven-Mahakkam te onderzoeken. De bovengenoemde Maatschappij gaf voor deze nieuwe reis ruime ondersteuning. Na volbrachte reis keerde hij in Juni 1897 over Samarinda naar Batavia terug. Ter beschik king gesteld van den directeur van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, was een der resul taten van zijn arbeid aldaar de beschrijving van Tinea ambricata, de schimmel, die van een bekende huidziekte het gevolg is. Inmiddels bewerkte hij het zeer belangrijke werk, dat in twee lijvige deelen in 1900 bij de firma Brill te Leiden verscheen onder den titel: In Centraal-Borneo, Reis van Pontianak naar Samarinda. In 1898 vertrok hij nogmaals naar Borneo in opdracht van het gouverne ment voor een reis naar door hem voor het eerst bezochte streken, mede om de hoofden der bevolking daar over onderwerping en aan sluiting bij het Ned.-Indische Bestuur te spre ken. Werd deze tocht uit staatkundig oogpunt met succes bekroond, ook wetenschappelijk was deze, als ook de vorige reizen, van zeer groot belang. Daaraan danken wij de zeldzaam belangrijke verzamelingen van voorwerpen en photogra- phieën, die op antropologisch en ethnogra- phisch gebied van onzen Indischen Archipel haar wederga niet heeft. Elke phase van het menschel jjk levennijverheid, huizenbouw spelen, dansen, rouwgebruiken enz., enz., wor den daardoor op uitstekende wijze toegelicht. In Mei 1899 kwam hij met zijn gezelschap te Samarinda, van waar de hem vergezellende controleur met zijn gevolg de terugreis aan vaardde, Nieuwenhuis achterlatende, die zich verder wijdde aan de studie van het oostelijk deel van Centraal-Borneo. In September 1898 werd hij bevorderd tot officier van gezondkeid le klasse, nadat hij een jaar te voren benoemd was tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Thans is hij geruimen tjjd met verlof hier te lande, in den laatsten tijd in Leiden wonende, waar hij zich nu voor goed zal vestigen om zijn jonge krachten te wijden aan de bevor dering der wetenschap en den bloei der Leidsche hoogeschool. Zitting van Woensdag middag te 2 uur. (Slot). Voorzitter de heer jhr. mr. L. Schorer, bur gemeester. Tegenwoordig al de leden. Door het dag. bestuur wordt voorgesteld niet in te willigen het verzoek van het hoofdbe stuur der Ned. Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde, betreffende kostelooze beschikbaar stelling van een verlicht en verwarmd lokaal voor een tuinbouwwintercursus, Den heer De Veer is gebleken dat overal waar dergelijke cursussen worden gegeven de gemeente öf subsidie geeft óf kosteloos ver warmde lokalen afstaat. Spreker acht die cursussen hoogst nuttig. Het rijk bekostigt wel die cursussen, maar de gemeente kan ook wel iets doen. Het gaat toch niet aan dat de leeraren de kosten van verlichting en verwarming zelf betalen. Spreker stelt voor te besluiten ten behoeve de eeuwen-oude Oostersche begrippen van dit volk wegvaagden. In den tijd van een genera tie was en is dit niet mogelijk. Van daar dat men den dreigenden oorlog ook wel eens uit dien gezichtshoek mag bezien, Het zij mij geoorloofd dit hier nader toe te lichten. Waar ik hiervoren sprak van een verkeerd aangelegden maatstaf, bedoelde ik de verschil lende opgaven over de militaire weermiddelen die beide staten eventueel tegenover elkander kunnen stellen, en waaruit dan, als had men te doen met een eenvoudige cijfersom, de slotsom getrokken wordt, dat hetzij Japan hetzij Rusland in de worsteling overwinnaar zal blijven. De Kölnisclie Zeitung gaf onlangs, bljjkbaar van de hand van een militair, een dergelijk overzichten nog steeds wordt op dit thema vlijtig voortgeborduurd waarbij militaire tijd schrift-artikelen en tot zelfs de Almanack de Gotlia de bronnen zijn, waaruit gewoonlijk deze bijzonderheden worden geput. Op grond van die becijferingen met «ka- nonnen", »sabels", »geweren", »pantserschepen" «torpedo's" enz. enz. als eenheden, is dan ook algemeen de opinie verbreid, dat Japan sterker ter zee, Rusland sterker op het land is. Nu wensch ik volstrekt niet de juistheid van deze opgaven noch van de- conclusie in twijfel te trekken, maar dat zij dezelfde waarde hebben of zouden kunnen hebben als in een oorlog tusschen twee groote mogendheden, beter ge zegd tusschen twee blanke rassen, is eenvoudig den schijn voor de werkelijkheid aannemen, geheel miskennen den allergewichtigsten factor, dat een van de strijdende partij 'een zuiver Azia tisch volk is. Daarmede vervallen van zelfs de meeste be rekeningen over «sabels", «kanonnen" en wat daar verder bij behoort. Want wat hierbij b. v. eenvoudig over het hoofd gezien wordt, en dat toch inderdaad den doorslagkan geven, is de physieke gesteld heid van het Japansche «militair". Wanneer ik van dien cursus kosteloos een verlicht en verwarmd lokaal te geven. De heer Fruin vraagt of door het college van burg en weth. onderzocht is de waarheid van hetgeen in het adres is beweerd en dat, als de leerlingen moeten betalen, er veel kans zou bestaan dat de cursus verliep. De voorzitter deelt mede dat dit niet ge beurd is. De heer Snouck Hurgronje zal stemmen voor het voorstel-De Veer. Hij vindt de som van 30 zoo bescheiden dat de gemeente die wel kan dragen. De heer Fruin meent dat uit het niet instel len van een onderzoek door burg. en weth. is af te leiden dat zij van de juistheid van het gestelde overtuigd zijn." De heer De Veer zet nog uiteen dat de tuinmansknechts, die den cursus volgen, geen leergeld kunnen betalen. De voorzitter wijst er nog op dat de ge meente steeds voor verwarming en verlichting van lokalen een kleine vergoeding vraagt. De heer Van Dunné merkt op dat, nu een maal een vereeniging begonnen is die lessen te geven, zij ook moet zorgen de middelen te hebben om de kosten te dragen. Wanneer men hier nu subsidie geeft, dan dient men dat ook bij tal van andere zaken te doen; anders is men niet consequent. De heer De Veer wijst er op dat de gemeente wel subsidieert een ambachtschoolwaarom zou zij nu niet een tuinbouwschool steunen Is er bezwaar tegen den vorm van zijn voor stel, dan wil spreker wel voorstellen een kleine subsidie te geven. Het voorstel-De Veer, alsnu in stemming gebracht, wordt verworpen met 12 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Fruin, De Veer, Van der Harst, Snouck Hurgronje en Van Teylingen. Daarop wordt het voorstel van burg. en wetbf goedgekeurd. er nu even aan mag herinneren, dat van alle Oostersche volkeren er geen bevolking is, waar de syphilis meer verspreid is dan juist onder het Japansche volk, dan kan men licht nagaan, wat het zeggen wil als een regiment Japansch voetvolk ontberingen en lange marschen moet maken. Onder de leiding van den Nederland- schen doctor Van der Heyden is indertijd ter bestrijding van die ziekte in Japan reeds veel gedaan, maar dat hetgeen door hem en later door anderen daartegen verricht, is in verhouding tot het kwaad veel uitgewerkt heeft, zal wel niemand voor zijn rekening willen nemen. Trouwens hoe physiek zwak het ras is, be wijzen de keuringen voor de nationale militie, Een jaar of acht geleden werd geregeld nog omstreeks 25 van het totaal dienstplichtigen afgekeurd en daarbij zullen de Japansche sta tistieken ook wel geflatteerd zijn. Ofïicieele cjjfers, door de regeering te Tokio gepubliceerd, dienen steeds met de noodige reserve aange nomen te worden, en zeer in het bijzonder waar het een zaak raakt als deze, die verband houdt met het oordeel, dat de «Westersche duivels" over Japan zouden kunnen vellen. Ter loops zij hier nog opgemerkt, dat vol strekt niet alleen de Chineezen de Europeanen in den grond van hun hart voor «duivels' houden. Ik zou gerust durven zeggen dat de vreemdelingenhaat al komt hij niet zoo tot uiting, blijft hij meer verborgen in veel sterker mate onder de Japanners heerscht. Er komt bij de Japanners afgunst bp, terwijl de Chinees bij zijn rassenhaat nog zoo iets gevoelt als medelijden met den «dommen" Kaukasiër, Van daar b. v. dat een zendeling in China heel gemoedelijk zonder molest Confusius midden op straat voor een boeren-bedrieger kan uit maken. Als de Mandarijnen er niet achter zitten, zal de Chineesche menigte dikwjjls hem voor een goedmoedigen zot of gek houden. Ik heb het eens bijgewoond, nog wel op den drempel van een Chineeschen tempel, dat men mij verzocht den Evangeliedienaar een plaatsje in het hospitaal te willen bezorgen. Hij mocht eens gevaarlijk worden en zijn vader of moeder Thans komt in behandeling het voorstel van burg. en weth. tot wijziging van de verorde ning op de heffing van schoolgeld op de lagere scholen, met het daarop ingediend amendement van den heer mr R. Fruin. Dit laatste strekt om te bepalen dat kin deren, die bij het invoeren dezer verordening (nl. die van 16 Juli 1902) school D. of E. bezoe ken, tot school J. worden toegelaten voor hetzelfde schoolgeld, dat krachtens de veror dening van 20 Sept. 1899 verschuldigd zou zijn geweest, zoo zij niet van school D. of E. naar school J. waren verplaatst, nl. zoo dit minder bedraagt dan hetgeen wegens hun bezoeken van school J. verschuldigd zou zijn. Burg. en weth. ontraden de aanneming van dit amendement, en dat doet ook de commissie van financiën. De heer Fruin zegt met belangstelling kennis genomen te hebben van de critiek van burg. en weth. op zijn amendement. Burg. en weth. voeren er tegen aan dat het amendement alleen geldt voor de scholen D en E maar niet voor de scholen A, C en G. Dat is zoo, maar daartoe is spreker niet gekomen omdat hij dit te ingrijpend acht. Hij wil zijn amendement intrekken, maar wijst er toch op dat burg. en weth. ook niet billjjk zijn - in hun voorstel. Nu wordt voor een achttal kinderen een privilege geschapen. Spreker toont aan dat verschillende ouders, wier kinderen tot een verlaagd schoolgeld zullen worden toegelaten, blijkens hun aanslag in den hoofdelijken omslag, wel een hooger bedrag kunnen betalen. Daarom kan spreker met het voorstel van burg. en weth.'niet meegaan. Spreker zou aan burg. en weth. willen ver eens kwaad kunnen doen En dat was geen ironie of grapje, maar volle ernst. In hun oogen was de man volslagen krankzinnig. "Welnu, laat hetzelfde eens in Japan gebeuren dan komt hij er niet levend af. En daar de heeren zendelingen dit weten, worden derge lijke brute, Amerikaansche procédés van prose lietenmakerij ook niet in Japan toegepast. Ik haal dit staaltje alleen aan ter typeering van het verschil in volksaard. Beiden haten de Europeanen, maar de Japanners nog het meest, het innigst, het diepst. Om nu op het onderwerp terug te komen. In de praktijk van den oorlog heeft dus een regiment Japansche infanterie een veel gerin gere waarde dan een even sterk regiment Europeesche infanterie. Elke licht gewonde ten minste al weder naar verhouding zal veel langer tijd noodig hebben om weder dienst te kunnen doenhet aantal achterblijvers, zieken en uitgeputte soldaten en officieren zal veel grooter zijn- Voeg ik hier nu nog bij, dat het tooneel van den eventueelen strijd het onherbergzame Korea en het niet minder woeste Mantsjoerije zal zijn, waar het vooral in dit jaargetijde alles behalve aangenaam is, dan kan men licht begrijpen wat er, zelfs zonder eenigen strijd, in dat dun bevolkte land zonder wegen van een eenigszins groote troepenafdeeling te recht zal komen. En tegenover de Japanners staan dan nu nog wel in veel grooter aantal de Russen, die evenals de Chineezen van het Noorden, in hun dikke mantels, gevoerd met schapenvacht na een slaap in de sneeuw even frisch zijn als wij na een sluimering in een donsen bedje Vooral deze tegenstelling vergete men niet, Van veel meer belang dan het aantal troepen dat beide landen kunnen mobiliseeren, zou het dan ook, vooral van Japansche zijde, zijn eens te weten, hoe het met den hospitaal dienst gesteld is. Wel is waar is Japan toe getreden tot de Conventie van Genève de «beschaving" brengt dat zoo mede maar in den Chineesch-Japanschen oorlog soort van zoeken om aan hun voorstel toe te voegen «mits zij, die voor de betaling van het school geld aansprakelijk zijn, verklaren door het te betalen schoolgeld al te zeer te worden ge drukt of de kinderen van een buitengewonen aanleg blijk geven." De voorzitter zou dat denkbeeld liever in een voorstel zien belichaamd. De heer Fruin geeft hieraan gevolg, waarna de zaak wordt aangehouden en opnieuw gesteld in handen van burg. en weth. In behandeling komt nu het voorstel van burg. en weth. tot het verleenen van een sub sidie aan de vereeniging Kindervoeding, waar mede de commissie voor de financiën zich vereenigt. De heer jhr mr E. P. Schorer wijst er op dat de argumenten voor en tegen deze zaak reeds zoo dikwijls zijn besproken en vraagt stemming. De heer Sprenger is niet van gevoelen ver anderd en zal tegen het voorstel stemmen. De heer Tak zal voor stemmen omdat hem gebleken is dat de subsidie noodig is voor de vereeniging om te kunnen voortgaan. Het voorstel wordt daarop aangenomen met 11 tegen 6 stemmen, die van de heeren Sprenger, Wisboom Verstegen, Snouck Hur gronje, De Rijcke, Schorer en Verhage. Het voorstel van burg. en weth., om niet te voldoen aan het verzoek van S. en M. Boogerd om bij groot jaarlijksch Het is de vraag of, nu de werken aan de gasfabriek bjjna gereed zijn, het niet de tijd is om het overdag geproduceerde gas meer productief te maken. Voor het bedrijf zoowel als voor verwarming is de tegenwoordige prijs, in vergelijking met wat men in andere plaatsen betaalt, zeer hoog. Daardoor heeft de fabriek nog niet het nut dat zij kan afwerpen. Spreker vraagt of bij burg. en weth. nog niet in overweging is genomen de vraag of het niet wenschelijk zou zijn den prijs voor kook- of bedrijfsgas te verlagen. Willen burg. en weth. dat doen, dan zou spreker aan de firma willen berichten dat zij later op haar verzoek kan terugkomen. De heer Ermerins zet nog uiteen dat ver laging van den prijs van kookgas en bedrijfs gas zeer in het voordeel zou zijn van het publiek, dat daarvan zeker meer gebruik zou maken. Hij toont aan dat de fabricage van daggas ook voordeelen kan afwerpen. Zonder belang rijke kosten te veroorzaken, worden de winsten grooter. Vooral de kleine bedrijven zouden door verlaging van den daggasprjjs worden gebaat. Er zijn petroleum- en zuiggas-motoren, die vooral in kleine bedrijven veel goedkooper gas leveren dan de gemeente het kan geven. De redenen, die de firma Boogerd leiden tot het gebruik van gas uit de fabriek, zullen wel zijn dat hare machines daarop zijn ingericht, dat het brandgevaar minder is en de gemak kelijkheid. Voor verwarming en het koken wordt in Middelburg nog weinig gas gebezigd, maar dat zou verbeteren bij een lageren prijs van het zgn. daggas. Gaat men daartoe over, dan zou ook op het muntgas een zekere reductie moeten worden gegeven. Spreker vraagt of burg. en weth. een derge lijke wijziging van het tarief reeds in overwe ging hebben genomen of dit willen doen. Is dit laatste het geval, dan zou spreker aan de firma Boogerd willen berichten wat door operette-oorlog werden de Europeesche oorlogscorrespondenten alleen tot een «model barak" toegelaten waarin «modeT'-patiënten verpleegd werden door «model-verplegers". Zooals de heer Creelman, de correspondent van de New-York Herald, dat indertijd aan schrijver dezes eens zeer juist zeide, was dat_»aö exhibition work". Links en rechts van de marschrouten in Louatung en Shantung lagen echter bij dien oorlog de arme Japansche soldaten, die niet meer verder konden en doodvroren, zoodat mon den volgenden dag een stok kapot kon slaan op hun verstijfde lijken. Daar werd echter geen nota van genomen. Trouwens als alle Oostersche volkeren, tellen de Japanners de waarde van een menschenleven niet. Mede lijden naar Europeesche opvatting kennen zij niet. Van daar ook dat het lang zal duren alvorens de begrippen van het Roode Kruis on der de Japanners zullen doordringen. Met do «modelbarak", waarmede toen inderdaad als een soort van tentoonstellingwerk werd rond gesjouwd, heeft dat niets uit te staan. Van even veel belang zou het zijn eens iets naders te vernemen omtrent de Japansche intendance. Onder normale omstandigheden reeds van het hoogste gewicht, is dit in dubbele mate van belang waar men met troepen van bepaald inferieure physieke kwaliteit te doen heeft. Daar is legerverzor- ging en verpleging van bijna nog hooger waarde dan legeraanvoering. Tijdens den' Japansch-Chineeschen oorlog was het met dien tak van dienst bij de Japanners maar zeer matig gesteld. In den vorm van bedorven blikken met rijst en stinkende visch werd hot toen den Japanschen soldaat duidelijk, dat de intocht der Europeesche beschaving in Japan niet samen is gevallen met den uittocht der Oostersche corruptie. Integendeel, deze echt Oostersche ondeugd was er niet minder door geworden. Er zgn toen enorme schandalen aan het daglicht gekomen, waarover natuurljjk I

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 5