Vrijdag 8 Januari. Uit Stad en Provincie. N°. 6. 147e Jaargang. 1904. Middelburg 7 Januari. BENOEMINGEN, ENZ. Oost'InfliB. BlIRfiSCHË COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EX VERWACHTING. 7 Jan. 8 u. vin. 28 gr., 12 u. 30 gr., av. 4 u. 31 gr. F. V e r w a c h tmatige Z. wind, betrokken lucht, droog weer, geringe toename in temperatuur. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groole letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA HAR Az., X.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. REGELING VAN HET GEMEENTE BEDRIJF. Aan het door den minister van binnenland- sche zaken ingediend wetsontwerp tot rege ling van de gemeentebedrijven en van het comptabel beheer van gemeentegelden is in de Vragen des Tijds eene gezette beschouwing gewijd door den hoogleeraar mr. M. W. F. Treub, een beschouwing die vooral aandacht verdient, wijl zij het ontwerp, wat zijn begin selen betreft, in 't oog vat. Mr. Treub begint met de woorden, door prof. Drucker bij 't jongste algemeen begrootings- debat uitgesproken, tot de zijne te maken, te weten.dat de tegenwoordige minister van binnenlandsche zaken het er op gezet schijnt te hebben zijn naam te verbinden aan de wij ziging van al onze belangrijke organisatie wetten, maar dat 't geen in deze geschiedt meer doet denken aan het werk van den schrijver die min of meer vluchtig nu eens het eene dan weer het andere onderwerp aanraakt, dan aan het werk van den rustigen en ern- stigen staatsman, die zich den tjjd gunt de eene stof na de andere grondig onder handen te nemen. Mr Treub heeft een principieel bezwaar tegen dit werk van dr Kuyper, een bezwaar dat, eigenaardig genoeg, in overeenstemming is met hetgeen als eisch in het anti-revolutionnaire program heeft gegolden. Terwijl men van anti- revolutionnaire zijde steeds heeft geijverd voor de - gewestelijke en gemeentelijke autonomie, wordt in dit ontwerp het vrijheidsbeginsel, dat de tegenwoordige gemeentewet beheerscht, aan banden gelegd. Het ontwerp spreekt van regeling der bedrijven, maar het wil feitelijk de bedrijven beperken. De beperking, die het ontwerp wil aanbrengen, volgt niet uit de regeling, 't is juist omgekeerd, de regeling volgt uit de beperking. Yoor dien beperkingsdrang is geen aanleiding te vinden in economisch machts- gebruik van een gemeente. Ware die aanwezig, de steller der memorie van toelichting zou het voorbeeld wel genoemd hebben. Er is geen enkele gemeente die met haar zeer geduchte middelen een doodende concurrentie aangaat met het niet monopolistisch vrije bedrijf- 't Klinkt trouwens vrij wel bespottelijk te spreken over «feitelijk onbeperkte gemeente lijke geldmiddelen," waar de gemeentebestuur ders als hongerige wolven zitten bij ledige schatkisten! Maar al is er geen feitelijke aanleiding voor de voorgestelde beperking der gemeentelijke autonomie, 't motief ligt dicht genoeg voor de hand. De christelijke signatuur van de regeering is oen anti-socialistische geworden. De sociaal democratie is de veelhoofdige draak, wiens ver delging de christelijke ridders zich tot taak hebben gesteld, 't Zou kunnen gebeuren dat de draak een harer koppen in het gemeentelijk bedrijf stak, en dat moet worden voorkomen. Waar de sociaal-democratie de leiding van het beheer eener gemeente in handen mocht krijgen zoo redeneeren deze ridders staat te duchten dat zij met het gemeentegeld het vrije bedrijf in de gemeente dooden zal. 't Gevaar is misschien niet urgent, maar het bestaat. De socialistische draak spuwt met zijn gemeente-bedrijfshoofd nog wel geen ver nietigend vuur naar het vrije bedrijf, maar hij loenst er toch naar. Reden genoeg om het ondier dezen kop af te slaan vóór hij daar mede aan het vuurspuwen toe is. t Eigenaardig geval doet zich hierbij voor, dat de christelijke regeering zich in dezen ijver tegen het socialistisch monster in het eigen anti-revolutionnaire vleesch heeft gesneden. De minister verlaat in zijn ijver om den sociaal- democratischen vijand te vervolgen zijn eigen anti-revolutionnair terrein en komt terecht op het véld van den revolutionnairen staat met zijn miskenning van de souvereiniteit in eigen kring. Waar het program der regeering eischt uit breiding van de gemeentelijke autonomie, brengt dit ontwerp beperking. Na er op gewezen te hebben, dat de denk beelden, die dr Kuyper bij dit ontwerp stelt, niets specifieks anti-revolutionnairs hebben en door hem (Treub) en vele anderen, die niet tot de anti-revolutionnaire partij behooren, geheel wor den aanvaard, staat de schrijver wat langer stil bjj de rechten en ,plichten van staat en ge meente. Hij erkent zeer zeker het recht van den staat om hier en daar de gemeentelijke autonomie te beperken zooals b.v. bij de woningwet geschiedt maar de beperkingen behooren haar grond te vinden in het uit groeien van bepaalde belangen buiten de gemeente-grenzen, en waar dit niet het geval is zooals in de aanhangige gemeentewet daar is het dubbel geraden zich schrap t« zétten tegen elke beperking der autonomie, welke niet in den natuurlijken groei van het staatsverband haar verklaring en rechtvaardi ging heeft. Wat de anti-revolutionnaire minister thans voorstelt, is niet het gevolg van den natuur lijken groei van het staatsorganisme, maar van een inbreuk op de autonomie der gemeente en dient te worden afgeweerd. De door hem thans voorgeschreven vrijheidsbeperking vindt geen enkelen rechtvaardigingsgrond in de anti-revolutionnaire staatsleer. Zij is alleen en uitsluitend hieruit te verklaren, dat de minister Kuyper den partijleider Kuyper en met dezen «het Program" verloochent en uit hoofde van het roode gevaar bevreesd is voor het doorwerken van de gemeentelijke vrijheid, 't Is een politieke kindermoord die hij be gaat hij snijdt een van zijn meest geliefde troetelkinderen den hals af. Na aldus de principieele kwestie te hebben behandeld, komt de heer Treub tot de wijze waarop het beperkingsdenkbeeld is uitgevoerd. Wij moeten ons verder tot enkele korte aan wijzingen wat den inhoud betreft beperken, onder verwijzing, naar het artikel, zelf. Afgescheiden van de beperkings-bedoeling acht mr Treub de regeling in hoofdzaak goed bedoeld, al is de uitwerking gebrekkig. De spreuk dat de goede bedoeling te prijzen valt ook waar krachten ontbreken, is echter niet voor den wetgever geschreven. Want een wetgever die zijn be doelingen niet in de wet weet te belichamen, toont daarmede dat hij voor zijn taak onge schikt. is. De tegenwoordige wet regelt het gemeente-bedrijf al doet zij dat gebrekkig en het is de taak van den wetgever die artikelen zoo om te werken dat zij in een betere en vollediger toepassing passen. Dit heeft dr Kuyper echter niet gedaan. Hij laat de artikelen on aangeroerd en voegt eenvoudig aan de wet een nieuw artikel 142a toe, handelende over de bevoegdheid van de gemeente tot bedrijfs- oefening, met een nieuwen titelVan de ge meentelijke bedrijven. Met de bekende moeilijk heden. waartoe de artt. 238 en 254 aanleiding geven, vooral in verband met de exploitatie der gemeente-bedrijven, laat het ontwerp zich niet in. Het kent de moeilijkheden niet, en laat ze in hun volle kracht bestaan, terwijl er nog nieuwe aan worden toegevoegd, 't Beperkt de gemeente in de uitoefening van bedrijven, maar geeft niet aan wat onder bedrijven is te ver staan, Men zal krijgen werken en inrichtingen wier beheer als bedrijf geldt en als zoodanig valt onder de beperkingen en regelingen van het gemeente-bedrijf, en werken en inrichtingen met welke dat niet het geval is en ten aanzien waarvan die regeling en vooral die beperkingen niet gelden. Waar het geoorloofd bedrjjf eindigt en de ongeoorloofde concurrentie met het vrije bedrijf begint, is niet uit te maken. De verbodsbepaling is niet alleen naar in houd onverdedigbaar maar ook, naar de hoog leeraar doet uitkomen, naar vorm ondeugdelijk. Zij heeft op de geheele voorgestelde regeling van het gemeente-bedrijf de werking van de vlieg die de apothekerszalf bederft. Was het onzalige beperkings-denkbeeld niet bij den minister opgekomen, hij zou het beoogde doel met een kleine wijzigingen aanvulling der wet hebben kunnen bereiken. De regeling, die hier wordt gegeven voor het geldelijk beheer van de rekenplichtige ambténaren voor speciale diensttakken, grijpt diep in de gemeentelijke autonomie. Waarom de regeling van dit gel delijk beheer niet, onder goedkeuring van Ged. Staten, aan den raad kan worden overgelaten, blijkt nergens. Zij vormen een hatelijke en noodelooze inmenging in het inwendig ge- meentebeheer. Het voorstel der regeering sluit zich niet aan bij de gemeentewet, het voegt een nieuw en niet belijnd begrip «bedrijf" naast «wer ken en inrichtingen" in de gemeentewet, 't is noodeloos ingewikkeld en getuigt, wat het ergste is, voor centraliseerende bedilzucht, een revolutiegeest die de eigen veerkracht en levenskring der gemeente miskent." Ook het comptabel beheer, door 't ontwerp voorgeschreven, keurt mr Treub af. Het con- tröle-recht berust volgens onze wet bij Gede puteerde Staten. Men breide die uit. Door het contröle-recht van Gedeputeerden op alle rekenplichtige ambtenaren uit te breiden, zou men tegemoet komen aan de eischen, hier te stellen. De op zichzelf staande nieuwe regeling, art. 145/üs, dat den gemeenteraden voorschrijven wil een regeling te maken voor de rechtspo sitie der gemeente-ambtenaren en werklieden, vindt bij mr Treub veel sympathie. Hier doet hij eenige verbeteringen aan de hand, daar de regeling op zichzelf niet goed is. Een gron dige herziening van hetgeen is voorgesteld, zal ook hier noodig zijn. De totale indruk, dien het ontwerp maakt, amentrekkende, komt hij tot deze slotsom «Ten aanzien van de beperking der bevoegd heid van de gemeente tot bedrijfsuitoefening principieel verwerpelijk voor het oveiige goed bedoeld, maar allergebrekkigst uitgevoerd." (Zw. Ct.). Dr KUYPER IN BRUSSEL. Minister Kuyper, die te Brussel in het hotel Metropole logeert, is Dinsdag ten Paleize ontvangen. Na de receptie heeft de koning hem het groot-cordon van zijn orde verleend. Onze premier heeft Woensdag verscheidene officieele bezoeken ontvangen, onder anderen een van een vertegenwoordiger van den minis ter van buitenlandsche zaken. Woensdagavond te half zeven heeft de ko ning te zijner eer een groot diner gegeven. DRANKWET. In ons nommer van Dinsdag 11. deelden wij, op gezag van een Hollandsch blad, mee uitlatingen van mr Tydeman, lid der Tweede kamer voor Tiel, over bovengenoemde wet, bij gelegenheid van een bespreking tusschen hem ..en eene deputatie uit de vergunninghouders en belanghebbenden. Dit verslag schijnt niet geheel juist de mee ning van den afgevaardigde weer te geven. Hij heeft althans in de plaatselijke bladen ver klaard dat het niet alleen buiten zijn voor kennis is gepubliceerd, maar dat het ook zijn zienswijze onvolledig en op sommige punten onjuist weergeeft. Eerlang hoopt hij in 't open baar van zijn gevoelens over 't ontwerp te doen blijken. Het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot herziening van de wet, van 1881 houdende regeling van den kleinhandel in sterken drank enz. is verschenen. In de eerste plaats werd geklaagd? over de niet-tijdige indiening van het voorstel, met 't oog op de verstrijking van den fatalen termijn van 1 Mei 1904, waardoor een overhaaste be handeling noodzakelijk werd. Maar anderzijds werd gewezen op het ingewikkelde van dat on derwerp een algemeen- herziening van ingrij penden aard. Er waren leden, die meenden dat het ontwerp in Juni reeds bij den Raad van State was, zoodat 't de vraag was of de late indiening wel geheel aan de Regeering was te wijten. Sommige leden vroegen echter een voorloo- pige verlenging van den termijn, in art. 26b der Drankwet genoemd, waarna men meer tijd zou hebben tot gezette overweging van de alge- meene herziening. Andere leden ontraadden dit echter, vreezende dat, wanneer de herziening niet vóór 1 Mei 1904 tot stand kwam, de naderende verkiezingen van 1905 haar invloed op de te treffen regeling reeds zouden doen gevoelen. Deze leden waren daarom van oordeel dat, zoo aan de Regeering mocht blijken dat de totstandkoming van haar voorstel niet vóór 1 Mei 1904- kon worden verwacht, zij dit voor stel moet intrekken en tjjdig zou moeten vervangen door een wetsontwerp tot eenvou dige verlenging van den termijn, in art 265 Drankwet genoemd, met eenige jaren. Dezerzijds hoopte men echter, dat het zal mogen gelukken het tegenwoordig wetsont werp tijdig tot wet te verheffen, Mocht dat niet zoo zijn, doordien wellicht het ontwerp een geheele omwerking zal moeten ondergaan, dan gaven verscheidene loden, mèt de vorige groep zeer ongaarne een nadere verlenging wenschende van den reeds eenmaal verlengden termijn, het denkbeeld in over weging om het tegenwoordige voorstel zooveel mogelijk te beperken tot de regeling van hetgeen, met 't oog op den in art. 265 der Drankwet gestelden termijn, na 1 Mei 1904 rechtens zoude zijn en al het andere er uit te lichten. Vele andere leden, rekenend op de krachts inspanning van Kamers en Regeering, zagen geen reden om aan te dringen op de indiening van een noodwet of een splitsing van het thans gedane voorstel of om denkbeelden van soort gelijken aard aan de Regeering in overweging te geven. Over de vraag, of de bestaande Drank wet tot dusver resultaten van beteekenis heeft afgeworpen, bleek men, het spreekt van zelf, zeer verschillend te denken. Bekende ideeën werden daarbij geopperd. De verschillende bepalingen van het 'ont werp gaven ook aanleiding tot opmerkingen, geheel in den geest, zooals ze reeds in de pers zijn gemaakt. Vrij algemeen verklaarde men er zich mede ingenomen, dat ter beperking van drankgele genheden de Regeering, waar zij ten aanzien van de noodige voorziening in den voorloopigen toestand, door de wet van 1901 geschapen, twee wegen kon inslaan, den weg van afmaking of dien van uitsterving, aan den laatstgenoemden boven den eerstbedoelden de voorkeur heeft geschonken. Vele leden verklaarden zich geenszins inge nomen met de door de Regeering beoogde instel ling der plaatselijke commissiën, die haars in ziens een krachtdadig middel kunnen zijn ter wering van wetsontduiking en door haar advie zen grooten dienst kunnen bewijzen. Zij vrees den, dat zóó een deel van de bevolking als po litie over het andere deel zou worden gesteld en dit een bron van tweedracht zou worden en tot haat en wantrouwen aanleiding zoude ge ven, vooral in de kleinere van de in het voor stel bedoelde gemeenten, terwijl de voorstan ders der plaatselijke commissiën niet konden goedkeuren dat zjj slechts in gemeenten met met meer dan 10.000 inwoners zouden worden ingesteld. Vele leden spraken erhunne teleurstelling over uit, dat de Regeering gemeend heeft het heffen van het vergunningsrecht door en ten bate van de gemeenten te moeten bestendigen en zij niet is gekomen met een voorstel om dit recht voort aan door het Rijk te doen heffen en aan de ge meenten schadeloosstelling voor het daardoor te lijden verlies toe te kennen. Zij meenden, dat niet langer een financieele band mag bestaan tusschen de vergunninghouders en de gemeente besturen, die wellicht mede oorzaak is geweest, dat die besturen, zooals de ervaring maar al te duidelijk heeft aangetoond, vaak zoo weinig ijverig waren in den strijd tegen het drank misbruik, De bevoorrechting, aan sociëteiten gegeven, werd door vele leden bestreden. Zij achtten daarbij meerdere maatregelen tegen misbruik en bedrog noodzakelijk. Bij kon. besluit is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Wjjk bjj Duurstede P. W. Gerbers, thans directeur van het postkantoor te Scheemda. De St. Ct. van Donderdag bevat de wet van den 9en December 1903, tot vast- stelling van een bijzonder reglement van politie voor de scheepvaart op de rivieren beneden Rot terdam tot in zee. Thans wordt te Batavia officieel medegedeeld dat de radja van Tabanan zich bereid heeft verklaard zich contractueel te verbinden tot afschaffing der mesatia (het verbranden der weduwen). Voor het sluiten van het contract is uitstel verleend tot na afloop der feesten ter eere van de nagedachtenis van des radja's vader. Het verbod is inmiddels door den radja uitgevaardigd. De Deli Ct, meldt uit Kotta-Radja dd. 12 Dec. 1903 dat het bendehoofd Toekoe Oebet van Samalanga zich met 4 panglima's en 20 andere volgelingen heeft onderworpen. Voorloopig werden ingeleverd zes karabijnen; de rest der volgelingen en geweren volgen. "W est-Indië. Door de Koloniale Staten zjjn Dinsdag 8 en Donderdag 10 Dec. behandeld twee verorde ningen, beide op het onderwijs betrekking hebbende. De eerste was de vaccine-verorde ning, waarbij voortaan verplichte vaccinatie wordt voorgeschreven voor alle kinderen, die de openbare scholen bezoekeniets, dat tot dusverre nog niet bestond. De bijzondere scho len kunnen vrijstelling krijgen van deze ver plichting, indien de besturen of hoofden zulks aanvragen de namen dier scholen worden dan gepubliceerd, bij deze aanvrage behoeft geen reden opgegeven te worden. Deze vrij stelling werd krachtig bestreden, doch ten slotte werd de verordening aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. De meerderheid meende, dat men de verordening niet in gevaar mocht brengen door te veel op eens te willen. De tweede verordening regelt de ondersteu ning van bijzondere scholen en de salarieering der openbare onderwijzers, welke beide tot nu toe slechts geregeld waren overeenkomstig een besluit, bij de ontwerp-begrooting van 1902 genomen. Veel verandering is in die bestaande regeling niet gebrachtalleen zullen zoowel bijzondere als openbare onderwijzers een tege moetkoming voor huishuur krijgen, en wel 4e en 3e rangers 150, en 2e en le rangers 200, (3e rang hulpakte, le rang hoofdakte ze zijn daar nog verdeeld volgens de wet van 1806.) Deze tegemoetkoming moet lang niet voldoende zjjn, wijl een onderwijzer daar 4 a 500 huishuur moet betalen om een eenigs- zins voldoende woning te krijgen. Ook is in een amendement bepaald, dat zoowel van in dienst zijnde als van te benoemen onderwijzers de dienstjaren, bij het bijzonder onderwijs door gebracht, zullen meetellen voor periodieke ver hooging, niet echter voor pensioen. Door een lid werd nog ter sprake gebracht de moeilijkheid om in Suriname Hollandsche onderwijzers te krijgen en die moeilijkheid zal nog grooter worden, daar bjj deze verordening het aanvangssalaris verlaagd is. Bedroeg dit tot nog toe 2800, thans zal het zjjn 2200 plus 200 voor huishuur met 3 ry/jaarlijksche verhoogingen van 400. Oost-Indie geeft 1800 plus 600 voor huishuur met 8 rfr/ejaarlijksche verhoogingen van 600. De inspecteur voor het onderwijs deelde dit bezwaar niet en zei, dat er wel sollicitanten zullen komen. De toe komst zal uitwijzen of onderwijzers met hoofd akte en bijakten niet liever naar de Oost dan naar de West gaan. De verordening werd mot algemeene stemmen aangenomen. Voor de arrondissements rechtbank alhier zullen morgen (Vrijdag) terechtstaan de twee personen W. G. en J. G. uit Cortgene die den 28 October zich in het jachtveld in den IFissekerke-polder tegen den onbezoldigden rijksveldwachter Kramer hebben verzet, terwijl den eerste tevens ten laste gelegd wordt dat hij dien politieman van het leven heeft willen berooven of zwaar lichamelijk letsel heeft willen toebrengen. In deze zaak zijn van wege het openbaar ministerie twee getuigen en drie deskundigen gedagvaard. In den afgeloopen nacht tusschen half elf en halfeen heeft men, tijdens de bewoners afwezig waren, zich door insluiping of door middel van een valschen sleutel toegang ver schaft tot een spekslagerswinkel in de Lange delft alhier. In een in den winkel staand kantoortje be vindt zich een lessenaar, waarvan een dor laden is opgebroken. Daaruit is een bedrag van ongeveer 400 in bankpapier en specie ontvreemd, benevens een Turksch lot van 400 francs. Een bedrag van 70 in papier heeft de dader of hebben de daders buiten het kan toortje laten liggen. Het kantoortje is rondom geheel gesloten en alleen van boven open. Men is vermoede lijk door overklimming er binnen gekomen, want er was niets aan beschadigd; wel stond K.Uijo wmi-ann. dat door een spie was afge sloten, bp de ontdekking van den diefstal open. De dief of dieven moeten goed op de hoogte zjjn geweest van den toestand, want eerst is een laadje, dat ongesloten was en waarin gewoonlijk de sleutel van het geldlaadje wordt geborgen, doorzocht om den sleutel, die steeds in een kartonnen doosje ligt, te vinden. De eigenaar had dien echter medegenomen- Toen men den sleutel niet vond, heeft men, vermoedelijk met een mes, na een mislukte poging om het slot der geldlade te forceeren, het bovendeel weggesneden en toen de lade opengemaakt. Toen heden nacht de bewoners, die voor hun vertrek alles goed hadden afgesloten, thuis kwamen, werd dadelijk de diefstal ont dekt doordat de voordeur van den winkel openstond, het luikje van het kantoor was opengeschoven en de laden en papieren in het kantoortje op den vloer en op den lesse naar verspreid lagen. De dienstbode, die thuis was doch op de bovenverdieping sliep, heeft niets gehoord en evenmin de heer, die boven den winkel zijn kamers heeft en die ook daarop aanwezig was. De dader of daders zijn nog niet opgespoord. De politie hoorde echter reeds een paar verdachte personen. Niettegenstaande den hevigen en scher pen wind, werden onze vesten heden middag door vele rijders bezochtde ijsbaan van de club Middelburg daarentegen werd niet zoo druk bereden als op andere dagen. Over de watergangen van Domburg en van Veere waren heden morgen en middag tal van landbouwers ter markt alhier gekomen. Het jjs is door de aanhoudende vorst zeer mooi. De toestand der Vereeniging tot Spijsuit- deeling alhier was, blijkens het jaarverslag, in 1903 bevredigend, en op de gewone wijze werd met de werkzaamheden voortgegaan. Opmerking verdient dat de tegenwoordige doctoren voor hunne patiënten niet veel heil schjjnen te zien in een portie stevig middag eten, daar die zeer weinig gevraagd wordt. Dat komt echter ten goede aan de kraamvrouwen, door de stadsvroedvrouwen geholpen. Gedurende drie kwartalen werden in 1903 uitgereikt 9339 eieren a ƒ353.476, 7479 L. melk a 560.91s en 1534 portiën middageten aan de huizen afgehaald. Aan het Centraalbureau van de telefoon alhier werden in de maand December 5507 aansluitingen tot stand gebracht. Het aantal aansluitingen in het jaar 1903 bedroeg in 't geheel 58.726. Met ingang van 15 Januari is J. C. Bos- schaart, smidsknecht alhier, benoemd tot brievenbesteller te Roosendaal.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1