Vrijdag
8 Januari.
Uit Stad en Provincie.
N°. 6.
147e Jaargang.
1904.
Middelburg 7 Januari.
BENOEMINGEN, ENZ.
Oost'InfliB.
BlIRfiSCHË COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EX VERWACHTING.
7 Jan. 8 u. vin. 28 gr., 12 u. 30 gr., av. 4 u. 31 gr. F. V e r w a c h tmatige Z. wind,
betrokken lucht, droog weer, geringe toename in temperatuur.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groole letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DE LA HAR Az., X.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
REGELING VAN HET GEMEENTE
BEDRIJF.
Aan het door den minister van binnenland-
sche zaken ingediend wetsontwerp tot rege
ling van de gemeentebedrijven en van het
comptabel beheer van gemeentegelden is in de
Vragen des Tijds eene gezette beschouwing
gewijd door den hoogleeraar mr. M. W. F.
Treub, een beschouwing die vooral aandacht
verdient, wijl zij het ontwerp, wat zijn begin
selen betreft, in 't oog vat.
Mr. Treub begint met de woorden, door prof.
Drucker bij 't jongste algemeen begrootings-
debat uitgesproken, tot de zijne te maken, te
weten.dat de tegenwoordige minister van
binnenlandsche zaken het er op gezet schijnt
te hebben zijn naam te verbinden aan de wij
ziging van al onze belangrijke organisatie
wetten, maar dat 't geen in deze geschiedt
meer doet denken aan het werk van den
schrijver die min of meer vluchtig nu eens het
eene dan weer het andere onderwerp aanraakt,
dan aan het werk van den rustigen en ern-
stigen staatsman, die zich den tjjd gunt de
eene stof na de andere grondig onder handen
te nemen.
Mr Treub heeft een principieel bezwaar tegen
dit werk van dr Kuyper, een bezwaar dat,
eigenaardig genoeg, in overeenstemming is met
hetgeen als eisch in het anti-revolutionnaire
program heeft gegolden. Terwijl men van anti-
revolutionnaire zijde steeds heeft geijverd voor
de - gewestelijke en gemeentelijke autonomie,
wordt in dit ontwerp het vrijheidsbeginsel,
dat de tegenwoordige gemeentewet beheerscht,
aan banden gelegd.
Het ontwerp spreekt van regeling der
bedrijven, maar het wil feitelijk de bedrijven
beperken. De beperking, die het ontwerp
wil aanbrengen, volgt niet uit de regeling,
't is juist omgekeerd, de regeling volgt uit de
beperking. Yoor dien beperkingsdrang is geen
aanleiding te vinden in economisch machts-
gebruik van een gemeente. Ware die aanwezig,
de steller der memorie van toelichting zou het
voorbeeld wel genoemd hebben. Er is geen
enkele gemeente die met haar zeer geduchte
middelen een doodende concurrentie aangaat
met het niet monopolistisch vrije bedrijf-
't Klinkt trouwens vrij wel bespottelijk te
spreken over «feitelijk onbeperkte gemeente
lijke geldmiddelen," waar de gemeentebestuur
ders als hongerige wolven zitten bij ledige
schatkisten!
Maar al is er geen feitelijke aanleiding voor
de voorgestelde beperking der gemeentelijke
autonomie, 't motief ligt dicht genoeg voor de
hand. De christelijke signatuur van de regeering
is oen anti-socialistische geworden. De sociaal
democratie is de veelhoofdige draak, wiens ver
delging de christelijke ridders zich tot taak
hebben gesteld, 't Zou kunnen gebeuren dat
de draak een harer koppen in het gemeentelijk
bedrijf stak, en dat moet worden voorkomen.
Waar de sociaal-democratie de leiding van
het beheer eener gemeente in handen mocht
krijgen zoo redeneeren deze ridders staat
te duchten dat zij met het gemeentegeld het
vrije bedrijf in de gemeente dooden zal. 't
Gevaar is misschien niet urgent, maar het
bestaat. De socialistische draak spuwt met
zijn gemeente-bedrijfshoofd nog wel geen ver
nietigend vuur naar het vrije bedrijf, maar hij
loenst er toch naar. Reden genoeg om het
ondier dezen kop af te slaan vóór hij daar
mede aan het vuurspuwen toe is.
t Eigenaardig geval doet zich hierbij voor,
dat de christelijke regeering zich in dezen ijver
tegen het socialistisch monster in het eigen
anti-revolutionnaire vleesch heeft gesneden.
De minister verlaat in zijn ijver om den sociaal-
democratischen vijand te vervolgen zijn eigen
anti-revolutionnair terrein en komt terecht op
het véld van den revolutionnairen staat met zijn
miskenning van de souvereiniteit in eigen kring.
Waar het program der regeering eischt uit
breiding van de gemeentelijke autonomie, brengt
dit ontwerp beperking.
Na er op gewezen te hebben, dat de denk
beelden, die dr Kuyper bij dit ontwerp stelt,
niets specifieks anti-revolutionnairs hebben en
door hem (Treub) en vele anderen, die niet tot de
anti-revolutionnaire partij behooren, geheel wor
den aanvaard, staat de schrijver wat langer stil
bjj de rechten en ,plichten van staat en ge
meente. Hij erkent zeer zeker het recht van
den staat om hier en daar de gemeentelijke
autonomie te beperken zooals b.v. bij de
woningwet geschiedt maar de beperkingen
behooren haar grond te vinden in het uit
groeien van bepaalde belangen buiten de
gemeente-grenzen, en waar dit niet het geval
is zooals in de aanhangige gemeentewet
daar is het dubbel geraden zich schrap t«
zétten tegen elke beperking der autonomie,
welke niet in den natuurlijken groei van het
staatsverband haar verklaring en rechtvaardi
ging heeft.
Wat de anti-revolutionnaire minister thans
voorstelt, is niet het gevolg van den natuur
lijken groei van het staatsorganisme, maar van
een inbreuk op de autonomie der gemeente en
dient te worden afgeweerd. De door hem
thans voorgeschreven vrijheidsbeperking vindt
geen enkelen rechtvaardigingsgrond in de
anti-revolutionnaire staatsleer. Zij is alleen
en uitsluitend hieruit te verklaren, dat de
minister Kuyper den partijleider Kuyper en
met dezen «het Program" verloochent en uit
hoofde van het roode gevaar bevreesd is voor
het doorwerken van de gemeentelijke vrijheid,
't Is een politieke kindermoord die hij be
gaat hij snijdt een van zijn meest geliefde
troetelkinderen den hals af.
Na aldus de principieele kwestie te hebben
behandeld, komt de heer Treub tot de wijze
waarop het beperkingsdenkbeeld is uitgevoerd.
Wij moeten ons verder tot enkele korte aan
wijzingen wat den inhoud betreft beperken, onder
verwijzing, naar het artikel, zelf. Afgescheiden
van de beperkings-bedoeling acht mr Treub de
regeling in hoofdzaak goed bedoeld, al is de
uitwerking gebrekkig. De spreuk dat de goede
bedoeling te prijzen valt ook waar krachten
ontbreken, is echter niet voor den wetgever
geschreven. Want een wetgever die zijn be
doelingen niet in de wet weet te belichamen,
toont daarmede dat hij voor zijn taak onge
schikt. is. De tegenwoordige wet regelt het
gemeente-bedrijf al doet zij dat gebrekkig en
het is de taak van den wetgever die artikelen
zoo om te werken dat zij in een betere en
vollediger toepassing passen. Dit heeft dr Kuyper
echter niet gedaan. Hij laat de artikelen on
aangeroerd en voegt eenvoudig aan de wet
een nieuw artikel 142a toe, handelende over
de bevoegdheid van de gemeente tot bedrijfs-
oefening, met een nieuwen titelVan de ge
meentelijke bedrijven. Met de bekende moeilijk
heden. waartoe de artt. 238 en 254 aanleiding
geven, vooral in verband met de exploitatie
der gemeente-bedrijven, laat het ontwerp zich
niet in. Het kent de moeilijkheden niet, en laat
ze in hun volle kracht bestaan, terwijl er nog
nieuwe aan worden toegevoegd, 't Beperkt de
gemeente in de uitoefening van bedrijven, maar
geeft niet aan wat onder bedrijven is te ver
staan, Men zal krijgen werken en inrichtingen
wier beheer als bedrijf geldt en als zoodanig
valt onder de beperkingen en regelingen van
het gemeente-bedrijf, en werken en inrichtingen
met welke dat niet het geval is en ten aanzien
waarvan die regeling en vooral die beperkingen
niet gelden. Waar het geoorloofd bedrjjf eindigt
en de ongeoorloofde concurrentie met het vrije
bedrijf begint, is niet uit te maken.
De verbodsbepaling is niet alleen naar in
houd onverdedigbaar maar ook, naar de hoog
leeraar doet uitkomen, naar vorm ondeugdelijk.
Zij heeft op de geheele voorgestelde regeling
van het gemeente-bedrijf de werking van de
vlieg die de apothekerszalf bederft. Was het
onzalige beperkings-denkbeeld niet bij den
minister opgekomen, hij zou het beoogde doel
met een kleine wijzigingen aanvulling der wet
hebben kunnen bereiken. De regeling, die hier
wordt gegeven voor het geldelijk beheer van
de rekenplichtige ambténaren voor speciale
diensttakken, grijpt diep in de gemeentelijke
autonomie. Waarom de regeling van dit gel
delijk beheer niet, onder goedkeuring van Ged.
Staten, aan den raad kan worden overgelaten,
blijkt nergens. Zij vormen een hatelijke en
noodelooze inmenging in het inwendig ge-
meentebeheer.
Het voorstel der regeering sluit zich niet
aan bij de gemeentewet, het voegt een nieuw
en niet belijnd begrip «bedrijf" naast «wer
ken en inrichtingen" in de gemeentewet,
't is noodeloos ingewikkeld en getuigt, wat
het ergste is, voor centraliseerende bedilzucht,
een revolutiegeest die de eigen veerkracht en
levenskring der gemeente miskent."
Ook het comptabel beheer, door 't ontwerp
voorgeschreven, keurt mr Treub af. Het con-
tröle-recht berust volgens onze wet bij Gede
puteerde Staten. Men breide die uit. Door
het contröle-recht van Gedeputeerden op alle
rekenplichtige ambtenaren uit te breiden, zou
men tegemoet komen aan de eischen, hier te
stellen.
De op zichzelf staande nieuwe regeling, art.
145/üs, dat den gemeenteraden voorschrijven
wil een regeling te maken voor de rechtspo
sitie der gemeente-ambtenaren en werklieden,
vindt bij mr Treub veel sympathie. Hier doet
hij eenige verbeteringen aan de hand, daar de
regeling op zichzelf niet goed is. Een gron
dige herziening van hetgeen is voorgesteld, zal
ook hier noodig zijn.
De totale indruk, dien het ontwerp maakt,
amentrekkende, komt hij tot deze slotsom
«Ten aanzien van de beperking der bevoegd
heid van de gemeente tot bedrijfsuitoefening
principieel verwerpelijk voor het oveiige goed
bedoeld, maar allergebrekkigst uitgevoerd."
(Zw. Ct.).
Dr KUYPER IN BRUSSEL.
Minister Kuyper, die te Brussel in het
hotel Metropole logeert, is Dinsdag ten Paleize
ontvangen.
Na de receptie heeft de koning hem het
groot-cordon van zijn orde verleend.
Onze premier heeft Woensdag verscheidene
officieele bezoeken ontvangen, onder anderen
een van een vertegenwoordiger van den minis
ter van buitenlandsche zaken.
Woensdagavond te half zeven heeft de ko
ning te zijner eer een groot diner gegeven.
DRANKWET.
In ons nommer van Dinsdag 11. deelden
wij, op gezag van een Hollandsch blad, mee
uitlatingen van mr Tydeman, lid der Tweede
kamer voor Tiel, over bovengenoemde wet, bij
gelegenheid van een bespreking tusschen hem
..en eene deputatie uit de vergunninghouders
en belanghebbenden.
Dit verslag schijnt niet geheel juist de mee
ning van den afgevaardigde weer te geven.
Hij heeft althans in de plaatselijke bladen ver
klaard dat het niet alleen buiten zijn voor
kennis is gepubliceerd, maar dat het ook zijn
zienswijze onvolledig en op sommige punten
onjuist weergeeft. Eerlang hoopt hij in 't open
baar van zijn gevoelens over 't ontwerp te doen
blijken.
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot herziening van de
wet, van 1881 houdende regeling van den
kleinhandel in sterken drank enz. is verschenen.
In de eerste plaats werd geklaagd? over de
niet-tijdige indiening van het voorstel, met 't
oog op de verstrijking van den fatalen termijn
van 1 Mei 1904, waardoor een overhaaste be
handeling noodzakelijk werd. Maar anderzijds
werd gewezen op het ingewikkelde van dat on
derwerp een algemeen- herziening van ingrij
penden aard. Er waren leden, die meenden dat
het ontwerp in Juni reeds bij den Raad van
State was, zoodat 't de vraag was of de late
indiening wel geheel aan de Regeering was te
wijten.
Sommige leden vroegen echter een voorloo-
pige verlenging van den termijn, in art. 26b der
Drankwet genoemd, waarna men meer tijd zou
hebben tot gezette overweging van de alge-
meene herziening. Andere leden ontraadden dit
echter, vreezende dat, wanneer de herziening
niet vóór 1 Mei 1904 tot stand kwam, de
naderende verkiezingen van 1905 haar invloed
op de te treffen regeling reeds zouden doen
gevoelen.
Deze leden waren daarom van oordeel dat,
zoo aan de Regeering mocht blijken dat de
totstandkoming van haar voorstel niet vóór 1
Mei 1904- kon worden verwacht, zij dit voor
stel moet intrekken en tjjdig zou moeten
vervangen door een wetsontwerp tot eenvou
dige verlenging van den termijn, in art
265 Drankwet genoemd, met eenige jaren.
Dezerzijds hoopte men echter, dat het zal
mogen gelukken het tegenwoordig wetsont
werp tijdig tot wet te verheffen, Mocht dat
niet zoo zijn, doordien wellicht het ontwerp
een geheele omwerking zal moeten ondergaan,
dan gaven verscheidene loden, mèt
de vorige groep zeer ongaarne een nadere
verlenging wenschende van den reeds eenmaal
verlengden termijn, het denkbeeld in over
weging om het tegenwoordige voorstel zooveel
mogelijk te beperken tot de regeling van
hetgeen, met 't oog op den in art. 265 der
Drankwet gestelden termijn, na 1 Mei 1904
rechtens zoude zijn en al het andere er uit
te lichten.
Vele andere leden, rekenend op de krachts
inspanning van Kamers en Regeering, zagen
geen reden om aan te dringen op de indiening
van een noodwet of een splitsing van het thans
gedane voorstel of om denkbeelden van soort
gelijken aard aan de Regeering in overweging
te geven.
Over de vraag, of de bestaande Drank
wet tot dusver resultaten van beteekenis
heeft afgeworpen, bleek men, het spreekt van
zelf, zeer verschillend te denken.
Bekende ideeën werden daarbij geopperd.
De verschillende bepalingen van het 'ont
werp gaven ook aanleiding tot opmerkingen,
geheel in den geest, zooals ze reeds in de
pers zijn gemaakt.
Vrij algemeen verklaarde men er zich mede
ingenomen, dat ter beperking van drankgele
genheden de Regeering, waar zij ten aanzien
van de noodige voorziening in den voorloopigen
toestand, door de wet van 1901 geschapen, twee
wegen kon inslaan, den weg van afmaking of
dien van uitsterving, aan den laatstgenoemden
boven den eerstbedoelden de voorkeur heeft
geschonken.
Vele leden verklaarden zich geenszins inge
nomen met de door de Regeering beoogde instel
ling der plaatselijke commissiën, die haars in
ziens een krachtdadig middel kunnen zijn ter
wering van wetsontduiking en door haar advie
zen grooten dienst kunnen bewijzen. Zij vrees
den, dat zóó een deel van de bevolking als po
litie over het andere deel zou worden gesteld
en dit een bron van tweedracht zou worden en
tot haat en wantrouwen aanleiding zoude ge
ven, vooral in de kleinere van de in het voor
stel bedoelde gemeenten, terwijl de voorstan
ders der plaatselijke commissiën niet konden
goedkeuren dat zjj slechts in gemeenten met
met meer dan 10.000 inwoners zouden worden
ingesteld.
Vele leden spraken erhunne teleurstelling over
uit, dat de Regeering gemeend heeft het heffen
van het vergunningsrecht door en ten bate van
de gemeenten te moeten bestendigen en zij niet
is gekomen met een voorstel om dit recht voort
aan door het Rijk te doen heffen en aan de ge
meenten schadeloosstelling voor het daardoor te
lijden verlies toe te kennen. Zij meenden, dat
niet langer een financieele band mag bestaan
tusschen de vergunninghouders en de gemeente
besturen, die wellicht mede oorzaak is geweest,
dat die besturen, zooals de ervaring maar al te
duidelijk heeft aangetoond, vaak zoo weinig
ijverig waren in den strijd tegen het drank
misbruik,
De bevoorrechting, aan sociëteiten gegeven,
werd door vele leden bestreden. Zij achtten
daarbij meerdere maatregelen tegen misbruik
en bedrog noodzakelijk.
Bij kon. besluit is benoemd tot directeur
van het post- en telegraafkantoor te Wjjk bjj
Duurstede P. W. Gerbers, thans directeur van
het postkantoor te Scheemda.
De St. Ct. van Donderdag bevat de wet van
den 9en December 1903, tot vast- stelling
van een bijzonder reglement van politie voor
de scheepvaart op de rivieren beneden Rot
terdam tot in zee.
Thans wordt te Batavia officieel medegedeeld
dat de radja van Tabanan zich bereid heeft
verklaard zich contractueel te verbinden tot
afschaffing der mesatia (het verbranden der
weduwen). Voor het sluiten van het contract
is uitstel verleend tot na afloop der feesten
ter eere van de nagedachtenis van des radja's
vader. Het verbod is inmiddels door den
radja uitgevaardigd.
De Deli Ct, meldt uit Kotta-Radja dd. 12
Dec. 1903 dat het bendehoofd Toekoe Oebet
van Samalanga zich met 4 panglima's en 20
andere volgelingen heeft onderworpen.
Voorloopig werden ingeleverd zes karabijnen;
de rest der volgelingen en geweren volgen.
"W est-Indië.
Door de Koloniale Staten zjjn Dinsdag 8 en
Donderdag 10 Dec. behandeld twee verorde
ningen, beide op het onderwijs betrekking
hebbende. De eerste was de vaccine-verorde
ning, waarbij voortaan verplichte vaccinatie
wordt voorgeschreven voor alle kinderen, die
de openbare scholen bezoekeniets, dat tot
dusverre nog niet bestond. De bijzondere scho
len kunnen vrijstelling krijgen van deze ver
plichting, indien de besturen of hoofden zulks
aanvragen de namen dier scholen worden dan
gepubliceerd, bij deze aanvrage behoeft geen
reden opgegeven te worden. Deze vrij stelling
werd krachtig bestreden, doch ten slotte werd
de verordening aangenomen met 7 tegen 4
stemmen. De meerderheid meende, dat men de
verordening niet in gevaar mocht brengen
door te veel op eens te willen.
De tweede verordening regelt de ondersteu
ning van bijzondere scholen en de salarieering
der openbare onderwijzers, welke beide tot nu
toe slechts geregeld waren overeenkomstig een
besluit, bij de ontwerp-begrooting van 1902
genomen. Veel verandering is in die bestaande
regeling niet gebrachtalleen zullen zoowel
bijzondere als openbare onderwijzers een tege
moetkoming voor huishuur krijgen, en wel 4e
en 3e rangers 150, en 2e en le rangers 200,
(3e rang hulpakte, le rang hoofdakte
ze zijn daar nog verdeeld volgens de wet van
1806.) Deze tegemoetkoming moet lang niet
voldoende zjjn, wijl een onderwijzer daar 4
a 500 huishuur moet betalen om een eenigs-
zins voldoende woning te krijgen. Ook is in
een amendement bepaald, dat zoowel van in
dienst zijnde als van te benoemen onderwijzers
de dienstjaren, bij het bijzonder onderwijs door
gebracht, zullen meetellen voor periodieke ver
hooging, niet echter voor pensioen.
Door een lid werd nog ter sprake gebracht
de moeilijkheid om in Suriname Hollandsche
onderwijzers te krijgen en die moeilijkheid zal
nog grooter worden, daar bjj deze verordening
het aanvangssalaris verlaagd is. Bedroeg dit
tot nog toe 2800, thans zal het zjjn 2200
plus 200 voor huishuur met 3 ry/jaarlijksche
verhoogingen van 400. Oost-Indie geeft 1800
plus 600 voor huishuur met 8 rfr/ejaarlijksche
verhoogingen van 600. De inspecteur voor
het onderwijs deelde dit bezwaar niet en zei,
dat er wel sollicitanten zullen komen. De toe
komst zal uitwijzen of onderwijzers met hoofd
akte en bijakten niet liever naar de Oost dan
naar de West gaan. De verordening werd mot
algemeene stemmen aangenomen.
Voor de arrondissements rechtbank
alhier zullen morgen (Vrijdag) terechtstaan
de twee personen W. G. en J. G. uit Cortgene
die den 28 October zich in het jachtveld in
den IFissekerke-polder tegen den onbezoldigden
rijksveldwachter Kramer hebben verzet, terwijl
den eerste tevens ten laste gelegd wordt dat
hij dien politieman van het leven heeft willen
berooven of zwaar lichamelijk letsel heeft
willen toebrengen.
In deze zaak zijn van wege het openbaar
ministerie twee getuigen en drie deskundigen
gedagvaard.
In den afgeloopen nacht tusschen half
elf en halfeen heeft men, tijdens de bewoners
afwezig waren, zich door insluiping of door
middel van een valschen sleutel toegang ver
schaft tot een spekslagerswinkel in de Lange
delft alhier.
In een in den winkel staand kantoortje be
vindt zich een lessenaar, waarvan een dor
laden is opgebroken. Daaruit is een bedrag
van ongeveer 400 in bankpapier en specie
ontvreemd, benevens een Turksch lot van 400
francs.
Een bedrag van 70 in papier heeft de
dader of hebben de daders buiten het kan
toortje laten liggen.
Het kantoortje is rondom geheel gesloten
en alleen van boven open. Men is vermoede
lijk door overklimming er binnen gekomen,
want er was niets aan beschadigd; wel stond
K.Uijo wmi-ann. dat door een spie was afge
sloten, bp de ontdekking van den diefstal
open.
De dief of dieven moeten goed op de hoogte
zjjn geweest van den toestand, want eerst is
een laadje, dat ongesloten was en waarin
gewoonlijk de sleutel van het geldlaadje wordt
geborgen, doorzocht om den sleutel, die steeds
in een kartonnen doosje ligt, te vinden.
De eigenaar had dien echter medegenomen-
Toen men den sleutel niet vond, heeft men,
vermoedelijk met een mes, na een mislukte
poging om het slot der geldlade te forceeren,
het bovendeel weggesneden en toen de lade
opengemaakt.
Toen heden nacht de bewoners, die voor
hun vertrek alles goed hadden afgesloten,
thuis kwamen, werd dadelijk de diefstal ont
dekt doordat de voordeur van den winkel
openstond, het luikje van het kantoor was
opengeschoven en de laden en papieren in
het kantoortje op den vloer en op den lesse
naar verspreid lagen.
De dienstbode, die thuis was doch op de
bovenverdieping sliep, heeft niets gehoord en
evenmin de heer, die boven den winkel zijn
kamers heeft en die ook daarop aanwezig
was.
De dader of daders zijn nog niet opgespoord.
De politie hoorde echter reeds een paar
verdachte personen.
Niettegenstaande den hevigen en scher
pen wind, werden onze vesten heden middag
door vele rijders bezochtde ijsbaan van de
club Middelburg daarentegen werd niet zoo
druk bereden als op andere dagen.
Over de watergangen van Domburg en van
Veere waren heden morgen en middag tal van
landbouwers ter markt alhier gekomen.
Het jjs is door de aanhoudende vorst
zeer mooi.
De toestand der Vereeniging tot Spijsuit-
deeling alhier was, blijkens het jaarverslag,
in 1903 bevredigend, en op de gewone wijze
werd met de werkzaamheden voortgegaan.
Opmerking verdient dat de tegenwoordige
doctoren voor hunne patiënten niet veel heil
schjjnen te zien in een portie stevig middag
eten, daar die zeer weinig gevraagd wordt. Dat
komt echter ten goede aan de kraamvrouwen,
door de stadsvroedvrouwen geholpen.
Gedurende drie kwartalen werden in 1903
uitgereikt 9339 eieren a ƒ353.476, 7479 L. melk
a 560.91s en 1534 portiën middageten aan de
huizen afgehaald.
Aan het Centraalbureau van de telefoon
alhier werden in de maand December 5507
aansluitingen tot stand gebracht. Het aantal
aansluitingen in het jaar 1903 bedroeg in 't
geheel 58.726.
Met ingang van 15 Januari is J. C. Bos-
schaart, smidsknecht alhier, benoemd tot
brievenbesteller te Roosendaal.