lidelrpcle Courant FEUILLETON. Het Maiant m tante iaristte. BIJVOEGSEL- Diasdag 22 December 1903, no. 301. Middelburg 21 December. Stokken voor den gemeenteraad van Middelburg. (V VAN DE .VAN EEN SLOTWOORD. Ia 't kort maakten wjj reeds met ingeno menheid melding van het door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen uitgegeven werkje Voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen, samengesteld door den secretaris dier Maat schappij. Wij meenen, ia het belaag van de goede zaak, onder de oogen onzer lezers te moeten brengen het woord, waarmede de heer Bruin- wold Riedel zjjn werk besluit. Dit luidt als volgt: Wanneer het arme kind dageljjks de Bchool bezoekt en dit gaarne doet, ook omdat het weet, da&r een voedzaam en smakelgk maal te zullen erlangen, dat het thuis niet kan verkrijgen öf omdat het te ver van de sohool woont, om tusschen de schooltijden naar huis te gaan, öf omdat beide ouders buitenshuis werken en ook zjj hun middagmaal niet in huis kuanen genieten, öf omdat het gezin bittere armoede ljjdt - dan zal ook dit kind der armen zjjn werk op school met opgewekt heid verriohten en daardoor zal het onderwjjs, dat het geniet, meer vruchten dragen. Voor die kinderen, voor wie het lager onderwijs het eenige is, dat zjj ontvangen tot hunne vorming voor het leven, is reeds dit van groote betee- kenis, dat voor ken de schooljaren zoo vrooljjk, zoo leerzaam, zoo vormend mogeijjk zjjn. Tot dat doel kan nooit genoeg worden gedaan door hen die op deze sohoolvorming hun invloed oefenen. Daarvoor de samenwerking te verkrijgen van overheid, onderwijzers en ook van mennen en vrouwen, die, uit liefdo tot het sohoolkind, tot persoonlijke mede- wedewerking bereid zjjn, is inderdaad een kostljjke zaak, ook blgkens de ervaring. Maar de vraag rjjst, en is dikwijls gesteld, of de schoolvoeding en kleeding, terwijl zjj voor het schoolkind heilzaam werken, geen nadeeligen invloed zullen hebben op de ouders op hun verantwoordelijkheidsbesef, ten aanzien van hunne kinderen, op het familieleven van de gezinnen der minst bedeelden, dat toch reeds door velerlei andere ongunstige invloeden wordt bedreigd. Het ware ongetwijfeld te wezschen, dat schoolvoeding en kleeding overbodig konden geacht wordendat alle ouders in staat waren, zelve op voldoende wjjze in de behoefte aan voeding en kleeding hunner kinderen te voorzien, dat geen ouders door eigen schuld daardoor de middelen misten en dat geen vader en moeder dezen hun eersten plicht verwaarloosden. Wie de middelen weet aan te geven, waardoor voe ding en kleeding aan schoolgaande kinderen niet meer noodig worden, doet beter, dan wie traoht aan te wjjzen, op welke wjjze deze het best kunnen worden geregeld. Maar zoo lang de toestanden in onze maatschappij van dien aard zjjn, dat de behoefte onafwijsbaar is, moet ook de voorzieniig plaats hebben. Het arme sohoolkind mag niet, meer dan onvermjjdeljjk is, ljjden onder de ziekten en fouten der maat schappij of onder de gebreken der ouders. En dit te minder, wanneer het gedwongen wordt, de sohool te bezoeken. Wie dezon plicht den kinderen oplegt, is tevens geroepen, alles te doen wat mogeijjk is, dat de vervulling van dien plicht door het kind, onder de beste bereikbare omstandigheden en door de beste middelen leide tot het voorgestelde doel der sohool: de opleiding van het kisd voor het leven, door onderwijs en opvoeding Sohool- voeding en kleeding, als onderdeel van die opleiding voor arme kinderen, welke daaraan behoefte hebben, is één dier middelen en juist daardoor werkt de toepassing van dat middel mede, om haar bjj volgende geslachten min der noodig te maken. 2 Uit het ltaliaansch. VAN A. ROSA. Fido, die zich verbaasde dat zjjn jeugdige meesteres zoo stilzwijgend voortliep, begon met z]jn kop langs haar japon te strjjken, als om haar aandaoht op zich te vestigen. >Beste Fido 1 Wjj zjjn er 1" zeide ze, hem streelende. Zjj waren bjj het doktershuis, een der eerste van het dorp; het was een klein huis, met twee verdiepingen, een soort van Zwitsersch chttlet met een vooruitstekend dak en vele houten balkonnetjes, omgeven door een klein tuintje, dat ingesloten lag tusschen met klimop begroeide muren. De beneden vensters waren verlicht en zjj hoorde praten en lachen en gerammel van borden en glazen. «Zitten ze nog aan tafel dacht Vitta. »Wat eten ze laat van avond 1" Maar eensklaps sohoot haar iets te binnen dat haar hart sneller deed kloppen en een blos naar de wangen joeg. >Mario zal onverwaohts uit de stad ge komen zjjn 1" Z{j trachtte zich te beheer- tchen, klopte bescheiden aan, met den grooten ijzeren klopper, en hoorde terstond een wel- Dooh er is meer. Is het inderdaad waar schijnlijk, dat gosd ingerichte schoolvoeding en kleeding den familiezin zal verzwakken en het plichtbesef van de ouders verminderen Er zjja helaas 1 ouders, die zéé ontaard zjjn, dat zjj beide nauwelijks kennen en zich ook van hun kinderen aimaken. Zulke ouders zul len er ook altjjd big ven. Maar zjj z{jn uit zonderingen. En de onthouding van voeding en kleeding van wege de school aan de onge lukkige kinderen van deze slecht gekozen ou ders, zal, terwjjl zjj aan de kinderen onthoudt wat hun als schoolkinderen toekomt, zeker den familiezin bjj deze kinderen noch het plichtsbesef bjj de ouders verlevendigen. Als regel, is het met den familiezin bjj de armen buiten eigen schuld niet zóo sleoht ge steld, dat zjj het niet betreuren, indien hunne kinderen aan voeding en kleeding tekort komen en dat zjj niet dankbaar zullen zjjn, indien de school hier, ik zeg niet plaatsvervangend, maar helpend en aanvullend optreedt. Integendeel, er is groote kans, dat dit hen de sohool meer zal doen waardeeren, en ook hun levensmoed zal versterkenen dit in grootere mate, wan neer de verstrekking van voedsel en kleeding aan hunne kinderen geschiedt op een wjjze, dat alles vermeden wordt, wat kinderen en ouders beide zou doen denken aas armenzorg, aan steun van het gezin, terwjjl, daarentegen, bjj onderzoek en bezoek van wege de Vereeni- ging en is de gesprekken de onderwijzers met de ouders, het mogeljjke wordt beproefd, om bjj de laatsten het bewustzjjn te verlevendigen dat ook hier de samenwerking van school en gezin noodig en mogeijjk is. Op die wjjze kan zelfs de verstrekking van voeding en kleeding van wege de sohool, al duurt deze niet langer dan eenige maanden van het jaar, tengevolge hebben, dat in de overige maanden de zorg daarvoor door de ouders beter wordt behartigd en derhalve zoowel familiezin als verantwoor delijkheidsbesef, tot zegen van kinderen en ouders belde, toenemen. En indien dit het geval is bjj bv. 10% van de gezinnen, wier kinderen van de schoolvoeding en kleeding genieten, is dit winst voor de maatschappij. Men meene toch niet, dat, gemiddeld geno men, familiezin 9n verantwoordelijkheidsbesef voor hun kinderen bjj de armen onder de ouders, van huis uit, zooveel lager staan dan bjj ons. Deze meening wordt door de ervaring niet bevestigd. Maar vele armen kunnen, wegens de veel ongunstiger omstandigheden, waaronder zjj altjjd geleefd hebben en nog leven, dikwjjls voor hunne kinderen niet zjjn en doen, wat zjj zoo gaarne zouden willen. Zou het in zeieljjk en maatschappelijk opzicht slecht werken, indien de ouders ondervinden, dat door de school, op eene ook door hen ge waardeerde wjjze, aan hun kinderen wordt ge geven wat zij niet geven kunnenen dit niet om de gezinnen bjj te springen, maar opdat het kind vaa het schoolonderwijs geregeld en met meer vrucht moge genieten Ook heeft de ervaring dit tot heden niet geleerd. De heer César in zjja Les soupes scolaires verzekert, cp grond van eigen ervaring, dat in Zwitserland de gunstige invloed van de schoolvoeding ook op de gezinnen, veelvuldig aan Let licht komt. -Mede daardoor, zjjn de t,oupes scolaires er zoo populair. In de berichten omtrent de vereenigingen voor «kindervoeding1' en «kinderkleeding" in ons land heb ik boven dien niets gevonden, wat recht geeft tot de bedenking, als zou deze werkzaamheid ten bate van het kind schadeljjk terugwerken op het gezin. Maar dit zal het geval worden, wanneer, wat tot heden uitging van de particuliere vereenigingen, gesteund wordt door of uitgaat van de gemeenteljjk9 overheid zoo hoor ik verzekeren. Och, wat Alweer die verzekering, zonder dat deze op de ervaring is gegrond. Laat ons geen theoretische Bpoken opjagen, maar ze verdrjjven door aan te vatten of voort te zetten het werk, dat ten aanzien van het schoolkind voor de hand ligtl Men ga daarbjj te werk met de grootste omzichtigheid, zonder eenige overdriving. Wie in dezen meer doet, dan, na nauwgezet onder zoek van onderwijzers en Vereeniging, com missie of schoolbestuur, noodig bljjkt, doet te veel. Wie het niet doet, met de stellige be doeling, daarbjj alles te vermgden, wat de kinderen zou kunnen vervreemden van de familie of wat de ouders zou helpen te ver vreemden van hunne natuurljjke lasten en bekende, dierbare stem, die riep«Wacht, papa, ik zal wel opendoen." En daar stond zjj in de nauwe gang, die slechts flauw ver licht werd door het schjjnsel dat door de openstaande eetkamerdeur viel. «Yitta, gjj alleen 1' riep hg en zjj voelde hare handen beetpakken door twee groote stevige handen, terwjjl Fido, die jaloersch was, tegen haar opsprong en haar japon beet pakte. «Tante Mariette is heel naar", zei Yitta, haar best doende om haar stem te be dwingen, «en ik kwam vragen of de dokter dadeljjk zou willen komen ik ben zoo bang." «Kom even binnen, Vitta, spreek zelf met papa en drink een kopje koffieje bent geheel ontdaan, arm kind 1" «Neen, neen, ik heb geen tjjd, grootmama en tante wachten ea zouden zich ongerust maken, als ik niet dadeljjk kwam. Doe jjj de boodschap maar aan den dokter en zend hem zoo gauw mogeljjk!" Oaderwjjl verscheen de dokter, een korte, gezette man, met een ros- sigen baard, op den drempel der eetkamer en zei: «öoeden avond juftrouw Vittorina, ik herkende uw stem; is het weer minder goed met uw tante?" «O ja, veel minder goed kom toch gauw," antwoordde zjj gejaagd. «Ik eet even af en ga dadeljjk met u mee, als gjj een oogenbiik wachten wilt." «Neen, dank u, ik ga maar vast," en de verpliohtingen, doet het werk niet goed. Wie aan dezen arbeid zjjne medewerking geeft of onthoudt, op groxd van politieke of sociale overwegingen, die omgaan buiten het directe belang van het arme sohoolkind zelf, laat zich leiden door motieven, die buiten dit vraagstuk staan. Wat de commissie van onderzoek in Lon den deed, doe ieder die zjjn standpunt in dit vraagstuk wensoht te bepalen. Men besohouwe de zaakuit het oogpunt eau de school en van de schoolgaande kinderen. En voorts, aan den arbeid 1 De leege maag beeft geen ooren en in een verkleumd lichaam is ook de geest niet opgewekt. Da Nutsdepartementen, de afdeelingen der Vereeniging Volksonderwijs, de osderwjjzers en de onder wjj zer essen, ook de Commissiëa tot wering van Schoolverzuim, mogen deze onder was-aangelegenheid in de gemeenten, waarin zjj gevestigd zjjn, bevorderen zooveel zjj kun nen, op de wjjze, welke in hunne kringen de meeste kans slagen biedt. Wat wjj alles in dezen helpend doen aan het arme schoolkind, komt ten goede aan het schoolkind en daardoor aan de maatschappjj der toekomst. Bjj kon. besluit zjjn benoemd bjj het dep. van justitie: tot hoofdoommies, mr J P. de Mejjere, thans tjjdeljjk geëmployeerde, werkzaam ten bureele van den hoofdinspecteur van het gevangenis wezen aan gemeld dep. tot oommies mr J. van Gelein Vitringa, doctor in de staatswetenschap, thans substituut griffier bjj den Centralea raad van beroep [ongevallenverzekering) te Utrecht; tot adj.- oommies mr J. A. Philipse, advocaat en proou- reur te 's-Gra -enhage, tevens werkzaam ten parkette van den procureur-generaal bjj den Hoogen Raad der Nederlanden tot inspecteur bjj het rjjks-tuchtwezen mr L. J. M. Basquin, thans griffiir bjj het kantongereoht te Sittard en arr.-schoolopziener aldaar; is benoemd tot inspecteur der dir. bel. enz. te Doetinchem J. J. Loke, inspecteur te Oas -, is benoemd tot directeur van het postkan toor te Eibergen P. Kater, thans klerk der postergen 1ste kl. is H. J. van Oort te Amsterdam, benoemd tot opzichter der Landsgebouwen 3de kl. is E. Ehnhuus benoemd en aangesteld tot tjjd. off van gezondb. 2de kl. bjj hét personeel van den geneesk. dienst van het leger in N.-I. Ons Hof heeft voor drie dagen den lichten rouw aangenomen, wegens het overigden van H. K. en K. Hoogheid aartshertogin Clotilde Maria van Oostenrjjk. a De minister van oorlog, ter kennis van be langhebbenden brengende het Kon. besluit'van 30 Oot. 1.1., betreffende de opleiding tot mili- oien telegrafist, deelt daarbjj mede lo. dat tot de militieplichtige telegraaf- beambten, geplaatst in eenen werkkring als bedoeld in art 1 van voormeld besluit, uit sluitend worden gerekend a. van het personeel der postergen en der telegrafie de commiezen, surnumerairs en klerken telegrafist h. van het personeel der spoorwegmaat schappijen en bjjzondere telegraafmaatschap- pjjen: de commiezen, klerken, telegrafisten, assis tenten en adspirant-arb6iders-telegraflsten, die blgkens eene schriftelgke verklaring van den chef waaronder zg zgn gesteld, en gelega liseerd door het hoofd der gemeente waar die chef gevestigd is bekend zgn met de inrichting en de bediening van de Morse- telegraaf 2o. dat het aantal militiepliohtigen, het welk van de lichting 1904 voor opleiding tot milicien-telegrafist in aanmerking komt, wordt bepaald op 50; 3o. dat het programma, bedoeld in art. 8 van het besluit, omvat de algemeene eischen voor den milicien bg de genietroepen en de bgzondere voor de miliciens telegrafisten, zoo als een en ander is omschreven onder d van het Kon. besluit van 9 Jan. 1902 (Stbl. no. 3). Verwittigt wgders de militiepliohtigen der lichting van 1904, die in aanmerking wenschen te komen voor eene opleiding tot milicien- heeren groetende, liep zg vlug het paadje door de wei weer op. «Als tante eens erger was geworden 1 Als ik haar eens niet meer vond 1" daoht zg, haar pas versnellende «Wat zag ze er akelig uitO God 1 laat dat vreeselgke niet gebeuren 1" Zg droogde hare tranen ai en liep nog harder, steeds de hand aan den halsband van Fido hou dende, om zich niet alleen te gevoelen op dien eenzamen buitenweg. In huis vond ze Dora en Louisa in de keuken, bezig lakens voor het vuur te warmen. Dora zag geheel ontdaan en hare handen beefden. Yitta snelde naar boven, de kamers door, en zag grootmoeder voor het ziekbed zitten, met het hoofd voorover gebogen, en zg hoorde het gerochel der arme tante, viel op hare knieën voor het bed en drukte haar gelaat op de uit geteerde hand, die op het dek lag. Wat een vreeselgke, onvergetelgke nacht 1 Even na de komst van den dokter werd er een telegram naar Milaan aan tante Lida gezonden, om te zeggen dat zg terstond moest komen, als zg haar zuster nog wilde zieneen tgd lang was er voortdurend geloop door het huis en op de trappen. Toen de dag aanbrak, lag Yitta weer ge knield voor het ziekbed en staarde op het strakke gelaat der stervende; aan de andere zgde stond de dokter met haar pols in de hand, terwgl zgn oogen onafgebroken op de telegrafist, dat zg daarvan hebben te doen blgken door zich vóór 20 Febr. 1904 sohrifte- lgk tot het departement van oorlog te wendeni met opgave van naam en voornamen, van woonplaats, met aanduiding van straat en nummer, van de gemeente, waarvoor geloot is, en van hunne tegenwoordige betrekking, c. q. onder overlegging van de vorenbedoelde ge legaliseerde verklaring. Gasthuis. Van het bestuur der gods huizen is het volgende schrgven ontvangen In het schrgven van burg. en weth. van 4 Sept. jl. no. 31/1, waarin ons werd medegedeeld dat de gemeenteraad onze begrooting voor 1904 had goedgekeurd, troffen wg mede, zulks met het oog op de noodzakelgke stgging van het subsidie aan het bnrgerlgk armbestuur als gevolg van onze hoogere tarievenraming, een drang aan van uwen raad tot een zuinig beheer en de waarsohuwing tegen opdrgving van de eischen, in het bg zonder in het gasthuis. Tot ons leedwezen moeten wg uit dien drang en uit die waarschuwing ontwaren dat uw raad twgfelt of onze tariefsverhooging wel door de omstandigheden gerechtvaardigd wordt, maar veeleer voortvloeit uit een gebrek aan eene gewenschte spaarzaamheid. Vermits nu die tariefsverhooging grooten- deels een gevolg is van eene verbouwing van vleugels van het Gasthuisgebouw, werd in eene eerst onlangs gehouden vergadering van ons besloten, om, waar er onzerzgds niet de minste reden bestaat om het licht te schuwen, aan Uwen Raad, zg het dan ook ongevraagd, eenige nadere inliohtingen te geven omtrent de reden, welke ons genoopt hebben, om tot die ver bouwing te besluiten, inlichtingen, welke, naar wg vertrouwen, zullen strekken om Uwen Raad te overtuigen, dat van geen gebrek aan gepaste zuinigheid, van geene ondoordachte opdrgving van de eischen in het Gasthuis sprake is, maar dat alleen de drang der om standigheden, de overtuiging van de noodza- kelgkheid van het aanbrengen van verbeteringen en het besef van onzen plicht om te zorgen dat de verpleging van de aan onze zorg toe vertrouwde Igders in overeenstemming blgve met de eischen, aan eene doelmatige verpleging gesteld, ons tot ons besluit hebben geleid. Nadat wg reeds herhaaldelgk gewezen waren op de bestaande gebreken van ons gesticht en in de wgze van verpleging van onze zieken en nadat wg reeds andere plannen, als te kostbaar in verhouding tot het te verwachten nut, verworpen hadden, werd door ons bestuur tot het thans uitgevoerde plan, na verkregen maohtiging van Gedeputeerde Staten, besloten op grond van de volgende overwegingen le. dat in het hoofdgebouw hoe langer hoe meer, zoo door het toenemend aantal patiënten als door gewgzigde verpleging, behoefte aan meerdere lokalen kwamdat daarentegen reeds sinds geruimen tgd ongebruikt stond de rechtervleugel van,.het gebouw, nadat op ver langen van den Inspecteur van het Krank zinnigenwezen, de vroeger aldaar gehuisveste epileptici daaruit vertrokken waren, welke vleugel alleen door verbouwing voor andere doeleinden kon bruikbaar gemaakt worden 2e. dat de verpleging van aan tuberoulose lgdende patiënten in gemeenschappelijke zalen met andere zieken reeds lang door onze geneeskundigen streng werd veroordeeld als gevaarljjk voor de laatstgenoemde kranken en als ondoelmatig voor de tuberculoselgdersdat aan dit euvel door geneeskundigen in de laatste jaren wel eenigermate werd tegemoet gekomen door de Igders aan tuberoulose over dag zooveel doenljjk in de open lucht te doen brengen, dooh dat deze tegemoetkoming, op zich zelf reeds onvoldoende, op te primitieve wgze kon plaats hebben, om haar op den duur te bestendigen dat echter in dien gebrekkigen toestand afdoende verbetering aan te brengen was door het in gebruik stellen van eene afzonderljjke kamer voor manneljjke en eene dito kamer voor vrouweljjke patiënten, in gericht naar de eischen voor die soort van zieken gesteld, alsmede door het aanbrengen van eene geschikte ligplaats in de openlucht; 3e. dat h6t in de operatiekamer ontbrak aan het noodige licht en aan de gewenschte voorzorgen tegen besmetting, waardoor niet met vol vertrouwen door den medious tot alle soort van operatiën kon worden overgegaan wjjzers van zgn horloge tuurden. Te vergeefs traohtte Vitta in die verwrongen trekken het lieve, zachte, vriendelijke gelaat, waaraan zg gewoon was, terug te vinden; daarop nam zjj de magere hand, legde die op haar hoofd e* bleef zoo een poos roerloos lig gen, met gesloten oogen. Na eenigen tgd vernam zg een onderdrukt snikken en voelde de hand steeds zwaarder op haar hoofd rusten. Zg nam die in de hare a en legde haar op het dek neer. O God 1 Taste Mariette was dood 1 Zg zag het 1 zg voelde het. Alles was gedaan 1 Zg was niet meer 11 Zg sprong op en zag grootmoeder aan de andere zgde van het bed geknield liggen, met het grgze hoofd op het dek en de handen over het ontzielde lichaam van haar kind uitge strekt. Als door een sluier zag zg de oude Dora, die de handen voor hot gelaat hield en schreide zg kreeg een gevoel alsof haar keel toegesohroefd werd, slaakte een kreet en liep zoo hard zg kon de kamers door, de trap af, ten prooi aan een onbesohrgfelgken angst, totdat >g bg het muurtje op het plein uitgeput neer viel, onder de trillende populieren bladeren. Tante Lida kwam 's middags. Vitta zag haar door de diohte jaloeziëa van haar kamertje, waarheen zg gevluoht was, nadat zg een poos in de sterfkamer had doorgebracht; zg zag haar uit het rgtuig stappen, haar moeder om den hals vallen, die haar met een strak gelaat en dat dit gebreken waren van zulk een in- grgpenden aard, dat daarin zonder verwgl op afdoende wgze moet worden voorzien 4e. dat de linkervleugel van het gebonw, bestemd voor Igders aan besmettelgke ziekten, uiterst primitief waB ingerioht en tot dusver nimmer aan de eischen, door de epidemiewet gesteld, heeft voldaan, d&ar het onvoldoende afgezonderd was van de andere gedeelten van het Gasthuis, welke gebreken door doelmatiger inrichting van binnen en door betere iaoleering verholpen koeden worden 5e. dat het noodige kapitaal voor deze verbouwing thans op uiterst voordeelige voor waarden door ons te bekomen was, eene om standigheid waarvan wg later niet verzekerd waren en welke daarom door ons niet onge bruikt mocht worden gelaten. Meldden wg hiervoren dat onze tariefver- hooging grootendeels een gevolg was van de hierboven behandelde verbouwing, voor een gedeelte werkte daartoe ook mede de ontslag aanvrage van de directrice van het Gasthuis wegens gezondheidsredenen. Die aanvraag stelde ons voor de beantwoor ding der vraag of de inrichting van den inwen- digen dienst in het Gasthuis ongewgzigd kon big ven of wel verandering wenschelgk moest worden geaoht. Na een nauwgezet onderzoek en geleerd door de ervaring, gedurende ruim II jaren op gedaan, vestigde zich bg ons de vaste over tuiging dat de omvang van ons gestioht te groot is, om het opperbestuur er over, zoowel op medisch als op administratief gebied, aan éen persoon op te dragen en dat eene vrouw boven het overige personeel, hoofdzakelgk uit vrouwen bestaande, niet de gesohikte persoon is aan wie die veel omvattende taak kan worden toevertrouwd. Wg besloten daarom dan ook, op het voet spoor van vele andere gestiohten, tot de aan stelling van een mannelgk in plaats van een vrouwelgk hoofd, bggestaan voor huishoude- lgke zaken door een aan hem ondergeschikte vrouw. Wg ontveinsden ons geenszins, dat ook uit deze wgziging eene grootere verhooging van uitgaven voor ons Gasthuis zou volgen, maar wg meenden tooh dat met die vermeer derde uitgaat niet te duur zouden gekocht worden de daaruit voortvloeiende voordeelen voor ons gestioht, nl. een krachtiger steun in het tegengaan van misbruiken en onge- wenschte toestanden, -voorkoming of onder drukking van tweespalt tusschen de versohil- lande categorien van in het gestioht werk zaam zgnde personen, bevordering daardoor vsn de in een Gasthuis zoo zeer gewenschte inwendige rust en onderlinge samenwerking, verhooging daardoor van zgn goeden naam en vermeerdering van zgna inkomsten. Niet onopgemerkt mag ten slotte blgven dat, niettegenstaande de thans noodig geworden verhooging van het tarief, de kostende prgs voor de gemeente niet hoog kan worden ge noemd, aangezien ten bate van de verpleging van hare armen mede aangewend worden de re rennen van de aan het gasthuis toebehoorde eigendommen. Invoering van watermeters. In de raadszitting van 26 Februari 1902 werd besloten burg. en weth. uit te noodigen «een onderzoek in te stellen omtrent de wen- schelgkheid om op een te bepalen tgdstip het water uitsluitend over den meter te leveren*9 en in die van den 29 October 1902, deelde de voorzitter van het college mede, dat burg. en weth. nog niet overtuigd waren, dat hierwa- terverspillicg heersohte, welke eene levering uitsluitend over den meter zou wettigen, doch dat zjj bezig waren een onderzoek naar die beweerde verspilling in te stellen, welk onder zoek veel tgd zou eischen. Gedurende een tjjdvak van nagenoeg een jaar zgn van husnentwege in 19 peroeelen, waar abonnementen zjjn genomen, waterme ters geplaatst. Het resultaat van die proefneming wordt overgelegd. Uit dien staat bljjkt, dat de hoogste en en laagste buiten rekening latende het verbruik per dag en per bewoner afwisselde van 9 tot 29 liter (nog niet 1 emmer tot nog geen 3 emmers). Het gemiddeld waterver bruik per dag en per inwoner, waarover dat onderzoek heeft geloopev, bedroeg 17'/i liter, (1emmer). ontving, en hoorde haar snikkend uitroepen «Wat al rampen, wat al rampen I" «Waarom rampen daoht het meisje, «die ééne is al erg genoeg I" «Als ge wist mama 1 Als ge wist 1" ging de klagende stem voort, «in welke stemming ik die reis volbracht heb I en dat ik Carlo en de kinderen in dien toestand moest aohter laten en dat ik Maritta niet meer vind... O God I het ia te veel 1" Daarop hoorde zg niets meer. Tante Lida was in huis gegaan. «Oom Carlo en de kinderen in dien toe stand aohterlaten 1 Wat is er dan daoht Yitta, naar beneden gaande. De verklaring kreeg zjj door tante Lida zelf, die zioh, zoodra zjj haar zag, ia hare armen wierptante wa* verouderd, zag bleek, had zwarte kringen onder de oogen, tengevolge van de vele sohreiend doorwaakte nachten, xoodat Yitta moeite had de schoone, welgestelde vrouw van vroeger in haar te herkennen. «Carlo is geruïneerd eergisteren is hjj failliet verklaard 1" stamelde de arme vrouw, snikkende en drukte haar gelaat tegen den schouder van haar nichtje aan. „Wjj hebben niets meer niets en er is nog zóó veel te betalen O, mjjn arme kinderen en mjjn zuster! Mjjn zuster dood!" De stakkert schreide en mengde de beide groote rampen, die haar getroffen hadden, steeds dooreen, zoodat Yitta zioh in hare

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 5