lidelrpcle Courant
FEUILLETON.
Het Maiant m tante iaristte.
BIJVOEGSEL-
Diasdag 22 December 1903, no. 301.
Middelburg 21 December.
Stokken voor den gemeenteraad
van Middelburg.
(V
VAN DE
.VAN
EEN SLOTWOORD.
Ia 't kort maakten wjj reeds met ingeno
menheid melding van het door de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen uitgegeven werkje
Voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen,
samengesteld door den secretaris dier Maat
schappij.
Wij meenen, ia het belaag van de goede
zaak, onder de oogen onzer lezers te moeten
brengen het woord, waarmede de heer Bruin-
wold Riedel zjjn werk besluit.
Dit luidt als volgt:
Wanneer het arme kind dageljjks de Bchool
bezoekt en dit gaarne doet, ook omdat het
weet, da&r een voedzaam en smakelgk maal
te zullen erlangen, dat het thuis niet kan
verkrijgen öf omdat het te ver van de
sohool woont, om tusschen de schooltijden naar
huis te gaan, öf omdat beide ouders buitenshuis
werken en ook zjj hun middagmaal niet in
huis kuanen genieten, öf omdat het gezin
bittere armoede ljjdt - dan zal ook dit kind
der armen zjjn werk op school met opgewekt
heid verriohten en daardoor zal het onderwjjs,
dat het geniet, meer vruchten dragen. Voor
die kinderen, voor wie het lager onderwijs het
eenige is, dat zjj ontvangen tot hunne vorming
voor het leven, is reeds dit van groote betee-
kenis, dat voor ken de schooljaren zoo vrooljjk,
zoo leerzaam, zoo vormend mogeijjk zjjn. Tot
dat doel kan nooit genoeg worden gedaan
door hen die op deze sohoolvorming hun
invloed oefenen. Daarvoor de samenwerking
te verkrijgen van overheid, onderwijzers en
ook van mennen en vrouwen, die, uit liefdo
tot het sohoolkind, tot persoonlijke mede-
wedewerking bereid zjjn, is inderdaad een
kostljjke zaak, ook blgkens de ervaring.
Maar de vraag rjjst, en is dikwijls gesteld,
of de schoolvoeding en kleeding, terwijl zjj
voor het schoolkind heilzaam werken, geen
nadeeligen invloed zullen hebben op de ouders
op hun verantwoordelijkheidsbesef, ten aanzien
van hunne kinderen, op het familieleven van
de gezinnen der minst bedeelden, dat toch
reeds door velerlei andere ongunstige invloeden
wordt bedreigd.
Het ware ongetwijfeld te wezschen, dat
schoolvoeding en kleeding overbodig konden
geacht wordendat alle ouders in staat waren,
zelve op voldoende wjjze in de behoefte aan
voeding en kleeding hunner kinderen te voorzien,
dat geen ouders door eigen schuld daardoor de
middelen misten en dat geen vader en moeder
dezen hun eersten plicht verwaarloosden. Wie
de middelen weet aan te geven, waardoor voe
ding en kleeding aan schoolgaande kinderen
niet meer noodig worden, doet beter, dan wie
traoht aan te wjjzen, op welke wjjze deze het
best kunnen worden geregeld. Maar zoo lang
de toestanden in onze maatschappij van dien
aard zjjn, dat de behoefte onafwijsbaar is, moet
ook de voorzieniig plaats hebben. Het arme
sohoolkind mag niet, meer dan onvermjjdeljjk
is, ljjden onder de ziekten en fouten der maat
schappij of onder de gebreken der ouders. En
dit te minder, wanneer het gedwongen wordt,
de sohool te bezoeken. Wie dezon plicht den
kinderen oplegt, is tevens geroepen, alles te
doen wat mogeijjk is, dat de vervulling van
dien plicht door het kind, onder de beste
bereikbare omstandigheden en door de beste
middelen leide tot het voorgestelde doel der
sohool: de opleiding van het kisd voor het
leven, door onderwijs en opvoeding Sohool-
voeding en kleeding, als onderdeel van die
opleiding voor arme kinderen, welke daaraan
behoefte hebben, is één dier middelen en juist
daardoor werkt de toepassing van dat middel
mede, om haar bjj volgende geslachten min
der noodig te maken.
2 Uit het ltaliaansch.
VAN
A. ROSA.
Fido, die zich verbaasde dat zjjn jeugdige
meesteres zoo stilzwijgend voortliep, begon
met z]jn kop langs haar japon te strjjken, als
om haar aandaoht op zich te vestigen.
>Beste Fido 1 Wjj zjjn er 1" zeide ze, hem
streelende. Zjj waren bjj het doktershuis, een
der eerste van het dorp; het was een klein
huis, met twee verdiepingen, een soort van
Zwitsersch chttlet met een vooruitstekend dak
en vele houten balkonnetjes, omgeven door
een klein tuintje, dat ingesloten lag tusschen
met klimop begroeide muren. De beneden
vensters waren verlicht en zjj hoorde praten
en lachen en gerammel van borden en glazen.
«Zitten ze nog aan tafel dacht Vitta.
»Wat eten ze laat van avond 1" Maar eensklaps
sohoot haar iets te binnen dat haar hart
sneller deed kloppen en een blos naar de
wangen joeg.
>Mario zal onverwaohts uit de stad ge
komen zjjn 1" Z{j trachtte zich te beheer-
tchen, klopte bescheiden aan, met den grooten
ijzeren klopper, en hoorde terstond een wel-
Dooh er is meer. Is het inderdaad waar
schijnlijk, dat gosd ingerichte schoolvoeding
en kleeding den familiezin zal verzwakken en
het plichtbesef van de ouders verminderen
Er zjja helaas 1 ouders, die zéé ontaard zjjn,
dat zjj beide nauwelijks kennen en zich ook
van hun kinderen aimaken. Zulke ouders zul
len er ook altjjd big ven. Maar zjj z{jn uit
zonderingen. En de onthouding van voeding
en kleeding van wege de school aan de onge
lukkige kinderen van deze slecht gekozen ou
ders, zal, terwjjl zjj aan de kinderen onthoudt
wat hun als schoolkinderen toekomt, zeker
den familiezin bjj deze kinderen noch het
plichtsbesef bjj de ouders verlevendigen.
Als regel, is het met den familiezin bjj de
armen buiten eigen schuld niet zóo sleoht ge
steld, dat zjj het niet betreuren, indien hunne
kinderen aan voeding en kleeding tekort komen
en dat zjj niet dankbaar zullen zjjn, indien de
school hier, ik zeg niet plaatsvervangend, maar
helpend en aanvullend optreedt. Integendeel,
er is groote kans, dat dit hen de sohool meer
zal doen waardeeren, en ook hun levensmoed
zal versterkenen dit in grootere mate, wan
neer de verstrekking van voedsel en kleeding
aan hunne kinderen geschiedt op een wjjze,
dat alles vermeden wordt, wat kinderen en
ouders beide zou doen denken aas armenzorg,
aan steun van het gezin, terwjjl, daarentegen,
bjj onderzoek en bezoek van wege de Vereeni-
ging en is de gesprekken de onderwijzers met
de ouders, het mogeljjke wordt beproefd, om
bjj de laatsten het bewustzjjn te verlevendigen
dat ook hier de samenwerking van school en
gezin noodig en mogeijjk is. Op die wjjze kan
zelfs de verstrekking van voeding en kleeding
van wege de sohool, al duurt deze niet langer
dan eenige maanden van het jaar, tengevolge
hebben, dat in de overige maanden de zorg
daarvoor door de ouders beter wordt behartigd
en derhalve zoowel familiezin als verantwoor
delijkheidsbesef, tot zegen van kinderen en
ouders belde, toenemen. En indien dit het geval
is bjj bv. 10% van de gezinnen, wier kinderen
van de schoolvoeding en kleeding genieten, is
dit winst voor de maatschappij.
Men meene toch niet, dat, gemiddeld geno
men, familiezin 9n verantwoordelijkheidsbesef
voor hun kinderen bjj de armen onder de
ouders, van huis uit, zooveel lager staan dan
bjj ons. Deze meening wordt door de ervaring
niet bevestigd. Maar vele armen kunnen,
wegens de veel ongunstiger omstandigheden,
waaronder zjj altjjd geleefd hebben en nog
leven, dikwjjls voor hunne kinderen niet zjjn
en doen, wat zjj zoo gaarne zouden willen. Zou
het in zeieljjk en maatschappelijk opzicht
slecht werken, indien de ouders ondervinden,
dat door de school, op eene ook door hen ge
waardeerde wjjze, aan hun kinderen wordt ge
geven wat zij niet geven kunnenen dit niet
om de gezinnen bjj te springen, maar opdat
het kind vaa het schoolonderwijs geregeld en
met meer vrucht moge genieten
Ook heeft de ervaring dit tot heden niet
geleerd. De heer César in zjja Les soupes scolaires
verzekert, cp grond van eigen ervaring, dat in
Zwitserland de gunstige invloed van de
schoolvoeding ook op de gezinnen, veelvuldig
aan Let licht komt. -Mede daardoor, zjjn de
t,oupes scolaires er zoo populair. In de berichten
omtrent de vereenigingen voor «kindervoeding1'
en «kinderkleeding" in ons land heb ik boven
dien niets gevonden, wat recht geeft tot de
bedenking, als zou deze werkzaamheid ten
bate van het kind schadeljjk terugwerken op
het gezin.
Maar dit zal het geval worden, wanneer,
wat tot heden uitging van de particuliere
vereenigingen, gesteund wordt door of uitgaat
van de gemeenteljjk9 overheid zoo hoor ik
verzekeren. Och, wat Alweer die verzekering,
zonder dat deze op de ervaring is gegrond.
Laat ons geen theoretische Bpoken opjagen,
maar ze verdrjjven door aan te vatten of voort
te zetten het werk, dat ten aanzien van het
schoolkind voor de hand ligtl
Men ga daarbjj te werk met de grootste
omzichtigheid, zonder eenige overdriving. Wie
in dezen meer doet, dan, na nauwgezet onder
zoek van onderwijzers en Vereeniging, com
missie of schoolbestuur, noodig bljjkt, doet te
veel. Wie het niet doet, met de stellige be
doeling, daarbjj alles te vermgden, wat de
kinderen zou kunnen vervreemden van de
familie of wat de ouders zou helpen te ver
vreemden van hunne natuurljjke lasten en
bekende, dierbare stem, die riep«Wacht,
papa, ik zal wel opendoen." En daar stond
zjj in de nauwe gang, die slechts flauw ver
licht werd door het schjjnsel dat door de
openstaande eetkamerdeur viel.
«Yitta, gjj alleen 1' riep hg en zjj voelde
hare handen beetpakken door twee groote
stevige handen, terwjjl Fido, die jaloersch
was, tegen haar opsprong en haar japon beet
pakte.
«Tante Mariette is heel naar", zei
Yitta, haar best doende om haar stem te be
dwingen, «en ik kwam vragen of de dokter
dadeljjk zou willen komen ik ben zoo bang."
«Kom even binnen, Vitta, spreek zelf met
papa en drink een kopje koffieje bent geheel
ontdaan, arm kind 1"
«Neen, neen, ik heb geen tjjd, grootmama
en tante wachten ea zouden zich ongerust
maken, als ik niet dadeljjk kwam. Doe jjj de
boodschap maar aan den dokter en zend hem
zoo gauw mogeljjk!" Oaderwjjl verscheen de
dokter, een korte, gezette man, met een ros-
sigen baard, op den drempel der eetkamer en
zei: «öoeden avond juftrouw Vittorina, ik
herkende uw stem; is het weer minder goed
met uw tante?"
«O ja, veel minder goed kom toch
gauw," antwoordde zjj gejaagd.
«Ik eet even af en ga dadeljjk met u
mee, als gjj een oogenbiik wachten wilt."
«Neen, dank u, ik ga maar vast," en de
verpliohtingen, doet het werk niet goed. Wie
aan dezen arbeid zjjne medewerking geeft of
onthoudt, op groxd van politieke of sociale
overwegingen, die omgaan buiten het directe
belang van het arme sohoolkind zelf, laat zich
leiden door motieven, die buiten dit vraagstuk
staan.
Wat de commissie van onderzoek in Lon
den deed, doe ieder die zjjn standpunt in dit
vraagstuk wensoht te bepalen.
Men besohouwe de zaakuit het oogpunt
eau de school en van de schoolgaande kinderen.
En voorts, aan den arbeid 1 De leege maag
beeft geen ooren en in een verkleumd lichaam
is ook de geest niet opgewekt.
Da Nutsdepartementen, de afdeelingen der
Vereeniging Volksonderwijs, de osderwjjzers en
de onder wjj zer essen, ook de Commissiëa tot
wering van Schoolverzuim, mogen deze onder
was-aangelegenheid in de gemeenten, waarin
zjj gevestigd zjjn, bevorderen zooveel zjj kun
nen, op de wjjze, welke in hunne kringen de
meeste kans slagen biedt.
Wat wjj alles in dezen helpend doen aan
het arme schoolkind, komt ten goede aan het
schoolkind en daardoor aan de maatschappjj
der toekomst.
Bjj kon. besluit
zjjn benoemd bjj het dep. van justitie: tot
hoofdoommies, mr J P. de Mejjere, thans
tjjdeljjk geëmployeerde, werkzaam ten bureele
van den hoofdinspecteur van het gevangenis
wezen aan gemeld dep.
tot oommies mr J. van Gelein Vitringa,
doctor in de staatswetenschap, thans substituut
griffier bjj den Centralea raad van beroep
[ongevallenverzekering) te Utrecht; tot adj.-
oommies mr J. A. Philipse, advocaat en proou-
reur te 's-Gra -enhage, tevens werkzaam ten
parkette van den procureur-generaal bjj den
Hoogen Raad der Nederlanden tot inspecteur
bjj het rjjks-tuchtwezen mr L. J. M. Basquin,
thans griffiir bjj het kantongereoht te Sittard
en arr.-schoolopziener aldaar;
is benoemd tot inspecteur der dir. bel. enz.
te Doetinchem J. J. Loke, inspecteur te Oas -,
is benoemd tot directeur van het postkan
toor te Eibergen P. Kater, thans klerk der
postergen 1ste kl.
is H. J. van Oort te Amsterdam, benoemd
tot opzichter der Landsgebouwen 3de kl.
is E. Ehnhuus benoemd en aangesteld tot
tjjd. off van gezondb. 2de kl. bjj hét personeel
van den geneesk. dienst van het leger in N.-I.
Ons Hof heeft voor drie dagen den lichten
rouw aangenomen, wegens het overigden van
H. K. en K. Hoogheid aartshertogin Clotilde
Maria van Oostenrjjk.
a
De minister van oorlog, ter kennis van be
langhebbenden brengende het Kon. besluit'van
30 Oot. 1.1., betreffende de opleiding tot mili-
oien telegrafist, deelt daarbjj mede
lo. dat tot de militieplichtige telegraaf-
beambten, geplaatst in eenen werkkring als
bedoeld in art 1 van voormeld besluit, uit
sluitend worden gerekend
a. van het personeel der postergen en
der telegrafie
de commiezen, surnumerairs en klerken
telegrafist
h. van het personeel der spoorwegmaat
schappijen en bjjzondere telegraafmaatschap-
pjjen:
de commiezen, klerken, telegrafisten, assis
tenten en adspirant-arb6iders-telegraflsten, die
blgkens eene schriftelgke verklaring van
den chef waaronder zg zgn gesteld, en gelega
liseerd door het hoofd der gemeente waar die
chef gevestigd is bekend zgn met de
inrichting en de bediening van de Morse-
telegraaf
2o. dat het aantal militiepliohtigen, het
welk van de lichting 1904 voor opleiding tot
milicien-telegrafist in aanmerking komt, wordt
bepaald op 50;
3o. dat het programma, bedoeld in art. 8
van het besluit, omvat de algemeene eischen
voor den milicien bg de genietroepen en de
bgzondere voor de miliciens telegrafisten, zoo
als een en ander is omschreven onder d van
het Kon. besluit van 9 Jan. 1902 (Stbl. no. 3).
Verwittigt wgders de militiepliohtigen der
lichting van 1904, die in aanmerking wenschen
te komen voor eene opleiding tot milicien-
heeren groetende, liep zg vlug het paadje door
de wei weer op.
«Als tante eens erger was geworden 1
Als ik haar eens niet meer vond 1" daoht zg,
haar pas versnellende «Wat zag ze er akelig
uitO God 1 laat dat vreeselgke niet gebeuren 1"
Zg droogde hare tranen ai en liep nog harder,
steeds de hand aan den halsband van Fido hou
dende, om zich niet alleen te gevoelen op
dien eenzamen buitenweg.
In huis vond ze Dora en Louisa in de
keuken, bezig lakens voor het vuur te warmen.
Dora zag geheel ontdaan en hare handen
beefden.
Yitta snelde naar boven, de kamers door, en
zag grootmoeder voor het ziekbed zitten, met
het hoofd voorover gebogen, en zg hoorde het
gerochel der arme tante, viel op hare knieën
voor het bed en drukte haar gelaat op de uit
geteerde hand, die op het dek lag.
Wat een vreeselgke, onvergetelgke nacht 1
Even na de komst van den dokter werd er een
telegram naar Milaan aan tante Lida gezonden,
om te zeggen dat zg terstond moest komen,
als zg haar zuster nog wilde zieneen tgd
lang was er voortdurend geloop door het huis
en op de trappen.
Toen de dag aanbrak, lag Yitta weer ge
knield voor het ziekbed en staarde op het
strakke gelaat der stervende; aan de andere
zgde stond de dokter met haar pols in de
hand, terwgl zgn oogen onafgebroken op de
telegrafist, dat zg daarvan hebben te doen
blgken door zich vóór 20 Febr. 1904 sohrifte-
lgk tot het departement van oorlog te wendeni
met opgave van naam en voornamen, van
woonplaats, met aanduiding van straat en
nummer, van de gemeente, waarvoor geloot is,
en van hunne tegenwoordige betrekking, c. q.
onder overlegging van de vorenbedoelde ge
legaliseerde verklaring.
Gasthuis. Van het bestuur der gods
huizen is het volgende schrgven ontvangen
In het schrgven van burg. en weth. van 4
Sept. jl. no. 31/1, waarin ons werd medegedeeld
dat de gemeenteraad onze begrooting voor
1904 had goedgekeurd, troffen wg mede, zulks
met het oog op de noodzakelgke stgging van
het subsidie aan het bnrgerlgk armbestuur
als gevolg van onze hoogere tarievenraming,
een drang aan van uwen raad tot een zuinig
beheer en de waarsohuwing tegen opdrgving
van de eischen, in het bg zonder in het gasthuis.
Tot ons leedwezen moeten wg uit dien
drang en uit die waarschuwing ontwaren dat
uw raad twgfelt of onze tariefsverhooging wel
door de omstandigheden gerechtvaardigd wordt,
maar veeleer voortvloeit uit een gebrek aan
eene gewenschte spaarzaamheid.
Vermits nu die tariefsverhooging grooten-
deels een gevolg is van eene verbouwing van
vleugels van het Gasthuisgebouw, werd in eene
eerst onlangs gehouden vergadering van ons
besloten, om, waar er onzerzgds niet de minste
reden bestaat om het licht te schuwen, aan
Uwen Raad, zg het dan ook ongevraagd, eenige
nadere inliohtingen te geven omtrent de reden,
welke ons genoopt hebben, om tot die ver
bouwing te besluiten, inlichtingen, welke, naar
wg vertrouwen, zullen strekken om Uwen
Raad te overtuigen, dat van geen gebrek aan
gepaste zuinigheid, van geene ondoordachte
opdrgving van de eischen in het Gasthuis
sprake is, maar dat alleen de drang der om
standigheden, de overtuiging van de noodza-
kelgkheid van het aanbrengen van verbeteringen
en het besef van onzen plicht om te zorgen
dat de verpleging van de aan onze zorg toe
vertrouwde Igders in overeenstemming blgve
met de eischen, aan eene doelmatige verpleging
gesteld, ons tot ons besluit hebben geleid.
Nadat wg reeds herhaaldelgk gewezen waren
op de bestaande gebreken van ons gesticht en
in de wgze van verpleging van onze zieken
en nadat wg reeds andere plannen, als te
kostbaar in verhouding tot het te verwachten
nut, verworpen hadden, werd door ons bestuur
tot het thans uitgevoerde plan, na verkregen
maohtiging van Gedeputeerde Staten, besloten
op grond van de volgende overwegingen
le. dat in het hoofdgebouw hoe langer hoe
meer, zoo door het toenemend aantal patiënten
als door gewgzigde verpleging, behoefte aan
meerdere lokalen kwamdat daarentegen reeds
sinds geruimen tgd ongebruikt stond de
rechtervleugel van,.het gebouw, nadat op ver
langen van den Inspecteur van het Krank
zinnigenwezen, de vroeger aldaar gehuisveste
epileptici daaruit vertrokken waren, welke
vleugel alleen door verbouwing voor andere
doeleinden kon bruikbaar gemaakt worden
2e. dat de verpleging van aan tuberoulose
lgdende patiënten in gemeenschappelijke zalen
met andere zieken reeds lang door onze
geneeskundigen streng werd veroordeeld als
gevaarljjk voor de laatstgenoemde kranken en
als ondoelmatig voor de tuberculoselgdersdat
aan dit euvel door geneeskundigen in de
laatste jaren wel eenigermate werd tegemoet
gekomen door de Igders aan tuberoulose over
dag zooveel doenljjk in de open lucht te doen
brengen, dooh dat deze tegemoetkoming, op
zich zelf reeds onvoldoende, op te primitieve
wgze kon plaats hebben, om haar op den duur
te bestendigen dat echter in dien gebrekkigen
toestand afdoende verbetering aan te brengen
was door het in gebruik stellen van eene
afzonderljjke kamer voor manneljjke en eene
dito kamer voor vrouweljjke patiënten, in
gericht naar de eischen voor die soort van
zieken gesteld, alsmede door het aanbrengen
van eene geschikte ligplaats in de openlucht;
3e. dat h6t in de operatiekamer ontbrak
aan het noodige licht en aan de gewenschte
voorzorgen tegen besmetting, waardoor niet
met vol vertrouwen door den medious tot alle
soort van operatiën kon worden overgegaan
wjjzers van zgn horloge tuurden.
Te vergeefs traohtte Vitta in die verwrongen
trekken het lieve, zachte, vriendelijke gelaat,
waaraan zg gewoon was, terug te vinden;
daarop nam zjj de magere hand, legde die op
haar hoofd e* bleef zoo een poos roerloos lig
gen, met gesloten oogen. Na eenigen tgd
vernam zg een onderdrukt snikken en voelde
de hand steeds zwaarder op haar hoofd rusten.
Zg nam die in de hare a en legde haar op het
dek neer. O God 1 Taste Mariette was dood 1
Zg zag het 1 zg voelde het. Alles was
gedaan 1 Zg was niet meer 11
Zg sprong op en zag grootmoeder aan de
andere zgde van het bed geknield liggen, met
het grgze hoofd op het dek en de handen over
het ontzielde lichaam van haar kind uitge
strekt. Als door een sluier zag zg de oude
Dora, die de handen voor hot gelaat hield en
schreide zg kreeg een gevoel alsof haar keel
toegesohroefd werd, slaakte een kreet en liep zoo
hard zg kon de kamers door, de trap af, ten
prooi aan een onbesohrgfelgken angst, totdat
>g bg het muurtje op het plein uitgeput
neer viel, onder de trillende populieren bladeren.
Tante Lida kwam 's middags. Vitta zag
haar door de diohte jaloeziëa van haar kamertje,
waarheen zg gevluoht was, nadat zg een poos
in de sterfkamer had doorgebracht; zg zag
haar uit het rgtuig stappen, haar moeder om
den hals vallen, die haar met een strak gelaat
en dat dit gebreken waren van zulk een in-
grgpenden aard, dat daarin zonder verwgl op
afdoende wgze moet worden voorzien
4e. dat de linkervleugel van het gebonw,
bestemd voor Igders aan besmettelgke ziekten,
uiterst primitief waB ingerioht en tot dusver
nimmer aan de eischen, door de epidemiewet
gesteld, heeft voldaan, d&ar het onvoldoende
afgezonderd was van de andere gedeelten van
het Gasthuis, welke gebreken door doelmatiger
inrichting van binnen en door betere iaoleering
verholpen koeden worden
5e. dat het noodige kapitaal voor deze
verbouwing thans op uiterst voordeelige voor
waarden door ons te bekomen was, eene om
standigheid waarvan wg later niet verzekerd
waren en welke daarom door ons niet onge
bruikt mocht worden gelaten.
Meldden wg hiervoren dat onze tariefver-
hooging grootendeels een gevolg was van de
hierboven behandelde verbouwing, voor een
gedeelte werkte daartoe ook mede de ontslag
aanvrage van de directrice van het Gasthuis
wegens gezondheidsredenen.
Die aanvraag stelde ons voor de beantwoor
ding der vraag of de inrichting van den inwen-
digen dienst in het Gasthuis ongewgzigd kon
big ven of wel verandering wenschelgk moest
worden geaoht.
Na een nauwgezet onderzoek en geleerd
door de ervaring, gedurende ruim II jaren op
gedaan, vestigde zich bg ons de vaste over
tuiging dat de omvang van ons gestioht te
groot is, om het opperbestuur er over, zoowel
op medisch als op administratief gebied, aan
éen persoon op te dragen en dat eene vrouw
boven het overige personeel, hoofdzakelgk uit
vrouwen bestaande, niet de gesohikte persoon
is aan wie die veel omvattende taak kan
worden toevertrouwd.
Wg besloten daarom dan ook, op het voet
spoor van vele andere gestiohten, tot de aan
stelling van een mannelgk in plaats van een
vrouwelgk hoofd, bggestaan voor huishoude-
lgke zaken door een aan hem ondergeschikte
vrouw. Wg ontveinsden ons geenszins, dat ook
uit deze wgziging eene grootere verhooging
van uitgaven voor ons Gasthuis zou volgen,
maar wg meenden tooh dat met die vermeer
derde uitgaat niet te duur zouden gekocht
worden de daaruit voortvloeiende voordeelen
voor ons gestioht, nl. een krachtiger steun in
het tegengaan van misbruiken en onge-
wenschte toestanden, -voorkoming of onder
drukking van tweespalt tusschen de versohil-
lande categorien van in het gestioht werk
zaam zgnde personen, bevordering daardoor
vsn de in een Gasthuis zoo zeer gewenschte
inwendige rust en onderlinge samenwerking,
verhooging daardoor van zgn goeden naam en
vermeerdering van zgna inkomsten.
Niet onopgemerkt mag ten slotte blgven dat,
niettegenstaande de thans noodig geworden
verhooging van het tarief, de kostende prgs
voor de gemeente niet hoog kan worden ge
noemd, aangezien ten bate van de verpleging
van hare armen mede aangewend worden de
re rennen van de aan het gasthuis toebehoorde
eigendommen.
Invoering van watermeters.
In de raadszitting van 26 Februari 1902
werd besloten burg. en weth. uit te noodigen
«een onderzoek in te stellen omtrent de wen-
schelgkheid om op een te bepalen tgdstip het
water uitsluitend over den meter te leveren*9
en in die van den 29 October 1902, deelde de
voorzitter van het college mede, dat burg. en
weth. nog niet overtuigd waren, dat hierwa-
terverspillicg heersohte, welke eene levering
uitsluitend over den meter zou wettigen, doch
dat zjj bezig waren een onderzoek naar die
beweerde verspilling in te stellen, welk onder
zoek veel tgd zou eischen.
Gedurende een tjjdvak van nagenoeg een
jaar zgn van husnentwege in 19 peroeelen,
waar abonnementen zjjn genomen, waterme
ters geplaatst.
Het resultaat van die proefneming wordt
overgelegd.
Uit dien staat bljjkt, dat de hoogste en
en laagste buiten rekening latende het
verbruik per dag en per bewoner afwisselde
van 9 tot 29 liter (nog niet 1 emmer tot nog
geen 3 emmers). Het gemiddeld waterver
bruik per dag en per inwoner, waarover dat
onderzoek heeft geloopev, bedroeg 17'/i liter,
(1emmer).
ontving, en hoorde haar snikkend uitroepen
«Wat al rampen, wat al rampen I"
«Waarom rampen daoht het meisje, «die
ééne is al erg genoeg I"
«Als ge wist mama 1 Als ge wist 1" ging
de klagende stem voort, «in welke stemming
ik die reis volbracht heb I en dat ik Carlo
en de kinderen in dien toestand moest aohter
laten en dat ik Maritta niet meer vind...
O God I het ia te veel 1"
Daarop hoorde zg niets meer. Tante Lida
was in huis gegaan.
«Oom Carlo en de kinderen in dien toe
stand aohterlaten 1 Wat is er dan daoht
Yitta, naar beneden gaande. De verklaring
kreeg zjj door tante Lida zelf, die zioh, zoodra
zjj haar zag, ia hare armen wierptante wa*
verouderd, zag bleek, had zwarte kringen
onder de oogen, tengevolge van de vele
sohreiend doorwaakte nachten, xoodat Yitta
moeite had de schoone, welgestelde vrouw van
vroeger in haar te herkennen.
«Carlo is geruïneerd eergisteren is
hjj failliet verklaard 1" stamelde de arme vrouw,
snikkende en drukte haar gelaat tegen den
schouder van haar nichtje aan. „Wjj hebben
niets meer niets en er is nog zóó
veel te betalen O, mjjn arme kinderen
en mjjn zuster! Mjjn zuster dood!"
De stakkert schreide en mengde de beide
groote rampen, die haar getroffen hadden,
steeds dooreen, zoodat Yitta zioh in hare