Verschillende berichten.
kapitein van de Ouido en van dezea overge
nomen het trommeltje, waarin aioh het geld
had bevonden.
Dat trommeltje stond in een kastje, dat
gesloten was, maar waarvan de sleutel er vlak
naast aan een spijker hing.
De laatste getuige, H. Nieuwen huizen te
Terneuzen, verklaarde dat de beklaagde den
14 Nov. eenige postzegels by hem heeft ge
kocht en die betaalde met een bankje van f 25.
De beklaagde bekende hofmeester te z|jn
geweest op de Guido. 14 Nov. was de kapitein
met z|ja zoon naar Antwerpen en beklaagde
heeft uit het kastje, dat naar h|j beweerde
open was, het Ijzeren geldtrommeltje genomen
en daaruit gehaald het boven omsohreven
bedrag aan geld.
Hg is daarna van boord gegaan en wilde
met de provinciale boot naar Vlissingen ver
trekken, maar deed dit niet omdat de eerste
stuurman zich aan boord bevond. Hg is toen
naar Sluiskil geloopen en heeft daar een
spoorwegkaartje voor zich doen nemen naar
Dent. Op het perron echter werd hg door de
mareohaussee aangehouden.
Hg verdiende 20 's maande en was tevre
den over de behandeling aan boord; waarom
hg het geld had gestolen, kon hg niet zeggen
Op een vraag van den ambtenaar zeide be
klaagde nog dat hg vroeger in Duitschland,
ook voor diefstal, was veroordeeld.
De ambtenaar van het openbaar miniBtetie
aohtte het aan beklaagde ten laste gelegde
wettig en overtuigend bewegen.
Het is een belaigrgke som, welke beklaagde,
die zioh reeds vroeger aan diefstal schuldig
maakte, aan zgn patroon heeft ontstolen.
De ambtenaar vroeg veroordeeling van be
klaagde tot een jaar gevangenistraf, met min
dering van den in voorloopige hechtenis door
gebrachten tgd.
De verdediger wees er op dat de kapitein
zeer zorgeloos heeit gehandeld door het geld
trommeltje met den sleutel binnen het bereik
van den hofmeester te laten.
De beklaagde is voor de verleiding besweken
en spreker hoopte dat de rechtbank hem niet
de zware straf zal opleggen, door den ambtenaar
van het openbaar ministerie geëisoht.
Verder hadden zich nog te verantwoorden
K. d. B,, en D. J, S., beiden oud 16 jaar, zon
der beroep, geboren en wonende te M i d d e 1
burg, thans aldaar in heohtenis, ter zake dat
zg in de avonden van 17en 19 Nov. 1903 te
Middelburg in den in de Gravenstraat gelegen
winkel van H. A. Verkouteren, huisvrouw van
S. D. Admiraal, met het oogmerk van weder
rechtelgke toeëigening, hebben weggenomen
de eerste eene portemonnaie, de tweede drie
üeschjes met odeur, toebehoorende aan voor
noemde H. A. Verkouteren, althans aan een
ander dan aan hen, beklaagden.
Als verdediger van beide beklaagden trad
op de heer mr J. F. van Deinse, advocaat te
Middelburg.
In de eerste zaak waren vier getuigen gedag
vaard en ten opzichte van De B. wees de
ambtenaar op de verzwarende omstandigheid
dat beklaagde reeds vroeger wegens diefstal
was veroordeeld.
De eerste getuige H. A. Verkouteren, vrouw
van S. D. Admiraal, herkende de haar ver
toonde portemonnaie als gelgkeide op een
die haar heeft toebehoord.
De tweede getuige J. J. Mentzg was met
beklaagde op de stoep van den winkel en
heeft hem later daaruit zien komen met een
portemonnaie in de hand, die hg zeide weg
genomen te hebben.
De beklaagde beweerde niet in den winkel
geweest te zgn, maar van af de stoep de
portemonnaie te hebben weggenomen.
De getuige gat toe dat hg den beklaagde
niet uit den winkel maar van de stoep had
zien komen.
De derde getuige, A. Boonman ie Ovezand
verklaarde van beklaagde De B. de haar ver
toonde portemonnaie gekocht te hebben voor
f 0.20. Dit gebeurde den 19en November.
De laatste getuigen, de inspecteur van
politie W. Moerdgk te Middelburg, verklaarde
de hem vertoonde portemonnaie ontvangen te
hebben van den rgksveldwachter Van den
Broeke.
De beklaagde De B. erkende het ten laste
gelegde en verklaarde den diefstal gepleegd
te hebben uit gebrek, wgl hg thuis bg zgn
ouders geen eten krggt.
De ambtenasr van het openbaar ministerie
begon met er op te wgzen dat in December
van het vorige jaar door deze rechtbank ver
schillende jongess zgn veroordeeld wegens
diefstal. Die jongens waren de schrik der
winkeliers en deze beklaagde behoorde onder
hen.
Hg is toen gestraften later nog eess,maar
het heeft niet geholpen.
Spreker vroeg thans zgn veroordeeling tot
een gevangenisstraf van zes maanden, met
mindering van de voorloopige hechtenis.
De verdediger wees op de weinige ontwik
keling van den beklaagde en op diens armoede.
Hg hoopte dat de rechtbank een en ander
zal beschouwen als verzachtende omstandig,
heden en beval zgn cliënt in de clementie
van de rechtbank aan.
In de zaak van den tweeden beklaagde waren
vgf getuigen gedagvaard en ook ten zgnen
opzichte wees de ambtenaar van het openbaar
ministerie op de verzwarende omstandighe.d
dat bg reeds vroeger wegens diefstal was ver
oordeeld.
Uit de getuigenverklaringen bleek dat hg
uit den bovengenoemde winkel drie flescVjes
odeur had ontvreemd.
Die ileschjes bad hg den 19en Nov. in den
Langedelft verkocht aan drie getuigen, die
daarvoor respectievelgk 5, 5 en 8 cent hadden
betaald.
De beklaagde 9. bekende ook hetgeen hem
werd ten laste gelegd.
Hg had de ijescbje» gestolen omdat tg zoo
gemakkelgk konden worden weggenomen, en
het geld had hg verteerd.
De president wees den beklaagde er op
dat hg reeds herhaaldelgk werd veroordeeld
en dat hg, na pas in Ootober uit de gevangenis
te zgn ontslagen, in November opnieuw diefstal
pleegde.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
meende dat deze beklaagde onder de jongens,
die te Middelburg diefstal plegen, zeker wel
de brutaalste is.
Dit blgkt ook uit zgn houding ter terecht
zitting, die buitengemeen onverschillig is.
Spreker vorderde zgne veroordeeling tot
negen maanden gevangenisstraf, met mindering
van den in voorloopige heohtenis doorgebraoh-
ten tgd.
De verdediger verklaarde zich te refereeren
aan het oordeel der rechtbank.
Eindelgk stonden terecht: G. B., oud 14
jaar, geboren te Goes, en A. H, B., oud
14 jaar, geboren te 's-Gravenhage, beiden
zonder beroep, wonende te Middelburg
en aldaar in hechtenis, ter zake dat
zg op 21 November 1903, des namiddags
omstreeks 2VS uur, te Ouddorp, gemeente
Nieuw- en St Joosland, in den winkel van G.
Klap, weduwe van J. de Hamer, te zamen en
in vereeniging, met het oogmerk vai weder-
reohtelgke toeëigening, hebben weggenomen 3
guldens en een aantal kwartjes, tot een geza-
menlgk bedrag van ongeveer 4.50, welke
geldstukken toebehoorden aan voornoemde wed.
De Hamer, althaas aan een ander dan aan hen,
beklaagden.
Aan de beklaagden was ambshalve als verde
diger toegevoegd de heer mr J. F. van Deinse,
advooaat te Middelburg.
Vier getuigen waren in deze zaak gedag
vaard, waarvan er een niet was verschenen
wegens ziekte.
De verklaring van deze getuige, de bestolene,
werd voorgelezen.
Daaruit en uit de mededeelingen der overige
getuigen bleek dat de jongens den diefstal
hadden gepleegd. Zg waren ongeveer een kwar
tier in den winkel geweest en toen zg dien
verlieten, liepen zg hard weg. De winkelierster
had niets gehoord, want die is doof.
De beklaagden bekenden. Zg hadden de
lade opengebroken, daaruit het geld gestolen
en dat samen gedeeld. De eerste had zgn deel
bg zich gehouden, de andere had zgn aandeel
3 75, op vgf centen na verteerd.
Redenen waarom zg den diefstal gepleegd
hadden, wisten zg niet op te geven.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
aohtte het bewgs van het ten laste gelegde
geleverd.
De houding der beklaagden is van dien aard
dat zg ten volle verantwoordelgk voor hun
daad zgn.
Hun ouders hebben zeer veel verdriet van
de beklaagdenen welke moeite de ouders
ook aanwenden om hen te beteren, niets hielp.
Spreker vorderde schuldig verklaring van
de beklaagden en vroeg hunne veroordeeling
tot twee maanden gevangenisstraf met minde
ring vai de voorloopige heohtenis.
De verdediger wees er op dat beide jongens
naar zee willen en daf, wanneer zg een von
nis krggen, zg niet in den zeedienst kunnen
komen.
Waarschgnlgk zou de zeedienst hen beteren
en daarom vroeg pleiter een straf zoo licht
mogelgk.
Hg voerde als verzachtende omstandigheid
aan dat de jongens in den winkel kwamen
daar herhaaldelgk belden, doch geen gehoor
kregen. De verleiding was hm te groot en
daarvoor zgn zg bezweken.
Hg beval zgne oliënten in de clementie van
de rechtbank aan.
Uitspraak in al deze zaken den 2 9en December
Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in
de, in ons nommer van 12 dezer breedvoerig
vermelde zaken tegen lo K. V., oud 20 j
boerenknecht, laatst te Assenede, thans alhier
gedetineerd, die ter zake van die/stal werd
veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie
jaren, met mindering der preventieve hechtenis;
de vordering van den ambtenaar van het open
baar ministerie was 1 jaar en 6 maanden
gevangenisstraf, met mindering der preventieve
hechtenis; en 2o F. W.d. B., 19 j., werkman,
Middelburg, die ter zake van mishandeling werd
veroordeel tot 1 maand gevangenisstraf, terwgl
de vordering 14 dagen was.
Voorts zgn veroordeeld wegens
diefstal: C. d. R., 16 j., zonder beroep, Ter
neuzen, tot 7 d. gev.straf;
heling: A, K., 45 j., hvr. van J. H., zonder
beroep. Terneuzen, tot 3 w., en J. G. S26
j., zonder beroep, Vlissingen, tot 1 m. gev.
straf;
strooperijJ. M. d. S., 17 j., en C. A. d. S.,
13 j., beiden zonder beroep, Koewacht, de le
tot 3 b. s. 3 d. h. en de 2e tot f 2 b. s.
d. h.
mishandelingC. A. S., 18 j., landbouwers
kneoht, P. F. d. S., 19 j., arbeider, F. A C
17 j., en F. B. v. W., 18 j., landbouwers-
knechts, allen Biervliet, ieder tot 2 m., A. d<
1. R., 19 j., landbouwersknecht, en F. D P.,
16 j., arbeider, beiden Overslag, ieder tot 1
men C. F. D., 26 j., metselaar, Tementen,
tot 14 d. gev. straf, en L. F. H, 27 j land-
bon werskn echt, Oostburg, tot J 10 b. s. 10 d.
en
wederspannigheidM. B., 15 j., en J. L., 16 j.
arbeders, Hoedeken skerke, ieder tot 2 m.
gev. straf.
Ontslagen van rechtsvervolging W. B., 25 j
soldaat, A. B,, 20 j., en J. B., 23 j., vissohers,
allen Vlissingen, geappelleerden van een von
nis van bet kantongerecht te Middelburg,
waarbg zg ter zake van overtreding der vis-
sohergwet eveneens werden ontslagen van
rechtsvervolging
Bg bevelsohrift van die rechtbank zgn naar
de opeabare terechtzitting verwezen
lo. L. 9., oud 23 jaar, werkman, geboren
te Amsterdam, wonence te Vlissingen, thans
alhier gedetineerd, ter zake dat hg in den
nacht van 30 November op 1 Deoember 1903
te Vlissingen in de koelkamer van de export-
slagerg van A. en J. van Vlgmem een geslacht
varken, toebehoorende aan A. en J. van Vlg-
nea voornoemd, althans aan een ander dan
aan hem, beklaagde, heeft weggenomen met
het oogmerk om zioh dat varken wederreohte
lgk toe te eigenen.
Aan den beklaagde ia de heer mr. J. J.
Hegse, advocaat te Middelburg, ambtshalve
als verdediger toegevoegd.
2o. W. G,, 25 jaar en J. G., 19 jaar, beiden
arbeider, geboren te Wissenkerke, wonende te
Cortgene, thans in heohtenis te Middelburg,
wegens het bekende feit, waarvan meermalen
door ons is melding gemaakt, dat zg 28 Ooto
ber in het jaobtveld in den Wissekerke-polder
zich tegen den onbezoldigden rgksveldwachter
Kramer hebben verzet.
W. G. wordt tevens ten laste gelegd dat hg
dien politieman van het leven heeft willen
berooren of althans zwaar Iiohamelgk letsel
heeft willen toebrengen.
Aan de beklaagden is ambtshalve ah ver
dediger toegevoegd de heer mr F. B. Evers,
advooaat en procureur te Middelburg.
GBVARBNPBRCENT VOOR WATER-
BOUWKUNDIGEN.
in verband met een vroegere bespreking in
ons blad, o. a. ook in de rubriek Ingezonden
stukken, verdient zeker wel vermelding een
vonnis, Donderdag gewezen door den Raad van
Beroep (ongevallen-verzekering) te Middel
burg, in zake het bestuur der waterkeering
van den oalamiteuzen polder Anna Friso te
Wissenkerke en het bestuur der Rgks
verzekeringsbank te Amsterdam.
Dat vonnis luidt
De Raad van Beroep,
gezien het klaagschrilt 14 Juli en het ver
beterd klaagschrift 28 Juli 1903, door J. L
Marcuase wonende te Wissenkerke als voor
zitter van het bestuur der waterkeering van
den oalamiteuzen polder Anna Friso (gemeente
Wissenkerke) ingediend tegen de beslissing der
Rgksverzekeringsbank van 30 Juni 1903, waarbj
de onderneming van genoemd bestuur, wegens
het daarin uitgeoefend bedrgf van maken, her.
stellen, opbreken of afbreken van kanalen
sluizen, havens, dokken, bruggen, dgken oi
andere waterwerken wordt ingedeeld in klasse
XI, met toewgzing van gevarenperoentage 46
gezien de processtukken, waaronder een
proces-verbaal van den inspecteur van den
arbeid in de 2e inspectie d.d. 23 Ootober 1903.
en het sohriftelgk advies d.d. 20 October 1903
van den ingenieur van den provinoialen water
staat te Goes, Ch. C Coomans als deskundige
gehoord
gehoord de behandeling ter openbare terecht
zitting waar partgen niet tegenwoordig waren
overwegende, dat J. L Marcasse gevorderd
heeft indeeling der genoemde onderneming
in gevarenklasse X met gevarenperoentage 39,
terwgl het bestuur der Rgksverzekeringsbank
heeft geconcludeerd tot ontzegging dér vorde
ring;
overwegende, dat het geschilpunt tusschen
psrtgen is welk gevarenperoentage moet wor
den toegewezen aan de onderneming van het
bestuur der waterkeering, en dit geschilpunt
zgn oorzaak vindt in de verschillende opvat
ting van parigen a omtrent de werkzaamheden
die behooren tot het verzekeringsplichtig be
drgf, door het bestuur de waterkeering uitge
oefend, en b omtrent de maat van het bedrgfs
gevaar dat de werkzaamheden, in de onderne
ming van het bestuur der waterkeering uitge
oefend, opleveren
overwegende, wat bet sub a genoemde betreft
dat partgen het er over eens zgn, dat de
werkzaamheden door den waterbouwkundige
en den dgkwachter, behooren tot het meer
genoemde verzekeringsplichtig bedrgf, met welk
gevoelen ook de Raad zich vereenigt, omdat
de eerste ambtenaar belast is met het houden
van toezicht op alle werken, die uitgevoerd
worden ten behoeve van de waterkeering van
den polder Anna Friso, en de laatste belast is
met het toezicht op de dgken en de daaraan
opgestapelde materialen
dat behalve de twee genoemde ambtenaren
het bestuur op geregelde tgden ia dienst heeft
werklieden, belast met het doen van peilingen,
en appellant van oordeel is, dat deze werk
zaamheden behooren tot het verzekerings
plichtig b3drgf van het maken, herstellen,
opbreken ot afbreken van kanalen, sluizen,
havens, dokken, bruggen, dgken' of andere
waterwerken, maar het bestuur der Rgks ver
sekeringsbank schgnt te oordeelen volgens de
contra-memorie dat deze daartoe niet behooren,
althans met deze werkzaamheden bg de bepa'
ling van het gevarenpercent geen rekening
schgnt gehouden te hebben
dat de raad op grond van het advies van
den deskundige Coomans waarmee de raad
zich vereenigt met den appellant van oor
deel is, dat het doen van peilingen behoort
tot het bedrgf van het maken, herstellen,
opbreken of afbreken van kazalen, sluizen,
havens, dokken, bruggen, dgken of andere
waterwerken
dat toeh peilingen worden verricht om te
weten te komen, oi en in welke mate zioh
verdieping of verdroging beeft voorgedaan of
achteruitgang van den oever valt waar te
nemen ten einde daarna te kunnen vaststellen
welke waterwerken noodig zgn, terwgl, wordt
tot de uitvoering van werken besloten, zoo
voor als na de uitvoering der vastgestelde
werken wederom peilingen worden verricht
om na te gaan of de uitvoering der werken
naar behooren heeft plaats gehad;
dat derhalve ook mét deze werkzaamheden
rekening moet worden gehouden bg de vast
stelling van de maat van het bedrgfsgovaar|
overwegende, wat het sub b genoemde betreft
dat appellant van oordeel is, dat waar de
peilingen steeds bg gunstig weer geschieden
en er sinds 1878 nimmer eenig ongeval in de
onderneming heeft plaats gehad, het minste
gevarenperoent voldoende de maat van het be-
drgfsgevaar in appellants onderneming weer
geeft, terwgl het bestuur der Rgksverzekerings
bank aan de onderneming gevarenpercent 46
heeft toegewezen op grond van de inriohting
en van de omstandigheden waaronder het be
drgf wordt uitgeoefend
overwegende, dat gevarenklasse XI, waarin
het genoemde bedrgf is gerangschikt, omdat
de gevarenpercenten 39 tot 57, en het gemid
delde gevarenpercent in die klasse, zgnde 48,
bestemd is om toegewezen te worden aan die
ondernemingen, waarin de werklieden bloot
staan aan het normale bedrgfsgevaar, dat de
exploitatie van zoodanige onderneming onder
normale omstandigheden medebrengt, terwgl
verlaging of verhooging van het gevarenpercent
afhankelgk dient gesteld te worden van het al
of niet aanwezig zgn van omstandigheden die
het normale bedrgfsgevaar verlagen of ver-
hoogen
overwegende, dat de waterbouwkundige be
last is met het toezicht over alle werken, die
ten behoeve van den polder Anna Friso worden
uitgevoerd, waarbg hg zich veelal op het water
bevindt, et met de leiding van het doen aer
peilingen, en het bedrgfsgevaar voor deze
werkzaamheden hooger is dan het gemiddelde,
omdat de polder Anna Friso dicht bg de
Noordzee is gelegen en zeer blootgesteld is
aan golfslag, terwgl de werkzaamheden, ver
bonden aan het doen zinken van zinkstokken
ook bg ongunstig weder moeten worden uit'
gevoerd, en de peilingen zich ver zeewaarts
uitstrekken in het bgzonder bg de vgfjaar
Igksche doorpeilingen, waarbg bet plotseling
ontstaan van bgzonder gevaar door het omslaan
van het weder niet is uitgesloten
overwegende, dat op grond van dit alles de
raad van oordeel is, dat hi t gevarenperoent
voor de werksaamheden van den waterbouw
kundige moet worden gesteld op 50;
overwegende, dat op de hiervoren genoemde
gronden ook het gevarenpercent, waaraan de
maat van het bedrgfsgevaar voor hot doen van
peilingen beantwoordt-, moet worden gesteld
op 50;
overwegende, dat wel is waar de dgk
wachter, die belast is met het toezicht op de
dgken en de daaraan opgestapelde materialen
en die tevens bode van het bestuur is, en
nimmer op het water behoeft te komen, aan
veel geringer bedrgisgevaar is blootgesteld
dan het gemiddelde, maar dat zulks van geen
invloed kan zgn bg de vaststelling van bet
gevarenperoentage, dat aan de onderneming
moet worden toegewezen, omdat het hem uit
gekeerde loon slechts een zeer klein bedrag
vormt, in verhouding tot hetgeen aan de
andere werklieden wordt uitgekeerd
overwegende, dat mitsdien waar zoowel voor
den bouwkundige als voor hen, die belast
worden met het doen van peilingen het geva-
renpercentage moet gesteld worden op 50, aan
de geheele onderneming gevarenpercent 50
moet worden toegewezen, en daarin geen ver
andering kan worden gebraoht, op grond van
het sinds een aantal jaren nimmer plaats hebben
van een ongeval in de onderneming, omdat
zulks geen enkele zekerheid oplevert, dat dit
ook niet in het vervolg zal plaats hebben
beslissende op het voormelde klaagsohrift
wgzigt de beslissing van het bestuur der
Rgksverzekeringsbank dd. 30 Jani 1903, waarb|
aan de onderneming van het bestuur der
waterkeering van den oalamiteuzen Anna Friso
polder, waarin wordt uitgeoefend het bedrgf
van maken, herstellen, opbreken of afbreken
van kanalen, sluizen, havens, dokken, bruggen
dgken of andere waterwerken, wordt toegewe
zen gevarenperoentage 46
wgst aan die onderneming toe gevarenper-
centage 50.
Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage
werd Donderdag in hooger beroep behandeld
de zaak van C. Uitdenboogerd, appellant van
het vonnis der Haagsche reehtbank, waarbg
hg tot vgffcien jaar gevangenisstraf werd ver
oordeeld wegens diefstal, voorafgegaan en
vergezeld van geweld te Berkel (de zaak in
verband met den moord op Ripping en zgn
huishoudster aldaar).
Beklaagde bleef alle sohuld zoowel aan den
moord of de geweldpleging als aan den dief
stal ontkennen, bewerende op den bewusten
avond niet ter plaatse geweest te zgn.
De advocaat-generaal vorderde bevestiging
van het vonnis, het betreurende dat in deze
zaak niet ook door het O. M. was geappelleerd.
Ware dit geschiedt, dan zou hg zeker verzwa
ring van straf hebben gerequireerd. Ook sprak
de advocaat-generaal er zgn leedwezen over
uit, dat den bekl. niet moord" was ten laste
gelegd, in welk geval eene levenslange ge
vangenisstraf door hem zou zgn geeiseht.
De verdediger pleitte olementie.
De onlangs door I. I. Samson tegen mr
P. J. Troelstra ingediende aanklacht wegens
beleediging is door Samson ingetrokken.
H. M. de Koningin en de Prins der
Nederlanden zgn Donderdagmiddag te half
vgf van Het Loo te 's Gravenbage aangeko
men. De Koningin zag er zeer welvarend uit.
Langs den geheelen weg, die het vorstelgk
eohtpaar volgde, stonden velen geschaard om
het te verwelkomen.
Direot na aankomst bracht het vorstelgk
eohtpaar een bezoek aan de Koningin-moeder.
De heer mr J. J. van Meerbeke, van
wiens overigden in ons vorig nommer melding
is gemaakt, werd in 1827 te Maastricht ge
boren. Hg promoveerde in '59 te Utreoht,
was van '62—'66 substituut-offioier van justitie
te Ngmegen, van '66—'68 te Amsterdam.
Daarna werd hg tot raadsheer in het Prov Ge
rechtshof van Noord-Holland benoemd. Van
1871—1900 was hg raadsheer in den Hoogen
Raad en sedert 1900 vioe-president van dit
Hooge Reohtscollege.
De nationale oolleote ten behoeve van de
weesinrichting te Neerbosoh heeft tot nu toe
52.306.49' opgebraoht.
De gemeente Echt (Limburg), met 6000
zielen, telt 1039 huizen, waarvan 139 herbergen,
dat is op 7 a 8 huizen een herberg.
Bg de 139 herbergen zgn 21 vergunningen,
zgnde op 288 inwoners een vergunning.
Een Amsterdammer, die gverig in de wéér
was geweest in zaken, op de Nieuwmarkt,
werd laat in den avond dupe van een behendig
zakkenroller, die zgn beurs, een zoogenaamde
marktbeurs met zilveren knip, wist te ontfut
selen. In de beurs waren drie bankbiljetten
van 25, een voorraad zilvergeld en drie
lotergbriefjes van het nummer 9994.
Te Helder is Donderdagavond een gs-
pakhuis door brand vernield. Een belendend
pakhuis kreeg belangrgke sohade. Alles was
verzekerd.
Bg een veohtpartg te Barneveld heeft
een der twistenden zgn tegenstander met een
zwaar Btuk hout, waarin zioh een lange spgker
bevond, mishandeld. Vreeselgk waren de slagen
die het slachtoffer hiermede werden toegebraoht.
Zwaar gewond aan hoofd, rug en armen, zakte
deze weldra ineen, zoodat men zelfs daoht dat
hg doodgeslagen was. Dadelijk is geneeskun
dige hulp voor hem ingeroepen. Tegen den
dader, een bekend vechtersbaas, is procesver
baal opgemaakt.
Op het spoorwegstation Helmond is een
hulparbeider bg het raageeren aangereden. De
man was dadelgk dood.
IN
DB DIAMANT-WERKERS
ANTWERPEN.
Het geechil in de Antwerpsehe diamant-
ng verheid is wel ontstaan door de afwgsiag
door de patroons van den 9-urigen werkdag,
maar uit hetgeen op de vergadering van den
Bond van Antwerpsohe Diamant-fabrikanten
besproken werd, blgkt dat die 9-urige werkdag
niet zooveel beswaar vond. De fabrikanten
hebben eohter dat weigerende besluit vooraa-
melgk genomen omdat de A. D. B. weigert
eenige tegemoetkoming te geven in de kwestie
der leerjongens.
2ooals ook te Amsterdam, heeft de A. D. B.
te Antwerpen sedert eenige jaren weten gedaan
te krggen dat er geen leerjongens meer aan
genomen worden. Het gevolg is dat er geen
nieuwe personen meer in het vak komen, en
dat Antwerpen, hetwelk door uitbreiding dat
diamantindustrie behoefte heeft aan meer
werklieden, daarvoor geen Antwerpenaars kan
nemen, maar Amsterdammers. Er zgn in die
7 of 8 jaar ruim 700 in Antwerpen geplaatst,
en de Antwerpsohe fabrikanten noemen dat
verbod daarom een anti-Antwerpsch werk.
De secretaris van den A. D.B., JefGroeser,
heeft in een brief aan het Hand. v. Antw. er
op gewezen dat er nog geen kwestie is van
staken. De diamantwerkers hebben Bleohts den
9-urigen werkdag gevaagd zonder den patroons
het mes op de keel te zetten.
Te Antwerpen overleed, op 66 jarigen
leeftgd, de heer J. G.-de Groot, de opriohter
indertgd van de Nederlandsche Operaeen man
die menig verborgen talent op vooaal gebied
ontdekte en tot ontwikkeling wist te brengen.
Nog een aanranding uit Belgisch Vlaan
deren Zondagavond is een boerenzoon van
St-Gillis Waas door 3 zwartgemaakte schelmen
op tgn terugweg naar huis boven de 3 Ko-
ningenwgk aangerand en van zgn geld beroofd
na eerst mishandeld te zgn. VeraoLillende
verdachten werden door de magistraten ver
hoord.
Een Vlaamsohe aardigheid
Boer Luppens van oep d'Halfgalg kwamp
Zondag in Steene Meule en zei dat er oep
g'heel de weireld geen stoemmer beest was as e
kieke, want r&v dat de &ren zóó dier zen
moet e niet psëzen dat er éón van diestoem-
merikken leit 1 Petit Bleu
Te Pargs heeft men bg een galavoor
stelling in de Opera, aangeboden door de auto
mobielclub, de nieuwigheid vertoond van een
«automobiel-ballet". Te midden van het ballet
verschenen vier weelderig versierde electrisohe
auto's op het tooneel, die door allerlei evoluties
ham aandeel in het ballet namen.
Een deurwaarder is in de gevangenis te
Rennes aan Mme Humbert het appèl komen
beteakenen, door den procureur en door Cat-
taui ingesteld tegen het vonnis van de reoht-
bank van de Seine, waarbg de Humberts wer
den vrggesproken van den hun door Cattaui
ten laste gelegden laster.
Mme Humbert, <lie een uitstekende gesond-
heid scheen te genieten, toonde sioh vol ver
trouwen. We hebben in eersten aanleg gewon
nen, we zullen ook winnen in hooger beroep,"
zei ze.
- Er is vastgesteld dat bg de ontploffing
in de haven van Marseille, de gezagvoerder en
de eerste-officier van de San Leonardo, zeven
matrozen en een beambte, die aan boord ge
gaan was, om het leven gekomen zgn.
In de Pargsche Academie van Weten
schappen is medegedeeld, dat twee scheikun
digen te Nancy, Charpentier en Blondelot
ontdekt hebben, dat bet mensohelgk lichaam,
evenals het radium, licht uitstraalt. Dat licht
wordt bg sterke spier- en zenuwwerkzaam
heden krachtiger. Wellicht heeft men hierin
o. m. een middel om het intreden van den
dood te bepalen.
Het Centrale Crimineele Hof te Londen
heeft Rowe tot tien jaar tuohthuisstraf ver
oordeeld wegens de bekende bedriegergen in
verband met de Great Fingall-mgnmaatsohappg,
Rowe viel flauw bg het hooren van dit vonnis.
De dader van den moord te Biskra, die
zgn maitreBse doodde en in stukken sneed
uist vóór hg met een ander trouwde, is tot
15 jaar dwangarbeid veroordeeld. De be«