Woensdag
9 December.
N°. 290.
1466 Jaargang.
1903;
Middelburg 8 December.
Kameroverzicht.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Deze eourant verschijnt dagelijks, met uitsondering Tan Zon- en Feestdagen.
Priji, per kwartaal, zoowel roor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.
Afionderljjke nummers koeten i cent.
THERMOMETER ES TBBWACHTIN6.
8 Deo. 8 n. vm. 39 gr., 12 u 44 gr., ar. 4 u. 44 gr. F. V e r w a o h t s matige tot krachtige Z,
W. wind, veranderlijk weer, neerslag, weinig verandering in temperatuur.
AdvortentiSn20 cent per regel, öoboorte-, dood- en alle andere familieberichten ©a
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Keclamens 40 cent per regc);
Oreeta letters naar de plaats, die tg innemen.
Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, NQverheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Algemeen AshrwrtafflSle?—':
BB £A HAR Ann., ¥<v«»srb»*gwisH MS, Aautcrsbnaa.
degelijk en flink van karakter, is de persoon,
dis hier van noode is.
Zitting van Maandag.
Wat wjj eenigen tjjd geleden Midd.Crt no.
276) schreven over onze koloniale politiek en
de behandeling der Indische begrooting in de
Kamer, valt in even sterke mate op te merken
bü onze internationale politiek en de behande
ling van de begrooting vat baitealandsche
zaken.
Evenmin als bjj de disoussiën in de Kamer
over de Indische begrooting, jaar in jaar uit,
iets bleek van eenig breed inzicht, eenig pers
pectief, komt het bg de beraadslagingen over
ons buitenlandsoh staatkundig bsleid uit, dat
Nederland een doelbewust internationale ge
dragslijn volgt in z$a verhoudingen met andere
Staten. De bespreking van de begrooting van
buitenlandsohe zaken is dan ook al sedert
jaren in ons Parlement niets anders dan een
nazien van een door den minister overgelegd
onkostenljjstje geweest. Zooveel voor diplo
matieke ambtenaren, zooveel voor oonsulaire
ambtenaren, idem zooveel voor telegramkosten,
idem zooveel voor representatiegelden, idem
nooveel voor buitengewone zendingen, makende
uit een bedrag van zooveel. Een kortere of
langere bespreking volgde dan over dedienBt-
prestaties van al deze dure heeren, eenige
klaohten over hun gebrek aan doorzichten beleid,
dito dito over het sluiten der grenzen voor ons
vee, jeremiades over uitzettingen uit Duitsch-
land, snakerjjen in Venezuela, en andere zaken,
die sioh het afgeloopen jaar voordeden, waarbjj
Nederlanders in hua belangen werden getroffen,
en daarmede was dan de bespreking van de
begrooting van buitenlandsohe zakeh. weder
voor een jaar afgeloopen.
De waarheid van de uitspraak van een be
kend Nederlandsoh staatsman over de werke
lijke beteekenis van dit departement vond er
een afdoende bevestiging ia. Inderdaad is het,
zooals hjj schreef, een nering geworden in
eerebljjken en ridderorden. Niets meer, en vooral
ook niets minder.
Nu behoeft het geen nader betoog, hoezeer
de verwaarloozing van deze toch zeer belang
rijke belangen te betreuren valt. In vroeger
jaren, toen de politiek der groote mogendheden
nog geen rekening had te houden met het
kapitalisme in eigen land en het koloniaal
imperialisme in zjjn kolonieën, was het nog
verklaarbaar, dat het kleine Nederland zich
weinig aan de internationale staatkunde liet
gelegen liggen. De veiligste koers scheen wel
het volgen van de zuiver negatieve gedragslijn
van noa-interventie en volstrekte neutraliteit
Inderdaad was en is dat dan ook voor een
mogendheid van den tweeden rang, als ons land
is, de eenige mogelijke buitenlandsohe politiek
Maar Bedert in het buitenland de beide
factorenkapitalisme en imperialisme van
overweldigende beteekenis zjjn geworden in
hunne verhoudingen onderling, is tevens het
karakter van Nederland als groot Aziatische
mogendheid meer op den voorgrond getreden
Daarmede heelt ons kabinet van buitenland
sohe zaken natuurlijk rekening te houden,
even goed als met de veranderde omstandig
heden binnenslands. Want ook onze industrie
kan niet hoofdzakelijk alleen meer bestaan
van export naar onze eigen koloniën, zoekt
débouobés in alle landen van de wereldom
van de steeds groeiende belangen van den
Nederlandschen handel en scheepvaart niet te
spreken. Hierbjj mag ook niet buiten be-
sohouwing bljjren, dat misschien binnenkort
Nederland het eenige land in Europa zal zjjn,
dat zjjn grenzen voor den in- en uitvoer niet
door proteotionistisehe tarieven zal afsluiten.
Wel is waar heeft minister Harte een tariefs
wijziging toegezegd, die binnenkort de Kamer
zal bereiken, maar te oordeelen naar de groe
peering in de Kamer zal het nog geruimen tjjd
duren alvorens het buitenland den invloed van
dit tarief zal kunnen ondervinden. In elk ge
val: van groot belaig voor onzen handel en
njjverheid zjjn de tariefsherzieningen, in
Daitsohland in voorbereiding, en de fi soale
strjjd, die thans in Engeland wordt gevoerd.
Met handhaving van onze politiek van non-
interventie en strikte neutraliteit, bljjkt toch
uit het hier korteljjk gememoreerde, dat onze
buitenlandsohe staatkunde door de verande
ringen, die in de laatste jaren in de politiek
der groote mogendheden heeft plaats gehad,
althans wat onze koloniale eneeono
m i s o h e belangen betreft, een verhoogde
waakzaamheid en meer beleid vergt, dan in
vroeger jaren bet geval is geweest. Bovendien
is het hierdoor duideljjk, dat wjj thans aan
het hoofd van het departement van buiten
landsehe zaken geen absolute non-valeur meer
kunnen hebben.
Integendeel een man van groote kennis,
Wat betreft onze internationale koloniale
politiek en de behartiging van onze economi-
sohe belangen in het buitenland is dus te
verdedigende oonsulaire en de diplomatieke
dienst deugt niet. Als twee Hindoekasten,
als mandarjjnen van verschillenden knoop,, vor
men zjj ieder een wereld op zieh zeli. Met
het gewone publiek bemoeien zjj zieh niet, en
onder elkander vermengen z|j zich ook niet
Nu wilde de heer Van der Vlugt beide oorp-
sen ook niet in één corps oplossen, maar hjj
meende tooh, dat b. v. de minister-resident te
Bukarest «eer gevoegeljjk den post van con
sul-generaal te Pretoria kon vervallen. Gebeurde
het thans, de ongelukkige titularis zou het
aanmerken als een daad, gelijkstaande met de
toezending van het geele koord door den
keizer van China aan een mandarjjn. Het zou
een degradatie van de ergerlijkste soort zjjn.
Tooh zjjn er in Pretoria groote Nederlandsche
belangen te behartigen; in Boekarest zjjn die
b^na nthil. Verder wees bjj er op, dat voor
de diplomatieke examens bjjna nimmer, voor
de oonsulaire examens dik wjj Is oandidaten sak
ken. Vreemd versohjjnsel, zeide professor Van
der Vlugt, die zich maar niet aan de «vragende
gissing" waagde, of hierbjj niet nepotisme in
het spel was.
En hoe het gesteld is met de activiteit, door
het departement ontplooid, bleek duideljjk,
toen hg eens opsomde wat in het eveneens
kleine Belgie voor de behartiging der Belgi-
sohe industrie wordt gedaan.
In China bouwen de Belgen spoorwegen,
m Chili zjjn een paar dozjjn Belgische inge
nieurs werkzaam, in Perzie hebben zjj den
douanendienst, in Smyrna is een Belgische
waterleiding, in Constantinopel een tram.
E« hoe komt dat? vroeg hjj. Omdat in
België als seoretaris-generaal aan het departe
ment van buitenlandsohe zaken de energieke
Lambermont staat, die er steeds op uit is de
Belgische belangen buiten de grenzen van bet
laid te behartigen. Nauweljjks was het ont
werp tot den bouw van den Lawa-spoorweg
in Suriname aangenomen, of België deed po
gingen om te Paramaribo een beroepsconsul
aan te stellen. Dat mag «voortvarendheid"
beeten. En in Zwitserland, waar aan het
hoofd van het departement de heer Naman
Droz staat, de zoon van 9en eenvoudigen horloge
maker, ziet men hetzelfde verschijnsel.
De heer Van Byiandt, die alvast aangaf,
hoe de minister zieh op deze aanklacht had
te verdedigen onder het betoog van den
Leidschen afgevaardigde had de minister maar
met verbaasde blikken gaten in de lucht zit
ten kjjken beweerde dat bier de regeering
geen sobuld had. De expansie van den Bel
gischen invloed in het buitenland dankte dit
land in de eerste plaats aan het particulier
initiatiet van België, evenals in Daitsohland
de Duitsohe banken er veel toe bjjgedragen
hebben, dat de overzeesohe belangen van
Duitschland zoo enorm toegenomen zjjn. Een
zienswijze, die misschien wel aan het depar
tement maar niet in handel- en njj verheids
kringen zal gedeeld worden.
De heer Van Byiandt vroeg ook moginlioh-
tingen over het gerucht, dat Amerika van
plan was een aurtaxe bp onze suiker te heffen,
en over den beraamden maatregel van Duitsoh
land om scheepvaarttollem op den Rjjn te heffen
De arbitragehymnes, die aangeheven werden
door de heeren Tydeman, Van Asoh van Wjjck
en Van Kol, laten wjj rusten. B ljjkbaar waren
bet restanten van souveniers van het interpar
lementair vredescongres, dit jaar te Weenen
gehouden. De heer Van Asch van Wjjck was
anders niet onaardig in zjjn herinnering aan
de reis, die de heer Melvil van Lynden naar
Parjjs ondernomen had om met zjjn eollega
Delcassé over de te sluiten arbitrage te
onderhandelend De spreker waagde de ver
onderstelling, dat de minister by die gelegen
heid misschien wel op den stoel van Mazarin
gezeten had, die in het Paleis te Blois staat.
Een veronderstelling, die ons nog al stout
toeschynt.
Het andere belangry'ke onderwerp, waarop
door de heeren De Vries, Van Wgk en Tyde
man gewezen werd, was het tarief van invoer,
rechten dat in Daitsohland herzien zal wor
den. Van hoe groot belang dit voor onze
tuinbouwproducten kan zgn, toonden de ver
sohillende sprekers met eenige duideiyke ogfers
aan, en de heer Tydeman drong er daarom
bg den minister op aan, dat by het onderzoek
onzerszyds elk artikel afzonderlijk zal onder
zooht worden. Op bloemkool b.v. zal een in
voorrecht van 4 Mrk, op savoie- en andere
kooien een reoht van Mrk 2.40 geheven worden
Nu hebben wy echter veel meer bloemkool
uit te voeren dan kooien van andere soort.
Alleen uit Noord-Holland wordt voor 91 mil
lioen pond kool naar Duitschland verzonden
Ergo mag op deze speoificatie wel gelet worden.
Zeer terecht waarschuwde de heer Tydeman
tegen een tarieven-oorlog met Duitschland, als
de strydlustige heer Van Dyk aan de hand
gedaan bad. Daarbg kon Nederland niets
winnen, maar later zeker ve6l verliezen
Zitting van Maandagavond.
Jammeriyker figuur dan de tegenwoordige
minister van buitenlandsche zaken is zeker
wel nimmer in de kamer geweest, en zal er
ook in de toekomst wel niet gemakkelgk ver-
schynen. Was de man, die indertjjd aan Brn
Melvil van Lynden toen sedert eenige
maanden algemeen secretaris bg het Hof van
Arbitrage en vöör dien jaren lang rechter
by de arrondissements rechtbank te Utrecht
i iemand die van diplomatie dus volstrekt niet
op de hoogte was) de portefeuille van buiten
landsohe zaken aanbood, heden avond getuige
geweest van de diep beschamende vertooning,
die deze bewindsman bg bet verdedigen zgner
begrooting heeft gemaakt, werkeiyk hg zou
medeiyden met zyn slachtoffer gehad hebben*
Op anderen maakte het den indruk, dat iemand
met den baron een sleohte grap heeft willen
uithalen. En wat wel het allerfataalste van
alles is deze minister wordt niet elk jaar
beter, biykt iets geleerd te hebben, maar in
tegendeel, het gaat elk jaar sleebter, zoodat
het thans iets van een tragi-comedie heeft,
als de heer Melvil in de kamer «optreedt."
Reeds de aanblik, dien hy der Kamer Bchenkt
als hy daar achter de groene tafel zit, zal
zelfs de lachspieren van den meest verstokten
stoicgn in beweging brengen.
Stel u voor een man van zonderlingen coif
feur, met een zeer achtenswaardig uiteriyk.
In zgn gezicht leest men niets Van anderen
kan men Boms zeggen: wat een snugger ge-
zioht, oi wat een dom gezicht I In de gelaats
trekken van den baron eehter ligt niets,
absoluut niets opgesloten. Alles is even snug
ger of even dom. Net zooals je het verkiest.
Hoogstens kan men zeggen alles is regelmatig,
alles even correct. Oogen correct, neus correct,
ooren correct, mond correct, kortom in niets
is eenige uitdrukking hoegenaamd te bespeuren.
Het eenige wat opvalt, en biyft opvallen is
de zonderlinge haardos. Maar bg lang kgken
biykt ook deze abnormaliteit correct te zyn-
De wuivende, witte haarpluimen passen bg dit
blanoo gezicht. Zgn iets dat men le couron-
nement de l'édifice zou kunnen noemen. Ook
de gestalte is oorrect. Akelig correct. Armen
en beenen zyn niet te lang en niet te kort.
De postuur niet te groot en niet te klein. Hoe
langer ge er dan naar kykt, hoe dieper en
meer ge het begrip «correctheid" in u opneemt.
Stel u nu voor, dat deze vleesch geworden
correctheid voor de lange groene fafel zit,
waarover in zjn volle lengte wel 100 papieren,
groot en klein, in de meest willekeurige wan
orde liggen verspreid. .En op een stoel ter
zyde staat een enorm groote portefeuille met
een nog grooteren voorraad papieren-rommel
er in. Daar zit het reserve materiaal in.
Zie hier de minister en zyn naaste omgeving.
Thans zal hR' aan het woord komen, en de
verschillende sprekers beantwoorden.
Z. Ex. staat op. Zeer oorrect natuurlgk
Neemt een papiertje van de tafel, zet zyn
lorgnet op, en zegt drie onverstaanbare woor.
den. Pauze. Onderdrukt gelach van de leden
die rondom hem zyn gezeten of aohter tegen
den troon staan geleund. Het gelach wordt
luider, waarvan de minister echter niets schynt
te begrypen,evenmin als van de vraag, die bg zal
beantwoorden. Hy kykt nog steeds op het
briefje, grypt naar een groot vel papier, dat
op den tafel ligt alles correct natuurljjk
en vervolgt nu «yn «speech". Drie minuten
gaat het nu goed. Maar de wysheid van het
briefje en het groote vel is spoedig afgelezen
en dan wordt het weder pauze. Uit hem zelf
sehgnt weinig wysheid te komen. Alles staat
op het papier. Wederom volgt een greep uit
den sohilderaohtigen berg papar&ssen, wordt de
lorgnet recht gezet en de «spreker" hervat
«yn «redevoering". Deze vertooning nu duurde
ongeveer een uur. Drie woorden pauzegreep
uit den bundelweder eenige volzinnen
enz. enz.
Zoo gaat het als de minister «spreekt," Maar
niet minder merkwaardig was het, toen h
luisteren moest. Duidelgk kon men toen op
«yn gelaat lezen, dat hy van al die zaken niets
anders begrepen had, dan wat men hem aan
het departement eigenlgk met een hoofd
letter D te schryven daarvan verteld had.
Bracht een afgevaardigde een nieuw element
in discussie, gaf b.v. de heer Van Kol een van
die frissche kykjes, o. a. op het karakter van
Z. M. den Sultan, dan luisterde hy niet eens
Dat ging zyn deur voorby, als zgn ambtgenoo
van oorlog pleegt te zeggen, wanneer iets
gezegd wordt wat «yn departement niet be
treft. Toen de afgevaardigde van Etsohede
by de repliek op een gegeven moment begon
uit te pakken en zyn stem verhief, keek Z.Ex
als wilde hy zeggenwat voor een wild beest
daar aan het brullen Hy kruiste dan ook
fluks heel geleerd en heel oorrect de armen
het volle gevoel van superioriteit, dat hy
niemand anders de opperste chef is der
heeren van de carrière." Want dat is, zooals
heer Hubrecht zou zeggen in ambteiyke
terminologie uitgedrukt, de eigeniyke benaming
onzer diplomatie. Alleen het vulgus profanum
kamer, kiezers, couranten, en dergeiyk gezel
schap spreekt van «diplomaten." In net en
fatsoeniyk gezelschap heet het iemand «van
i carrière." Dat is behooriyk uitgedrukt.
Kan men om dit alles reeds lachen, ver-
dwgnt spoedig alle ernst by het aanzien van
dergelgke tooneelen,nog bedenkeiyker wordt het
als men de barre, barre nonsens hoort, die de
minister heden avond met het ernstigste ge
zicht ter wereld stond te debiteeren.
Onzin, onsamenhangende taal van dien aard
dat Uilenspiegel in deze ministerieele redevoering
zeker voor een jaar lang stof vindt om een
aparte telefoonverbinding tussohen Z.Ex. Uilen
spiegel en Z.Excellentie op het Buitenhof aan
te leggen.
Er was eenvoudig geen touw aan vast te
knoopen. Wg hebben scherp toegeluisterd
maar van de tienmaal begrepen wy negen
maal absolnut niets van alles wat er van
die papiertjes voorgelezen werd. En zoodra het
tot oorspronkelgke denkbeelden kwam, was het
heelemaal mis.
Welke gedachten deze minister over onze
buitenlandsohe politiek heeft, waartoe al die
dure heeren van «de carrière" dienen moeten,
welke bezigheden «y te verrichten hebben, hoe
onzen handel en industrie in het buitenland
kannen bevorderen, dat is de Kamer heden
avond allesbehalve duideiyk geworden. De
Kamer lachte. Daartegen bestaat zeker geen
bezwaar. Maar vragen wg zou de Kamer nog
lachen, als deze onbekwame, onhandige minister
eens zoo hopeloos de zaken verknoeide, dat ze
alleen tot groote sohade van naam en
goed kon gekocht worden
Hoeveel maal reeds is Nederland door het
optreden van dezen minister en zyn «heeren
van de carrière" tot een spot en een aanflui
ting van het buitenland geworden
Hoe dikwyis reeds zgn groote belangen ge
schaad omdat deze minister geen raad weet,
hoe zgn mandarynen aan het werk te zetten
In vier jaar tgd is geen ambteiyk verslag van
een onzer consuls in Zuid-Afrika in de
Consulaire Berichten opgenomen.
De minister stuurt een leerling-consul uit
naar Zuid-Afrika om hem van advies te dienen
zake een reorganisatie van den oonsulairen
dienst en den toestand in Zuid-Afrika. Let
weleen leerling-oonsul 1 Deze ambtenaar
komt na een lange en dure reis terug en
brengt advies uit. Op publicatie wordt aan
gedrongen. En wat antwoordt nu Z.Ex. in de
M. v. T. dat «ter zgner tyd het noodige" zal
gepublioeerd worden.
En waar de heer Hubrecht op deze ergerlgke
langzaamheid wgst, wordt hem van uit de
ministerieele hoogte geantwoord, dat «hy zich
veroorloofd heelt aanmerkingen over dien
jeugdigen ambtenaar te maken." Net als een
kwajongen wordt hg bestraft. En waar bg
in die zaak op meer licht aandringt, wordt
door den minister gevraagdWaartoe zou dat
dienen? Het zou sleohts een herhaling zyn
van hetgeen verleden jaar let wel, verleden
jaar 1 in de Eerste kamer over deze aange
legenheid is gesproken.
Den heer Yan Kol wordt verweten gy vraagt
zooveel I Trouwens op geen enkele vraag is hj
in staat iets te geven, dat op een atdoend
antwoord geiykt.
De heeren Tydeman en Van Wgk hadden
nadere inlichtingen verzocht over het nieuwe
Duitsche invoertariei, en waardoor werkeiyk
vitale Nederlandsche belangen zouden geschaad
kunnen worden. Onze geheele tuinbouw zou
er door ten gronde kunnen gaan.
En wat antwoordt nu de minister Eerst
moeten de onderhandelingen tusschen Duitsch
laad en de andere mogendheden afgeloopen
zgn om over den invloed te kunnen oordeelen
dien het nieuwe tarief voor onze produktenkan
hebben 1 Op de beide vragen las hy een ver
klaring voor, blgkbaar door dr Kuyper opge
steld, althans de styi verried «den klauw van
den leeuw". De heer Tydeman had op een
gedetailleerd onderzoek van elk artikel aan
gedrongen. De minister zegt dat behoort tot
de werkzaamheden van den minister van
handel, waterstaat en nyverheid. Die moet
maar onderzoeken hoeveel kool, augurken,
asperges, etc eto nog uitgevoerd worden.
Wg «heeren van de oarrière" hebben wel
wat anders te doen. De eer va* de Vorstin
moeten wy hoog houden, tractement in ont
vangst nemen, en acdere gewiohtige besognes
verriohten. Maar kool, spinazie, doperwten
wat kan ons dat interesseeren
Nu kan men harteiyk medelachen als de
heer Van Wyk wanhopend uitroept: «Wie
moet dan voor onze kaas de kastanjes uit
het vuur halen Ea de geheele kamer had
schik voor zes, toen die onmogeiyke antwoor
den gegeven werden, maar zou de kamer nog
lachen als deze minister zyn ondergeschikten,
die geesteiyke neefjes van Li-Hung-Cha»g, die
mannen met vesten van tygervel en begiftigd
met de pauwenveer, eenvoudig laat doen wat
«y verkiezen, en onze geheele tuinbouw door
hunne roekelooze nalatigheid ten gronde ging
Zou de kamer dan nog lachen Wg betwgfelen
het sterk.
Zeker was het potsierlgk den minister over
de wenken, door den heer Van der Vlugt ge.
geven, te hooren spreken. De heer Van der
Vlugt en ook de heer Byiandt hadden sterk
tegen het kon. besluit geopponeerd, dat diplo
maten op 65 jarigen leeftgd hun aanvrage
om ontslag moesten indienen. Niet zoo zeer
hadden zy bezwaar tegen den leeftgdsgrens
dan wel tegen den willekeur, die hiervan het
gevolg kan «y*. ZEx begrgpt van dit bezwaar
niets, gaat er niet eens op in, maar keuvelt
over diplomaten die spoediger dan professoren
of leden van de Raad van State verelgten,
omdat «y «in salons moeBten verkeeren", de
«eer van onze geëerbiedigde Vorstin" moesten
hooghouden
De heer Fook, de eenige die zich heden
avond boos maakte met den heer Van Raalte,
die ook kregelig werd van den nonsens, dien
hy te hooren kreeg, nl. dat de minister «geen
werkkrachten op het departement had om het
consulair rapport te verwerken en in zyn
boosheid zyn aanteekenboekje op den grond
wierp. De heer Fook dan beet Z Exo. toe dat
hy met belangstelling vernomen had, dat die
heeren door dat «bezoeken van salons en ver
keeren in hofkringen" zoo spoedig op waren,
maar dat hg «yn bezwaar tegen mogeiyken
willekeur handhaafde. Men had het gezicht
van den heer Van Lynden eens moeten zien.
Hy leek wel te zeggenwat is dat nu weer
voor een weinig eorreote mynheer 1
Nog eenige ministerieele uitspraken en wy
eindigen.
Nederland is een klein land maar een groote
mogendheid. De heer Van Kol raadde hem
echter aan, in het Europeesoh concert maar
geen eerste viool te gaan spelen, en zich
maar tot het bespelen van «den triangel" te
beperken. Natuurlgk groot gelach.
Van nadere grensafperkingen in Suriname
kan niets komen ministerieel uitgedruktbet
«onderwerp is in studie." Want het zgn daar
«wildernissen" en het zou «kosten" mede
brengen.
Van een ineensmelten, of frisch bloedvin-
spuiten aan de «heeren van de oarrière" door
den consulairen en diplomatieken dienst te
ama'gameeren, kan niets komen, want Bismarck
was nooit in den consulairen dienst geweest 1
Het Nederlandsoh kan niet in de ambteiyke
correspondentie tusschen België en Ne
derland gebezigd worden, want in het Vlaamsch
heette ZEx «Zyne Voortreffeiykheid", minis-
ter-opperdienaar 1
De gezant te Constantinopel is een uitstekend
man. Zyn positie is door de jongste gebeur
tenissen volstrekt niet verzwakt. De Turksche
minister van justitie heeft hem zelfs zeer
«minzaam" ontvangen. Alles voorgelezen uit
brieven, door den diplomaat zelf gesohreven 1
Maar genoeg van deze zinledige praatjes.
Wy herhalende Kamer heeft gelachen, den
geheelen avond gelachen, maar toen na mid
dernacht eindeiyk de geheele begrooting aan
genomen werd, en wg huiswaarts keerden,
gevoelden wy ons als Nederlander diep be
schaamd en bezorgd voor de toekomst, zoolang
aan dezen minister het bestuur over onze bui
tenlandsohe betrekkingen biy ft toevertrouwd.
Want de tyden zgn er niet naar, dat met een
baron, hoe achtenswaardig ook als particulier
en als menscb, volstaan kan worden om aan
het hoofd van het departement van buiten
landsche zaken te staan.
En dat deze minister gehandhaafd big ft, is
zeker wel het meest afdoende bewgs voor het
volslagen gebrek aan «eerste klasse passagiers",
die in het rytuig der reohterzyde plaats heb
ben genomen. Nog liever en met meer ge
rustheid zagen wy een Hindoe of Mohamme
daan met deze portefeuille belast, dan dat zy
nog een dag langer in de handen blgft van
dezen «Christen-staatsman".
Het was een ergeriyke, diep beschamende
vertooning.
Morgen Justitie.
fKMBHBlgisw n ihSBtwm fiÜMZfeo
By kon. besluit
is aan F. van Houten, op zyn verzoek, eer
vol ontslag verleend als notaris te Amsterdam;
zgn overgeplaatst in rang en ouderdom van
rang, by bet wapen der inf- van bet leger in
N.-I., de tweede-luit. J. H. Juda, van het 6e
reg. inf., en in zynen rang, by het wapen der
inf. van het leger hier te lande, en wel by