m
en.
Dinsdag
1 December.
N°. 283.
146' Jaargang.
1903,
&EN,
EN
S
Uit Stad en Provincie,
Lp olio"
I)
ikzee.
I MS.
ike.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Mlddtlburg 30 November.
Voor den rechterstoel van
den heer Fabius, enz.
op het
eclën.
Kinnen-
gatlën.
en
rgoeding
e's jaars,
KDAJt,
heeren
TAK
SP, 0. J.
>RST JK.,
DBERG,
PO
ledaille,
pdaille,
ledaille,
p,
ven zeer
kkeliers.
CEDAM
ember.
ItllTtU
rd. tfid
8.15
8.15
8.15
{0WOM6
Igikoi-
rekken,
roeping
reizi-
enheid,
.55 nar
reiken.
rikxu:
2.-
1.30
130
2.—
130
>.45 en
48" en
[Qk u
rein,
ren of
7.40,
9.10,
Hij
M1DDELBURGSGHE COURANT.
Deze ooarant versohijnt d a g e 1 ij k b, met uitsondering van Zon- en Feestdagen.
Priji, por kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franao p.p., f 2.
Afzonderljjke nummers kosten 5 cent.
TBKBHOHETEB BH TUBWACHTUfi.
30 Nov. 8 n. Tm. 35 gr., 12 u 36 gr., av. 4 u. 35 gr. F. Verwsoht: matige N. O. wind,
betrokken, sneeuw, weinig verandering in temperatuur.
AdvortentlSntO eent per regel, ffeboortc-, dood- en nlle andere familleberiohten en
Dankbetnigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer SO cent. Beolamens 40 eent per regel
Droste lettors naar de plaats, die z£ Innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen A4«er4enti««Snrw»
XiA MAIS Ann,, H.S, Vwerhturgsnl SM, AnurtesAasa,
Bg de behandeling der Indisohe begrooting,
afdeeling departement van Onderwys, Eere
die» at en Ng verheid, liet de heer Ketelaar
een eigenaardig lioht vallen op de manieren
van den heer J. C. Fabuis, inspecteur b|j het
lager onderwas.
De afgevaardigde voor Amsterdam V sprak
o. a.
»Op bladz. 20 van het Voorloopig Verslag
lees ik »De vraag werd gesteld, of b{j be
noemingen voor den ladischen dienst een on
derzoek wordt ingesteld naar de politieke
richting der voor benoeming in aanmerking
komende personen. Vernomen was, dat een
persoon, wiens benoeming tot onderwijzer zoo
ver was voorbereid, dat voor zjjn reis naar
Indië reeds een plaats op een schip was ge
reserveerd, niet benoemd werd, naar gegist werd
op grond van xjja politieke riohtihg, die niet
was die des Ministers. Aan politieke agitatie
had de persoon geen deel genomen."
Het is dus te meer te verwonderen dat die
persoon niet benoemd is bniten paedagogisohe
redenen om.
De Minister heeft daarop geantwoord»dat
omtrent onderwijzers voor den Indischen dienst
door specialiteiten op onderwijsgebied zeer
nauwkeurige inlichtingen ingewonnen worden."
Die inliohtingen nu waren voor de betrok
ken persoon in z£m voordeelik noem de in
lichtingen van het bekende schoolhoofd te
Amsterdam, den heer Kappenborg, en de ver
klaring van het schooltoezicht, hierop neer
komende, dat de betrokten persoon een
uitstekend onderwgzer is. Verder zegt de
Memorie van Beantwoording: »Een onderzoek
naar de politieke richting is daarbij niet uit
drukkelijk uitgesloten, dooh op grond zjjner
politieke richting wordt nimmer een sollicitant
afgewezen."
Ik vraag: waarom wordt dit onderzoeknaar
de politieke richting niet aohterwege gelaten
Dat onderzoek is reeds geschied b]j het hoofd
der school. Deze heer heeft geschreven dat de
sollicitait vooruitstrevend was, dooh nooit in
woord of geschrift daarvan in het openbaar
bljjk gaf.
Later is er een onderhoud geweest tnssohen
den sollicitant en den heer Fabius, inspecteur
van het lager onderwjjs. Hierover staat in
de Memorie van Beantwoording»Wel is het
voorgekomen dat de ondergeteekende niet
heeft kunnen besluiten tot uitzending van een
sollicitant, van wien door zjjne eigene uitla
tingen te vreezen was dat hjj aan z(jn onder
wijs een richting zou geven, die door de Re
geering niet mag worden bevorderd."
Omtrent hetgeen voorgevallen is tijdens het
onderhoud tusschen den heer Fabius en solli
citanten naar Indië, heb ik ook inlichtingen
verkregen bg meer dan een persoon en dan
moet ik mg verbazen over de wjjze, waarop
door dezen inspecteur een dergelQk onderzoek
werd ingesteld en over de wijze waarop hjj
gemeend heeft zich tegenover den sollicitant
te moeten uitlaten.
Eenige dier uitlatingen wensch ik hierbjj
te noemen. Hg vroeg»tot welken godsdienst,
tot welk kerkgenootschap behoort gg
Na weet ik eigenlgk niet waartoe de vraag
moest worden gedaan. Ik weet niet, wat het
er voor de Regeering toe doet. Welnu, toen
een sollicitant antwoordde dat hg tot geen
kerkgenootschap behoorde, zeide de inspenteur:
»da* wordt het tgd".
Ik begrgp niet hoe de iispecteur zioh een
dergelgke uitdrukking durft aanmatigen tegen
over een sollicitant, die niet bg den inspeoteur
kwam om een les te krggem in moraal of re
ligie, maar die eenvoudig kwam om inlich
tingen te verstrekken omtrent zgn persoon
als onderwgzer. Toen de inspecteur in het
getuigschrift las dat de sollicitant tot de voor
uitstrevende richting behoorde, vroeg bg wat
dit beteekende, en toen de sollioitant zeide
dat hg lid was van de S. D. A. F., zeide de
heer Fabius: >dat noem ik niet vooruitstre
vend, dat noem ik aohteruitstrevend, want die
partg gooit alles onderste boven. Is dat nu
een verstandige partg f"
Ik vraag wederomwaaraan ontleent de
heer Fabius het reoht dergelgke uitingen te
doen? De sollicitant kwam tooh niet zgn
raad vragen over politieke richtingen.
Ik zou wel eens willen vragen, wat de
partggenooten van den Minister en van den
heer Fabius zouden zeggen, wanneer zg bg
voorbeeld bg een liberaal sohoolopziener
kwamen, die zich veroorloofde om hei naar
hun geloof of hun politieke richting te vragen
en zich daarover minachtend zou uitlaten. Ik
geloof, dat er dan een Btorm van verontwaar
diging in de Kamer zou opgaan en te reoht.
Het komt mg voor, dat het niet te pas
komt, dat de ambtenaren van dezen Minister,
zg het dan ook tegenover lagere ambtenaren,
op een dergelgke manier optreden als de heer
Fabius gedaan heeft.
jjns inziens heeft de Regeering bg benoe
mingen nooh met de politieke richting, nooh
met den godsdienst van de ambtenaren te
maken.
Ik weet, dat er verder gesproken is over
de liefde voor de Koningin en het Oranjehuis
ik zal daarop niet ingaan.
Ik stel bg dit alles op den voorgrond, dat
de bedoelde onderwgzer, die in en buiten
Amsterdam is werkzaam geweest, nooit eenige
aanleiding heeft gegeven tot vermoedeas alsof
hg op de sohool propaganda had gemaakt voor
zgn beginselen. Ik voeg hierbg, dat hetgeen
ik hier heb medegedeeld omtrent het onder
hond tusschen den sollioitant en den heer
Fabius, door den heer Fabius voorgesteld werd
als te zgn een particnlier gesprek.
De sollicitant heeft nog gezegd tot den heer
Fabiusgg begrgpt dat, zooalB ik nu spreek,
k niet op de sohool spreek.
Met een dergelgke bg voeging geloof ik te
mogen zeggen, dat de zinsnede in de Memorie
van Antwoord niet juist is.
Hoewel de sollioitant uitstekende getuig
schriften had, werd na een dergelgk gesprek
van een kwartier of een halfuur de paedago
gisohe ervaring en de bekwaamheid van den
onderwgzer, die hg gedurende jaren getoond
had, te niet gedaan, en werd hg ongesohikt
geacht om ia ladischen dienst te treden als
onderwgzer.
Ik vraag dus, wanneer de Minister zegt, dat
het onderzoek naar de politieke riohting van
de sollitanten niet uitgesloten is, dooh op
grond zgner politieke riohting nog nimmer
een sollicitant niet werd aangenomen, of dan
hier n'etdit laatste wel het geval is geweest
En dat het gesprokene alleen de aanleiding
geweest is tot het niet benoemen van dezen
onderwgzer, daarvoor heb ik nog andere
gronden.
Er is ook vermeld in het Voorloopig Ver
slag, dat reeds voor zgn reis naar Indië een
plaats op een stoomschip was gereserveerd, en
sterdam, waar men hem kent, is benoemd tot
een hoogere betrekking.
Wg hooren telkens weer, dat deze Regeering
geen reaotie wil, maar wanneer ik dan verge-
lgk een geval, voorgekomen onder de vórige
Regeering met het onderhavige, dan zeg ik
ciat wg wel degelgk staan in het teeken van
de reaotie.
Onder het vorige Kabinet is uitgezonden als
onderwgzer naar Indië de bekende onderwgzer
M. den Hartog, die ontslagen was wegens zgn
optreden tegen hoofden van scholen te Amster
dam, terwgl tot zgn ontslag waarBchgulgk ook
hadden medegewerkt zgne bekende sooiaal-
demooratisohe gevoelens. Wanneer men deze
daad van het vorig Ministerie vergelgkt met de
houding, aangenomen tegenover den onderwgzer
dien het hier geldt en die nimmer in woord of
geschrift de sociaal-democratisohe propaganda
heeft bevorderd en dien men tooh niet naar
Indië durfde zenden, dan meen ik dat wg wol
degelgk mogen zeggen, dat de wind der reac
tie ook reeds waait in het Departement van
Koloniën.
De minister van koloniën antwoordde hierop
het volgende:
De geaohte afgevaardigde uit Amsterdam, de
heer Ketelaar, heeft, behalve de wenschelgk-
heid van bevordering van het FröbeloHderwgs,
ook ter sprake gebracht de quaestie, die be
handeld wordt in de inleiding op deze afdee
ling. De geaohte afgevaardigde is daarbg
uitgegaan van de onderstelling, dat er een
onderzoek wordt ingesteld naar het politieke
gevoelen van degenen die zich aanmelden voor
het onderwgzersambt in Indië. Die onder
stelling kan ik nog bevestigen noch ontkennen
ik weet het niet. Vanwege het Departement
wordt daarnaar géén onderzoek ingesteld
zooals ook in de gewisselde smukken is gezegd
Het 6enige wat vanwege het Departement ge
schiedt, is, dat aan den inspeoteur een oordeel
over de geschiktheid van de verschillende
sollicitanten gevraagd wordt. Deze is in de
wjjze waarop hjj een onderzoek wil instellen
volkomen vrjj, evenals ik de vrjjheid heb mg
al of niet te houden aan de oonolusie waartoe
hjj gekomen is.
Nu heeft de geachte spreker ons allerlei
mededeelingen gedaan van particulieren aard
over het onderhoud tusschen den heer Fabius
en den persoon die door hem wordt bedoeld.
I Ik knn die mededeelingen natuurlijk niet con-
daarop is geantwoord door den Minister, dat I troleeren. Ik zal my dus van een beoordeeling
dan zeker die persoon die plant» zelf moest
hebben besteld.
Maar dit is niet juistde betrokken onder
wyzer heeft niet zelf een plaats op een sohip
besteld, maar kreeg een brief van de oarga-
doors De Vries en Co. te Amsterdam, waarby
een contract werd aangebodea van de »Neder-
land" aan den weledelgeboren heer zoo en zoo,
benoemd onderwijzer Nedtrlandtch Indië. Ik wil
hierby voegen, dat gedruikt in het oontraot staat,
dat ingevolge, uw verlangen" aan boord van
het stoomschip Printet Sophie wordt gereser
veerd een plaats enz,
De betrokken persoon had echter van zyn
verlangen op geenerlei wys kennis gegeven
Bovendien is in denzelfden tyd door hem
ontvangen een brief van de firma Wiener en
Witzer te Rotterdam en een van de firma
Julius Huff te Amsterdam, met aanbiedingen
om voor zyn uitrusting te zorgen, bewyzen
genoeg om te mogen aannemen, dat op de
eene of andere manier uit de ministerieele
bureau's een schryven moet verdwaald zyn,
waaruit zoo goed als zeker bleek, dat deze
onderwyzer zou benoemd worden tot onder
wgzer in Indië.
Ik begrgp zeer goed, dat de Minister op dit
oogenbiik daar niets aan kan doen, maar ik
zou hem wel willen aanraden om na te gaaa,
hoe dergeiyke dingen kannen gebeuren. Er
moeten ambtenaren aan het Departement in
het spel zyn, die dergeiyke dingen aan de
aangehaalde firma's mededeelen en daar dan
waarsohyniyk een klein voordeeltje in den
vorm van percenten in den zak steken.
Er is door een referendaris van het Ministerie
aan den betrokken onderwyzer geschreven, dat
zeker de" een of andere beunhaas dat gedaan
had, maar dan veronderstel ik, dat die beun
haas aan het Ministerie van koloniën zit.
I* elk geval meen ik met kraoht te moeten
opkomen tegen een dergeiyk onderzoek als
waarvan in de stukken is gesproken.
Ik haadhaaf myn gevoelen, dat de Neder-
landsche Regeering nooh met de politieke, nooh
met de godsdienstige;riohting van ambtenaren
in caBu onderwjjzera, iets te maken heeft, mits
zy in hun betrekking oi in de school hun
plicht doen. En ik mag er op wyzen, dat zy,
die weten wat deze persoon beteekent en wat
hy presteert in de school, volstrekt die vrees
niet doelen, die in de Btnkken is uitgesproken,
dooh hem als onderwyzer appreoieeren, zooals
gebleken is uit het feit, dat kort nadat
deze zaak was gesohied, de betrokkene in Am
daarvan onthouden. Hy heeft die zelf uit den
aard der zaak van particuliere personen,
waarsohyniyk van den persoon zelf, dien hy
ter sprake heeft gebracht. Ik heb dienaan
gaande absolnut geen mededeeling ontvangen
en het is zelfs twyfelaohtig of het wenscheiyk
is hier al te diej) op dat onderhoud in te
gaan. Ik ontken echter ten sterkste dat de
hier bedoelde persoon niet beschikbaar is ge
steld op grond van zyn politieke overtuiging.
Het is my integendeel gebleken dat onder-
wjjzers, die behooren tot de sociaal-democra-
tiBche party, wel naar Indië gegaan zyn.
Hier is het dan ook niet de politieke rich
ting geweest, maar het belang van het onder
dat my weerhouden heeft, in verband met
hetgeen de betrokkene zelf medegedeeld heeft,
Deze heeft toch te kennen gegeven, dat het
onderwys in de geschiedenis een moeilgk vak
voor hem was Wat mg verder omtrent hem is
gerapporteerd, zal ik niet voorlezen, maar wel
wil ik daaruit nog mededeelen, dat hy omtrent
den eerbied, aan het hootd van den Staat ver
schuldigd, begrippen heeft, afwykend van het
geen daaromtrent in de sohool moet onderwe
zen worden. Zoo iemand kan ik niet beschik
baar stellen voor het onderwys in Indië Het
is allerminst op grond van zyn politieke
overtniging, maar wegens uitlatingen, door hem
zelf gebesigd, dat hy niet tot het onderwys in
Indië toegelaten is.
ken onderwgzer. Ook weet ik, wat de Minister
zeide, dat in den laatsten tyd ook onderwyzers
van sociaal-democratische richting naar Indië j
zyn gezonden. De Minister voegt daarby, dat
hy zich niet inlaat met de politieke riohting
van de candidaten. Ik neem gaarne aote van
die verklaring enzal nog wel een tgd komen,
dat aan deze ?erklaring van dezen Minister
in dit Ministerie zal worden herinnerd.
Maar dan wordt het nog veel bedenkelgker,
want nu hangt het uitzenden naar Indië al
van een toevallig gesprek van een onderwyzer
met den inspecteur van het lager onderwys.
Zegt de Minister nu, dat die onderwyzer de
geschiedenis zoo moeilgk vond, dan is dit
geen reden tot niet uitzending. In 1898 heb
ik er by de begrooting reeds op aangedrongen,
dat men de geschiedenis liever moest onder
wijzen in een later tydperk van het leven.
Bovendien had de onderwyzer begrippen om
trent de Koningin, die de Minister voor de
Indische school niet wensoheiyk achtte. Maar
alweer, deze onderwyzer is jarenlang in de
school werkzaam geweest en zyn superieuren
hebben de beste getuigenissen van hem gege
ven. Dooh bovendien zou de Minister ditzelfde
kunnen zeggen van alle sociaal-democraten,
want deze hebben precies dezelfde begrippen
omtrent het Koningschap en de Koningin als
deze onderwgzer.
De minister is niet ingegaan op wat ik zeide
van het bekendzga der benoeming. Ik maak
daaruit de gevolgtrekking, dat de Minister
zelf ook niet weet hoe dit mogeiyk is, maar
ik hoop, dat hy er dan een onderzoek naar
zal instellen.
Dit gaf den
deze korte opmerking
Het nadere antwoord van den heer Ketelaar
heeft mg tot de conolusie gebracht, dat de
klaoht eigenlgk loopt over de wyze waarop het
onderzoek wordt ingesteld. Indien deze con
clusie juist is, dan wil ik gaarne informeeren
hoe dat onderzoek geschiedt en of er verbete
ring is aan te brengen.
Ik heb in mgn vorige rede vergeten te
antwoorden op de vraag van den geaehten
spreker hoe het kwam dat die heer van car
gadoors en leveranciers circulaires had ont
vangen.
Ik heb deze zaak zeer scherp laten onder
zoeken er is indiscretie gepleegd, maar ik
weet niet door wien. Ik hen er van overtuigd
dat de fout niet onder de ambtenaren schuilt,
maar natuurlgk wel onder hen, die met het
Departement in verbinding staan. Het is my
echter niet gebleken waar.
Minister
nog aanleiding tot
De heer Ketelaar wees er in zy'n repliek op
dat de Minister niet te diep ingegaan is op
het door hem gesprokene, misschien om goede
redenen. Maar zeide hg Zgn Excellentie
heeft enkele opmerkingen gemaakt, die ik niet
kan nalaten te beantwoorden. De Minister
heeft gezegd, dat by het niet kon bevestigen
of ontkennen, of er geïnformeerd wordt naar
de godsdienstige en politieke richting der
oandidaten. Ik oordeel echter, dat de Minister
dit moest weten; hy moet daarin den ambtenaar,
die met het onderzoek is belast, niet geheel
vryiaten. De Regeeriag heeft niets te maken
met de godsdienstige of politieke riohting van
de burgersallen zyn gelgkeiyk benoembaar
voor de verschillende betrekkingen, mits zy de
noodige gesohiktheid bezitten. En wanneer
ondergeschikte ambtenaren zich aan dezen rege
niet storen, dan wordt het tyd dat daaraan
een einde worde gemaaktl
Ik zal zelf ook niet te diep ingaan op de
beschouwingen, die mg in hoofdzaak alleen
bekend zyn uit een gesprek met den betrok-
Vereenigingen en particulieren maken zioh
op om kinderen, wier ouders gansoh niet
of maar uiterst weinig bedeeld zyn met aard-
sche goederen, toch eenige verrassingen
bereiden op het a. St.-Nioolaasfeest.
Zoo in Goes b.v. het gewone comité, dat
door eene kinderuitvoering, heden avond, de
uitgaven daarvoor tracht te dekken.
Dit is een loffeljjk streven.
Het verdient navolging vooral in dien geest,
zooals wy meermalen aangaven, dat elk eens
rondzie in zyn naaste omgeving of in hem
bekenden kring of ook daar nog niet kleinen
zyn, die wat verdienen en, uit onbekendheid
of gemis van goeie bekenden, niets krjjge».
Och! zoo menigeen zit in een vergeten hoekje,
terwyi anderen allicht dubbel ontvangen.
Wie helpt eens mêe om Zaterdagavond ook
hen gelukkig te maken?
Een kinderhand is gauw gevuld.
In menige speelgoedkast schuilt allicht wat,
dat anderen nog tot dankbaarheid jegens
Sint Nicolaas stemmen kan.
Ea eene versnaperiig of een meer practisch
gesohenk is voor weinig geld te krygen.
Mogen wg dit jaar weer eens wgzen op die
manier van goeddoen, zooals den bekenden
bisschop zyn leven laag een lust was.
Heden ochtend viel op het Molenwater
alhier een paard, voor een, tot het op
halen van vuilnis gebruikten wagen, plotseling
dood.
Uit Vlissmgen.
Het Engelsch stoomschip Saint Nicho'.at,
van Antwerpen naar New-York, is alhier op
de reede geankerd met defect aan de machine.
Heb wacht op orders om al ot niet de
schade aan De Schelde te laten repareeren
Donderdag middag togen een achttal
klaasianen van het dépót van discipline,
onder het naar de catechisatie gaan, op de
vluoht. Zes hunner kwamen spoedig weer
bg het korps terug en twee andere meldden
zioh Vrydag weder vry'willig te Middelburg
aan. Om het weinig beteekenende van de
zaak lieten wg haar onvermeld, dooh waar
andere bladen nu de ontvluchting mededeelden,
meenen wy ook dei spoedig daarop gevolgden
terugkeer te moeten beriohten.
Door de anti-revolutionnaire kiesvereeniging
is voor het lidmaatschap van den raad in het
tweede en derde district candidaat gesteld de
heer J. H. Blum, districts-schoolopziener.
Donderdag middag te 2 uren vergadert de
gemeenteraad
In die zitting is aan de orde de beioeming
van een lid-voorzitter van regenten van het
gasthuis en van een tydeiyk leeraar aan de
burger avondschool.
Verder: van een lid van het burgeriyk arm
bestuur, waarvoor worden aanbevolen de hee
ren P. J. Mortier en A. van de Sande; van
een regent en eene regentes van het burger
weeshuis, waarvoor worden aanbevolen de
heeren J. Loois Az. en G. H. Vroeg ea de
dames BosBusman en Dommisse—Loois; en
van een regent en eene regentes van het gast
huis, waarvoor de aanbevelingen bestaan uit
de heeren W. L. Huaon en J. Loois Az. en de
dames Gewin—Vader en J. Bouvin.
Voorts komen ter tafel de volgende voor
stellen van burg. en weth.tot wyziging van
de Algemeene Politie-Verordening tot wyzi
ging der Verordening op de Burgeravondschool;
tot reorganisatie van het betalende lager on
derwys; tot wyziging van art. 1 der Verorde
ning op de heffing van een Hoofd. Omslag
tot het verleenen van vergunning aan A. de
Visser en W. Lampers tot het opruimen van
hakhout en het dempen van een sloottot
het uithangen van reclameborden aan J. M-
de Plaa en P. J. Pepers, en tot onderhandsohe
aanbesteding van straatwerk aan J. Dekker.
Eindelgk zullen behandeld worden reclames
in zake den Hoofdeiyken Omslag dienst 1903.
Naar aanleiding van de bg burg. en weth.
ingekomen adviezen van het schooltoezicht en
de hoofden van Bcholen omtrent het voorstel
tot reorganisatie van het betalende onderwgs,
heeft dat college aan de leden van den raad
een nota gezonden, waarin enkele der geopperde
bezwaren worden wederlegd en waarin er, om
misverstand te voorkomen, op wordt gewezen
dat het voorstel geheel te beschouwen is, als
ten doel hebbende om een besluit over het
principe der ooëducatie op sohool D, verande
ring aan sohool C in een tusschenschool en
verhooging van schoolgeld op school E uit te
lokken.
Omtrent de wyze van uitvoering kan worden
beslist by de nadere voorstellen, die den raad
na aanneming vai dat voorstel zullen be
reiken.
Door burg. en weth. wordt het wenschelgk
geacht in de algemeene verordening van politie
eenige wyzigingen aan te brengen.
De voornaamste wyzigingen zyn dat wordt
voorgesteld
Art. 84 te lezen als volgtHet is verboden
langs de huizen of den openbaren weg waren
van weikei aard ook te venten of te koop aan
te bieden.
Dit verbod is niet van toepassing op leur
ders van groenten, vrachten, bloemen, boter,
kaas, eieren, melk, wild, gevogelte, visch of
sohelpdieren, noch op handelsreizigers, kramers
en alle verder i personen die hun bedrgf rond
trekkende uitoefenen, voor zoover zg behooren
tot de in art. 1 sub a, h en k der wet op de
bedryfsbelasting bedoelden, die echter gehou
den zgn om het bewgs van voldoening aan
art. 34 dier wet op de eerste aanmaning van
de politie te vertoonen.
Art. 261 te lezen als volgtHet is verboden
dat honden, gehouden ter bewaking van ge
bouwen of erven of als trekdieren, zich op den
openbaren weg bevinden anders dan vastge
houden aan een stevig touw of ketting.
Art. 391 te lezen als volgt: Neringdoenden
in petroleum mogen daarvan in hunne peroeelen
geen grooteren voorraad hebben dan van 25
liters en van andere licht ontbrandbare vloei
stoffen zooals petroleum-essens (petroleum
aether, petroleum-naphta), gasolie, turfolie,
photogeen, mineraal-olie, benzine en andere
dergeiyke vluohtige of tot verlichting geschikte
vloeistoffen niet meer dan 200 liters en zullen
zy zorg moeten dragen dab de vloeren of het
belendende houtwerk niet door deze vloei
stoffen gedrenkt kunnen worden.
De in dit artikel genoemde vloeistoffen
moeten bewaard worden in door burg. en weth.
goed te keuren behoorlgk gesloten gzeren
fusten, metalen bakken, bussen of kannen en
in eveneens door hen goed te keuren bewaar
plaatsen.
Benoemd tot surnumerair bg de Staats
spoorwegen, ter standplaats Arnemuiden,
de heer J. Stade van Hellevoetsluis.
Vrydagavond 11. gaf de zangrereeniging
Oeféning kweekt kunst te Westkapelle, in
de zaal van mej. de wed. P. Minderhoud, een
openbare uitvoering.
De nummers, die werden gezongen, vonden
by het pmbliek een aandachtig gehoor.