m en. Dinsdag 1 December. N°. 283. 146' Jaargang. 1903, &EN, EN S Uit Stad en Provincie, Lp olio" I) ikzee. I MS. ike. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Mlddtlburg 30 November. Voor den rechterstoel van den heer Fabius, enz. op het eclën. Kinnen- gatlën. en rgoeding e's jaars, KDAJt, heeren TAK SP, 0. J. >RST JK., DBERG, PO ledaille, pdaille, ledaille, p, ven zeer kkeliers. CEDAM ember. ItllTtU rd. tfid 8.15 8.15 8.15 {0WOM6 Igikoi- rekken, roeping reizi- enheid, .55 nar reiken. rikxu: 2.- 1.30 130 2.— 130 >.45 en 48" en [Qk u rein, ren of 7.40, 9.10, Hij M1DDELBURGSGHE COURANT. Deze ooarant versohijnt d a g e 1 ij k b, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Priji, por kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franao p.p., f 2. Afzonderljjke nummers kosten 5 cent. TBKBHOHETEB BH TUBWACHTUfi. 30 Nov. 8 n. Tm. 35 gr., 12 u 36 gr., av. 4 u. 35 gr. F. Verwsoht: matige N. O. wind, betrokken, sneeuw, weinig verandering in temperatuur. AdvortentlSntO eent per regel, ffeboortc-, dood- en nlle andere familleberiohten en Dankbetnigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer SO cent. Beolamens 40 eent per regel Droste lettors naar de plaats, die z£ Innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen A4«er4enti««Snrw» XiA MAIS Ann,, H.S, Vwerhturgsnl SM, AnurtesAasa, Bg de behandeling der Indisohe begrooting, afdeeling departement van Onderwys, Eere die» at en Ng verheid, liet de heer Ketelaar een eigenaardig lioht vallen op de manieren van den heer J. C. Fabuis, inspecteur b|j het lager onderwas. De afgevaardigde voor Amsterdam V sprak o. a. »Op bladz. 20 van het Voorloopig Verslag lees ik »De vraag werd gesteld, of b{j be noemingen voor den ladischen dienst een on derzoek wordt ingesteld naar de politieke richting der voor benoeming in aanmerking komende personen. Vernomen was, dat een persoon, wiens benoeming tot onderwijzer zoo ver was voorbereid, dat voor zjjn reis naar Indië reeds een plaats op een schip was ge reserveerd, niet benoemd werd, naar gegist werd op grond van xjja politieke riohtihg, die niet was die des Ministers. Aan politieke agitatie had de persoon geen deel genomen." Het is dus te meer te verwonderen dat die persoon niet benoemd is bniten paedagogisohe redenen om. De Minister heeft daarop geantwoord»dat omtrent onderwijzers voor den Indischen dienst door specialiteiten op onderwijsgebied zeer nauwkeurige inlichtingen ingewonnen worden." Die inliohtingen nu waren voor de betrok ken persoon in z£m voordeelik noem de in lichtingen van het bekende schoolhoofd te Amsterdam, den heer Kappenborg, en de ver klaring van het schooltoezicht, hierop neer komende, dat de betrokten persoon een uitstekend onderwgzer is. Verder zegt de Memorie van Beantwoording: »Een onderzoek naar de politieke richting is daarbij niet uit drukkelijk uitgesloten, dooh op grond zjjner politieke richting wordt nimmer een sollicitant afgewezen." Ik vraag: waarom wordt dit onderzoeknaar de politieke richting niet aohterwege gelaten Dat onderzoek is reeds geschied b]j het hoofd der school. Deze heer heeft geschreven dat de sollicitait vooruitstrevend was, dooh nooit in woord of geschrift daarvan in het openbaar bljjk gaf. Later is er een onderhoud geweest tnssohen den sollicitant en den heer Fabius, inspecteur van het lager onderwjjs. Hierover staat in de Memorie van Beantwoording»Wel is het voorgekomen dat de ondergeteekende niet heeft kunnen besluiten tot uitzending van een sollicitant, van wien door zjjne eigene uitla tingen te vreezen was dat hjj aan z(jn onder wijs een richting zou geven, die door de Re geering niet mag worden bevorderd." Omtrent hetgeen voorgevallen is tijdens het onderhoud tusschen den heer Fabius en solli citanten naar Indië, heb ik ook inlichtingen verkregen bg meer dan een persoon en dan moet ik mg verbazen over de wjjze, waarop door dezen inspecteur een dergelQk onderzoek werd ingesteld en over de wijze waarop hjj gemeend heeft zich tegenover den sollicitant te moeten uitlaten. Eenige dier uitlatingen wensch ik hierbjj te noemen. Hg vroeg»tot welken godsdienst, tot welk kerkgenootschap behoort gg Na weet ik eigenlgk niet waartoe de vraag moest worden gedaan. Ik weet niet, wat het er voor de Regeering toe doet. Welnu, toen een sollicitant antwoordde dat hg tot geen kerkgenootschap behoorde, zeide de inspenteur: »da* wordt het tgd". Ik begrgp niet hoe de iispecteur zioh een dergelgke uitdrukking durft aanmatigen tegen over een sollicitant, die niet bg den inspeoteur kwam om een les te krggem in moraal of re ligie, maar die eenvoudig kwam om inlich tingen te verstrekken omtrent zgn persoon als onderwgzer. Toen de inspecteur in het getuigschrift las dat de sollicitant tot de voor uitstrevende richting behoorde, vroeg bg wat dit beteekende, en toen de sollioitant zeide dat hg lid was van de S. D. A. F., zeide de heer Fabius: >dat noem ik niet vooruitstre vend, dat noem ik aohteruitstrevend, want die partg gooit alles onderste boven. Is dat nu een verstandige partg f" Ik vraag wederomwaaraan ontleent de heer Fabius het reoht dergelgke uitingen te doen? De sollicitant kwam tooh niet zgn raad vragen over politieke richtingen. Ik zou wel eens willen vragen, wat de partggenooten van den Minister en van den heer Fabius zouden zeggen, wanneer zg bg voorbeeld bg een liberaal sohoolopziener kwamen, die zich veroorloofde om hei naar hun geloof of hun politieke richting te vragen en zich daarover minachtend zou uitlaten. Ik geloof, dat er dan een Btorm van verontwaar diging in de Kamer zou opgaan en te reoht. Het komt mg voor, dat het niet te pas komt, dat de ambtenaren van dezen Minister, zg het dan ook tegenover lagere ambtenaren, op een dergelgke manier optreden als de heer Fabius gedaan heeft. jjns inziens heeft de Regeering bg benoe mingen nooh met de politieke richting, nooh met den godsdienst van de ambtenaren te maken. Ik weet, dat er verder gesproken is over de liefde voor de Koningin en het Oranjehuis ik zal daarop niet ingaan. Ik stel bg dit alles op den voorgrond, dat de bedoelde onderwgzer, die in en buiten Amsterdam is werkzaam geweest, nooit eenige aanleiding heeft gegeven tot vermoedeas alsof hg op de sohool propaganda had gemaakt voor zgn beginselen. Ik voeg hierbg, dat hetgeen ik hier heb medegedeeld omtrent het onder hond tusschen den sollioitant en den heer Fabius, door den heer Fabius voorgesteld werd als te zgn een particnlier gesprek. De sollicitant heeft nog gezegd tot den heer Fabiusgg begrgpt dat, zooalB ik nu spreek, k niet op de sohool spreek. Met een dergelgke bg voeging geloof ik te mogen zeggen, dat de zinsnede in de Memorie van Antwoord niet juist is. Hoewel de sollioitant uitstekende getuig schriften had, werd na een dergelgk gesprek van een kwartier of een halfuur de paedago gisohe ervaring en de bekwaamheid van den onderwgzer, die hg gedurende jaren getoond had, te niet gedaan, en werd hg ongesohikt geacht om ia ladischen dienst te treden als onderwgzer. Ik vraag dus, wanneer de Minister zegt, dat het onderzoek naar de politieke riohting van de sollitanten niet uitgesloten is, dooh op grond zgner politieke riohting nog nimmer een sollicitant niet werd aangenomen, of dan hier n'etdit laatste wel het geval is geweest En dat het gesprokene alleen de aanleiding geweest is tot het niet benoemen van dezen onderwgzer, daarvoor heb ik nog andere gronden. Er is ook vermeld in het Voorloopig Ver slag, dat reeds voor zgn reis naar Indië een plaats op een stoomschip was gereserveerd, en sterdam, waar men hem kent, is benoemd tot een hoogere betrekking. Wg hooren telkens weer, dat deze Regeering geen reaotie wil, maar wanneer ik dan verge- lgk een geval, voorgekomen onder de vórige Regeering met het onderhavige, dan zeg ik ciat wg wel degelgk staan in het teeken van de reaotie. Onder het vorige Kabinet is uitgezonden als onderwgzer naar Indië de bekende onderwgzer M. den Hartog, die ontslagen was wegens zgn optreden tegen hoofden van scholen te Amster dam, terwgl tot zgn ontslag waarBchgulgk ook hadden medegewerkt zgne bekende sooiaal- demooratisohe gevoelens. Wanneer men deze daad van het vorig Ministerie vergelgkt met de houding, aangenomen tegenover den onderwgzer dien het hier geldt en die nimmer in woord of geschrift de sociaal-democratisohe propaganda heeft bevorderd en dien men tooh niet naar Indië durfde zenden, dan meen ik dat wg wol degelgk mogen zeggen, dat de wind der reac tie ook reeds waait in het Departement van Koloniën. De minister van koloniën antwoordde hierop het volgende: De geaohte afgevaardigde uit Amsterdam, de heer Ketelaar, heeft, behalve de wenschelgk- heid van bevordering van het FröbeloHderwgs, ook ter sprake gebracht de quaestie, die be handeld wordt in de inleiding op deze afdee ling. De geaohte afgevaardigde is daarbg uitgegaan van de onderstelling, dat er een onderzoek wordt ingesteld naar het politieke gevoelen van degenen die zich aanmelden voor het onderwgzersambt in Indië. Die onder stelling kan ik nog bevestigen noch ontkennen ik weet het niet. Vanwege het Departement wordt daarnaar géén onderzoek ingesteld zooals ook in de gewisselde smukken is gezegd Het 6enige wat vanwege het Departement ge schiedt, is, dat aan den inspeoteur een oordeel over de geschiktheid van de verschillende sollicitanten gevraagd wordt. Deze is in de wjjze waarop hjj een onderzoek wil instellen volkomen vrjj, evenals ik de vrjjheid heb mg al of niet te houden aan de oonolusie waartoe hjj gekomen is. Nu heeft de geachte spreker ons allerlei mededeelingen gedaan van particulieren aard over het onderhoud tusschen den heer Fabius en den persoon die door hem wordt bedoeld. I Ik knn die mededeelingen natuurlijk niet con- daarop is geantwoord door den Minister, dat I troleeren. Ik zal my dus van een beoordeeling dan zeker die persoon die plant» zelf moest hebben besteld. Maar dit is niet juistde betrokken onder wyzer heeft niet zelf een plaats op een sohip besteld, maar kreeg een brief van de oarga- doors De Vries en Co. te Amsterdam, waarby een contract werd aangebodea van de »Neder- land" aan den weledelgeboren heer zoo en zoo, benoemd onderwijzer Nedtrlandtch Indië. Ik wil hierby voegen, dat gedruikt in het oontraot staat, dat ingevolge, uw verlangen" aan boord van het stoomschip Printet Sophie wordt gereser veerd een plaats enz, De betrokken persoon had echter van zyn verlangen op geenerlei wys kennis gegeven Bovendien is in denzelfden tyd door hem ontvangen een brief van de firma Wiener en Witzer te Rotterdam en een van de firma Julius Huff te Amsterdam, met aanbiedingen om voor zyn uitrusting te zorgen, bewyzen genoeg om te mogen aannemen, dat op de eene of andere manier uit de ministerieele bureau's een schryven moet verdwaald zyn, waaruit zoo goed als zeker bleek, dat deze onderwyzer zou benoemd worden tot onder wgzer in Indië. Ik begrgp zeer goed, dat de Minister op dit oogenbiik daar niets aan kan doen, maar ik zou hem wel willen aanraden om na te gaaa, hoe dergeiyke dingen kannen gebeuren. Er moeten ambtenaren aan het Departement in het spel zyn, die dergeiyke dingen aan de aangehaalde firma's mededeelen en daar dan waarsohyniyk een klein voordeeltje in den vorm van percenten in den zak steken. Er is door een referendaris van het Ministerie aan den betrokken onderwyzer geschreven, dat zeker de" een of andere beunhaas dat gedaan had, maar dan veronderstel ik, dat die beun haas aan het Ministerie van koloniën zit. I* elk geval meen ik met kraoht te moeten opkomen tegen een dergeiyk onderzoek als waarvan in de stukken is gesproken. Ik haadhaaf myn gevoelen, dat de Neder- landsche Regeering nooh met de politieke, nooh met de godsdienstige;riohting van ambtenaren in caBu onderwjjzera, iets te maken heeft, mits zy in hun betrekking oi in de school hun plicht doen. En ik mag er op wyzen, dat zy, die weten wat deze persoon beteekent en wat hy presteert in de school, volstrekt die vrees niet doelen, die in de Btnkken is uitgesproken, dooh hem als onderwyzer appreoieeren, zooals gebleken is uit het feit, dat kort nadat deze zaak was gesohied, de betrokkene in Am daarvan onthouden. Hy heeft die zelf uit den aard der zaak van particuliere personen, waarsohyniyk van den persoon zelf, dien hy ter sprake heeft gebracht. Ik heb dienaan gaande absolnut geen mededeeling ontvangen en het is zelfs twyfelaohtig of het wenscheiyk is hier al te diej) op dat onderhoud in te gaan. Ik ontken echter ten sterkste dat de hier bedoelde persoon niet beschikbaar is ge steld op grond van zyn politieke overtuiging. Het is my integendeel gebleken dat onder- wjjzers, die behooren tot de sociaal-democra- tiBche party, wel naar Indië gegaan zyn. Hier is het dan ook niet de politieke rich ting geweest, maar het belang van het onder dat my weerhouden heeft, in verband met hetgeen de betrokkene zelf medegedeeld heeft, Deze heeft toch te kennen gegeven, dat het onderwys in de geschiedenis een moeilgk vak voor hem was Wat mg verder omtrent hem is gerapporteerd, zal ik niet voorlezen, maar wel wil ik daaruit nog mededeelen, dat hy omtrent den eerbied, aan het hootd van den Staat ver schuldigd, begrippen heeft, afwykend van het geen daaromtrent in de sohool moet onderwe zen worden. Zoo iemand kan ik niet beschik baar stellen voor het onderwys in Indië Het is allerminst op grond van zyn politieke overtniging, maar wegens uitlatingen, door hem zelf gebesigd, dat hy niet tot het onderwys in Indië toegelaten is. ken onderwgzer. Ook weet ik, wat de Minister zeide, dat in den laatsten tyd ook onderwyzers van sociaal-democratische richting naar Indië j zyn gezonden. De Minister voegt daarby, dat hy zich niet inlaat met de politieke riohting van de candidaten. Ik neem gaarne aote van die verklaring enzal nog wel een tgd komen, dat aan deze ?erklaring van dezen Minister in dit Ministerie zal worden herinnerd. Maar dan wordt het nog veel bedenkelgker, want nu hangt het uitzenden naar Indië al van een toevallig gesprek van een onderwyzer met den inspecteur van het lager onderwys. Zegt de Minister nu, dat die onderwyzer de geschiedenis zoo moeilgk vond, dan is dit geen reden tot niet uitzending. In 1898 heb ik er by de begrooting reeds op aangedrongen, dat men de geschiedenis liever moest onder wijzen in een later tydperk van het leven. Bovendien had de onderwyzer begrippen om trent de Koningin, die de Minister voor de Indische school niet wensoheiyk achtte. Maar alweer, deze onderwyzer is jarenlang in de school werkzaam geweest en zyn superieuren hebben de beste getuigenissen van hem gege ven. Dooh bovendien zou de Minister ditzelfde kunnen zeggen van alle sociaal-democraten, want deze hebben precies dezelfde begrippen omtrent het Koningschap en de Koningin als deze onderwgzer. De minister is niet ingegaan op wat ik zeide van het bekendzga der benoeming. Ik maak daaruit de gevolgtrekking, dat de Minister zelf ook niet weet hoe dit mogeiyk is, maar ik hoop, dat hy er dan een onderzoek naar zal instellen. Dit gaf den deze korte opmerking Het nadere antwoord van den heer Ketelaar heeft mg tot de conolusie gebracht, dat de klaoht eigenlgk loopt over de wyze waarop het onderzoek wordt ingesteld. Indien deze con clusie juist is, dan wil ik gaarne informeeren hoe dat onderzoek geschiedt en of er verbete ring is aan te brengen. Ik heb in mgn vorige rede vergeten te antwoorden op de vraag van den geaehten spreker hoe het kwam dat die heer van car gadoors en leveranciers circulaires had ont vangen. Ik heb deze zaak zeer scherp laten onder zoeken er is indiscretie gepleegd, maar ik weet niet door wien. Ik hen er van overtuigd dat de fout niet onder de ambtenaren schuilt, maar natuurlgk wel onder hen, die met het Departement in verbinding staan. Het is my echter niet gebleken waar. Minister nog aanleiding tot De heer Ketelaar wees er in zy'n repliek op dat de Minister niet te diep ingegaan is op het door hem gesprokene, misschien om goede redenen. Maar zeide hg Zgn Excellentie heeft enkele opmerkingen gemaakt, die ik niet kan nalaten te beantwoorden. De Minister heeft gezegd, dat by het niet kon bevestigen of ontkennen, of er geïnformeerd wordt naar de godsdienstige en politieke richting der oandidaten. Ik oordeel echter, dat de Minister dit moest weten; hy moet daarin den ambtenaar, die met het onderzoek is belast, niet geheel vryiaten. De Regeeriag heeft niets te maken met de godsdienstige of politieke riohting van de burgersallen zyn gelgkeiyk benoembaar voor de verschillende betrekkingen, mits zy de noodige gesohiktheid bezitten. En wanneer ondergeschikte ambtenaren zich aan dezen rege niet storen, dan wordt het tyd dat daaraan een einde worde gemaaktl Ik zal zelf ook niet te diep ingaan op de beschouwingen, die mg in hoofdzaak alleen bekend zyn uit een gesprek met den betrok- Vereenigingen en particulieren maken zioh op om kinderen, wier ouders gansoh niet of maar uiterst weinig bedeeld zyn met aard- sche goederen, toch eenige verrassingen bereiden op het a. St.-Nioolaasfeest. Zoo in Goes b.v. het gewone comité, dat door eene kinderuitvoering, heden avond, de uitgaven daarvoor tracht te dekken. Dit is een loffeljjk streven. Het verdient navolging vooral in dien geest, zooals wy meermalen aangaven, dat elk eens rondzie in zyn naaste omgeving of in hem bekenden kring of ook daar nog niet kleinen zyn, die wat verdienen en, uit onbekendheid of gemis van goeie bekenden, niets krjjge». Och! zoo menigeen zit in een vergeten hoekje, terwyi anderen allicht dubbel ontvangen. Wie helpt eens mêe om Zaterdagavond ook hen gelukkig te maken? Een kinderhand is gauw gevuld. In menige speelgoedkast schuilt allicht wat, dat anderen nog tot dankbaarheid jegens Sint Nicolaas stemmen kan. Ea eene versnaperiig of een meer practisch gesohenk is voor weinig geld te krygen. Mogen wg dit jaar weer eens wgzen op die manier van goeddoen, zooals den bekenden bisschop zyn leven laag een lust was. Heden ochtend viel op het Molenwater alhier een paard, voor een, tot het op halen van vuilnis gebruikten wagen, plotseling dood. Uit Vlissmgen. Het Engelsch stoomschip Saint Nicho'.at, van Antwerpen naar New-York, is alhier op de reede geankerd met defect aan de machine. Heb wacht op orders om al ot niet de schade aan De Schelde te laten repareeren Donderdag middag togen een achttal klaasianen van het dépót van discipline, onder het naar de catechisatie gaan, op de vluoht. Zes hunner kwamen spoedig weer bg het korps terug en twee andere meldden zioh Vrydag weder vry'willig te Middelburg aan. Om het weinig beteekenende van de zaak lieten wg haar onvermeld, dooh waar andere bladen nu de ontvluchting mededeelden, meenen wy ook dei spoedig daarop gevolgden terugkeer te moeten beriohten. Door de anti-revolutionnaire kiesvereeniging is voor het lidmaatschap van den raad in het tweede en derde district candidaat gesteld de heer J. H. Blum, districts-schoolopziener. Donderdag middag te 2 uren vergadert de gemeenteraad In die zitting is aan de orde de beioeming van een lid-voorzitter van regenten van het gasthuis en van een tydeiyk leeraar aan de burger avondschool. Verder: van een lid van het burgeriyk arm bestuur, waarvoor worden aanbevolen de hee ren P. J. Mortier en A. van de Sande; van een regent en eene regentes van het burger weeshuis, waarvoor worden aanbevolen de heeren J. Loois Az. en G. H. Vroeg ea de dames BosBusman en Dommisse—Loois; en van een regent en eene regentes van het gast huis, waarvoor de aanbevelingen bestaan uit de heeren W. L. Huaon en J. Loois Az. en de dames Gewin—Vader en J. Bouvin. Voorts komen ter tafel de volgende voor stellen van burg. en weth.tot wyziging van de Algemeene Politie-Verordening tot wyzi ging der Verordening op de Burgeravondschool; tot reorganisatie van het betalende lager on derwys; tot wyziging van art. 1 der Verorde ning op de heffing van een Hoofd. Omslag tot het verleenen van vergunning aan A. de Visser en W. Lampers tot het opruimen van hakhout en het dempen van een sloottot het uithangen van reclameborden aan J. M- de Plaa en P. J. Pepers, en tot onderhandsohe aanbesteding van straatwerk aan J. Dekker. Eindelgk zullen behandeld worden reclames in zake den Hoofdeiyken Omslag dienst 1903. Naar aanleiding van de bg burg. en weth. ingekomen adviezen van het schooltoezicht en de hoofden van Bcholen omtrent het voorstel tot reorganisatie van het betalende onderwgs, heeft dat college aan de leden van den raad een nota gezonden, waarin enkele der geopperde bezwaren worden wederlegd en waarin er, om misverstand te voorkomen, op wordt gewezen dat het voorstel geheel te beschouwen is, als ten doel hebbende om een besluit over het principe der ooëducatie op sohool D, verande ring aan sohool C in een tusschenschool en verhooging van schoolgeld op school E uit te lokken. Omtrent de wyze van uitvoering kan worden beslist by de nadere voorstellen, die den raad na aanneming vai dat voorstel zullen be reiken. Door burg. en weth. wordt het wenschelgk geacht in de algemeene verordening van politie eenige wyzigingen aan te brengen. De voornaamste wyzigingen zyn dat wordt voorgesteld Art. 84 te lezen als volgtHet is verboden langs de huizen of den openbaren weg waren van weikei aard ook te venten of te koop aan te bieden. Dit verbod is niet van toepassing op leur ders van groenten, vrachten, bloemen, boter, kaas, eieren, melk, wild, gevogelte, visch of sohelpdieren, noch op handelsreizigers, kramers en alle verder i personen die hun bedrgf rond trekkende uitoefenen, voor zoover zg behooren tot de in art. 1 sub a, h en k der wet op de bedryfsbelasting bedoelden, die echter gehou den zgn om het bewgs van voldoening aan art. 34 dier wet op de eerste aanmaning van de politie te vertoonen. Art. 261 te lezen als volgtHet is verboden dat honden, gehouden ter bewaking van ge bouwen of erven of als trekdieren, zich op den openbaren weg bevinden anders dan vastge houden aan een stevig touw of ketting. Art. 391 te lezen als volgt: Neringdoenden in petroleum mogen daarvan in hunne peroeelen geen grooteren voorraad hebben dan van 25 liters en van andere licht ontbrandbare vloei stoffen zooals petroleum-essens (petroleum aether, petroleum-naphta), gasolie, turfolie, photogeen, mineraal-olie, benzine en andere dergeiyke vluohtige of tot verlichting geschikte vloeistoffen niet meer dan 200 liters en zullen zy zorg moeten dragen dab de vloeren of het belendende houtwerk niet door deze vloei stoffen gedrenkt kunnen worden. De in dit artikel genoemde vloeistoffen moeten bewaard worden in door burg. en weth. goed te keuren behoorlgk gesloten gzeren fusten, metalen bakken, bussen of kannen en in eveneens door hen goed te keuren bewaar plaatsen. Benoemd tot surnumerair bg de Staats spoorwegen, ter standplaats Arnemuiden, de heer J. Stade van Hellevoetsluis. Vrydagavond 11. gaf de zangrereeniging Oeféning kweekt kunst te Westkapelle, in de zaal van mej. de wed. P. Minderhoud, een openbare uitvoering. De nummers, die werden gezongen, vonden by het pmbliek een aandachtig gehoor.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1