W oensdag
25 November.
N°. 278
1466 Jaargang,
1908,
Middelburg 24 November.
Uit Stad en Piwincit,
Kameroverzicht.
Deze ooarant verschijnt dagelijks, mot uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
Prjja, per kwartaal, zoowel yoor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franeo p.p., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten 8 sent.
THRBNOnniüB ES VERWACHTING.
24 Nov. 8 u. Tm. 54 gr., 12 u 52 gr., av. 4 u. 50 gr. F. Verwacht! matige tot krachtige W.
wind, veranderlik, buiig weer, geringe afname in temperatuur.
AdYertentifa20 eent per regel. Seboorto-, dood- en alle andere familleberiehton en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 eent. Seolamans 40 eent per regel.
Dreete letters naar de plaats, die zg innemen.
Tot de plaatsing van advertentië* en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ng verheid en Qeldwesen, is uitsluitend gerechtigd het Algoneeon AAeojrtwiilo-HtmrMsin
Ifi IA HU An.| U.S. TonrbMianl M(, Awiterdnm,
UITBESTEDE WEEZEN IN ZEELAND.
Naar aanleiding van het, in ons nommer
van Donderdag 19 Nov. P., meegedeelde uit
rapporten van Gedeputeerde Staten van onder
scheidene provinciëa, o. a. Zeeland, omtrent
de door de burgerlijke armbesturen bi parti
culieren uitbestede kinderen, en de daarvoor
bestede luttele verpleeggelden, ontvingen wi
uit Z u i d - B e v e 1 a n d een schriven van
J. G. te K.
Het luidt als volgt
Na die mededeeling met belangstelling te
hebben gelezen, vond ik eindelik het antwoord
op de vraag, welke ik mizelve reeds dikwils
gesteld bad«hoe komt het toch dat zoo
weinig armbesturen genegen zin hunne we9zen
aan de Vereeniging tot bevordering van Weezen-
verpleging op Zuid- en Noord-Beveland toe te
vertrouwen.
Het is dus, omdat de kinderen door hen
goedkooper kunnen worden uitbesteed dan
het bestuur van genoemde Vereeniging dat
wenscht te doen.
Dit neemt volgens haar reglememt weezen,
half verweesde en verlaten kinderen aan en
plaatst ze zooveel mogelik in gezinnen van
den zelfden stand, dezelfde godsdienstige ge-
zindte als waartoe de ouders der kinderen
behoorden.
Alleen voor kosten inwoning betaalt de Ver
eeniging voor een kind beneden de 12 jaar
vier gulden in de week en in het vervolg voor
kinderen boven de 12 jaar vif gulden.
Het spreekt wel van zelf, dat bi de geringe
fondsen, die de Vereeniging bezit, de armbe
sturen geheel oi gedeeltelik in de onkosten
moeten voorzien.
Vaste voorwaarden bestaan er niet, het
bestnur handelt in deze naar omstandigheden.
Zoo werden er wel kinderen aangenomen
waarvoor het armbestuur niet meer kon geven
dan een jaarliksche bidrage van 35 gulden
daarentegen werd door het bestuur der Ver
eeniging ook voor sommige weezen eene
jaarliksche bjjdrage van ƒ150 ontvangen.
Daar waar de armbesturen niet bi machte
zin, een door de Vereeniging verlangde som
te betalen, zin zi wel genoodzaakt hunne
weezen goedkooper onder dak te brengen.
Dit is niet andersen daarvan maak ik hun
geen grief.
Maar hiervan mask ik den armbesturen eei
verwit, dat zi (enkele uitgezonderd) zioh niet
eens de moeite getroosten om met het bestuur
der genoemde Vereeniging in overleg te treden.
En dat het op het platteland nog treurig
met de verzorging van weezen gesteld is, is
genoeg bekend.
Ziehier een geval uit mine omgeving 1
In het dorp E is een armlastig gezin, be
staaide uit een vader met drie kinderen.
Het oudste meisje, dat nanweliks tien jaren
telde toen de moeder stierf, moest vaders
huishouding helpen besturen en op een
ziek broertje passen.
Hiervan was het gevolg, dat het kind her
haalde malen de school verzuimde. De vader
werd echter niet gestraft, daar armoede als
oorzaak voor dit schoolverzuim werd opge
geven
En het Armbestuur, waartoe dit gezin
behoort, beschikt over ruimefondsent!
Waarom voor deze kinderen geen hulp
de eene ot andere vereeniging ingeroepen f
Gebrek aan geld is hier de oorzaak niet. Ook
kan de geloofskwestie in deze geen beletsel
*8» geweest, want immers volgens artikel 17
van het reglement der Vereeniging tot bevordering
van Weezenverpleging op Zuid' en Noord-Bevéland
■orgt het bestuur voor hunne godsdienstige
opleiding, overeenkomstig de gezindte waartoe
elk behoort, en waakt z)j tegen krenking van
hunne godsdienstige ideeën.
Daarom durf ik beweren, dat onverschillig
heid omtrent het lot en de opvoeding der
weezen de armbesturen doet besluiten de
kinderen voor een appel en een ei onder dak
te brengen.
Een gevolg hiervan is, dat de kinderen zoo
spoedig mogel|jk naar 't veld gezonden wor
den of als koewaohter verhuurd, om met
hunne verdiensten de pleegouders wat tege
moet te komen 1 Of dat werk met zjjn aanleg
en lust overeenkomt of z|ja lichaam tegen
dat werk bestand is; met dat alles kan men
bjj eenfarmlastige wees geen rekening houden.
En tooh, meer nog dan b8 eenig ander kind,
dient op dit alles gelet te worden.
Niet zelden z|jn ze lichamelijk erfelgk be
last voeg daarbg het gemis van de koeste
rende liefde, die elk kind in meer of mindere
mate van z8ne ouders ontvangtdan ligt het
voor de hand dat er dubbele zorg moet ge
dragen worden, om het leven dier weezen zoo
goed mogelgk te maken.
Mochten door deze regelen de armbesturen
opgewekt worden, om, vóór zg zeiven hunne
weezen besteden, in overleg te treden met de
besturen van vereenigingen van weezenver
pleging.
Het zou, volgens mjjne meening, den kinde
ren zeer ten goede komen.
Zitting van Maandag.
Te oordelen naar de opkomst van het publiek,
geleek hetwel alsof heden dr Kuyper een van zjjn
zg. «groote redevoeringen" zou houden. Alle
tribunes waren stampvol. Zelfs de groote tribune
was aardig vol geloopen. Maar toen wg goed
en wel gezeten waren, bleek dat in de Kamer
de belangstelling op een aanmerkelijk lager
peil stond; een verschijnsel dat trouwens meer
te constateeren valt.
Van de geheele rechterzijde telden wjj b|j
den aanvang van de zitting, die liefst drie
kwartier na den vastgestelden tgd werd ge
opend, 18 leden. En van deze aohttien waren
4, zegge vier, Roomsoh-Katholieke leden. Om
later weer niet tegengesproken te worden,
zullen w8 ze maar dadelgk noemen. Het waren
de heeren Van dei Bergh van Heemstede,
Travaglino, Van Nispen en generaal VanVlg-
men. Later tegen 4 uur kwam de heer Van
W|jk ook eens kjjken. Dat waren dus de v]jf
«dienstdoeners". De overige heeren waren
zeker nog onder weg. Typisch was dit oleri-
caal absentïsme van den heer De Waal Male-
ieit, die Vrjjdag jl. nog al voor z|jn doen flink
geredevoerd had, en vandaag dus wel eens
had mogen komen luisteren naar het antwoord
van den minister. Maar deze leider is «ingezet"
in het ambt van Gedeputeerde Staten te
Utrecht, evenals ten uwent de heer Fruytier,
die ook niet aanwezig was. Bjj deze heeren
zullen de Staten-zaken wel boven de Kamer-
zaken gaan.
Aan de linkerz8de was de opkomst beter.
D&ar scholen ook de meeste sprekers, die
Vrjjdag den minister ongezouten de waarheid
hadden gezegd, en die niet, als de heer De
Waal Malefeit, van 's ministers repliek uit de
Handelingen kennis wilden nemen.
m
Het was dus voor een slecht opgekomen
Kamer, dat de heer Idenburg zjjn beleid ver
dedigde. Men kon het hem aanzien dat hjj
daar, achter de groene tafel, niet voor z8n
genoegen stond. Hg was voor een man van
zjjn aplomb zeiuwaohtig en hoewel' hg zgn
redevoeriig, die geschreven vóór hem lag, slechts
had voor te lezen, merkte men toch aan zgn
geheele houding dat hg niet meer de man van
de «bigde inkomst" van vroeger, de toege-
juichde opponent van den heer Van Kol was*
Hg was nu aangevallen, en moest zieh verde
digen en dat wel op punten, die zelfs een
bekwamer, handiger parlementair strateeg
moeilgke oogenblikken bezorgd zou hebben.
Behalve zgn fisantieei beleid, waren door de
versohillende sprekers zeer doornige quaesties
in het debat gebracht.
De quaestie b.v. van de verantwoordelgkheid
van den gouverneur-generaal in verband met
's ministers verantwoordelgkheid tegenover
de Kamer, en dan de geheimzinnige vóórge
schiedenis der Koerintji-expeditie. Voorts de
omslaohtige en tgdroovend esquëtes, door het
Indisch bestuur ingesteld, de z. g. «welvaart"-
en «pauperisme"-ei>qu@te8. En dan nog de
»oonoubinaat"-quaestie, door den heer De
Waal Malefeit te berde gebracht. Over al
deze punten afgescheiden van het oardinale
punthet renteloos voorschotstelsel liet
de minister heden zgn licht schgnen Maar
welk een licht 1 Achter de groote woorden
ging het telkens schuil. Het kwam ois ge
durig voor alsof een propagandist aan het
woord was, die, zooals men dat in propaganda-
blaadjes lezen kan, «den tegenstander verslaat."
Zoo b. v. wat te denken van deze redeneering.
De heer Pgnaoker Hordgk had geklaagd over
de langzaamheid waarmede in Indie de wel-
vaart-enquète-commissie werkt. Deze commis
sie had een vragenlgst rondgestuurd met niet
meer of minder dan 700 vragen 1 Daarop
antwoordt de minister, dat de kamer daar
zelf schuld aan droeg, want er was in de
kamer verleden jaar door'den heer Pgnacker
Hordgk een ondersoek naar de welvaart der
inlandsohe bevolking op Java in haar «vollen
omvang" gevraagd.
De 700 vragen bleven buiten besohouwing.
Enkele leden zagen wg glimlachen bg het
uitspreken dezer «verdediging". Denzelfden
weg sloeg de heer Idenburg in bg zgn ant
woord aan het adres van den heer Verhey,
die 's ministers denkbeelden over een Koloni
alen Baad had gevraagd. Naar het beioemd
voorbeeld van dr Kuyper, hield hg zioh hier
van den domme. De heer Verhey moest eerst
maar eens toelichten op welke wgze zoo1* Raad
was samen te stellen. Hg had gezegd dat er
«vertrouwen" in een dergelgk lichaam was te
stellenwelnu, in dat «vertrouwen" zag Z.
Ex. «een tegenstelling met het vertrouwen,
ini hem, den minister, gesteld. Deze toon van
géraaktheid, van op de teenen getrapt te zgn
whs schering en inslag bg den heer Idenburg.
Den heer Fock, die nadere inlichtingen over
den hongersnood van varleden jaar in Semarang
had geTraagd, werd toegebeten, dat hg «wgzer
gedaan had, daar niet over te spreken." Een
manier van debatteeren, die alleen door gebrek
aan argumenten te verklaren is.
Van grooten eenvoud maar ook van weinig
overtuigende, verklarende beteekenis was 's
ministers antwoord op de vraag: welk kolo
niaal beleid voert gij Hg verwees daarbg
naar art. 18 van het program, opgemaakt door
dr Kuyper, waarin een «baatzuchtige politiek"
tegenover een politiek «van zedelgke ver-
pliohting" wordt geplaatst. O. i. is dat al
een zeer gemakkelgke wgze om zich van een
zaak af te maken. Vooral als er dan nog een
talent bg komt van flink met dikke woorden
te kunnen schermen, kan me* met die tegen
stelling «baatzuoht" en „zedelgke verplichting"
op het uitgebreid koloniaal gebied heel wat
uitrichten. Wat ons echter steeds hindert bg
dat geroep: «wg zgn niet meer baatzuchtig.1"
is het uitblgven van ferme daden, die het tegen
over gestelde, in catu de «zedelgke verplich
ting," bewgzen. Bovendien waartoe dient dat
jaar in jaar uit bg de behandeling van elke
Indische begrooting herhalen van de verklaring,
dat wg niet meer «baatzuchtig" ten opzichte
der koloniën zgn, als er niets meer te
halen is Erg braaf zou het zeker zgn, als
er jaarlgks in Indie millioenen overbleven,
waar men geen raad mede wist. Maar onder
de tegenwoordige omstandigheden, dat Indie
bepaald hulpbehoevend is, de begrootingen
steeds tekorten aanwgzen, dan de afwezigheid
van «baatzucht" te oonstateeren, dat is tooh
wel eens al te mal. Tooh trok de minister
heden deze registers weder open, en weerklonk
met machtig geluid door de vergaderzaal der
Tweede kamer; «wg zgn niet meer baatzuchtig!"
Zwak en weinig overtuigend als de minister
in zgn antwoord was op de betrekkelgk min
der gewichtige punten, even zwak en weifelend
was hg in zgn verdediging van de 22 ton
renteloos voorsohot.
Het maakte op ons een zeer vreemden in
druk, dezen bewindsman de rentelooze 22 ton
te hooren verdedigen op grond van den slechten
indruk, dien het eventueel terugnemen van
dezen post in Indië zou verwekken. Er zou
in Indië «wantrouwen" door gezaaid worden 1
Hier begrgpen wg nu absoluut niets van. Een
bewindsman, die terugdeinst voor een moge-
lgke ontevredenheid in de koloniën en daarom
een post op zgn begrooting handhaaft.! Ging
deze argumentatie op, dan kan men in den
vervolge een minister een post op zgn be
grooting hooren verdedigen, op grond van
ontevredenheid, die het gemis van een derge-
lgken post in Indië zou verwekken 1 Een
redeneering, die aller verderfelgkste gevolgen
moet hebben, wordt zg consequent toegepast
Bovendien klinkt zg zonderling in den mond
van dezen minister, die deel uitmaakt van
een ministerie «van gezag". Waar blgft het
«gezag", vraagt men zioh af, als vrees voor
ontevredenheid m. a. w. intimidatie vol
doende is om dat gezag de fado te verplaatsen
van het Moederland naar de koloniën. Men
kan een zeer vrgzinnige koloniale politiek
voorstaan, instemmen met alles wat aan de
vrge en gezonde ontwikkeling onzer koloniën
ten goede komt, maar ten sterkste een derge-
lgke politiek van vrees en angst afkeuren Op
dezelfde manier is Chamberlain thans in Enge
land bezig zgn beaohermingstarieven te ver
dedigen.
Maar er was nog meer in de rede van den
heer Idenburg, dat wis aan dezen Engelsoh-
man deed denken. Hg voerde op o. i. zeer ver
keerde manier den patriottisohen toon.
Men moest nl. niet spreken van Indie als
een «bankroet". Dat maakte een slechten in
druk in het buitenland. Men moest «optimis
tisch" big ven, geen pessimistische beschou
wingen houden, enz., enz In dit verband was
hg ook sleoht over de pers te spreken. Hjj
las een brief van generaal Van Heutsz voor,
waarin de waarde van «persberichten" niet
hoog werd gesteld. Nu is dit zich versohuilen
achter den breeden rug van generaal Van
Heutsz wel handig, maar daarmede is nog
lang niet bewezen, dat wat in de Indische
pers over expedities enzenz. wordt gemeld
uit den duim is gezogen. Blgkbaar vindt Z.Ex.
de «ongunstige" pers hinderlgk, maar die zal
hg niet tot zwggen brengen door a la Cham
berlain haar met zg. «patriottische" argumen
ten te bestrgden. Beter ware het geweest er
het zwggen toe te doen.
De minister handhaafde deels zgn post van
22 ton op grond van wantrouwen, dat in
Indië zou gezaaid worden, als hg hem terug
genomen had. Wantrouwen dat b. v. zou
komen, als van deze 22 ton de 6 ton aan ver
dedigingswerken niet op de begrooting zou
komen I Ook op grond, dat deze 22 ton in
overeenstemming met den minister van fiaan-
tiën op de begrooting waren gebracht. In
een keurige beeldspraak van den minister
waren deze 22 ton de «haak", waarmede de
Indische begrooling aan de Nederlandsehe be
grooting was gehecht 1 Een argument, van
evenveel waarde als de «zedelgke", de >mo-
reele zgde", die bg dit vraagstuk van het ren
teloos voorschot door den minister op den
voorgrond werd geschoven.
Stippen wg nog ten slotte aan, dat de mi
nister niet ophelderde, hoe het «werkplan",
dat in Januari in Indië was aangevraagd en
in Augustus nog niet in Nederland was ont
vangen, den gouverneur-generaal met zgn ver
antwoordelgkheid dektewel was de «schaduw-
zgde" van het renteloos voorsohottenstelsel
niet aan den onderkoning in Indië onbekend,
maar toch had hg er zgn volkomen tevreden
heid mede uitgesproken. Erg duidelgk was dit
niet.
Met deze redevoering van minister Idenburg
was het vier uur geworden, xoodat er slechts
weinig tgd voor de duplieken overschoot.
Tooh kwamen nog een drietal sprekers aan
het woord, en ook de heer Van Vlgmen, die
telken jare op eigen gelegenheid een Atjeh-
debat op touw zet, en daar nu voor de tweede
maal bg deze begrooting op door ging. Hg
was erg voldaan.
Minder voldaan was de heer Rösll, die geen
terrein gewonnen gaf, en den minister er aan
herinnerde, dat hg eerst handelde en dan
overwoog, terwgl juist het omgekeerde aan
beveling verdient. Eerst komt de regeering
met een renteloos voorschot, en zegt dan dat
het systeem van hulpverschaflen zal onder
zoeken. Hg bleef ook b8 zgn voorkeur om
geen leening (voorschot), maar een bgdrage aan
Indie te verstrekken.
Dit was ook de meening van den heer Pgn
aoker Hordgk, die en pastant den heer Van
Kol onder handen nam.
Deze afgevaardigde hadzichVrgdag aangediend
als de eenige mediognmeester, die Indie kon
helpen, en daartegen verzette zioh de afgevaar
digde van 'sGravenhage III met kracht. Wg
gelooven echter niet, dat de heer Van Kol
zioh op dit punt bekeeren zal. Hoe harder
en meer men hem tegenspreekt, des te sterker
gelooft hg aan zgn eigen theoriëz. Men moet
niet vergeten het is een man met een groote
flux de bouehe en een levendige phan-
tasie I
Dit is niet van den heer Cremer te zeggen,
die na een ministerieele speeoh heel wat
gauwer «omvalt." Deze ex-minister, die Vrg-
dag in de oppositie was, is nu weder zoo goed
als ministerieel geworden. Hg zal alleen bg
de behandeling vsn de wet op de middelen
een amendement voorstellen om inzake het
voorschot een beslissing van de Kamer uit te
lokken. Hg is vóór de bgdrage. Van de uiterst
zwakke houding van den minister had hg,
de ex-minister, niets bemerkt. Op zgn eigen
vragen had hg bgna geen antwoord gekregen,
of was met een kluitje in het riet gestuurd.
Maar hg was toch zeer «voldaan" met 's mi
nisters verklaringen.
Indien alle leden der linkerzgde van deze
kracht waren, dan zou minister Idenburg en
met hem het kabinet-Kuyper met schik zich
voor onbepaalden tgd op de portefeuilles
kunnen abonneeren. En dan behoeven zg niet
eens een hooge premie te betalen I
BMUKBEieEI
Bg kon. besluit
is aan J. B. M. Verheydt, op verzoek, eer
vol ontslag verleend als adjunot-commies
het dep van binnenl. zaken
is aan Jacoba Klerk, opzichteres bg de kon.
fabriek de Stearinekaarsenfabriek Gouda te Gouda,
de eere-medaille der orde van Oranje-Natsau,
in zilver toegekend
zgn benoemd tot adj.-inspecteur der direote
bel. enz.: te Ngmegen L. Kloosterboer, thans
in gelgke betrekking te Rotterdamte Am
sterdam L. J. Smeets, waarnemend adj.-inspec-
teur aldaar; te Maastricht A. C. Hartjens,
ontv. te Bergeyk c. a.te Schiedam jhr A.
von Bülow, waarn. adj.-insp. te 's Gravenhage
te Rotterdam T. K. Jansma, ontv. te Balk o. a.
te Roosendaal A. W. Kamp, surn. uit de directie
Zwolle
is voor den tgd van drie jaar bg de land
macht in West-Izdië gedetacheerd de eerste-
lnit. W. Scherpenhuyzen, van het 4e regiment
infanterie
is aan den luit.-kolonel L. Bolle, van het
le reg. huzaren, op zgne aanvrage, en aan den
majoor A T. Luoassen, van het 3de regiment
huzaren, onder toekenning van pensioen, eer
vol ontslag uit den militairen dienst verleend
is den luit.-kolonel L. Bolle de rang ver
leend van kolonel en den majoor Lucassen die
van luitenant-kolonel;
zgn benoemd bg den grooten staf: totluit.-
kol. Hr Ms adjudant in gewonen dienst, de
majoor jhr A. S. E. van Tets van dien staf
bg het wapen der cavalerie, bg het le reg.
huzaren, tot kolonel de luit.-kol. H. F. D.
Braams, comm, van het korps tot luit.-kol.
de majoor G. P. A. G. H. Römer, van het 2de
reg. huzarentot ritmeester de eerste-luit.
M. Grondhout, instructeur bg de rg- en hoet-
smidsohoolbg het 2e reg. huzaren tot majoor
de ritm. jhr M. W. Boreel, van het 3s reg.
huzarentot ritmeester de eerste-luit. J. M.
Benteyn, van het le reg. huzarenbg het 3e
reg. huzaren tot majoor de ritm. H. C. P. L.
Mat hou, van het 2e reg. huzaren en A. J. P.
Metelerkamp, van het le reg. huzaren, belast
met het bevel over de rg- en hoefsmidsohool
is de titulaire rang van kolonel verleend aan
Hr Ms adjudant in gewonen dienst, den rit
meester, met tit. rang va* luit-kolonel E. F.
G. H. J. baron van Tayll van Serooskerken,
va* de* grooten staf
zgn H. Osterbol, H. T. Jensen en N. A. V.
Sórensen, benoemd en aangesteld tot tgd. off.
van gezondh. 2e kl. bg het pers. van den ge-
ïeesk. dienst va* het leger in N -I.
TWEEDE KAMER.
Bg de Kamer is ingediend een wetsontwerp
regelende de zekerheidsstelling door gemeente
ambtenaren.
HEUSTE 14 AIR UK.
Maandagavond kwam deze kamer bgee», ter
hervatting harer werkzaamheden.
Ingekomen waren o. m. de geloofsbrieven
van het herkozen lid der kamer, mr J. Sio-
kenga, die in handen werden gesteld van eene
commissie, bestaande uit de heeren 's Jacob,
Havelaar en Bevers,
De heer 's Jacob b-aoht verslag uit en ad
viseerde, namens de commissie tot toelating,
na aflegging van de gevorderde eeden of be
loften.
De heer mr J. Siokenga legde hierop in
handen van den voorzitter de voorgeschreven
eeden af en nam zitting.
Ingekomen was voorts het bericht van het
overigden van den vioe-president van den
Raad van State jhr mr Schorer, welk bericht
namens de Eerste kamer met een brief va*
rouwbeklag is beantwoord.
Na mededeeling va* verdere iagekomen
stukken werd de vergadering verdaagd tot
Donderdag v. m. 11 uur.
Zeldzaam mooi is de serie photographieën,
die deze week in het Wereldpanorama alhier
ter bezichtiging wordt gesteld. Een bezoek
aan de «eeuwige stad" luidt de titel, maar van
Rome zelf ziet men heel weinig. Hootdzakelgk
zgn het opnamen van den St Pieter, in en
uitwendig, van het Yatioaan en eenige kerken
van binnen en van buiten, benevens enkele
kgkjes in het Forum Romanum. Buitengewoon
is de indruk dien men krggt van de kunst
schatten, in de kerken maar vooral in de
musea van het Vaticaan verzameld.
Ditmaal vooral verdient een bezoek aan de
permanente tentoonstelling in de St Pieterstraat
aanbeveling.
Meegaande met zgn tgd, heeft de heer
Wegman ia de Korte Delft alhier zgn
winkel een meer aantrekkelgk uiterlgk gegeven
en tevens een groote uitbreiding. Daardoor
kreeg hg gelegenheid de voorbggangers door
zgn uitstalling voor de ramen tot kgken te
nopen en in den winkel zeiven meer artikelen
te schikken. Op hetjgebied van poroelein en
aardewerk heeft men er een kolossale keus,
waaronder tal van fgne en nieuwe zaken. In
kristallen en glazen artikelen is de heer
Wegnman evenzeer goed gesorteerd, terwgl
pannen en schotels voor de fgne keuken niet
ontbreken.
Bgzonder aardig en, naar wg meenen, ook
nieuw zgn de bordjes voor de jeugd, met goed
geteekende voorstellingen uit de wereld der
sprookjes en uit de natuur.
Na gehouden examen zgn tegen 1 Deo.
aangesteld tot commies bg 's rgks belastingen
le klasse: de milicien-sergeanten J.Abrahamse
en J. Barto, beiden van 2e het bataljon te
Middelburg, A. Verdouw te Aardenburg, I. J,
Tromp en A. Margnnesen te IJzendgke en J.
de Groote te Biervliet.
De milioiena, liohting 1903, die tot geen
der beide ploegen van het big vend gedeelte
behooren dat zgn zg die bg de loting daar
voor de hoogste nummers trokken vertrek
ken op 28 November a. s. met groot verlof.
De miliciens, behoorende tot de tweede
ploeg, vertrekken op 28 November met verlof
tot 30 Maart 1904, keeren alsdan terug en
blgven in werkelgkea dienst tot 29 Juli d.a.v.
Op 30 Maart 1904 (of 1 of 2 dagen later)
vertrekken met groot verlof de miliciens van
de eerste ploeg, die dus op 1 December onder
de wapenen gebleven zg*.