i9m. Maandag 23 November. MUSIC ALIA. N#. 276. 146' Jaargang, Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Mlddtlburg 21 November. Kameroverzicht. MIDDELBURGSGHE Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Prjj 3, per kwartaal, zoowel roor Middelburg als roor alle plaatsen in Nederland franoo p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten S sent. THERMOMETER BS VERWACHTING. 21 Nov. 8 u, vm. 51 gr., 18 n 51 gr., ar. 4 u. 52 gr. F. Verw&oht: krachtige tot stormachtige N. W. wind, betrokken lucht, buiig weer, weinig verandering ia temperatuur. Advert en tiën20 eent per regel. Geboorte-, doed- en alia andero familieberichten aa Dankbatnlgingan van 1—7 regels f 1.60; elke regel meer 20 cent. Seolamens 40 cant per regel. Greet, letters naar da plaats, die eg innamen. Tot de plaatsing vnn advertentiën en reolnmes, niet afkomstig uit Zeeland, betreflende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AlgsMssn AAwteneilo-ËinrMw A. BB £iA MAE Ams„ 9J. VsvrhwrgWsiB III, BBS fiKWKHTIfi» BENOEMING. Men schrift ons uit Den Haag De benoeming van jhr mr Van Swinderen tot viee-president van den Raad van State heett hier geen al te groote verrassing verwekt- Reeds verleden week wist men mede te dee- lea, dat de gouverneur van Drenthe voor de vervulling van het opengevallen staatsambt was aangezocht. Over het algemeen hoort men zgn bekwaamheden als jurist ten zeerste prg- zen, wat natuurlgk nog niet insluit, dat hg daarom ook aan de andere aeer bgcondere eisohen, die het bekleeden van deze hooge betrekking stelt, zal voldoen. In dit opzicht wordt door sommigen minder optimistisch geoordeeld. In elk geval heelt hg de regeering een grooten dienst bewezen door de benoeming aan te nemen, want haar candidatealgstje werd, na de vele weigeringen, die zg op haar aan zoeken ontving, zeer klein. In die mate zelfs, dat, indien ook de heer Van Swinderen niet genegen was geweest naar Den Haag te ver huizen, dr Kuyper bg staatslieden van liberalen huize had moeten aankloppenTrouwens in die richting was reeds bg voorbaat voeling gezocht en onderhouden. Nu bevond de regeering zich ook, naar het geen ons daaromtrent van zeer bevoegde zgde ter oore kwam, in een zeer lastig parket. Eenerzgds het duidelgk uitgesproken ver langen van hare partggenooten in den lande om voor deze betrekking een «ohristelgk" staatsman te benoemen, hierover ontving het kabinet zeer instaatelgke mededeelingen en wenken anderzgde de schaarste aan zeerste klasse passagiers" en de hooge eischen die het ambt aan den benoemde stelt. Zoo sohrgft bv. art. 13 van de wet van 1861 voor, dat de vice-president de afdeeling voor de geschillen van bestuur moet presideeren. In dit lioht bezien, kan men gemakkelgk bevroe den, hoe daardoor reeds dadelgk menig overi gens .geschikt geestverwant van het kabinet werd uitgesloten en hoe lastig de positie werd n& het bedanken van baron Mackay, jhr De Savornin Lohman en anderen. Terloops mag hier even herinnerd worden, dat onder de aangezochten zioh ook de streng katholieke gouverneur van Limburg, jhr Rugsoh van Beerenbroeok, bevond, die eohtér bedankte. De werkelgk ernstige ontstemming, die het bekende artikel van den heer.Daehne van Variok in De Standaard onder de katholieken heeft verwekt, en die nog nawerkt moet aan dezen stap van de regeering niet vreemd ge weest zgn. Hieromtrent zgn ons zeer stellige en vertrouwbare inlichtingen verstrekt. Dit alles in aanmerking genomen, heeft jhr Van Swinderen dan ook de regeering uit geen geringe moeilgkheid geholpen, want afge scheiden van den algemeenen wensoh harer partggenooten om een >ohristelgke" vice- president te benoemen, heeft zulk een bevriend president van den overwegend liberalen Raad van State groote waarde ook voor het tegen woordig kabinet. Naar buiten bemerkt men dit minder, maar inderdaad kan het in vele gevallen van beslist gewicht voor het ministerie zgn, indien de vice-president van goeden wille is. Ten bewgze biervan behoeft slechts gewezen te worden op het feit, dat alle aanvragen om advies, hetzg van de kroon, hetzg van de departe menten uitgaande, door de handen van den vice-president gaan. Hg kan hier dus be spoedigen of talmen al naar gelang de om standigheden stel de wenschen van het bevriend kabinet dit medebrengen. Mocht een minister nog eens advies verlangen, alweer is dan met een welwillend vice-president veel te bereiken. In tgden van minister-crisis kan het ook geen onbelangrgke faotor zgn, wie deze hooge betrekking bekleedt, daar het ge bruik dan wil, dat de Koningin zgn advies inwint. Zooals gezegd, naar buiten bemerkt men gewoonlgk van dit alles niet veel, maar voor het kabinet heeft het, althans kan het groote waarde hebben. Met de benoeming van jhr Van Swinderen is het kabinet dus èn uit een zeer netelige positie gered èa is zgn verhouding tegenover den liberalen Raad van State versterktom niet te spreken van het voordeel dat het er door in zaken van dagelgksch en praktisch regeerbeleid ongetwgfeld kan ondervinden. Waar in de Provinciale Staten van Drenthe niet éen olerioaal zitting heeft, is men zeer benieuwd naar de keuze van den opvolger van jhr Van Swinderen. Indertgd werd van clerioale zgde ten zeerste de benoeming van den libera len mr Roest tot Commissaris van Zeeland gewraakt. In hoeverre de toenmaals van die zgde aan geheven klaohten thans mutatie mutandis voor iiit kabinet en voor het gouverneurschap van het door en door liberale Drenthe zullen gel den, staat te bezien, De a.s. benoeming kan in elk geval een eigenaardige illustratie leveren op de in die dagen en van die zgde vernomen verontwaardiging. Het zal eohter geen verwondering mogen baren, indien de benoeming het karakter draagt van het onder deze regeering in den laatsten tgd meer en meer gebruikelgk «inzet- ten" in ambten en betrekkingen. Zitting van Vrgdag. Er is wel belangstelling voor de Indische begrooting. Gisteren werden de debatten ingezet met een zestal sprekers, heden werd dit cgfer nog overtroffen, zonder dat de minister van koloniën aan het woord kon komen. Eerst tegen vgf uren had de laatste spreker het zgne gezegd, en kon de voorzitter de zitting sluiten, na eraan herinnerd te hebben, dat de Kamer a. s. Maandagmiddag de beraadslagin gen sou voortzetten. Zelfs op den Maandag avond werd beslag gelegdteeken dat het zal spannen wil de Kamer nog vóór KerBtmismet het begrootingswerk gereed komen. Zooals den lezer bekend zal *8», bevat het door de zangvereeniging Tot Oefening en Uit spanning uit te voeren programma de navol gende werken Stabat Mater van E. d'Astorga Carmen Saeculare van A. Diepenbrock en Der Base Pügerfahrt van R. Schumann. Astorga's Stabat Mater is een vnn diens meest bekende en, voor zoover tot ons gekomen, ook een zjjner voornaamste werken. Uit menige bladzijde spreekt nog zooveel friscbheid dat men zich moeilgk kan indenken een werk voor zich te hebben dat reeds drie e euwen geleden werd gecomponeerd. Mooi in stgl, melodisch dik- wjjls zeer aangrgpend, en een bewerking bljjkbaar zoo eenvoudig en sober en toch zoo meesterlijk. Het is dan ook niet twjjfelaohtig of de toehoorder zal onder de bekoring dezer muze komen. Emanuele d'Astorga werd in 1680 op Sicilië geboren. Over het leren vnn dezen oomponist hangt een zeer romnntisohe sluier. De valer, die tijdens de Spaansohe erfopvolgingsoorlogen bg een militair komplot betrokken was, werd gevangen genomen en in^het openbaar ter dood gebracht. De moeder, die, evenals de zoon, genoodzaakt werd de terechtstelling bg te wonen, stierf tengevolge van den sobrik. De prinses Ursini nam den verlaten jongeling Emanuele op' en bracht het, als opperhof meesters der Koningin, bg Philips V zoover, dat de jonge oomponist een toevluchtsoord vond in een klooster der stad Astorga, in het Spaansohe koningrijk Leon. Zgn eigenlijke familienaam bleet ten allen tg de onbekend. Na een nogal avontuurlijk leven overleed d'As torga in 1736 in een klooster te Praag. Een werk van geheel anderen aard is Die- penbrock's Carmen Saeculare, dat in opdracht van de zangvereeniging De Mastreechter Staar voor den aldaar in 1901 gehouden internatio nalen zangwedstrjjd werd gecomponeerd. Deze oompositie stelt den uitvoerenden buitenge woon hooge eisohen en er zullen dan ook niet vele zangverenigingen in den lande zijn die van dit werk een redelijke auditie kunnen, geven. Met opzet gebruik ik het woord rede lijk, want een modeluitvoering van dit, als met «voetangels en klemmen" doorzaaide werk is wellicht alleen na zeer, zeer lange studie mogeljjk, en dan nog kan een kleinigheid het geheel in gevaar brengen. Het is dan ook geen gering waagstuk van Oefening en Uit spanning om het Carmen Saeculare uit te voeren, maar de goede kwaliteiten dezer vereniging kennende, lijdt het wel geen twgfel of er zal aan het werk een waardige auditie ten deel vallen. Heel wat pennen zgn indertijd in be weging gebracht over Diepenbrook's keuze om het Eeuwgedicht van Q. Horatius Flacons tot onderwerp eener compositie te kiezen. De redacteur van het Weekblad voor Muziek b. v. vond de keuze vreemd en sohreef o. a, »Wat kunnen we in de 20ste eeuw dan toch wel voelen voor de woorden waarmee een Latijnsoh dichter, op verzoek van zgn vorst, twee duizend jaar geleden een eeuwgedioht maakte en dat natuurlijk rekening houdt met den toestand van den tgd waarin het werd geooacipieerd f Bg voorbeeld: Wat hebben we er aan, te Verontrustend als deze aankondiging klinke en tot deze verontrusting is alle reden als men bedenkt, hoe de Kamer gewoonlgk bg hoofdstukken als Waterstaat en Binnenland- sche zaken haar tgd kaa verbeuzelen, toch gelooven wg dat de Kamer den tgd, dien zg thans aan de Indische begrooting wgdt, en die ook bg de behandeling der artikelen menig uurtje in beslag zal nemen, niet onnut besteedt. Nederland is een groote koloniale mogend heid, en daarvan heeft men in jaren lang niets in het Parlement gemerkt. De bespreking van onze koloniale staatkunde geleek jaar in aar uit in het Parlement op een kruideniers- tekening, die door een college van negooianten werd nagezien en goedgekeurd. Van eenig breed inzicht, van eenig perspectief zoowel in onze financieele als economische koloniale staatkunde was gewoonlgk in de debatten geen spoor te bekennen Minister en Kamer bepaalden zioh tot enkele gemeenplaatsen, treurden over den Atjeh-oorlog, constateerden den achteruitgang van den materieelentoestand, waarin zioh de lnlandsohe bevolking bevond, gaven allerlei kleine middeltjes aan de hand nm de zieke er weer boven op te brengen, daagden over den Indischen paperassen-rom mel, welk treuren, constateeren en klagen ultgd hierop uitliep, dat de minister «nader advies van den gouverneur-generaal" toezegde, waarna de begrooting aangenomen werd, en lamer en minister weer voor een jaar op de auweren gingen rusten. Zoo ging het in den laatsten tgd jaar in aar uit. De Indische «speoialiteiten", droe vige voortbrengsels van het droevig «batig saldo", konden hierin geen verandering bren gen. Of zg misten het oor van de kamer, öf inn eenzgdige kennis bleek onvoldoende om het debat tot hooger peil op te voeren. De discussies werden maar al te dikwgls een ge zellig onder-onsje van de «specialiteiten" voornoemd met den minister. De kamer schonk er geen aandaoht aan, en vluchtte naar de koffiekamer. En erger nog is dit geworden sedert de z. g. «ethische politiek", die wg in Indie moeten voeren, hare intrede in de hamer hield. De heer Van der Zwaag qualiiioeerde die politiek heden zeer juist met zgn gebruikelgk sarcasme als de politiek, die Bleohts «woorden uitzaait." Wat al niet een woorden zgn er in de laatste twee jaar «uitgezaaid" over de «zedelgke roe ping", die wg in Indie hebben te vervullen, over de «verheffing van den Javaan", waaraan wg dienen mede te werken, over de «onbaat zuchtige" politiek, die in Indie gevolgd moet worden 1 En wat kwam er tot standwelke daden bezegelden den ernst dezer woorden De opsomming kan zeer kort zgn. Perslot van rekening is het al zeer luttel wat in Indië, als uitvloeisel van deze «schoone woorden" oorsprong van minister Idenburg's glorie gedaan is. Eigenlgk ongeveer niets, want de gebouwde vestingwerken van den gouverneur- generaal Rooseboom kunnen tooh bezwaarlgk als produkt van «onze onbaatzuchtigheid", onze «zedelgke roeping" doorgaan. En de waarsshgnlgke beëindiging van den Atjeh- oorlog heeft daar ook niets mede te maken. Integendeel wat wg onder <bni ten gewone'1 uitgaven op de Indische begrooting brachten, stond gewoonlgk geheel buiten de «zedelgk- heid-verplichting." De subsidie aan een stoom- vaartlgn naar Japan en China, de aangelegde telegraafkabels, de kustbattergen, de torpedo booten, de snelvuurkanonnen, die zoo bgzonder noodig zgn, dit alles is in den grond zeer bedenkelgk als men den «ethiBohen" maatstaf gaat aanleggen. Vooral als men dan bedenkt, hoe uitnemend dat zelfde geld voor betere lnlandsohe scholen, voor een goeden telegra&f- en telephoondienst, voor een uitgebreid Inlandsoh landbouwcrediet, en voornamelgk voor irrigatie doeleinden kon gebruikt worden. Dan ligt de slotsom voor de hand, hoe drin gend noodzakelgk het is, dat het parlement deze politiek van woorden in een van daden omzet, en het debat niet langer over laat aan eenige z. g. Indische «specialiteiten", maar dat ook mannen buiten dien engen kring, hun invloed en gezag jdoen gelden om aan onze koloniale staatkunde wederom leven in te blazen. Daarom de tgd, dien de Kamer thans aan de Indische begrooting besteedt, kan goede vruchten afwerpen. Want ook de dag van heden leverde een paar keurige redevoeringen. Een van den heer Bos, éen van den heer Lohman, die beiden maar zeer matig met het beleid van den minister op financieel terrein ingenomen wa ren. In het bgzonder trof ons de realistische Cienswgze van den afgevaardigde uit Goes. Hg verwierp ten eenenmale het denkbeeld, dat Indië later de rentelooze millioenen zou teruggeven. Daarmede moest Nederland zioh niet «lekker maken". Trouwens het geheele stelsel van rentelooze voorschotten beviel hem niet. Hg wilde subsidie verleenen, en bezag den geheelen toestand van nit dit standpunt, dat de jongere broeder, Indië, hulp noodig had, en de oudere broeder, Nederland, die hulp moest verleenen. Maar er moest een werkplan zgnzoo maar luk raak, als nu de minister voorstelt, eenige millioenen in Indië uit te geven, die uit de Nederlandsohe schat kist komen, daarvan zag hg niet veel goeds geboren. Wil de minister Idenburg voor dit jaar geen afstand doen van zgn 22 ton, dan had hg er vrede mede, maar in principe stelde hg zich tegenover dit Bysteem van hnlp ver leenen. In zeer krasse bewoordingen viel hg den gouverneur.generaal aan, althans kreeg deze Ex. eenige liefelgkheden te hoorm, die over het hoofd van den anderen Ex gingen. De gouverneur-generaal, zeide de heer Loh man, iB een «aizetbaar ambtenaar", met wien de Kamer niets te maken heeft. Hem kandns geen verwgt treffen, dat het in Jannan aange vraagde werkplan in Augustus nog niet op het Plein ontvangen is. De Kamer kan den minister ter verantwoording roepen, niet den gouverneur-generaal. Deze zeer scherpe uitval toont duidelgk aan hoe groot de ontstemming is, die in zekere kringen tegenover den landvoogd in Buitenzorg heerscht. Ook de heer Bos keurde het renteloos voor- sohottenstelsel af, al ging hg niet met den heer Lohman mede, waar deze betoogde, dat hooren aanroepen«Ilithyia, de bgstand der vrouwen, die het jonge kroost moet doen ge- dgen, opdat een onveranderlgke jaarkreits over 10 X 11 jaren gezangen en spelen terug moge voeren, gedurende 3 heldere en 3 liefe- lgke nachten 1" Heeft de oomponist soms zelf ook iets van zulke bezwaren gevoeld toen hg drie strophen van de 19 van het oorspronkelgke heeft geschrapt Neen, laat ons eerlgk zgn, deze text heeft om zgn inhoud al heel weinig kans op belang' stelling, en nog niet eens van het kleine getal zelf, dat hem begrgpen kan, en dat zioh niet onttrekken kan aan het geweld der hoog gaande golven van eigen tgden. Met ondergeplaatste vertalingen is ditmaal zoo goed als niets te beginnen en das nog eens: evenmin als zan gers het geheel naar behooren, de kraoht der woorden voelend, znllen knnnen zingen, even min zal er een het geheel behoorlgk begrgpend auditorium voor te vinden zgn". Eea warm verdediger daarentegen vond Diepenbrock in den heer J. C. Hol (jongsten zoon van Richard). In een uitvoerig artikel in De Kroniek verkondigt deze schrgver een geheel tegenovergestelde opvatting en zegt o. m.«De frappante werking van Diepen brook's sobere werkje is juist dat de melodische rhytme, door Horatius gegeven, vasten con tour schgnt gekregen te hebben. Het is niet muziek «er bg", het is de eenige mogelijke muziek waarvan de dichter een voorgevoel heeft gehad". „Zeker zegt het Wkbld voor Muziek mag dit een voorgevoel heeteu. Zooals Diepen- brook heeft geoomponeerd, is vóór onzen tgd niet wel mogelgk geweestDiepenbrook's knust over zegge twintig jaar Indië de van Neder land ontvangen millioenen niet zou kunnen terng betalen. In onze koloniale geschiedenis is het meer gebeurd, zeide hg, dat Indië, na een tgdperk van armoede en uitputting, later weer goed bg kas werd. Een meening, die op zioh zelf jnist is, maar die toch weinig strookt met de «ethische politiek", waarvan hg een vooratander is. Immers waar Nederland in vroeger jaren zooveel geld uit Indië trok, is, «ethisch" gesproken, de hoop later van Indië de thans te verstrekken millioenen nog eens gerestitueerd te zien vrg zonderling. Niet alleen zonderling maar ook in hooge mate onbenullig was de redevoering, waar mede de heer De Waal Malefgt hedenmorgen den minister te hnlp kwam. Over de absurdi teiten, die de afgevaardigde daarin op koloniaal gebied debiteerde, zullen wg maar zwggen. Hg beweerde o. m. dat de Indische finanoiën in de laatste jaren meer en meer onaihankelgk waren geworden van de opbrengst der producten. Als men nu even nagaat dat de tin in de laatste aren soms 16 millioen per jaar opbracht, dan behoeft aan deze en dergelgke beweringen liets meer toegevoegd te worden. Zoo nu en dan, werd de geachte afgevaardigde, die nu eenmaal geen gelukkige politieke hand heeft, lan ook vierkant uitgelachen. Maar dit hin derde hem niet. De vol geschreven vellen berden alle tot de laatste toe voorgelezen. 9g had zgn plioht gedaan. Tegen het eind der zitting kwam de heer Van Kol met een werkelgk ontzaglgken om haal van woorden een spiksplinter-nieuw hnlp «plan" toelichten. Hg wilde Insulinde ten Oosten van Straat Bali maar verkoopen, om dan met het beschikbaar gekomen bedrag het restant behoorlgk te besturen. Naast ons werd gezegdAls dat doorgaat, koopt de heer Cremer nog een paar Soenda-eilanden en zon dat voornitzioht den heer Van Kol nu wel zoo buitengewoon aanlokken De heer Van Kol was ten slotte nog zoo welwillend mede te deelen, dat hg geen ant woord op zgn «plan" van den minister ver langde, en dat het plan op het a.s. internatio naal oóngres der sooiaal-demooraten nog eens duegdelgk zou besproken en onderzocht worden 1 Maandag komt de minister aan het woord. is een loot van den Wagnersohen stam. Hora- ratius zou dus een gevoel moeten gehad hebben van wat 1900 jaren na hem eerst ge beuren kon 11" Tot bespreking der oompositie zelve over gaande, zegt de redacteur van genoemd blad «En nn betrenr ik het nemen van dezen text te meer naarmate de muziek er bg een groot kunstwerk lieetea moet, van een sublieme wgding, met een onvoorwaardelgk meester sehap gewrocht, hart en hoofd gelgk door die zekere heerlgke wisselwerking machtig ver heffend en louterend. Slechts hier en daar zgn sporen van een bewerking die aan eenige haast doen denkenook tot enkele wendingen, als vrg gewone, zon men een zich zoo sterk afzonderenden geest niet in staat achten een paar maal komen muzikale phrasen herhaald voor bg uitingen van verschillende beteekenis, een zekere voorliefde bg het voeren van de basstem naar een zelfde model, in andere wer ken van dezen meester wel wat veel voor komende, wordt ook nn nog aangetroffen. Een en ander zgn eohter kleinigheden in ver- gelgking van de verheven maoht die het geheel ademt. Van den zeer sprekenden rhyt- mus van het gedicht is het is ook begrg- pelgk partg getrokken, maar hoe innig door harmonie en melodie dat enkele element bezielende 1 Ook door de rgke afwisseling in het gebrnik der stemmen, door een enkel uni- sino brengt de kunstenaar een lioht en donker aan, waardoor alles wonderlgk treffend tot uitdrukking komen kan." Het bekende «Klein-koor a Capella" van Anton Averkamp te Amsterdam bracht reedt meermalen het Carmen Saeculare ten gehoore. DB VERRASSING VERKLAARD Naar wg vernemen, is de intrekking, in de vergadering der Tweede kamer van Woensdag jl. van de wgziging van art. 109 der militiewet betreffende het big vend gedeelte, minder het gevolg geweest van de daartegen in de open bare vergadering der Kamer gevoerde oppositie, dan van verzet, in de gelederen der rechter- zgde ontstaan en waarvan aan de regeering kennis was gegeven. Men had zoo heet 't een motie van orde gereed om, wanneer de min. vnn oorlog weigerde het art. 109 terng te nemen, de behandeling van het wetsontwerp te verdagen. In die omstandigheden besloot de minister, na langdurig overleg met zgn ambtgenooten, de wgziging liever prgs te geven. (Fad.) Over een dezer herhalingen zegt de Amster- damaohe oorrespondent van genoemd blad «Het was een gelukkig denkbeeld Diepenbrook's werk te herhalen. Het is een werk van onzen tgdmodern van klank en bewerking, doch tevens een meesterwerk. De melodische Ignen zgn vol karakter en adel, de harmoniewendin- gen klinken voornaam, waardoor het tot een werk gestempeld wordt, dat diep in ons dringt en machtig van werking is." Zooals den lezer uit vorenstaande bemerkt, is ontegenzeggelgk Diepenbrook's Carmen Sae- culatre een kunstgewrocht van niet alledaag- sche kwaliteitenen al mogen dan de meenin gen hieromtrent eenigszins uiteenloopen iets wat wel ten eeuwigen dage het'geval zal zgn zeker is dat in dit werk een geni aal toondichter aan het woord is. Een kun stenaar die ons heel iets bgzonders heeft te zeggen, al zal ook zgne diepgaande muzikale sprake nog niet zoo dadelgk door het audito rium worden begrepen en genoten. Onder de vocale werken van Schumann is ongetwgfeld diens Rose Pügerfahrt, naar een gedicht van Moritz Hom, wel een der meest geliefdste en bekendste. De geest der romantiek, die over alle Schumann'sche werken en vooral over zgn vocaal-composities zweeft, treft men ook in dit werkje op zgn heerlgkst aan, en de liefelgke, lyrische melodiek zoowel in koren als in solo's zal ook zeker nu wederom niet hare werking missen. De zeer vele schoon heden vnn dit, zoo gaarne gehoorde werkje te releveeren, aoht ik, om haar overbekend heid, overbodig. JAN MORKS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1