i9m.
Maandag
23 November.
MUSIC ALIA.
N#. 276.
146' Jaargang,
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Mlddtlburg 21 November.
Kameroverzicht.
MIDDELBURGSGHE
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen.
Prjj 3, per kwartaal, zoowel roor Middelburg als roor alle plaatsen in Nederland franoo p.p., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten S sent.
THERMOMETER BS VERWACHTING.
21 Nov. 8 u, vm. 51 gr., 18 n 51 gr., ar. 4 u. 52 gr. F. Verw&oht: krachtige tot stormachtige
N. W. wind, betrokken lucht, buiig weer, weinig verandering ia temperatuur.
Advert en tiën20 eent per regel. Geboorte-, doed- en alia andero familieberichten aa
Dankbatnlgingan van 1—7 regels f 1.60; elke regel meer 20 cent. Seolamens 40 cant per regel.
Greet, letters naar da plaats, die eg innamen.
Tot de plaatsing vnn advertentiën en reolnmes, niet afkomstig uit Zeeland, betreflende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AlgsMssn AAwteneilo-ËinrMw
A. BB £iA MAE Ams„ 9J. VsvrhwrgWsiB III,
BBS fiKWKHTIfi» BENOEMING.
Men schrift ons uit Den Haag
De benoeming van jhr mr Van Swinderen
tot viee-president van den Raad van State
heett hier geen al te groote verrassing verwekt-
Reeds verleden week wist men mede te dee-
lea, dat de gouverneur van Drenthe voor de
vervulling van het opengevallen staatsambt
was aangezocht. Over het algemeen hoort men
zgn bekwaamheden als jurist ten zeerste prg-
zen, wat natuurlgk nog niet insluit, dat hg
daarom ook aan de andere aeer bgcondere
eisohen, die het bekleeden van deze hooge
betrekking stelt, zal voldoen.
In dit opzicht wordt door sommigen minder
optimistisch geoordeeld.
In elk geval heelt hg de regeering een
grooten dienst bewezen door de benoeming
aan te nemen, want haar candidatealgstje werd,
na de vele weigeringen, die zg op haar aan
zoeken ontving, zeer klein. In die mate zelfs,
dat, indien ook de heer Van Swinderen niet
genegen was geweest naar Den Haag te ver
huizen, dr Kuyper bg staatslieden van liberalen
huize had moeten aankloppenTrouwens in
die richting was reeds bg voorbaat voeling
gezocht en onderhouden.
Nu bevond de regeering zich ook, naar het
geen ons daaromtrent van zeer bevoegde zgde
ter oore kwam, in een zeer lastig parket.
Eenerzgds het duidelgk uitgesproken ver
langen van hare partggenooten in den lande
om voor deze betrekking een «ohristelgk"
staatsman te benoemen, hierover ontving
het kabinet zeer instaatelgke mededeelingen
en wenken anderzgde de schaarste aan
zeerste klasse passagiers" en de hooge eischen
die het ambt aan den benoemde stelt. Zoo
sohrgft bv. art. 13 van de wet van 1861 voor,
dat de vice-president de afdeeling voor de
geschillen van bestuur moet presideeren. In
dit lioht bezien, kan men gemakkelgk bevroe
den, hoe daardoor reeds dadelgk menig overi
gens .geschikt geestverwant van het kabinet
werd uitgesloten en hoe lastig de positie werd
n& het bedanken van baron Mackay, jhr De
Savornin Lohman en anderen. Terloops mag
hier even herinnerd worden, dat onder de
aangezochten zioh ook de streng katholieke
gouverneur van Limburg, jhr Rugsoh van
Beerenbroeok, bevond, die eohtér bedankte.
De werkelgk ernstige ontstemming, die het
bekende artikel van den heer.Daehne van Variok
in De Standaard onder de katholieken heeft
verwekt, en die nog nawerkt moet aan
dezen stap van de regeering niet vreemd ge
weest zgn. Hieromtrent zgn ons zeer stellige
en vertrouwbare inlichtingen verstrekt.
Dit alles in aanmerking genomen, heeft jhr
Van Swinderen dan ook de regeering uit geen
geringe moeilgkheid geholpen, want afge
scheiden van den algemeenen wensoh harer
partggenooten om een >ohristelgke" vice-
president te benoemen, heeft zulk een bevriend
president van den overwegend liberalen Raad
van State groote waarde ook voor het tegen
woordig kabinet.
Naar buiten bemerkt men dit minder, maar
inderdaad kan het in vele gevallen van beslist
gewicht voor het ministerie zgn, indien de
vice-president van goeden wille is. Ten bewgze
biervan behoeft slechts gewezen te worden
op het feit, dat alle aanvragen om advies,
hetzg van de kroon, hetzg van de departe
menten uitgaande, door de handen van den
vice-president gaan. Hg kan hier dus be
spoedigen of talmen al naar gelang de om
standigheden stel de wenschen van het
bevriend kabinet dit medebrengen. Mocht
een minister nog eens advies verlangen, alweer
is dan met een welwillend vice-president veel
te bereiken. In tgden van minister-crisis kan
het ook geen onbelangrgke faotor zgn, wie
deze hooge betrekking bekleedt, daar het ge
bruik dan wil, dat de Koningin zgn advies
inwint. Zooals gezegd, naar buiten bemerkt
men gewoonlgk van dit alles niet veel, maar
voor het kabinet heeft het, althans kan het
groote waarde hebben.
Met de benoeming van jhr Van Swinderen
is het kabinet dus èn uit een zeer netelige
positie gered èa is zgn verhouding tegenover
den liberalen Raad van State versterktom
niet te spreken van het voordeel dat het er
door in zaken van dagelgksch en praktisch
regeerbeleid ongetwgfeld kan ondervinden.
Waar in de Provinciale Staten van Drenthe
niet éen olerioaal zitting heeft, is men zeer
benieuwd naar de keuze van den opvolger van
jhr Van Swinderen. Indertgd werd van clerioale
zgde ten zeerste de benoeming van den libera
len mr Roest tot Commissaris van Zeeland
gewraakt.
In hoeverre de toenmaals van die zgde aan
geheven klaohten thans mutatie mutandis voor
iiit kabinet en voor het gouverneurschap van
het door en door liberale Drenthe zullen gel
den, staat te bezien, De a.s. benoeming kan
in elk geval een eigenaardige illustratie leveren
op de in die dagen en van die zgde vernomen
verontwaardiging.
Het zal eohter geen verwondering mogen
baren, indien de benoeming het karakter
draagt van het onder deze regeering in den
laatsten tgd meer en meer gebruikelgk «inzet-
ten" in ambten en betrekkingen.
Zitting van Vrgdag.
Er is wel belangstelling voor de Indische
begrooting. Gisteren werden de debatten
ingezet met een zestal sprekers, heden werd
dit cgfer nog overtroffen, zonder dat de minister
van koloniën aan het woord kon komen. Eerst
tegen vgf uren had de laatste spreker het
zgne gezegd, en kon de voorzitter de zitting
sluiten, na eraan herinnerd te hebben, dat de
Kamer a. s. Maandagmiddag de beraadslagin
gen sou voortzetten. Zelfs op den Maandag
avond werd beslag gelegdteeken dat het zal
spannen wil de Kamer nog vóór KerBtmismet
het begrootingswerk gereed komen.
Zooals den lezer bekend zal *8», bevat het
door de zangvereeniging Tot Oefening en Uit
spanning uit te voeren programma de navol
gende werken Stabat Mater van E. d'Astorga
Carmen Saeculare van A. Diepenbrock en Der
Base Pügerfahrt van R. Schumann.
Astorga's Stabat Mater is een vnn diens
meest bekende en, voor zoover tot ons gekomen,
ook een zjjner voornaamste werken. Uit menige
bladzijde spreekt nog zooveel friscbheid dat men
zich moeilgk kan indenken een werk voor zich
te hebben dat reeds drie e euwen geleden werd
gecomponeerd. Mooi in stgl, melodisch dik-
wjjls zeer aangrgpend, en een bewerking
bljjkbaar zoo eenvoudig en sober en toch zoo
meesterlijk. Het is dan ook niet twjjfelaohtig
of de toehoorder zal onder de bekoring dezer
muze komen.
Emanuele d'Astorga werd in 1680 op Sicilië
geboren. Over het leren vnn dezen oomponist
hangt een zeer romnntisohe sluier. De valer,
die tijdens de Spaansohe erfopvolgingsoorlogen
bg een militair komplot betrokken was, werd
gevangen genomen en in^het openbaar ter
dood gebracht. De moeder, die, evenals de
zoon, genoodzaakt werd de terechtstelling
bg te wonen, stierf tengevolge van den sobrik.
De prinses Ursini nam den verlaten jongeling
Emanuele op' en bracht het, als opperhof
meesters der Koningin, bg Philips V zoover,
dat de jonge oomponist een toevluchtsoord
vond in een klooster der stad Astorga, in het
Spaansohe koningrijk Leon. Zgn eigenlijke
familienaam bleet ten allen tg de onbekend. Na
een nogal avontuurlijk leven overleed d'As
torga in 1736 in een klooster te Praag.
Een werk van geheel anderen aard is Die-
penbrock's Carmen Saeculare, dat in opdracht
van de zangvereeniging De Mastreechter Staar
voor den aldaar in 1901 gehouden internatio
nalen zangwedstrjjd werd gecomponeerd. Deze
oompositie stelt den uitvoerenden buitenge
woon hooge eisohen en er zullen dan ook niet
vele zangverenigingen in den lande zijn die
van dit werk een redelijke auditie kunnen,
geven. Met opzet gebruik ik het woord rede
lijk, want een modeluitvoering van dit, als
met «voetangels en klemmen" doorzaaide werk
is wellicht alleen na zeer, zeer lange studie
mogeljjk, en dan nog kan een kleinigheid het
geheel in gevaar brengen. Het is dan ook
geen gering waagstuk van Oefening en Uit
spanning om het Carmen Saeculare uit te voeren,
maar de goede kwaliteiten dezer vereniging
kennende, lijdt het wel geen twgfel of er zal
aan het werk een waardige auditie ten deel
vallen.
Heel wat pennen zgn indertijd in be
weging gebracht over Diepenbrook's keuze
om het Eeuwgedicht van Q. Horatius Flacons
tot onderwerp eener compositie te kiezen.
De redacteur van het Weekblad voor Muziek
b. v. vond de keuze vreemd en sohreef o. a,
»Wat kunnen we in de 20ste eeuw dan toch
wel voelen voor de woorden waarmee een
Latijnsoh dichter, op verzoek van zgn vorst,
twee duizend jaar geleden een eeuwgedioht
maakte en dat natuurlijk rekening
houdt met den toestand van den tgd waarin
het werd geooacipieerd f
Bg voorbeeld: Wat hebben we er aan, te
Verontrustend als deze aankondiging klinke
en tot deze verontrusting is alle reden
als men bedenkt, hoe de Kamer gewoonlgk
bg hoofdstukken als Waterstaat en Binnenland-
sche zaken haar tgd kaa verbeuzelen, toch
gelooven wg dat de Kamer den tgd, dien zg
thans aan de Indische begrooting wgdt, en die
ook bg de behandeling der artikelen menig
uurtje in beslag zal nemen, niet onnut besteedt.
Nederland is een groote koloniale mogend
heid, en daarvan heeft men in jaren lang niets
in het Parlement gemerkt. De bespreking
van onze koloniale staatkunde geleek jaar in
aar uit in het Parlement op een kruideniers-
tekening, die door een college van negooianten
werd nagezien en goedgekeurd. Van eenig
breed inzicht, van eenig perspectief zoowel
in onze financieele als economische koloniale
staatkunde was gewoonlgk in de debatten
geen spoor te bekennen Minister en Kamer
bepaalden zioh tot enkele gemeenplaatsen,
treurden over den Atjeh-oorlog, constateerden
den achteruitgang van den materieelentoestand,
waarin zioh de lnlandsohe bevolking bevond,
gaven allerlei kleine middeltjes aan de hand
nm de zieke er weer boven op te brengen,
daagden over den Indischen paperassen-rom
mel, welk treuren, constateeren en klagen
ultgd hierop uitliep, dat de minister «nader
advies van den gouverneur-generaal" toezegde,
waarna de begrooting aangenomen werd, en
lamer en minister weer voor een jaar op de
auweren gingen rusten.
Zoo ging het in den laatsten tgd jaar in
aar uit. De Indische «speoialiteiten", droe
vige voortbrengsels van het droevig «batig
saldo", konden hierin geen verandering bren
gen. Of zg misten het oor van de kamer, öf
inn eenzgdige kennis bleek onvoldoende om
het debat tot hooger peil op te voeren. De
discussies werden maar al te dikwgls een ge
zellig onder-onsje van de «specialiteiten"
voornoemd met den minister. De kamer schonk
er geen aandaoht aan, en vluchtte naar de
koffiekamer.
En erger nog is dit geworden sedert de z. g.
«ethische politiek", die wg in Indie moeten
voeren, hare intrede in de hamer hield. De
heer Van der Zwaag qualiiioeerde die politiek
heden zeer juist met zgn gebruikelgk sarcasme
als de politiek, die Bleohts «woorden uitzaait."
Wat al niet een woorden zgn er in de laatste
twee jaar «uitgezaaid" over de «zedelgke roe
ping", die wg in Indie hebben te vervullen,
over de «verheffing van den Javaan", waaraan
wg dienen mede te werken, over de «onbaat
zuchtige" politiek, die in Indie gevolgd moet
worden 1 En wat kwam er tot standwelke
daden bezegelden den ernst dezer woorden
De opsomming kan zeer kort zgn. Perslot
van rekening is het al zeer luttel wat in Indië,
als uitvloeisel van deze «schoone woorden"
oorsprong van minister Idenburg's glorie
gedaan is. Eigenlgk ongeveer niets, want de
gebouwde vestingwerken van den gouverneur-
generaal Rooseboom kunnen tooh bezwaarlgk
als produkt van «onze onbaatzuchtigheid",
onze «zedelgke roeping" doorgaan. En de
waarsshgnlgke beëindiging van den Atjeh-
oorlog heeft daar ook niets mede te maken.
Integendeel wat wg onder <bni ten gewone'1
uitgaven op de Indische begrooting brachten,
stond gewoonlgk geheel buiten de «zedelgk-
heid-verplichting." De subsidie aan een stoom-
vaartlgn naar Japan en China, de aangelegde
telegraafkabels, de kustbattergen, de torpedo
booten, de snelvuurkanonnen, die zoo bgzonder
noodig zgn, dit alles is in den grond zeer
bedenkelgk als men den «ethiBohen" maatstaf
gaat aanleggen. Vooral als men dan bedenkt,
hoe uitnemend dat zelfde geld voor betere
lnlandsohe scholen, voor een goeden telegra&f-
en telephoondienst, voor een uitgebreid
Inlandsoh landbouwcrediet, en voornamelgk
voor irrigatie doeleinden kon gebruikt worden.
Dan ligt de slotsom voor de hand, hoe drin
gend noodzakelgk het is, dat het parlement
deze politiek van woorden in een van daden
omzet, en het debat niet langer over laat aan
eenige z. g. Indische «specialiteiten", maar dat
ook mannen buiten dien engen kring, hun
invloed en gezag jdoen gelden om aan onze
koloniale staatkunde wederom leven in te
blazen. Daarom de tgd, dien de Kamer thans
aan de Indische begrooting besteedt, kan
goede vruchten afwerpen.
Want ook de dag van heden leverde een
paar keurige redevoeringen. Een van den
heer Bos, éen van den heer Lohman, die
beiden maar zeer matig met het beleid van den
minister op financieel terrein ingenomen wa
ren. In het bgzonder trof ons de realistische
Cienswgze van den afgevaardigde uit Goes.
Hg verwierp ten eenenmale het denkbeeld,
dat Indië later de rentelooze millioenen zou
teruggeven. Daarmede moest Nederland zioh
niet «lekker maken". Trouwens het geheele
stelsel van rentelooze voorschotten beviel hem
niet. Hg wilde subsidie verleenen, en bezag
den geheelen toestand van nit dit standpunt,
dat de jongere broeder, Indië, hulp noodig
had, en de oudere broeder, Nederland, die
hulp moest verleenen. Maar er moest een
werkplan zgnzoo maar luk raak, als nu de
minister voorstelt, eenige millioenen in Indië
uit te geven, die uit de Nederlandsohe schat
kist komen, daarvan zag hg niet veel goeds
geboren. Wil de minister Idenburg voor dit
jaar geen afstand doen van zgn 22 ton, dan
had hg er vrede mede, maar in principe stelde
hg zich tegenover dit Bysteem van hnlp ver
leenen. In zeer krasse bewoordingen viel hg
den gouverneur.generaal aan, althans kreeg
deze Ex. eenige liefelgkheden te hoorm,
die over het hoofd van den anderen Ex gingen.
De gouverneur-generaal, zeide de heer Loh
man, iB een «aizetbaar ambtenaar", met wien
de Kamer niets te maken heeft. Hem kandns
geen verwgt treffen, dat het in Jannan aange
vraagde werkplan in Augustus nog niet op
het Plein ontvangen is. De Kamer kan den
minister ter verantwoording roepen, niet den
gouverneur-generaal.
Deze zeer scherpe uitval toont duidelgk aan
hoe groot de ontstemming is, die in zekere
kringen tegenover den landvoogd in Buitenzorg
heerscht.
Ook de heer Bos keurde het renteloos voor-
sohottenstelsel af, al ging hg niet met den
heer Lohman mede, waar deze betoogde, dat
hooren aanroepen«Ilithyia, de bgstand der
vrouwen, die het jonge kroost moet doen ge-
dgen, opdat een onveranderlgke jaarkreits
over 10 X 11 jaren gezangen en spelen terug
moge voeren, gedurende 3 heldere en 3 liefe-
lgke nachten 1"
Heeft de oomponist soms zelf ook iets van
zulke bezwaren gevoeld toen hg drie strophen
van de 19 van het oorspronkelgke heeft
geschrapt
Neen, laat ons eerlgk zgn, deze text heeft
om zgn inhoud al heel weinig kans op belang'
stelling, en nog niet eens van het kleine getal
zelf, dat hem begrgpen kan, en dat zioh niet
onttrekken kan aan het geweld der hoog gaande
golven van eigen tgden. Met ondergeplaatste
vertalingen is ditmaal zoo goed als niets te
beginnen en das nog eens: evenmin als zan
gers het geheel naar behooren, de kraoht der
woorden voelend, znllen knnnen zingen, even
min zal er een het geheel behoorlgk begrgpend
auditorium voor te vinden zgn".
Eea warm verdediger daarentegen vond
Diepenbrock in den heer J. C. Hol (jongsten
zoon van Richard). In een uitvoerig artikel
in De Kroniek verkondigt deze schrgver een
geheel tegenovergestelde opvatting en zegt
o. m.«De frappante werking van Diepen
brook's sobere werkje is juist dat de melodische
rhytme, door Horatius gegeven, vasten con
tour schgnt gekregen te hebben. Het is niet
muziek «er bg", het is de eenige mogelijke muziek
waarvan de dichter een voorgevoel heeft gehad".
„Zeker zegt het Wkbld voor Muziek
mag dit een voorgevoel heeteu. Zooals Diepen-
brook heeft geoomponeerd, is vóór onzen tgd
niet wel mogelgk geweestDiepenbrook's knust
over zegge twintig jaar Indië de van Neder
land ontvangen millioenen niet zou kunnen
terng betalen. In onze koloniale geschiedenis
is het meer gebeurd, zeide hg, dat Indië, na
een tgdperk van armoede en uitputting, later
weer goed bg kas werd. Een meening, die op
zioh zelf jnist is, maar die toch weinig strookt
met de «ethische politiek", waarvan hg een
vooratander is. Immers waar Nederland in
vroeger jaren zooveel geld uit Indië trok, is,
«ethisch" gesproken, de hoop later van Indië
de thans te verstrekken millioenen nog eens
gerestitueerd te zien vrg zonderling.
Niet alleen zonderling maar ook in hooge
mate onbenullig was de redevoering, waar
mede de heer De Waal Malefgt hedenmorgen
den minister te hnlp kwam. Over de absurdi
teiten, die de afgevaardigde daarin op koloniaal
gebied debiteerde, zullen wg maar zwggen. Hg
beweerde o. m. dat de Indische finanoiën in de
laatste jaren meer en meer onaihankelgk waren
geworden van de opbrengst der producten. Als
men nu even nagaat dat de tin in de laatste
aren soms 16 millioen per jaar opbracht, dan
behoeft aan deze en dergelgke beweringen
liets meer toegevoegd te worden. Zoo nu en
dan, werd de geachte afgevaardigde, die nu
eenmaal geen gelukkige politieke hand heeft,
lan ook vierkant uitgelachen. Maar dit hin
derde hem niet. De vol geschreven vellen
berden alle tot de laatste toe voorgelezen.
9g had zgn plioht gedaan.
Tegen het eind der zitting kwam de heer
Van Kol met een werkelgk ontzaglgken om
haal van woorden een spiksplinter-nieuw hnlp
«plan" toelichten. Hg wilde Insulinde ten
Oosten van Straat Bali maar verkoopen, om
dan met het beschikbaar gekomen bedrag het
restant behoorlgk te besturen. Naast ons werd
gezegdAls dat doorgaat, koopt de heer
Cremer nog een paar Soenda-eilanden en zon
dat voornitzioht den heer Van Kol nu wel
zoo buitengewoon aanlokken
De heer Van Kol was ten slotte nog zoo
welwillend mede te deelen, dat hg geen ant
woord op zgn «plan" van den minister ver
langde, en dat het plan op het a.s. internatio
naal oóngres der sooiaal-demooraten nog eens
duegdelgk zou besproken en onderzocht worden 1
Maandag komt de minister aan het woord.
is een loot van den Wagnersohen stam. Hora-
ratius zou dus een gevoel moeten gehad
hebben van wat 1900 jaren na hem eerst ge
beuren kon 11"
Tot bespreking der oompositie zelve over
gaande, zegt de redacteur van genoemd blad
«En nn betrenr ik het nemen van dezen text
te meer naarmate de muziek er bg een groot
kunstwerk lieetea moet, van een sublieme
wgding, met een onvoorwaardelgk meester
sehap gewrocht, hart en hoofd gelgk door die
zekere heerlgke wisselwerking machtig ver
heffend en louterend. Slechts hier en daar zgn
sporen van een bewerking die aan eenige
haast doen denkenook tot enkele wendingen,
als vrg gewone, zon men een zich zoo sterk
afzonderenden geest niet in staat achten een
paar maal komen muzikale phrasen herhaald
voor bg uitingen van verschillende beteekenis,
een zekere voorliefde bg het voeren van de
basstem naar een zelfde model, in andere wer
ken van dezen meester wel wat veel voor
komende, wordt ook nn nog aangetroffen.
Een en ander zgn eohter kleinigheden in ver-
gelgking van de verheven maoht die het
geheel ademt. Van den zeer sprekenden rhyt-
mus van het gedicht is het is ook begrg-
pelgk partg getrokken, maar hoe innig
door harmonie en melodie dat enkele element
bezielende 1 Ook door de rgke afwisseling in
het gebrnik der stemmen, door een enkel uni-
sino brengt de kunstenaar een lioht en donker
aan, waardoor alles wonderlgk treffend tot
uitdrukking komen kan."
Het bekende «Klein-koor a Capella" van
Anton Averkamp te Amsterdam bracht reedt
meermalen het Carmen Saeculare ten gehoore.
DB VERRASSING VERKLAARD
Naar wg vernemen, is de intrekking, in de
vergadering der Tweede kamer van Woensdag jl.
van de wgziging van art. 109 der militiewet
betreffende het big vend gedeelte, minder het
gevolg geweest van de daartegen in de open
bare vergadering der Kamer gevoerde oppositie,
dan van verzet, in de gelederen der rechter-
zgde ontstaan en waarvan aan de regeering
kennis was gegeven. Men had zoo heet 't
een motie van orde gereed om, wanneer de
min. vnn oorlog weigerde het art. 109 terng
te nemen, de behandeling van het wetsontwerp
te verdagen. In die omstandigheden besloot
de minister, na langdurig overleg met zgn
ambtgenooten, de wgziging liever prgs te geven.
(Fad.)
Over een dezer herhalingen zegt de Amster-
damaohe oorrespondent van genoemd blad
«Het was een gelukkig denkbeeld Diepenbrook's
werk te herhalen. Het is een werk van onzen
tgdmodern van klank en bewerking, doch
tevens een meesterwerk. De melodische Ignen
zgn vol karakter en adel, de harmoniewendin-
gen klinken voornaam, waardoor het tot een
werk gestempeld wordt, dat diep in ons dringt
en machtig van werking is."
Zooals den lezer uit vorenstaande bemerkt,
is ontegenzeggelgk Diepenbrook's Carmen Sae-
culatre een kunstgewrocht van niet alledaag-
sche kwaliteitenen al mogen dan de meenin
gen hieromtrent eenigszins uiteenloopen
iets wat wel ten eeuwigen dage het'geval
zal zgn zeker is dat in dit werk een geni
aal toondichter aan het woord is. Een kun
stenaar die ons heel iets bgzonders heeft te
zeggen, al zal ook zgne diepgaande muzikale
sprake nog niet zoo dadelgk door het audito
rium worden begrepen en genoten.
Onder de vocale werken van Schumann is
ongetwgfeld diens Rose Pügerfahrt, naar een
gedicht van Moritz Hom, wel een der meest
geliefdste en bekendste. De geest der romantiek,
die over alle Schumann'sche werken en vooral
over zgn vocaal-composities zweeft, treft men
ook in dit werkje op zgn heerlgkst aan, en de
liefelgke, lyrische melodiek zoowel in koren
als in solo's zal ook zeker nu wederom niet
hare werking missen. De zeer vele schoon
heden vnn dit, zoo gaarne gehoorde werkje
te releveeren, aoht ik, om haar overbekend
heid, overbodig. JAN MORKS.