13 November.
Y rijdag
N#. 268.
De Ongevallenwet.
Verkoopmaan ens.
146e Jaargang»
1903
Middelburg 12 November.
Uit Stad tn Preyincie,
Bg deze courant behoort een Bijvoegsel
Kameroverzicht.
MIDDELRURGSCHE COURANT.
Dezo courant rersobijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pry's, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franoo p.p., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 «ent.
THBBHOHKTBB BK VHSWACBTIN«.
12 Nov. 8 u. vm. 53 gr., 12 n 52 gr., av. 4 u. 52 gr. F. V e r w a o h tmatige Z W. wind,
betrokken lucht, regen, weinig verandering in temperatuur.
Advertentldn20 cent por regel. Meboorte-, dood- en allo andere familieberichten es
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Keolamens 40 eont por regel,
ftotte letters naar de plaats, die ijj innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Algonawa AdworfostieoBsuroaa
A> 9* EiA HAR Ami, 1.S, Wvwrbsufwal M«, AauissrAaaa.
Zitting van Woensdag.
Dinsdag nog had de minister van fiaanciën
zeer beslist verklaard, dat bp alle amendementen
op het wetsontwerp betreffende de belastbare
opbrengst op het gebouwd eigendom zou be-
strgdenen hoewel een dergelgke verklaring
nog volstrekt niet zeggen wil, dat de kamer
daarom maar van bet indienen van amende
menten moet aisien, was er in dit geval alle
aanleiding amendementen tbuis te houden
Afgescheiden van het weinig praktisch nut,
dat er mede te bereiken viel de verwerping
stond vast verdient het ook geen aanbeveling
om in de beginselen, in de wet vastgelegd,
zóó maar eens even, incidenteel een verande
ring te brengen, voor het oude beginsel liefst
een ander nieuw beginsel te stellen. Met den
minister hadden gisteren hier tegen nog de
heeren Van Dedem en Röell gewaarschuwd.
Maar de heeren sooiaal-demooraten dachten
er bigkbaar anders over en kwamen met een
zeer ingrgpexd amendement op art. 1 van
de wet.
Nu zat hier ook wat anders aehter. De heer
Ter Laan, die het amendement indiende, is
afgevaardigde voor het district Hoogezand.
Daar wonen nl. een groot aantal arbeiders,
boerenknechts, die een huisje hebben benevens
een koe, geit of sohaap, dat langs den weg,
den berm van de straat, graast. Ook verbou-
wea zg voor zichzelf en hun gezin aardappelen
cn andere landbouwproducten. Het zgn dus
geen landbouwers, al oefenen zp het landbouw
bedrijf uit. Maar onder de wet van 1897 wer.
den zp, in evenredigheid tot de werkelpke
landbouwers, de groote en kleine boeren, naar
hunne meening te hoog in de grondbelasting
aangeslagen. Vandaar een groote ontevreden
heid onder deze lieden, die den heer Ter Laan
naar het Binnenhof afvaardigden. Zonder deze
ontevreden kiezers zou hfi het in 1901 mis'
schieu niet gehaald hebben, zoodat het natuur
Ipk is, dat de heer Ter Laan nu zgn beste
beentje voorzette en fluks met een amendement
voor don dag kwam, dat voor de propaganda
in 1905 zulk kostelgk materiaal kan leveren.
Want behalve dat hjj dan den ontevreden
kiezers kan voorhouden hoe hp alles doet om
hun «belangen" te behartigen, kan er van de
tegenstemmers getuigd worden, dat die geen
hart voor de «belangen" van de kiezers heb
ben. Ergo mocht hg zoo'n schoone en uitne
mende gelegenheid niet onbenut voorbg laten
gaan. Vooral omdat de nieuwe wet wèl ver-
lichting van lasten geeft aan de groote boeren,
maar de eigenaren van kleine huisjes, die een
koe of een sohaap stallen, daarin niet doet
deelen.
De voorstellers van het amendement wilden
daarom den eiseh uit art. 1 laten wegvallen,
dat de gebouwen gebruikt moeten zgn te ramen
met den grond.
Nu lag het voor de hand, dat hiertegen
zeer afdoende argumenten waren aan te voeren.
De minister wees er reeds op, dat het niet
aanging «landbouwers" te scheppen, die geen
land verbouwen. Iemand, die een tuin heeft en
er groenten of vruchten in teelt, is nog geen
landbouwer. Ook het feit, dat hp een koe of
geit op «stal" heeft, bewijst nog niets van zgn
landbouwerscbap. Bovendien, hield men aan
deze omschrjjving consequent vast, dan waren
de villa-bezitters, die evenmin het landbouw
bedrijf in commercieelen zin uitoefenen, ook
gebaat met het nieuwe beginsel, dat de heer
Ter Laan in de wet wilde opnemen. Het
«propagandistisch" amendement kreeg een be
paald «kapitalistisch" karakter, wat de voor
stellers toch bedenkelijk moesten vinden.
Voorts wees de minister, en met hem de heeren
Bos en Tydeman, erop dat deze wet bedoelt
onbillijkheden op te heffen, geen bevoordeeling
van een of andere klasse te bevorderen. Mede
werd er even aan herinnerd, dat in de praktijk
deze vermindering van lasten voor de kiezers
van den heer Ter Laan hoogstens een gulden
of een paar kwartjes per jaar zon bedragen.
Ba wilde men daartoe overgaan, dan zouden
ook de bezitmenschen, die er tuinen en stallen
voor bun genoegen op na houden, in deze
«oommercieelen" en «technisohen" zin, waar
mede hg echter de baeren-arbeiders niet tot
«boeren" kon promoveeren, en de heer Sohaper
trok voornamelijk van leer tegen den heer
Van Dedem, die op een gegeven oogenblik
njjdig repliceerde met »jp kletst," wat zeer
zeker Hollandsoh is, maar waarvan gewoonlijk
geen overtuigende kracht uitgaat.
Het lot van het amendement was na deze
oritiek gemakkelijk te voorzien.
Met 71 tegen 7 stemmen (de socialisten)
werd het verworpen, waarna de Kamer zoowel
dit ontwerp als dat tot verhooging van hoofd
stuk VII B. der begrooting van 1903 aannam.
Intussohen was 't drie uur geworden, toen
de Kamer met de behandeling van de kosten-
wet der tuchtscholen een aanvang maakte.
Drie sprekers voerden daarbjj het woordde
heeren Bjjleveld, Ketelaar en Hugenboltz.
Bjjzonder belangrijk waren hunne op- en
aanmerkingen niet. De heer Bjjleveld was met
de tuchtscholen slechts matig ingenomen. Hg
had liever «particuliere" tuchtscholen, waar
het beginsel van onderwgs «naar Godswoord"
op den voorgrond staat. Hoe dergelgke «par
ticuliere" tuohtseholen er uit zouden zien,
deelde hg niet mede; waarsohgnlgk zou hem
dat ook niet gemakkelpk vallen. Verder was
hg tegen de plaatsing der scholen in de nabg-
heid der groote steden. De heer Ketelaar be
pleitte vooral het aanstellen van getrouwde
beambten, omdat er van de vrouw in het alge
meen een groote pedagogische kracht uitgaat.
De heer Hugenholtz, die naar gewoonte een
zeer lange speeoh hield en het £fmira-stelsel
tot voorbeeld aan'den minister stelde, had ook
verscheidene speciale wenschen en wenken.
Alle sprekers kwamen echter hierin overeen,
dat zg het systeem van totale afzondering
voor hoogstens één maand van de «tuchtsoho-
lieren" in de aanvangsklasse afkeurden. Hierbg
vergaten zg o. i. dat de wet dit niet impera
tief voorschrgft, maar de bevoegdheid aan den
directeur er toe verleent, wat heel iets anders is.
De heer Hugenholtz kon natuurlgk niet na
laten in dit verband even te wgzen op de
maand celstraf, door hem ondergaan. Nu is
dat voor een gewoon burger zeker reeds een
heele tgd, maar in Leeuwarden zouden ze
zoo'n mgnheer een «stoepjeszitter" noemen,
een straf, waarvoor, zooals de teohnische term
heet«het niet eens waard is, je jas erbg uit
te trekken." Wat natuurlgk niet weg neemt,
dat het voor jongens een harde straf is een
maand in afzondering door te brengen.
Aan het einde der zitting werd nog gestemd
over het voorstel van den voorzitter om nog
vóór de begrooting de Militiewet in behandeling
te nemen.
De heer Troelstra had zioh hiertegen verzet,
maar met 30 tegen 8 stemmen gal de Kamer
den voorzitter zgn zin. Naar verluidt, kunnen
daarbg zeer uitgebreide debatten tegemoet
gezien worden, wat geen voordeel aanbrengt
voor een richtige behandeling der staatsbe-
grooting.
Morgen voortzetting van het debat over de
tuchtscholen.
INVOERRECHT OP MEEL.
Aan het slot van het naschrift van V. D.
op het ingezonden stuk van«Iemand dia
geheel buiten de maal-industrie staat" in
ons zommer van Woensdag 11. staat: «Dan
zal hg allicht de juistheid van mjjn besohou
wing toegeven ook op het tweede punt,
waarop het aankwam, dat het nieuwe motief
van de regeering, de toeneming van den
nationalen arbeid ten aanzien van het meel,
niet opgaat."
Het woord nieuwe moest zgnandere
Dezer dagen is door den heer De Bidder,
directeur der fabriek Delf shaven te Botterdam,
een werkman ontslagen, nadat hg een formu
lier bad aangevraagd voor het verkrggen van
een vergoeding overeenkomstig de Onge
vallenwet.
Daarover is in de bladen heel wat te doen
geweest en vooral De Nederlander is er kraobtig
tegen opgekomen, dat de werkgevers, die niet
bg de Rgksverzekeringsbank zgn aangesloten,
op dergelgke wgze de wet zoudèn kunnen
ontduiken. De heer De Ridder heelt het later
wel voorgesteld alsof bedoelde werkman toch
zelfde voordeelen, maar voor een veel hooger I reeds wegens slapte voor ontslag stond aange
bedrag, deeleniets wat de schatkist slecht teekend en alsof hg een der minste was, maar
kon verdragen en waartoe de heer Harte niet
wilde medewerken.
Dit waren de hoofdargumenten, die door
de verschillende sprekers en door den minister,
in zgn antwoord nog eens herhaald, tegen het
sooialistisohe amendement werden aangevoerd
Wat ter verdediging door de heeren Ter
Laan en Schaper werd gezegd, was niet bgster
steekhoudend. De heer Ter Laan hield een
lang betoog over het woord «bedrgP' in
uit hetgeen De Ned. meedeelt, blgkt wel, dat
de hoofdreden toch was de poging van den
werkman om een uitkeering krachtens de
Ongevallenwet machtig te worden. Art. 102
der Ongevallenwet dat straf bedreigt, indien
de werkgever niet voldoet aan de verpliohting
tot aangifte of traoht te bewerken dat een
ongeval, aan een werkman overkomen, niet
ter kennis komt van de Rgksverzekeringsbank,
acht De Ned, niet afdoende. Het zou dat blad
zeer verwonderen, indien de heer De Ridder
op grond van dat artikel wordt vervolgd en
in elk geval zou voor het vervolg ontduiking
van dit artikel zeer gemakkelgk zgn.
Deze reohtskwesties zg aan de juristen over
gelaten. Ook de persoonlgke kwestie omtrent
het optreden van den heer De Ridder en zgn
werkman laten we rusten, temeer daar be
doelde arbeider reeds een betere betrekking
heeft gevonden. Maar op een belangrgk punt
in dit geval, wenschen wg toch even de aan
dacht te vestigen. Het motief van bedoelden
werkgever was namelgk om eens een einde te
maken aan het misbruik, dat door de arbeiders
van de «Ongevallenwet" wordt gemaakt, door
namelgk alle wissewasjes, die niets beduiden,
als «ongeval" te behandelen.
Ook over deze bewering is veel in de bladen
geschreven en men heeft ook den doktoren
verweten, dat zg in hun belang van iedere
kleinigheid een «geval" maken. Dit verwgt
sohgnt zeker niet verdiend, waar de Ongeval
lenwet den werkgever verplicht van ieder te
zgner kennis gekomen geval aangifte te doen.
De heer E. J. G W. Berghege te Enschedé
heeft o. a. mededeeling gedaan (m de A. R. Crt
van een brief, afkomstig van het bestuur der
Rgksverzekeringsbank, dat op de vraag of de
werkgever verplicht is van ieder onbeduidend
letsel aangifte te doen en een formulier te
doen invullen, antwoordde, «dat de wet geen
verschil maakt tusschen een beduidend en
onbeduidend letsel, zoodaiT de werkgever ver
plicht is van ieder ter zgner kennis gekomen
geval aangifte te doen."
Waar dat zoo is, zegt de heer Berghege,
blgkt het, dat het niet 't belang van de doe
toren is dat van elk kleinigheidje een geval
maakt, maar uitsluitend de Ongevallenwet, die
den werkgever verplicht van ieder ter zgner
kennis gekomen geval aangifte te doen.
Ware het niet de Ongevallenwet, die de
doctoren dwingt van alle wissewasjes notitie
te nemen, dan gelooft hg, dat een groot per
centage van die zoogenaamde gevallen dadelgk
uit de wereld geholpen zou worden.
En een ander werkgever vertelt
«Mgn werklieden zgn ook deelgenoot van
een onderling ziekenfonds. Door de uitkeering
van de Ongevallenwet plus die van het fonds
komt het voor, dat een categorie volwassen
werklieden (sjouwers) bg ziekte 150
160 van hun gewoon loon trekt.
Dit nu is zeker geen gezonde toestand.
De meening, dat sedert de Ongevallenwet
het aantal vermeende ongevallen sterk zou
zgn toegenomen is echter bestreden door den
bekenden oogarts te Rotterdam, dr J. H. de
Haas. Hg wgst er op, dat werkgevers, vooral
van groote bedrgven, slechts zeer onvolkomen
op de hoogte waren van het in hun bedrgven
voorkomende aantal zoogenaamd kleine on
gevallen, totdat de verplichting der Ongeval
lenwet, om voor ieder ongeval formulieren op
te maken en in te leveren, plotseling er hen
mede in kennis bracht.
Deze algemeene weerlegging geldt ook in
het bgzonder voor de fabriek Délf shaven. Het
aantal van 1894 tot heden jaarlgks wegens
ooglgden onder zgne behandeling gekomen
werklieden dier fabriek bedroeg 11, 11, 8, 22:
17, 19, 25, 18, 23, en voor dit jaar komen in
zgn registers voor 1 getroffene in Januari, 16
van 1 Februari tot 31 Ootober.
Meer oog-ongevallen zgn dus zeker niet
voorgekomen. En al die ongevallen zgn, even
als die uit vorige jaren, kleine ongevallen, die
de heer De Ridder waarschgnlgk tot de ver
meende rekent, want slechts driemaal bood bg
den dokter het ongevallenformulier der Rgks
verzekeringsbank aan.
Maar dan «liepen de werklieden der fabriek
Delfthaven in vroegere jaren ook bg de minste
kleinigheden naar den dokter", zonder dat de
direoteur het bemerkte, zegt dr De Haas.
Deze gevallen, door enkele betrokkenen be
kend gemaakt, hebben natuurlgk sleohts een
zeer betrekkelgke waarde. Om een oordeel te
vellen over de vraag of werkelgk misbruik
wordt gemaakt van de Ongevallenwet is een
ondervinding noodig over langoren tgd dan de
wet werkt en is bovenal een algemeen over
zicht noodzakelgk.
Daarom is van belang hetgeen mr dr J. E
Millard, griffier bg den Raad van beroep te
Utreobt, over deze kwestie meedeelt in het
onlangs versohenen Centraal orgaan voor de
Ongevallen - Verzekering.
In de Tweede Kamer werd door den minis
ter het aantal ongevallen op ongeveer 20.000
per jaa* geraamd. Die raming is in de werke-
lgkheid verre overtroffen.
Terwgl in andere laxden het aantal onge
vallen in 't eerst klein was en slechts geleide-
lgk toenam, is men in Nederland grootscheeps
begonnen 1 Sedert 1 Februari jl., heeft er een
ware orkaan van «ongevallen" over Nederland
gewoed. Want sedert de inwerkingtreding der
wet zgn gemiddeld ongeveer 150 160 onge
vallen per dag aangegeven, terwgl op 66 per
dag gerekend was.
Moeten wg aannemen, dat de werklieden
werkelgk dagelgks door zoovele ongevallen
worden getroffen, of moeten wg het er voor
houden, dat door sommige werkgevers en
werklieden misbruik wordt gemaakt van de
wet, en dat in zeer vele gevallen aangifte
wordt gedaan van een «ongeval", dat bg een
redelgke interpretatie van de wet onmogelgk
een «ongeval" kan worden genoemd? vraagt
sohrgver.
Een stellig antwoord kan nog niet worden
gegeven, maar voorloopig sohgnt de laatste
meening de meest aannemelgke. Immers,
wanneer men ziet van welke ongevallen aan
gifte wordt gedaan, en de verschillende werk
gevers daaromtrent boort; wanneer men ook
het groot aantal afwg zingen door de Bank
verneemt, dan moet men wel tot het besluit
komen, dat een belangrgk aantal personen er
op uit is op onrechtmatige wgze van de
nieuwe wet te profiteeren. In vele gevallen
wordt de onbeduidendste schram, ook al kan
deze onmogelgk tot bloedvergiftiging aanlei
ding geven, de onbeduidendste «kwetsuur",
soms uit een ontvelling bestaande, tot een
«ongeval" verheven, en dadelgk staan som
mige dootoren gereed, om te verklaren, dat de
«getroffene" 2 a 3 weken niet in staat zal zgn
te werken!
Dat de werklieden er op uit zgn van de
wet te profiteeren, is misschien niet onna-
tuurlgk. Meer bevreemdend is het, dat de
schromelgke overdrgving bg de aangiften voor
een niet gering deel aan de werkgevers te
wgten schgnt. Eensdeels worden velen gedre
ven door vrees voor straf bg niet-aangifte.
Ofschoon zelf overtuigd, dat het letsel geen
ongeval" kan genoemd worden, betoogen zg
«dat men het nooit kan weten, dat een aan
gifte in geen geval kwaad kan", en de geheele
machinerie van aangifte, opdraoht aan een
agent, verhoor, opmaking van prooes-verbaal,
onderzoek, beslissing, wordt in beweging ge
bracht, om soms uit te maken, dat een kneu
zing van een hand geen «bedrgfsongeval"
daarstelde I Een ander deel der werkgevers
daarentegen zegt openlgk, dat, aangezien zg
voor de Ongevallen-verzekering zulk zware
offers moeten brengen, zg ook gaarne zien,
dat hun werklieden er van «profiteeren", en
dat zg het daarom bg een zeer onbeduidend
letsel toeh maar «probeeren" bg de Bank!
Zg vergeten dat zg op den langen duur hun
eigen lasten verhoogen
Schrgver erkent echter, dat de positie van
den werkgever niet aangenaam is. In vele
gevallen is het voor hem onmogelgk te beoor-
deelen, onmiddellgk na de kwetsuur, of deze
nu het karakter draagt van een «ongeval",
waarover de wet zelve zich in het geheel niet
uitlaat, en moet hg dus veiligheidshalve aan
gifte doen. En de dootoren evenmin zgn
begaafd met de voorspellingsgave, en ramen
den tgd, dat de werkman buiten staat zal zgn
om te werken, bg de minste kwetsuur op 8 it
14 dagen, een raming bovendien, die immers
nooit in hun eigen financieel nadeel kan zgn!
Onze indruk is derhalve, aldus besluit
sohrgver, dat in dit opzioht althans de Onge
vallenwet niet geheel aan hare ware bestem
ming beantwoordt. Als oorzaak daarvan noemt
mr Milliard, dat niet eerst de ziekte-verzekering
is geregeld vóór de Ongevallen-verzekering.
De Ongevallen-verzekering behoort alleen te
voorzien in die gevallen, waar een werkman
niet tgdelgk maar voor goed, uit zgn gewonen
werkkring is gerukt, en dus gansoh zgn
eoonomisoh bestaan op het spel staat. Maar
waar hg sleohts zeer tgdelgk door een kwetsuur
buiten staat is, zgn gewoon werk bg zgn
gewonen werkgever te verrichten, daar kan
men alleen zeggen dat bg ziek is, en dat een
ziekte-verzekering hem behoort te waarborgen
tegen gebrek tgdens dat ziekteverloop.
Zoo is het ook in Duitschland geregeld; in
geen enkele wetgeving wordt dan ook door
Ongevallen-verzekering voorzien tegen de
gevolgen van zeer voorbggaande arbeidsstoornis
In Duitsohland zal zelfs na Januari 1904 de
termga van 13 weken, gedurende welke de
getroffene na het ongeval door ziekteverzekering
schadeloos wordt gesteld, uitgebreid worden
tot 26 weken.
Bg ziekte-verzekering nu kan veel beter
tegen misbruiken worden gewaakt. Deze kan
en moet gemeentelgk georganiseerd worden,
zoodat de kringen der verzekerden betrekkelgk
klein zgn en deze eikaars omstandigheden
kunnen kennen. En daar de arbeiders voor een
deel bgdragen in de lasten, zal door hen zelf
gewaakt worden tegen opdrg ving der onkosten
door onnoodige schadeloosstellingen. Gelukkig
bestaat er uitzioht dat een wetsontwerp ter
regeling der ziekte-verzekering zal worden
ingediend, waardoor dan ook de mogeigkheid
zal ontstaan om de uitkeeringen gedurende de
eerste weken na het ongeval, zoolang de ge
troffene feitelgk sleohts ziek is, ten laste van
de ziekteverzekering te brengen, en om niet
alleen de Ongevallen-verzekering belangrgk te
ontlasten, maar deze ook meer aan hare wer-
kelgke bestemming te doen beantwoorden.
(Zutph. Crt)
De Volksstem, een volksmannenkoor in
onze stad, dat indertgd is opgericht door
den Middelburgschen Bestuurdersbond en bg me
nige gelegenheid toonde zich met gver op de
zangkunst toe te leggen en meermalen blgk
gaf dit met succes te doen, viert Zondag a. zgn
vgfjarig bestaan.
Het geeft dan in het Schuttershof een concert
waarbg mejuffrouw B. van Ancum, concert
zangeres uit Amsterdam, haar medewerking zal
verleenen.
Mej. Van Ancum is hier geen onbekende.
In Januari 1902 heeft zg hier ter stede een
concert gegeven met een tweetal andere dames,
en in het verslag, dat de heer Morks toen van
dit conoert in ons blad gaf, werd met waar
deering melding gemaakt van haar sympathiek
altgeluid.
Het drama, 10 Ootober te Walzoorden
afgespeeld, waarbg een vissoher werd doodge
schoten, zal Dinsdag 1 December voor de
reohtbank te Middelburg worden behan-
handeld.
Tegen dien dag zgn de getuigen gedagvaard.
Zooals de vorige week is gemeld, worden
een drietal visschers uit Bouchaute, thans in
heohtenis, vervolgd wegens gewelddadig ver
zet en mishandeling van een marechaussee en
een brigadier van dat corps.
Het aantal sollicitanten voor de betrek
king van directeur van den Provincialen
stoombootdienst op de Wesfer-Schelde is be
reids boven de 40 geklommen.
Wanneer de benoeming zal plaats hebben
is nog niet vastgesteld.
In den naoht van Dinsdag op Woensdag
zgn uit een gesloten hok op een erf onder
Koudekerke vgf van de aoht zich daarin
bevindende kongnen ontvreemd..
De op het erf staande andere hokken zgn
niet «nagezien".
Het wetsontwerp betreffende de onteige
ning van een spoorweg tusschen Middelburg
en Domburg, met een zgtak van Koudekerke
naar Vlissingen, heeft bg het onderzoek in de
afdeelingen der Tweede Kamer tot geen be
denking aanleiding gegeven.
Sedert Maandagmorgen wordt te Goes
vermist een 57-jarig beer, ingezetene dier ge
meente. Men vermoedt, dat hg zich in de
omstreken ophoudt, of dat hem een ongeluk
is overkomen. Zg, die inlichtingen kunnen
geven aan de politie aldaar, doen dit.
Woensdagavond hield te T hol en de
heer dr L. Wagenaar van Middelburg, daartoe
uitgenoodigd door het bestuur van de Afd.
Tholen van den Volksbond, eene lezing over
Tweelrlei dronkenschap. Ongeveer een honderd
tal belangstellenden volgden den spreker, die
de aanwezigen wees op 't verkeerde van drank
misbruik, oisoboon z. i. het gebruik geheel te
verbieden onnoodig en onpractisch is. Hg
wekte allen op toe te treden tot den Volksbond
om mee te helpen dien kanker aan de volks
welvaart te bestrgden.
Aan het gebouw van het Provinciaal bestuur
te Middelburg werd heden aanbesteed
I. Het driejarig onderhoud van de Rgks-
contr'scarpe te Tholen, behoorende tot de
seewerken in Zeeland, gedurende de jaren
1904—1906. Raming 850 per jaar.
Ingeschreven werd door de Thoolsehe
heeren J. G. Gelderblom voor f 775 en J.
Geluk J.Lzn. ad f 673, per jaar.
II. Het onderhoud van de rgkszeeweringen
en havenwerken te Vlissingen en te
V e e r e gedurende de jaren 1904, 1905 en
1906, in twee peroeelen. Raming eerste perceel
f 7530 en tweede f 4630 per jaar.
Hiervoor schreven in voor:
het eerste peroeel de heeren J. Willemse
voor 8760, W. Anker ad 8640, F. N, de
Rooy voor 7700, J. J. Krgger ad j 7685, G.
de Wilde Az., Kaltendgke, f 7490, A. A. de
Wilde, Goes, 7490, J. de Jonge, Middelburg,
7391 en W. Dekker, Veere, f 7166en
het tweede peroeel de heeren M.
Alewgnse, Veere, 4725, A. A. de Wilde voor
f 4690, J de Jonge ad 4613, en W. Dek
ker ad f 4398.
De vier eerstgenoemde inschrgvers voor het
eerste perceel wonen te Vlissingen.