Zaterdag 24 October, 146s Jaargang, Middtlburg 23 October. Uit Stad «n Provincie. Kameroverzicht. Woorden zonder daad. n°. 2of 1903. MIDDELBllRGSCHE Deze courant verschijnt dageljjks, met uitsondering ran Zon- en feestdagen. Prij-v, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afsonderlgke nummers kosten 5 cent. THBBMOMBTER BK VBBWACBUKt!. 28 Oot. 8 u. vm, 52 gr., 12 n 57 gr., av. 4 u. 54 gr. F. Verwacht: matige N. W. wind, veranderlik buiig weer, geringe afname in temperatuur AdvertentiSn20 cent per regel, öeboorte-, dood- en alle andere familieberichten on Dankbetuigingen Tan 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 eent. Beolamens 40 cent per regel. Streets {etters naar ie plaats, die zg innemen. Tot de plaatsing van advertenties en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betretteade Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Jklgesaeea AdvertralMe-jgstrma A. IcA SSASê Asm,,. ■»S5. Tf»»y!ksiP*w»B S««, Anntaréhssa. Zitting van Donderdag. Nadat de kamer drie dagen lang onafge broken rich met de telephoon- en telegraaf- wet bad beziggehouden, was het verklaarbaar, dat hedenmorgen de belangstelling voor het restant telephoonwet tot een minimum was gedaald. De aardigheid was er glad af. De heeren, voor zoover niet in de koffiekamer, schenen meer verdiept in oourantenleotuur en beschouwingen over het weder, dan geneigd naar den bekwamen telephoon specialiteit, den heer Tydeman, te luisteren. Deze bleef echter onverstoorbaar. Trouwens een eigenschap die de afgevaardigde van Tiel in hooge mate bezit en waarvan hg de laatste dagen merkwaardige proeven had afge legd. Het zegt n. 1. niet weinig een liohaam als de kamer belang te doen stellen in een droog onderwerp als de telephoon quaestie. Bovendien een zaak waarvan de meesten wei nig of niets wetenlaat staan er eenig oor deel over konden uitspreken. Toeh wist hg een gehoor te verkrggen, als ging het over een hoogst belangrgke politieke taak. En dit suooes was voor een niet gering ge deelte toe te schrgven aan de zooeven genoemde onverstoorbaarheid, waarmede hg als het ware de onverschilligheid, de onwetendheid, de on willigheid der Kamer veroverde Zgn dikwgls lange redevoeringen ving hg aan onder een algemeen gebrom en gegons. Eerst langzamer hand kon men de woorden opvangendaarna werden de woorden zinnen Het geroezemoes was verstomdde leden luisterden De stilte werd zóo, dat men een speld kon hooren vallen. Onafgebroken nu ging de spreker voort. AIb een machine, die afliep, kwamen de woorden er uit. Met een eentonigheid in voordracht, zooals misschien geen lid der Kamer bezit, wist hg toeh de aandacht te trekken en te behouden- Geen verheffing van stem duidde aan dat de spreker aan een be- langrgk argument was gekomen geea harts tocht, zelfs geen zweem van iets, dat op gevoel gelgkt, liet hg in zgn woorden doorschemeren. Over de telephoon-tarieven in België sprak bii op denzelfden toon als waarmede de vengnige repliek er uitkwam, die den armen heer Van "Wgck of den braven heer Pompe van Meerdervoort t n deel viel. Zaken, per sonen, aanval, verdediging, alles schoor hg over éen kam Geen bedreiging met den vinger, als bg den heer Troelstra; geen authoritaire bewegingen, als bg dr Kuypergeen theatrale gebaren als bg den heer Heemskerk; geen nagebootste verontwaardiging als bg den heer Borgesius, vergezelden de woorden van den heer Tydeman Kalm, bedaard, voor het gehoor wel eens opwindend bedaard stond hg kaarsrecht in zgn bank te oreeren. In de lange, magere figuur kwam geen beweging. De eene hand dikwgls in den zak, met de andere hand een groot vel papier vasthoudend, geleek hg een praat-automaat, die voortdurend werkte. Een indruk, die versterkt werd, als het oor aan den eentonigen, egalen klank der woorden ge wend begon te geraken. Soms deed het den ken aan een soort geluids-hypnose, die van dezen spreker uitging. Men wilde die altgd in één toon gehouden rede niet meer aanhoo ren, en toch ontbrak de kracht zich aan dien invloed te onttrekken. Was het omdat de vleesch geworden logica aantrok Was het omdat het zonderling boeide Zat het in de tegenstrgdigheid van deze dorre, droge manier van spreken, die een juist tegenovergestelde uitwerking had als anders het geval is? Wj weten het niet. Maar »singulier" was zg wel deze welsprekendheid zonder leven, hartstocht en gebaar. »Singulier" ook als contrast met de pathos van den deftigen minister, die bestreden werd; met de voordracht van den sanguinistisohen heer Lohman, een zgner andere bestrgders«singulier" ook omdat hg alléén met argumenten zonder meer de aan dacht van een grootendeels onwetende, onkun dige Kamer wist te trekken. Hoewel dit alles reeds geschiedenis van de voorgaande dagen is, mag ik, nu de behandeling der telephoonwet achter den rug is, er nog wel eens even aan herinneren. Het succes van den heer Tydeman is blgkens de stemming gering geweest. De wet is zonder zgn amendement, beoogende het beginsel van staatsexploitatie in de wet op te nemen, door de Kamer met 52 tegen 7 stemmen aangenomen. Maar deze uitslag doet niets af aan de hulde, die de afgevaardigde van Tiel toekomt voor de dege lgke verdediging van het door hem voorge staan beginsel van staatsexploitatie. Had het alleen afgehangen van argumenten, en ware de politiek, die voor dr Kuyper en zgie ministers steeds redding brengende politiek, er niet ten slotte aan te pas gekomen, dan zon de uitslag ongetwgfeld een andere geweest zgn. Maar nu de dag ras heden. Zooals wg reeds zeideo, de Kamer had geen lust meer naar de telephoon-oratiën te luisteren. Bg art. 17 had de heer Tydeman een nieuw art. 11 bis voorgesteld, om de beschikking over de tele phoon en telegraaf in tgden van oorlog of staat van beleg aan de militaire autoriteiten over te dragen. De heer LohmaB, die het niet met den voorsteller eens is, gelgk uit het debat van Woensdag bleek, was niet aanwezig. Vandaar dat het slechts tot een kleine scher mutseling kwam tusjchen den minister en den heer Tydeman, waaraan ook nog de heer Idsenga deelnam, met het resultaat, dat de minister het amendement na een onbeduidende wgziging overnam. Toen nog even bg art. 18 i teiephoongeheimen) de heer Tydeman aan het woord en vervolgens de stemming. Met 52 tegen 7 stemmen werd de wet a a n- e n o m e n. Alleen de socialisten en de heer Tydeman Btemden tegen E9n vreemd gezelschap dus, dat zich anders gewoonlgk niet best te zamen vindt Uit deze stemming blgkt echter ook hoe treurig het met de eensgezindheid der oud liberalen gesteld is. De politieke vrienden van den Tielsehen afgevaardigde lieten hem in de kou staan Het leerstellige stokpaardje van het particulier initiatief lag hun Bader aan het hart dan zich «solidair" met den partgganoot toonen. Afgescheiden daarvan wg kunnen ons voorstellen, dat de heeren rechts onge voelig waren gebleven voor 's heeren Tydemans betooge». Maar dat zgn eigen politieke geest verwanten zich weerhouden gevoelden, om door hun stem \an hun medegaan met zgn denk beelden blgk te geven dat is ons niet duidelgk. Tenzg het leerstellige, het vasthouden aan eenmaal aangenomen beginselen hier den doorslag heeft gegeven. In elk gevalvan eenige organisatie blgkt bg deze groep niets te bestaan. En zoo waren wg aan de mgawet gekomen Ook een «partieele wet"een wet met in het verschiet nog een andere, vollediger weteen wet met «algemeene maatregelen van bestuur". Een eohte schotel dus uit de Kuyperiaansohe keuken, en waarbg een kok behoort als de minister van waterstaat. De algemeene beschouwingen over deze wgziging van de mjjswet van 1810 leverden niet veel op In een lange rede verklaarde de heer Van Kol zich wel met het ontwerp te kannen vereenigen, vertelde veel van zgn onderzoek, in de Limburgsche mgnen ingesteld, maar overi gens waren het meest algemeenheden, die hg ten beste gaf. Van heel wat meer studie ge tuigde de rede van den heer Nolens. Ook deze spreker bleek met de voorgestelde wet mede te kunnen gaan. Hg achtte het zeer wenschelgk, dat de mgnpolitiek ook rekening hield met de toestanden, waarin de mgn- arbeiders verkeeren. Hierin kon zeer goed regelend opgetreden worden, zonder te wachten op de latere wet. De minister beaamde dit in zgn antwoord volkomen. Binnen vgf jaar zal een algemeene codificatie van al wat de mgnen betreft moeten tot stand komen, maar om intusschen aan de behoefte te voldoen, ten einde te doen uitkomen dat de mgnconeessie geen onbeperkt eigendom geeft, had hg deze regeling voorgedragen. Speculatie in mgn waarden wilde hg er door voorkomen. Interessanter dan de algemeene beschouwin gen was het debat over het op art. 9 voorge steld amendement-Van Kol. Dit liep over den 8 uren werkdag voor de mgnwerkers. De heer Va* Kol wilde dit beginsel in de wet vast leggen, de heeren Nolens en Borgesius, hoewel sympathie voor het beginsel voelende, waren van meening, dat het op dit oogenblik nog niet uit te voeren was. De heer Nolens noemde het amendement «voorbarig", «misplaatst", «te hard", «te laconiek", «te eenvoudig" en ten slotte «onmogelgk". Nu gelooven wg dat de afgevaardigde van Venlo er wel in geslaagd is deze opvattingen te rechtvaardigen. Hg toonde nl. aan, dat er in de praktgk rekening gehouden moest worden met uitzonderingen. Moest, vroeg bg, de 8 uur loopen van dag tot nacht- taak, «van houweel tot houweel," m. a. w.van het oogenblik af, dat de mgnwerker in de mgn afdaalt, totdat hg weder terug komtof van het oogenblik dat hg zgn houweel opneemt totdat hg dat nederlegt, dus in de mgn is Ook de heer Borgesius meende, dat hier nog geen beslissing moest genomen worden, voordat een onderzoek alle gegevens daaromtrent had opge leverd. Beide sprekers zouden tegen het amendement stemmen. Morgen is de minister aan het woord, die er waarschgnlgk ook geen ooren naar heeft. De heer Van Kol had heden geen goeden dag. Men seinde ons Donderdag uit 's-Gravenhage abusief dat het amendement verworpen en het wetsontwerp zonder hoofdelgke stemming aangenomen was. Zooals men weet, is één der doeleinden van de verleden jaar in werking getreden Woningwet, door geldelgken steun van rgks- en van gemeentewege aan vereenigingen, ven nootschappen en stichtingen, welke uitsluitend het belang van de volkshuisvesting werk zaam zgn, de verbetering dier volkshuisvesting te bevorderen. Al was echter het stelsel voor verleening van zoodanigen steun vastgelegd in de wet, de nadere uitwerking ervan, met de daarvoor vereischte regelen, werd overge laten aan het uitvoerend gezag. Dit had van die opdracht zich te kwjjten bg algemeenen maatregel van bestuur. En het heeft zulks, onder verantwoordelijkheid van den minister Kuyper, gedaan door een koninklijk besluit, dat de dagteekening droeg van 28 Jnli des vorige* jaars. Maar dit besluit bracht teleurstelling. Want op een zeer gewichtig punt bleek het in tastbaren, voor de zaak hoogst bedenkelgken strjjd met den wil van den wetgever. Deze heeft terecht de hnlp uit 's rjjks schatkist ge bonden aan de voorwaarde, dat ook door de gemeente van haar kant hulp zal worden ge boden in geljjke mate. Doch de onbetwisbare bedoeling was daarbjj, dat deze laatste, als zg besloot finantieel in te grgpen, zeker kon zgn, dal het rjjk eveneens zou bijspringen. Zon der eenig voorbehoud had de maker van de wet, de minister Borgesius, in zgn memorie van toelichting geschreven: «Konden gemeente raden, waar zg zichzelven belangrgke offers getroosten, niet op een tegemoetkoming uit de staatskas rékenen, het gevaar zou groot zgn, dat i* zeer vele gevallen ook de eigen op offeringen achterwege bleven." Uitdrukkelijk had hg er bggevoegd, dat «de vraag omtrent de finantieele kracht der gemeentekassen" er hier voor de rgksregeering buiten stond. Dat wil zeggenhet te-rade-gaan met haar finan- tia* moet de zaak zgn van de gemeente zelve, vóórdat zg tot handelen besluiten maar be sluiten zg daartoe, dan dan alléén, maar dan ook zeker moeten zg de medewerking erlangen van het rgk. Zoo was het -bedoeld en daartegen is bg de openbare beraadslaging over het wetsontwerp niemand in verzet gekomen. Welnn, hiermede is niet te rgmem de regeling in voornoemd koninklgk besluit. Want volgens die regeling, in art. 20 van het besluit, kan een bgdrage uit 's rgks middelen slechts worden toegekend aan zóódanige gemeenten, die andera door de harerzgds verleende hulp «te zeer zgn of zouden worden gedrukt." Wat nog erger isde eens toegekende rgksbgdrage kan weder worden ingetrokken, wnnneer de regeering va* oordeel is, dat de ge'delgke toestand der gemeente haar niet langer nood- zakelgk maakt. Dus een soort bedeeling aan de gemeente een stelsel van tegemoetkoming aan deze bg geldelgk onvermogen. Niet voor elke gemeente, die de handen aan de ploeg wil slaan, de waarborg, dat het rgk zgn deel van de noodige offers dragen zal Integendeel zelfs de kans, dat het rgk, na eerst te hebben meegedaan, over eenige jaren zich terugtrekt, de gemeente laat zitten met de gebakken peren, en haar laat opdraaien ook voor de andere helft van den aanvankelgk te zamen aanvaarden last 1 In het Sociaal Weekblad, va* 24 September 1902 opkomend tegen die averechtsohe toe passing va* het begiasel der wet, schreef mr Kerdgk«Zal het te verwonderen zgn, zoo dientengevolge in tal van gemeentehuizen de vroede vaderen zich achter de ooren krabben en de beurs gesloten houden Een prikkel tot handelen heelt de wetgever willen geven aan de gemeenten. In plaats daarvan komt de regeering ze van handelen afschrikken." »De vatte overtuigingdat er talie" reden was om de gewraakte regeling onmiddellijk" te herzien. Dat was op 12 December. En thans thans, einde October van een jaar later, is die her ziening er nog nietl Is het niet erg? En is het niet ergerlgk tevens? Bg diezelfde gelegenheid, op dien December dag van het vorige jaar, zeide de heer Kuyper over de regeeringsbemoeienis naar aanleiding van de Woningwet ie 't algemeen „In den korten tgd, dat ik aan het departement van binnenlandsche zaken die zaak heb kunnen nagaan, ben ik nog versterkt in mgn over tuiging, dat in deze krachtig gehandeld en doorgetast moet worden. Het is mg gebleken, dat niet alleen in het belang van de stofigke welvaart, maar ook van de bevordering van het zedelgk leven in ons vaderland, met kracht en met ernst moet doorgetast worden.... Men behoeft er dan ook niet aan te twgfelen, of het is de ernstige toeleg van dit Kabinet om in zake de ondervanging van den woning nood met ernst en kracht door te tasten." Alweder de tovertuiging," dat het uit stoffelgk èn zedelgk oogpunt dringend noodig was »door te tasten" met tkraeht en ernst." Niemand mocht er aan twgfelen, dat de regeering daarvan blgk zou geven. Wat zon de heer Kuyper verontwaardigd zgn opgesprongen, indien nochtans op dat oogenblik twgfel aan zgn woorden ware kond gedaan 1 Toch heeft de uitkomst getoond, dat zoodanige twgfel, gekoesterd door een vóó-uitziende, alleszins op zgn plaats zou zgn geweest. Inderdzadscherper kon de tegenstelling tnsschen woord en daad niet zgn uitgevallen. (F. D) STAATSSCHULD Het Handelsblad geeft een beschouwing over de tegenwoordige staatsschuld in vergelgking met die van 1850, en de conclusie dezer be schouwing moet een aangename stemming te weeg brengen. Waar de rente der staatsschuld in 1850 36 millioen 's jaars of II 50 per hoofd bedroeg is voor 1904 aan rente een som van 31 millioen, f 5.80 per hoofd, verschuldigd. Per hoofd dus slechts half zooveel als in 1850, terwgl de rente slechts een vgfde deel van de gewone middelen vraagt, tege* rnim de helft der gewone staats inkomsten in 1850. Maar 3 4 millioen is er bovendien uitgetrokken voor een geregelde schulddelging. De 8 millioen, die sinds 1850 hiervoor jaarlgks werden besteed, kwamen uit de Indische batige sloten. Omstreeks 1876 hiel den die baten op, daar ze ten behoeve van Iidië zelf werden aangewend. Door de* aanleg va* spoorwegen etc. werd de schuld van 1898 tot 1900 weer met 278 millioen vermeerderd, maar de verdelging ging door, zoodat de geheele schuld thans 90 mil lioen minder bedraagt dan in 1850. De slotsom is, dat ofschoon onze staatssohnld nog zeer hoog is, zg voor een groot deel in het leve* is geroepen door produotieve uit gaven. Het Hdbl. is van meening, dat, als er een staat werd opgemaakt van de tegenover de staatsschuld staande activa des lands, dit een bezit zou bljjken van meer dan 1000 millioen waarde, ruim 20 millioen meer dai de beurs waarde der staatsschuld. Men zou kunnen zeg gen, dat elk Nederlander met een klein batig saldo het leven intreedt, een bewering, die in elk geval juister is dan dat ieder bg zgn ge boorte aanstonds een schuld van 2 heeft. Aan critiek op het koninklgk besluit heeft het dan ook, toen kort na de uitvaardiging ervan de staatsbegrooting voor het thans loo pende jaar aan de orde kwam, in de Tweede kamer niet ontbroken. Zg werd uitgeoefend in het Voorloopig Verslag, in sohriftelgk ant woord waarop echter de minister niet verder wilde gaan dan de toezegging, het gewraakte art. 20 te zullen wgzigen, wanneer het in de praetgk blgken mocht op moeilgkheden te stuiten Het eigenaardige was hier intusschen dat die moeielgkheden juist niet blijken zouden, omdat de gemeentebesturen tengevolge van de regeling, gelgk zg tot dusver luidde, eenvoudig zouden stil zitten en *iets doen. Vandaar, dat bg de openbare beraadslaging over de staats begrooting werd aangedrongen op onverwglde herziening van het besluit. En toen met succes, i* zóóver als de minister van binnenlandsche zaken zich overtuigd verklaarde. «Ik wil gaarne erkennen", zoo sprak hg, «dat de dis- enssie van heden mg tot de vaBte overtuiging heelt gebracht, dat er alle reden bestaat om de praktgk zelfs niet af te wachten en onmid- dellgk het artikel te wgzigen". BMUKKINGM Bg kon. besluit is benoemd tot commissaris van politie te 's Gravenhage L. A. G. Wulffers, thans inspecteur van politie aldaar; is aan W. F.^Luiting, op verzoek, eervol o«t slag verleend als bode bg de rgksverzekerings- baak is aan den kapitein G. J. baron van Slinge- landt, vaa het 2de reg. inf. onder toekenning van pensioen, eervol ontslag nit den militairen dienst verleend is aan M. A. Schnt, directeur van het post en telegraafkantoor te Doesbnrgh, op verzoek als zoodanig eervol ontslag nit s' rgks dienst verleend TWEEDE KAMER. Onkosten door de stakingen. De buitengewone omstandigheden, die zich in de eerste helft van het jaar 1903 hebben voorgedaan, en in verband waarmede het tg de Igk onder de wapenen roepen van enkele lioh. tinge* noodig is geweest, hebben nitgaven gevorderd, die niet kunnen worden bestreden uit de sommen, toegestaan op onderscheidene artikelen van de begrooting voor het Departe ment va* Oorlog voor het loopende dienstjaar. Bg de vaststelling van het hiertoe benoo digde is er naar gestreefd, rekening te honden met de omstandigheden, die anderzgds eenige vermindering zouden hebben veroorloofd, zoo als het vervallen va* de herhalingsoefeningen voor de miliciens der lichting 1900, en het later onder de wapenen komen van de mili ciens der lichting 1903 bg de korpsen infan terie en genietroepen, alsmede met het niet honden van veldoefeuingeu op groote schaal. De gezamenlgke verhoogingen, thans bg snppletoire begrooting aangevraagd, bedragen 1.100 520, Daaronder zgn ook begrepen de kosten voor de nieuwe afdeeling Comptabiliteit aan het dep. van oorlog de kosten veroorzaakt wegens huur en inrichting van het gebouw op het Spui waar die afdeeling is gevestigd benevens voor huishoudelgke uitgaven voorts tot verbetering van het bureel van den plaat- selgken commandant te Amsterdamvoor de her-inrichting van het hoofdwachtgebouw te s-Gravenhage tot waohtgebouw benevens o. a. voor het herstellen van watersohade aan de West. waterkeering te Hellevoetsluis. Er wordt ook f 311.000 meer gevraagd wegens de ver hoogde prgzen van levensmiddelen, en 38.000 p. st in verband met de pensioenwet, die op Maart van dit jaar is ingevoerd. De verhoogingen zgn als volgt verdeeld le afd. kosten van het departement 20.800; 3e afd traktementen enz. met 33.5004e afd. soldgen, toelagen enz. met 567.600 5e afdgeneesk. dienst met f 18.100 8e afd. dienst der genie met 33.8209e afd. aan koop van levensmiddelen, met f 842.80010e afd. kleeding en uitrusting, met f 11.500; 12 aid. verplaatsing van personen en goederen met 21 700 13e afd. verschillende uitgave* met 6000 14e afd non aotiviteits-trakte- menten, pensioenen enz met 38.000 ;en 16e afd. wapen der mareohausssees met f 6700. Naar men ons thans nit V 1 i s s i n g e n van officieel e zgde meldt, legt de heer C. L. van Woelderen met een Januari zgne betrek king van directeur der stoomvaartmaatschappg Zeeland neder. De St, Ct. bevat de statuten van de Ver- eeniging tot bescherming der rechten van belang hebbenden bij de stoomvaartmaatschappij Zeeland ie Amsterdam De vereeniging stelt zich in de eerste plaats ten den doel de belangen waar te nemen van de houders van obligatiën der stoomvaart- maatsehappg Zeeland, die de bescherming van hunne rechten aan de vereeniging op de door baar vast te stellen voorwaarden zullen heb ben opgedragen. De vereeniging kan zioh ook belasten met de waarneming der belangen van aandeelhouders en andere crediteuren dan obligatiehouders der stoomvaartmaatsohappg, indien deze haar daartoe moohten uitnoodigen, in welk geval ook daarvoor de voorwaarden door de vereeniging voorat zullen vastgesteld worden. De vereeniging tracht haar doel te bereiken lo. door tegen afgifte van certificaten aan toonder, de bjj haar ingeleverde stukken over te nemen; 2o. door overal, waar zulks noodig of wen schelgk zal voorkomen, hetzjj in of buiten rechten, de belangen der obligatiehouders, andere crediteuren of aandeelhouders te be hartigen en voor hunne rechten op te komen. Donderdag avond reed te Nieuw- e St Joosland, op den hoek van den Molen- djjk, wegens de duisternis, een kar tegen een paal. Een daarin zittend echtpaar werd door de* sohok er uit geworpen, bg welken val de man zgn arm uit het lid geraakte, en de vrouw haar sleutelbeen brak. De voerman bezeerde zieh ook door dien val. In de Donderdagavond door den gemeente raad van Goes gehouden vergadering werd aan mej. H. Eisseeuw, op haar verzoek, met ingang van 1 Jan. a. eervol ontslag verleend als onderwgzeres. Besloten werd een 118tal boomen aan den weg naar Wilhelminadorp en 29 aan den Keizersdgk te laten rooien en daarvoor nieuwe aan te planten. Aan A. Jacobs werd in erfpacht uitgegeven een stuk gemeentegrond aan het eind van de Westerstraat, om daarop twee arbeiderswonin gen te bouwen. De erfpachtscan on werd be paald op 8 cent per c. a. De rekening der dd. schutterg over 1902 werd vastgesteld in ontvang op 588.65 en in uitgaaf op t 403.07, dus met een goed slot van f 185.58 en de begrooting voor 1904 op f 380 in ontvang en uitgaaf. Na uitgebreide discussie en met enkele wgzigingen werd de gemeentebegrooting voor 1904 in ontvang en uitgaaf vastgesteld op 107.910.65®. Het bedrag van den hooidelgken omslag werd bepaald op 25 500. De beplanting van de Markt, zooals door burg. en weth. was voorgesteld, werd afge stemd, evenals de door hetzelfde college voor-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1