Zaterdag
24 October,
146s Jaargang,
Middtlburg 23 October.
Uit Stad «n Provincie.
Kameroverzicht.
Woorden zonder daad.
n°. 2of
1903.
MIDDELBllRGSCHE
Deze courant verschijnt dageljjks, met uitsondering ran Zon- en feestdagen.
Prij-v, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.
Afsonderlgke nummers kosten 5 cent.
THBBMOMBTER BK VBBWACBUKt!.
28 Oot. 8 u. vm, 52 gr., 12 n 57 gr., av. 4 u. 54 gr. F. Verwacht: matige N. W. wind,
veranderlik buiig weer, geringe afname in temperatuur
AdvertentiSn20 cent per regel, öeboorte-, dood- en alle andere familieberichten on
Dankbetuigingen Tan 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 eent. Beolamens 40 cent per regel.
Streets {etters naar ie plaats, die zg innemen.
Tot de plaatsing van advertenties en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betretteade
Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Jklgesaeea AdvertralMe-jgstrma
A. IcA SSASê Asm,,. ■»S5. Tf»»y!ksiP*w»B S««, Anntaréhssa.
Zitting van Donderdag.
Nadat de kamer drie dagen lang onafge
broken rich met de telephoon- en telegraaf-
wet bad beziggehouden, was het verklaarbaar,
dat hedenmorgen de belangstelling voor het
restant telephoonwet tot een minimum was
gedaald. De aardigheid was er glad af. De
heeren, voor zoover niet in de koffiekamer,
schenen meer verdiept in oourantenleotuur en
beschouwingen over het weder, dan geneigd
naar den bekwamen telephoon specialiteit,
den heer Tydeman, te luisteren.
Deze bleef echter onverstoorbaar. Trouwens
een eigenschap die de afgevaardigde van
Tiel in hooge mate bezit en waarvan hg de
laatste dagen merkwaardige proeven had afge
legd. Het zegt n. 1. niet weinig een liohaam
als de kamer belang te doen stellen in een
droog onderwerp als de telephoon quaestie.
Bovendien een zaak waarvan de meesten wei
nig of niets wetenlaat staan er eenig oor
deel over konden uitspreken. Toeh wist hg
een gehoor te verkrggen, als ging het over
een hoogst belangrgke politieke taak.
En dit suooes was voor een niet gering ge
deelte toe te schrgven aan de zooeven genoemde
onverstoorbaarheid, waarmede hg als het ware
de onverschilligheid, de onwetendheid, de on
willigheid der Kamer veroverde Zgn dikwgls
lange redevoeringen ving hg aan onder een
algemeen gebrom en gegons. Eerst langzamer
hand kon men de woorden opvangendaarna
werden de woorden zinnen Het geroezemoes
was verstomdde leden luisterden De stilte
werd zóo, dat men een speld kon hooren
vallen. Onafgebroken nu ging de spreker
voort. AIb een machine, die afliep, kwamen
de woorden er uit. Met een eentonigheid in
voordracht, zooals misschien geen lid der
Kamer bezit, wist hg toeh de aandacht te
trekken en te behouden- Geen verheffing van
stem duidde aan dat de spreker aan een be-
langrgk argument was gekomen geea harts
tocht, zelfs geen zweem van iets, dat op gevoel
gelgkt, liet hg in zgn woorden doorschemeren.
Over de telephoon-tarieven in België sprak
bii op denzelfden toon als waarmede de
vengnige repliek er uitkwam, die den armen
heer Van "Wgck of den braven heer Pompe
van Meerdervoort t n deel viel. Zaken, per
sonen, aanval, verdediging, alles schoor hg
over éen kam
Geen bedreiging met den vinger, als bg den
heer Troelstra; geen authoritaire bewegingen,
als bg dr Kuypergeen theatrale gebaren als
bg den heer Heemskerk; geen nagebootste
verontwaardiging als bg den heer Borgesius,
vergezelden de woorden van den heer Tydeman
Kalm, bedaard, voor het gehoor wel eens
opwindend bedaard stond hg kaarsrecht
in zgn bank te oreeren. In de lange, magere
figuur kwam geen beweging. De eene hand
dikwgls in den zak, met de andere hand een
groot vel papier vasthoudend, geleek hg een
praat-automaat, die voortdurend werkte. Een
indruk, die versterkt werd, als het oor aan
den eentonigen, egalen klank der woorden ge
wend begon te geraken. Soms deed het den
ken aan een soort geluids-hypnose, die van
dezen spreker uitging. Men wilde die altgd
in één toon gehouden rede niet meer aanhoo
ren, en toch ontbrak de kracht zich aan dien
invloed te onttrekken. Was het omdat de
vleesch geworden logica aantrok Was het
omdat het zonderling boeide Zat het in de
tegenstrgdigheid van deze dorre, droge manier
van spreken, die een juist tegenovergestelde
uitwerking had als anders het geval is? Wj
weten het niet. Maar »singulier" was zg wel
deze welsprekendheid zonder leven, hartstocht
en gebaar. »Singulier" ook als contrast met
de pathos van den deftigen minister, die
bestreden werd; met de voordracht van den
sanguinistisohen heer Lohman, een zgner
andere bestrgders«singulier" ook omdat hg
alléén met argumenten zonder meer de aan
dacht van een grootendeels onwetende, onkun
dige Kamer wist te trekken.
Hoewel dit alles reeds geschiedenis van de
voorgaande dagen is, mag ik, nu de behandeling
der telephoonwet achter den rug is, er nog wel
eens even aan herinneren. Het succes van den
heer Tydeman is blgkens de stemming gering
geweest. De wet is zonder zgn amendement,
beoogende het beginsel van staatsexploitatie
in de wet op te nemen, door de Kamer met
52 tegen 7 stemmen aangenomen. Maar deze
uitslag doet niets af aan de hulde, die de
afgevaardigde van Tiel toekomt voor de dege
lgke verdediging van het door hem voorge
staan beginsel van staatsexploitatie. Had het
alleen afgehangen van argumenten, en ware
de politiek, die voor dr Kuyper en zgie ministers
steeds redding brengende politiek, er niet ten
slotte aan te pas gekomen, dan zon de uitslag
ongetwgfeld een andere geweest zgn.
Maar nu de dag ras heden. Zooals wg
reeds zeideo, de Kamer had geen lust meer
naar de telephoon-oratiën te luisteren. Bg art.
17 had de heer Tydeman een nieuw art. 11 bis
voorgesteld, om de beschikking over de tele
phoon en telegraaf in tgden van oorlog of
staat van beleg aan de militaire autoriteiten
over te dragen. De heer LohmaB, die het niet
met den voorsteller eens is, gelgk uit het
debat van Woensdag bleek, was niet aanwezig.
Vandaar dat het slechts tot een kleine scher
mutseling kwam tusjchen den minister en den
heer Tydeman, waaraan ook nog de heer
Idsenga deelnam, met het resultaat, dat de
minister het amendement na een onbeduidende
wgziging overnam. Toen nog even bg art. 18
i teiephoongeheimen) de heer Tydeman aan
het woord en vervolgens de stemming.
Met 52 tegen 7 stemmen werd de wet a a n-
e n o m e n.
Alleen de socialisten en de heer Tydeman
Btemden tegen
E9n vreemd gezelschap dus, dat zich anders
gewoonlgk niet best te zamen vindt
Uit deze stemming blgkt echter ook hoe
treurig het met de eensgezindheid der oud
liberalen gesteld is. De politieke vrienden van
den Tielsehen afgevaardigde lieten hem in de
kou staan Het leerstellige stokpaardje van
het particulier initiatief lag hun Bader aan het
hart dan zich «solidair" met den partgganoot
toonen. Afgescheiden daarvan wg kunnen
ons voorstellen, dat de heeren rechts onge
voelig waren gebleven voor 's heeren Tydemans
betooge». Maar dat zgn eigen politieke geest
verwanten zich weerhouden gevoelden, om door
hun stem \an hun medegaan met zgn denk
beelden blgk te geven dat is ons niet duidelgk.
Tenzg het leerstellige, het vasthouden aan
eenmaal aangenomen beginselen hier den
doorslag heeft gegeven. In elk gevalvan eenige
organisatie blgkt bg deze groep niets te bestaan.
En zoo waren wg aan de mgawet gekomen
Ook een «partieele wet"een wet met in het
verschiet nog een andere, vollediger weteen
wet met «algemeene maatregelen van bestuur".
Een eohte schotel dus uit de Kuyperiaansohe
keuken, en waarbg een kok behoort als de
minister van waterstaat.
De algemeene beschouwingen over deze
wgziging van de mjjswet van 1810 leverden niet
veel op In een lange rede verklaarde de heer
Van Kol zich wel met het ontwerp te kannen
vereenigen, vertelde veel van zgn onderzoek, in
de Limburgsche mgnen ingesteld, maar overi
gens waren het meest algemeenheden, die hg
ten beste gaf. Van heel wat meer studie ge
tuigde de rede van den heer Nolens. Ook
deze spreker bleek met de voorgestelde wet
mede te kunnen gaan. Hg achtte het zeer
wenschelgk, dat de mgnpolitiek ook rekening
hield met de toestanden, waarin de mgn-
arbeiders verkeeren. Hierin kon zeer goed
regelend opgetreden worden, zonder te wachten
op de latere wet. De minister beaamde dit
in zgn antwoord volkomen. Binnen vgf jaar
zal een algemeene codificatie van al wat de
mgnen betreft moeten tot stand komen, maar
om intusschen aan de behoefte te voldoen, ten
einde te doen uitkomen dat de mgnconeessie
geen onbeperkt eigendom geeft, had hg deze
regeling voorgedragen. Speculatie in mgn
waarden wilde hg er door voorkomen.
Interessanter dan de algemeene beschouwin
gen was het debat over het op art. 9 voorge
steld amendement-Van Kol. Dit liep over den
8 uren werkdag voor de mgnwerkers. De heer
Va* Kol wilde dit beginsel in de wet vast
leggen, de heeren Nolens en Borgesius, hoewel
sympathie voor het beginsel voelende, waren
van meening, dat het op dit oogenblik nog
niet uit te voeren was. De heer Nolens noemde
het amendement «voorbarig", «misplaatst", «te
hard", «te laconiek", «te eenvoudig" en ten
slotte «onmogelgk". Nu gelooven wg dat de
afgevaardigde van Venlo er wel in geslaagd is
deze opvattingen te rechtvaardigen. Hg toonde
nl. aan, dat er in de praktgk rekening gehouden
moest worden met uitzonderingen. Moest,
vroeg bg, de 8 uur loopen van dag tot nacht-
taak, «van houweel tot houweel," m. a. w.van
het oogenblik af, dat de mgnwerker in de mgn
afdaalt, totdat hg weder terug komtof van het
oogenblik dat hg zgn houweel opneemt totdat
hg dat nederlegt, dus in de mgn is Ook
de heer Borgesius meende, dat hier nog geen
beslissing moest genomen worden, voordat een
onderzoek alle gegevens daaromtrent had opge
leverd. Beide sprekers zouden tegen het
amendement stemmen.
Morgen is de minister aan het woord, die
er waarschgnlgk ook geen ooren naar heeft.
De heer Van Kol had heden geen goeden dag.
Men seinde ons Donderdag uit 's-Gravenhage
abusief dat het amendement verworpen en
het wetsontwerp zonder hoofdelgke stemming
aangenomen was.
Zooals men weet, is één der doeleinden
van de verleden jaar in werking getreden
Woningwet, door geldelgken steun van rgks-
en van gemeentewege aan vereenigingen, ven
nootschappen en stichtingen, welke uitsluitend
het belang van de volkshuisvesting werk
zaam zgn, de verbetering dier volkshuisvesting
te bevorderen. Al was echter het stelsel voor
verleening van zoodanigen steun vastgelegd
in de wet, de nadere uitwerking ervan, met
de daarvoor vereischte regelen, werd overge
laten aan het uitvoerend gezag. Dit had van
die opdracht zich te kwjjten bg algemeenen
maatregel van bestuur. En het heeft zulks,
onder verantwoordelijkheid van den minister
Kuyper, gedaan door een koninklijk besluit,
dat de dagteekening droeg van 28 Jnli des
vorige* jaars.
Maar dit besluit bracht teleurstelling.
Want op een zeer gewichtig punt bleek het
in tastbaren, voor de zaak hoogst bedenkelgken
strjjd met den wil van den wetgever. Deze
heeft terecht de hnlp uit 's rjjks schatkist ge
bonden aan de voorwaarde, dat ook door de
gemeente van haar kant hulp zal worden ge
boden in geljjke mate. Doch de onbetwisbare
bedoeling was daarbjj, dat deze laatste, als zg
besloot finantieel in te grgpen, zeker kon zgn,
dal het rjjk eveneens zou bijspringen. Zon
der eenig voorbehoud had de maker van de
wet, de minister Borgesius, in zgn memorie
van toelichting geschreven: «Konden gemeente
raden, waar zg zichzelven belangrgke offers
getroosten, niet op een tegemoetkoming uit
de staatskas rékenen, het gevaar zou groot zgn,
dat i* zeer vele gevallen ook de eigen op
offeringen achterwege bleven." Uitdrukkelijk
had hg er bggevoegd, dat «de vraag omtrent
de finantieele kracht der gemeentekassen" er
hier voor de rgksregeering buiten stond. Dat
wil zeggenhet te-rade-gaan met haar finan-
tia* moet de zaak zgn van de gemeente zelve,
vóórdat zg tot handelen besluiten maar be
sluiten zg daartoe, dan dan alléén, maar
dan ook zeker moeten zg de medewerking
erlangen van het rgk. Zoo was het -bedoeld
en daartegen is bg de openbare beraadslaging
over het wetsontwerp niemand in verzet
gekomen.
Welnn, hiermede is niet te rgmem de regeling
in voornoemd koninklgk besluit. Want volgens
die regeling, in art. 20 van het besluit, kan
een bgdrage uit 's rgks middelen slechts
worden toegekend aan zóódanige gemeenten,
die andera door de harerzgds verleende hulp
«te zeer zgn of zouden worden gedrukt." Wat
nog erger isde eens toegekende rgksbgdrage
kan weder worden ingetrokken, wnnneer de
regeering va* oordeel is, dat de ge'delgke
toestand der gemeente haar niet langer nood-
zakelgk maakt.
Dus een soort bedeeling aan de gemeente
een stelsel van tegemoetkoming aan deze bg
geldelgk onvermogen. Niet voor elke gemeente,
die de handen aan de ploeg wil slaan, de
waarborg, dat het rgk zgn deel van de noodige
offers dragen zal Integendeel zelfs de kans,
dat het rgk, na eerst te hebben meegedaan,
over eenige jaren zich terugtrekt, de gemeente
laat zitten met de gebakken peren, en haar
laat opdraaien ook voor de andere helft van
den aanvankelgk te zamen aanvaarden last 1
In het Sociaal Weekblad, va* 24 September
1902 opkomend tegen die averechtsohe toe
passing va* het begiasel der wet, schreef mr
Kerdgk«Zal het te verwonderen zgn, zoo
dientengevolge in tal van gemeentehuizen de
vroede vaderen zich achter de ooren krabben
en de beurs gesloten houden Een prikkel
tot handelen heelt de wetgever willen geven
aan de gemeenten. In plaats daarvan komt
de regeering ze van handelen afschrikken."
»De vatte overtuigingdat er talie" reden was
om de gewraakte regeling onmiddellijk" te
herzien.
Dat was op 12 December. En thans
thans, einde October van een jaar later, is die her
ziening er nog nietl Is het niet erg? En is
het niet ergerlgk tevens?
Bg diezelfde gelegenheid, op dien December
dag van het vorige jaar, zeide de heer Kuyper
over de regeeringsbemoeienis naar aanleiding
van de Woningwet ie 't algemeen „In den
korten tgd, dat ik aan het departement van
binnenlandsche zaken die zaak heb kunnen
nagaan, ben ik nog versterkt in mgn over
tuiging, dat in deze krachtig gehandeld en
doorgetast moet worden. Het is mg gebleken,
dat niet alleen in het belang van de stofigke
welvaart, maar ook van de bevordering van
het zedelgk leven in ons vaderland, met
kracht en met ernst moet doorgetast worden....
Men behoeft er dan ook niet aan te twgfelen,
of het is de ernstige toeleg van dit Kabinet
om in zake de ondervanging van den woning
nood met ernst en kracht door te tasten."
Alweder de tovertuiging," dat het uit stoffelgk
èn zedelgk oogpunt dringend noodig was »door
te tasten" met tkraeht en ernst." Niemand mocht
er aan twgfelen, dat de regeering daarvan
blgk zou geven.
Wat zon de heer Kuyper verontwaardigd
zgn opgesprongen, indien nochtans op dat
oogenblik twgfel aan zgn woorden ware kond
gedaan 1 Toch heeft de uitkomst getoond,
dat zoodanige twgfel, gekoesterd door een
vóó-uitziende, alleszins op zgn plaats zou zgn
geweest.
Inderdzadscherper kon de tegenstelling
tnsschen woord en daad niet zgn uitgevallen.
(F. D)
STAATSSCHULD
Het Handelsblad geeft een beschouwing over
de tegenwoordige staatsschuld in vergelgking
met die van 1850, en de conclusie dezer be
schouwing moet een aangename stemming te
weeg brengen.
Waar de rente der staatsschuld in 1850 36
millioen 's jaars of II 50 per hoofd bedroeg
is voor 1904 aan rente een som van 31 millioen,
f 5.80 per hoofd, verschuldigd. Per hoofd dus
slechts half zooveel als in 1850, terwgl de rente
slechts een vgfde deel van de gewone middelen
vraagt, tege* rnim de helft der gewone staats
inkomsten in 1850. Maar 3 4 millioen is er
bovendien uitgetrokken voor een geregelde
schulddelging. De 8 millioen, die sinds 1850
hiervoor jaarlgks werden besteed, kwamen uit
de Indische batige sloten. Omstreeks 1876 hiel
den die baten op, daar ze ten behoeve van
Iidië zelf werden aangewend.
Door de* aanleg va* spoorwegen etc. werd
de schuld van 1898 tot 1900 weer met 278
millioen vermeerderd, maar de verdelging ging
door, zoodat de geheele schuld thans 90 mil
lioen minder bedraagt dan in 1850.
De slotsom is, dat ofschoon onze staatssohnld
nog zeer hoog is, zg voor een groot deel in
het leve* is geroepen door produotieve uit
gaven.
Het Hdbl. is van meening, dat, als er een
staat werd opgemaakt van de tegenover de
staatsschuld staande activa des lands, dit een
bezit zou bljjken van meer dan 1000 millioen
waarde, ruim 20 millioen meer dai de beurs
waarde der staatsschuld. Men zou kunnen zeg
gen, dat elk Nederlander met een klein batig
saldo het leven intreedt, een bewering, die in
elk geval juister is dan dat ieder bg zgn ge
boorte aanstonds een schuld van 2 heeft.
Aan critiek op het koninklgk besluit heeft
het dan ook, toen kort na de uitvaardiging
ervan de staatsbegrooting voor het thans loo
pende jaar aan de orde kwam, in de Tweede
kamer niet ontbroken. Zg werd uitgeoefend
in het Voorloopig Verslag, in sohriftelgk ant
woord waarop echter de minister niet verder
wilde gaan dan de toezegging, het gewraakte
art. 20 te zullen wgzigen, wanneer het in de
praetgk blgken mocht op moeilgkheden te
stuiten Het eigenaardige was hier intusschen
dat die moeielgkheden juist niet blijken zouden,
omdat de gemeentebesturen tengevolge van de
regeling, gelgk zg tot dusver luidde, eenvoudig
zouden stil zitten en *iets doen. Vandaar, dat
bg de openbare beraadslaging over de staats
begrooting werd aangedrongen op onverwglde
herziening van het besluit. En toen met succes,
i* zóóver als de minister van binnenlandsche
zaken zich overtuigd verklaarde. «Ik wil
gaarne erkennen", zoo sprak hg, «dat de dis-
enssie van heden mg tot de vaBte overtuiging
heelt gebracht, dat er alle reden bestaat om
de praktgk zelfs niet af te wachten en onmid-
dellgk het artikel te wgzigen".
BMUKKINGM
Bg kon. besluit
is benoemd tot commissaris van politie
te 's Gravenhage L. A. G. Wulffers, thans
inspecteur van politie aldaar;
is aan W. F.^Luiting, op verzoek, eervol o«t
slag verleend als bode bg de rgksverzekerings-
baak
is aan den kapitein G. J. baron van Slinge-
landt, vaa het 2de reg. inf. onder toekenning
van pensioen, eervol ontslag nit den militairen
dienst verleend
is aan M. A. Schnt, directeur van het post
en telegraafkantoor te Doesbnrgh, op verzoek
als zoodanig eervol ontslag nit s' rgks dienst
verleend
TWEEDE KAMER.
Onkosten door de stakingen.
De buitengewone omstandigheden, die zich
in de eerste helft van het jaar 1903 hebben
voorgedaan, en in verband waarmede het tg de
Igk onder de wapenen roepen van enkele lioh.
tinge* noodig is geweest, hebben nitgaven
gevorderd, die niet kunnen worden bestreden
uit de sommen, toegestaan op onderscheidene
artikelen van de begrooting voor het Departe
ment va* Oorlog voor het loopende dienstjaar.
Bg de vaststelling van het hiertoe benoo
digde is er naar gestreefd, rekening te honden
met de omstandigheden, die anderzgds eenige
vermindering zouden hebben veroorloofd, zoo
als het vervallen va* de herhalingsoefeningen
voor de miliciens der lichting 1900, en het
later onder de wapenen komen van de mili
ciens der lichting 1903 bg de korpsen infan
terie en genietroepen, alsmede met het niet
honden van veldoefeuingeu op groote schaal.
De gezamenlgke verhoogingen, thans bg
snppletoire begrooting aangevraagd, bedragen
1.100 520, Daaronder zgn ook begrepen de
kosten voor de nieuwe afdeeling Comptabiliteit
aan het dep. van oorlog de kosten veroorzaakt
wegens huur en inrichting van het gebouw
op het Spui waar die afdeeling is gevestigd
benevens voor huishoudelgke uitgaven voorts
tot verbetering van het bureel van den plaat-
selgken commandant te Amsterdamvoor de
her-inrichting van het hoofdwachtgebouw te
s-Gravenhage tot waohtgebouw benevens o. a.
voor het herstellen van watersohade aan de
West. waterkeering te Hellevoetsluis. Er wordt
ook f 311.000 meer gevraagd wegens de ver
hoogde prgzen van levensmiddelen, en 38.000
p. st in verband met de pensioenwet, die op
Maart van dit jaar is ingevoerd.
De verhoogingen zgn als volgt verdeeld
le afd. kosten van het departement 20.800;
3e afd traktementen enz. met 33.5004e
afd. soldgen, toelagen enz. met 567.600 5e
afdgeneesk. dienst met f 18.100 8e afd.
dienst der genie met 33.8209e afd. aan
koop van levensmiddelen, met f 842.80010e
afd. kleeding en uitrusting, met f 11.500; 12
aid. verplaatsing van personen en goederen
met 21 700 13e afd. verschillende uitgave*
met 6000 14e afd non aotiviteits-trakte-
menten, pensioenen enz met 38.000 ;en 16e
afd. wapen der mareohausssees met f 6700.
Naar men ons thans nit V 1 i s s i n g e n
van officieel e zgde meldt, legt de heer C. L.
van Woelderen met een Januari zgne betrek
king van directeur der stoomvaartmaatschappg
Zeeland neder.
De St, Ct. bevat de statuten van de Ver-
eeniging tot bescherming der rechten van belang
hebbenden bij de stoomvaartmaatschappij Zeeland
ie Amsterdam
De vereeniging stelt zich in de eerste plaats
ten den doel de belangen waar te nemen van
de houders van obligatiën der stoomvaart-
maatsehappg Zeeland, die de bescherming van
hunne rechten aan de vereeniging op de door
baar vast te stellen voorwaarden zullen heb
ben opgedragen.
De vereeniging kan zioh ook belasten met de
waarneming der belangen van aandeelhouders
en andere crediteuren dan obligatiehouders
der stoomvaartmaatsohappg, indien deze haar
daartoe moohten uitnoodigen, in welk geval ook
daarvoor de voorwaarden door de vereeniging
voorat zullen vastgesteld worden.
De vereeniging tracht haar doel te bereiken
lo. door tegen afgifte van certificaten aan
toonder, de bjj haar ingeleverde stukken over
te nemen;
2o. door overal, waar zulks noodig of wen
schelgk zal voorkomen, hetzjj in of buiten
rechten, de belangen der obligatiehouders,
andere crediteuren of aandeelhouders te be
hartigen en voor hunne rechten op te komen.
Donderdag avond reed te Nieuw- e
St Joosland, op den hoek van den Molen-
djjk, wegens de duisternis, een kar tegen een
paal. Een daarin zittend echtpaar werd door
de* sohok er uit geworpen, bg welken val de
man zgn arm uit het lid geraakte, en de
vrouw haar sleutelbeen brak. De voerman
bezeerde zieh ook door dien val.
In de Donderdagavond door den gemeente
raad van Goes gehouden vergadering werd
aan mej. H. Eisseeuw, op haar verzoek, met
ingang van 1 Jan. a. eervol ontslag verleend
als onderwgzeres.
Besloten werd een 118tal boomen aan den
weg naar Wilhelminadorp en 29 aan den
Keizersdgk te laten rooien en daarvoor nieuwe
aan te planten.
Aan A. Jacobs werd in erfpacht uitgegeven
een stuk gemeentegrond aan het eind van de
Westerstraat, om daarop twee arbeiderswonin
gen te bouwen. De erfpachtscan on werd be
paald op 8 cent per c. a.
De rekening der dd. schutterg over 1902
werd vastgesteld in ontvang op 588.65 en
in uitgaaf op t 403.07, dus met een goed slot
van f 185.58 en de begrooting voor 1904 op
f 380 in ontvang en uitgaaf.
Na uitgebreide discussie en met enkele
wgzigingen werd de gemeentebegrooting voor
1904 in ontvang en uitgaaf vastgesteld op
107.910.65®.
Het bedrag van den hooidelgken omslag
werd bepaald op 25 500.
De beplanting van de Markt, zooals door
burg. en weth. was voorgesteld, werd afge
stemd, evenals de door hetzelfde college voor-