Maandag 19 October. FEUILLETON. N°. 246. 14G9 Jaargang. 1903 De ondergang van la Fromentière. Twee proeven. Middelburg 17 October. Gemeenteraad van VTusingen. mr F. C. van Deinse »Gy zgt nog dezelfde Rose 1 Dat is goed Een beetje droevig over het vertrek van Lionore BIJVOEGSEL MIDDELBURGS» COURANT. vaa slechte afkomst wederom de slechte planten en behield ook daarvan groote en kleine poters. Voor 1902 deed men wederom hetzelfde. Groote poters en kleine poters van planten, voortgekomen uit groote aardappels, die ge durende drie jaar telkens van de beste planten waren genomen. Groote poters en kleine poters van planten, voortgekomen uit groote aardappels, die ge durende drie jaar de minste groote aardappels hadden voortgebracht. Hiermede werden nu eenige proefbedden beplant. Op het eene bed plantte men in de oneven rgen groote poters van de beste afkomst, in de even r£en groote poters van slechte af komst Op een dergelgk bed deed men met kleine poters op dezelfde wyze. De buitenste r$en werden niet in rekening gebracht. De aardappels werden alle met Bordeleesche pap 2 maal bespoten. Nu de uitslag. In het verslag van die proef Blauwboek bladz. 780) worden daaraan verschillende tabellen gewgdwjj bepalen ons tot de volgende Op het le bed leverden 132 planten van beste afkontst 148,8 EG aardappelen, waar onder 123,2 EG groote. De 121 planters van slechte aikcmst leverden 86,5 EG aardappelen, waarvan 63 EG groote. Bg de eerste bedroeg het aantal groote 83, by de tweede slechts 73 van de geheele opbrengst. De eerste soort leverde per plant 1,13 EG de tweede 0.72 EG. Herleidt men deze opbrengsten tot het be drag per hectare, dan heeft men Groote poters Totaal op- Opbrengst van brengst. groote Goede afkomst, 642 HL 5331/, HL Slechte afkomst 408297 Door deze getallen met 70 te vermenigvul. digen heeft men de opbrengst in kilogrammen Voor de kleine poters bekwam men de vol gende cyfers: Eleine poters Totaal op- Opbrengst van brengst per HA groote Goede afkomst 694 HL 660 HL Slechte afkomst 429 367 De opbrengst per plant was by de goede soort 1.34 EG per plant, waarvan 1.23 EG groote en by de slechte 0.77 EG, waaronder 0 64 EG groote. Op alle bedden gaven de planten van goede afkomst een soortgeiyk verschil met die van slechte afkomst, voor zoover het de Zeeuwsche blauwen betreft, waarmede by den heer J. Hartog te Hoogwoud proeven zyn genomen, waaruit de vorige resultaten zyn medegedeeld. By de proeven met Duitsche muizen, ge nomen by den heer Singer te Andyk, kreeg men op een paar uitzonderingen na geiyken uitslag. Op een paar bedden gaven daar aardappels van slechte afkomst betere uitkomsten dan die van goede afkomst. Uit deze proefnemingen besluit de heer Nobel lo. dat door op de beschreven wgze voort te gaan, steeds de beste planten kiezende uit die, welke voortgebracht worden door poters van goede afkomst en de slechtste uit die van slechte afkomst, hoe langer hoe duidelijker de invloed, di9n de poterjop de opbrengst uitoefent, in het oog zal vallen 2o. dat het mogelgk is door bovenstaande handelwgze voort te zetten een aardappelras te fokken, dat steeds groote opbrengsten levert Toen wy van den uitslag van deze proefne ming kennis hadden genomen, kwam by onB het denkbeeld op, of ook in Zeeland het volgend jaar niet zoodanige proeven zouden kunnen genomen worden. Er zgn volgens het ons toegezonden plan 7 proefvelden met aardappelen aangewezen voor 1904. Indien nu daaruit op gelgke wgze gezocht werden de beste en de slechtste planten en daarmede werd geheel op gelgke wyze als in Noord- Holland de proef eenige jaren herhaald, zou den wg dan ook niet kunnen geraken tot een standvastig ras met groot voortbrengingsver- mogea 't Is slechts eene vraag, maar toch eene die wel de aandacht verdient. II. Ben proef met mafs voor varkens. Onder leiding van den heer Broekema, directeur van de Bgkslandbouwsohool te Wageningen heeft men een voederproef geno men met varkens. Twaalf jeugdige dikhuiden werden verdeeld in vier groepen; elke groep van drie. Zy werden gevoerd met afgeroomde melk en aardappelen en ieder kreeg evenveel, maar in het toegevoegde krachtvoer bestond verschil I ontving 26 weken maïsmeel; II kreeg 26 weken een mengsel van rogge, boekweit en gerstemeel; III ontving gedurende 13 weken maïsmeel en daarna 13 weken het mengsel van II 17 voedde zich eerst 13 weken met het mengsel van II en daarna 13 weken met maïs meel. Toen werd van iedere groep een varken ge nomen en deze werden naar drie slagers ge zonden om te beoordeelen naar qualiteit. Het oordeel was eenstemmig, dat de var kens uit groep II het hardst, uit groep III iets minder hard, uit groep I zacht en uit groep 17 het slapst waren. 7oor 't maken van rookworst namen de varkens in qualiteit af in dezelfde volgorde Men kwam tot het besluit, dat varkens, alleen met maïs gevoerd, niet van de beste qualiteit zyn, maar dat die qualiteit verbeterd kan worden door in het laatste tgdperk een beter krachtvoer te geven. Maar nu de kosten. De varkens van gro9p I hebben 561/., minder gekost dan die van groep II, en f 34 minder dan die van groep III en groep 17. Wordt dus alleen rekening gehouden met de zwaarte en niet met de qualiteit, dan is mals het voeder, dat het grootste voordeel, oplevert. Wil de kooper ook naar de qualiteit betalen en is de prgs van gerst niet te hoog, dan voere men eerst het goedkoopere maïsmeel en later twee of drie maanden gerst, of een mengBel van rogge- en gerstemeel. Bovenmedegedeelde proef, genomen op ver zoek van het Bestuur van den Slagershond in Nederland, is van veel belang voor hen, die zich toeleggen op het mesten van varkens voor den verkoop. mNBOrWPBOBFmDBN. In het zoogenaamde >Blauwboek", verzame ling van verslagen betrekking hebbende op de van wege het rgk gesubsidieerde proefvelden enz., leest men aangaande de beide in Zeeland aangelegde tuinbouwproefvelden van 1902 het volgende van de hand van den toenmali- gen tuinbouwleeraar N. Nobel: Proefveld IX. Aangelegd ie Middelburg op kleigrond. Proef- nemer de beer C. J. Strmps te Middelburg. Bemestingsproefveld met jonge appel- boomen, bestemd om tot pyramiden te worden opgekweekt Doelden invloed van enkele kuntsmestbe- mestingen na te gaan op houtvorming en vruchtbaarheid. Voor proefveld is ingericht een veld, be plant met een veertigtal rgen van 30 twee- arige pyramiden, variëteit Winter Goldpaermain, welke in het vooijaar van 1901 als ée*jarige oculaties, geplaatst op wildelingen, geplant en toen op 40—50 cM. ingesneden zyn. De ryen zyn ingedeeld in 8 gelgke vakkeB, telkens gescheiden door eene onbemeste rg. Bemestingde vakken 1 en 5 OBtvingen 3 EG. chilisalpeter, 5 E.G superphosphaat2 en 6, 1 E G. chilisalpeter, l'/s E.G amrno- niumsulfaat, 5 E.G. superphosphaat; 3 en 7, E.G. superphosphaat; 4 en 8 bleven onbe- mest. 7erschil in groei was dit jaar niet waar te nemen. Proefveld X. Aangelegd te Middelburg ep kleigrond, Proef nemer de heer C. J Stomps te Middelburg. Bemestingsproefveld met jonge appel- boomen, die tot half en hoogstam zullen worden opgeleid. Doelden invloed van enkele kunstmestbe- mestingen op de stamvorming vooral na te gaan en daarby tevens de uitkomsten te ver gelijken met die, verkregen op proefveld IX Het veld is beplant met een 63 tal ryen, elk 70 wildelingen, waarop in 1901 by den grond oculaties zyn geplaatst van de volgende variëteiten, n 1.Winter Goldpaermain 14, Cat- seler Reinette 6, Goud 10, lante Dora 4, Bra- bantecbe Beliefeur 10, Baumans Reinette 10 en Court Pendu 9. Het terrein is ingedeeld in tien even groote perceelen, dwars over alle ryen loopende en gescheiden door smalle strooken, die niet be mest werden. Bemesting de perceelen 1 en 6 ontvingen 3 EG. chilisalpeter, 5 E.G. superposphaat, 2 E.G. kalium ohloride 2 en 7, 3 E.G. chilisal peter, 5 E.G. superphosphaat3 en 8, 3 E G. chilasalpeter4 en 9, 1 E.G.-ohilisalpeter, l'/j E.G. ammoniumsulfaat5 en 10 bleven onbe- mest. Ook hier trad nog geen verschil in groei op. Merkwaardig is het, dat ook van eene, door den proefnemer op een perceel, vlak naast proefveld X, gegeven kuastbemesting (6 E.G. superphosphaat 4 E.G. patentkali, l'/j E.G. ammoniumsulfaat, 1.5 E G chilisal peter) bg appels en peren geene uitwerking was te zien, terwyi de daartussohen staande bessestruiken zich op de ry af kenmerkten door sterker groei en grooter en donkerder bladen. De bessen bleken dus gevoeliger voor de bemesting dan appels en peren, hetgeen ten opzichte der peren overeenkomt met hetgeen proefveld 711 te zien gaf. Het zoude o. i. wensoheiyk zyn, dat die verslagen wat spoediger in druk verschenen, dan tegenwoordig het geval is. Zg komen nu wel wat laat. Zitting van 7rydag middag te 2 uren. 7oorzitter de heer jhr mr A. A. van Doorn van Eoudekerke. Afwezig de heeren 7an Raalte, Delvoye, Geel hoed en Smit. 1 vaoature. De voorzitter stelt aan de orde de beëedi- ging en installatie van het herkozen raadslid, den heer J. Bos Az. Deze wordt door den seoretaris binnengeleid en legt in de handen van den voorzitter de vereisohte eeden af, waarna de voorzitter hem met zyn benoeming geluk wensoht. 7ervolgens wordt mededeeüng gedaan van de ingekomen stukken. Daaronder behoort een schryven van mevr. de wed. E. M. Chevalier—7an der Hoeven en kinderen, houdende bericht van het overlgden van hun echtgenoot en vader, den heer E. M. Chevalier, in leven lid van den raad. Dit sohrgven is door burg. en weth. met een brief van rouwbeklag beantwoord. De voorzitter herinnert aan het 17-jarig lid maatschap van den overledene, die in verschei dene oommissies zitting had en als zoodanig veel gedaan heeft voor de gemeente. Hy was in dien raad geen lid dat veel sprak, maarhy was algemeen geacht om zyn opgewekt karakter en zal zeker by de leden in goede herinnering gehouden worden. Met applaus stemt de raad met deze toe sprak in. Hierna worden de notulen van het verhan delde in de vorige zitting gelezen en goed gekeurd. Ingekomen is een brief van den com missaris der Eoningin, houdende bericht dat jhr mr A. A. van Doorn van Eoudekerke door H. M. de Eoningin, met ingang vu 15 Ootober, is herbenoemd als burgemeester van 71issingen. De heer Loois meent namens den raad den voorzitter met die herbenoeming geluk te mogen wensohen. Hy herinnert aan den tyd, waarin da burgemeester zyn ambt tot heden vervulde. Viel in de eerste jaren eenige uit breiding der gemeente te oonstateeren, daarna heeft men een t ydperk van malaise doorgemaakt. Gelukkig heeft de maatschappy De Scheldt juist dezer dagen een nieuwe groote bestelling gekregen, en nu deze samenvalt met de her benoeming van den burgemeester hoopte hy dat deze in een nieuwe periode van bloei weer zgn kraohten aan de gemeente zal mogen wyden. Spreker meent hem daarby den steun en de meewerking van de raads leden te mogen toezeggen. Het treurigste van de geheele stemming 11. voor een lid der Provinciale staten in het district Halst komt ons voor het feit dat een derde deel der kiezers het goed vond thuis te blijven. Waar die 2091 thuisblijvers schuilen, valt gemakkelijk te begrijpen. Niet bij de anti-liberalen Die worden genoeg opgewekt, aange spoord, nagegaan. Maar onze geestverwanten vonden het beter hun kiezersplicht niet te vervullen. In 1901 waren zij veel flinker op hun post. x En aan hun ijver toen was het te danken dat de heer Jules Vogelvanger bijna geko zen was; aan hun laksheid thans is bet te wijten dat hij ditmaal 734 stemmen min der zegge minder verkreeg, en niet, zooals twee jaar geleden, in herstem ming komt. Dat is jammer. Zullen die achterblijvers nu revanche nemen Zij kunnen dit a. Dinsdag doen door te stemmen op den heer mr F. C. van Deinse. Wij hopen dat zij dit niet zullen nalaten. Eu vooral dat de liberale voormannen ijver zullen ontwikkelen en hunne mede standers zullen bewegen en aanzetten om hun plicht te doen. Het is noodig. Voor do herstemming behoeven zij zich niet warm te maken. Dan strijden de bond- genooten slechts met elkaar om den zege. Die laat ons koud. Maar a. Dinsdag kunnen zij nog een po ging doen om, evenals weleer voor het vroegere Statenlid Van Deinse, nu voor diens zoon alle krachten in te spannen. Wij noodigen hen ten dringendste uitte stemmen op i. Door de Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier zyn sedert eenige jaren onder leiding van den rykslandbouwleeraar in Noord-Hollond, den heer C. Nobel, proeven genomen over den invloed van de afkomst der poters op de op brengst der aardappelen. Men begon daarmede met het gewas van 1900. Men nam poters van die planten, welke het grootst aantal groote aardappels opleverden, waarvan het minimum gewicht bepaald was> en ook poters van die planten, welke het ge ringste aantal aardappels opleverden van dat minimum gewicht. 7an beide soorten nam men groote en kleine poters. Het volgend jaar deed men op geiyke wyze. Men nam van de planten uit groote aard appels van goede af komst wederom die, welke aan de hooger genoemde eischen voldeden, zoowel groote a's kleine, en van de aardappelen 17 Uit het Fransoh, VAN REN ±2 BJAZIN. Sohrjjver van: Donatienne en van Met geheel haar hart. VI. De terugkeer van Driot. De Lumineau's zwegen even. De weg draaide weer, en nu kwam la Fromentière in het gezioht. Geiy ktydig richtten vader en zoon zich op, hiel den zich met een hand aan het voertuig vast en keken naar de boerdery. De vos liep door, zonder dat iemand zioh om haar bekommerde. Driot verbleekte van ontroering. Hy voelde zioh weer kindzyn heele jeugd lag in de omgeving, die hy terug zag. Er was geen heuveltje, geen sloot, geen boom die hem niet welkom heette. Maar alles herinnerde hem ook aan den broer en de zuster, die hy niet meer zou vinden. Zonder de oogen van la Fromentière af te wenden, zonder een naam te noemen, zei hy »Ik zal hem te la Roohe gaan bezoeken; maar men is niet meer geheel broederB als men niet in hetzelfde dorp woont." Een oogenblik later tilde hy Marie-Rote van den grond, zag haar goed in de oogen, als een broer, die achterdochtig is geworden en die weinig meer aan vrouwendeugd gelooft maar ziende dat hare oogen open doch alleen wat droevig waren, omhelsde hg haar en zette haar weer neer. »Zie je dat »Natunriyk! Maar nu ben ik er weer Wy zullen zien zonder hen te leven, niet waar »En ik?" sprak een zware stem. Driot keerde zioh om en ging naar Ma- thurin toe, die kwam aanstrompelen. »Haast je niet, ouwe jongenik zal wel by je komenik heb goede beenen." Gebogen over de krukken, het hoofd van zyn broeder streelend, kon André geen woord tot troost meer uitbrengen. Hy had pas dien militairen kring verlaten, waar iedereen jong, flink, sterk en gezond is, en kon zyn ontroe ring niet verbergen by het zien van dien stumper, die hem angstig aankeekWat vind je van my P Denk je dat ik genezen zal Eindelgk zei hy >Arme jongen, ik ben biy dat ik je terug zie. Dus gaat het toch niet erger De ander duwde hem ongeduldig weg. >Het gaat veel beter, dat zal je zien. Ik loop veel gemakkeiyker. Ik kan weer staan, net als vóór drie jaar, toen ik meende te ge nezen Om te beginnen ga ik morgen met je naar de kerk." Om het antwoord te vermyden, wendde André zich tot zyn vader, die het paard had uitgespannen en heel vergenoegd aankwam, steeds zgn Driot aanziende. Zg gingen ge- zamenlgk in huis maar André moest voorgaan, alsoi hy op visite was. Hg ging echter niet dadeiyk zitten, maar liep van het eene ver trek in het andere en stak zonderling af, in zyn roode blauwe uniform, bg die boeren om geving. Hg stiet met opzet tegen de meubels om ze te voelen, deed de kast open, sneed een stuk brood af, en beet er in. Beter dan het Algergnsche brood, vrienden. Dat is gebak van Rose, niet waar fleerlgk 1 Wg zullen een goede boerin hebben." Steeds gevolgd door de geheele familie, ging hy van het huiB naar den stal en de schuren. »Dat zyn ossen, die ik niet ken." »Neen, die heb ik verleden winter ge kocht, op de kermis te Beauwir." »Ik wed dat ik aan hun gezichten kan zien hoe z| heeten 1 Die gele, die er niet heel dzpper uitziet, is Noblet, ei die kleine roode i« Matelot." »Preoies." >De oude zyn niets veranderd behalve dat ze sterker zgn en grooter horens hebbent Het moet goed ploegen zyn met dat span. Dag Paladin 1 Dag Cavalier De trouwe dieren die lagen te rusten* hieven de koppen op en zagen André met droomerige oogen aan. Iets verder bukte hy en nam een hand vol groen voeder op. »Mooie maïs, voor den tgd van 't jaar; die komt zeker van de boven akkers, van de Cailleterie »Neen." >Dan van la Jobiniére, waar nooit een graantje verloren gaat. Dat is een mooi stuk De vader antwoordde voor zgn beesten, voor zyn akkers, voor alles, gelukkig dat zyn zoon na drie jaren afwezigheid nog op de hoogte van het land was Intusschen hield deze zich vrooiyker dan hy was en verborg zgne sombere gedachten. Hg deed alsof hy in de schuur de vogelstrikken niet zag, die Franpois verleden winter gemaakt had. 7erder op, op de deel lag een verwelkte ruiker en hy fluisterde Marie-Rose in: »Heeft Francis dien nog geplukt? Ik kan je niet zeggen hoe het my spyt dat hg weg is. Het ver nadert voor my de heele boerdery." 7ader hoorde het gelukkig niet. Die zag niets dan z|n zoon, die teruggekeerd was de verzekerde toekomst van la Fromentière. In het groote vertrek komende, streek hy over de blauwe uniform en zei»Ik zie je heel P—1m graag zoomaar ik wed dat hei je tooh niet zal spyten om die plunje uit te trekken." »Dat is waar, vader ik ben niet ge kleed naar de mode van Sallertaine. Ik ga my verkleeden." Onder in de kist, voor het bed, waarin hy zou slapen, in de verste kamer, vond André zyn werkpak, zooals hy het den dag van zyn vertrek had weggeborgen. 7ol y delheid streek hy zyn knevel en den rand van zyn hoed op, stak een bloempje in zyn knoopsgat en de keukendeur openende, versoheen by als de knapste 7endeeër, met zyn gebruinde kleur en zyn gelukkig gelaat, om de vreugde der anderen. >0, Driot nu, hy is heelemaal thuis Nu ben je weer geheel myn zoon 1" riep de oude boer uit. »Eom, laten we samen drinkenOp je gezondheid, dat je te Fromen tière biyft, want ik word oud en je moet my vervangen." Het gelaat van Mathurin betrok by die woorden. Toen de glazen gevuld waren, hief hy ook het zyne opmaar hy klonk niet met André. Wordt verttflgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 5