Y rijdag
16 October.
mr F. C. van Deinse.
Middelburg 15 October.
146" Jaargang,
Kameroverzicht.
Treurig monnikenwerk.
N°. 244
1903,
MDDELBIJRGSCHE COURANT.
Deze courant versohijnt dagelijks, met uitzondering tan Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ais voor alle plaatsen in Nederland franeo p.p., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent,
THBBMOMETBB EN VERWACHTING.
15 Oct. 8 n. vm. 58 gr., 12 n 59 gr., av. 4 u. 56 gr. F Verwacht: matige Z. W. wind,
verander! gk weer, geringe afname in temperatuur.
Advertentifa20 eent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberiohten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50elke regel meer 20 cent. Keelamena 40 eent per regel,
Qreotc letten naar de plaats, die sg
Tot de plaatsing vaa adverteatiëa ea reolames, aiet afkomstig uit Z e e 1 a a d, betreffende
Haadel, Ngverheid ea Geldwezea, ii nitsluitead gereohtigd het Algoaaeca Adwrkallt-Parisa
Ai SB LA MAR Am., 1.1. Vmflmrpial Ml, J
Bij de stemming op Dinsdag 20
October in het district Hulst voor een
lid der Provinciale Staten bevelen wij ten
dringendste aan den heer
Zitting vaa Woensdag.
Dinsdag oen breed opgezet debat over het
feminisme, heden een principieeie discussie
over de eedsquaestie en dat alles bg
een als eenvoudig aangekondigd wetsontwerp
tot herziening der gemeentewet. Natuurlgk
luidde heden, evenals gisteren, wederom van
alle zgden het paroolgeen principieeie dis
cussie, geen principieeie beslissing, handhaving
van het status quo, maar daarvan kwam, zooals
bgna van zelf spreekt, niets terecht. Trouwens
de »stoffe", zooals dr Kuyper zou zeggen, of
de »materie", gelgk ds De Visser pleegt te
spreken, was er niet naar om sommige leden
van nitstapjes op theologisch-exegetiseh terrein
af te houden. Dr Kuyper had mooi praten
over het vermorsen van den nationalen tgd
door het »ventileeren" van allerlei denkbeel
den, die eerst bg een prinoipieele bespreking
der eedsquaestie aan de orde kunnen komen
voor een ds Roessingh en voor een ds Schokking
was de verleiding te maohtig.
Eigenlgk mogen wg nog dankbaar zgn. Het
had veel erger kunnen uitvallen. Er zgn niet
minder dan 9 theologen van beroep, hetzg in
ruste hetzg nog in aotieven dienst, in de
Kamer. Dit maakt met dr Kuyper 10 in getal.
Een spotvogel hoorde ik zeggendat maakt
20. Atgesoheiden nog van de andere heeren,
die op dit stuk ook een geducht woordje
kunnen medepraten. Gezien het aantal auto
riteiten, hebben wg duB geen reden tot klagen
gehad. Bovendien waB er heden een politiek
element in de discussie gebraoht, dat in het
debat van Dinsdag ontbrak en waardoor het
gesprokene van heden zeker aan belangrgk-
heid won. Voor het eerst, voor zooverre wg
ons herinneren, sedert het optreden van het
kabinet-Kuyper, zagen wg een gedeelte der
Lohmanianen tegen een regeeringsvoorstel
stemmen. Met den heer Lohman aan het hoofd
stemden de heeren Van Bylandt, Van Lim
burg Stirum, De Visser vóór het amendement'
Smidt. Er bleek dus in de praktgk, dat de
«geheimzinnige" christelgke beginselen, gelgk
de heer Troelstra het noemde, niet alle groepen
der reohterzgde zóo vast aaneen smeden als
gaarne verkondigd wordt.
Dr Kuyper deed dan ook zoodra hg van den
heer Lohman in eersten termgn vernomen had
hoe de afgevaardigde van Goes dacht over het
vermeerderen van het aantal eeden, als door
de regeering vastgesteld was, direct moeite
het opvlammend brandje te blussohen. Hg
deed een beroep op de reohterzgde om deze
quaestie toeh niet in den breede te bespreken;
de heeren rechts zouden zioh over de ver
deeldheid slechts kunnen verheugen En zeer
handig bezigde bg het argument van het ver
morsen van den nationalen tgdeen argU'
ment, dat bg iemand als de heer Lohman,
gewoonlgk inslaat; Maar ditmaal zaten de
heeren vast in het theologische moeras. Over
en weer hadden zg zich er zoo geducht inge
werkt, dat geen der partgen er met fatsoen
weder uit kon komen.
De heer Lohman had de Btelling verkon
digd, dat het christendom, dus de ohristelgke
beginselen, volstrekt niet het afleggen van
den eed vorderen. Ter adstructie va* deze
bewering voerde bg het woord van Christus
aan»Uw ja zg ja, uw neen zg neen." Daar
tegenover wees weer dr Kuyper op een daacf van
den Christus, die voor den reohter zelf een eed
had afgelegd. De woorden stonden hier dus
tegenover een daad 1 Waaraan had men zioh
nu te houden Wel is waar zeide dr Kuyper,
dat slechts »een kleine groep" aan de daad
van Christus de uitlegging gaf, dat de eed van
christenen zoo niet verboden dan toch over
bodig is, maar dat maakte natuurlgk voor den
heer Lohman, die heden wel drie maal ver
klaarde geen theoloog te zgn, geen verschil
uit. Hier stonden geen getallen tegenover elkaar,
maar stelde «consoientie" zich tegenover »oons
cientie." Ergo konden geen van beiden noch
achteruit noch vooruit. Zg waren beiden in
het theologisch net gevangen. Zelfs de kleine
poging, die dr Kuyper aan het slot van het
debat deed, om den heer Lohman door een
redactiewijziging van art 65 te vangen, mislukte.
Dat was dan ook sleehls een tormeele tege
moetkoming; de zuiveringseed van burge
meesters, seoretaressen bleef, ook in de ge
wfizigde redactie, zoodat den heer Lohman
nieis over bleef das voor het amendement-
Smidt te stemmen.
Eigenaardig was bg deze discussie de hou
ding der Roomschen. Deze heeren schenen
niet bgster veel belang in de zaak te stellen.
Het ging blgkbaar langs hen heen. Eerst op
het eind van het debat werd de heer Nolens
door hen in het vuur gestuurd om zioh tegen
het door de regeering onaannemelgk verklaard
ameadement-Smidt te verklaren. De heer
Nolens wensohte geen principieeie beslissing,
wilde handhaving van het status quo, en zon
daarom met de regeering medegaan. Van het
punt in geschil, beter gezegd den theologi-
schen kant van het vraagstuk, werd door hem
niet gewaagd, hoewel hg toch ook wel van
de leer van de «dubbele waarheid" op de hoogte
zal zgn. Dit onderwerp roerde hg echter niet
aan. Was dit tactiek of bestaat er in de
Roomsch-katholieke kerkleer niet zulk een
diepgaand verschil op het stuk van den eed
als bg de protestanten Door het zwggen van
den heer Nolens werden wg hierover niet veel
wgzer. O. i. had hier een kleine vingerwg-
zing niet mogen ontbreken, want de fictie, dat
hier geen prinoipieele debatten werden gevoerd,
was toch inderdaad niet vol te houden.
Tot zooverre de strgd tusschen den minister
den heer Lohman.
en
in te lassohen, had hg eigenlgk slechts gedaan
wat vroeger vergeten was. Formeel mag hg
hierin gelgk hebben, maar feitelgk Igkt dit
tooh alles behalve op een handhaving van
den bestaande* toestand. Maar aan de «be
doeling van den wetgever" was dan toch vol
daan, en wat de heeren daar nu tegen konden
hebben, dat begreep hg eigenlgk niet.
Ten slotte wilde de minister als coacessie
de woorden «op de wgze hunner godsdienstige
gezindheid" uit al. 2 laten vallen, maar daar
dit niets aan de zaak veranderde, handhaafden
de voorstellers van het amendement hun voor
stel, dat eindelgk met 47 tegen 41 stemmen
Werd verworpen, waarna nog een kort
debat over art. 10 (ontslag der secretarissen)
ontstond, en de Kamer tot morgen uiteenging.
A
De positie van den heer Beckers sehgnt nog
niet bgster aangenaam te zgn. Hem aanspre
ken doen de meeste katholieken nog niet. Hg
zit meestal alleen in zgn bank aandachtig te
luisteren. Anders heeft hg geen reden tot be
klag Hg kon het ni3t mooier treffen, tegen
woordig te mogen zgn bg deze breede debatten
over den zuiveringseed. In dit opzicht is hg met
zgn neus in de boter gevallen. En dan tooh
nog zóo sip, zóo melancholiek te kgken, als hg
vandaag deed. Hoe is het mogelgk
Werd daarmede wel het meest interessante
gedeelte van het heden gevoerd debat gevuld,
ook de andere sprekers, die zich lieten hooren,
mogen niet met stilzwggen voorbg gegaan
worden. Aan de orde was art. 7 van het
aanhangig ontwerp, houdende wgziging van
art. 65 der gemeentewet in dier voege, dat
nu ook de zuiveringseed aan de burgemeesters*
ontvangers en secretarissen wordt opgelegd.
Ergo is daardoor èn ambtseed èn zuiverings
eed verplichtend geworden. Het amendement
Smidt c. s. beoogde deze verpilchting uit de
wet te lichten.
In het kort waren dit de punten, waar het
heden om ging.
Zooals reeds vermeld, verklaarde de heer
Lohman zich hiertegen vooral op theologische
gronden. De sprekers links lieten deze zgde
van de kwestie natuurlgk buiten beschouwing.
De heer Smidt vond het irrationeel thans
een verplichten zuiveringseed in te voeren,
waar de minister zelf in zgn wetsontwerp de
ambtenaren van den burgerlgken stand daar
van vrgstelt. Bovendien werd door de wet-
Gerritsen van 1896 voor de raadsleden de ver
plichte zuiveringseed afgeschaft. De stroom
gmg dus de richting uit van afschaffen va*
eeden, niet van het aantai eeden vermeerderen.
Voorts wees de heer Smidt er nog op, dat bg
de beroepsraden en gezondheidscommissies de
eed faoultatief was gesteld. Vooral waar de
minister zich op het handhaven van den
bestaanden toestand beriep, meende de afge
vaardigde voor Veendam, dat het niet aanging
deze bestendiging juist te kenmerken door het
aantal verpliohte eeden te verhoogen. Bovenal
achtte hg dit ongewenscht, daar het voor
gespiegelde aan de orde stellen van het geheele
eeds-vraagstuk zeker nog wel een tgd zal
duren. De minister sprak van «eerlang", maar
te oordeelen naar het smullen, dat de heer
Lohman heden van deze taart deed, zon het
geen verwondering baren, indien, zooals de
heer Roessingh zei «eerlang" hier een «tgdlang"
bedoelde.
Ook de heer Troelstra ondersteunde het
amendement. Hg vond het onredelgk om een
ongeloovige te dwingen een eed af te leggen
Ook zag hg er het praotisch nut niet van in
Kan de overheid het niet doen zonder ambte
naren, die eerst den eed afgelegd hebben
Hem was dit niet duidelgk. Zeker bestond er
onderscheid tusschen raadsleden en ambtenaren,
maar zouden de laatsten nu zoo slecht hun
plioht vervullen, indien zg van den verplich
ten eed werden ontslagen, slechts de belofte
hadden af te leggen. Hg zelf had wel zesmaal
den eed van getrouwheid aan de koningin
afgelegd, telkens wanneer hg bg verhuizing
als advocaat opnieuw moest ingezworen wor
den. Maar daarom had hg in dien eed nog
geen politieke belgdenis gezien. Als derde
bestrgder vond dr Kuyper ds Roessingh, die
zioh geheel op theologisch terrein verschool
en van daaruit de onhoudbaarheid van den
voorgestelden maatregel aantoonde.
Het verweer van dr Kuyper, gesteund door
den heer Okma e* door ds Schokking, die een
fanaticus op dit gebied bleek, was al heel
zwak.
Gisteren schoof de minister ter verdediging
van dezelfde handhaving van het status quo het
«spraakgebruik" va* de grondwet va* 1887 op
den voorgrondheden was het de «bedot
van den wetgever", die hg beter tot uitdruk
king in de wet wilde brengen. Alinea 1 (ambts
eed) van art. 65 zegt nl. dat hg (de burge
meester etc. etc.) «op de wgze zgner godsdien
stige overtuiging" den eed aflegt, en door nu
in alinea 2 (zuiveringseed) dezelfde woorden
nGBONDWBT" TB 's HAGE.
Men schrgft ons uit Den Haag
Naar ik uit goede bron verneem, bestaat bg
sommige leden der kiesvereeniging Grondwet
het voornemen om stappen te doen teneinde
tot de ontbinding der vereeniging te komen.
Het ligt in de bedoeling dezer leden een
nieuwe vereeniging op te riohten op broederen
politieken grondslag da* het program va*
Grondwet thans vormt. Andere leden daaren
tegen zouden de voorkeur geven aan een
reorganisatie, die de gelegenheid open stelt
om kiezers, die door de a. s ontbinding van
een andere liberale kiesvereeniging hier ter
stede uit deze vereeniging mochten treden, in
een herleefde Grondwet op te nemen.
Hoewel deze plannen nog geen vasten vorm
hebben gekregen en de mogelijkheid niet uit
gesloten is, dat beide groepen misschien
toch vereenigd zullen big ven, staat het vast,
dat hierover vrjj spoedig, wellicht in den loop
der volgende maasd zal beslist worden.
Wanneer wg iemand voortdurend aanzien-
Igken tgd zien besteden aan een taak, waarmee
hg hoegenaamd niet vordert en uit den aard
van het werk niet vorderen kAn, dan bestem
pelen wg zulk een tgdverspilling, gedachtig
aan de* onvruchtbaren arbeid van klooster
lingen uit vroeger eeuwen, met den naam
monnikenwerk. En is de aldus arbeidende
persoon iemand, die bg beter overleg en bg
het kiezen van een betere taak, zeer nuttig
werk zou kunnen verrichten, dan wordt het
bedoelde kraohtverlies in dubbele mate bejam
merd.
Wie hebben wg hier op het oog, wie is de
monnik die zgn krachten verspilt? 'Het is de
Staat der Nederlanden en de bedoelde nutte-
looze arbeid iszgn strgd tegen de misdadig
heid, is de wgze waarop onze overheid meent
het maatschappelgk verschgnsel der misdadig
heid te kunnen keeren.
Of wg dan 'meenen, dat de misdadigheid
Aiet bestrede* moet worden Wel neen, in
tegendeel; wel, juist bestreden, maar
doeltreffendzóó, dat het aantal misdrgven
afneemt en dat waarneembaar worde, dat vroe
gere misdadigers door de bemoeiing der over
heid tot een eerlgk levensgedrag worden
gebracht. En dus niet bestreden op de wgze
door ons tegenwoordig wetboek van strafrecht
bepaald en door onze tegenwoordige rechters
toegepast, daar die manier allerminst doel
treffend is.
Want de cgfers der statistiek bewgzen het
telken jare, dat het aantal misdrgven niet
vermindert en dat de opgelegde straffen geen
verbeterenden invloed uitoefenen. Hiervan
zullen wg aanstonds bewgzen geven.
aanvulling als beter geregelde leerplicht, school-
voeding, schoolkleedingvoorts krachtige be-
strgding van drankmisbruik en van misstanden
op het woninggebiedwettelgke beperking
van den arbeidsduurarbeidersverzekering als
middel tegen plotselinge verarming en al der-
gelgke dringend noodige maatregelen, die bgv.
door de vrgzinnig-democraten zonder ophouden
geëischt worden. Het zgn allemiddelen om
misdadigheid te voorkomen.
«l
Toch, wg zullen het niet ontkennen, kan
ook de tweede, de pgnlgke vorm van bestrg
ding, het strafstelsel n.l., vooralsnog niet
worden gemist. Maar, zeiden wg reeds, deze
eisch mag er dan minstens aan gesteld worden,
dat het: resultaat hebbe; dat het ingericht
zg op dusdanige wgze, dat de misdadigers
deels verbeterd worden, deels door het onder
vonden leed worden afgeschrikt van het plegen
van nieuw wanbedrgf.
Doch dat het stelsel van ons tegenwoordig
strafwetboek deze werking helaas niet uit
oefent, is dit jaar alweder op pgnlgke wgze
door de «Crimineele statistiek over 1901"
een regeeringsuitgave) aan het licht gebracht.
Vooreerst neemt het getal der gepleegde mis
daden in verhouding tot de bevolking in het
geheel niet af. Maar vervolgens zgn het voor-
namelgk de cgfers omtrent den aard der mis
drgven en die omtrent den terugval (recidive)
welke een droevig beeld geven van de nutte
loosheid van staatsbemoeiing op deze wgze.
Omtrent den aard der misdrgven blgkt n. 1.
het volgende. Van de honderd misdrgven, die
in de loopbaan van hun bedrgver het eerste
strafbare feit opleverden, bestonden er 75.6 in
diefstal en andere oneerlgkheid, 11 7 in mis
drgven tegen het levenmaar van de honderd
misdrgven, die van de loopbaan hunner be-
drgvers het laatste feit uitmaakten, bestonden
er in diefstal 33.9, in misdrgven tegen het
leven 33.2. Hetgeen dus zeggen wil, dat een
groot aantal misdadigers, die met stelen be
gonnen zgn, zich, na daarvoor gestraft te zijn,
aan een nog ernstiger feit, m. 1. doodslag e.d.,
hebben schuldig gemaakt.
Niet minder welsprekend zgn helaas de
cgfers van den terugval (reoidive), dat is het
feit in het algemeen, dat een persoon, na bet
einde van zgn straftgd, wederom tot een
misdrgf vervalt. Deze cgfers van den terug
val leeren o.a, dat wanneer de beëindigde
straf er eene geweest was van minder dan 3
maanden, 14 pet. der recidivisten hun nieuw
misdrgf pleegden binnen drie- en 63 pot.
binnen twaalf maanden na hun ontslag uit de
gevangenis; maar van de recidivisten, wier
laatst geëindigde gevangenisstraf van 1 tot 5
jaar bedragen had, vervielen binnen 3 maan
den 48 pot. tot nieuw bedrgf, tegenover 24 pet<
binnen een jaar. Hetgeen dus zeggen wil:
hoe zwaarder straf, des te spoediger terugkeer l
En nu is het wel waar, dat de personen,
die den langsten straftgd uitgezeten hebben,
in den regel de ergste misdadigers zgn, en
dus reeds dAArom spoediger tot terugval zullen
komenmaar er blgkt ook uit, aldus voegt
de bewerker van de statistiek er tereoht bg
dat er van een verbeterenden of zelfs maar
afsohrikkenden invloed der straffen geen sprake
is. Om maar te zwggen van degenen, die
door de kennismaking met de gevangenis nog
slechter zg* geworden dan zg waren.
En dat is nu het resultaat van al dien
arbeid van politie en strafrechter, van al dat
leed dat in de gevangenissen verduurd wordt.
De misdadigers worde* gestraft en blg-
ven misdadigers. Hadden wg ongelgk, te
spreken van treurig monnikenwerk?
Verbetering is slechts te wachten, als men
eindelgk den raad opvolgt der modernere
politici en door de afschaffing der korte vrg-
heidsstraffen, het invoeren der voorwaardelgke
veroordeeling en eene meer individueele be
handeling der misdadigers, kortom door toe
passing van eene régime van verbetering in
stede van vergelding, een grondige wgziging
brengt in het stehel van ons strafrecht.
Ook dit is een hervorming die dringend
nood doet.
(V. D.)
waterkeeringen en kanalen, Spanje een haven,
Roemenië irrigatie en draineering noodig had,
ze nooit anders gingen dan bg het kleine volk,
dat altgd gewend is geweest te bouwen op
drassigen bodem, beneden zeepeil, in polders
en achter dgken.
Ea als dat volk in zgn eigen hoofdstad aan
een openbaar bouwwerk een simpele verzak
king constateert ontstaan door onvoldoende
onderheiing, die, naar we ons meenen te her
inneren, geschied is tegen het advies van den
bouwmeester in dan wordt aan dat volk,
dat een korps waterstaats-ingenieurs bezit als
geen ander ter wereld, van overheidswege aan
geraden met dat werk te belasten een vreem
deling, een professor vermoedelgk dus theo
reticus, een man uit het bergland, waar men
op hardsteen bouwt, zonder fundeering, dui
zenden meters boven den waterspiegel, waar
paalwoningen neg slechts curiosa zgn.
Kan men meer ons volk neerduwen, méér
onzen waterstaat krenken, méér onze wereld
reputatie ten deze knakken dan derwgs
Mr De Marez Oyens heeft indertgd openlgk
verklaard geen technious te zgn.
'tls niet moeilgk te bemerken...
En of de minister van waterstaat, kort voor
de behandeling der tariefherziening, den be-
strgders van zgn collega van financiën niet
een bedenkelgk wapen in handen geeft 1"
Sprekende van bestrgding der misdadigheid
denkt menigeen aan straffen en gevangenis
wezen van een of andere soort. Er is echter
een spreekwoord dat zegtvoorkómen is beter
dan genezen en te recht, want als men ge
nezen gaat, is het kwaad toch al aangevangen
Bn zoo ka* men er dus al aanstonds op wgzen
dat, hoe ook het eigenlgke strafstelsel zal
moeten ingericht zgn, het voorkómen van zedelgk
verval, het voorkómen van misdadigheid een
middel is, dat veel humaner werkt en dus
veel hooger staat. Wg denken daarbg dan aan
al die maatregelen, die eenerzgds oorzaken
van zedelgk verval wegnemen, anderzgds drgf-
veeren tot zedelgke verheffing bgbrengen. Elke
verbetering dus van opvoeding en onderwgs
ligt in die riohting; onderwgs, met de noodige
'S LANDS BKR.
De Regeering stelt voor de vernieuwing van
den Westelgken viaduct bg het Amsterdamsche
Centraalstation, in verband met de daarbg toe
te passen pneumatische fundeering, op te
dragen aan prof. Zschokke te Zttrich.
Dit vindt van verschillende zgden, zelfs van
de RegeeringBpartg, ernstige bestrgding.
«Zich overschatten pleegt ons volk niet te
doen, sohrgft De Maasbode. Veeleer heeft het
over het algemeen van de kracht en beteekenis
onzer natie een denkbeeld, dat maar weinig
geschikt is om het nationaal zelfbewustzgn
te verheffen.
Maar het weet, dat het bv. in waterstaats
werken aan de spits der volken staat. Dit
blgkt vooral hieruit, dat wanneer in Chili
BBNB MERKWAARDIGE VITING.
Het conservatieve Dagblad van Z. H. en
Gravenhage bevatte dezer dagen een opstel
over «Aristooratie en Demooratie", waarin deze
merkwaardige uiting voorkwam
«Eischt dus eene aristocratie hooge eigen
schappen bg de heersohers, de democratie stelt
hooge eischen aan het volkdat moet zelfstan
dig, ontwikkeld, onbaatzuchtig en rechtvaar
dig zgn. Nu is het ontegenzeggelgb, dat in
onzen tgd de strooming, in ons werelddeel
althans, zich in demooratische richting be
weegt, en aan welke der beide stelsels men
ook de voorkeur moge geven, daar immer tooh
een goed denkbeeld ook aan de demooratie
ten grondslag ligt, zou het onverstandig
zgn tegen dien stroom op te roeien. Veel
beter doet men m. i. dien in eene goede bed
ding te leiden, opdat de gebreken zooveel
mogelgk voorkomen, het ideaal zooveel moge
lgk genaderd worden. Dat te groote over
haastig hieraan weinig bevorderlgk is, spreekt
wel van zelf."
Het Haagsehe blad betoogt verder, dat de
demooratie zeer goed met de monarchie kan
samengaan.
Men heeft demooratisohe monarchieën en
aristocratische republieken gehad zoo goed als
omgekeerd", zegt het.
Van wie men zulke uitingen ook had ver.
waoht zeker niet van het HaagBche dag
blad. Maar des te beter.
Op de laatste opmerking laat Het Centrum
dit volgen
Inderdaad, de geschiedenis leert niet anders.
En toch, welk een moeite heeft het gekost,
deze les der geschiedenis aan velen duidelgk
te maken 1
Zelfs nu zgn een aantal lieden daarvan nog
niet doordrongen.
De omstandigheid evenwel, dat ook een
orgaan als het Dagblad het goed recht der
democratie erkent, en verklaart, dat zg «hooge
eisohen stelt aan het volk" wat hare beste
aanbeveling is wettigt de hoop, dat de
laatste tegenstand nu wel spoedig zal over
wonnen zgn.
BMUkJOirGM £1%
Bg kon. besluit
is aan den off.-maobnist le kl. bg den
marinestoomvaartdienst W. J. Vermeer, eervol
ontslag verleend uit den mil. dienst, onder
toekenning van pensioen
zgn bg den marinestoomvaartdienst: bevor
derd tot off.-maohinist le kl. de off -machinist
2e kl. W. de Waardt; benoemd tot off.-ma-
ohinist 2e kl. de hoofdmae hinist le kl. J. F-
A. van Bruggen
is aan den luit. t/z. le kl. H. de Booy en
de luits t/z. 2e kl. O. A. H. van der Stok en
J. P. F. Pool, eervol ontslag uit den zeedienst
verleend, onder toekenning van pensioen
is bevorderd tot luit, t/z. le kl. de luit. t/z.
2e kl. A. A. Visser.
De directeur-generaal der postergen en te
legraphic brengt in de St. Ct. ter algemeene
kennis, dat met ingang van Zo*dag 18 Octo
ber e. k., des Zondags weder bestelling zal
plaats vinden van de gedrukte kennisgevingen
van overigden.
Deze beslissing is een£terugtred op den weg
van den beperkten Zondagdienst en een bewgs
hoe onhoudbaar zulk een dienst in menig
opzicht iszelfs volgens erkentenis van een
ambtenaar onder een zioh noemend ohristelgk
ministerie.