BIJVOEGSEL De tentoonstelling te Aardenburg. Polderbestuur van Walcheren. Middelburg 26 September. VAN Maandag 28 September 1903, no. 228. i. Toen voor een drietal maanden eene verga dering werd gehouden van de leden van de Maatschappij tot bevordering van Ooft en 1 uinbouw, die in Aardenburg woonachtig zgn, om uit hun midden eene feestcommissie te benoemen ter regeling van de aanstaande tentoonstelling, was de belangstelling daarin zóo gering, dat het door enkelen in twgfel werd getrokken, of er van die tentoonstelling, die gepaard zoude gaan met de herdenking van het XXV- jarig bestaan der Maatschappij, wel iets zoude komen. Spoedig echter kwam daarin eene groote verandering. De secretaris der Maatschappij riep, naast de 23 leden, de ingezetenen der gemeente samen, deelde op die vergadering de plannen van het bestuur der Maatschappij mede, spoorde de aanwezigen aan tot alge- meene deelneming en het zaad viel dien avond in vruchtbare aarde. De feestcommissie werd aanzienlijk uitgebreid en verdeeld in verschil lende sub-commissies, het aantal leden der Maatschappij klom tot 68, er werd besloten eenige muziekgezelschappen uit andere ge meenten uit te noodigen den 2den dag deel te nemen aan een groot muziekfeest en dien dag te besluiten met het afsteken van een vuurwerk in eene volgende vergadering werd het geheele programma vastgesteld, en met den dag werd de geestdrift voor de tentoonstelling grooter. Er vormden zich in de verschillende buurten der gemeente commissies van versie ring de meergegoeden gaven geld en mede werking, de minder gegoeden lieten zich niet onbetuigd en op het oogenblik, dat wjj dit schrjjven, heett het oude stadje een feestelpk aanzien, dat bjj feestvieringen in grootere steden volstrekt niet achterstaat. W|j durven beweren, dat zjj, die tjjdens de tentoonstelling Aardenburg bezoeken, niet on bevredigd zullen huiswaarts keeren. Is het Zondag, den tweeden dag der tentoonstelling, mooi weer, hebben wjj dan een echt ouder- wetsoh St Miohiels-zomertje, dan zullen dui zenden uit alle oorden van België en Zieland naar de oude veste stroomen, van welke be kend is, dat hare inwoners hun goeden naam bjj 't vieren van volksfeesten weten te hand haven. 9 Voor het houden van eene tentoonstelling ontbreekt het in kleinere gemeenten, vaak ook in grootere, aan goede lokaliteit. Daarop maakt Aardenburg eene gelukkige uitzondering. Van haren vroegeren bloei en luister is wel weinig overgebleven, maar rjjke gestiohten en de groote St Bavo-kerk getuigen nog heden, dat dit landstadje eenmaal eene der beroemdste handelssteden van Vlaanderen is geweest, en het is juist de genoemde kerk, die de noodige lokaliteit versohaft voor deze tentoonstelling. Een enkel woord over dit gebouw. In de Rechtsbronnen van de Stad Aardenburguitgegeven door den arohivaris G. A, Vorsterman van Oyen, leest men Despaers meldt in zjjne Cronycke, dat in 959 »t Ardenburoh eene kercke gefondeirt wiert ter eere ende weerdieheit van mjjnheere St Baefs." Deze kerk ia waarschijnlijk herbouwd in het begin der XUIde eeuw en werd na de verovering 7an Aardenburg door prins Maurits, 1604, hersteld en ingericht tot preekkerk voor de protestanten. Zjj bestaat uit twee deelen de voor- of wandelkerk, een zeldzaam schoon gebouw in Romaanschen bouwstijl, en de achter- of preekkerk in Gotisohen stjjl. Te bejammeren bljjft het, dat dit meesterstuk van bouwkunst uit de middeleeuwen niet in z£a ouden luister hersteld wordt." Aan het bovenstaande kunnen w|j nog toevoe gen dat men, de voorkerk,waar thans de tentoon stelling gehouden wordt, binnentredende, aan zjjn linkerzijde een pilaar ziet, de derde, die een kapiteel draagt, dat waarschjjnljjk behoord heeft tot de kerk van 959, dat de kapiteelen der overige zuilen, bljjkens hunne overeenkomst met die in kerken van België, gehouwen zjjn omstreeks 1250 te Doornyk, zoodat de voorkerk van dien tfid dagteekent, en dat de tegenwoordige achterkerk eene vergrooting op het oog had van de bestaande kerk, welke na de herhaalde verwoesting der stad door de Gente naren in Januari 1383 en November 1452 ver der onderbleven is. Vroeger had de kerk twee torens. Die aan de noord-westzjjde bestaat thanB nog en is sedert de slooping van de nog grootere Onser- Vrauwenkerk van een uurwerk voorzien, dat in 1867 door een nieuw vervangen is. Vtoeger maakte het onderste gedeelte van den toren een deel uit van de kerk, waarin het doop vont was geplaatst. De tweede toren stond op het midden der kerk, dooh is in de eerste helft der XIXde eeuw afgebroken, en door een klein torentje vervangen. Preek- en wandel- kerk z|jn tegenwoordig door een muur geschei den, waartegen het orgel is geplaatst, waarvan het aohterdeel als een opgaande kast in de wandelkerk zichtbaar is. Wjj treden door het portaal, dat in 1652 voor de groote deur gebouwd is, het tentoon stellingslokaal binnen, dat door de zorgen van de heeren M. V. de Hondt, Th. A. Vorsterman van Ojen, P. Temmerman, li. A. de Brauwer ra J, BolUhrand—Boogaard in eene groote feestzaal herschapen, is. Vóór u ziet g|j onder een kroon van groote afmetingen, waarvan twee draperiëa afhangen, het afbeeldsel van onze geliefde Koningin, daaronder het Neder- landsche wapenschild en ter weerszjjde daar van op de aehterzjjde van het oxaal vlaggen en groen. Boven de kapiteelen van de zuilen, waarop de muren van het schip rusten zjjn de wapenschilden der verschillende provinciën aangebracht; daarboven is eene doorloopende versiering in de nationale kleuren, terwjjl tusschen de zuilen der nonnengangen doek en guirlandes zjjn aangebracht om de hoogte te temperen en tevens om door zachte kleuren het wit te breken, dat het geheel, dat grooten- deels van arduin is opgetrokken, tot een groot gepleisterd gebouw heeft gemaakt, waaraan men wel niets kon ontnemen van zjjne grootsch- heid, maar dat men van alle sierlijkheid be roofd heeft. De heeren, die zich met het aanbrengen van de versieringen hebben belast ieder die het gebouw binnentreedt zal dit moeten getuigen hebben eer van hun werk! Het plan van de indeeling der tentoonstel ling gaat uit van den secretaris der Maat schappij Zoodra men binnentreedt, komt men voor een groot ovaalvormig perk, waarin de heer Is. J. Steenhart, gediplomeerd leerling van de Staatstuinbouwschool te Gent, thans boom- kweeker en onderwijzer aan den snoeioursus te Oostburg, een waterparty heeft aangebracht, die zeker aller oogen tot zich zal trekken. Wie die party aandachtig beschouwt, zal zeker wel tot de overtuiging komen, dat het hem toevertrouwd is zioh met den aanleg van tuinen en perken te belasten. Het perk. is verder beplant met coniferen door de kinderen De Goninck uit Maldeghem, tevens met blad planten en verschillende grassen. Het aantal soorten van coniferen bedraagt 140, daarnaast eene verzameling van bloeiende stamrozen, en bloeiende begonia's, nagenoeg ontelbaar Voor de waterparty van den heer Steenhart heeft de heer De Brauwer te Aardenburg een fontein aangebracht en een waterval, die beide uitnemend werken en een overweldigenden indruk maken. Een vos zit mjjmerend te loeren op een meerkol, die zich achter een vooruitstekende rots veilig waant; een ijs- vogeltje loert bg het vallend water, of het niets van zjjne gading mede voert, een paar kong- nen dartelen tusschen het groen, een roerdomp loert op het zwemmend vischje kortom niets is vergeten om de illusie volkomen te doen zyn. Wandelt men laugs de coniferen voort, dan heeft men aan zgn rechterzgde de inzendingen van groentenkooien, rapen, uien, enz. enz. By de reusachtige producten op dat gebied, hier tentoongesteld, kan men zich waariyk niet voorstellen, dat nog iemand durft zeggen dat de zomer van 1903 zoo ongunstig geweest is voor de groententeelt. Voor de vierde zuil vindt men eene inzen ding van den heer G. A. Vorsterman van Oyen, die wel de vermelding verdient, wyi zg enkele zaadplanten bevat, die men zelden op tentoonstellingen ontmoet, omdat zg om mooi te zgn niet kunnen verplant worden en men ze van 't begin af in potten moet aankweeken, wat doorgaans niet geschiedt't zyn nameiyk 5 exemplaren in drie variëteiten van den zicinus, de communis (Palma-Christi), ie sangui neus en de Oibroni, daarnaast een paar Coboea scandens, rgk bloeiend, en op den voorgrond een dadelpalm phoenix dactyli/era) gekweekt uit de kern van een geconfgte dadel, die in Mei 11. werd geplant, Aan de overzgde vindt men prachtige ver zamelingen bloemen, ingezonden door den heer A. Polderman, tuinier by mevrouw de wed. Bomme alhier. Op elke tentoonstelling, door de Maatschappg gehouden, trokken de fraai gekweekte planten van dezen kenner de aan dacht, nergena kwamen zg zoo goed tot haar reoht als in dit ruime gebouw. Verder vinden wy fraaie verzamelingen bloeiende gewassen en bladplanten van den heer M. W. v. d. Plassohe, bloemkweeker te Aardenburg, eene eenig mooie en volledige verzameling oaotussen van Dr Schouten uit IJzendyke, meer dan 300 verscheidenheden, inzendingen van de Floralia te Aardenburg, prachtige inzendingen van planten en bloeiende gewassen van A. van Slugs, tuinman bg den heer Hennequin, afge sneden dahlia's, rozen in honderden soorten eene verzameling vazen en tuinbouwwerktuigen van firma Gebr. Boudewgnse te Middelburg, te veel om alles afzonderiyk te vermelden Wg kunnen niet anders dan allen toeroepen komt en zietl Maar de tentoonstelling is niet alleen eene tentoonstelling van planten en bloemen, zy is ook eene tentoonstelling van Ooft; en het moge nu wel eenigszins vreemd klinken aan het einde van een zomer, die in plaats van zon steeds water bracht, en die afscheid van ons nam door een storm, waardoor men meenen zoude dat de laatste appel was afgewaaid, nog te willen pronken met ooft maar evenmin als er gebrek te bespeuren is aan groente, evenmin mangelt op deze tentoonstelling het ooit. Twee cyfers zullen u dat bewyzen: Op drie tafels van zeer aanzieniyke afmetingen zyn tentoongesteld 253 borden met 5 en 136 schoteltjes met drie stuks appels en peren. Aan het einde van een dier tafels prykt in het groen van fraaie thuya's het wit marmer borstbeeld van onze geliefde Koningin, die voor deze tentoonstelling aan de Maatschappj een zilveren medaille heeft vereerd, evenzoo als zulks gesohiedde door haar gemaal, prins Hendrik der Nederlanden. Het tentoonstellingslokaal is zóo ingericht, dat men steeds eene zelfde riohting moet volgen. Men komt de voordeur in, heeft een breed wandelpad, dat nergens eene geringere breedte heeft dan 2 meter, wandelt zoo voorbj alle perken, vele tafels en verlaat, na alles ge niën te hebben, het gebouw door een zydeur, waar een zaohte wenk gegeven wordt, om de ongelukkige weduwen en vaderloone kinderen uit Arnemuiden te gedenken, een wenk, die naar wy hopen niet vergeefsch zal zyn. By zooveel genot kan wel een penninkske geofferd worden om het leed van zoo zwaar getroffenen te lenigen. Maar we mogen niet langer op de tentoon stelling toeven, wy spoeden ons naar buiten om de versieringen in oogensohouw te nemen, die allerwegen zyn aangebracht. Dat alle huizen vlaggen, dat ook het raadhuis, waar het Bestuur der Maatschappg en de leden der Feestcommissie zoo dadeiyk feesteiyk zullen ontvangen worden, rgk versierd is, behoeven wg nauweiyks te vermeldenmaar eene op somming van de eerepoorten, die den bezoekers moeten duidelgk -maken, hoe men hunne komst op prgs stelt, mag hier niet achterwegen biyven. De Oude Kaai of Westpoort, die uit de dagen van Frederik Hendrik dagteekent en welker leeuw ons eenmaal mededeelde dat hy een Engelsohen Koning had zien bin nenkomen, is allersierlgkst, zoo ook de poort in het midden van de Weststraat. Daarin hangt een kroon van bloemen, gemaakt door nyvere dameshanden, die eene aandachtige besohoiwing overwaard is. Poorten zgn ver rezen in de Oude Kerkstraat, in de Landstraat, aan 't begin van de Tuimelsteenstraat, terwjjl een dubbele poort ingang verleent tot de Kerkstraat, welke geheel met guirlandes overtogen is. (Men zie verder de Courant). Vergadering van heden, Zaterdag, morgen te 10 uren. Voorzitter de heer H. P. den Bouwmeester. Tegenwoordig 21 commissarissen. Afwezig de heer jhr mr L. Schorer, met kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. De heer Louwerse vraagt of uitvoering ge geven is aan een door de vergadering genomen besluit omtrent vervanging van krammatdoor steenbestorting. De voorzitter antwoordt dat dit werk wel is aanbesteed doch de inschrgvingssom te hoog was. Daarom is het werk voorloopig uitgesteld. Daarna geschiedt overlegging van de polder rekening over 1902 De commissie, die dit jaar is belast geweest met de voorloopige opneming dier rekening, heeft daartegen geene bedenking. Zy adviseert die goed te keurenin ontvang op 311.360.64 en in uitgaaf op f 293 967.63, dus met een goed slot van f 17.393.01. De rekening wordt zonder discussie met al- gemeene stemmen goedgekeurd. Thans komt ter tafel het voorstel van het dag. bestuur omtrent het vast te stellen GEWOON DIJKGBSCHOT voor het dienstjaar 1904. Voor de gezameniyke werken aan de vier wateringen is uitgetrokken 147.100, terwyi de begrooting voor 1902 daarvoor aanwees 132.600 en voor 1903 uitgetrokken was 125 400. Onder het bedrag voor 1903 iB begrepen 3000 voor kosten van onuitgevoerd gebleven werken in 1899. Onder het cyfer van f 147.1C0 is voor nieuwen aanleg begrepen: Noordwatering f 68.000, Oostwatering f 4200, Zuidwatering f 5000 en Westwatering 4000, samen 81.200. Voor gewoon onderhoud biyfc alzoo een bedrag over van J 65 900, waarin de Noord watering komt voor 41.100, de Oost-, Zuid' en Westwateringen te zamen voor 24.800. In het vorig jaar was by de raming in Sep- sember voor gewoon onderhoud uitgetrokken f 61.100, zynde voor de Noordwatering ƒ40 800, voor de drie andere wateringen f 20.300. Onder de Noord watering is uitgetrokken f 59.500 voor het verbeteren en uitbreiden der duinvoetsverdediging tusschen strandpaal 44 op het Zuider strand en dykpaal 0 op den Westkapelsohen zeedgk (het zoogenaamde boerenhof). Dat werk heeft reeds versoheidene jaren een onderwerp van bespreking by het bestuur uit gemaakt en meermalen werd aan de alge- meene vergadering medegedeeld dat te eeniger tyd eene afdoende verbetering by het z. g boerenhof noodig zou zgn. Het dag. bestuur acht dit tydstip thans gekomen. Volgens zyne meening mag voor dit werk geene leening gesloten worden, maar moet het uit den gewonen dienst worden betaalddaar het dag. bestuur echter overtuigd is dat de kosten bezwaariyk uit één dienstjaar kunnen worden bestreden, is het voornemens by goed keuring van het werk door de algemeene vergadering, de betaling zoodanig te regelen dat ongeveer de helft eerst in 1905 behoeft betaald te worden en dus ten laste van dat dienstjaar kan worden gebracht. Den 1 Januari 1904 zal de sohuld van den polder bedragen f 887.598, waarvan in dat jaar zal worden afgelost f 35.000. De vermoedelgke uitgaven voor 1904 kunnen als volgt geraamd wordenkosten der werken f 147.100, waar af voor in 1905 te betalen 30.000, dus 117.100, wegen f 10.000, rente en aflossingen f 68.485, bezoldigingen 19.450, inspectiën f 700, gebouwen en assurantiën 800, lasten t 1050, brandstoffen 500 drukwerken f 800, kadaster f 700, verkiezin gen 300, alle andere uitgaven 3400, on voorzien f 10.356, te zamen alzoo 233.641 De ontvangsten met uitzondering van het dykgeschot zyn daarentegen de volgende eigendommen f 2500, afwateringBgelden 577 diversen f 4564 en wegen f 10.000, te zamen alzoo 1 17.641. Het tekort bedraagt duB f 216.000. Ter dekking hiervan stelt het dag. bestuur voor te heffen op de gronden en wateren der poldersschotbaar f 208.151 en vryiand ƒ7849 en mitsdien het bedrag van het gewoon dyk- gesohot voor 1904 vaBt te stellen op f 13 50 per hectare schotbaar en f 5.30 per hectare vrgland. De voorzitter bespreekt de voorgestelde uit voering der duinvoets verbetering. Nader is gebleken dat dit werk ongeveer 13 000 goedkooper kan worden uitgevoerd, wanneer eenige wyzigingen in het oorspron- kelgk plan zullen zyn gebracht. Het dag bestuur aoht het beter den goed kooperen weg te betrachten. Het werk is een voortzetting van dat in 1894 gemaakt. De voorzitter stelt dus voor een bedrag van f 46 800 uit te trekken. Door die wyziging behoeft geen verandering in de cyfers te worden gebrachtalleen zal over 1905 13.000 minder behoeven te worden betaald. De heer Louwerse is ter plaatse, waar men hst werk wil maken, geweest. Hg zou, wan neer de verdediging werkelgk beter was, geen bezwaar hebben de f 13.000 meer te geven. Verder vraagt bg of het beloop niet wat stgl en de lengte van het bazalt goed is. De voorzitter zegt dat het laatste plan voor de verdediging het beste is. De helling van 4 op 1 kwam den ingenieur ook wel wat styi voorwaarschjjnljjk echter zal de helling wat minder genomen kunnen worden. De lengte der bazalt wordt voldoende geacht. Nadat aan het dag. bestuur de gevraagde maohtiging is verleend voor het verbeteren en uitbreiden der duinvoetverbetering aan den Westkapelsohen zeedyk, wordt het voorstel be treffende het dgkgeschot, conform het advies van de commissie van onderzoek, met alge meene stemmen goedgekeurd. Aan de orde is nu de aanwyzing van een gemeente buiten Middelburg voor de verkie zingen in 1904. Westkapelle wordt weer aangewezen. Vervolgens wordt overgegaan tot de benoe ming van een voorzitter, leden en plaatsver vangers van het stembureau in 1904. Benoemd worden als voorzitter de voorzitter van het polderbestuur; als plaatsvervangende voorzitters de heeren P. Pouwer Az. en jhr C. J. J. A. van Teylingenals leden de heeren M. C. van Westen, H. J. E. Gerlach van St Joosland en J. Koene, en als hunne plaats vervangers de heeren L. Cysouw, H. W. Al- laart en A. W. Berdenis van Berlekom. Door het dag. bestuur wordt machtiging gevraagd tot het VERPACHTEN DER TOLLEN over de jaren 1904—1906. Het bestuur zal overwegen enkele wyzigin gen in de verpaohting te maken in verband met oombinatie der tollen. De heer Gorré zou, met het oog op de Zon' dagsrust, den tolgaarders niet willen vergun nen des Zondags tol te heffen. Sommige gemeentebesturen handelen even eens. Hg doet een voorstel in dien geest. De heer jhr mr W. H. Snouok Hurgronje is tegen een zoodanig voorstel. Hy vindt dat het niet aangaat een ver plichtende bepaling aan de pachters op te leggen. Zy kunnen, als zy gemoedsbezwaren hebben, op Zondag het heffen van tol nalaten' De heer Sprenger zal ook tegen stemmen. Aan den tol aan den Seisweg wordt geen tol geheven, aan die op den Noordweg wel. Men zou dan ook het ryden wel geheel kunnen verbieden. De heer Pouwer is het met de twee vorige sprekers eens. Hy merkt bovendien op dat het niet heffen van tol op Zondag juist het ryden op dien dag in de hand zou werken. Men zou dan des Zondags veel meer gaan ryden. De heer Coppoolse is sterk voor het voorstel. Hy zou er voor den polder geen nadeel in zien Iemand zou den tol wel willen pachten indien hy des Zondags niet behoefde te heffen en dan wel f 100 meer willen geven. De heer Snouok Hurgronje stelt in het lioht dat de pachter vry is. De heer Van Westen is er ook voor dat geen tol wordt geheven op Zondag. De onder vinding heeft geleerd dat dit geen nadeel op levert, o. a. te Vrouwepolder. De voorzitter Btelt in het lioht dat de paoh ters in geen enkel opzicht verplicht zyn des Zondags te heffen. Zy zyn volkomen vry Dat het verbod geen nadeel zou opleveren is spreker niet eens met hen die dat beweren. De tol te Vrouwepolder is geen goede ver- gelgking. De tol op den Noorweg brengt des Zordags veel meer op dan in gewone dagen. Worden de tollen lager verpacht, dan zou het onderhoud der wegen lyden. De Noordweg is een model klinkerweg. Hj wordt goed onderhouden als een gevolg van de groote opbrengst der tollen. Wordt die opbrengst minder, dan zal de weg minder goed onderhouden kunnen worden, wat ten nadeele zal strekken der aangelanden De voorzitter ontraadt ten sterkste aanne ming van het voorstel. De heer Gorré verdedigt zyn voorstel nog nader. De heer H. W. Allaart meent dat het verlies door des Zondags niet te heffen, over al de tollen p. m. 700 zou bedragen. De voorzitter kan daartegen geen ander cyfer stellen. Hy meent eohter dat des Zondagi meer wordt geheven dan in de overige dagen der week te zamen.Dan zou de schade 4000 zyn Wanneer men het aantal rytuigen, dat des Zondags wordt gebruikt, nagaat, dan staat het vaBt dat het oyfer van f 700 veel te laag is. De heer Corré wyst er op davt an den Domburgsohen tol in de zomermaanden des Zondags f 7 ongeveer wordt ontvangen. De voorzitter meent dat discussies over het flnaicieel gedeelte vry wel in de luoht hangen. Het voorstel, daarop in stemming gebraoht, wordt aangenomen met 12 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heeren Sprenger, Ger- laoh, Van Teylingen, Callenfels, Tak, Zip, Pouwer, Snouok Hurgronje, Van Berlekom en Den Bouwmeester. De heer Snouck Hurgronje vraagt of voor dit besluit de goedkeuring noodig is van Ge deputeerde Staten, en nadat de voorzitter daarop ontkennend heeft geantwoord zegthy: Dat is jammer 1" De voorzitter schorst hierop voor tien minuten de vergadering en begeeft zioh met raden in raadkamer. de De vergadering heropend zgnde, deelt de voorzitter mede dat hy van dit besluit in hoo- ger beroep zal komen by het Gedeputeerd college volgens art. 143 van het reglement op den polder. In afwachting daarvan zal de verpachting, die op 15 October is uitgesohreven, door het dag bestnur gehouden worden met heffing op Zondag en zonder deze. De heer Koene wensoht eene verandering te brengen in de verpaohtinghy zou al de tol len tegelgk willen afslaan, nadat die eerst afzonderiyk zyn verpacht. De voorzitter zegt dat het de bedoeling is enkele tollen te oombineeren, eohter niet allen. Daarop wordt de maohtiging tot verpach ting, in den geest als het dag. bestuur voor» stelt, verleend. VolgenB art. 12 der wet van 10 Nov. 1900 i Stbl. no. 176) kan by verordening aan eige naren of gebruikers van erven of gronden, gelegen aan een watergang, de verplichting opgelegd worden, den delfgrond uit dien water gang te ontvangen. Het dag. bestuur meent dat het voor den polder noodzakeiyk is, eene dergeiyke verorde ning vast te Btellen, daar het anders van de willekeur van sommige aangelanden zoude afhangen om by het noodzakeiyke delven van die waterleidingen aan de polders allerlei bezwarende voorwaarden te stellen, in stryd met het algemeen belang. Het dag. bestuur legt daarom een conoept keur over op het ONTVANGEN VAN DELFGROND uit watergangen, waarby tevens rekening is gehouden met eventueel door aangelanden te Igden schade. In die keur wordt in art. 2 bepaald Mocht door de opgeworpen speoie schade toegebraoht zyn aan te veld staande vruchten, bezaaid land of hooiweien, zoo zal aan de eigenaren of gebruikers eene schadevergoeding worden toegekend door het polderbestuur in overleg met hen te bepalen. Kan omtrent het bedrag der schadevergoe ding tussohen partyen geen overeenstemming worden verkregen, zoo wordt de bepaling daar van in hoogste ressort opgedragen aan twee deskundigen, waarvan een door het polderbe stuur en een door den eigenaar of gebruiker van den grond te benoemen, die bevoegd zyn by niet overeenstemming zioh een derden per soon toe te voegen. De kosten van deze des kundigen zullen door partyen ieder voor de helft worden gedragen. In art. 3 wordt bepaald dat de op de gronden of erven opgeworpen speoie het eigendom wordt van eigenaars of gebruikers. In art. 4 wordt tegen hen, die de daartoe door het polderbestuur aangewezen personen beletten den delfgrond op de betrokken per- ceelen te werpen, een straf bedreigd van heohtenis van ten hoogste zes dagen oi geld boete van ten hoogste f 25. Van den heer J. H. Ssgders en 8 anderen is een bezwaarschrift ingekomen, waarin zy verzoeken in art. 2 het woord »hooiweien" te veranderen in »weiland". Het dag. bestuur vindt hierin geen aan leiding zyn voorstel te wyzigen. Het meeat dat alleen schade kan berokkend worden aan hooiweien. Dit is sedert vele jaren algemeen aangeno men en nimmer zyn daartegen bezwaren in gebracht door personen die zich benadeeld achten. De heer Ponwer geeft ook nog eenige in lichtingen om aan te toonen dat van sohade geen spraak kan wezen. By art. 3 vraagt de heer Tak waarom van eigenaren en gebruikers en niet alleen van eigenaren wordt gesproken. De voorzitter zegt dat by kwesties het paoht- contract uitspraak doen moet. Het gaat niet aan dat het polderbestuur zioh daarin mengt. De heer Tak zou eenvoudig van eigenaren willen spreken, dan heeft de polder slechts met éen man te maken. De eigenaar kan in zyn paohtcontraot de noodige bepalingen voor den pachter stellen. Men zou misschien by de bepaling, sooals die nu is, als derde in een geding kunnen worden betrokken. De heer Tak stelt voor de woorden »of ge bruikers" te doen vervallen. Dit voorstel wordt niet voldoende onder steund en kan daarom geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. Art. 3 wordt daarna goedgekeurd. By art. 4, de strafbepaling, vraagt de heer Sprenger of ook niet een strafbepaling moet worden bedreigd aangaande art. 1. De voorzitter aoht dit niet noodig. De heer Snouok Hurgronje is van dezelfde meening. De geheele keur, daarop in stemming ge bracht, wordt aangenomen met alge meene stemmen. *n Teneinde aan de buitenplaats Ipenoord onder Oostkapelle een sohooneren aanleg te kunnen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 5