BIJVOEGSEL
De tentoonstelling te
Aardenburg.
Polderbestuur van Walcheren.
Middelburg 26 September.
VAN
Maandag 28 September 1903, no. 228.
i.
Toen voor een drietal maanden eene verga
dering werd gehouden van de leden van de
Maatschappij tot bevordering van Ooft en 1 uinbouw,
die in Aardenburg woonachtig zgn, om uit hun
midden eene feestcommissie te benoemen ter
regeling van de aanstaande tentoonstelling,
was de belangstelling daarin zóo gering, dat
het door enkelen in twgfel werd getrokken,
of er van die tentoonstelling, die gepaard
zoude gaan met de herdenking van het XXV-
jarig bestaan der Maatschappij, wel iets zoude
komen.
Spoedig echter kwam daarin eene groote
verandering. De secretaris der Maatschappij
riep, naast de 23 leden, de ingezetenen der
gemeente samen, deelde op die vergadering de
plannen van het bestuur der Maatschappij
mede, spoorde de aanwezigen aan tot alge-
meene deelneming en het zaad viel dien avond
in vruchtbare aarde. De feestcommissie werd
aanzienlijk uitgebreid en verdeeld in verschil
lende sub-commissies, het aantal leden der
Maatschappij klom tot 68, er werd besloten
eenige muziekgezelschappen uit andere ge
meenten uit te noodigen den 2den dag deel
te nemen aan een groot muziekfeest en dien
dag te besluiten met het afsteken van een
vuurwerk in eene volgende vergadering werd
het geheele programma vastgesteld, en met den
dag werd de geestdrift voor de tentoonstelling
grooter. Er vormden zich in de verschillende
buurten der gemeente commissies van versie
ring de meergegoeden gaven geld en mede
werking, de minder gegoeden lieten zich niet
onbetuigd en op het oogenblik, dat wjj dit
schrjjven, heett het oude stadje een feestelpk
aanzien, dat bjj feestvieringen in grootere
steden volstrekt niet achterstaat.
W|j durven beweren, dat zjj, die tjjdens de
tentoonstelling Aardenburg bezoeken, niet on
bevredigd zullen huiswaarts keeren. Is het
Zondag, den tweeden dag der tentoonstelling,
mooi weer, hebben wjj dan een echt ouder-
wetsoh St Miohiels-zomertje, dan zullen dui
zenden uit alle oorden van België en Zieland
naar de oude veste stroomen, van welke be
kend is, dat hare inwoners hun goeden naam
bjj 't vieren van volksfeesten weten te hand
haven.
9
Voor het houden van eene tentoonstelling
ontbreekt het in kleinere gemeenten, vaak
ook in grootere, aan goede lokaliteit.
Daarop maakt Aardenburg eene gelukkige
uitzondering.
Van haren vroegeren bloei en luister is wel
weinig overgebleven, maar rjjke gestiohten en
de groote St Bavo-kerk getuigen nog heden,
dat dit landstadje eenmaal eene der beroemdste
handelssteden van Vlaanderen is geweest, en
het is juist de genoemde kerk, die de noodige
lokaliteit versohaft voor deze tentoonstelling.
Een enkel woord over dit gebouw. In de
Rechtsbronnen van de Stad Aardenburguitgegeven
door den arohivaris G. A, Vorsterman van
Oyen, leest men
Despaers meldt in zjjne Cronycke, dat in
959 »t Ardenburoh eene kercke gefondeirt
wiert ter eere ende weerdieheit van mjjnheere
St Baefs." Deze kerk ia waarschijnlijk herbouwd
in het begin der XUIde eeuw en werd na de
verovering 7an Aardenburg door prins Maurits,
1604, hersteld en ingericht tot preekkerk voor
de protestanten. Zjj bestaat uit twee deelen
de voor- of wandelkerk, een zeldzaam schoon
gebouw in Romaanschen bouwstijl, en de
achter- of preekkerk in Gotisohen stjjl. Te
bejammeren bljjft het, dat dit meesterstuk van
bouwkunst uit de middeleeuwen niet in z£a
ouden luister hersteld wordt."
Aan het bovenstaande kunnen w|j nog toevoe
gen dat men, de voorkerk,waar thans de tentoon
stelling gehouden wordt, binnentredende, aan
zjjn linkerzijde een pilaar ziet, de derde, die
een kapiteel draagt, dat waarschjjnljjk behoord
heeft tot de kerk van 959, dat de kapiteelen
der overige zuilen, bljjkens hunne overeenkomst
met die in kerken van België, gehouwen
zjjn omstreeks 1250 te Doornyk, zoodat de
voorkerk van dien tfid dagteekent, en dat de
tegenwoordige achterkerk eene vergrooting op
het oog had van de bestaande kerk, welke na de
herhaalde verwoesting der stad door de Gente
naren in Januari 1383 en November 1452 ver
der onderbleven is.
Vroeger had de kerk twee torens. Die aan
de noord-westzjjde bestaat thanB nog en is
sedert de slooping van de nog grootere Onser-
Vrauwenkerk van een uurwerk voorzien, dat
in 1867 door een nieuw vervangen is. Vtoeger
maakte het onderste gedeelte van den toren
een deel uit van de kerk, waarin het doop
vont was geplaatst. De tweede toren stond op
het midden der kerk, dooh is in de eerste
helft der XIXde eeuw afgebroken, en door een
klein torentje vervangen. Preek- en wandel-
kerk z|jn tegenwoordig door een muur geschei
den, waartegen het orgel is geplaatst, waarvan
het aohterdeel als een opgaande kast in de
wandelkerk zichtbaar is.
Wjj treden door het portaal, dat in 1652
voor de groote deur gebouwd is, het tentoon
stellingslokaal binnen, dat door de zorgen van
de heeren M. V. de Hondt, Th. A. Vorsterman
van Ojen, P. Temmerman, li. A. de Brauwer
ra J, BolUhrand—Boogaard in eene groote
feestzaal herschapen, is. Vóór u ziet g|j onder
een kroon van groote afmetingen, waarvan
twee draperiëa afhangen, het afbeeldsel van
onze geliefde Koningin, daaronder het Neder-
landsche wapenschild en ter weerszjjde daar
van op de aehterzjjde van het oxaal vlaggen
en groen. Boven de kapiteelen van de zuilen,
waarop de muren van het schip rusten zjjn de
wapenschilden der verschillende provinciën
aangebracht; daarboven is eene doorloopende
versiering in de nationale kleuren, terwjjl
tusschen de zuilen der nonnengangen doek en
guirlandes zjjn aangebracht om de hoogte te
temperen en tevens om door zachte kleuren
het wit te breken, dat het geheel, dat grooten-
deels van arduin is opgetrokken, tot een groot
gepleisterd gebouw heeft gemaakt, waaraan
men wel niets kon ontnemen van zjjne grootsch-
heid, maar dat men van alle sierlijkheid be
roofd heeft.
De heeren, die zich met het aanbrengen van
de versieringen hebben belast ieder die het
gebouw binnentreedt zal dit moeten getuigen
hebben eer van hun werk!
Het plan van de indeeling der tentoonstel
ling gaat uit van den secretaris der Maat
schappij Zoodra men binnentreedt, komt men
voor een groot ovaalvormig perk, waarin de
heer Is. J. Steenhart, gediplomeerd leerling van
de Staatstuinbouwschool te Gent, thans boom-
kweeker en onderwijzer aan den snoeioursus
te Oostburg, een waterparty heeft aangebracht,
die zeker aller oogen tot zich zal trekken.
Wie die party aandachtig beschouwt, zal zeker
wel tot de overtuiging komen, dat het hem
toevertrouwd is zioh met den aanleg van
tuinen en perken te belasten. Het perk. is
verder beplant met coniferen door de kinderen
De Goninck uit Maldeghem, tevens met blad
planten en verschillende grassen. Het aantal
soorten van coniferen bedraagt 140, daarnaast
eene verzameling van bloeiende stamrozen,
en bloeiende begonia's, nagenoeg ontelbaar
Voor de waterparty van den heer Steenhart
heeft de heer De Brauwer te Aardenburg een
fontein aangebracht en een waterval, die beide
uitnemend werken en een overweldigenden
indruk maken. Een vos zit mjjmerend te
loeren op een meerkol, die zich achter een
vooruitstekende rots veilig waant; een ijs-
vogeltje loert bg het vallend water, of het niets
van zjjne gading mede voert, een paar kong-
nen dartelen tusschen het groen, een roerdomp
loert op het zwemmend vischje kortom
niets is vergeten om de illusie volkomen te
doen zyn.
Wandelt men laugs de coniferen voort, dan
heeft men aan zgn rechterzgde de inzendingen
van groentenkooien, rapen, uien, enz. enz.
By de reusachtige producten op dat gebied,
hier tentoongesteld, kan men zich waariyk
niet voorstellen, dat nog iemand durft zeggen
dat de zomer van 1903 zoo ongunstig geweest
is voor de groententeelt.
Voor de vierde zuil vindt men eene inzen
ding van den heer G. A. Vorsterman van Oyen,
die wel de vermelding verdient, wyi zg
enkele zaadplanten bevat, die men zelden op
tentoonstellingen ontmoet, omdat zg om mooi
te zgn niet kunnen verplant worden en men
ze van 't begin af in potten moet aankweeken,
wat doorgaans niet geschiedt't zyn nameiyk
5 exemplaren in drie variëteiten van den
zicinus, de communis (Palma-Christi), ie sangui
neus en de Oibroni, daarnaast een paar Coboea
scandens, rgk bloeiend, en op den voorgrond een
dadelpalm phoenix dactyli/era) gekweekt uit de
kern van een geconfgte dadel, die in Mei 11.
werd geplant,
Aan de overzgde vindt men prachtige ver
zamelingen bloemen, ingezonden door den heer
A. Polderman, tuinier by mevrouw de wed.
Bomme alhier. Op elke tentoonstelling, door
de Maatschappg gehouden, trokken de fraai
gekweekte planten van dezen kenner de aan
dacht, nergena kwamen zg zoo goed tot haar
reoht als in dit ruime gebouw. Verder vinden
wy fraaie verzamelingen bloeiende gewassen
en bladplanten van den heer M. W. v. d.
Plassohe, bloemkweeker te Aardenburg, eene
eenig mooie en volledige verzameling oaotussen
van Dr Schouten uit IJzendyke, meer dan 300
verscheidenheden, inzendingen van de Floralia
te Aardenburg, prachtige inzendingen van
planten en bloeiende gewassen van A. van
Slugs, tuinman bg den heer Hennequin, afge
sneden dahlia's, rozen in honderden soorten
eene verzameling vazen en tuinbouwwerktuigen
van firma Gebr. Boudewgnse te Middelburg, te
veel om alles afzonderiyk te vermelden
Wg kunnen niet anders dan allen toeroepen
komt en zietl
Maar de tentoonstelling is niet alleen eene
tentoonstelling van planten en bloemen, zy is
ook eene tentoonstelling van Ooft; en het moge
nu wel eenigszins vreemd klinken aan het einde
van een zomer, die in plaats van zon steeds
water bracht, en die afscheid van ons nam
door een storm, waardoor men meenen zoude
dat de laatste appel was afgewaaid, nog te
willen pronken met ooft maar evenmin
als er gebrek te bespeuren is aan groente,
evenmin mangelt op deze tentoonstelling het
ooit. Twee cyfers zullen u dat bewyzen: Op
drie tafels van zeer aanzieniyke afmetingen
zyn tentoongesteld 253 borden met 5 en 136
schoteltjes met drie stuks appels en peren.
Aan het einde van een dier tafels prykt in
het groen van fraaie thuya's het wit marmer
borstbeeld van onze geliefde Koningin, die
voor deze tentoonstelling aan de Maatschappj
een zilveren medaille heeft vereerd, evenzoo
als zulks gesohiedde door haar gemaal, prins
Hendrik der Nederlanden.
Het tentoonstellingslokaal is zóo ingericht,
dat men steeds eene zelfde riohting moet
volgen. Men komt de voordeur in, heeft een
breed wandelpad, dat nergens eene geringere
breedte heeft dan 2 meter, wandelt zoo voorbj
alle perken, vele tafels en verlaat, na alles ge
niën te hebben, het gebouw door een zydeur,
waar een zaohte wenk gegeven wordt, om de
ongelukkige weduwen en vaderloone kinderen
uit Arnemuiden te gedenken, een wenk, die
naar wy hopen niet vergeefsch zal zyn. By
zooveel genot kan wel een penninkske geofferd
worden om het leed van zoo zwaar getroffenen
te lenigen.
Maar we mogen niet langer op de tentoon
stelling toeven, wy spoeden ons naar buiten
om de versieringen in oogensohouw te nemen,
die allerwegen zyn aangebracht. Dat alle
huizen vlaggen, dat ook het raadhuis, waar
het Bestuur der Maatschappg en de leden der
Feestcommissie zoo dadeiyk feesteiyk zullen
ontvangen worden, rgk versierd is, behoeven
wg nauweiyks te vermeldenmaar eene op
somming van de eerepoorten, die den bezoekers
moeten duidelgk -maken, hoe men hunne
komst op prgs stelt, mag hier niet achterwegen
biyven. De Oude Kaai of Westpoort, die
uit de dagen van Frederik Hendrik dagteekent
en welker leeuw ons eenmaal mededeelde
dat hy een Engelsohen Koning had zien bin
nenkomen, is allersierlgkst, zoo ook de poort
in het midden van de Weststraat. Daarin
hangt een kroon van bloemen, gemaakt door
nyvere dameshanden, die eene aandachtige
besohoiwing overwaard is. Poorten zgn ver
rezen in de Oude Kerkstraat, in de Landstraat,
aan 't begin van de Tuimelsteenstraat, terwjjl
een dubbele poort ingang verleent tot de
Kerkstraat, welke geheel met guirlandes
overtogen is. (Men zie verder de Courant).
Vergadering van heden, Zaterdag, morgen
te 10 uren.
Voorzitter de heer H. P. den Bouwmeester.
Tegenwoordig 21 commissarissen.
Afwezig de heer jhr mr L. Schorer, met
kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de
vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
De heer Louwerse vraagt of uitvoering ge
geven is aan een door de vergadering genomen
besluit omtrent vervanging van krammatdoor
steenbestorting.
De voorzitter antwoordt dat dit werk wel is
aanbesteed doch de inschrgvingssom te hoog
was. Daarom is het werk voorloopig uitgesteld.
Daarna geschiedt overlegging van de polder
rekening over 1902
De commissie, die dit jaar is belast geweest
met de voorloopige opneming dier rekening,
heeft daartegen geene bedenking. Zy adviseert
die goed te keurenin ontvang op 311.360.64
en in uitgaaf op f 293 967.63, dus met een
goed slot van f 17.393.01.
De rekening wordt zonder discussie met al-
gemeene stemmen goedgekeurd.
Thans komt ter tafel het voorstel van het
dag. bestuur omtrent het vast te stellen
GEWOON DIJKGBSCHOT
voor het dienstjaar 1904.
Voor de gezameniyke werken aan de vier
wateringen is uitgetrokken 147.100, terwyi
de begrooting voor 1902 daarvoor aanwees
132.600 en voor 1903 uitgetrokken was
125 400. Onder het bedrag voor 1903 iB
begrepen 3000 voor kosten van onuitgevoerd
gebleven werken in 1899.
Onder het cyfer van f 147.1C0 is voor nieuwen
aanleg begrepen: Noordwatering f 68.000,
Oostwatering f 4200, Zuidwatering f 5000 en
Westwatering 4000, samen 81.200.
Voor gewoon onderhoud biyfc alzoo een
bedrag over van J 65 900, waarin de Noord
watering komt voor 41.100, de Oost-, Zuid'
en Westwateringen te zamen voor 24.800.
In het vorig jaar was by de raming in Sep-
sember voor gewoon onderhoud uitgetrokken
f 61.100, zynde voor de Noordwatering ƒ40 800,
voor de drie andere wateringen f 20.300.
Onder de Noord watering is uitgetrokken
f 59.500 voor het verbeteren en uitbreiden
der duinvoetsverdediging tusschen strandpaal
44 op het Zuider strand en dykpaal 0 op den
Westkapelsohen zeedgk (het zoogenaamde
boerenhof).
Dat werk heeft reeds versoheidene jaren een
onderwerp van bespreking by het bestuur uit
gemaakt en meermalen werd aan de alge-
meene vergadering medegedeeld dat te eeniger
tyd eene afdoende verbetering by het z. g
boerenhof noodig zou zgn. Het dag. bestuur
acht dit tydstip thans gekomen.
Volgens zyne meening mag voor dit werk
geene leening gesloten worden, maar moet het
uit den gewonen dienst worden betaalddaar
het dag. bestuur echter overtuigd is dat de
kosten bezwaariyk uit één dienstjaar kunnen
worden bestreden, is het voornemens by goed
keuring van het werk door de algemeene
vergadering, de betaling zoodanig te regelen
dat ongeveer de helft eerst in 1905 behoeft
betaald te worden en dus ten laste van dat
dienstjaar kan worden gebracht.
Den 1 Januari 1904 zal de sohuld van den
polder bedragen f 887.598, waarvan in dat
jaar zal worden afgelost f 35.000.
De vermoedelgke uitgaven voor 1904 kunnen
als volgt geraamd wordenkosten der werken
f 147.100, waar af voor in 1905 te betalen
30.000, dus 117.100, wegen f 10.000, rente
en aflossingen f 68.485, bezoldigingen 19.450,
inspectiën f 700, gebouwen en assurantiën
800, lasten t 1050, brandstoffen 500
drukwerken f 800, kadaster f 700, verkiezin
gen 300, alle andere uitgaven 3400, on
voorzien f 10.356, te zamen alzoo 233.641
De ontvangsten met uitzondering van het
dykgeschot zyn daarentegen de volgende
eigendommen f 2500, afwateringBgelden 577
diversen f 4564 en wegen f 10.000, te zamen
alzoo 1 17.641.
Het tekort bedraagt duB f 216.000.
Ter dekking hiervan stelt het dag. bestuur
voor te heffen op de gronden en wateren der
poldersschotbaar f 208.151 en vryiand ƒ7849
en mitsdien het bedrag van het gewoon dyk-
gesohot voor 1904 vaBt te stellen op f 13 50
per hectare schotbaar en f 5.30 per hectare
vrgland.
De voorzitter bespreekt de voorgestelde uit
voering der duinvoets verbetering.
Nader is gebleken dat dit werk ongeveer
13 000 goedkooper kan worden uitgevoerd,
wanneer eenige wyzigingen in het oorspron-
kelgk plan zullen zyn gebracht.
Het dag bestuur aoht het beter den goed
kooperen weg te betrachten.
Het werk is een voortzetting van dat in
1894 gemaakt.
De voorzitter stelt dus voor een bedrag van
f 46 800 uit te trekken.
Door die wyziging behoeft geen verandering
in de cyfers te worden gebrachtalleen zal
over 1905 13.000 minder behoeven te worden
betaald.
De heer Louwerse is ter plaatse, waar men
hst werk wil maken, geweest. Hg zou, wan
neer de verdediging werkelgk beter was, geen
bezwaar hebben de f 13.000 meer te geven.
Verder vraagt bg of het beloop niet wat
stgl en de lengte van het bazalt goed is.
De voorzitter zegt dat het laatste plan voor
de verdediging het beste is.
De helling van 4 op 1 kwam den ingenieur
ook wel wat styi voorwaarschjjnljjk echter
zal de helling wat minder genomen kunnen
worden.
De lengte der bazalt wordt voldoende
geacht.
Nadat aan het dag. bestuur de gevraagde
maohtiging is verleend voor het verbeteren en
uitbreiden der duinvoetverbetering aan den
Westkapelsohen zeedyk, wordt het voorstel be
treffende het dgkgeschot, conform het advies
van de commissie van onderzoek, met alge
meene stemmen goedgekeurd.
Aan de orde is nu de aanwyzing van een
gemeente buiten Middelburg voor de verkie
zingen in 1904.
Westkapelle wordt weer aangewezen.
Vervolgens wordt overgegaan tot de benoe
ming van een voorzitter, leden en plaatsver
vangers van het stembureau in 1904.
Benoemd worden als voorzitter de voorzitter
van het polderbestuur; als plaatsvervangende
voorzitters de heeren P. Pouwer Az. en jhr C.
J. J. A. van Teylingenals leden de heeren
M. C. van Westen, H. J. E. Gerlach van St
Joosland en J. Koene, en als hunne plaats
vervangers de heeren L. Cysouw, H. W. Al-
laart en A. W. Berdenis van Berlekom.
Door het dag. bestuur wordt machtiging
gevraagd tot het
VERPACHTEN DER TOLLEN
over de jaren 1904—1906.
Het bestuur zal overwegen enkele wyzigin
gen in de verpaohting te maken in verband
met oombinatie der tollen.
De heer Gorré zou, met het oog op de Zon'
dagsrust, den tolgaarders niet willen vergun
nen des Zondags tol te heffen.
Sommige gemeentebesturen handelen even
eens.
Hg doet een voorstel in dien geest.
De heer jhr mr W. H. Snouok Hurgronje is
tegen een zoodanig voorstel.
Hy vindt dat het niet aangaat een ver
plichtende bepaling aan de pachters op te
leggen. Zy kunnen, als zy gemoedsbezwaren
hebben, op Zondag het heffen van tol nalaten'
De heer Sprenger zal ook tegen stemmen.
Aan den tol aan den Seisweg wordt geen
tol geheven, aan die op den Noordweg wel.
Men zou dan ook het ryden wel geheel kunnen
verbieden.
De heer Pouwer is het met de twee vorige
sprekers eens. Hy merkt bovendien op dat het
niet heffen van tol op Zondag juist het ryden
op dien dag in de hand zou werken. Men zou
dan des Zondags veel meer gaan ryden.
De heer Coppoolse is sterk voor het voorstel.
Hy zou er voor den polder geen nadeel in zien
Iemand zou den tol wel willen pachten
indien hy des Zondags niet behoefde te heffen
en dan wel f 100 meer willen geven.
De heer Snouok Hurgronje stelt in het lioht
dat de pachter vry is.
De heer Van Westen is er ook voor dat
geen tol wordt geheven op Zondag. De onder
vinding heeft geleerd dat dit geen nadeel op
levert, o. a. te Vrouwepolder.
De voorzitter Btelt in het lioht dat de paoh
ters in geen enkel opzicht verplicht zyn des
Zondags te heffen. Zy zyn volkomen vry
Dat het verbod geen nadeel zou opleveren
is spreker niet eens met hen die dat beweren.
De tol te Vrouwepolder is geen goede ver-
gelgking.
De tol op den Noorweg brengt des Zordags
veel meer op dan in gewone dagen.
Worden de tollen lager verpacht, dan zou
het onderhoud der wegen lyden.
De Noordweg is een model klinkerweg. Hj
wordt goed onderhouden als een gevolg van
de groote opbrengst der tollen.
Wordt die opbrengst minder, dan zal de
weg minder goed onderhouden kunnen worden,
wat ten nadeele zal strekken der aangelanden
De voorzitter ontraadt ten sterkste aanne
ming van het voorstel.
De heer Gorré verdedigt zyn voorstel nog
nader.
De heer H. W. Allaart meent dat het verlies
door des Zondags niet te heffen, over al de
tollen p. m. 700 zou bedragen.
De voorzitter kan daartegen geen ander
cyfer stellen. Hy meent eohter dat des Zondagi
meer wordt geheven dan in de overige dagen
der week te zamen.Dan zou de schade 4000 zyn
Wanneer men het aantal rytuigen, dat des
Zondags wordt gebruikt, nagaat, dan staat
het vaBt dat het oyfer van f 700 veel te
laag is.
De heer Corré wyst er op davt an den
Domburgsohen tol in de zomermaanden des
Zondags f 7 ongeveer wordt ontvangen.
De voorzitter meent dat discussies over het
flnaicieel gedeelte vry wel in de luoht hangen.
Het voorstel, daarop in stemming gebraoht,
wordt aangenomen met 12 tegen 10
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Sprenger, Ger-
laoh, Van Teylingen, Callenfels, Tak, Zip,
Pouwer, Snouok Hurgronje, Van Berlekom en
Den Bouwmeester.
De heer Snouck Hurgronje vraagt of voor
dit besluit de goedkeuring noodig is van Ge
deputeerde Staten, en nadat de voorzitter
daarop ontkennend heeft geantwoord zegthy:
Dat is jammer 1"
De voorzitter schorst hierop voor tien
minuten de vergadering en begeeft zioh met
raden in raadkamer.
de
De vergadering heropend zgnde, deelt de
voorzitter mede dat hy van dit besluit in hoo-
ger beroep zal komen by het Gedeputeerd
college volgens art. 143 van het reglement op
den polder.
In afwachting daarvan zal de verpachting,
die op 15 October is uitgesohreven, door het
dag bestnur gehouden worden met heffing op
Zondag en zonder deze.
De heer Koene wensoht eene verandering te
brengen in de verpaohtinghy zou al de tol
len tegelgk willen afslaan, nadat die eerst
afzonderiyk zyn verpacht.
De voorzitter zegt dat het de bedoeling is
enkele tollen te oombineeren, eohter niet allen.
Daarop wordt de maohtiging tot verpach
ting, in den geest als het dag. bestuur voor»
stelt, verleend.
VolgenB art. 12 der wet van 10 Nov. 1900
i Stbl. no. 176) kan by verordening aan eige
naren of gebruikers van erven of gronden,
gelegen aan een watergang, de verplichting
opgelegd worden, den delfgrond uit dien water
gang te ontvangen.
Het dag. bestuur meent dat het voor den
polder noodzakeiyk is, eene dergeiyke verorde
ning vast te Btellen, daar het anders van de
willekeur van sommige aangelanden zoude
afhangen om by het noodzakeiyke delven van
die waterleidingen aan de polders allerlei
bezwarende voorwaarden te stellen, in stryd
met het algemeen belang.
Het dag. bestuur legt daarom een conoept
keur over op het
ONTVANGEN VAN DELFGROND
uit watergangen, waarby tevens rekening is
gehouden met eventueel door aangelanden te
Igden schade.
In die keur wordt in art. 2 bepaald
Mocht door de opgeworpen speoie schade
toegebraoht zyn aan te veld staande vruchten,
bezaaid land of hooiweien, zoo zal aan de
eigenaren of gebruikers eene schadevergoeding
worden toegekend door het polderbestuur in
overleg met hen te bepalen.
Kan omtrent het bedrag der schadevergoe
ding tussohen partyen geen overeenstemming
worden verkregen, zoo wordt de bepaling daar
van in hoogste ressort opgedragen aan twee
deskundigen, waarvan een door het polderbe
stuur en een door den eigenaar of gebruiker
van den grond te benoemen, die bevoegd zyn
by niet overeenstemming zioh een derden per
soon toe te voegen. De kosten van deze des
kundigen zullen door partyen ieder voor de
helft worden gedragen.
In art. 3 wordt bepaald dat de op de gronden
of erven opgeworpen speoie het eigendom wordt
van eigenaars of gebruikers.
In art. 4 wordt tegen hen, die de daartoe
door het polderbestuur aangewezen personen
beletten den delfgrond op de betrokken per-
ceelen te werpen, een straf bedreigd van
heohtenis van ten hoogste zes dagen oi geld
boete van ten hoogste f 25.
Van den heer J. H. Ssgders en 8 anderen
is een bezwaarschrift ingekomen, waarin zy
verzoeken in art. 2 het woord »hooiweien"
te veranderen in »weiland".
Het dag. bestuur vindt hierin geen aan
leiding zyn voorstel te wyzigen. Het meeat
dat alleen schade kan berokkend worden aan
hooiweien.
Dit is sedert vele jaren algemeen aangeno
men en nimmer zyn daartegen bezwaren in
gebracht door personen die zich benadeeld
achten.
De heer Ponwer geeft ook nog eenige in
lichtingen om aan te toonen dat van sohade
geen spraak kan wezen.
By art. 3 vraagt de heer Tak waarom van
eigenaren en gebruikers en niet alleen van
eigenaren wordt gesproken.
De voorzitter zegt dat by kwesties het paoht-
contract uitspraak doen moet. Het gaat niet
aan dat het polderbestuur zioh daarin mengt.
De heer Tak zou eenvoudig van eigenaren
willen spreken, dan heeft de polder slechts
met éen man te maken. De eigenaar kan in
zyn paohtcontraot de noodige bepalingen voor
den pachter stellen.
Men zou misschien by de bepaling, sooals
die nu is, als derde in een geding kunnen
worden betrokken.
De heer Tak stelt voor de woorden »of ge
bruikers" te doen vervallen.
Dit voorstel wordt niet voldoende onder
steund en kan daarom geen onderwerp van
beraadslaging uitmaken.
Art. 3 wordt daarna goedgekeurd.
By art. 4, de strafbepaling, vraagt de heer
Sprenger of ook niet een strafbepaling moet
worden bedreigd aangaande art. 1.
De voorzitter aoht dit niet noodig.
De heer Snouok Hurgronje is van dezelfde
meening.
De geheele keur, daarop in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
*n
Teneinde aan de buitenplaats Ipenoord onder
Oostkapelle een sohooneren aanleg te kunnen