BIJVOEGSEL FEUILLETON. Maandag 21 September. N°. 222. 140e Jaargang. 1903. Vluchtige vetzuren. Be Wetoe iet Sasta-Aia-Mei. Middelburg 19 September. VAN DB MIUDELBURGSGHE COURANT. Wg hebben er reeds op geweren, en meer dan eens, dat onze boter in het buitenland, vooral in Eageland, een minder goeden naam heelt dan zulks vroeger het geval is geweest. Daarvoor bestaan verscheidene redenen. Onze zuivelbereiders zgn geruimen tgd big ven stil staan op de hoogte, die zg op dat gebied hadden bereikt, terwgl de zuivelbe reiders uit andere landen, vooral uit Dene marken, geleid door mannen van de practgk en van de wetenschap, de bereidisg hunner producten verbeterden, onze zuivelbereiders weldra evenaarden, en niet lang daarna over troffen, waardoor onze le qualiteiten afdaalden tot producten van den tweeden rang. Eene andere reden, waardoor onze boter haar goeden naam voor een gedeelte verloor, moet gezocht worden bg de vele knoeiers, die zich niet ontzagen goede boter te vermengen met margarine en dit mengsel als onvervalschte boter in den handel te brengen. Het onderzoek naar zoodanige vermenging geschiedt door de verzadigisgsogfers voor de vluohtige vetzuren en een gevolg daarvan is, dat zuivere natuurboter met lage verzadigings- ogfers, zooals die in het najaar veelvuldig voorkomen, gevaar loopt afgekeurd te worden als boter, die eene vervalsching heeft onder gaan met margarine. Daardoor wordt onze eerlgke boterhandel met het buitenland ernstig bedreigd, waarom onze deskundigen, met Dr Swaving, den direc teur van het Rgkslandbouwproefstation te Goes, aan het hoofd, zich reeds geraimen tjjd onledig hebben gehouden met proefnemingen, dia tot doel hebben het verzadigingscgfer voor vluchtige vetzuren zoo mogelgk op de normale hoogte te houden. De heer Swaving heeft nu in de Mededeelingen der Rijfcsproe/stations den uitslag medegedeeld van de Proefnemingen naar de oorzaken van het optreden van lage verzadigingscjjfera voor de vluchtige vetzuren in Neder- landsohe boter in 1902, en wjj meenen een goed werk te doen door dien uitslag in 't kort, zoo duidelgk mogelgk ter kennis te brengen onzer lezers en lezeressen. Door de proefnemingen van 1900, zoo schrgft de geachte onderzoeker, kwam men o. m tot déze gevolgtrekkingen: 1 Te late weidegang vermindert het ver- zadigingscjjfer. 2 Vroeg opstallen behoudt het verzadigings- ojjfer op dezelfde hoogte. Verandering van voeder is van dadelgken invloed op de samenstelling van het botervet. 4 Er bestaat waarschgnlgkheid, dat de verlaging van dit cjjfer, een gevolg van te schrale weidevoedering in den herfst, kan voorkomen worden door bg voeging van stal- voeder. De proefnemingen, in 1901 in den Wilhel- minapolder genomen, gaven daarbg aanleiding tot de gevolgtrekking dat bg laten weidegang het verzadigingscjjfer voor de vluchtigé vetzuren op behoorljjke hoogte kan gehouden worden door eene doel treffende bg voedering in de weide. Esnmaal tot deze gevolgtrekking gekomen, bleef nu over te bepalen, van welk bjj voer in de weide gebruik gemaakt moet worden, om het beoogde doel te bereiken. Door den heer Hanken, directeur van den Wilhelminapolder, werden voor eene proefne ming 20 koeien beschikbaar gesteld, waarvoor hem in het verslag een woord van das k wordt gebracht. Oorepronkeljjk was het plan proeven te nemen met grondnotenmeel, katoenzaadmeel, melasse voeder, mar gel wortelen en rogge j de ondervinding, in Groningen opgedaan met beetwortelkoppen, vestigde de aandacht op 't gebruik van suiker. Daarbg werd aangenomen, dat een dier in de weide gemakkelijk 25 KG mangelwortelen verorbert; deze vertegenwoordigen 2 KG suiker, welke hoeveelheid het tweede proefdier ont ving als ruwe suiker over het gesneden gras, terwgl gelgke hoeveelheid suiker aan een derde proefdier werd gegeven als 50 melasse, ge mengd met hakselhet vierde proefdier ont ving l1/» KG katoenzaadmeel als bijvoer, terwgl men de 5de koe volop gras voerde. Er werden nu genomen 5 oud melksche en 5 nieuw-melksche koeien, die in de weide en ook op stal gevoerd werden. Zoowel in de weide als in de stal had m9n dus 2 proefdieren, die volop gras ontvingen; 2 proefdieren, die volop gras ontvingen met 2 KG suiker; 2 proefdieren, die volop gras ontvingen met 4 KG melasse; 2 proefdieren, die volop gras ontvingen met 25 KG mangels 2 proefdieren, die volop gras ontvingen met l'/t KG katoezzaadmeel. Al de dieren werden geleidelijk gebracht tot de voeding, die voor de eigenlijke proef neming dienen moest Den 9an November kwam gebrek aan versch gras, zoodat op stal, in plaats daarvan, per dag en per koe 24 KG ingekuilde 3de snede lucerneklav9r werd ge- geve». Op 10 November werden 25 KG mangel- wortels vervangen door 15 KG suikerbieten. De voedering bleek zonder invloed op het vetgehalte. De melkopbrengsten daalden van die koeien, welke katoenmeel en melasse ontvingen, zjj steeg bg die, welke mangelwortelen en suiker gebruikten. Katoenzaadmeel veroorzaakte bg vier koeien te groote ontlasting, teiwjjl hare boter katoen- zaadolie-reactie gaf van V» tot 1 Uit het Engelsch. VAM BRET HARTE, Wanneer men nu de verschillende proe nemingen, die in haren geheelen omvang worden medegedeeld, maar waarbjj wg hier niet behoeven stil te staan, met elkander vergeljjkt, dan blijkt lo dat men door het geven van mangel wortelen in staat is het verzadigingscjjfer op behoorljjke hoogte te brengen en te houden 2o dat op stal suikerbieten evenzeer als mangelwortelen een gunstigen invloed uit oefenen op dat cjjfer 3o dat melasse zoowel als suikervoedering noch in de weide, noch op stal voert tot bevredigende uitkomsten 4o dat vervanging van versch gras door ingekuilde lucerne eene plotselinge aanzienlgke stgging geeft van het verzadigingscgfer 5o dat het vervangen van gras bjj stal- voedering door ingekuilde lucerne den invloed van eene melasse- en suikervoedering duide lijker doet uitkomen; 6o dat bg opgestalde dieren, het vervangen van de helft der ingekuilde lucerne door hooi, gepaard gaat met eene verlaging van het verzadigingscgfer 7o dat katoenmeelvoedering daarop van weinig of geen invloed is; en 8o dat vervroegd opstallen geene vol doende uitKomsten geeft tot verhooging van het verzadigingscgfer, zonder doelmatig bjjvoer. Naar aanleiding van deze uitkomsten, zegt de heer Swaving, is het als vaststaande te beschouwen, dat de voedering met mangelwor telen, onverschillig onder welke omstandig heden toegediend, in staat is het verzadigings cgfer aanzienljjk te verhoogen of op eene aan zienlgke hoogte te behouden. Dat dit zoude toe te sohrgven zgn aan de hoeveelheid suiker, die in de mangelwortelen aanwezig is, mag uit deze proeven niet wor den afgeleid, omdat noch melasse-, noch sui kervoedering resultaten hebben opgeleverd, die met de mangelvoedering in overeenstemming zgn te brengen, terwgl de gunstige uitkomsten, verkregen bg het gebruik van ingekuilde iu- oerne, het niet onwaarschgzlgk doen zgn, dat eiwitBtcffen tengevolge van de beginnende gisting worden ontleed in niet-eiwitBtcffen, die in het dierlgk verteringsproces zoodanige omzetting ondergaan, dat daaruit verbindingen worden gevormd met vluchtige vetzuren. Hierdoor wordt de waarschgnlgkheid niet buitengesloten, dat gemakkelgk ontleedbare koolhydraten (suiker), wanneer deze ge geven worden met stoffen, die beginnen te gisten (ingekuild groenvoer) of met stiffen, die gemakkelgk tot gisting overgaan, mangels en bieten, een gunstigen invloed uitoefenen op de vorming van vetzuren. Omtrent een en ander, zoo eindigt de heer Swaving zgne belangrgke mededeelingen, zul len proefnemingen met verschillende soorten van ingekuild voeder verder licht moeten ver spreiden. Uit het bovenstaande ziet men, dat de on derzoekingen, die wg mededeelden, in zoover al tot een gunstig resultaat hebben geleid, dat wg nu een middel weten om de lage verzadi- gingscgfers van onze najaarsboter aanzienlgk te verhoogen. Met belangstelling zien wg het verslag tege moet omtrent de proefnemingen met ingekuilde voedermiddelen. Wordt daardoor het reeds verkregen resultaat bevestigd, dan zullen onze zuivelbereiders in staat gesteld worden den ouden roemrgken naam te herwinnen, die door de bedriegergen van gewetenlooze knoeiers helaas, reeds zooveel geleden heeft. kwam er een glimlach op haar gelaat - de eerste s9dert zg weduwe was Toen de bekoorlgke mevrouw Wade ein- delgk hggend en blozend stil stond aan den arm van haren danser, werden zg bgna omver gedanst door den zwaarmoedigen John son, die in verrukking, doch plechtig, met mevrouw Stubbs in de rondte draaide. Domi- né's en Zondagsohooljuftrouwen walsten samen dat de zaal daverde en de kalk van de muren viel. Niemand wist niemand wilde weten hoelang dit opgewonden dansen duurde het hield pas op toen de muziek zweeg. Daarna ging iedereen, half versuft, half be dwelmd, half beschaamd, vol innerlgke wroe ging, met onsamenhangende afscheidswoorden huiswaarts. Later werd er niet meer gedanst die wals was het evenement van het feest en van de gesohiedenis van Santa Ane. Toen de bedeesde mevrouw Wade zioh in de eenzaamheid van haar kamer ontkleedde, en haar oog viel op den helderen witten rok met strooken en kant, die op een stoel lag Gedurende een heele week werd er in Sanfa- Ana een onheilspellend stilzwggen over het bal bewaard. Het looale blad gaf een uitvoerige beschrg- ving van de opening van het hotel; doch vergenoegde zich met te zeggen «Het feest werd met een bal besloten." Mgnheer Brooks, die zich geroepen voelde in die week twee maal naar de gezondheid zgner baldame te komen vragen, stelde haar op eigenaardige wgze gerust over de gevolgen van die opge wondenheid. >De zaak is, mevrouw Wade, dat men niemand in het bg zonder iets kan ver wg ten en dat ergert henZg hebben altemaal meegedaan, de dominé's en de Zondagschool juffrouwen ook, en toen de oude Johnson onlangs hatelgk wilde zgn en hoopte dat de vermoeienis van dien avond u niet slecht be komen zou zgn, vertelde ik hem dat gg de pgn nog niet te boven waart, veroorzaakt door den stoot, dien hg en mevreuw Stubbs u gegeven hadden, maar dat gg, als een echte dame, niet gezegd had wat zg gevoeld had bg de vertooning, die zg beiden gemaakt hadden. Dat sloot hem den mond." >Maar dat hadt gg niet moeten zeggend zei zg een weinig verschrikt. »flet doet er niet toe dat neem ik DE MILLrlOEKENRBDE Even beladen, om niet te zeggen overladen als de Troonrede is met toegezegde wetsvoor- drachten, zoo sober is de millioenrede, waar mede Vrgdag de minister van financiën de aan bieding der Staatsbegrooting voor 1904 heeft ingeleid. Zg bepaalt zich tot de opsomming van de uitkomsten der laatstverloopen dienst jaren, de uitzichten van het nog loopende en de raming voor het eerst volgende. De slotopmerkingen over den financieelen toe stand en de voornemens der regeéring zgn bgzonder dun. Omtrent het jongste verleden -kon de Minister vrg bevredigende mededeelingen doen De dienst van 1901 sluit met een veel belang- rgker overschot dan hg een jaar geleden had geraamd; niet maar 1'/- ton, maar ruim 1 millioen blgft beschikbaar. Ook 1902 is zeer meegevallenhet tekort, oorBpronkelgk op 11 millioen geschat, is tot 27a millioen ingekrom pen, dank zg vooral het ruimere vloeien der middelen, bgna 7 millioen boven de raming, en de 4 millioen mindere nitgaven. Dientengevolge staat de rekening over de 11 jaren 1892—1902 nu aldus, dat van de 16.8 millioen, die in 5 dier jaren boven de ontvangsten werden uitgegeven, de helft is gedekt door overschotten der 6 overige jaren- Met andere woorden, alle uitgaven van dit tgdperk, waaronder een aanzienlgk bedrag wegens groote werken enz waarvoor andere volken gewoonlgke leeningen aangaan, zgn in Nederland op 8.4 millioen na gedekt door gewone middelen, waarbg ia 1899 enkel is ge komen de opbrengst eener leening ad ruim 5 millioen voor den aankoop der spoorweglgn LeidenWoerden. Dat is zeker een gunstige toestand. Trots de op schier elke begroot ing voorkomende belangrgke tekorten, eindigt het tgdperk werkelgk met een wel nog ongedekt nadeelig verschil, maar dat geen onmiddellgke voor ziening, althans geen leening van beteekenis eischt De etand van 1903 is nog niet met zeker heid aan te geven Wel is reeds voor 168 millioen aan credieten toegestaan, zgn nog 11 ton aangevraagd en zullen nog ruim V/t mil lioen noodig zgn o a. 11 ton wegens de onkosten der stakingsdagen maar de mid delen hebben tot 1 Sept. reeds aaazienlgk meer dan in 't vorig jaar ingebracht, zoodat de vooruitzichten niet onrustbarend zgn. Voor 1904 durft de minister dan ook de opbrengst der gewone middelen op 164.3 mil lioen of bgna 8 millioen h o o g e r ramen dan voor 1903 is geschied, en daartoe beeft de nieuwe suikerregeling niet weinig bjj gedragen 5 de premiën, ten bedrage van ruim 3 millioen, zullen wegvallen. Maar de uitgaven zollei, volgens zgn raming, tot 176 millioen stggen, en er is zoodoende op het papier een tekort van 10 7 millioen. Daaronder is echter21 ton begrepen voor den aanleg van den Lawaspoor- weg in Suriname, 22 ton voorsohot aan de Indische middelen en dan nog bgna 4 millioen voor spoorwegen, Maasmond en mgnenploitatie in Nederland. Om deze en enkele andere redenen, daalt het eigenlgk tekort op den gewonen dienst tot nog geen 4 millioen, dat als er niets bg komt door besparingen en hoogere inkomsten allicht zal verdwgnen Maar de minister rekent voo-, dat er nog belangrgke uitgaven te doen zullen zgn, o. a. voor de Kinderwetten, het Noordzeekanaal en de bewapening der bereden artilleriezoo doende becgfert hg nu reeds dat er 5'/, m'l lioen tekort komt op den gewonen dienst. Het volgend jaar behoeft niet buitengewoon voorspoedig te wezen, wanneer ten slotte ook dit bedrag zal blgkea gedekt te zga, zoo door besparing op uitgaven als door hoogere ont vangsten. Voorziohtig is het eohter zeker daar op niet te rekenen en daarom wgst de Minister op een te verwachten nieuwe bron van inkom sten uit het gewgzigd tarief van invoerrech ten dat nu eindelgk zal worden aangeboden. Over andere middelen om in de behoefte te voorzien spreekt hg niethet tarief is ngn eenig plechtanker. Wg moeten de voorstellen daaromtrent afwachten, alvorens over de doelmatigheid te kunnen oordeelen. Maar zooveel staat nu reeds vast, dat de toestand onzer geldmiddelen een onverwglde voorziening in de tekorten niet dringend noodig maakt. Ebld OJbflUQfCHSff JËR2E. Bg kon. beBluit: is benoemd tot notaris binnen het arr. Breda, ter standplaats Oosterhout L. J. G. van Meer- wgk, candidaat-notaris te Amsterdam is de eere-medaiile der orde van Oranje- Nassau, in zilver, toegekend aan Hendrikje Flamelicg, dienstbode bg den heer M. E. van der Meulen, emeritus predikant te 's Graven- hage; zga bg het korps mariniers bevorderdtot kolonel de luit -kol. J. R. J. P. Cambiertot luit.-kol. de kapitein J. A. Gauwtot kapi tein de eerste-luit. A. H. Bakker; tot eerste- luit. de tweede-luit. R. G M. A Hegis het bevel over het korps mariniers opgedrsgen aan den benoemden kolonel J. R J. P. Cam bier is bevorderd tot luit. t/z 2 e kl. de adelb. le kl. E. G Wesselink, R. H. Wgmans en A. Seret Azb. is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Lteuui professor mr D. Josephus Jitta, voorzitter van de Internationale Vereent- ging voor de bescherming van den induitrieelen eigendom te Amsterdam is bepaald dat bg afzonderlgke dagorders, zoo in Iadië als in Nederland, eervol aullen worden vermeldde soldaat ziekenverpleger G. Lsno van het leger in N.-I, wegens ngne verrichtingen bg de vermeestering van de vgan- delgke versterking Koeta Blang Djeurat opS December 1991 en de sergeant der inf. J. C. Bodemrger van hetzelfde leger, ter cake van zgne verrichtingen bg een aanval op Koeta Seuneubo op 20 Augustus 1899. De minister van justitie verleent de volgende week geen audiëntie. Marseille is besmet verklaard wegens pest. De Minister van Marine brengt in de St. Ct, ter kennis van belanghebbenden, dat, in ver- batd met den uitslag van het laatstgehouden examen voor adspirant-administrateur bg de zeemacht, de hierna genoemde jongelieden, gerangschikt naar de bg het examen gebleken kundigheden, voor eene benoeming tot adspi rant-administrateur in aanmerking komen T. A Appels, C. A. Hauer, B. van Erp Taal man Kip, A Teljer, H. G. Gerdes. Met afwgking van het bepaalde omtrent den leeftgd voor toelating tot de exsmsns voor klerk der postergen en telegraphic en tele- phoniste, aangekondigd in de St. Ct. van 13/14 Sept., zullen de candidaten van de reeds in het loopende jaar gehouden examens, die aan de eischen hebben voldaan, doch niet voor be noeming in aanmerking kwamen, bg uitson dering nog tot de in November a.s te houden op mg, met al het andere. Gg weet, zg moeten een zondebok hebben en daar ben ik juist de man voor want ik heb het bal op touw gezet! En daar ik toch weg ga, ka» ik die zonde wel mee nemen in de wildernis 1" »Gaat gg weg vroeg zg ontsteld. »Niet voor lang," antwoordde Brooks lachend, »ik kwam hier om een plaats voor een molen te zoeken, en die heb ik gevonden. Intusschen heb ik hun de oogen geopend." »Gg hebt de mgnen geopend," zei de weduwe met beminnelgke openhartigheid. Hare oogen waren mooi, als zg die opsloeg, ondanks de zware, roode oogleden, en Brooks vond dat het niet kwaad voor Sante-Ana zou zgn, als zg geopend bleven. Misschien verried zgn blik dat; want mevrouw Wade zei eenigszins gejaagd»Ik bedoel ik heb er over nagedacht dat het leven niet a 11 g d zoo somber behoeft te zgn, als wg het hier maken. En zelfs hier, mgnheer Brooks, hebben wg zes maanden zonneschgn ofschoon wg dat altgd vergeten, in den regentgd." »Dat is zoo," zei Brooks vroolgk, »ik heb eens een heele boel geld verloren, door mgn eigen dwaasheid en het is mg ook gelukt het te vergeten; en ik reken zelfs dat ik het terug zal krggen uit Sante-Ana, als mgn speoulatie met den molen goed uitkomt. Ik ga dus weg, mevrouw Wade maar niet voor lang." Hg schudde haar de hand en vertrok, bg de weduwe een gevoel achterlatende van vertrouwen en welwillendheid en van eenige dankbaarheid voor zg wist niet wat Dit gevoel bleef haar den heelen middag bg en maakte haar zelfs zoo opgewekt dat zg in zich zelf begon te neuriën en wel de wgs van de Juliane wals. Toen later op den dag de regen en de duisternis toenamen, en haar gemeld werd, dat er in de zitkamer een vreem deling was, die haar verlangde te spreken, gizg zg dien met een minder b'èdrnkt gemoed ontvan gen dan gewoonlgk. Want het was niets nieuws voor haar dat men haar verlangde te spreken Zg was [gewoon, als een eohte Chatelaine, handelsagenten, kooplieden, ambachtslieden en dienstboden te woord te staan. Toen tg echter het vertrek betrad, dat zg half als bureau gebruikte, vond zg het moeilgk den vreemde ling, dien zg daar zag, onder een rubriek te brengeneerst herinnerde hg haar aan den landlooper-mgnwerker, die zg onlangs uit haar raam gezien had. Zga kleeding was samen gesteld uit Btukken, die niet bg elkaar pasten het een was veel beter dan het anderehg droeg een diamanten speld, in een roede das, die gevouwen was over een grof hemdzgn liohte broek was gestoken in gewone, hooge laarzen, die vol modder zaten en deden ver onderstellen dat hg in zgn kleeren geslapen had. Toen zg binnen kwam stond hg op en zei eenvoudig»Hoe gaat het mevrouw deed de deur achter haar dicht en wierp een onderzoekenden blik door de kamer. >Wat ik u te zeggen, mevrouw Wade ik verondeistel dat gg dat zgt is stipt geheim en vertrou- welgk 1 Dat zult ge zelf gauw genorg merken maar ik wil u toch waarschuwen, dat wg niet gestoord worden." Mevrouw Wade moest een gevoel van afkeer overwinnen, eer zg antwoordde: «Gg kunt hier gerust spreken, niemand zal u storen tenzg ik roep", voegde zg er met echt vrou- welgke voorzichtigheid bg. «En dat zult ge riet doen", zei hg met een grgns. »Gg zgt de weduwe van Palaski Wade, van Drie Boomen Heuvel, nietwaar t" »Ja, dat ben ik". »Ea uw man ligt daar op het kerkhof begraven met een monument op zgn graf, dat zgne deugden vermeldt als Christen, als braaf man en goed burger En dat fag laaghartig door roovers vermoord is >Ja, dat is het opschrift'?" »Na mevrouw, grooter leugens zgn er nooit in steen gegrift 1" Mevrouw Wade stond half verontwaardigd, half versohrikt op. «Bigf zitten", zei de vreemdeling met een waarschuwend handgebaar. «Wacht tot ik klaar ben en roep dan den heelen staat Cali- fornfi binnen als gg er lust in hebt." Het optreden van dien man was zoo zeker, dat mevrouw Wade bevend in haar stoel terug zonk. De man legde zgn slappen hoed op de knieën, draaide hem een paar maal rond en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 5