FEUILLETON.
V rij dag
11 September,
5
N". 214
146' Jaargang,
1903.
Middelburg to September.
Revolutionnair
JAN PERSA.
Uit Stad en Provincie.
NST
ike.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Deze courant vorsonijnt d a g e 1 ij k s, met uitsondering van Zon- on Feestdagen.
Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ais voor alle plaatsen ïn Nederland franco p.p., f 2.
Afsonderljjke nummers kosten 5 «ent,
4HBBHOHBTBB BK VERWACHTING.
10 Sept. 8 u. vw. 57 gr.. 18 u 62 gr., av. 4 a. 59 gr. F. Verwacht: matige Z. W. wind,
toenemende bewolking, geringe toename in temperatuur.
Ad verten tién20 cent per regel titeboorts-, dood- on allo andere familieberichten «a
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 oent, Reolamena 40 cent per regel
Rrooto lotton naar io plaats, dia sjj innamen.
Tot de plaatsing van adverteatiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, NS verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereobtigd het Algssaesm A4vert«Btl«°Rwvra«
A. sa IA MAI Aan., 8.1. Vserbnriwal Ml, Aaufsrdan.
6 jaar.
irtirlw:
rd.tjjd:
9 30
9 30
930
9-
9.-
ItH
e. 3.-
3.-
3 -
5-
wordt
mdreis
ar van
;ot
door-
i. 3.-
8
1.-
.45 en
48' en
fik na
rein.
en of
7.40,
9.10,
'II
Ibur
Ef is al zooveel geschreven en onder de
oogen van onze lezers gebracht in verband
met de zaak-Lindeman, dat w)j huiverig zgn
hun aandacht voor meerdere beschouwingen
daarover te vragen.
Maar wat de beer L Simons in het week
blad Lente zege, is zoo geheel anders dan
het tot beden opgemerkte hg beschouwt de
kwestie wier op zoo gansch andere wgze, dat
wg meenen daarvoor nog wel een uitzondering
te mogen maken.
En dit te meer nu door de regeeringsman-
nen zoo luide wordt gesproken over het
anarobistisch avontuur en het gebeurde in April,
hoe afkeurenswaardig ook, tot in het over-
drevene als boeman en reclame-middel wordt
gebezigd voor partij-belang en.
De beer Simons nu vestigt de aandaoht
hierop dat de heer Lindeman was 's Rjjks
aangestelde maar daarom nog geen Rijks-amb
tenaar een der onderdeelen van onze veelver-
takte Regeeringsmacbinc dat het gezag heeft
te helpen handhaven.
Ziehier, zegt hg, een onderscheiding, die ik
b{j het bespreken dezer vraag nog met aange
raakt heb gezien, doch die, waar men over
ambtenaars-optreden spreekt juist daarom te
nadrukkelijker moet worden gemaakt.
Verder stelt de beer Simons de vraag
Wanneer en boe nu werd de actie van het
Comité van Verweer revolutionair.
Werd z{j het door het doen aannemen van
moties, ot eerst door het beramen en uit
vaardigen van een algemeene werkstaking F
Hoever was baar tactiek te dezen aanzien
gevorderd, en hoever was de heer Lindeman
op den avond van zjjn optreden daarvan
bewust
Het antwoord op deze vragen moet vaststaan,
alvorens men zelfs kan overwegen dat de heer
Lindeman terecht ontslagen is, om zjjn deel
nemen aan bet revolutionnair optreden van bet
Comité van Verweer 1
Het meest interessant acht de heer Simons
daarbjj de algemeene vraag:
Of bet uitschrijven eener (algemeene) werk
staking als maatregel van politiek verzet on
der dit begrip«revolutionair" dient te vallen F
Zulk een staking tocb, meent hg, kan louter
wezen een demonstratie in den sterksten mo
geljjkheidsvorm. 't Is een alles op haren en
snaren zetten, om het innerljjk verzet tegen
een wet te doen blgken, en aldus de leden
van het Parlement te doen gevoelen, hoe af-
keerig de deelnemers aan die betooging van
het aanbangig ontwerp zjjn, in de hoop ze
aldus van vóórstemmen af te houden.
Een dusdanige betooging nu is niet revo
lutionair. Niet meer althans dan het eenmaal
m Engeland aangeprezen middel om door de
kiezers hun Parlementsleden een briefkaart te
doen zenden met bet dreigement: >als C nu
voorstemt, stemmen wjj later tegen U."
Er is hier zeker pressie op de Parlements
leden. En een die wèl in strjjd te aohten is,
bgv. met den geest van onze Grondwet (het
stemmen, zonder ruggespraak met de kiezers)
maar die bjj een vertegenwoordigend stelsel
zonder referendum onvermjjdeljjk wordt, in
gevallen die de burgers zeer ter harte gaan
en die vallen buiten de algemeene opdraoht
bjj de verkiezingen gegeven.
Doch er is ook de werkstaking als dreig- en
oorlogsmiddel.
Wie de gemoedsgesteldheid onzer arbeidende
klasse in dit voorjaar kenden, zullen moeten
toegeven dat voor hen, die op deze staking
stonden, bet vooral gold een kraobts-uiting
der arbeidende klasse, welke de bourgeoisie
door stremming van verkeer en honger moest
nopen van haar «dwangwetten" af te zien.
De vraag of dit revolutionair was, bljjft een
hoogst moeiljjk te beantwoorden quaestie.
Want 't is niet voldoende te zeggen, dat de
aanhangers dezer staking zelf geloofden zeer
revolutionair te werk te gaan. Zjj zelf geloofden
immers heel naïeveljjk éok, dat zjj een alge-
maene werkstaking konden bewerken, en dat
zij de aanneming der wetten beletten zonden 1
Maar als zg dit bereikt hadden, zou het aldus
gegaan zjjn het neerleggen van het werk door
arbeiders, op zichzelf altjjd een oorbaar ding,
zou in zjjn gevolgen schade, ongerief, honger,
de burgerg dus in het nauw gebracht hebben
dat ze baar vertegenwoordigers gesmeekt zou
hebben de wetten niet aan te nemen.
Was dit alles gebeurd de burgerjj en de
vertegenwoordiging zouden, waar zjj om andere
redenen de wetten wèl gewild hadden, eenvou
dig zóo laf-zwak zich betoond hebben, dat
feitelijk baar gezag door eigen zwakheid ineen-
geploft ware.
Bovendien zou dan, terwjjl de burgerg die
schade, ongerief, honger ondervonden, heel de
werkliedenklasse (de minst weerstandskrachtige
nogal 1) daarvan zjjn vrjjgeblevenEen
absurditeit 1
De verstandigen onder de S. D. A P. begre
pen dan ook volkomen, dat de burgerjj niet
zén toegevenen dat ze niet zou behoeven
toe te geven, émdat, gesteld al de staking
wérd algemeen, de aanvallers de eerste slacht-
oflers zouden wezen.
Dat dus hier werd geageerd met een volko
men ondeugdelijk middeleen soort operette
oorlog, een zelf-zand-in-de-oogen-strooierjj voor
de hartstochteljjken, die nu eens iets heel
hevigs wilden doen 1
Het ontslag-Lindeman brengt de heer Simons
onder «de kleine middelen".
Meent iemand, vraagt hg, nu heusch dat de
openbare orde", de «gevestigde maatschappij",
het vaderland, ons volk, bet Koningschap, de
reputatie van dr Kuyper, en van ons leger
vaster staan, nu er dit eene slachtoffer méér
is, en heel Nederland weet, wat een onbekend
bewoner van Wageningen voor een groepje
menschen in Gouda op een Maartschen
avond heeft staan beweren F 1
Kennen we geen onderscheid meer tusscben
ernst of belachelijkheid F
Minister De Marez Oyens, die op 31 Januari
de moeilijkheden maar liefst aan de spoorweg
directies overliet, heeft intusschen nu getoond
dat hjj toch wel wat durft
Zoo maar een heelen leeraar aan do Land
bouwschool aan te kunnen
Nu gaan er meer koppen vallen
En in Nederland groeit al wat altjjd
groeit, tegen zulke maatregelen in 1
Uit het Zwtedtch,
VAN
MARIE RIECK-MALLER.
Jan Persa was een rjjke boer. Zjjn hofstede
lac op een heuvel, die stjjl in de tJmeaelf
afdaalde en heette Rundeliden. Men weet
niet ot het was omdat de menschen en het
vee daar zoo rond en welgedaan waren, oi dat
de naam in verband stond met de Runda, een
bergbeek, die er vlak langs loopt maar dat
doet er ook niet toe.
In alle geval was het er heel mooi en wel
varend. Akkers en weilanden lagen welig en
bloeiend tegen de berghellingen, tot aan het
bosch en dat behoefde zich ook voor nie
mand te schamen.
Neen, het bosch was een van de besten en
tussohen die stammen bad al menige hont'
kooper watertandend rondgewandeld. Maar
Jan Persa vond dat de boomen goed stonden
waar zjj stonden, en bet geld had hjj zoo erg
niet noodig. Daarenboven had hg wel zjjn be
doeling er mee, dat hg die houtkoopers daar
liet rondwandelen en bun begeerte liet aan
groeien, met de boomen. Hg had het geducht
achter de mouwen, die boer 1
Er waren drie dingen op de wereld, welke
Jan Persa extimeerde, en dat wasin de eerste
plaats geld en alles wat geldswaarde had, en
dat was een borrel en daarna kwam eindelgk
zgn dochter Anna.
Maar hetgeen hg met zgn taaie Westerlands
boerennatuur zoo hardnekkig najaagde, dat
vervolgde hem op zgn beurt weer even hard
Dat is slechts zooals het wezen moet.
Ja zeker, het geld rolde hem als van zelf in
de handen en daar bleel het tot aan zgn dood.
De menschen vermoedden wel hoeveel spaar
penningen hg in zgn geldkist had, maar geen
levende ziel, behalve Jan Persa, had ooit het
deksel ervan afgelicht.
Hield men in het dorp van Jan Persa F Was
hg er gezien F O, neenwant hg had den
meestem dorpelingen een touw om het been
geslagen en als bg daaraan trok, schrgnde het
Dat wil zeggen: als iemand in de klem zat
ging hg naar Jan Persa en klopte op de geld
kist. Hg kreeg eerst wat hg verlangde,
maar moest in ruil daarvoor een papier
achter laten, waarop geschreven stond dat hg
precies een vjjlde meer had gekregen dan h
had en dat hg daarvoor Jan Persa zes procent
rente zou betalen. Ziet ge, dat was het touw
en dat trok op bepaalde dagen. Kan men
zioh dan verwonderen dat men een hekel had
aan den man, die zoo iets deed F Maar men
kon hem niet missen.
01 vraagt gg of hg zeer geacht was F Ja
TWHHDB KAMER
Fabriek s- en Handelsmerken.
Ingediend is een wetsontwerp tot wgziging
van de wet van den 30 September 1893 (Stbl
no. 146), houdende bepalingen op de labrieks-
en handelsmerken.
Bg de Memorie van Toelichting, behoorende
bg bet wetsontwerp tot goedkeuring van inter
nationale overeenkomsten tot bescherming van
den industrieelen eigendom, den 14en Decem
ber 1900 te Brussel gesloten, werd gewezen
op de noodzakelgkheid in de wet van 30 Sep
tember 1898, op de fabrieks- en handelsmerken,
eenige wgzigingen aan te brengen, als gevolg
van die overeenkomsten, voor het geval deze
door de Staten-Generaal zouden worden goed
gekeurd en door de Koningin bekrachtigd
Die goedkeuring had plaats bg de wet van
Juni 1901, waarop de bekraohtiging volgde.
Het voorstellen van de bedoelde wgzigingen
in de wet van 1893 is het doel van het thans
ingediende wetsontwerp. De aanleiding tot
en de strekking van die wgzingen blgken in
hoofdzaak reeds uit de in den aanhef aange
haald Mem. van Toelichting. Van dit wets
ontwerp is tevens gebruik gemaakt om te
trachten de wet van 1893 te verbeteren op
enkele punten.
Zoo kwam het een paar malen voor, dat
twee personen, die onafhankelgk van elkaar
fabriceeren of handel drgven, hetzelfde merk
gelgktgdig en gezamenlgk inzonden ter insohrg-
ving ten name van elk hunner. Het Bureau
maakte telkens tegen eene dergelgke inschrg-
ving bezwaar, omdat een zoodanig merk geen
merk is in den zin der wet, o. a. omdat het
bg het koopend publiek vergissingen omtrent
de herkomst der waren mogelgk maakt.
De inzenders zagen zich echter door de
Haagsche rechtbank in 't gelgk gesteld en
verkregen van deze een bevel tot inschrjj ving
de Hooge Raad bevestigde het vonnis, voor-
namelgk op grond van het ontbreken in de
wet van eene uitdrukkelgke bepaling waarop
de zienswgze van het bestuur rust.
In het ingediende wetsontwerp is nu door
invoeging van een nieu^ artikel in de wet
van 1893 in die leemte voorzien.
Verder wordt aan het Bureau v/d. Indus
trieelen Eigendom bevoegdheid tot weigering
van inschrgving toegekend. De inzender kan
steeds de beslissing des reohters tegen eene
weigering inroepen, zoodat voor te groote
macht in deze van het Bureau niet behoeft te
worden gevreesd
Voor een behoorlgk onderzoek of een merk
al dan niet zal worden ingeschreven, is een
termgn van 3 dagen te kort gebleken, waarom
verlenging tot 8 dagen wordt voorgesteld.
In zgn jaarverslag van 1901 betoogde de
Directeur van het Bureau voor den industri
eelen eigendom de wenschelgkheid, om van
de beslissingen der rechtbank omtrent insohrg-
ving van werken en nietigverklaring van
inschrgvingen ook hooger beroep toe te laten.
De ondervinding heeft geleerd dat cassatie
slechts hoogst zelden mogelgk is. De con
centratie van alle gedingen over inschrijving en
nietigverklaring van werken bg ééne reoht-
bank is gebleken niet tot eene jurisprudentie
te kunnen leiden. Op grond van een en
ander is ook de Regeering tot de overtuiging
gekomen dat het toelaten van hooger beroep
zeer wenschelgk is. In het stelsel der wet
behoort één bepaald gerechtshof als rechter in
appel te worden aasgewezen. Het Haagsche
Gerechtshof wordt als zoodanig aaz gewezen.
Op den dag harer afkondiging treedt de
wet in werking.
BESUJhAlAUM JENS.
Bg beschikking van den Minister van Fi
nanciën is, zooals in 't kort reeds is gemeld,
ingesteld een commissie van onderzoek naar
den toestand en de vooruitzichten der Neder-
landsche ruwsuikerindustrie en naar de maat
regelen, welke eventueel te haren behoeve
van Staatswege zouden moeten worden geno
men. In bedoelde commissie zgn benoemd
tot lid en voorzitter de heer E. A. M. van der
Kun, lid van de Tweede kamer te 's Graven-
hagetot leden de heerenmr M. Tgdeman
Jr., lid van de Tweede kamer te BredaJ. A-
Verhoeff, secretaris der Vereeniging van Beet
wortel-suikerfabrikanten in Nederlandte Wer
kendam K. J. A G. baron Collot d'Escury,
burgemeester van Hontenisse; F Spakler
raffinadeur te Amsterdam.
Aan de commissie wordt als seeretarii toe
gevoegd de heer J. A. V. Barmen 't Loo, in
specteur der invoerrechten en aocgnBen aan
het Departement van Financiën, en aan haar
wordt de bevoegdheid verleend om zich door
een accountant te doen voorlichten.
Door den Minister van Marine is de adel
borst 3e kl. bg het Kon. Instituut voor de
Marine te Willemsoord H. J. Koster met 1
Sept jl. eervol als zoodanig ontslagen-
KORTB NHDBOHHLIH68B
VERGADERINGEN.
Op de algemeene vergadering van Patrimo
nium, deze week te Utrecht gehouden, is be
sloten bg de regeering aan te dringen op eeme
herziening der Zondagswet van 1815.
Besproken werd wat door den heer Sikkel,
predikant, in Boaz was gezegd over de vak
organisatie. Op vrg krasse wgze had, meende
men, de heer Sikkel deze organisatie veroor
deeld en daartegen kwam men thans in verzet.
O. a. werd door den heer Van der Molen uit
Leeuwarden ten zeerste gegispt in ds Sikkel, dat
hg heeft gesproken van de zoogenaamde ahriste-
lgke vakorganisatie. Deze spreker stelde de vol
gende motie namens het bondsbestuur voor:
«De bondsvergadering betreurt ten zeerste,
dat ds Sikkel in zgn bekende stellingen over
de vakorganisatie de geheel ongemotiveerde
voorstelling heeft verwekt, alsof de vakbewe<
ging, van Patrimonium uitgaande, sleohts chris-
telgk zou zgn in naam
protesteert daarom ten sterkste tegen de
miskenning van den arbeid onzer mannen in
de werkliedenbeweging van den laatsten tijd
spreekt als haar overtuiging uit, dat het
recht van de arbeiders om door vereeniging
met anderen zich behoorlgke arbeidersvoor-
waarden te verzekeren moet worden gehand
haafd en
wekt daarom de christelgke arbeiders op
om hun vakorganisaties voortdurend te sterken
met alle kracht."
Deze motie werd met 78 tegen 7 stemmen
aangenomen.
Aan het einde der vergadering sprak de
voorzitter den wensch uit dat Patrimonium en
Boaz door nader overleg meer tot elkander
zullen worden gebracht.
De heer Sikkel komt in De Standaard tegen
de voorstelling van zgne woorden op. Men heeft
o ja want ziet ge, hg had toch de geld
kist, en dan deed het er wel niet zooveel toe
of een deel van den inhoud er door misbruik
ingekomen was zeide men.
Maar om de waarheid te zeggen, had hg, de
rgke, vrge boer gezeten.
Het was wel slechts omdat een bankbiljet
van tien kronen, waarmede hg volstrekt niets
te maken had, zich vastgekleefd had aan zgne
portefeuille, en het was ook niet veel zaaks,
maar omdat het niet de eerste maal was,
bleek het voldoende te zgn om Jan Persa in
den gelen wagen te laten rgden.
Men moest zeggen dat het ditmaal slechts
een ongelukkig toeval voor hem was. Het
gebeurde als volgt
Jan Persa, een zekere Stursken uit Bnrtrask
en nog een paar boeren kwamen op zekeren
dag, jaren geleden, bg een man, die Karei
Machaël heette. Zg hadden gezien dat hg
een vat wgn op den wagen had, toen hg den
vorigen avond uit de stad kwam en nu
moest dat een beetje afgetapt worden dat
kan men nagaan. Hoe zg er op kwamen, doet
er niet toe, maar opeens vond Stursken het
noodig om zgn portefeuille uit te halen en
een bankbiljet van tien kronen te laten
zien. Daar blufte hg mee.
Het was ook een zonderling bankbiljet
aan de eene zgde zat er eene groote vlek op
van zwarte drop en Karl Michaël nam het
en draaide het naar alle kanten om te zien
van welke bank het was.
Men had eens moeten zien hoe de oogen
van Jan Persa fonkelden. Het was precies
alsof een kat op een muis zat te loeren.
Ja, het biljet was zonderling en nadat Karei
Michaël het genoeg bekeken had, legde Stur-
skens het langzaam en voorzichtig weer in
zgn portefeuille en stak de portefeuille
weer langzaam in zgn broekzak. Men had
toen de oogen van Persa moeten zien 1 Zjj
gingen mede in den zak, tot onder aan
toe en zonden daar zeker ook gebleven zgn
als er geen wgn op tafel ware geweest, die
zgn aandacht afleidde.
Van lieverlede werden de flessohen leeg en
de boeren vol en daar zg niet vast meer
op de beenen waren, bleven ze waar zg waren
en lagen weldra in diepen slaap verzonken.
Tegen het aanbreken van den dag kwam er
weer leven in hes, maar het ergst in Stursken
want hg miste zgn bankbiljet.
«Jou gemeene dieven 1" gilde bg, «naar
den schout zult ge al te maalEn hg vloekte
en raasde zoo, dat de anderen op eens nuchter
waren.
Karei Michaël, die bang was dat het te erg
werd, zei dat niemand de hoeve levend zon
verlaten, voor hg had laten zien wat hg in
zgn portefeuille had.
Dus werden die uitgehaald. Maar ziet, toen
Jan Persa de zgne uithaalde, zaten er niet
alleen bankbiljetten van binnen in, maar er
volgens hem misbruik gemaakt van zgne Stellin
gen. Daarin wordt met geen woord over Patri
monium gesprokenIn geen enkel opzicht is
zulk een oordeel over Patrimonium in zgn ge
dachten geweest.
Door mg is zoo schrgft de heer Sikkel
in mga Stellingen verklaard, dat, zoo de tegen
woordige materialistische vakbeweging zioh
van den Christelgken naam kan meester
maken, om onder den naam van «Christelgk
vakbeweging" op te treden tot voortzetting va*
den aangevangen machtsstrijd, deze beweging naar
het rgk van den Antichrist heenleidt. En dat
daarom deze vakbeweging niet in de zooge
naamd Christelgke, die in hetzelfde sfoor zou
blijven, moet worden omgezet.
Is dit een oordeel over Patrimonium Is het
dan Patrimonium's bedoelen om den machtsstrijd
der materialistische arbeidersbeweging onder Chris
telijke naam voort te zetten
Zoo ja, dan veroordeel ik Patrimonium
ah een onchristelgke vereeniging.
Zulk een oordeel bestaat echter bg mg niet,
en het zou mg meer bedroeven, dan ik zeggen
kan, indien Patrimonium ooit onder zulk oen
oordeel zou moeten vallen.
De heer Sikkel maakt zioh echter wel
bekommerd over sommige symptoonen in
Patrimonium en zgn orgaan waar te nemen.
Te Utrecht werd Woensdag de 8e jaar
vergadering gehouden van den Christelijk
Nalionalen Werkmansbond, onder voorzitterschap
van den heer W. A. Genneken. Deze herinnerde
aan de werkstakingen van Januari en April,
waarna de eere-voorzitter dr J. Th. de Visser,
lid van de Tweede kamer, een rede hield,
waarin hg constateerde dat de Bond in geen
der voorafgaande jaren zooveel nieuwe leden
heeft gekregen en er zooveel nieuwe afdeelingen
zgn opgericht.
Uit het jaarverslag van den secretaris bleek
dat nieuwe afdeelingen zgn opgericht te Apel
doorn, Hilversum, Bussum, Muiden en Leiden.
In Zeeland verkreeg de Bond eene groote uit
breiding. Een prov. comité werd gevormd en
er zgn reeds 5 afdeelingen gesticht on de
oprichting van nog andere wordt verwacht.
Er zgn thans 50 afdeelingen met ruim
8500 leden.
Herkozen werden als leden van het hoofd
bestuur de heeren W. A. Genneken, J. M.
Meger en P. J. Nahugsen.
Aangenomen werd een voorstel van het
hoofdbestuur om een brochure-handel te be
ginnen.
Oost-In tiië.
DeNederlandsche mail, Woensdag ontvangen,
is gedateerd 10 en 11 Augustus.
Officieus is bekend geworden dat van de
oandidaten, die zich te Batavia aan het groot-
ambtenaarsexamen onderwierpen, een zioh
heeft teruggetrokken en dat geslaagd zgn de
heeren Caron, Coors, L. von Dewall, Elenbaas
en Hardeman.
Wg ontvingen het programma van het
omderwgs op de winterschool te G o e s ge
durende den cursus 1903—1904.
Wg vestigen hierop de aandacht van land-
bouwers, die hun zoons een goede opleiding
willen doen geven in al wat hun bedrgf betreft.
hing er een buiten aan, vastgeplakt en
dat was er een van tien kronen. Zoodra
Karei Michaël dat in bet oog kreeg, zei hg
Bpottemd: «Kgk eens aan Jan Persa. Nu zitje
er even vast aan als dat bankbiljet. Al heb
je ook geen zwarte drop aan je achterzgde.
Maar het is het biljet van Stursken, daar kan
ik op zweren ik heb het pas goed bekeken."
En zoo was het. Het was het biljet met de
zwarte drop, dat zoo vastgekleefd zat aan de
portefeuille, alsof het plan had daar voor goed
te blgven. Dat was ook de bedoeling van
den rgken boer geweest en hg zwoer bg hoog en
laag dat het billet altgd van hem was geweest,
en zg moeten hem maar eerst verklagen eer
zg dat billet kregen. Op de eene of andere
wgs wist hg het echter los te krggen en er zich
van te ontdoen. Maar Stursken en Karei
Mich ft el waren zeker van hun zaak, zoodat
zg, toen de winterzitting gehouden werd, de
zaak aangavenen hoe Jan Persa ook voor
den rechter loog en draaide, hg moest de reis
voortzetten naar de gevangenis. Want hg
had, zooals ik zei al een paar maal te voren
met zgn vingers gegoocheld. Toen hg er uit
kwam, bleef het bg het oude, wat het aanzien
betrof.
Eigenlgk om de waarheid ronduit te
zeggen was er in het heele dorp niemand
wiens geweten geheel zuiver was wat do
eerlgkheid betreft. In de naburige dorpen zei
I men van hen«dat er onder hen slechts éen