FEUILLETON. V rij dag 11 September, 5 N". 214 146' Jaargang, 1903. Middelburg to September. Revolutionnair JAN PERSA. Uit Stad en Provincie. NST ike. MIDDELBURGSCHE COURANT. Deze courant vorsonijnt d a g e 1 ij k s, met uitsondering van Zon- on Feestdagen. Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ais voor alle plaatsen ïn Nederland franco p.p., f 2. Afsonderljjke nummers kosten 5 «ent, 4HBBHOHBTBB BK VERWACHTING. 10 Sept. 8 u. vw. 57 gr.. 18 u 62 gr., av. 4 a. 59 gr. F. Verwacht: matige Z. W. wind, toenemende bewolking, geringe toename in temperatuur. Ad verten tién20 cent per regel titeboorts-, dood- on allo andere familieberichten «a Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 oent, Reolamena 40 cent per regel Rrooto lotton naar io plaats, dia sjj innamen. Tot de plaatsing van adverteatiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende Handel, NS verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereobtigd het Algssaesm A4vert«Btl«°Rwvra« A. sa IA MAI Aan., 8.1. Vserbnriwal Ml, Aaufsrdan. 6 jaar. irtirlw: rd.tjjd: 9 30 9 30 930 9- 9.- ItH e. 3.- 3.- 3 - 5- wordt mdreis ar van ;ot door- i. 3.- 8 1.- .45 en 48' en fik na rein. en of 7.40, 9.10, 'II Ibur Ef is al zooveel geschreven en onder de oogen van onze lezers gebracht in verband met de zaak-Lindeman, dat w)j huiverig zgn hun aandacht voor meerdere beschouwingen daarover te vragen. Maar wat de beer L Simons in het week blad Lente zege, is zoo geheel anders dan het tot beden opgemerkte hg beschouwt de kwestie wier op zoo gansch andere wgze, dat wg meenen daarvoor nog wel een uitzondering te mogen maken. En dit te meer nu door de regeeringsman- nen zoo luide wordt gesproken over het anarobistisch avontuur en het gebeurde in April, hoe afkeurenswaardig ook, tot in het over- drevene als boeman en reclame-middel wordt gebezigd voor partij-belang en. De beer Simons nu vestigt de aandaoht hierop dat de heer Lindeman was 's Rjjks aangestelde maar daarom nog geen Rijks-amb tenaar een der onderdeelen van onze veelver- takte Regeeringsmacbinc dat het gezag heeft te helpen handhaven. Ziehier, zegt hg, een onderscheiding, die ik b{j het bespreken dezer vraag nog met aange raakt heb gezien, doch die, waar men over ambtenaars-optreden spreekt juist daarom te nadrukkelijker moet worden gemaakt. Verder stelt de beer Simons de vraag Wanneer en boe nu werd de actie van het Comité van Verweer revolutionair. Werd z{j het door het doen aannemen van moties, ot eerst door het beramen en uit vaardigen van een algemeene werkstaking F Hoever was baar tactiek te dezen aanzien gevorderd, en hoever was de heer Lindeman op den avond van zjjn optreden daarvan bewust Het antwoord op deze vragen moet vaststaan, alvorens men zelfs kan overwegen dat de heer Lindeman terecht ontslagen is, om zjjn deel nemen aan bet revolutionnair optreden van bet Comité van Verweer 1 Het meest interessant acht de heer Simons daarbjj de algemeene vraag: Of bet uitschrijven eener (algemeene) werk staking als maatregel van politiek verzet on der dit begrip«revolutionair" dient te vallen F Zulk een staking tocb, meent hg, kan louter wezen een demonstratie in den sterksten mo geljjkheidsvorm. 't Is een alles op haren en snaren zetten, om het innerljjk verzet tegen een wet te doen blgken, en aldus de leden van het Parlement te doen gevoelen, hoe af- keerig de deelnemers aan die betooging van het aanbangig ontwerp zjjn, in de hoop ze aldus van vóórstemmen af te houden. Een dusdanige betooging nu is niet revo lutionair. Niet meer althans dan het eenmaal m Engeland aangeprezen middel om door de kiezers hun Parlementsleden een briefkaart te doen zenden met bet dreigement: >als C nu voorstemt, stemmen wjj later tegen U." Er is hier zeker pressie op de Parlements leden. En een die wèl in strjjd te aohten is, bgv. met den geest van onze Grondwet (het stemmen, zonder ruggespraak met de kiezers) maar die bjj een vertegenwoordigend stelsel zonder referendum onvermjjdeljjk wordt, in gevallen die de burgers zeer ter harte gaan en die vallen buiten de algemeene opdraoht bjj de verkiezingen gegeven. Doch er is ook de werkstaking als dreig- en oorlogsmiddel. Wie de gemoedsgesteldheid onzer arbeidende klasse in dit voorjaar kenden, zullen moeten toegeven dat voor hen, die op deze staking stonden, bet vooral gold een kraobts-uiting der arbeidende klasse, welke de bourgeoisie door stremming van verkeer en honger moest nopen van haar «dwangwetten" af te zien. De vraag of dit revolutionair was, bljjft een hoogst moeiljjk te beantwoorden quaestie. Want 't is niet voldoende te zeggen, dat de aanhangers dezer staking zelf geloofden zeer revolutionair te werk te gaan. Zjj zelf geloofden immers heel naïeveljjk éok, dat zjj een alge- maene werkstaking konden bewerken, en dat zij de aanneming der wetten beletten zonden 1 Maar als zg dit bereikt hadden, zou het aldus gegaan zjjn het neerleggen van het werk door arbeiders, op zichzelf altjjd een oorbaar ding, zou in zjjn gevolgen schade, ongerief, honger, de burgerg dus in het nauw gebracht hebben dat ze baar vertegenwoordigers gesmeekt zou hebben de wetten niet aan te nemen. Was dit alles gebeurd de burgerjj en de vertegenwoordiging zouden, waar zjj om andere redenen de wetten wèl gewild hadden, eenvou dig zóo laf-zwak zich betoond hebben, dat feitelijk baar gezag door eigen zwakheid ineen- geploft ware. Bovendien zou dan, terwjjl de burgerg die schade, ongerief, honger ondervonden, heel de werkliedenklasse (de minst weerstandskrachtige nogal 1) daarvan zjjn vrjjgeblevenEen absurditeit 1 De verstandigen onder de S. D. A P. begre pen dan ook volkomen, dat de burgerjj niet zén toegevenen dat ze niet zou behoeven toe te geven, émdat, gesteld al de staking wérd algemeen, de aanvallers de eerste slacht- oflers zouden wezen. Dat dus hier werd geageerd met een volko men ondeugdelijk middeleen soort operette oorlog, een zelf-zand-in-de-oogen-strooierjj voor de hartstochteljjken, die nu eens iets heel hevigs wilden doen 1 Het ontslag-Lindeman brengt de heer Simons onder «de kleine middelen". Meent iemand, vraagt hg, nu heusch dat de openbare orde", de «gevestigde maatschappij", het vaderland, ons volk, bet Koningschap, de reputatie van dr Kuyper, en van ons leger vaster staan, nu er dit eene slachtoffer méér is, en heel Nederland weet, wat een onbekend bewoner van Wageningen voor een groepje menschen in Gouda op een Maartschen avond heeft staan beweren F 1 Kennen we geen onderscheid meer tusscben ernst of belachelijkheid F Minister De Marez Oyens, die op 31 Januari de moeilijkheden maar liefst aan de spoorweg directies overliet, heeft intusschen nu getoond dat hjj toch wel wat durft Zoo maar een heelen leeraar aan do Land bouwschool aan te kunnen Nu gaan er meer koppen vallen En in Nederland groeit al wat altjjd groeit, tegen zulke maatregelen in 1 Uit het Zwtedtch, VAN MARIE RIECK-MALLER. Jan Persa was een rjjke boer. Zjjn hofstede lac op een heuvel, die stjjl in de tJmeaelf afdaalde en heette Rundeliden. Men weet niet ot het was omdat de menschen en het vee daar zoo rond en welgedaan waren, oi dat de naam in verband stond met de Runda, een bergbeek, die er vlak langs loopt maar dat doet er ook niet toe. In alle geval was het er heel mooi en wel varend. Akkers en weilanden lagen welig en bloeiend tegen de berghellingen, tot aan het bosch en dat behoefde zich ook voor nie mand te schamen. Neen, het bosch was een van de besten en tussohen die stammen bad al menige hont' kooper watertandend rondgewandeld. Maar Jan Persa vond dat de boomen goed stonden waar zjj stonden, en bet geld had hjj zoo erg niet noodig. Daarenboven had hg wel zjjn be doeling er mee, dat hg die houtkoopers daar liet rondwandelen en bun begeerte liet aan groeien, met de boomen. Hg had het geducht achter de mouwen, die boer 1 Er waren drie dingen op de wereld, welke Jan Persa extimeerde, en dat wasin de eerste plaats geld en alles wat geldswaarde had, en dat was een borrel en daarna kwam eindelgk zgn dochter Anna. Maar hetgeen hg met zgn taaie Westerlands boerennatuur zoo hardnekkig najaagde, dat vervolgde hem op zgn beurt weer even hard Dat is slechts zooals het wezen moet. Ja zeker, het geld rolde hem als van zelf in de handen en daar bleel het tot aan zgn dood. De menschen vermoedden wel hoeveel spaar penningen hg in zgn geldkist had, maar geen levende ziel, behalve Jan Persa, had ooit het deksel ervan afgelicht. Hield men in het dorp van Jan Persa F Was hg er gezien F O, neenwant hg had den meestem dorpelingen een touw om het been geslagen en als bg daaraan trok, schrgnde het Dat wil zeggen: als iemand in de klem zat ging hg naar Jan Persa en klopte op de geld kist. Hg kreeg eerst wat hg verlangde, maar moest in ruil daarvoor een papier achter laten, waarop geschreven stond dat hg precies een vjjlde meer had gekregen dan h had en dat hg daarvoor Jan Persa zes procent rente zou betalen. Ziet ge, dat was het touw en dat trok op bepaalde dagen. Kan men zioh dan verwonderen dat men een hekel had aan den man, die zoo iets deed F Maar men kon hem niet missen. 01 vraagt gg of hg zeer geacht was F Ja TWHHDB KAMER Fabriek s- en Handelsmerken. Ingediend is een wetsontwerp tot wgziging van de wet van den 30 September 1893 (Stbl no. 146), houdende bepalingen op de labrieks- en handelsmerken. Bg de Memorie van Toelichting, behoorende bg bet wetsontwerp tot goedkeuring van inter nationale overeenkomsten tot bescherming van den industrieelen eigendom, den 14en Decem ber 1900 te Brussel gesloten, werd gewezen op de noodzakelgkheid in de wet van 30 Sep tember 1898, op de fabrieks- en handelsmerken, eenige wgzigingen aan te brengen, als gevolg van die overeenkomsten, voor het geval deze door de Staten-Generaal zouden worden goed gekeurd en door de Koningin bekrachtigd Die goedkeuring had plaats bg de wet van Juni 1901, waarop de bekraohtiging volgde. Het voorstellen van de bedoelde wgzigingen in de wet van 1893 is het doel van het thans ingediende wetsontwerp. De aanleiding tot en de strekking van die wgzingen blgken in hoofdzaak reeds uit de in den aanhef aange haald Mem. van Toelichting. Van dit wets ontwerp is tevens gebruik gemaakt om te trachten de wet van 1893 te verbeteren op enkele punten. Zoo kwam het een paar malen voor, dat twee personen, die onafhankelgk van elkaar fabriceeren of handel drgven, hetzelfde merk gelgktgdig en gezamenlgk inzonden ter insohrg- ving ten name van elk hunner. Het Bureau maakte telkens tegen eene dergelgke inschrg- ving bezwaar, omdat een zoodanig merk geen merk is in den zin der wet, o. a. omdat het bg het koopend publiek vergissingen omtrent de herkomst der waren mogelgk maakt. De inzenders zagen zich echter door de Haagsche rechtbank in 't gelgk gesteld en verkregen van deze een bevel tot inschrjj ving de Hooge Raad bevestigde het vonnis, voor- namelgk op grond van het ontbreken in de wet van eene uitdrukkelgke bepaling waarop de zienswgze van het bestuur rust. In het ingediende wetsontwerp is nu door invoeging van een nieu^ artikel in de wet van 1893 in die leemte voorzien. Verder wordt aan het Bureau v/d. Indus trieelen Eigendom bevoegdheid tot weigering van inschrgving toegekend. De inzender kan steeds de beslissing des reohters tegen eene weigering inroepen, zoodat voor te groote macht in deze van het Bureau niet behoeft te worden gevreesd Voor een behoorlgk onderzoek of een merk al dan niet zal worden ingeschreven, is een termgn van 3 dagen te kort gebleken, waarom verlenging tot 8 dagen wordt voorgesteld. In zgn jaarverslag van 1901 betoogde de Directeur van het Bureau voor den industri eelen eigendom de wenschelgkheid, om van de beslissingen der rechtbank omtrent insohrg- ving van werken en nietigverklaring van inschrgvingen ook hooger beroep toe te laten. De ondervinding heeft geleerd dat cassatie slechts hoogst zelden mogelgk is. De con centratie van alle gedingen over inschrijving en nietigverklaring van werken bg ééne reoht- bank is gebleken niet tot eene jurisprudentie te kunnen leiden. Op grond van een en ander is ook de Regeering tot de overtuiging gekomen dat het toelaten van hooger beroep zeer wenschelgk is. In het stelsel der wet behoort één bepaald gerechtshof als rechter in appel te worden aasgewezen. Het Haagsche Gerechtshof wordt als zoodanig aaz gewezen. Op den dag harer afkondiging treedt de wet in werking. BESUJhAlAUM JENS. Bg beschikking van den Minister van Fi nanciën is, zooals in 't kort reeds is gemeld, ingesteld een commissie van onderzoek naar den toestand en de vooruitzichten der Neder- landsche ruwsuikerindustrie en naar de maat regelen, welke eventueel te haren behoeve van Staatswege zouden moeten worden geno men. In bedoelde commissie zgn benoemd tot lid en voorzitter de heer E. A. M. van der Kun, lid van de Tweede kamer te 's Graven- hagetot leden de heerenmr M. Tgdeman Jr., lid van de Tweede kamer te BredaJ. A- Verhoeff, secretaris der Vereeniging van Beet wortel-suikerfabrikanten in Nederlandte Wer kendam K. J. A G. baron Collot d'Escury, burgemeester van Hontenisse; F Spakler raffinadeur te Amsterdam. Aan de commissie wordt als seeretarii toe gevoegd de heer J. A. V. Barmen 't Loo, in specteur der invoerrechten en aocgnBen aan het Departement van Financiën, en aan haar wordt de bevoegdheid verleend om zich door een accountant te doen voorlichten. Door den Minister van Marine is de adel borst 3e kl. bg het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord H. J. Koster met 1 Sept jl. eervol als zoodanig ontslagen- KORTB NHDBOHHLIH68B VERGADERINGEN. Op de algemeene vergadering van Patrimo nium, deze week te Utrecht gehouden, is be sloten bg de regeering aan te dringen op eeme herziening der Zondagswet van 1815. Besproken werd wat door den heer Sikkel, predikant, in Boaz was gezegd over de vak organisatie. Op vrg krasse wgze had, meende men, de heer Sikkel deze organisatie veroor deeld en daartegen kwam men thans in verzet. O. a. werd door den heer Van der Molen uit Leeuwarden ten zeerste gegispt in ds Sikkel, dat hg heeft gesproken van de zoogenaamde ahriste- lgke vakorganisatie. Deze spreker stelde de vol gende motie namens het bondsbestuur voor: «De bondsvergadering betreurt ten zeerste, dat ds Sikkel in zgn bekende stellingen over de vakorganisatie de geheel ongemotiveerde voorstelling heeft verwekt, alsof de vakbewe< ging, van Patrimonium uitgaande, sleohts chris- telgk zou zgn in naam protesteert daarom ten sterkste tegen de miskenning van den arbeid onzer mannen in de werkliedenbeweging van den laatsten tijd spreekt als haar overtuiging uit, dat het recht van de arbeiders om door vereeniging met anderen zich behoorlgke arbeidersvoor- waarden te verzekeren moet worden gehand haafd en wekt daarom de christelgke arbeiders op om hun vakorganisaties voortdurend te sterken met alle kracht." Deze motie werd met 78 tegen 7 stemmen aangenomen. Aan het einde der vergadering sprak de voorzitter den wensch uit dat Patrimonium en Boaz door nader overleg meer tot elkander zullen worden gebracht. De heer Sikkel komt in De Standaard tegen de voorstelling van zgne woorden op. Men heeft o ja want ziet ge, hg had toch de geld kist, en dan deed het er wel niet zooveel toe of een deel van den inhoud er door misbruik ingekomen was zeide men. Maar om de waarheid te zeggen, had hg, de rgke, vrge boer gezeten. Het was wel slechts omdat een bankbiljet van tien kronen, waarmede hg volstrekt niets te maken had, zich vastgekleefd had aan zgne portefeuille, en het was ook niet veel zaaks, maar omdat het niet de eerste maal was, bleek het voldoende te zgn om Jan Persa in den gelen wagen te laten rgden. Men moest zeggen dat het ditmaal slechts een ongelukkig toeval voor hem was. Het gebeurde als volgt Jan Persa, een zekere Stursken uit Bnrtrask en nog een paar boeren kwamen op zekeren dag, jaren geleden, bg een man, die Karei Machaël heette. Zg hadden gezien dat hg een vat wgn op den wagen had, toen hg den vorigen avond uit de stad kwam en nu moest dat een beetje afgetapt worden dat kan men nagaan. Hoe zg er op kwamen, doet er niet toe, maar opeens vond Stursken het noodig om zgn portefeuille uit te halen en een bankbiljet van tien kronen te laten zien. Daar blufte hg mee. Het was ook een zonderling bankbiljet aan de eene zgde zat er eene groote vlek op van zwarte drop en Karl Michaël nam het en draaide het naar alle kanten om te zien van welke bank het was. Men had eens moeten zien hoe de oogen van Jan Persa fonkelden. Het was precies alsof een kat op een muis zat te loeren. Ja, het biljet was zonderling en nadat Karei Michaël het genoeg bekeken had, legde Stur- skens het langzaam en voorzichtig weer in zgn portefeuille en stak de portefeuille weer langzaam in zgn broekzak. Men had toen de oogen van Persa moeten zien 1 Zjj gingen mede in den zak, tot onder aan toe en zonden daar zeker ook gebleven zgn als er geen wgn op tafel ware geweest, die zgn aandacht afleidde. Van lieverlede werden de flessohen leeg en de boeren vol en daar zg niet vast meer op de beenen waren, bleven ze waar zg waren en lagen weldra in diepen slaap verzonken. Tegen het aanbreken van den dag kwam er weer leven in hes, maar het ergst in Stursken want hg miste zgn bankbiljet. «Jou gemeene dieven 1" gilde bg, «naar den schout zult ge al te maalEn hg vloekte en raasde zoo, dat de anderen op eens nuchter waren. Karei Michaël, die bang was dat het te erg werd, zei dat niemand de hoeve levend zon verlaten, voor hg had laten zien wat hg in zgn portefeuille had. Dus werden die uitgehaald. Maar ziet, toen Jan Persa de zgne uithaalde, zaten er niet alleen bankbiljetten van binnen in, maar er volgens hem misbruik gemaakt van zgne Stellin gen. Daarin wordt met geen woord over Patri monium gesprokenIn geen enkel opzicht is zulk een oordeel over Patrimonium in zgn ge dachten geweest. Door mg is zoo schrgft de heer Sikkel in mga Stellingen verklaard, dat, zoo de tegen woordige materialistische vakbeweging zioh van den Christelgken naam kan meester maken, om onder den naam van «Christelgk vakbeweging" op te treden tot voortzetting va* den aangevangen machtsstrijd, deze beweging naar het rgk van den Antichrist heenleidt. En dat daarom deze vakbeweging niet in de zooge naamd Christelgke, die in hetzelfde sfoor zou blijven, moet worden omgezet. Is dit een oordeel over Patrimonium Is het dan Patrimonium's bedoelen om den machtsstrijd der materialistische arbeidersbeweging onder Chris telijke naam voort te zetten Zoo ja, dan veroordeel ik Patrimonium ah een onchristelgke vereeniging. Zulk een oordeel bestaat echter bg mg niet, en het zou mg meer bedroeven, dan ik zeggen kan, indien Patrimonium ooit onder zulk oen oordeel zou moeten vallen. De heer Sikkel maakt zioh echter wel bekommerd over sommige symptoonen in Patrimonium en zgn orgaan waar te nemen. Te Utrecht werd Woensdag de 8e jaar vergadering gehouden van den Christelijk Nalionalen Werkmansbond, onder voorzitterschap van den heer W. A. Genneken. Deze herinnerde aan de werkstakingen van Januari en April, waarna de eere-voorzitter dr J. Th. de Visser, lid van de Tweede kamer, een rede hield, waarin hg constateerde dat de Bond in geen der voorafgaande jaren zooveel nieuwe leden heeft gekregen en er zooveel nieuwe afdeelingen zgn opgericht. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek dat nieuwe afdeelingen zgn opgericht te Apel doorn, Hilversum, Bussum, Muiden en Leiden. In Zeeland verkreeg de Bond eene groote uit breiding. Een prov. comité werd gevormd en er zgn reeds 5 afdeelingen gesticht on de oprichting van nog andere wordt verwacht. Er zgn thans 50 afdeelingen met ruim 8500 leden. Herkozen werden als leden van het hoofd bestuur de heeren W. A. Genneken, J. M. Meger en P. J. Nahugsen. Aangenomen werd een voorstel van het hoofdbestuur om een brochure-handel te be ginnen. Oost-In tiië. DeNederlandsche mail, Woensdag ontvangen, is gedateerd 10 en 11 Augustus. Officieus is bekend geworden dat van de oandidaten, die zich te Batavia aan het groot- ambtenaarsexamen onderwierpen, een zioh heeft teruggetrokken en dat geslaagd zgn de heeren Caron, Coors, L. von Dewall, Elenbaas en Hardeman. Wg ontvingen het programma van het omderwgs op de winterschool te G o e s ge durende den cursus 1903—1904. Wg vestigen hierop de aandacht van land- bouwers, die hun zoons een goede opleiding willen doen geven in al wat hun bedrgf betreft. hing er een buiten aan, vastgeplakt en dat was er een van tien kronen. Zoodra Karei Michaël dat in bet oog kreeg, zei hg Bpottemd: «Kgk eens aan Jan Persa. Nu zitje er even vast aan als dat bankbiljet. Al heb je ook geen zwarte drop aan je achterzgde. Maar het is het biljet van Stursken, daar kan ik op zweren ik heb het pas goed bekeken." En zoo was het. Het was het biljet met de zwarte drop, dat zoo vastgekleefd zat aan de portefeuille, alsof het plan had daar voor goed te blgven. Dat was ook de bedoeling van den rgken boer geweest en hg zwoer bg hoog en laag dat het billet altgd van hem was geweest, en zg moeten hem maar eerst verklagen eer zg dat billet kregen. Op de eene of andere wgs wist hg het echter los te krggen en er zich van te ontdoen. Maar Stursken en Karei Mich ft el waren zeker van hun zaak, zoodat zg, toen de winterzitting gehouden werd, de zaak aangavenen hoe Jan Persa ook voor den rechter loog en draaide, hg moest de reis voortzetten naar de gevangenis. Want hg had, zooals ik zei al een paar maal te voren met zgn vingers gegoocheld. Toen hg er uit kwam, bleef het bg het oude, wat het aanzien betrof. Eigenlgk om de waarheid ronduit te zeggen was er in het heele dorp niemand wiens geweten geheel zuiver was wat do eerlgkheid betreft. In de naburige dorpen zei I men van hen«dat er onder hen slechts éen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1