W oensdag
9 September.
140s Jaargang,
Uit Stad en Provincie.
1903.
Middelburg 8 September.
Over
Keizer
Jacobus I,
de Sahara
van
Weer op losse schroeven.
BEJiiOJKMijrcraas mem,,
N°. 212
MIDDELBIIRGSCHE
Deze courant versohijnt d a g e 1 ij k c-, met uitzondering van Zon- en feestdagen.
Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ala voor alle plaatsen in Nederland franoo p.p., f 2.
Afzonderlijke nummer» kosten 5 sent,
THHKHOHKTBB BK VBKWACHTIS6.
8 Sept. 8 u. vm. 60 gr., 12 u 62 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Veivtobt: zwakke tot matige Z. W.
wind, veranderlijk weer, weinig verandering in temperatuur.
AdvertentiSn20 aant por regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbataigingen v»n 1—7 regels f 1.50elke regel meer 20 eent, Seelamens 40 oent per regel,
ör»*te letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitslnitend gerechtigd het Algeunee» A4verteatta°B;nrM*
ï,A HAB Ann., K.V, SMS, AstllsrdnK:.
Men sehrijlt ons nit Den Haag
Onder do illnstre gasten, die de Residentie
op dit oogenblik herbergt het Hof van
Arbitrage met ?jjn internationale figuren maakt
zich gereed de aftaire van president Castro te
regelen, en de a. s. internationale paardenten-
toonstelling, op het Malieveld te houden, be
gint ook al in het vreemdelingen bezoek merk
baar te worden is er wellicht niet éen,die
meer en met recht zich illustre mag noemen
dan de heer Jacques Lebaudy, »zich noemende
en sohrjjvende Jacobus I, Keizer van d9
Sahara". In belangrijkheid steekt bp toren -
hoog nit boven alle vreemdelingen, die thans
huauo tenten binnen onze veste hebben opge
slagen. Wat van hen niet gezegd kan worden,
moet men ter eere en tot meerdere glorie van
dezen woestjjn-majesteit getuigen the man in
the street bemoeit zich met hem, stelt belang in
hem. Het is waar, hg heeft het nog niet tot
een zekere hoogte van populariteit kunnen
brengen. Daarvoor is hg nog te kort in ons
midden, en moeten de bladen nog meer een
betoren tekst en uitleg geven omtrent Z. M.
en bovendien zal hg zich dan ook meer dan
tot dusverre aan ons moeten vertoonen. Is
echter aan deze eischen voldaan, dan kan
Jacobus een flinke populariteit van de zjjde
van bet Haagsche publiek verzekerd worden
De belangstelling is er, maar de kennis èn
van Z. M 's persoon èn van Z M.'s keizerrgk
is nog vaag, zeer vaag. Alle wetenschap
op dit punt bestaat uit eenige losse geruchten
en daarop het spreekt van zelf knnnen
w jj, zelfs al zgn wg Hagenaars, nog maar niet
dadeljjk besluiten den voornamen gast, residee-
rendo in het Hotel des Indes, keizerlijke hulde
te gaan bewjjzen. Hieraan dient dus eenige
stadie vooral te gaan.
En nu is de moeilijkheid in deze zaak juist
hierin gelegen, dat de personen, die zich uit
den aard van hun beroep met de studie om
trent Z. M's. vroegere lotgevallen en toe
komstige plannen hebben in te laten kortom,
die aan het reeds belangstellend maar nog in
twijfel verkeerende publiek moeten garandeeren
dat het met een Keizer en niet met een
Prins Carneval te doen heeft, dat dezen heeren
onverbiddelijk den toegang tot de keizerlijke
vertrekken wordt ontzegd.
Zooals reeds, ook in dit blad, werd vermeld,
is de toegang tot Z. M. rigoureusement défendu,
Zelfs al komt men slechts belangstellend in-
formeeren naar den gezondheidstoestand van
Z. M., die uit de Sahara voor ons, Hagenaars,
meteen den zomer medegebracht heeft, het
helpt niets. De deur is en bljjft pot dicht.
L'empereur a aussilot consigne sa porie. Maar
langs indirecten weg viel er, ondanks de voor
ons gesloten vertrekken van Z. M., toch dit
eene gewichtige feit te constateeren, n.l. dat
Z. M. een gezonden slaap geniet. Althans op
welk uur van den dag men ook kwam, steeds
vernam men het heuchelgk nieuws>hg
slaapt," »hjj slaapt 1" Wat een ongeduldigen
collega de opmerking uitlokte»laat hem dan
maar slapen."
Nd is dat een nurksche opvatting, maar voor
een keizer, die voortdurend zgn deuren gesloten
houdt en altjjd slaapt, toch een opvallend
vreemde toestand. Vandaar eonige belangstel
lende vragen tot iemand, die ons als >familie"
van den keizer nader aangeduid werd. Deze
heer, die bljjkbaar meer in duistere zaken
opheldering heeft gegeven, hielp ons gelukkig
ook op enkele punten terecht. Aanvankelijk
echter dreigde het onderhoud direct spaak te
loopen. Deze »familie" werd nl. een brief
getoond met het adres A Sa Maj'esté Jacques P,
Bmpereur du Sahara. Er kwamen rimpels in het
golaat, de blik werd bedenkelijk, de bezorger
van het schrjjven werd zorgvuldig opgenomen.
Het hooge woord kwam er uit. *Cétait une
mauvaise farce, une mauvaise plaisan'eriealdus
vernam ik uit den mond van de »familie",
die kennis scheen te dragen van het bericht,
in de dagbladen opgenomen, dat de heer
Lebaudy in het Hotel des Indes was afgestapt
en daarin nader betiteld werd als »zich
noemende en schrijvende keizer van de
Sahara". Ook Z. M. was dit ter oore gekomen,
en dat had hem, die incognito reist, in een
grimmige gemoedstemming gebracht.
Vandaar, zeide hg, wil Z. M. geen journa
listen ontvangen. Zjj nemen hem niet au
serieux, en h£ neemt hen niet au sirieux In
Hamburg, waar Z. M. met de Ascan der
Duitsche Lloyd is aangekomen, heeft hjj al
last genoeg gehad van deze heeren, en dat
was een les voor Z. M. geweest. Of ik nu al
beweerde, dat Z. M. zich niet als een tweede
Daniel in den journalistieken leeuwenkuil, be
hoefde te wagen, maar gewapend met docu
menten en bijgestaan door helpers deze bljjk-
baar door hem gevreesde besogne kon ver
richten het mocht niet baten. Z. M. wilde er
niets van weten. Althans van een interview,
niet van de journalistiek, want Z. M. »heeft zgn
eigen journalisten". Nous avons nos journalistes
a nous. De »familie" die meende dat hg hier
mede alles uitgelegd had, begreep niet hoezeer
nu mijn begeerte om den keizer zelf te spreken
nog meer geprikkeld werd. Een keizer, nog
wel ren keizer uit de woestjjn, die met
journalisten rondreist, zoo dacht ik, dat moet
een echt moderne heerscher zjjn. Wat een
belangwekkende persoonlijkheid 1 Welk een
geniale gedachte 1 Wie zou beter als schuts
patroon van ons vak kunnen optreden dan
Jacobus I, keizer van de Sahara. In
plaats van met leeuwen, zooals voor een
monarch uit de woestgn voor de hand zou
liggen, reisde hjj met journalisten rond. Nous
avons nos journalistes d nous. Hoe meer ik er
over nadacht, des te grooter werd mjja
vereering en bewondering voor den keizer, die
nog maar steeds sliep, altjjd door sliep. Daarom
te meer wilde ik hem zien en waagde ik
er dHs nog maar eens een onaangenaam gezicht
van de »tamilie" aan.
»Kan, zoo vroeg ik, de keizer niet gewekt
worden Het is maar voor een kwartiertje.
Het ia direct afgeloopen."
Maar de »familie" was niet te vermurwen
En wederom kreeg ik te hooren nous avons
nos journalistes d nous. Voor hem scheen daar
mede de quaestie afgedaan, voor mjj echter
was als stond er een biefstuk op tafel, eb ik
mocht er met een hongerige maag niet aan
komen. De keizer werd mg met zjjn medege
brachte journalisten al meer en meer een
uiterst belangwekkende puzzle,
Ik gooide het nu over een anderen boeg.
»Eten de journalisten ook aan de keizerljjke ta
fel," vroeg ik. Geen antwoord. >Kan ik een dier
heeren misschien ook spreken liet ik er snel
op volgen, toen ik het tameljjk ongunstig
effect waarnam, dat mjjn eerste vraag had te
weeg gebracht. Ils dorment, luidde droogjes het
antwoord. >Ergo allen slapende keizer
slaapt, de journalisten slapen; alleen de >fa-
milie" waakt. Ik moet zeggen, dat is een
eigenaardige toestand."
De »lamilie" werd nu een klein beetje koel.
En van mjjn kant, nu ik zag dat de audiëntie
voor vandaag geen kans van slagen had,
begreep ook ik, dat het maar beter was geen
verdere moeite te doen. Alleen deed ik der
»familie" opmerken, met verzoek de opmerking
aan den keizer over te brengen, dat, wanneer
hg zich met de burgers van een vreemd land
gaat inlaten, en, zooals ik vernomen bad dat hjj
van plan was, hier personen als bewoners van
zgn keizerrgk wil aanwerven, de pers van dat
land zich met of zonder de instemming van
Z. M. met zgn doen en laten zal bemoeien.
Ook de »familie" vond dat een correct stand
punt, en beloofde mjj den keizer over een
onderhoud te zullen spreken. Mocht dit plaats
vinden, dan beloof ik een getrouw relaas van
het gesprokene. En zal niet voor mg de eer
weggelegd zgn om persoonlgk met Z. M. te
mogen spreken, dan hoop ik, in geval een
collega gelukkiger is, dat dit weinige er toe bg
mag dragen om zgn verslag in de belangstel
ling der lezers aan te bevelen, want dat
Jacobus I, keizer van de Sahara, die zgn eigen
journalisten heeft, de aandacht verdient èa
van het publiek èn niet minder van de
regeering, al was het maar alleen uit hoofde
van de voornemens, die bg met enkelen hunner
als >kolonisten", adspirant-onderdanen, heeft,
wat in de woestgn en bedenkelgke gevolgen
kan hebben. Dat staat bg mg vast.
Later echter, toea de dag der beslissing in
de Tweede Kamer naderde, werd het anders.
De regeering kwam met het Kon. besluit van
7 April 1903, waarin, met een beroep op
art. 27 van de spoorwegwet, bepaald werd,
dat de spoorwegmaatschappgen haar regle
menten omtrent de dienst- en arbeidsvoor
waarden binnen zekeren termgn moesten
onderwerpen aan de goedkeuring van den
Minister van Waterstaat, Handel en Ngverheid.
Er werd bggevoegd, dat deze, indien tusschen
hem en de directiëa geen overeenstemming
verkregen werd, da regeling zelfstandig zou
mogen vaststellen. Vooral dit laatste vonden
de liberalen erg tnooi. Een wetsvoorschrift
zou wel nog mooier zgn geweest. Maar wie
het allermooiste wilde hebben,was e.n kniesoor.
Hoofdzaak was, dat het staatsgezag, ten bate
van de beambten en werklieden der spoor
wegen, de baas werd over de direction. Dat
werd immers ook bereikt door den uitgevaar-
digden algemeenen maatrege. van bestuur. Zoo
was het eerst de heer Mees, die namens zgn
politieke vrienden, en vervolgens de heer Rink,
die namens de zgne kwam verklaren, dat zg
door dezen maatregel bevredigd waren, dat
hun bezwaar tegen het strafreehtwetsontwerp
was gesmolten als sneeuw voor de zon, en dat
zg aan dit wetsontwerp hun stem zouden
geven. Weliswaar werd dadelgk van vrgzinnig-
democratischen kant twgfel geopperd, of het
beroep op art. 27 van de spoorwegwet wel
opging, en mitsdien of de algemeene maat
regel van bestuur wei rechtsgeldig was. Maar
een rechtgeaard mensch had zich met de klei
nigheid van zulken twgfel niet op te houden.
Er werd niet de minste aandacht aan gewgd.
De regeering behaalde den politieken triomf,
ook alle liberalen in de Kamer voor haar
zegekar te spannen ten slotte waren het,
behalve de sociaal-democraten, alléén de vrg-
zinnig-democraten, die stand hielden en niet
bogen voor de heerschende strooming van den
dag.
I
Zooals men weet, heeft bg het tot-stand-
komen van de aanvulling van het Wetboek
van Strafrecht, naar aanleiding van de spoor
wegstaking, een groote rol gespeeld de vraag,
of daargelaten de oirbaarheid van de straf
bepalingen op zichzelve van die straf
bepalingen sprake wezen mocht vóér-en-aleer
zoowel de rechtspositie als de arbeidsvoor
waarden van het spoorweg-personeel gewaar
borgd waren van staatswege.
Aanvankelgk waren alle vrgzinnigen, van
elke kleursehakeering, eenstemmig in hun
ontkennend antwoord op die vraag. Een be
vestigende beantwoording scheen, ia hun schat
ting te eenenmale ongeoorloofd en weinig
minder dan een schandaal. Met name waren
de mannen van de Liberale Unie daaromtrent
zoo beslist mogelgk. Eirst zoo schreef
haar hoofdbestuur, waarin onder anderen de
heeren Borgesius en Rink zitting hebben
èèrst in allen gevalle moet de wet de
rechtspositie van het personeel regelen
dai pas mag aan beperking zjj eer vrjjheid van
beweging door strafbedreigingen worden ge
dacht.
zulks nadrnkkeljjk betwist. Zjj betoonden
zich slechts bereid, in het eerste opzicht
tevens te doen wat hun mogelgk scheen. En
als nu datgene, wat zg mogeljjk achtten,
afstuit op de wetsuitlegging door den rechter,
dan kannen zjj dit betreuren, doch dan kun
nen zjj een op grond daarvan tot hen gericht
verwjjt afwjjzen.
Anders is het met de liberalen, die, in strjjd
met het aanvankelgk door hen ingenomen
standpunt, op het beslissende oogenblik met
de regeering meegingen op geen ander motief,
dan dat door den algemeenen maatregel van
bestuur de voorwaarde, waarvan zjj hun mede
werking afhsnkeljjk hadden gemaakt, vervuld
heette. Hoe het met de vervulling dier voor
waarde gesteld was, bljjkt thans ten duide
lijkste. Komt aan het einde de zaak misschien
nog terecht, dan zal het meer geluk dan
wjjsheid zgn. Ook dan zal door den loop van
de zaak voor een ieder, die zien wil, in het
licht zgn gesteld, dat destjjds de liberalen
ontrouw waren aan hetgeen zjjzelven als hun
plicht op den voorgrond hadden geplaatst.
Ons verheugt het, dat de vrjjzinnig-demo-
craten daaraan niet hebben medegedaanen
wjj beschouwen het als waarschjjnljjk, dat het
gebeurde er toe zal bjjdragen, over hun hou
ding door menigeen beter te doen oordeelen,
dan tot dusver het geval was. (V. D.)
Wat in tusschen is sedert gebeurd V
Terwjjl de spoorwegdirectiën voor een deel
van de voorgeschreven regeling den tjjd heb
ben tot het einde dezes jaars, moesten zjj
voor een ander deel, betreffend hooger beroep
van opgelegde disciplinaire straffen, haar ont-
werp-reglementen uiterljjk 30 Juni inzenden bg
den minister. Dit hebben zjj dan ook gedaan.
Doch b'§ de daarop gevolgde onderhandelingen
kon de Hoil. IJzeren Spoorwegmaatschappij het
omtrent sommige punten niet eens worden
met den minister punten, waaronder er
waren van werkeljjk groot belang voor de
rechtszekerheid van het personeel. De minister
gal geen kamp. Hg hield voet bg stuken
toen de directie van de voornoemde maat
schappij harerzijds niet toegaf, verscheen in de
Staatscourant van 1 Augustus het reglement,
zooala het door hem was vastgesteld krachtens
de bevoegdheid, bg den algemeenen maatregel
van bestuur hem toegekend.
Hg had echter gerekend buiten den waard
dat wil zeggenbuiten de halsstarrigheid
van het spoorweg bestuur. Dit plaatste zich op
het standpunt, dat die algemeene maatregel
van bestuur inderdaad niet rechtsgeldig is,
omdat art. 27 van de spoorwegwet daarvoor
niet geldt. Het veroorloofde zich zelfs met de
regeering den gek te steken. Want het vaar
digde voor zgn personeel een reglement uit,
niet zooals de minister het had vastgesteld,
maar eenvoudig met weglating van datgene,
waaromtrent het mei hem niet tot overeenstemming
gekomen was. Het zeide als 't ware tot de
regeeringwat gjj hebt gelieven te doen, kan
mjj niet schelenboven u staat de rechter
als gij mjj wilt dwingen, zal hjj beslissen en
dan zullen we eens zien wie van ons beiden
werkeljjk de baas is.
Aldus staat thans de zaak. De rechtspositie
van net spoorweg-personeel heette gewaarborgd.
Bjj de eerste de beBte gelegenheid echter (en
als de loonsregeling aan de orde komt, zal de
minister wel op nog sterker verzet stuiten)
bljjkt de onhechtheid van dien waarborg.
Mogeljjk is het zeker, dat ten slotte de reoh-
ter geljjk geeft aan de regeering. Maar op zgn
minst evenzeer mogeljjk is het tegendeel. In
allen gevalle is niet het staatsgezag meester
van het terrein krachtens zgn hoogheidsreoht;
en in allen gevalle staat nu voorloopig de
kwestie weer op losse schroeven.
m
Mag daarvan aan de regeeriag en aan de
regeeringsmeerderheid in de Kamer in billjjk
heid een ernstige grief worden gemaakt? Wjj
gelooven het niet. Want haar standpunt, bjj de
indiening en bjj de behandeling van het straf
recht-ontwerp, was een ander dan het voren
omschrevene van de liberalen. De regeering
en haar politieke vrienden gaven niet toe, dat
de voorafgaande of de geljjktjjdige waarborging
van de rechten der spoorwegwerkers voor
waarde moest zjjn voor de aanvulling van het
Wetboek van Strafrecht. Integendeel hebben
Vrede door Recht nam Patrimonium deelwjjl
de Vereeniging tot bevordering van den natio-
nalen arbeid zich alleen baseerde op protec
tionistisch standpunt en 't bestuur van Patri
monium daarvoor geen partjj meende te moeten
stellen, verleende het Verbond aan die Veroe-
niging geene medewerking.
By kon. besluit
is met 1 Oet, a.s. aan W. J. S. J. Blom en
A. van Hooff op hun verzoek eervol ontslag
verleend als hoofdingenieur-directeur van den
rgkswaterstaat le kl., onder dankbetuiging, en
zgn met dien datum bevorderdtot hoofdin
genieur-directeur van den rgkswaterstaat 2e
kl. E. R. Van Nes van Meerkerk en R. J. Cas-
tendgk, thans ingenieurs van den rykswater-
staat Ie kl., met den titel van hoofdingenieur;
tot ingenieur van den rgkswaterstaat 2e kl.
Baucke en E. Van Konynenburg, thans
ingenieurs van den rykswaterstaat 3e kl.tot
ingenieur van den rgkswaterstaat 3e kl. C. L.
Schalier tot Peursum en N. J. P. De Blocq
van Kuffeler, thans adjunct-ingenieurs van den
rykswaterstaat
is met 1 Oet. benoemd tot directeur van het
post- en telegraafkantoor te: Heerenveen W.
Mejjer, thans te StadskanaalSchoonhoven
M. Engelenburg, thans te EedeDongen
F. W. Immink, thans te LoenenDelizgl S.
Hoven, thans te Naaldwyk; en idem met 16
Oct. te Kuilenburg B. G. van Enok, thans
hoofdcommies der telegraphic
is met 1 Nov. benoemd tot directeur van
het postkantoor te Venloo H. Helling Wzn.,
thans adjunct-directeur by den dienst der
postergen.
is tegen 1 Oct. aan de vrouwelgke commies
der postergen en telegraphie 4e kl. A. J. van
de Ven Sauveur, thans met verlof, op haar
verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend
uit 's ryks diensten met 1 Dec. aan den
directeur van het post- en telegraaf kantoor te
Renkum J. Muus Jr. op zyn verzoek, wegens
lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit
ryks diensten
is een commissie ingesteld tot het afnemen
van het in het kon. besluit van 19 Oct. 1896
bedoeld examen aan hen, die voor een benoe
ming tot adspirant ingenieur voor het stoom
wezen in aanmerking wensohen te komen en
zgn benoemd tot lid en voorzitter W. A. M.
Piepers, hoofdingenieur voor het stoomwezen
te Arnhemtot ledendr. L. Aronstein, H. A
Ravenek, dr. C. A Scheltema, dr, G. Schouten
J. A Snyders C.Jzn., hoogleeraren aan de
Polytechnische School te Delft, en A. C. Van
de Stadt, ingenieur voor het stoomwezen te
Amsterdamtot lid en secretaris J. W. G.
Coops, adjunct commies aan het Departement
van Waterstaat, Handel en Ngverheid te
's-Gravenhage.
De Minister van Buiteulandsohe Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de heer F. J. Domela Nieuwenhuis, benoemd
zaakgelastigde en consul-generaal der Neder
landen te Bangkok, aan 's Ministers Departe
ment te spreken zal zgn op Donderdag 10
September e. k., des voormiddags van 1012
uren.
KORTH MHDHDBHLXNOBK
VERGADERINGEN.
Op de te Utrecht door Patrimonium gehouden
algemeene vergadering werden als leden van
het Bondsbestuur herkozen de heeren J. Dou
wes, G. J. G Stuyfzand en K A. Grondijs, en
als redacteur van hst Bondsorgaan de heer
A S. Talma.
Volgens het jaarverslag van den secretaris
zyn 15 nieuwe afdeelingen opgericht, terwyi
drie afdeelingen opgeheven werden. Het Ver
bond telt thans 177 afdeelingen met 13.000
leden.
Aan de nationale actie voor maximum arbeids-
tgd en minimum loon en aan de actie van
Terwgl tegen morgen (Woensdag) middag
te twee uren de kinderen der leden van den
Buitentuin alhier genoodigd zyn tot by-
woning van een uitvoering op goochel-
gebied, is tegen dienzelfden tjjd in het
Schuttershof, hg gelegenheid van hetjaariyksch
Floralia feest, iets aangekondigd dat in jaren
niet gebeurde, nl. een matinee door het
muziekkorps der dd schutterg, onder leiding
van den heer Jan Morks, en eene verloting.
Ook dat is zeker uitlokkenden daarvoor
zullen ook wel belangstellenden zy».
Wg vestigen hierop de aandacht.
De bloemententoonstelling zelve biyit ook
Donderdag nog open op den avond van dien
dag heeft het gewone feest plaats.
Jammer, dat op Woensdag zoo twee tnafineo's
tegeiyk worden gegeven.
Dit ware meer dan waarschyniyk te ver-
mgden geweest, wanneer ten opzichte van de
uitvoering in het Schuttershof gebruik ware
gemaakt, zooals velen doen, van het bekende
ïystje van vergaderingen enz.
Daarop worden geplaatst ia ons blad aan
gekondigde ol aan te kondigen bgeenkomaten,
voorstellingen, uitvoeringen enz.
Dit is gemakkeiyk voor hen, die het een of
ander moeten bepalen of vast stellen.
Ware Floralia's matinee tydig daarop ver
meld, het bestuur van de Nijverheidsvereeniging
had voor de matinee in den Buitentuin, zoo
mogeljjk, zeker wel een andoren middag ge
kozen.
Deze wenk kan zyn nut hebben, vooral nu
bet winter-seizoen, met zgne vele conoorten
on vergaderingen, weêr nadert.
Voor Floralia alhier zgn dit jaar door
169 inzenders 711 planten ingeleverd.
Uit Yiissingen
sobryft men ons
Vandaag, Dinsdag 8 Sept., vóór 30 jaar, was
wyien ZM. koning Willem III in ons midden,
en wel by gelegenheid van de opening der
havenwerken.
Wat een verandering heeft sedert dien tyd
al plaats gehad 1
Wie zou nu nog dat Vlissingen van toen
kunnen herkennen J
Er is een tweede stad bijgebouwd en 't oude
deel is grootendeels verdwenen of vernieuwd.
Of al de groote verwachtingen, die men by
die voor Vlissingen zoo gewichtige gebeurte
nis koesterde, tot verwezeniyking zyn gekomen
Daarin znllen wg ons maar niet verdiepen.
Laat ons voor het heden tevreden zgn met
hetgeen in dien tyd VlisBingen ten goede kwam 1
w
m
Heden, Dinsdag, ochtend overleed aldaar, na
een langdurig ïyden, in den ouderdom van
66 jaren, de heer E M. Chevalier, lid van don
gemeenteraad, waar hy tot vóór korten tyd
zitting had in verschillende commissiën, en
directeur van den Provincialen stoombootdienst.
De laatste betrekking bekleedde hg sedert
1 Juni 1S86.
Van 1868 tot 1878 voer hy als gezaghebber
voor de reederg Gébrs Blussi te Dordrecht, en
van 1873 tot 1885 was hg in dienst der Neder-
landsche Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij,
waarvoor bg als commandant menig stoom
schip den oceaan overbracht.
Ten teeken van rouw over dit verlies zgn
de vlaggen der Provinciale booten halfstok
gehaald.
By kon. besluit:
is R. E. Boomgaard, thans sluismeester te
V e e r e, met 1 Oct. a. s. als zoodanig be
noemd by de Noordzeesluizen te IJmuiden
is ingetrokken de benoeming van den hoofd
commies der telegrafie C. A. Sprugt tot direc
teur van het telegraafkantoor te Vlissin
gen en met 1 Oct. is benoemd als zoo
danig P. Correr, thans directeur van het
post- en telegraafkantoor te Vreeswgk en
is met 1 Oot. benoemd tot directeur van
het post- en telegraafkantoor te Zierikzee
J. E. A. Post Uiterweer, thans te Zevenaar, en
te T h o 1 e n G Baert, thans te Alblasserdam
Een en ander is reeds meegedeeld in een
groot deel der oplaag van ons vorig nommer-
Ook voor de verkiezing van leden der
Provinciale Staten is de gemeente Koude-
kerke, nu door Ged Staten, verdeeld in
twee stemdistricten, t. w.
a het gedeelte der gemeente, gelegen ten
Westen van eene ljjn, getrokken van noord
naar zuid, door den tweeden myipaal op
den Koudekerko—Middelburgsehen straatweg,
noordwaarts tot den Koudekerkachen sprink,