W oensdag 9 September. 140s Jaargang, Uit Stad en Provincie. 1903. Middelburg 8 September. Over Keizer Jacobus I, de Sahara van Weer op losse schroeven. BEJiiOJKMijrcraas mem,, N°. 212 MIDDELBIIRGSCHE Deze courant versohijnt d a g e 1 ij k c-, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ala voor alle plaatsen in Nederland franoo p.p., f 2. Afzonderlijke nummer» kosten 5 sent, THHKHOHKTBB BK VBKWACHTIS6. 8 Sept. 8 u. vm. 60 gr., 12 u 62 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Veivtobt: zwakke tot matige Z. W. wind, veranderlijk weer, weinig verandering in temperatuur. AdvertentiSn20 aant por regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbataigingen v»n 1—7 regels f 1.50elke regel meer 20 eent, Seelamens 40 oent per regel, ör»*te letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitslnitend gerechtigd het Algeunee» A4verteatta°B;nrM* ï,A HAB Ann., K.V, SMS, AstllsrdnK:. Men sehrijlt ons nit Den Haag Onder do illnstre gasten, die de Residentie op dit oogenblik herbergt het Hof van Arbitrage met ?jjn internationale figuren maakt zich gereed de aftaire van president Castro te regelen, en de a. s. internationale paardenten- toonstelling, op het Malieveld te houden, be gint ook al in het vreemdelingen bezoek merk baar te worden is er wellicht niet éen,die meer en met recht zich illustre mag noemen dan de heer Jacques Lebaudy, »zich noemende en sohrjjvende Jacobus I, Keizer van d9 Sahara". In belangrijkheid steekt bp toren - hoog nit boven alle vreemdelingen, die thans huauo tenten binnen onze veste hebben opge slagen. Wat van hen niet gezegd kan worden, moet men ter eere en tot meerdere glorie van dezen woestjjn-majesteit getuigen the man in the street bemoeit zich met hem, stelt belang in hem. Het is waar, hg heeft het nog niet tot een zekere hoogte van populariteit kunnen brengen. Daarvoor is hg nog te kort in ons midden, en moeten de bladen nog meer een betoren tekst en uitleg geven omtrent Z. M. en bovendien zal hg zich dan ook meer dan tot dusverre aan ons moeten vertoonen. Is echter aan deze eischen voldaan, dan kan Jacobus een flinke populariteit van de zjjde van bet Haagsche publiek verzekerd worden De belangstelling is er, maar de kennis èn van Z. M 's persoon èn van Z M.'s keizerrgk is nog vaag, zeer vaag. Alle wetenschap op dit punt bestaat uit eenige losse geruchten en daarop het spreekt van zelf knnnen w jj, zelfs al zgn wg Hagenaars, nog maar niet dadeljjk besluiten den voornamen gast, residee- rendo in het Hotel des Indes, keizerlijke hulde te gaan bewjjzen. Hieraan dient dus eenige stadie vooral te gaan. En nu is de moeilijkheid in deze zaak juist hierin gelegen, dat de personen, die zich uit den aard van hun beroep met de studie om trent Z. M's. vroegere lotgevallen en toe komstige plannen hebben in te laten kortom, die aan het reeds belangstellend maar nog in twijfel verkeerende publiek moeten garandeeren dat het met een Keizer en niet met een Prins Carneval te doen heeft, dat dezen heeren onverbiddelijk den toegang tot de keizerlijke vertrekken wordt ontzegd. Zooals reeds, ook in dit blad, werd vermeld, is de toegang tot Z. M. rigoureusement défendu, Zelfs al komt men slechts belangstellend in- formeeren naar den gezondheidstoestand van Z. M., die uit de Sahara voor ons, Hagenaars, meteen den zomer medegebracht heeft, het helpt niets. De deur is en bljjft pot dicht. L'empereur a aussilot consigne sa porie. Maar langs indirecten weg viel er, ondanks de voor ons gesloten vertrekken van Z. M., toch dit eene gewichtige feit te constateeren, n.l. dat Z. M. een gezonden slaap geniet. Althans op welk uur van den dag men ook kwam, steeds vernam men het heuchelgk nieuws>hg slaapt," »hjj slaapt 1" Wat een ongeduldigen collega de opmerking uitlokte»laat hem dan maar slapen." Nd is dat een nurksche opvatting, maar voor een keizer, die voortdurend zgn deuren gesloten houdt en altjjd slaapt, toch een opvallend vreemde toestand. Vandaar eonige belangstel lende vragen tot iemand, die ons als >familie" van den keizer nader aangeduid werd. Deze heer, die bljjkbaar meer in duistere zaken opheldering heeft gegeven, hielp ons gelukkig ook op enkele punten terecht. Aanvankelijk echter dreigde het onderhoud direct spaak te loopen. Deze »familie" werd nl. een brief getoond met het adres A Sa Maj'esté Jacques P, Bmpereur du Sahara. Er kwamen rimpels in het golaat, de blik werd bedenkelijk, de bezorger van het schrjjven werd zorgvuldig opgenomen. Het hooge woord kwam er uit. *Cétait une mauvaise farce, une mauvaise plaisan'eriealdus vernam ik uit den mond van de »familie", die kennis scheen te dragen van het bericht, in de dagbladen opgenomen, dat de heer Lebaudy in het Hotel des Indes was afgestapt en daarin nader betiteld werd als »zich noemende en schrijvende keizer van de Sahara". Ook Z. M. was dit ter oore gekomen, en dat had hem, die incognito reist, in een grimmige gemoedstemming gebracht. Vandaar, zeide hg, wil Z. M. geen journa listen ontvangen. Zjj nemen hem niet au serieux, en h£ neemt hen niet au sirieux In Hamburg, waar Z. M. met de Ascan der Duitsche Lloyd is aangekomen, heeft hjj al last genoeg gehad van deze heeren, en dat was een les voor Z. M. geweest. Of ik nu al beweerde, dat Z. M. zich niet als een tweede Daniel in den journalistieken leeuwenkuil, be hoefde te wagen, maar gewapend met docu menten en bijgestaan door helpers deze bljjk- baar door hem gevreesde besogne kon ver richten het mocht niet baten. Z. M. wilde er niets van weten. Althans van een interview, niet van de journalistiek, want Z. M. »heeft zgn eigen journalisten". Nous avons nos journalistes a nous. De »familie" die meende dat hg hier mede alles uitgelegd had, begreep niet hoezeer nu mijn begeerte om den keizer zelf te spreken nog meer geprikkeld werd. Een keizer, nog wel ren keizer uit de woestjjn, die met journalisten rondreist, zoo dacht ik, dat moet een echt moderne heerscher zjjn. Wat een belangwekkende persoonlijkheid 1 Welk een geniale gedachte 1 Wie zou beter als schuts patroon van ons vak kunnen optreden dan Jacobus I, keizer van de Sahara. In plaats van met leeuwen, zooals voor een monarch uit de woestgn voor de hand zou liggen, reisde hjj met journalisten rond. Nous avons nos journalistes d nous. Hoe meer ik er over nadacht, des te grooter werd mjja vereering en bewondering voor den keizer, die nog maar steeds sliep, altjjd door sliep. Daarom te meer wilde ik hem zien en waagde ik er dHs nog maar eens een onaangenaam gezicht van de »tamilie" aan. »Kan, zoo vroeg ik, de keizer niet gewekt worden Het is maar voor een kwartiertje. Het ia direct afgeloopen." Maar de »familie" was niet te vermurwen En wederom kreeg ik te hooren nous avons nos journalistes d nous. Voor hem scheen daar mede de quaestie afgedaan, voor mjj echter was als stond er een biefstuk op tafel, eb ik mocht er met een hongerige maag niet aan komen. De keizer werd mg met zjjn medege brachte journalisten al meer en meer een uiterst belangwekkende puzzle, Ik gooide het nu over een anderen boeg. »Eten de journalisten ook aan de keizerljjke ta fel," vroeg ik. Geen antwoord. >Kan ik een dier heeren misschien ook spreken liet ik er snel op volgen, toen ik het tameljjk ongunstig effect waarnam, dat mjjn eerste vraag had te weeg gebracht. Ils dorment, luidde droogjes het antwoord. >Ergo allen slapende keizer slaapt, de journalisten slapen; alleen de >fa- milie" waakt. Ik moet zeggen, dat is een eigenaardige toestand." De »lamilie" werd nu een klein beetje koel. En van mjjn kant, nu ik zag dat de audiëntie voor vandaag geen kans van slagen had, begreep ook ik, dat het maar beter was geen verdere moeite te doen. Alleen deed ik der »familie" opmerken, met verzoek de opmerking aan den keizer over te brengen, dat, wanneer hg zich met de burgers van een vreemd land gaat inlaten, en, zooals ik vernomen bad dat hjj van plan was, hier personen als bewoners van zgn keizerrgk wil aanwerven, de pers van dat land zich met of zonder de instemming van Z. M. met zgn doen en laten zal bemoeien. Ook de »familie" vond dat een correct stand punt, en beloofde mjj den keizer over een onderhoud te zullen spreken. Mocht dit plaats vinden, dan beloof ik een getrouw relaas van het gesprokene. En zal niet voor mg de eer weggelegd zgn om persoonlgk met Z. M. te mogen spreken, dan hoop ik, in geval een collega gelukkiger is, dat dit weinige er toe bg mag dragen om zgn verslag in de belangstel ling der lezers aan te bevelen, want dat Jacobus I, keizer van de Sahara, die zgn eigen journalisten heeft, de aandacht verdient èa van het publiek èn niet minder van de regeering, al was het maar alleen uit hoofde van de voornemens, die bg met enkelen hunner als >kolonisten", adspirant-onderdanen, heeft, wat in de woestgn en bedenkelgke gevolgen kan hebben. Dat staat bg mg vast. Later echter, toea de dag der beslissing in de Tweede Kamer naderde, werd het anders. De regeering kwam met het Kon. besluit van 7 April 1903, waarin, met een beroep op art. 27 van de spoorwegwet, bepaald werd, dat de spoorwegmaatschappgen haar regle menten omtrent de dienst- en arbeidsvoor waarden binnen zekeren termgn moesten onderwerpen aan de goedkeuring van den Minister van Waterstaat, Handel en Ngverheid. Er werd bggevoegd, dat deze, indien tusschen hem en de directiëa geen overeenstemming verkregen werd, da regeling zelfstandig zou mogen vaststellen. Vooral dit laatste vonden de liberalen erg tnooi. Een wetsvoorschrift zou wel nog mooier zgn geweest. Maar wie het allermooiste wilde hebben,was e.n kniesoor. Hoofdzaak was, dat het staatsgezag, ten bate van de beambten en werklieden der spoor wegen, de baas werd over de direction. Dat werd immers ook bereikt door den uitgevaar- digden algemeenen maatrege. van bestuur. Zoo was het eerst de heer Mees, die namens zgn politieke vrienden, en vervolgens de heer Rink, die namens de zgne kwam verklaren, dat zg door dezen maatregel bevredigd waren, dat hun bezwaar tegen het strafreehtwetsontwerp was gesmolten als sneeuw voor de zon, en dat zg aan dit wetsontwerp hun stem zouden geven. Weliswaar werd dadelgk van vrgzinnig- democratischen kant twgfel geopperd, of het beroep op art. 27 van de spoorwegwet wel opging, en mitsdien of de algemeene maat regel van bestuur wei rechtsgeldig was. Maar een rechtgeaard mensch had zich met de klei nigheid van zulken twgfel niet op te houden. Er werd niet de minste aandacht aan gewgd. De regeering behaalde den politieken triomf, ook alle liberalen in de Kamer voor haar zegekar te spannen ten slotte waren het, behalve de sociaal-democraten, alléén de vrg- zinnig-democraten, die stand hielden en niet bogen voor de heerschende strooming van den dag. I Zooals men weet, heeft bg het tot-stand- komen van de aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, naar aanleiding van de spoor wegstaking, een groote rol gespeeld de vraag, of daargelaten de oirbaarheid van de straf bepalingen op zichzelve van die straf bepalingen sprake wezen mocht vóér-en-aleer zoowel de rechtspositie als de arbeidsvoor waarden van het spoorweg-personeel gewaar borgd waren van staatswege. Aanvankelgk waren alle vrgzinnigen, van elke kleursehakeering, eenstemmig in hun ontkennend antwoord op die vraag. Een be vestigende beantwoording scheen, ia hun schat ting te eenenmale ongeoorloofd en weinig minder dan een schandaal. Met name waren de mannen van de Liberale Unie daaromtrent zoo beslist mogelgk. Eirst zoo schreef haar hoofdbestuur, waarin onder anderen de heeren Borgesius en Rink zitting hebben èèrst in allen gevalle moet de wet de rechtspositie van het personeel regelen dai pas mag aan beperking zjj eer vrjjheid van beweging door strafbedreigingen worden ge dacht. zulks nadrnkkeljjk betwist. Zjj betoonden zich slechts bereid, in het eerste opzicht tevens te doen wat hun mogelgk scheen. En als nu datgene, wat zg mogeljjk achtten, afstuit op de wetsuitlegging door den rechter, dan kannen zjj dit betreuren, doch dan kun nen zjj een op grond daarvan tot hen gericht verwjjt afwjjzen. Anders is het met de liberalen, die, in strjjd met het aanvankelgk door hen ingenomen standpunt, op het beslissende oogenblik met de regeering meegingen op geen ander motief, dan dat door den algemeenen maatregel van bestuur de voorwaarde, waarvan zjj hun mede werking afhsnkeljjk hadden gemaakt, vervuld heette. Hoe het met de vervulling dier voor waarde gesteld was, bljjkt thans ten duide lijkste. Komt aan het einde de zaak misschien nog terecht, dan zal het meer geluk dan wjjsheid zgn. Ook dan zal door den loop van de zaak voor een ieder, die zien wil, in het licht zgn gesteld, dat destjjds de liberalen ontrouw waren aan hetgeen zjjzelven als hun plicht op den voorgrond hadden geplaatst. Ons verheugt het, dat de vrjjzinnig-demo- craten daaraan niet hebben medegedaanen wjj beschouwen het als waarschjjnljjk, dat het gebeurde er toe zal bjjdragen, over hun hou ding door menigeen beter te doen oordeelen, dan tot dusver het geval was. (V. D.) Wat in tusschen is sedert gebeurd V Terwjjl de spoorwegdirectiën voor een deel van de voorgeschreven regeling den tjjd heb ben tot het einde dezes jaars, moesten zjj voor een ander deel, betreffend hooger beroep van opgelegde disciplinaire straffen, haar ont- werp-reglementen uiterljjk 30 Juni inzenden bg den minister. Dit hebben zjj dan ook gedaan. Doch b'§ de daarop gevolgde onderhandelingen kon de Hoil. IJzeren Spoorwegmaatschappij het omtrent sommige punten niet eens worden met den minister punten, waaronder er waren van werkeljjk groot belang voor de rechtszekerheid van het personeel. De minister gal geen kamp. Hg hield voet bg stuken toen de directie van de voornoemde maat schappij harerzijds niet toegaf, verscheen in de Staatscourant van 1 Augustus het reglement, zooala het door hem was vastgesteld krachtens de bevoegdheid, bg den algemeenen maatregel van bestuur hem toegekend. Hg had echter gerekend buiten den waard dat wil zeggenbuiten de halsstarrigheid van het spoorweg bestuur. Dit plaatste zich op het standpunt, dat die algemeene maatregel van bestuur inderdaad niet rechtsgeldig is, omdat art. 27 van de spoorwegwet daarvoor niet geldt. Het veroorloofde zich zelfs met de regeering den gek te steken. Want het vaar digde voor zgn personeel een reglement uit, niet zooals de minister het had vastgesteld, maar eenvoudig met weglating van datgene, waaromtrent het mei hem niet tot overeenstemming gekomen was. Het zeide als 't ware tot de regeeringwat gjj hebt gelieven te doen, kan mjj niet schelenboven u staat de rechter als gij mjj wilt dwingen, zal hjj beslissen en dan zullen we eens zien wie van ons beiden werkeljjk de baas is. Aldus staat thans de zaak. De rechtspositie van net spoorweg-personeel heette gewaarborgd. Bjj de eerste de beBte gelegenheid echter (en als de loonsregeling aan de orde komt, zal de minister wel op nog sterker verzet stuiten) bljjkt de onhechtheid van dien waarborg. Mogeljjk is het zeker, dat ten slotte de reoh- ter geljjk geeft aan de regeering. Maar op zgn minst evenzeer mogeljjk is het tegendeel. In allen gevalle is niet het staatsgezag meester van het terrein krachtens zgn hoogheidsreoht; en in allen gevalle staat nu voorloopig de kwestie weer op losse schroeven. m Mag daarvan aan de regeeriag en aan de regeeringsmeerderheid in de Kamer in billjjk heid een ernstige grief worden gemaakt? Wjj gelooven het niet. Want haar standpunt, bjj de indiening en bjj de behandeling van het straf recht-ontwerp, was een ander dan het voren omschrevene van de liberalen. De regeering en haar politieke vrienden gaven niet toe, dat de voorafgaande of de geljjktjjdige waarborging van de rechten der spoorwegwerkers voor waarde moest zjjn voor de aanvulling van het Wetboek van Strafrecht. Integendeel hebben Vrede door Recht nam Patrimonium deelwjjl de Vereeniging tot bevordering van den natio- nalen arbeid zich alleen baseerde op protec tionistisch standpunt en 't bestuur van Patri monium daarvoor geen partjj meende te moeten stellen, verleende het Verbond aan die Veroe- niging geene medewerking. By kon. besluit is met 1 Oet, a.s. aan W. J. S. J. Blom en A. van Hooff op hun verzoek eervol ontslag verleend als hoofdingenieur-directeur van den rgkswaterstaat le kl., onder dankbetuiging, en zgn met dien datum bevorderdtot hoofdin genieur-directeur van den rgkswaterstaat 2e kl. E. R. Van Nes van Meerkerk en R. J. Cas- tendgk, thans ingenieurs van den rykswater- staat Ie kl., met den titel van hoofdingenieur; tot ingenieur van den rgkswaterstaat 2e kl. Baucke en E. Van Konynenburg, thans ingenieurs van den rykswaterstaat 3e kl.tot ingenieur van den rgkswaterstaat 3e kl. C. L. Schalier tot Peursum en N. J. P. De Blocq van Kuffeler, thans adjunct-ingenieurs van den rykswaterstaat is met 1 Oet. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te: Heerenveen W. Mejjer, thans te StadskanaalSchoonhoven M. Engelenburg, thans te EedeDongen F. W. Immink, thans te LoenenDelizgl S. Hoven, thans te Naaldwyk; en idem met 16 Oct. te Kuilenburg B. G. van Enok, thans hoofdcommies der telegraphic is met 1 Nov. benoemd tot directeur van het postkantoor te Venloo H. Helling Wzn., thans adjunct-directeur by den dienst der postergen. is tegen 1 Oct. aan de vrouwelgke commies der postergen en telegraphie 4e kl. A. J. van de Ven Sauveur, thans met verlof, op haar verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend uit 's ryks diensten met 1 Dec. aan den directeur van het post- en telegraaf kantoor te Renkum J. Muus Jr. op zyn verzoek, wegens lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit ryks diensten is een commissie ingesteld tot het afnemen van het in het kon. besluit van 19 Oct. 1896 bedoeld examen aan hen, die voor een benoe ming tot adspirant ingenieur voor het stoom wezen in aanmerking wensohen te komen en zgn benoemd tot lid en voorzitter W. A. M. Piepers, hoofdingenieur voor het stoomwezen te Arnhemtot ledendr. L. Aronstein, H. A Ravenek, dr. C. A Scheltema, dr, G. Schouten J. A Snyders C.Jzn., hoogleeraren aan de Polytechnische School te Delft, en A. C. Van de Stadt, ingenieur voor het stoomwezen te Amsterdamtot lid en secretaris J. W. G. Coops, adjunct commies aan het Departement van Waterstaat, Handel en Ngverheid te 's-Gravenhage. De Minister van Buiteulandsohe Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de heer F. J. Domela Nieuwenhuis, benoemd zaakgelastigde en consul-generaal der Neder landen te Bangkok, aan 's Ministers Departe ment te spreken zal zgn op Donderdag 10 September e. k., des voormiddags van 1012 uren. KORTH MHDHDBHLXNOBK VERGADERINGEN. Op de te Utrecht door Patrimonium gehouden algemeene vergadering werden als leden van het Bondsbestuur herkozen de heeren J. Dou wes, G. J. G Stuyfzand en K A. Grondijs, en als redacteur van hst Bondsorgaan de heer A S. Talma. Volgens het jaarverslag van den secretaris zyn 15 nieuwe afdeelingen opgericht, terwyi drie afdeelingen opgeheven werden. Het Ver bond telt thans 177 afdeelingen met 13.000 leden. Aan de nationale actie voor maximum arbeids- tgd en minimum loon en aan de actie van Terwgl tegen morgen (Woensdag) middag te twee uren de kinderen der leden van den Buitentuin alhier genoodigd zyn tot by- woning van een uitvoering op goochel- gebied, is tegen dienzelfden tjjd in het Schuttershof, hg gelegenheid van hetjaariyksch Floralia feest, iets aangekondigd dat in jaren niet gebeurde, nl. een matinee door het muziekkorps der dd schutterg, onder leiding van den heer Jan Morks, en eene verloting. Ook dat is zeker uitlokkenden daarvoor zullen ook wel belangstellenden zy». Wg vestigen hierop de aandacht. De bloemententoonstelling zelve biyit ook Donderdag nog open op den avond van dien dag heeft het gewone feest plaats. Jammer, dat op Woensdag zoo twee tnafineo's tegeiyk worden gegeven. Dit ware meer dan waarschyniyk te ver- mgden geweest, wanneer ten opzichte van de uitvoering in het Schuttershof gebruik ware gemaakt, zooals velen doen, van het bekende ïystje van vergaderingen enz. Daarop worden geplaatst ia ons blad aan gekondigde ol aan te kondigen bgeenkomaten, voorstellingen, uitvoeringen enz. Dit is gemakkeiyk voor hen, die het een of ander moeten bepalen of vast stellen. Ware Floralia's matinee tydig daarop ver meld, het bestuur van de Nijverheidsvereeniging had voor de matinee in den Buitentuin, zoo mogeljjk, zeker wel een andoren middag ge kozen. Deze wenk kan zyn nut hebben, vooral nu bet winter-seizoen, met zgne vele conoorten on vergaderingen, weêr nadert. Voor Floralia alhier zgn dit jaar door 169 inzenders 711 planten ingeleverd. Uit Yiissingen sobryft men ons Vandaag, Dinsdag 8 Sept., vóór 30 jaar, was wyien ZM. koning Willem III in ons midden, en wel by gelegenheid van de opening der havenwerken. Wat een verandering heeft sedert dien tyd al plaats gehad 1 Wie zou nu nog dat Vlissingen van toen kunnen herkennen J Er is een tweede stad bijgebouwd en 't oude deel is grootendeels verdwenen of vernieuwd. Of al de groote verwachtingen, die men by die voor Vlissingen zoo gewichtige gebeurte nis koesterde, tot verwezeniyking zyn gekomen Daarin znllen wg ons maar niet verdiepen. Laat ons voor het heden tevreden zgn met hetgeen in dien tyd VlisBingen ten goede kwam 1 w m Heden, Dinsdag, ochtend overleed aldaar, na een langdurig ïyden, in den ouderdom van 66 jaren, de heer E M. Chevalier, lid van don gemeenteraad, waar hy tot vóór korten tyd zitting had in verschillende commissiën, en directeur van den Provincialen stoombootdienst. De laatste betrekking bekleedde hg sedert 1 Juni 1S86. Van 1868 tot 1878 voer hy als gezaghebber voor de reederg Gébrs Blussi te Dordrecht, en van 1873 tot 1885 was hg in dienst der Neder- landsche Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, waarvoor bg als commandant menig stoom schip den oceaan overbracht. Ten teeken van rouw over dit verlies zgn de vlaggen der Provinciale booten halfstok gehaald. By kon. besluit: is R. E. Boomgaard, thans sluismeester te V e e r e, met 1 Oct. a. s. als zoodanig be noemd by de Noordzeesluizen te IJmuiden is ingetrokken de benoeming van den hoofd commies der telegrafie C. A. Sprugt tot direc teur van het telegraafkantoor te Vlissin gen en met 1 Oct. is benoemd als zoo danig P. Correr, thans directeur van het post- en telegraafkantoor te Vreeswgk en is met 1 Oot. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Zierikzee J. E. A. Post Uiterweer, thans te Zevenaar, en te T h o 1 e n G Baert, thans te Alblasserdam Een en ander is reeds meegedeeld in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer- Ook voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten is de gemeente Koude- kerke, nu door Ged Staten, verdeeld in twee stemdistricten, t. w. a het gedeelte der gemeente, gelegen ten Westen van eene ljjn, getrokken van noord naar zuid, door den tweeden myipaal op den Koudekerko—Middelburgsehen straatweg, noordwaarts tot den Koudekerkachen sprink,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1