Zaterdag 4 Juli. 146" Jaargang, 1663, Middelburg 3 Juli, N°. i&> Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 eent. AdvertentiSn20 eent per regel. Ueboorte-, dood- en alle andere familieberiehten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50 elke regel meer 20 eent. Keelamens 40 cent per regel, Qrootc letters naar de plaats, die z(j innemen. De vesting Terneuzen. Kameroverzicht, MlftDELBllRGSCHE COURANT. THERMOMETER EN VERWACHTING, 3 Jnli 8 n. vm. 68 gr., 12 u 72 gr., av. 4 u. 73 gr. F. V e r w a e h tN. W. wind, opklarend weer, droog weer, geringe toename in temperatuur. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet nfkomstig nit Zeeland, betreffende Handel, Ng verheid en Gfeldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Algemeen Advertentis-Bnreu A. im KA HAK Ann., |,8, Veerhargwal au, Asulerdnn. Zitting van Donderdag. De suikerheeren, die heden op de gereser veerde tribune waohtten op bet debat over het suikerwetsontwerp, konden zich in geduld oefenen, daar de geheele morgenzitting in be slag genomen werd met het afdoen van allerlei «kleingoed." Eerst na de pauze kon met de beraadsliging over het suikerwetsontwerp aangevangen wor den, waarmede wjj, toen de klok 4 uur sloeg, nog maar voor een gedeelte klaar kwamen. Veel belangstelling was er overigens van de zjjde der Earner noch voor de kleine wets ontwerpen noch voor de Buiker-quaestie. Het was snikheet, en de meeste leden waren dan ook, na de presentielijst geteekend te hebben, weder verdwenen, hetzjj koffiekamerwaarts, hetzy om weder te genieten van het schoone weder. In den morgen voerden slechts de heeren Helsdingen, Smeenge en Passtoors het woord over het wetsontwerp tot verbetering der positie van klerken en beambten bg de depar tementen van algemeen bestuur. Deze spre kers waren met het wetsontwerpje over het algemeen ingenomenalleen de heer Helsdin gen had nog een ljjstje van desiderata, waar mede de minister van binnenlandsche zaken beloofde rekening te zullen houden Daarna volgde aanneming zonder hoofdelijke stemming. Hetzelfde geschiedde met het gewijzigd contraot met de maatschappij Nederland, waarbij voorgeschreven wordt, dat voortaan Sabang ie stede van Padang door de booten dier Maatschappij zal worden aangedaan. Vooraf waren nog een menigte conclnsies en andere kleine wetsontwerpen onder den hamer van den voorzitter doorgegaan, waarop na de pauze met de suiker kon aangevangen worden, Van links kwamen hierbjj aan het woord de heeren Schaper en Tjjdeman, van rechts de heeren Van den Berch van Heemstede, Van Bylandt en Fruyfcier. Voldaan bleken zjj geen van allen met 's ministers voorstel. De heeren van de rechterzijde namen het den heer Harte kwaljjk, dat hjj in de quaestie van de surtaxe achteruit was gekrabbeldde heeren Schaper en Tydeman waren misnoegd, dat de suiker- accjjns niet was verlaagd. Dit was het natnur- ljjk resultaat van 's minister's politiek om de geit en de kool te willen sparen. Na heeft hjj niemand tevreden gesteld, kreeg hjj het van alle zjjden te kwaad. Het ergste echter was de bestriding, die door zga politieke vrienden gevoerd werd. De heer Van den Berch van Heemstede deed allerhande jammerklachten hooren over den surtaxe-looze» toestand waarin zich onze suikerindustrie be viadt. Hg meende, dat wi nu aan het kortBte eind trekken, de wereldpris onze markt drukt en deze bepaald door een surtaxe gesteund moet worden. De heer Van Bylandt, die ook een surtaxe vriend is, was van oordeel dat deze niet alleen in bet voordeel was van de heeren fabrikanten dat gat hi grif toe maar ook de landbouw zou er voordeel van plukken. En dat was voor hem een zeer gewichtige over weging. Eigenaardig dat deze spreker tevens de acoinsverlaging bepleitte. Dat maakte het betoog van den afgevaardigde van Apeldoorn niet duideliker. Ook de heer Fruytier voelde veel èn voor den surtaxe, op de bekende gronden, èn voor een verlaging van den accgns. Volgens hem kon dit best band aan hand gaan. Tegenover deze drie sprekers stonden de heeren Tydeman en Schaper. Beide sprekers vergden veel van bet geduld der toehoorders. Hun zeer uitvoerige redevoeringen, die even wel niet de onverdeelde aandacht der Kamer mochten boeien, hadden deze slotsom verlaag den acoins, dan zal de consumptie toe nemen, het debiet grooter worden, de prgzen wel is waar verminderen, maar door vermeer derden verkoop toch nog genoeg winst voor de industrie opleveren. Vooral uit een sociaal oogpunt, nl. uithoofde van de voedingswaarde van de suiker, een factor waarop reeds door den heer Van Bylandt was gewezen, bepleitten zjj een verlaging van den accgns. Morgen, bg de voortzetting van het debat, zal blgken, hoe de minister over deze bijna onvereenigbare zaken denkt. Een gemakkelijke taak zal dit geenszins zjjn. Voor iedere vraag van staatsbemoeiing breekt een tjjdperk aan, waarin zjj de aandacht in bijzondere mate tot zich trekt. Het is een tiental jaren geleden, dat de heer Fokker in de Eerste kamer de opheffing bepleitte van de wallen van Terneuzen. Deze kwestie is sedert bg de vaststelling der vestingbegrootingen herhaaldelijk besproken. Men kan zoggen, dat na de uitvoerige rede van den heer Fokker het vraagstuk bjjna voortdurend aan de orde is gebleven. De afgevaardigde voor Oostburg, de heer Hennequin, die in de Tweede kamer de bevolking van Terneuzen meer in het bjjzonder vertegenwoordigt, liet nimmer een gunstige gelegenheid ongebruikt, om op de behoeften te wjjzen, die in Terneuzen met de slechting der vestingwerken zonden gebaat worden. Meermalen ook sprak hjj twjjfel uit, of het landsbelang het behond der vesting vordert en trachtte hg het tegendeel te betoogen. Uit een mededeeling van den minister van oorlog aan de Tweede kamer in de memorie van antwoord, behoorende bjj de vestingbe. grooting voor bet dienstjaar 1903, bljjkt, dat voor de tegenwoordige regeering geen bezwaren zich verzetten zouden tegen de opheffing van de vesting Terneuzen, indien zjj vervangen wordt door een kustbatterjj, waarvoor bg het departement van oorlog een goedgekeurd ont werp aanwezig is. Dit nieuwe werk zou volgens genoemde memorie, het doelmatigst kunnen geplaatst worden in den Nieuw-Neuzen- polder, ten westen van de tegenwoordige vesting. Met deze mededeeling is het vraag stuk in een nieuwe phase gekomen. Indien het bestuur van Terneuzen met den minister van oorlog een overeenkomst kan treffen om trent de som, die door de gemeente, in ruil voor de vrijkomende terreinen, in 's rjjks schatkist zal worden gestort, bestaat het uit zicht dat aan den wensch tot ontmanteling zal worden voldaan. De minister schjjnt in dat geval bereid, een krediet-aanvraag voor de kustbatterjj op de begrooting te brengen Na deze inleiding zegt de heer L. M. A. von Schmid te Haarlem in zjjn, in ons vorig nommer reeds genoemd artikel in de Vragen des 1 yds Het kan de moeite loonen, de beteekenis van de vesting Terneuzen eens in het bjjzonder te onderzoekenin den nieuwen stand van het vraagstuk is daar te gereeder aanleiding toe, omdat over de beteekenis der vesting in het openbaar nimmer een eenigszins volledig onderzoek heeft plaats gehad. Om een oordeel te vellen over de tegen woordige bestemming der fortifioatien aan de Wester-Schelde, waartoe de vesting Terneuzen behoort, gaat de schrjjver na onder welke omstandigheden die vesting en het fort nabjj Ellewoutsdjjk, die samen >de werken aan de Wester-Schelde vormen", zijn ontstaan. De schrjjver bespreekt verder in denbreede hetgeen in de volksvertegenwoordiging en daarbuiten voor het in stand houden dezer stelling werd aangevoerd en wjjst erop dat de latere minister Eland in 1883 in de Vereeni- ging ter beoefening van de krijgswetenechap, als zjjn slotsom uit de kamer-discussie mede deelde, «dat men Terneuzen en Ellewontsdjjk wilde behouden, minder voor Nederland zelf dan wel voor België, omdat men meende dat de onaf hankelijkheid van Nederland rechtstreeks samenhing met die van België." Wester-Sohelde, na een protest de gebeurte nissen zou kunnen afwachten. Die meening is zoowel uit den boezem der Kamer als door de regeering krachtig bestre den. De heer Cremers zei o. a.«Of wjj aan de Wester Schelde versterkingen hebben, ja dan neen, of zjj voldoende zjjn, laat ik in het midden; maar het verandert niets aan onze verplichting om in elk geval schepen, die daar mochten binnenvallen om een aanval op Antwerpen te doen, met de te onzer beschikking staande middelen te be strijden. Wg mogen in dat geval niet toe laten, dat ons grondgebied wordt geschonden, zonder ons, naar mate van onze krachten daartegen te verzetten." De heer Cremers sprak alleen van schepen, die een aan val op Antwerpen beoogen. De minis ter Weitzel nam de kwestie ruimer«De neu traliteit, die wjj hopen te handhaven, bestaat in het niet-deelnemen aan een oorlog, die tus- schen derden wordt gevoerd en in het handha ven van den vrede op zjjn eigen grond. Een onzjjdige staat mag niet toelaten, dat de oorlog voerende partgen gebruik maken van zjjn grondgebied ter verwezenlijking hunner oor logsplannen. Het moet bun derhalve worden ontzegd en desnoods verhinderd, over of door zjjn grondgebied te trekken." Dit standpunt acht de schjjver het juiste. Met de stelling Terneuzen-Ellewoutsdjjk hoopt men in geval van neutraliteit, zoo noodig aan onze souvereine rechten en internationale verplichtingen bevorderlijk te zullen zjjn Tegelgk zou men deze positie gaarne aange merkt willen zien als een bljjk van onzen ernstigen wil om die verplichtingen naar be- hooren te betrachten. Daarom sohjjnt het den heer V. S niet overbodig de grenzen op te zoeken, binnen welke men de feitelijke en de demonstratieve waarde dezer stelling moet nemen. Hg bespreekt in verband daarmede het artil leristisch vermogen, dat niet groot is. het naar het inzien van den heer V. S. ge-1 vader, het huis hadden verlaten om in een billgkt worden, dat het departement van oor- ziekenbarak te worden verpleegd en, zooals ik log bezwaren maakt, om ter wille van de zeide, van eigenlgke ziekte bg de moeder geen gemeente Terneuzen, de begrooting met een kenteekenen aanwezig waren. Het kindje kreeg post voor een nieuw verdedigingswerk te be- echter weldra pokken, werd in hevige mate Nederland verlangt zich niet te mengen in de geschillen zgner buren, maar ook niet tegen wil en dank daarin betrokken te worden. Het wil, zoo lang het kan, strikt neutraal zgn. In de gevallen, dat Nederland een neutrale positie moet innemen, vervult de kans dat België oorlogspartg zou zgn, maar een geringe plaats. Daar staat eohter tegenover, dat, mocht België, met of tegen zgn wil, rechtstreeks als partg in een krgg betrokken worden, de kans dat de neutraliteit van ons Schelde-gebied met de eischen der oorlogvoering in botsing komt: groot is. Evenmin als België zich door de ge waarborgde onzgdigheid ontslagen aoht, om zgn weerbaarheid te organiseerenevenmin, komt het den schrgver voor, mogen wg die garantie als een voorwendsel nemen om de mogelgkhid van eventualiteiten aan de Wester Schelde te onderschatten. Bg eene beraadslaging over het al of niet in stand houden van werken aan de Wester- Sohelde in de Tweede kamer, is door verschil lende sprekers, die toegaven dat wg als neutra len geen marineschepen voor oorlogsdiensten op de Wester-Schelde mogen dulden, de zienswgze verdedigd, dat men bg een e%en- tueele schending van dit neutraal gebied, met een protest daartegen zou kunnen volstaan. Uit de algemeene beschouwing, dat het niet noodig is op alle punten van het neutraalge- bied tegen iedere schending geweldmiddelen te gebruiken, werd door hen afgeleid of he' aamd, dat Nederland, ten opzichte van de Wat betreft de demonstratieve beteekenis der stelling behoeft het, dunkt den schrgver, geen lang betoog, dat deze niet heel groot kan zgn. II ferait du bruit is onlangs gezegd, toen het denkbeeld werd besproken om de positie te verlaten. De schrgver gelooft dat wg in de vraag, of Terneuzen moet behouden blgven, bg de bnitenlandsche regeeringen een onbevangen oordeel kunnen onderstellen en dat er geen reden is dat oordeel te schroomen. In 1870 was de post bèzet en werd zg op het tgdstip, dat er internationale verplichtingen ontston4en, ontwapend en verlaten. Niettegenstaande de oogen der internationale politiek op de belan gen van België gericht waren, is van geen enkele zgde het verlaten van Ternenzen, als een punt van eenige beteekenis aangemerkt. De ministers Reuther en Taalman Kip hebben het, ten overvloede, in hun memorie van toe lichting, ongevraagd en luid kond gedaan, dat deze werken «voor de gewapende handhaving onzer nentraliteit geheel ontoereikend en daar om eeder nadeelig dan vóordeelig zgn te achten." Het ontoereikende moge de werken tot nadeelige posten stempelen, ze zgn naar het inzien van den schrgver in hoogèr mate schade- lgk uit nog andere gezichtspunten, wat hg in zgn artikel in den breede uiteen zet. Hg komt dan tot de conclusie dat de vesting Terneuzen als schadelgk moet worden erkend als strgdmiddel voor oorlogsgevallen, omdat zg als zoodanig geen nut heeft en alsdan aan de weerbaarheid slechts zou afbreuk doenals neutraliteitspositie aan de WeBter-Schelde omdat zg, in het algemeen, voor het handhaven onzer souvereine rechten en voor het bevor deren van internationale verplichtingen op die rivier, door haar ligging ongeschikt is. Ook voor het bgzondere geval dat België oorlogspartg ware, het geval dus van de offioieele bestemming der vesting, schgnthaar instandhouding niet boven bedenking. Door den heer Stieltjes, later ook door de generaals Booms en Den Beer Poortugael, is Terneuzen van groot aanbelang geacht teneinde voor of door een bondgenoot van BeJgië bezet te worden Wanneer deze specialiteiten de strategische waarde van de vesting voor zoodanig geval goed hebben beoordeeld, zou haar aanwezig heid voor onze neutraliteit niet slechts als sohadelgk, maar zelfs als gevaarlgk moeten worden beschouwd. Wel verre toch van een lasten. Maar voor dat standpunt moet de vraag nog eens ernstig ter sprake komen, hoe men zich die taak te denken heeft. BIgkens de memorie van antwoord aan de Tweede kamer, behoorende bg de vestingbe- grooting voor het dienstjaar 1903, heeft de minister van oorlog aan een ontwerp voor de te bouwen kustbatterg den eisch gesteld, dat zg «ook nadat de vesting Neuzen zon zgn op geheven, in staat zou stellen aan onze inter nationale verplichtingen ten aanzien van de handhaving der neutraliteit op de Wester- Schelde te voldoen." De tegenwoordige minis ter van oorlog is derhalve van meening dat de werken aan de Wester-Schelde ons thans daartoe in staat stellen. Dit oordeel onderstelt tweeërlei. Vooreerst een vaste voorstelling van onze internationale verplichtingen in een geval van neutraliteit en ten andere een be stemd denkbeeld van de eischen, die het hand haven onzer souvereine rechten aan onze strgdmiddelen in verschillende omstandigheden zal stellen. Op beide vragen iB in het artikel een ant woord beproefd. Ten opzichte van de eerste is de schrgver tot slotsommen gekomen, die met de opvatting der regeering van 1874 en, naar hg gelooft, ook met die van alle latere oorlogsministers overeenstemmen. Omtrent het tweede punt is toetsing van de conclusiën aan officieele overwegingen niet mogelgk, aange zien dit pnnt in 1874 niet is onder het oog gezien en omdat sedert van offioieele zgde een debat daarover geregeld vermeden is. Ook in de pers ging men op dit pnnt nimmer in Aan het besluit tot een knstbatterg in den Nieuw-Neuzenpolier zal een volledig onderzoek naar de huidige beteekenis der werken aan de Wester-Schelde moeten voorafgaan. Reeds in 1873 verklaarde de regeering, dat, bgaldiener geen versterkingen aan de Sohelde waren, wg vermoedelgk geen gelden voor nienwe werken aldaar zouden beschikbaar moeten stellen. Onafhankelgk van de vraag wie betalen zal, dient onderzocht te worden of er thans wil aanleiding is, tot den bouw van een nienw werk aldaar over te gaan. Ook zon, indien de aanleg van eene batterg noodzakelgk wordt geaebt, ernstig moeten overwogen worden of in den Nieuw-Neuzempol&er of niet veeleer bg Ylissingen tot bescherming van haven en reede moest worden ingericht. Tot dusverre plaatste het oorlogsbestuur zich in de onderhandelingen met de gemeente Terneuzen op een commercieel bnreancratisch standpunt. Het schgnt niet overbodig aan het slot daar nog eens de bgzondere aandacht op te vestigen. Want het zou een pover uit- hangteeken zgn van de krggskennis dezer dagen, indien met haar voorlichting tezellder tgd tot stand kwam een kustbatterg in den IVteuto-Aeuzstipolder en een haven bg Scheve- ningen zonder versterking der knst. aangetast, zoodat geen plekje van het lichaam ter grootte van een stuivertje onbezet bleet met puisten en het stierf veertien dagen oud de andere personen herstelden allen. Behalve dit eene gezin werd in de nabgheid nog een vrouw aangetast, waarschgnlgk door aanraking met kleedingstukken der eerste Igders. Zg was in haar jeugd ingeënt en de ziekte had van den beginne af geen onrustba rend verloop. De vrouw verkoos niet ter ver pleging te worden overgebracht naar de barak zg had vgf kinderende beide oudsten, 7 en 10 jaren, waren zonder gevolg kort geleden gerevacoineerd, toen wegens de hierboven be- scbreven pokkengevallen vaccinatie op zeer uitgebreide schaal in de gemeente werd toe gepast. De drie andere kinderen, 1, 4 en 5 jaar ond, waren echter bg die gelegenheid niet opnienw ingeënt, omdat de tgd, waarin dit met goed gevolg was geschied, nog zoo kort geleden was. Al deze vgf kinderen leefden en sliepen in hetzelde vertrek met de moeder en speelden aan haar ziekbed, nagenoeg dei geheelen dag, omdat zg natuurlgk geen scholen mochten bezoeken en elders werden geschuwd geen van allen is aangetast. Wie ooren heeft om te hooren, dat hg hooreriepen de profeten in den ouden tgd. Ik zou met denzelfden uitroep deze twee tegenstellingen den leden van den anti-vaccine- bond en van den bond van vegetariërs in het aangezicht willen slingeren, die, zooals dezer dagen weder is geschied, op roekelooze wgze allerlei vlugschriften en zoogenaamde statistie ken verspreiden om het volk voor te lichten op eene wgze, die heel veel heeft van mis leiding omdat het niet in staat is de ogfers te beoordeelen, veel minder te controleeren, maar waardoor zg het toch terughouden om welgemoed hun kinderen aan zulk eene een voudige inenting te onderwerpen, die hen kan behoeden voor ziekte, misvorming en vroeg- tgdigen dood. ALGEMEEN NBDERLANDSCH WERKLIEDENVERBOND. De afdeelingen van het A. N W.-V., die hebben gestemd tegen het voorstel Utrecht «Het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond plaatst zich op het vrgzinnig-democratisch standpunt," zgn bg circnlaire opgeroepen tot bgwoning eener 26 Jnli a. te Utreeht te hou den vergadering om te trachten een nieuw verbond, het oude, in het leven te roepen. Binnen dat verbond zal ruimte moeten zgn voor elk arbeider, die afkeerig is van kerke- Igken invloed op regeeringszaken, voor elk arbeider, die zich niet wil aanslniten bg de Sociaal-Democratische p artg. VACCINE. Het onlangs te Breda gehouden Hygiënisch congres heeft zich met 116 tegen 2 stemmei verklaard tegen het aanhangige vacoinewetje Het sprak als zgn gevoelen nit dat de aanne ming daarvan in strgd is met de belangen der volksgezondheid. Aan de bespreking van dit onderwerp op dat congres wgdt dr G. W. Bruinsma in het Sociaal Weekblad eene beschouwing met een naschrift, waarin hg o. a wgst op de volgende verklaring van jonkvr. Anna de Savornin Lohman in de Hollandsche Lelie«De christe- lgke staatslui, waaruit de anti-revolutionnaire groep bestaat, die dr Kuyper rugsteunt, is bgna zonder uitzondering, met familieleden en toebehooren, zelf gevaccineerd, (zoo er zelfs nog uitzonderingen zgn Met de godsdienstige beginselen der anti revolutionairen is dus blgkbaar de vaccinatie niet meer in strgd; zegt dr Bruinsma, en hg schrgft verder In mgne naaste omgeving hebben zich dezer dagen in een enkel gezin de pokken vertoond de leden, allen volwassen perspnen en in hun jeugd ingeënt, werden allen min of meer aan getast, het ergste de moeder, een vrouw van 58 jaar, en het minste de schoondochter, een BMOKHEIUM £N2. Bg kon. besluit is aan den off. van gez. Ie kl. dr H. F. A. Sasse, van het pers. van den gen. dienst bg de landmacht, onder toekenning van pensioen, eervol ontslag uit den mil. dienst verleend is benoemd voor vgf jaren bg het pers. van den geneesk. dienst der landmacht tot res. off vangezondh. 2e kl. H. L. van Beusekom, arts is aan den kap. J. F. C. Hardie van het 6e regt. inf, aan den kap. J. T. Rgkens en den le luit. N. E. E. Grubé, beiden non-act. en van het wapen der inf., onder toekenning van pensioen, eervol ontslag uit den mil. dienst verleend. De 5i. Cl. bevat een kon. besluit waarbg, uit overweging dat het, in het belang der samenwerking van land- en zeemacht, wen- sohelgk is, aan eene commissie, bestaande nit opper- en vlagofficieren, de behandeling op te dragen van alle vraagstukken op defensiegebied, welke beide deelen der krggsmaoht raken, is bepaald dat wordt ingesteld eene commissie in zake samenwerking van land- en zeemacht. De oommissie is belast met de behandeling van alle vraagstukken op defensiegebied, welke beide deelen der krggsmacht raken en waaromtrent door de ministers van oorlog en marine advies wordt wensohelgk geacht. Zg is bevoegd om op eigen initiatief onder de aandacht van de genoemde ministers te préservatief zal Terneuzen voor de oorlogs- jonge vrouw van 21 jaar, die slechts gedurende brengen wat haar nuttig voorkomt partgen een attractie kunnen zgn om ons on-1 T~ Ju zgdig gebied te schenden. Ten slotte wijst de schrgver op het volgende van een inkrimping van den vestingwal tot een kustbatterg is nu geen spraak meer. Het ligt in de bedoeling de geheele vesting Ter neuzen te sloopen en eenigszins westwaarts daarvan, in den Nieaw Aeuzsnpolder, een nieuwe kustbatterg aan te leggen. Op het standpunt, dat de vesting Terneuzen aan de voor haar verlangde taak voldoet, moet een paar dagen op een enkele plek van het lichaam eenigen lichten uitslag vertoonde en zonder de aanwezigheid van andere pokken- lgders nimmer door een geneesheer als Igdende aan pokken zou zgn aangegeven, temeer daar zg juist in die dagen het leven schonk aan haar eerste kindje, waardoor een liohte aan val van koorts gemakkelgk kon worden ver klaard. De moeder, en ook de behandelende geneesheer maakten bezwaar, reeds een paar dagen na de geboorte het kindje in te enten, te meer daar de andere huisgenooten, ook de In de commissie zullen in hunne hoedanig heid als zoodanig zitting nemende chef van den generalen stafde chef van den marine staf; de inspecteur der artillerie de inspecteur der genie, en de commandant der Stelling van Den Helder. Aan de oommissie worden als secretarissen toegevoegdeen kapitein van den generalen staf en een luit. t. z. 1ste kl., werkzaam bg den marinestaf respectievelgk aan te wgzen door den minister van oorlog en den minister van marine.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1