Verschillende Berichten. postkantoor te Breskens, verklaarde dat M. van 10 Febr. 1897 tot 1 Mei 1902 brievengaarder is geweest te Groede en deed mededeeling van de werkzaamheden waarmede hg was belast, o. a. wat betreft den dienst der rgkspost- spaarbank. In April heeft getuige twee orders ontvangen tot betaling van J2000 aanbeen inlegger te Groede. Hg heeft die som gezonden aan M. met de betalingsorden voor de betrokkenen. Dit is geschied 20 April. Bekl. moest 1 Mei vertrekken en voor dat vertrek, op 30 April, heeft getuige het kantoor geverifieerd en alles in orde bevonden. In het register van bekl. stond de betaling van de f 2000 geboekt op 29 April en de kwitantie werd door M. aan hem overgelegd. Een register ontbrak en dat iB door den bekl. aan getuige den Mei uit Overasselt- Grave toegezonden. Dat register had met deze uitbetaling niets te maken. De verdediger vroeg getuige of niet de inspecteur een dag of wat voor 30 April het kantoor van beklaagde had geïnspecteerd en alles in orde had bevonden. De getuige gat dat toe. Het was 25 April. De tweede getuige S. Braeck, landbouwer te Groede, verklaarde dat hg inlegger was van de rijkspostspaarbank en bezitter was van twee boekjes, op ieder waarvan f 1000 stond met de gekweekte rente. 29 Maart heeft hg 2000 terug willen vragen en sprak daarover met bekl., die hem aanried nog een halve maand te wachten. Hg deed dit en 14 April teekende hg de aanvraag tot uitbetaling. Na dien tjjd, op 28 April, is getuige bjj bekl. wezen informeeren of het geld reeds was ontvangen, waarop bekl. zeide dat dit nog niet het geval was. 30 April is M. in den morgen bjj getuige gekomen om hem het geld te brengen. Getuige heelt 1600 ontvangen en daarvoor op twee stukken, die M. medebracht, voor het volle bedrag van 2000 kwitantie gegeven. De betalingsorders, die rechtstreeks aan hem moesten geadresseerd zjjn, heeft getuige niet in zjjn bezit gehad. Getuige gaf de kwitantie voor het volle bedrag, terwgl M. het geld uittelde. Toen bleek dat er 400 mankeerde, zeide M. dat hjj getuige dat restant 's avonds zou geven, wjjl hg erom zou telegrafeeren. Getuige ontkende pertinent dat die f 400 op de tafel hadden gelegen en hg die som aan M. had geleend, wat door dezen in de in structie is beweerd. Wel had beklaagde hem een schuldbekente nis voor de 400 gegeven. Getuige was nog in het bezit der spaar bankboekjes en bekl. wenschte die van hem te hebben. Hg wilde die eerst niet afgeven maar op aandringen van bekl. die hem zeide dat hg de f 400 30 April, tusschen 7 en 8 uur, zou betalen heeft hg dat eindelgk gedaan. Bekl, had gezegd dat hg die 400 bjj no taris Hammacher zou halen. Toen getuige M. de boekjes had gegeven heeft hg notaris Hammacher gesproken en dien het gebeurde medegedeeld. Getnige is daarop naar zgn zwager gegaan, waar bekl. het geld zou bezorgen. Hg is daar niet gebleven tot 8 uur maar omstreeks half acht naar het postkantoor te Groede gegaan. Daar vond hg M. en vroeg hem om het geld, waarop deze zeide de 400 bg notaris Ham macher te gaan halen. Hg heeft gezien dat M. naar den notaris is gegaan en ook dat hg daarvan terugkeerde. Hg vroeg hem weer om de 400, waarop M. hem nog een kwartier uitstel vroeg. Na dat kwartier heeft hg het geld niet ontvangen en later ook niet. De bekl, beweerde dat hg op 30 April de 2000 bg getuige op tafel heeft gelegd en dat hem, op zgn verzoek, f 400 geleend heeft tot 's avonds. Dien avond heeft getuige hem zoo achter de veeren gezeten dat hg niet in staat is geweest de 400 ergens te leenen, waar hg anders toe in staat verklaarde te zgn. Van misleiding van getuige is geen sprake; het leenen heeft bg onderling goedvinden plaats gegad. De f 400 is bekl. nog aan den getuige schuldig. De getuige bleef bg zgn afgelegde verkla ring. Op een vraag van den ambtenaar van het O. M. verklaarde getuige dat hg nimmer on aangenaamheden met den beklaagde heeft gehad. Ch. L. Braeck, broeder van den vorigen ge tuige, ook landbouwer te Groede, deelde mede dat hg in den namiddag van 30 April zgn broeder op diens hoeve gesproken heeft en deze hem de kwestie met M. heeft verteld. Zgn broer is met hem naar Groede gereden en heeft hem bg het dorp verlaten. 's Avonds heeft hg zgn broeder bg Van dc Waeter ontmoet en is hg met hem naar het kantoor der postergen gegaan om, wgl M. zgn belofte niet had gehouden, om het geld te brengen, dit bg hem te gaan halen. Overigens stemde zgn verklaring overeen met die van zgn broeder. De volgende getuige, P, J. v. d. Waeter, zwager van S. Braeck, verklaarde in donzelfden geest als de vorige getuigen. Hg is voorts bg M. geweest om de f 400 en bekl. heeft toen tegen hem met geen enkel woord gerept van de leening. J. Lutegn, herbergier te Groede, verklaarde dat M. den 29 April bg hem is geweest om 400 te leenen, wgl hg een tekort had in zgn kas. Bg den rechter-commissaris had deze getui ge verklaard dat M. hem had gezegd dat de zaken op zgn kantoor niet in orde waren Hg kon zich dat thans niet meer herinneren. Wel herinnerde hg zich dat M. gezegd had dat den volgenden morgen de directeur zou komen. De beklaagde verklaarde dat de getuige loog. Hg had hem nimmer f 400 ter leen ge vraagd pin reden dat de man die zelf niet had, en evenmin iets gezegd over een tekort in zgn kas. Hg beweerde dat de getuige, die vroeger ook eens als getuige werd gehoord, gaarne naar Middelburg gaat als getuige omdat hg dan vrg reizen en vrg verteer heeft. Dat heeft hg hem vroeger persoonlgk gezegd. Daarom legt hg nu ook een getuigenis af dat onwaar is. De getuige bleef er bg dat bekl. hem ƒ400 ter leen heelt gevraagd. De laatste getuige, de notaris H. G. Hamma cher te Groede, deelde mede dat hg sedert ruim twee jaar met bekl, in financieels rela ties stond. Bekl. beschikte niet over ruime middelen. Hg heeft eens f 800 van getuige geleend en daarvan nog niets aibetaald. In April, den 29en, heeft hg, eerst per brief en later mondeling, gevraagd of getuige hem zou willen redden door hem f 500 te leenen, wgl zgn kantoor zou worden overgenomen. Getuige heeft het verzoek geweigerd. De bekl. erkende dit een en ander. In den avond van 30 April is bekl. weei bj getuige geweest met hetzelfde verzoek, waaraan deze echter geen gevolg heeft gegeven. Bekl. zeide toen nog; »als u mg niet helpt ben ik verloren." Bekl. zeide dat hg het gevraagde geld noodig had voor particuliere zaken en niet voor de kas van het kantoor. Hierna werd de beklaagde gehoord. Hg gaf toe dat omstreeks April Braeck bg hem geweest is, meaedeelende dat hg geld van de rgkspostspaarbank wilde nemen en om streeks half April twee formulieren heeft ge- teekead om 2000 te lichten. Bekl. heeft van het postkantoor te Breskens de t 2000 ontvangen, waarschgnlgk 20 of 21 April. De betalingsorders geadresseerd aan Braeck, door de rgksspostspaarbank verzonden, zgn op het kantoor van bekl. in het ongereede ge raakt en hg heeft die eerst den 29an April gevonden. Toen is hg dadelgk naar Braeck gegaan om dezen te betalen. Hg heeft ten huize van Braeck de 2000 op tafel gelegd en deze heeft daarvoor een kwitantie gegeven. Daarop heeft hg van Braeck 400 geleend tot 's avonds. Hg ontkende verder dat Braeck voor den 30en bg hem geweest was om te vragen of het geld nog niet ontvangen was en hg ont kennend zou hebben geantwoord. Hg heeft volstrekt niet aan Braeok gevraagd dat deze hem en zgn huisgezin niet ongelukkig zou maken. Onwaar noemde hg verder de verklaring van den getuige Lutegn. De briefjes aan den heer Hammacher sloegen, naar hg beweerde, op particuliere zaken, niet op die van het kantoor. Wat die partiouliere zaken waren verklaarde de beklaagde niet te willen medeelen. Hierna verkreeg de ambtenaar van het openbaar ministerie het woord. Hg wees er op dat den bekl. een hoogst ernstig misdrgf wordt te laste gelegd en dat het dus voor de hand ligt dat bg zich door ontkentenis tracht te redden. Bekl. is niet van verstand ontbloot en volgt ia zgn ontkenning een zekere taktiek. Hg stelde in het licht dat de houding van bekl. ten opzichte van den getuige Lutegn zeer ongepast was. Uit de getuigenverklaring is, meende de ambtenaar de schuld van den bekl. aan wat hem is ten laste gelegd, duidelgk ge bleken. Om dat aan te toonen ging hg de verschillende verklaringen na, in verband met wat door den b&kl. is erkend. Getuige S. Braeck is zeer pertinent in zgn verklaring en de beweringen van den bekl. kunnen die niet ontzenuwen. En dit te min der, waar de verklaring van Braeck door ver schillende omstandigheden aannemelgk wordt gemaakt. De ambtenaar wees er op hoe de beklaagde eens bg Lutegn en later bg den notaris Ham macher geld heeft trachten te leenen en vooral de laatste bad en smeekte om hem te redden. De ambtenaar, het te laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achtende, vorderde schuldigverklaring van den beklaagde en zgn veroordeeling tot een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden, met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tgd. De verdediger, de heer mr F. N. van der Bilt, begon met op den voorgrond te stellen dat men hier den ambtenaar M. en den particulier van elkaar moet scheiden. M. heeft den lande vele jaren, eerst in Indië en later bg de postadministratie, trouw gediend. Hg heeft ten laatste een fout begaan. Bg heeft een register zoekgemaakt en een brief zoe.k laten raken en dien geopend. Dat mocht hg niet doen en daarom is geen model ambtenaar. Maar dat stempelt hem nog niet tot een misdadiger. Zelfs al was waar wat door getuige Braeck is verklaard wat spreker allerminst toe geeft dan nog zou bekl. niet kunnen ver oordeeld worden. M. wordt beklaagd van verduistering als ambtenaar, maar spreker is van oordeel dat hg geen verduistering heeft gepleegd. Van het rgk heeft hg niets verduisterd, want de kas van bekl. was in orde toen die werd opgenomen. Er is volstrekt geen bewgs dat, toen bekl. met Braeck over de uitbeta ling onderhandelde, de 400 waren ver duisterd. Spreker trachtte verder aan te toonen dat uit de briefjes aan den heer Hammacher en uit het verzoek aan Lutegn om geld te leenen, met de toevoeging; maak me'niet ongelukkig, volstrekt niet is af te leiden dat er een te kort in de kas was. Bekl. kon voor particu liere zaken geld noodig hebben, kon moeilgk zitten, kon vrees hebben dat wanneer dit der postdirectie bekend werd hg zou worden ont slagen als brievengaarder. Er kan hier volgens spreker geen sprake zgn van opzettelgke verduistering van geld door een postambtenaar. Hg vertrouwde dan ook dat de beklaagde van het hem bg dagvaarding ten laste gslegde glansrgk zal worden vrggesproken. Hierna werd de eerste getuige nog gehoord die verklaarde dat op 30 April, toen hg de kas van beklaagde opnam, deze in orde was* Er moest aan geld en zegels ongeveer 200 aanwezig zgn en dat was er. Bg het opmaken der kas is geen rekening gehouden met de ƒ2000, wgl die in het register als betaald waren geboekt en de kwitanties ervoor aan wezig waren. Bg zgne repliek stelde de ambtenaar nog in het licht dat Braeck voor 400 is bena deeld en bekl. die heeft verduisterd. Dit sprak pleiter tegen. Braeck is misschien voor dat bedrag beetgenomen maar dat is met verduistering in den zin der wet. Daarna werd het onderzoek gesloten en de uitspraak bepaald op heden over 14 dagen. De instructie in zake den doodslag op een korporaal der jagers in Den Haag door Ver- straeten gepleegd, zal naar men beweert binnen kort gesloten worden. De dader moet volledig hebben bekend. Naar Het Centrum verneemt, zullen de regeerisgsvoorstellen omtrent de regeling van het hooger onderwgs door de Tweede Kamer zoodra mogelgk in de secties onderzooht en zeer waarschgnlgk reeds in October, nog vóór de begrooting, in openbare behandeling ge nomen worden. Mat het oog op het in werking treden der nieuwe wet op de invoerrechten in België, waarbg van gebrande koffie 15 cent per K.G. geheven wordt, doch ongebrande vrg ingevoerd mag worden, hebben drie groote koffiefirma's te Rozendaal, aan de grens te Esschen eigen koffiebrandergen laten bouwen. Zooals me* weet is op de laatste verga dering van het Ned. Wtrkl.- Verbond b osloten, dat men zich zou plaatsen op vrgzinnig-demo- cratiseh standpunt. Zg, die met 2 stemmen minderheid de nederlaag hadden moeten Igden, verlieten daarop de zaal en hebben nu, alvorens tot afscheiding over te gaan, een circulaire ge richt tot de afdeciingen, waarin deze naar haar meening wordt gevraagd. De heer P. Nolting, voorzitter van de afdeeling Amsterdam, spreekt thans van deze minderheid als van een Comité van Verweer, dat gehan deld heeft buiten het wettige centraal bestuur en spoort de afdeelingen aan de bovengenoemde circulaire ter zgde te leggen en alleen het schrgven van 't bestuur te beantwoorde*. De rgkcommissie voor de examens van stuurlieden te koopvaardg zal den 7en Juli a. zitting houden te Botterdam. Nadere inlichtingen Vinden onze lezers in een advertentie in dit nommer. De opening der tentoonstelling van ng- verheid en kunstindustrie te Groningen heeft het met het weder slecht getroffenregen en wind namen veel van het feestelgke weg. De minister van waterstaat was tegenwoor dig en de heer J. E, Scholten, lid der Eerste Kamer en voorzitter van het hoofdbestuur, sprak de openingsrede uit. Na hem voerde de minister het woord. De Groninger Opera-Vereeniging, die voor de toespraken esn lied had ten gehoore ge bracht, deed dat erna ook, waarmede de plech tigheid was beëindigd. De minister bezichtigde vervolgens de ten toonstelling. 's Namiddags had een feestmaaltgd plaats, waar de minister, de commissaris der Koningin, de burgemeester van Groningen, verschillende andere autoriteiten, al de leden der tentoon- stelling-oomifés en een aantal journalisten, ook enkele Duitsche, aanzaten. 's Avonds namen de voorstellingen in het zomertheater een aanvang. De rg der voor stellingen werd geopend met de Getsha. De fakkeloptocht is wegens ongunstig weer niet doorgegaan. Wg ontvingen het eerste jaarverslag, Ioopenda over het tgdvak 1 Mei 1902—30 April 1903 van de vereeniging Zusterhulp, waarvan het doel is gelden te verzamelen ten behoeve van vronwen en meisjes, die op eenigerlei wgze lichamelgke of geestelgke hulp noodig hebben. De vereeniging gaat uit van den Nederlandtchen Meisjesbond en heeft thans 18 afdeelingen, waaronder ook een te Middelburg In het eerste jaar kon de vereeniging reeds 22 personen van verschillenden leeftgd en omstandigheden korter oi langer tgd hulp verleen en. Een vroolgk reisje! Drie Amsterdam mers kwamen Pinkster-Maandag des avonds laat voor hun plezier te Frankfort. Dinsdag morgen werden ze door de politie opgeklopt en mede naar het bureau genomen. Daar gelastte de commissaris van politie hun om alles wat zg bg zich hadden af te geven en toen het bleek, dat de reizigers nog al veel geld bg zich hadden werd de opmerking ge- maakt»dat het wel gestolen zou kunnen zgn." Zg verzochten, daar de Ned. Consul afwezig was, om op hun kosten naar Amsterdam om inlichtingen te seinen. Dit geschiedde en hoewel het antwoord der Ned. politie gunstig luidde werden zg tot Woensdag 1 uur gevangen gehouden en kregen toen bevel direct naar Holland te vertrekken. Zg waren in de ge vangenis gefotografeerd en opgemeten. De reizigers hebben bg onzen Minister van Buitenlandsohe Zaken hun beklag ingediend. Een man en een vrouw te Amsterdam, die op de Leidsche gracht een handkar voort duwden, waarop een knip met paling geladen was, kregen twist, die nog al hoog liep. De een verweet de ander, dat zg niet duwde. De man reed daarop de kar te water en beiden liepe* boos weg. De paling, die nog spring levend was, koos natanrlgk ook glings het mime sop, tot groot vermaak der omstanders. De kar werd door een paar werklieden opge- vischt. Alweer is (ditmaal op klaarlichten dag) een gevaarlgke ontoerekenbare misdadiger uit 's Bgks krankzinnigengesticht te Medemblik ontvlucht. Onopgemerkt schgnt hg zioh aan gesloten te hebben bg een troepje verpleegden, dat verlof had onder leiding de kermis te be zichtigen, en zóó te zgn ontkomen. Hg is later in een veld weer ontdekt, en terugge bracht. Van de drie, vóór eenige weken, ont snapten is nog altgd éen voortvluchtig. Een milicien uit Woensel, die te Gorin- ohem in garnizoen lag, bond zich een wrat van de hand, waarna hg met een mesje, dat vuil was, zioh nog eens sneed Het gevolg hier van was, dat de hand opzwol en opname in het hospitaal noodzakelgk was. Daar bleek, dat bloedvergiftiging was ontstaan en amputatie van de hand noodig was. De ongelukkige iB aan de gevolgen overleden* Te Gent, (Geld.) was bg gelegenheid van een huiselgk feest eens dennengroenverBiering aangebracht, welk groen na afloop van hot feest verspreid lag en door een viertal runderen opgevreten werd tengevolge waarvan zg den volgenden dag dood waren. Ongelukken. Te Alkmaar is een zeer ernstig ongeluk gebeurd. Een apothekers bediende, goed fietsrgder doch nooit een motor- rgwiel bereden hebbende, zoa met twee ken nissen, per motorfiets naar Woestduin gaan. Aanvankelgk ging alles goed maar plotseling begon de apotheker zgn vaart te versnellen, zoo dat de anderen hem niet meer konden inhalen. Met een snelheid van 80 K.M. vloog de fiets over den weg en eindelgk sloeg hg met verbazende kracht tegen een boom en vloog in splinters. Wonder boven wonder was zgn bergder enkele meters voor de botsing op den weg geslingerd De ontzettende vaatt deed hem een eindweegs langs den weg schuren, en deer- Igk aan aangezicht en handen gekwetst werd hg door zgn kennissen opgenomen en gebracht bg een landman, die in de onmiddellgke nabg- heid woont. Dadelgk werd geneeskundige hulp ontboden, die zoo spoedig mogelgk werd verleend. De toestand van den ongelukkige is hoogst zorgerlgk; hg mag in geen geval vervoerd worden. Er wordt gevreesd voor hersenschudding. Het ongeluk is ontstaan doordat de bergder, den motor stop willende zetten, jnist hot tegendeel deed. De sleutel werd zoo wgd mogelgk open gezet en kon toen door hem niet meer gesloten worden. De ongelukkige is gehuwd en vader van twee kinderen. Een Scheveningsohe visschersvrouw, voor een drietal weken pas getrouwd, bracht Zaterdag middag haar man weg die met een logger van Vlaardingen ter haring- visscherg zou vertrekken. Aan boord van den logger maakte zg de reis mede door den Nieuwen Waterweg. Ter hoogte van den Hoek van Holland zoa zg in het roeibootje stappen, waarin nog eenige mannen zaten, om haar aan wal te zetten het bootje kantelde of wel zg maakte een misstap, althans zg viel in de Maas en verdronk onder de oogen van haren man. Daar zg door den lellen stroom werd weggevoerd, faalden de pogingen, die nog tot redding in het werk weiden ge steld. Te Hilversum is een daar logeerende dame bg het openen van een raam der boven ste verdieping daaruit gevalle*. Zg kwam met het hoofd terecht op de rollaag van een kelder gat, waardoor zg zeer ernstig verwond werd. Naar het diaconessenhuis gebracht, is zg eenige uren later overleden. Op het station Bathmen stapte Zondagmiddag een nog jeugdige vrouw uit de tram juist toen een sneltrein passeerde. Zg werd geraakt door de buffer van de locomotief, kreeg zware kneuzing der borstkas, gebroken ribben en een gebroken been. Een paar uur later overleed de ongelukkige. Het was een Pool- sche nog slechtB twintig jaar oud. Te Oudenmoien (bg Willemstad) is een 17jarige knecht door een dol geworden koe in de weide gedood. Te Farmsum (Gr.) is het negen jarig zoontje van een schipper, liggende met zgn schip in het Eemskanaal, bg het spelen op een vlot bg het schip, in het kanaal ge raakt en verdronken. Te Brussel is de politie door de arrestatie van een afzetter op het spoor gekomen van een reeds lang gezochten leverancier van val- sche hoogeschooldiploma's en van een plaatsing bureau voor consuls en onderconsuls. De man oefende het onschuldig beroep uit van tandarts, maar iegde bg zgn arrestatie een volledige bekentenis af. Hg zegde graden te verkoopen van 200 en 6000 mark, plaatsen van consul en onderconsul van Nicaragua, Bolivia, Haïti, Venezuela, Sal- vator, enz. te bezorgen tegen sommen van a tot 10.000 fr. Zgn vrouw en zgn dochtertje woonden te Antwerpen. Hg bezocht ze zeer zelden. In België, waar men altgd veel werk maakt van het vieren van gouden bruiloften en waar dan steeds van gemeentewege een officieel geschenk wordt aangeboden, heeft zich *u het zeldzame voorval voorgedaan dat in éen plaats twaalf gouden bruiloften tegelgk gevierd werden- Dat was te Flobecq bg Door nik. Zondag zgn de 24 oudjes gevierd. De Belgische stoomboot Rubens, van Sun derland naar Pillau, met een lading kolen, is 10 Juni eenige uren na het vertrek uit Sun derland omgeslagen en gezonken. Vier koppen der bemanning zgn aangebracht te Christian- sand. De elf overigen zgn verdronken of vermist. Het gemeentebestuur van Antwerpen heeft weer een bestendig festival ingericht voor vereenigingen van samenzang, fanfaren, har monie of symphonic zoowel Belgische als vreemde. Het festival zal gehouden worden op al de Zondsgen der maanden Juli, Aug. en Sept, Onder de deelnemers worden verloot 15 premiëa van fr 1000 tot fr. 100, voor de gezel schappen en 7 premiëa van fr. 200 tot fr. 25 voor de bestuurders. Bovendien worden nog verschillende andere prgzen beschikbaar gesteld. De gezamenlgke waarden ervan is meer dan fr. 7000. De gevluchte Eduard van der Meeren uit Ledeberg, verdacht,van den in ons vorig nummer gemelde moord op zgn broer, heeft zich te Gent bg de politie als dader aangemeld. Hg heeft zgn anderen broer August beschuldigd te hebben meegedaan aan den moord. August, die naast het Igk lag te slapen toen de vader kwam, en zei van niets te weten, is nu ook gearresteerd. De Seryisohe tragedie heeft ooktePargs een offer gevraagd. Den beeldhonwer Meroié was door koning Alexander opgedragen, een ruiterstandbeeld van zgn vader Milan te ver vaardigen. Het werk is nu gereed, maar er zal daarvoor in Servië nu geen afnemer meer gevonden kunnen worden, en Mercié verliest daarmee de vrucht van een tweejarigen arbeid. Op het voetstuk staat in 't Latgn het nu honend klinkende opschrift>Den koning Milan opgerioht door het dankbare vaderland." Nog een der gewonden van den dollemans- rit Pargs—Madrid, Loraine-Barrow, is over leden. Het overigden is niet direot veroor zaakt door de wonden, die hg bg zgn val bekwam, maar wel door de gevolgen van den rit. Bg den afrit leed hg aan een keelont steking en deze heeft zich ontwikkeld tot een longontsteking waaraan hg is overleden. Onder de bevolking van Vaud in Zwit serland heersoht een hevige ontroering door de ontdekking dat op de kerkhoven te Carrouge, te Bopraz en Ferlens, de graven geschonden worden. Dezer dagen vond men op een der kerkhoven een haartooisel dat herkend werd als te hebben toebehoord aan een aoht dagen te voren begraven meisje. Het graf werd ge opend en men bevond dat het lijk gesoal- peerd waB. In een dorpje in Italië was een 14 jarige jongen plotseling gestorven door het eten van onrgpe vruchten. Hg werd begraven, maar de moeder was half gek over de scheiding en moest met geweld onder bedwang gehouden worden. Een dag na de begrafenis wist zg te ontsnappen en men vond haar toen op het kerkhof waar zg de kist van haar kind weer opgegraven had. Op haar wild smeken haar nog eenmaal haar zoon te laten zien, maakte men de kiat open. Zg was overtuigd, zeide eg, dat hg nog leefde. Maar hoe ontsteld waren niet allen toen ze zagen dat het lgk geheel verwrongen was. Het was bovendien nog warm, en een dokter oon- stateerde dat de jongen levend begraven maar nu overleden was. De moeder is volslagen gek geworden. Een automobielentrust. Verscheidene bladen vermelden een telegram uit New-York, waarin gezegd wordt dat 19 fabrieken van automobielen een trust gevormd hebben met een kapitaal van 70 millioen dollar voor den tgd van negen jaren. HET JONGSTE STOKJE TAN BOSEHBEBO. De arme pater Dorval, die in de plaats va* de* kanunnik werd ingepikt, heeft werkelgk een droeve ervaring achter ,zich. Toen hg zag dat niemand zgn protesten wilde gelooveos heeft hg zich ten slotte in zgn lot gesohikt, heeft maar trouw geantwoord dat hg Ho3em- berg was, om maar zoo spoedig mogelgk in Pargs te komen. Hg maakte een reis door Klein Azie, had te Beyrouth de boot gemist, en moest daar toen eenigen tgd big ven. Eerst was hg twee dagen in een klooster der Lazaristen en daarna heeft hg een kamer in een hotel betrokken. Daar werd hg plotseling gearresteerd, en van wat er toen volgde heeft hg nooit iets begrepen» De Lazaristen, die met hem geconfronteerd werden, betuigden allen dat hg Rosemberg was» Een van hen beweerde zelfs met hem gestu deerd te hebben! Wat bg ook protesteerde, het hielp niets. En toen heelt hg in vredes naam maar berust. Twee Maronieter-monniken zgn nog in zgn cel geweest, erkenden de vergissing, en zei den de zaak i* orde te zullen brengen, maar als eenig gevolg werd er voor zgn oei een schildwacht geplaatst. Hg vermoedt dan ook dat men hem heeft laten arresteeren om den waren Rosemberg te doen ontsnappen. Aan boord heelt hg geprobeerd den kapi tein van zgn onsohuld te overtuigen, maar deze zei hem die praatjes maar voor zioh te houden. Hg had bevel op hem te sohieten, ala hg weerstand bood. De arme pater heeft toen gezwegen en alles toegestemd, maar hg heeft op zgn reis ver- schrikkelgk geleden. DB TUBEBCIJJLOSE IN LANDEN TAN BUBOPA. Uit een dezer dagen door het gezondheids bureau te Berlgn openbaar gemaakte statistiek big kt, dat Rusland, onder de Europeesehe landen, den zwaarsten cgns aan de tuberculose betaalt. Dit feit behoeft niet te verwonderen, wegens den ellendigen toestand waarin over 't algemeen de Russische boer verkeert, be zocht door periodieke hongersnooden, vaak beroofd van geneeskundige hulp, volstrekt onwetend op het gebied van de gezondheids leer, in 't kort een leven leidende dat in moreel en materieel opzicht ellendig genoemd kan worden. Maar aangezien die toestanden voor het grootste gedeelte van de bevolking van Frankrgk zooveel gunstiger zgs, is het des te treuriger dat na Rusland (met 4000 sterfgevallen op een millioen bewoners), Frankrgk komt met een sterfte van 3000 op het millioen. La Revue Scientifique teekent hierbg aan, dat de toestand in Frankrgk niet verbeteren zal, wanneer geen ingrgpende wgzigingen komen i* sommige maatschappelgke toestanden, die

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 2