Donderdag
26 Maart.
De Eerste Kamer.
THERMOMETER UN VERWAC HTING.
Middelburg 25 Maart.
ER WAS EENS
Meelrechten.
TWEEDE KAMEfl;
De kwestie van den dag.
jgaaw
72,
146® Jaargang,
1603
aiDDELBURGSCHE EOl
Deze ooarant verschijnt d a g e 1 jj k s, mot. uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ais voor allo plaatson in Nederland franco p.p., f 2.
Afsonderljjke nummers kosten 5 cent,
25 Maart. 8 u. vm. 48 gr., 12 n. 64 gr., av. 4 u. 67 gr. F. Verwacht: krachtige Z. W. wind,
betrokken lucht, buiig weer, geringe toename in temperatuur.
Advertentiën: 20 cent per rogol. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten sa
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent, Beelamens 40 eent per regel.
Groote letters naai de plaats, die zjj innemen,
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreflende
Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Algamoon Adnrivnilt'Sarsan
A, BH LA MAR Am., H.S> Vwwrlmgwa! 906» Anuiwina,
EEN VERWIJT.
Men had den minister Kuyper verweten dat
bg bg de bespreking der werkstaking in de
zitting der Tweede Kamer van 11 Maart op
den lachlust had gespeculeerd en grappig had
willen zgn.
Dit spreekt de minister ten stelligste tegen.
Anderen houden het toch vol, maar geven
de schuld ook aan de leden dier Kamer die
zoo onbezonnen, kinderachtig goedlachs zgn
en om het minste en geringste het uitproesten.
Het een en het ander kan waar zgm
Om uit te maken of de premier aardig heeft
willen zgn dan wel of het tegen zgne bedoe
ling was, had men hem zeli moeten hooren.
Het is bovenal in zulke gevallen de toon,
de manier van zeggen waarop alles aaukomt.
Voor het overige vinden wg de kwestie niet
bijzonder belangrijk.
Het eenige merkwaardige is misschien dat
een minister openlijk opkomt tegen een hem
in oen kamerverslag van een courant gedaan
verwijt.
Behoort de Eerste Kamer haar plaats te
behouden in het samenstel onzer staatsinstel
lingen Met de vrjjzinnig-democratisohe af
gevaardigden, die het aanhangige grondwets
voorstel hebben ingediend, beantwoorden wjj
die vraag met een volmondig ja. Want met
hen zien wjj voor dat staatslichaam een blijvend
nuttige zaak weggelegd »ter toetse te brengen,
ot een door de Tweede Kamer aangenomen
voorstel van wet steun vindt in denkbeelden,
die doorwerken bjj de bevolking, dan wel of
daartoe besloten werd onder den drang van
een wellicht voorbijgaande strooming." Doch
even nadrukkelgk voegen wjj met hen er bjj,
dat de tegenwoordige organisatie van dien tak
der volksvertegenwoordiging ingrjjpende wij
ziging behoeft. .Reeds tjjdens de grondwets
herziening van 1887 vond de toen bestaande
organisatie krachtige bestrijding. Met name
bleek men reeds destjjds gekant tegen behoud
hetgeei door jhr mr J. Roëll werd genoemd
de .dubbele slagboom"eenerzjjds de verkie
zing door de Prov. Staten, anderzijds de be
perking der verkiesbaarheid tot de hoogst
aangeslagenen in de rjjks directe belastingen.
Dat niettemin het eene zoowel als het andere
gehandhaatd bleef, zjj het dan met een weinig
ingrjjpende verruiming van den kring der
verkiesbaren, is alleen toe te schrjjven aan de
bjjzondere toenmalige politieke omstandig
heden."
Alreeds hebben wij in een vroeger nommer
er op gewezen, dat de ingediende wetsvoor
dracht beoogt, de leden van de Eerste Kamer
te doen verkiezen door dezelfden, die kiezers
voor de Tweede zullen zjjn.
Ziehier boe en op welke gronden dit wordt
toegelicht en aangeprezen:
>Het voorstel gaat uit van de meening, dat
gebroken dient te worden met iedere regeling,
waarbjj tot de verkiezing van de leden der
Eerste Kamer anderen worden geroepen, dan
de kiezers voor de Tweede Kamer.
Van de opdracht dier verkiezing aan de
Provinciale Staten heeft de ervaring de nadoelen
aan het licht gebracht Wie zal betwisten;
dat ten gevolge daarvan de verkiezingen voor
do Provinciale Staten veelal mèdr worden be-
heerscht door overwegingen, aan de provinciale
belangen ontleend, dan door wensohen omtrent
de samenstelling der Eerste Kamer?
Onder dit stelsel is voorts het recht der
Kroon tot ontbinding van de Eerste Kamer
feitelijk zonder beteekenis. Hoe zou zulk een
ontbinding doel kunnen treften, waar de Pro
vinciale Staten niet ontbindbaar zjjn
Overbrenging der verkiezing bjj gemeente
raden of uit die raden samengestelde kiescol
leges zou de moeilijkheden slechts verplaatsen
niet opheflen.
Bovendien hebben al dergelijke regelingen
gemeen, dat zjj vormen zjjn van getrapte ver
kiezing, en als zoodanig onaannemelijk zjjn te
achten. Het beginsel der rechtBtreekBche ver
kiezing heeft, sedert het na feilen strgd zege
vierde, zóózeer post gevat in de nationale
overtuiging, dat het thans eindeljjk ook bjj de
samenstelling der Eerste Kamer toepassing
behoort te erlangen. „Door directe, beter dan
door indirecte verkiezing wordt de band tus-
sohen volk, vertegenwoordiging en regeering
versterkt," schreven de heeren jhr mr A. F.
de Savornin Lobman en mr B. J. Linteloo
baron de Geer van Jutphaas in bun afzonder
lijke Nota, gevoegd bjj het verslag der Staats
commissie voor Grondwetsherziening in 1883.
Ook de Eerste Kamer zjj voortaan het
directe uitvloeisel van de volkskeuze; de ver
kiezing van haar leden worde aan dezelfde
kiesbevoegden als voor de Tweede Kamer op
gedragen."
Daaruit volgt intusschen niet, dat diezelfde
kiezers voor de beide takken der Stateu-Gene-
raal op dezelfde wjjze moeten zjjn gegroepeerd-
De voorstellers wenscben integendeel een
andere groepeering. .Zoodoende" aldus
luidt verder hun Memorie van Toelichting
schept men een waarborg te meer, dat in de
volksvertegenwoordiging de richtingen en be
langen in al hun verscheidenheid tot hun recht
kannen komen. De band, reeds zoolang tus-
scben provincie en Eerste Kamer bestaande,
doet ter verkrjjging eener bjjzondere groepeering
gereedeljjk bet middel aan de hand. Vandaar
almede het voorstel tot behoud van de provin
ciale indeeling van het grondgebied voor de
verkiezing van de leden der Eerste Kamer.
Totzoover de kwestie van kiesbevoegdheid
en wjjze van verkiezing. Doch nu de vraag,
wie voor het lidmaatschap van de Berate
Kamer verkiesbaar zullen zjjn.
Met hetgeen hieromtrent thans van kracht
is, kunnen de voorstellers geen vrede hebben;
en wjj evenmin Immers: >aan de beperking
der verkiesbaarheid in hoofdzaak tot de hoogst
aangeslagenen in de rjjks directe belastingen
ontleent de Berste Kamer een eenzijdig pluto
cratisch karakterterwjjl voorts een groot
vermogen, ruime inkomsten of op weelderigen
voet ingeriobte levenswijze op zi.hzell niet
het vermoeden wettigen voor de aanwezigheid
der eigenschappen, in de leden van dezen tak
der Volksvertegenwoordiging gevorderd".
Toch zjjn de voorstellers .overtuigd, dat ook
in de toekomst de Eerste Kamer moet blijven
een vergadering van aanzienlijken." Doch
.niet in den engen zin eener aristocratie van
geboorte, van fortuin, of van hooge, in de
staatkundige af ambtelijke loopbaan bereikte
rangen, maar in de ruime beteekenis, waarin
daaronder worden begrepen allen, die op het
uitgestrekte veld van den maatschappelgken
arbeid of in den dienst van het algemeen
belang tot .aanzien" zjjn gekomen."
Dienovereenkomstig luidt dan ook dit onder
deel van hun wetsontwerp, dat men, .om lid
der Berste kamer te kunnen zjjn, moet voldoen
aan de vereischten, voor het lidmaatschap van
van de Tweede Kamer gesteld, en bovendien
ȑf, gedurende een bjj de wet te bepalen
tjjd, geweest zjjn lid van de Staten-Beneraal,
van de Provinciale Staten, van het college
van dageljjksch bestuur eener gemeente van
boven een door de wet te bepalen zielental,
ot van den raad eener gemeente van boven een
door de wet te bepalen zielental
öf, naar de bjj de wet te bepalen kenmer
ken, een aanzienlijke plaats innemen of inge
nomen hebben in eemgen tak van volks-
ng verheid, op het gebied van eeredienst,
kunst of wetenschap, ot in het openbare ver'
eenigingsleven
óf in het rjjk of in de koloniën en bezit
tingen in andere werelddeelen een of meer
openbare betrekkingen, bjj de wet aangewezen,
bekleed hebben."
Wat hierin reeds dadeljjk ons aantrekt, is
de volgorde, waarin die drie categorieën zjjn
opgesomd In de eerste plaats zjj, die door
het vertrouwen hunner medeburgers zjjn ver
eerd om zitting te hebben in een vertegen
woordigend lichaam voor land, gewest of ge<
meente. Daaina de mannen, die tot aanzien
zjjn gekomen op het gebied van een der
groote uitingen van het maatschappelijk leven
ëok op dat van bet vereenigingsleven, van
werklieden geljjk van anderen. En pas in de
derde plaats ambtenaren. Zoo boort het.
Doch afgezien daarvan zou het ons verwon
deren indien dit deel van het voorstel niet
werd gepiezen óok door dezulken, die met
andere gedeelten ervan zich niet kunnen ver
eenigen. F. D.
Er was eens een theologisch partghoofd. Hg
leefde op grooten voet, want hg genoot veel
crediet, daar men zjjne promessen en pro
gramma's voor klinkende munt aannam.
Maar eindeljjk kwam de tjjd dat hg betalen
moesten toen troffen vele wederwaardigheden
hem, en het ging hem niet meer zoo voor den
wind als in den tijd toen hg met beloften om
zich strooide en op crediet leefde.
Ten laatste moest hg zich tevreden stellen,
daar hg zjjn prommessen niet honoreeren kon,
met een klein winstje hier en een klein
winstje daar.
Om in het leven te bljjven, ging hg in het
klein venten datgene waarin bjj vroeger in
het groot handelde.
En met zgn hengselmandje half bedekt met
een grjjze shawl liep hg in de schemering door
Den Haag en hg, die eens als groothandelaar
promessen had uitgegeven met .geen Zondags-
arbeid meer!", riep nu zachtkens en bedeesd
uit: .Koopl koop! een mooi klein verbodje
om Zondags een enkel treintje niet te laten
loopen koop 1 koopkoop
En menige deugdzame voorbijganger begreep
er niets van. Het onderscheid tusscben wat
beloofd was en wat gegeven werd was hem
te machtig.
Wat is dat voor een beginsel, dat zulk
schipperen toestaat? vroeg de een.
En de andere mompelde in zjjn verbazing
twee onwelluidende versregels
Komt op gedienstigheid van de praktijk weer an,
II est avec le ctel des aceommodements."
Er was eens een kleine oude dame, die, tot
armoede gebracht, doordien ze te roekeloos
gespeculeerd bad en te veel promessen had
uitgegeven, ten laatste gedwongen was om
met een klein winstje hier, en een klein
winstje daar, haar brood te verdienen.
En zoo liep de lieve oude vrouw in het
najaar door de groote stad appelen te venten
die ze in een hengelmand droeg, welke half
bedekt was door haar grjjze shawl.
Mooie bellefleuren heele móóie belle/leurenriep
ze niet zeer luid, en als ze geroepen had, keek
ze bezorgd telkens om en mompelde binnen
smonds: »ik hoop dat niemand mg gehoord
heeftMjjn oude vrienden mochten mg eens
herkennen 1"
wetboek van strafrecht volgens hem zouden
de daaruit voortvloeiende maatregelen in de
gegeven omstandigheden zeer doeltreffend
kunnen zjjn toch komt eene enkele aanha
ling daaruit ons billjjk voor.
Aan de grieven, die men thans vanwege het
spoorwegpersoneel op den voorgrond stelt»
hecht de heer Stork niet veel gewicht. Hg is
daaromtrent een weinig ongeloovig na zjjn
ondervinding met de klachten van de vroegere
beambten der Ned. Rijnspoorwegmaatsthappij, die
in October 1890 aan de S. S. overgingen. Toen
was een commissie tot onderzoek benoemd, in
welke commissie ook de heer Stork zitting
had. Maar 't bleek toen dat van de 228 klagers
slechts zeer enkele wisten wat er in het adres
stond dat zjj hadden geteekend, terwjjl verre
weg de meerderheid bleek niet ontevreden
te zjjn.
Maar de heer Stork is bovendien in de ge
legenheid geweest met eigen oogen het een
en ander te zien omtrent de verhouding
tusschen de H. IJ. S. M. en haar personeel
en de ervaring heeft hem geleerd dat de geest
't personeel uitzonderingen daargelaten
uitnemend was, dat ook de lagere beambten
hart hebben voor hun maatschappg en de
directie en haar hoofdambtenaren hart hebben
voor hun persoaeel. Natuurlgk zjjn er min of
meer rechtmatige grieven bjj een zoo reus
achtig personeel, maar dit zou het geval zjjn
ook al was de directie volmaakt.
De staking op 31 Jan. is 't best te verklaren
door de motieven van de leiders zelf als juist
te erkennen. Dezen wilden een krachtproef
nemen. Die proef is gelukt. Aan een onrecht-
matigen eisch is toegegeven omdat de heer
Van Hasselt begreep te moeten bukken, waar-
ljjk niet in bet belang van zjjn maatschappg,
maar ter wille van hoogere belangen. Nu dit
geschied is, heeft het personeel op een
dwaalspoor gebracht omtrent de grootte zjjner
macht allerlei eischen gesteld, waaraan het
vroezer niet dacht.
Volgens hem moet meer en regelmatig
direct contact zjjn tusschen de directie en
haar personeel. Het spreekt wel van zelf dat
een groot bedrjjf als een spoorwegmaatschappij,
een bedrjjf bovendien b| welks stipte uitoefe
ning zulke groote belangen zjjn betrokken als
de veiligheid van het reizend publiek en de
zekerheid van het goederenverkeer, dat zulk
een bedrjjf niet kan worden geëxploteerd
zonder dat er in alle rangen van den hoogere
op den lagere gezag, krachtig gezag, wordt
uitgeoefend. Is dit al in iedere industrieele
onderneming voor den goeden gang van zaken
onmisbaar, geljjk ook elk waarljjk verlicht
werkman zal toegeven, in een spoorwegonder
neming kan sebending van het gezag zelfs
geen oogenblik worden geduld. En juist deze
eigenaardigheid van het bedrjjf, waardoor een
min of meer militaire tucht noodzakeljjk en
dus een autoritair optreden van vele hoogere
en lagere superieuren niet te vermgden is,
kan aanleiding geven tot wrjjving, tot per-
soonlgke veeten en allerlei kleine grieven
die voor de betreffende personen vaakhinder-
Igker zjjn dan enkele groote grieven. Zooveel
mogelgk dit nadeel te voorkomen, is de taak
van de directie der spoorwegmaatschappij
En van de directie de H. IJ. S. M. mag ver
wacht worden, dat zjj, door het in 't leven
roepen van doelmatige instellingen, het con
tact tusschen haar en haar personeel zal weten
te verbeteren, teneinde het uiten van klachten
en wenschen te vergemakkelijken en daardoor
het ontstaan van grieven zooveel mogelgk te
voorkomen.
Het schrjjven van den heer Stork eindigt
aldus.Ik heb een waarschuwende stem uit
de praktgk willen laten hooren tegen het
streven van hen, die het spoorwegpersoneel
willen vrjjpleiten van schuld, en die niet
schjjnen in te zien, aan welk een ontzettend
gevaar men ons land zou blootstellen door
Maar het partijhoofd liep intusschen verder
en van onder het andere dekseltje van het
hengselmandje haalde hg zeer behoedzaam een
vodje, een lompje, dat, hoe klein ook, toch
kriewelde van pokken-bacteriën, en riep
.geen vaccinatie meer 1" Maar hg wist dat het
maar een vodje was en niet de groote witte
ljjkwade, welke hg den kleinen luiden die hun
kinderen niet willen laten vaccineeren had
beloofd.
En hg keek schuw om en bjj mompelde
»Ik hoop dat niemand mg gehoord heeft
Mjjn oude vrienden mochten mg eens her
kennen
Ik geloof dat die vrees noodeloos is. Het
moet zgn ouden vrienden onder de kleine luy-
den moeite kosten in den bedeesden venter
van 't gevaarlijk vodje den machtigen specu
lant te herkennen, die zooveel meer dan dit
beloofde, beloofde, beloofde 1
Aldus vangt een Van dag tot dag aan in het
Handelsblad van heden.
Wg behoeven zeker wel niet verder te mel
den hoe het oordeel van den schrgver over
het vaccinewetje is. Zjjne slotsom luidt.Het
voddige voorstelletje zal, hopen we, zoo erg
veel kwaad niet doen, maar niettemin is en
bljjfb het tooh een vodje."
In de Ned. Bakkerscourant wordt onder het
opschrift: .Het bestaan der bakkerg in ge-
,r", betoogd dat de Vereeniging van Meelja-
brikanten sinds jaren een campagne voert, die
niet meer of minder beoogt dan de gewone
bakkerjj naar den kelder te jagen
.Het drjjven van de Vereeniging van Meel-
fabikanten beeft het daarheen geleid dat de
ziel van deze vereeniging, de secretaris van de
ze vereeniging, benoemd is als opvolger van
den tegenwoordigen minister van financiën als
lid van de commissie van handels-politiek, en
het is zeker dank diens voorlichting dat in het
voorgestelde tarief van invoerrechten, dat ter
advies is gezonden aan de commissie van han
dels-politiek, aan de Kamers van Koophandel,
aan het Landbouw-Comité, voorgesteld wordt
een invoerrecht op meel van 30 cents per 100
kilo s, terwjjl graan onbelast blgft."
Het blad wjjst er op, dat de fabrikanten
Wessanen en Laan, meelfabriek Holland, en
W. de Coster, te Leiden, tot heden geen in- I een herhaling van het gebeurde op 81 Januari
voorrecht gevraagd hebben. I toe te laten.
Aan alle meelfabrikanten zal het blad de I Met alle bescheidenheid meen ik, dat men.
vraag stellen of zjj geneigd zjjn een adres om arbeidskwesties te kunnen beoordeelen
aan de Regeering te richten, waarin zjj zioh
uitspreken tegen meelrechten.
Voor de verkiezing Dinsdag in het district
Alkmaar zgn ter voorziening in de vacature-
Fokker candidaat gesteld de heeren jhr
mr P. van Foreeat (lib.) te Heilo, J. G. van
Kujrkhof (soc.-dem.) te Amsterdam, mr G. J.
Sybrandy (anti-rev.) te 's Gravenhage en C.
A. Zelvelder (vrjjz.-dem.) te Heerenveen.
De heer D. W. Stork te Hengelo heeft dezer
dagen in de N. Crt. over deze kwestie een
uitvoerig stuk geschreven te uitgebreid om
het in zgn geheel over te nemen.
Al deelen wg het standpunt van dezen in
dustrieel niet ten opzichte van het aanhangige
ontwerp tot wgziging en aanvulling van het
den werkman, in zgn goede en slechte eigen'
schappen, anders en beter moet kennen dan
uit boeken en vergaderingen of soortgelgke
kennismaking. Om eenigszins te kunnen be
seflen, hoe moeilgk het is, vooral in den tO'
genwóordigen tgd, een industrieele onderne
ining zoodanig te leiden, dat er samenwer
king zg tusschen alle aan haar verbonden
krachten, moet men het zelf hebben gedaan
Ik behoor nog tot hen, die gelooven, dat
de welvaart van onze werklieden grootendeels
afhangt van de ongestoorde ontwikkeling
bloei onzer ng verheid die op grond hunner
ervaring meenen, dat, voorloopig althans, nog
het gezag van den werkgever een volstrekte
vereischte is voor bet welslagen eener indus
trieele onderneming die overtuigd zgn, dat
de mensobbeid nog niet rjjp is voor de anar
chistische samenleving.
Geef ik hierdoor bljjk te behooren tot de
kleine geesten", die .zaken willen doen" en
waarop de .groote geesten" van achter hun
schrjjftafel met minachting neerzien, ik zal
mg troosten met de gedachte, dat .zeggen"
meestal gemakkelijker is dan .doen" en dat
de ondernemingsgeest van ons, industrieel en
meer toebrengt tot de welvaart van de arbei
ders dan de gtede bedoeling van hun schrij
vende en sprekende vrienden".
w
M
De Arnh Crt. teekent bjj dit stuk aan
't Is niet te loochenen dat de werkstaking
van het spoorwegpersoneel, zioals de heer
Stork zegt, ontstond tengevolge van eene soli
dariteitsverklaring met de arbeiders van een
in staking liggend veem. .Maar de heer Stork
bedoelt met die woorden niet alleen de aan
leiding der staking aan te geven, maar
tevens de bewering tegen te spreken dat zjj
baar oorzaak vond in bestaande grieven
van het spoorwegpersoneel. Hiertegen nu
komen wjj zoo beslist mogelgk
p. De heer Stork heeft nataurlgk het onbe
twistbaar recht, niet of slechts weinig in 't
bestaan van grieven bjj dat personeel te g e-
1 o o v e n hieromtrent kan de enquête uit
spraak doen. Maar ondanks zgn machtig en
invloedrijk woord, zal hg er toch niet in kunnen
slagen, bjj het nadenkende publiek het geloof
ingang te doen vinden, dat nagenoegTbet g e-
eele lagere spoorwegpersoneel
bereid bleek den arbeid neer te leggen ter
wille van een beginsel, waarvan het groote
meerendeel hoegenaamd niets wist noch be
greep, indien ,het geen redenen van ontevre
denheid had en niet hopen, althans vermoeden
mocht dat door de staking die redenen zouden
worden weggenomen. Zóó verdorven en zóó
Biecht is het Nederlandsohe volk niet, dat
duizenden, tevreden met hun positie en be
staan, louter uit moedwil plotseling als éen
man het werk zouden kunnen neergooien."
En onzerzijds wenschen wg even op te mer
ken dat wg in ons land nog mjjlen ver ver
wijderd zgn van een anarchistische samen
leving 1
B.t.N OJSMIÏf«MEM SfiMl,
Bjj kon. besluit:
is de luitenant-generaal J. B. van Heutsz
bevorderd tot Grootkruis in de Militaire
Willemsorde, als booge tevredenheid der Ko
ningin over de wjjze, waarop hg sedert 25
Maart 1898 zich heeft gekweten van de zware
taak van civiel- en militair-gouverneur van
Atjeh en Onderhoorigheden, en voor den moed,
het beleid en de trouw, door hem in die be
trekking aan den dag gelegd
is Gerarcus Balthazar Cornelis Stoop, te
s Gravenhage, met al zgn wettige, zoo manne-
Igke als vrouwelgke afstammelingen in den
NederlandBchen adel verheven m9t de preadi-
caten van jonkheer en jonkvrouw
is benoemd tot raadsheer in het gerechtshot
te 's Hertogenb iscb mr Th. J. A. Duynstee,
thans rechter in de arr.-rechtbank te Maastricht;
zgn benoemd tot president der arr.-recht
bank te Haarlem mr J. de Clercq van Weel,
thans vice-president van gemeld collegetot
vice-president dier arr.-rechtbank mr I. W.
Losecaat Vermeer, thans rechter in gemeld
college
is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank
te Haarlem mr W. H. van Nes van Meerkerk,
thans rechter in de arr.-rechtbank te Alkmaar;
is benoemd tot subst.-off. van just, bg de
arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch mr L. G.
A. Vos de Wael, thans subst. off. van justitie
bg de arr.-rechtbank te Almelo
zgn aan den inspecteur van de volksgezond
heid dr Th. G. den Houter als ambtsgebied
aangewezen de provinciën Zuid-Holland en Zee
land, met bepaling, dat hg binnen dit ambts
gebied in het bgzonder belast zal zgn met het
toezicht cp de handhaving van de wettelgke
bepalingen betreffende besmettelgke ziekten
en met de zaken rakende de hygiëne van
bodem, water en lucht
zgn bevorderd tot schout-bg-nacht, de kap. t/z
Wentholt; tot kap. t/z de kap.-luit. t/z J.
B. Snetlhlagetot kap.-luit. t/z de luit. t/z
le kl A. M. P. C. van de Laartot luit. t/z
le kl. de luit. t/z 2e kl. C. L. van Buuren, en
tot luit. t/z 2e ki, de adelb. le kl. F. M.
Fransen van de Putte
is aan den sohont-bg-nacht J. Wentholt
opgedragen de betrekking van directeur en
commandant der marine te Willemsoord, tevens
commandant der Stelling van den Helder;
i benoemd tot directeur van hot post
kantoor te Maastricht W. G. Krüsemann,
thans in gelgke betrekking te Alkmaar, en
tot directeur van het postkantoor te Ngmegen
G. van West, thans in gelgke betrekking te
Deventer
zgn bevorderd bg de directie van de Rgks-
postspaarbanktot adjunct-commies mej. H.
C. Vonk en O. M. Vellinga, thans eerste-klerk
tot eerste-klerk G. Nuver, J. P. Veld, mej. H.