Vrijdag 20 Maart. 146' Jaargang, Bedenkelijk knutselwerk. Middelburg 19 Maart. Eene enkele opmerking Uit Stad en Provincie. N*. «7. -rr ■fldUb 1903. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- cn Feestdagen. Prjji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afxonderljjke nummers kosten 5 cent, THEKMOHETKB RN VHBW^BTINCI. 19 Maart. 8 u. vm. 45 gr„ 18 u. 51 gr., av. 4 u. 50 gr. F. ervachti krachtige Z. W. wiad, betrokken lucht, regei, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel, Geboorte-, dood- an alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Keolamens 40 eent per regel. Groote letters naar de plaats, die ajj innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende Handel, NS verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Hnmm AdfsrtsnUs-Birsu A. M U MAK An., M.S, Taarb»|«al SM, AMlwdni. Zoo langzamerhand begint dan de Regee ring hare beloften in te lossen. Wij hebben nu nit hare handen ontvangen een ontwerp tot wijziging der wet op de besmettelijke ziekte, duidelijkheids- en kort heidshalve het vaceinewetje te noemen, eu een voorstel tot herziening van de wet op bet hooger onderwijs. Dit alles ten behoeve van de partjjge- nooten. Ditmaal wensehen wij ons te bepalen tot het eerstgenoemde, blijkbaar zeer eenvoudige ontwerpje, waarvan wjj den inhoud onzen lezers hebben meegedeeld. Sn wat zullen wij nu over dit product van staatsmanswijsheid zeggen? Teel bijzonders is het niet. Dit bljjkt reeds uit de harde oordeelvel lingen, daarover uitgesproken. Als er ooit een bewijs is geleverd van de groote moeilijkheid om in zulke teere kwesties eene bevredigende oplossing te brengen, dan is dit wel hierbij gebleken. Zelfs het orgaan van minister Kuyper De Standaard is er niet mee ingenomen. Zijne redactie laat, met een sterk variant op een bekend gezegde, tegenover dit ont werpje hooren een „dankbaar, doch geen- zins voldaan." Het was trouwens ook niet anders te verwachten. Men weet het: onze premier heeft aan de eene zijde den eigen vrienden ter wille te zijn, aan den anderen kant de Roomsche bondgenooten, die van vrijheid bij de vaccinatie niets of zeer weinig willen weten, naar de oogen te zien. Zonder die Taatsten toch ii er van eene verandering in deze geen kwestie. Zachtjes en kalm aan moet daarom zijne leuze zijn. Er dient veel geknutseld te worden, wil er eenige kans zijn dat een poging in die richting slage. En daardoor moot van zelf teleurstelling ontstaan bij de Calvinistische drijvers tegen de vaccine. Dat we allerminst ingenomen zijn met eene verzwakking van den vaccinatiedwang, behoeven wij wel niet te zeggen. Wij aehten het al meer dan wel dat in de wet op den leerplicht is bepaald dat ouders, die bezwaar hebben tegen vaccinatie, hun kinderen van school kunnen honden. Of van die bepaling veel gebruik wordt gemaakt, betwgfelen wij zeer. Er is over den z. g. dwang meer leven gemaakt dsn er in het gros van ons volk zelf zich openbaart. En na mogen de ideeën in deze ook onder deskundigen in de laatste jaren zeer zgn gewjjzigd, wij meenen toch dat nog algemeen hei nat der vaccinatie wordt erkend en het hoofdbezwaar meer geldt de kwestie der uitvoering van de inenting dan de vaccinatie zelve. Wjj werden in die meening onlangs ver sterkt bjj het lezen van het verslag der 1 Januari te Utrecht gehouden vergadering ter bespreking van „Medische bezwaren tegen vaccinedwang". Inleider van dit onderwerp was de heer Joh. P. Schouten, arts te Bolnes, die sterk tegen de inenting zich verzette maar ook herig bestreden werd. Tot zijn bestrijders behoorden de heeren dr J. Yroesom de Haan, Rotterdam, H. van den Berg, Haarlem; maar vooral zeer fel aangevallen werd de heer Schouten door den heer E. van Dieren, arts te Amsterdam. Deze constateerde en verzocht daar van uitdrnkkelgk aanteekening in het ver slag dat dr Schouten dien avond had gezegd dat „de vaccinatie tijdelijk onvatbaar Het is mogelijk dat zich bezwaren voor doen door de wijze waarop de inenting geschiedt, wellicht ook bij animale koepok inenting, maar daaraan kan worden tege moetgekomen door het nu voorgestelde art. II van het ingediende wetsontwerp, waarbij wordt bepaald dat de herinenting in het vervolg moet geschieden „met inacht neming van de voorschriften, omtrent de inenting der koepokken, door Ons ingevolge art. 17 2e lid te geven." Dit is voorzeker eene nattige bepaling. maakt" en dal hij „gaarne onderschrijft wat collega Lingbeek heeft verlangd, nl. hygiënische maatregelen èn vaccinatie. Dr Schouten, die zoo lang en breed uitweidde over de gevaren der vaoeinatie, heeft boven dien, in antwoord op dr Yroesom de Haan, toegestemd, dat bjj „de gevaren niet groot acht." Als een tegenstander van de vaecinatie tot zulke bekentenissen wordt gedwongen, dan staat het nnt van Jenner's uitvinding velgen* onze meening nog boven twjjfel. Yoor het overige bevat het ontwerp weinig of niets aanlokkelijks. De minister wil ontheffing verleenen van de vaccinatie ter wille van die leerlingen aan eene bijzondere school, voor wie het bestuur of, indien dit ontbreekt, het hoofd der school daartoe aanvrage doet. De ouders of voogden der leerlingen moeten daartoe schriftelijk hun verzoek indienen bij het hoofd der school of bij het bestuur. Niet- gevaccineerde leerlingen moeten de school verlaten zoolang in de gemeente, waar de school gevestigd is, de pokken epidemisch voorkomen. Men zal dus", merkt de Arnh. Crt. te recht op, „in 't vervolg krijgen twee soorten van bjjzondere scholendie waarop wèl en die waarop niet niet-ingeënte personen wor den toegelaten. Of een bijzondere school tot de eerste categorie zal behooren, staat ter beslissing van het bestuur of het hoofd, al naar gelang zij meenen, dat, zooals de Memorie van Toelichting zegt, de aanvrage tot ontheffing al dan niet „de school met verlies van leerlingen bedreigt". Er zullen dus, ondanks de door den minister Kuyper verwachte vermeerdering van bijzondere scholen, inzonderheid in tal van kleine ge- mee&icii, Christelijke ouders geplaatst iror den voor de keuze tusschen hun geweten en de zorg voor de gezondheid hunner kinderenhun geweten, dat hun immers, volgens de voorstanders zeiven der christe lijke school, krachtens de doopbelofte, den plicht oplegt hun kroost naar een christe lijke school te zenden, en de ook door tal van christenen aangehangen, ernstige over tuiging van het nat der vaccinatie, zoodat er van deze laatsten ten gevolge van het voorgestelde wetje verscheidene, in verband met de leerplichtwet, feitelijk gedwongen zullen worden tegen hun zin hunne kinderen naar de openbare school te zenden. Ons wil, van het standpunt vooral van een christelijke regeering, dit toeschijnen een onverdedigbare vrijheidsbeperking te zgn voor christelijke ouders. „"Wat den toestand, welke uit do toe passing van het ingediende wetje geboren worden zal, nog bedenkelijker maakt, is de gebruikelijke pressie, welke door diaconieën pleegt te worden uitgeoefend op de door haar bedeelde arme ouders, wien als voor waarde tot bedeeling de eisch gesteld wordt, dat zij hunne kinderen naar de christelijke school zenden. Is die school er eene, welke bezocht wordt door leerlingen of waaraan onderwijzend personeel verbonden is, aan wie ontheffing verleend is van de verplichte vaccinatie, en in plattelands gemeenten zal dit stellig meermalen voor komen, dan zullen dus de ouders aan armoede worden prjjsgegeven, tenzjj zij hun kroost aan besmetting willen blootstellen, 't Is, dunkt ons, niet te veel gezegd dit wreed te noemen Dat dit gevaar bestaat, acht het blad niet te loochenen. Het wijst er op, dat de werking der verleende ontheffing eerst wordt opgeschorst, nadat, volgens art. 21 der Ziekenwet, het epidemisch heersohen der pokken in de gemeente afgekondigd zal zijn. Hierin schuilt dus een ernstige reden tot ergerniB voor hen, die jaren lang hebben geijverd, om dr. Kuyper op het kussen te brengen, in de verwachting opheffing van den vaccinedwang te verkrijgen. Het geldt hierbjj nog slechts een voor- loopige stapeerst later zal de Regeering, als het mogeigk is, de zaak in haar geheel regelen, bjj eene algemeene herziening van de wet op de besmettelijke ziekten. Nu worden de vrienden voorloopig tevre den gesteld en tegeljjkertjjd de katholieken als 't ware gepolst hoever zjj in deze willen meegaan. Het is slimme politiek, maar toch ook in onze oogen een bedenkelijk knutselwerk. Want de scholen, waarop dan niet-inge- ente kinderen zullen gaan, bljjven voor ons toch altijd brandpunten die voor het algemeen ernstig gevaar opleveren. En het algemeen gaat toch bovan de wensehen van enkelen, die opgezet door anderen welke voor zichzelven vaak wèl gebruik maken van de vaccinatie in deze hoog opgeven van de vrijheid, terwijl zjj in andere gevallen toonen die nu niet zoo hoog te stellen en dwang niet te verwerpen. Al naar gelang het in hun kraam te pas komt. En zoo weinig zekerheid heeft de minis ter omtrent de vasthoudendheid in hun overtuiging der ouders van met-gevacci neerde kinderen dat in tjjden van pok kenepidemie de werking van een verleende ontheffing van de verplichte vaccinaties zat worden opgeschort. Of dan het gevaar veel minder wordt, waar eene inenting zoo kort dag geschiedt Wij kunnen dit niet uitmaken. Deskundigen geven op die vraag antwoord. Gelukkig komen, dank zjj de algemeene toepassing van de, onzes inziens niet hoog genoeg te prijzen vaecinatie, dergeljjke epidemieën in ons land niet meer voor. Maar de voorgestelde bepaling bewjjst, hoe weinig vast dr Kuyper staat in zijne meening dat men allen dwang in deze moet vermijden. In dagen van gevaar toch wil hij daarvan geen ontheffing doen geven. Het is een bewjjs te meer van de moei- ljjkheid die hjj ondervindt bjj zulk eene regeling, waar de praktjjk andere eischen stelt. En het geheele voorstel getuigt van de lastige positie, waarin hij zich bevindt, en van de onmogelijkheid om de christelijke DOglliSeieiij WHttrviui «Aioi» üvd" Uocg opgooft, op wetgevend terrein in toepassing te bren gen. Het zal den premier stellig meer vijanden dan vrienden maken, vooral ook onder zijne eigen partjjgenooten. De christeljjke regeering is waarljjk niet gelukkig met hare wetsvoorstellen. ring vraagt een blaneo krediet en dat wenschten deze leden te minder toe te staan, waar het zich laat voorzien, dat groote uitgaven noodig zullen zgn om het door de regeering beoogde doel te bereiken. Eenige leden achtten deze enquête on- noodig aangezien de grieven van de spoorweg arbeiders voldoende bekend zgn. Voorts meenden deze leden, dat, indien eene enquête wordt ingesteld betreffende het spoor wegpersoneel, hetzelfde dient te geschieden ten aanzien van de rgkswerklieden, de be ambten der postergen en telegraphie, de rgks- klerken bg de belastingen, de militairen enz. De groote meerderheid juiohte daarentegen de voorgestelde enquête toe. Over de aanvulling van het strafwet- o e k liepen de gevoelens uiteen. Velen hadden tegen de strafbepalingen, met name betrèftende dienstweigering, op dit oogen- blik overwegend bezwaar, zgnde in den tegen- woordigen toestand van beroering als gelegen- heidsatrat onraadzaam. Yele anderen verdedigden de strafbepalingen als een waarborg voor het geregeld spoorweg verkeer, maar vroegen herstel van gegronde grieven van het spoorwegpersoneel. Yan verschillende kanten werd aangedrongen op gemeen overleg tusschen de Kamergroepen. Zelfs voorstanders van strafwetregelen wenschten uitstel van behandeling tot na regeling van den rechtstoestand. Vrienden der regeering wenschten haar te steunen in de handhaving van gezag en orde en opperden het denkbeeld van een tusschen- tjjdsche regeling der rechtspositie krachtens de spoorwegwet. Zg hoopten dat de groote meerderheid der Kamer met de regeling zou meegaan ter voor koming van voortzetting der agitatie. Yerscheidene leden stellen bg artikelen voor de strafbepaling te doen vervallen en in het bestaande art. 284 bedreiging strafbaar te stellen. Er werden nog inlichtingen gevraagd omtrent bot voorgevaiioiia up 31 Jam. bb latmr, waar- omtrent bg de gehouden interpellaties nog niet voldoende licht is opgegaan. Men vroeg o. a. of de stakende spoorweg arbeiders zich aan buitensporigheden hebben schuldig gemaakt, en zoe ja, welke En of de te-Durgerdam gepleegde misdrjjven niet door krachtiger optreden der politie voorko men hadden kunnen worden. gevoelen wjj ons gedrongen te maken in ver band met het afdeelings-verslag der Tweede Kamer over de stakings-ontwerpen. Al valt er, bljjkens de ervaring, herhaalde lijk opgedaan, op grond van zulke verslagen, niet altjjd iets te zeggen over het lot dat wetsontwerpen zullen ondergaan, toch kan men reeds met zekerheid verklaren dat die be treffende eene in te stellen enquête en een spoorwegbrigade sullen worden aangenomen. Maar tevens valt als heugljjk feit op to merken dat, in verband met het ontwerp tot herziening en wjjziging van het wetboek van Btrafreeht, zelfs voorstanders van strafwet- regelen uitstel van behandeliig daarvan wen sehen tot na regeling van den rechtstoestand. Dit geeft hoop op eene, onzes inziens, practisehe en goede beslissing in deze. Het werpen T WEB KB KAMEU. Stakings-ontwerpen. voorloopig verslag over die wets-ont- is verschenen, en wjj deelden onzen lezers per buitengewoon nommer het allerbe langrgkste daaruit mee. Wjj laten dit hier nogmaals volgen, eenigs eins aangevuld. Het is ons natunrljjk, met het oog op onze plaatsruimte, niet mogeljjk in deze alles op te nemen, wat men ons daaromtrent uit Den Haag meldt De groote meerderheid achtte de buitenge wone maatregelen tot handhaving van het gezag en de orde noodzakelijk en keurde het krachtig optreden der regeering goed. Over het algemeen vonden de wetsontwerpen betreffende de spoorwegbrigade en de enquête een gunstig onthaal. Slechts enkele leden achtten het ontwerp omtrent de eerste onaannemelijk, omdat op dit oogenblik nog volstrekt niet bekend is hoe de reorganisatie der bestaande spoorwegcompagnie zal plaats hebben en welke uitbreiding aan die compagnie gegeven zal worden. De regee Bg kon. besluit is opnieuw ontheffing verleend van den dienst bg de militie, thans tot 1 Maart 1905, aan den militieplichtige van de lichting 1898 A. C. Bolle van Zierikzee, behoorende tot het 3e regiment infanterie. Morgen, Yrgdag, wordt voor de arr,- rechtbank alhier behandeld de zaak tegen Chr. K., kruidenier te Goes, beklaagd van bedriegelgke bankbreuk. De heer dr W. L. L. Carol alhier is benoemd tot gemeente-geneesheer te Sjjbe- karspel. Vit Vlissingen. Heden (Donderdag) morgen te zeven uur ver trok het Duitsehe oorlogsschip Charlotte naar Hoek van Holland. (Men zie Laatste berichten). De bewuste Arnemuidsche visehsloep, welke nabg het Badhotel gestrand was, is Woensdag vlot geraakt en in de haven gebracht. Beroepen bg de Ned. Herr. gemeente te Utreeht de heer L. W. Bakhuizen van den Brink, te Ylissingen. Woensdagmorgen werd te Zoute- lande door den landbouwer J. O. in de sloot by zgn woning gevonden het Igk van de 57-jarige T. C., geallimenteerde in het diaoonie- armhuis te Meliikerke. Daar zg den vorigen avond van haar werk niet te huis was gekomen, was door enkele personen (aangezien zg leed aan verstands- verbgstering) tot laat in den avond gezocht. Ven vermoedt dat zg, door de duisternis misleid, in de sloot is geloopen, en zoodoende verdrenken. VERKIEZINGEN. In het district Alkmaar is door de politieke vereeniging Vooruitgang en door de vereeniging Kiesrecht is kiesplicht met algemeene stemmen tot oandidaat voor het lidmaatschap der Tweede kamer gesteld de heer C. A. Zelvelder. BMOEH1KGM ENZ. Bg kon. besluit is aan den opziohter bg 's Sgkskustverlieh- ting te Egmond aan Zee A. van Willigenburg, op zgn verzoek, eervol ontslag uit 's Rgks dienst verleend is de opzichter bg 'sRgks kustverlichting te de Cocksdorp op Texel M. Mujje, in gelgke betrekking overgeplaatst naar 's Bgkskustver- lichting te Egmond aan Zee is aan jhr E. van Citters, referendaris bg het departement van waterstaat enz., op zgn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's Rgks dienst, onder dankbetuiging. Het Sibl. no. 52 bevat een kon. besluit van den llden Maart 1903, houdende bevelen tot het onder de wapenen big ven van de inge- lgfden der liehting van 1902. Het besluit bepaalt, dat de ingelgfden voor de lichting van 1902, voor zooveel zg niet krachtens art. 109, eerste zinsnede, van de militiewet, in werkelgken dienst zouden kun nen worden gehouden, krachtens art. 110 dezer wet onder de wapenen moeten blgven voor zooveel en voor zoolang als H. M. zulks noodig zal achten. Dit hebben wg Woensdag avond nog in de gemeente bekend gemaakt. Naar uit Den Haag wordt gemeld, zal heden aan H. M. de Koningin een, door 1300 k 1400 miliciens onderteekend request worden gericht, houdende het verzoek om de liohtin- gen 1900 en 1901 uiterlgk 24 Maart met groot verlof te deen gaan. In het request wordt er op gewezen det het, indien het niet mogeigk is het zonder lichtingen af te doen, billgker zou zgn het zoodanig te verdeelen dat de lichtingen '98 en '99 onder de wapenen zouden worden geroe pen om de inlichtingen 1900 en 1901 af te lossen. In de Woensdag gehouden vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van beitunr, was ingekomen een kon. besluit, waarbg de gemeente K a p e 11 e is aangewezen tot betaling van de verpleeg- kesten ten behoeve van een behoeftigen krank zinnige, omtrent wiens woonplaats geschil was tnasohaa die gemeente en de ge meente Kloetinge. Te W i s s e k e r k e is tot lid van den raad gekozen de heer Abr. Abrahamse (anti-rev.) met 101 stemmen. Op de heeren W. du Claux en J. M. Noord- koek, beiden 1., waren reep. 76 en 23 stemmen uitgebracht. Yan de 203 uitgebrachte stemmen waren er 2 van onwaarde. De volstrekte meerder heid bedroeg due 101. Men sehrgft ons: Uit goede bron kan ik m mededeelen dat het bericht betreffende het vonnis in zake de coöperatieve vereeniging Luctcr et Emerge te Zonnemaire, voorkomende in het nommer uwer eouraut van Zaterdag 11., onjuiit is, daar de bereohte punten in het voordeel van het nieuwe bestuur zjjn uitgesprokenen wel lo. dat de voortzetting der vergadering op 27 Mei 1902 volkomen wettig heeft plaats gevonden, evenals afzetting van oude en ver kiezing van nieuwe bestuursleden 2o. dat'de coöperatieve vereeniging Luctor et Emerge te Zonnemaire nog steeds bestaaten 3o. dat de nieuwe bestuursleden vermen het wettige bestuur der vereeniging. Het oude bestuur heeft alleen in zoover gewonnen dat het niets van de kosten behoeft te betalen, waartoe het nieuwe bestuur is veroordeeld, doch waar het omging, ie totaal in 't voordeel van 't nieuwe bestuur uitgevallen- X Onze eerste berichtgever, dien wjj om in- liohtingen vroegen, meldt ons dat hjj, evenals andere, bg de kwestie nauw betrokken per sonen, doer een onjuiet telegram ep een dwaalspoor is gebracht. Niettegenstaande het erf van den land- houwer H. H. te Zuiddorpe eiken naeht bewaakt wordt door politie en eigen volk, blijven de bezoeken van den gekeimzinnigen dief aanhouden. Ook Woensdagmorgen kwam men tot de ontdekking, dat er weder kolen gestolen waren. Daar men reeds tweemaal een bedroiging met brandstichting op de schuurdeur q schre ven vond, heeft de bewoner thans e6n premie van 100 uitgeloofd voer het ontdekken van den dief. Ter aanvulling van het korte berioht in ons vorig nommer, betreffende de verkiezing van den keer G. Yael tot lid van den raad van Hontenisse, diene dat bjj nu gekozen werd met 208 stemmen tegen 154 op den heer A. van Weeeemael. Indertijd was hjj, cecals gemeld, gekozen met een stem boven de volstrekte meerderheid, doch de (temming werd toen door God Staten vernietigd, omdat op het stembureau Lams- waardo twee biljetten als geldig waren ver klaard waarop aekere kanttekenen voorkwamen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1