Vrijdag
27 Februari.
N°. 49.
146° Jaargang,
1903,
Middelburg 26 Februari.
In het rijk der nagemaakte
menschen.
mm
ST
Kameroverzicht
«8
on-
en,
»g
zi-
sid,
uur
em
ee.
km:
ASO
2.30
2.30
3.-
8-
3.-
10.
- en
ellfik
trein
n en
7.55,
9.10,
IE.
>urg.
MIDDELBURGSGHE COURANT
Deze eoorant verschijnt d a g o I ij k s, met uitzondering ran Zon- en feestdagen.
Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aiie plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
thermometer bn verwachting.
26 Febr. 8 u. vm. 47 gr., 12 u. 50 gr., av. 4 n. 49 gr. F. V e r w a o h tmatige Z. W. wind,
opklarend weer, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regei. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van I7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Jtoclamens 40 cent per rogel.
öroote letters naai de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adwrtentl«°B«mn
êlb DB) LA 33AB Ann., K.I. Veerlmrginl »66, Anuterdsm.
Zitting van Woensdag.
De omtrek van het Binnenhof had heden
wederom zgn gewoon, alledaagsoh aanzien
herkregen. Geen drukteen bewegingheerschte
er, geen honderden tuurden, gelgk Dinsdag,
als dwazen naar de grgze muren van het oude
gebouw. Blikbaar was het Haagsche *badaud-
publiek" verstandiger geworden, en kalm thuis
gebleven. Op het binnenplein was geen mensch
meer te bespeuren .dan er op denzelfden tjjd
op andere dagen voorbjj plegen te komen.
Ook in de Kamer, althans wat de Tribune
betrof, zag alles er heel gewoon uit.
De geheele opkomst van het publiek der
gereserveerde bestond uit heelemaal een tien
tal willekeurige bezoekers, en de publieke
tribune was ook al maar matig bezet. De
gewone versckjjnselen dus, die op een slappe,
vervelende zitting duidden.
In de vergaderzaal was bet echter anders
gesteld. Daar kon men duidelijk bemerken
dat er iets in de lucht zat. De leden liepen
onrnstig uit en in hun banken, de politieke
kopstukken hielden herhaaldelijk „onder
onsjes", deden geheimzinnig, moesten collega's
te woord staan, die op informaties naar den
toestand uit waren, kortom men gevoelde
instinktmatig, dat het politiek onweer elk
oogenblik kon uitbarsten.
Zoo begon de Kamer de beraadslagingen over
het wetsontwerp tot goedkeuring van het ver
drag met België over de verbetering van het
kanaal Terneuzen—Gent. De omstandigheden
waren dus niet gunstig om dit Zeeuwsche be
lang behoorlijk tot zjjn recht te doen komen.
Tooh deden de heeren Röell, Hennequin en
Fruitier hun best om de aandacht van de Kamer
voor Terneueen's belangen te winnende
heeren Röell en Hennequin in een zaak-
rjjk betoog, waarvan de kern deze was dat de
nu voorgestelde wjjziging van het verdrag van
1895 geheel in het voordeel van België was
uitgevallen en wij eigenljjk achter het net
vischten. Ook de heer Fruitier hield een kort
betoog van dezelfde strekking.
Tereoht wezen de drie opposanten op het
feit dat België in ruil voor de concessies, die
w£ dit land toestaan, tot geen verruiming der
beperkende bepalingen op den invoer van ons
vee, tot geon vermindering van inkomende
rechten op onze landbouwproducten heeft be
sloten. In deze zaken wordt het status quo door
België gehandhaafd, en niettegenstaande dat,
verleenen wjj tooh onze medewerking om een
kanaal te bouwen, dat, behalve aan Terneuzen,
nog grooter voordeel aan Gent belooft ai te
werpen.
Was dit het resultaat van een goede diplo
matie vroeg de heer Röell, die er als oud
minister van buitenlandsche zaken verstand
van heeft. Ook de heer Hennequin, die geen
diplomaat geweest is, begreep van het betoog
van den minister Van Lynden, dat dit verdrag
»een onbaatzuchtige, onschadelijke hande
ling" is, niet veel. Evenmin beviel hem de
verdediging, door den minister geleverd inzake
den veenitvoer naar België. De beperkende be
palingen hadden volgens dezen bewindsman
dea uitvoer zelfs met 50 doen stggen. Deze
logica van onzen dilettant-diplomaat was dan
ook werkelijk verbijsterend. Niemand luisterde
echter naar hem. Evenmin had de minister
van waterstaat, die het ook voor het verdrag
opnam, de aandacht der Kamer. De leden
hielden zich met den toestand bezig. Het
Zeeuwsche debat was slechts een formaliteit-
Eindeljjk dan, even vóór drie uur, werd de
discussie gesloten.
Het verdrag werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Dit bracht een zekere ontspanning teweeg.
Het gegons en gebrom, dat zonder ophouden
uit den zaal was opgestegen, verstomde. De
leden staakten hunne gesprekken, en liepen
naar de tafel van den voorzitter.
Zou het »huis-toe" gaan zgn, ot had de
voorzitter een mededeeling aangaande den
toestand te doen Het eerste scheen niet
onwaarschjjnljjkhoewel even daarvóór de
premier de zaal was binnengekomen, en de
andere ministers hem successievelijk hadden
gevolgd.
De voorzitter zeide echter niets over den
toestand, d. w. z. »den nader te bepalen dag"
waarop de interpellaties Mees— Troelstra zouden
behandeld worden. Hjj gaf bet woord aan den
heer Borgesius, die dit wel deed, en aandrong
op spoedige behandeling der aangekondigde
interpellaties. De regeering moet er z. i. pr|js
op stellen zoo spoedig mogeljjk de noodige in
lichtingen te verleenen. Het geheele land
was in spanninger werd zelfs gemompeld
van een lex specialeaan deze onrust moest
zoodra mogeljjk een einde bomen. Niet zon
der zekere bitterheid in toon werd dit door
den afgevaardigde gezegd. Er lag een duide
lijk verwjjt in opgesloten èn aan het adres van
den voorzitter èn aan het adres van de regee
ring gericht.
Dr Kuyper had den spreker met aandacht
gevolgd, keek peinzend voor zich uit.
Het was doodstil in de Kamer geworden,
ledereen voelde, dat er »iets" komen moeBt.
De electriciteit was bezig zioh te ontladen.
De voorzitter antwoordde den heer Borgesius,
dat morgen te half vier uur de Kamer bjjeen
zal komen, om over den datum, waarop de
interpellaties behandeld zullen worden, te be
raadslagen. Zjj waren, dat erkende hjj, ur
gent.
Dat was al een begin van het >iets", dat
komen moest. Zou het voor heden hierbjj
bljjven Het geval was dubieus.
Het bleef echter muisstil in de Kamer.
Middelerwijl hadden, de aanwezige ministers,
behalve dr Kuyper, hun zetel aan de minis-
terstafel ingenomen. De premier bleef staan,
wachtte bljjkbaar op het woord van den voor'
zitter om >iets" te zeggen. Maar deze had
geen haast. EerBt eenige papieren in orde
gebracht, en eerst daarna zeide hg, kjjkende
naar den heer Borgesius, dood-leuk»Het
woord is aan den heer minister van binnen-
landsche zaken".
Het werd nog stiller in de Kamer.
Eindeljjk dan »het moment", de toestand
Dr Kuyper schuift nu zgn stoel op zg en
gaat vcor de taiel staan, doet zgn jas open,
die zeer zorgvuldig gesloten was, haalt uit
den zak een paar vel beschreven papier en
legt die voor zich neder. Neemt ze vervolgens
weder ter hand, en begint nu te lezen met een
klankvolle stem, die bewees dat de keelaan
doening, waaraan bg in den laatston tgd Igdende
was, zgn orgaan onaangetast beeft gelaten.
Langzaam geeft hg lectuur van het merkwaar,
dige stuk, waarin het standpunt der regeering
is uiteen gezet. Door stemverheffing worden
eenige saillante passages onderstreept. Met
klimmende verbazing hooren de lede» van
»de gruwelen te Durgerdam", van de spoor
wegstaking als «hoofdfactor veor de levensbe
weging der maatschappg", van de zucht naar
klasse-invloed", van de »politieke dwisge-
landg", van het »wat misdadig is, dan ook
misdrgf in ons reoht moet heeten"en van zoo
vele kernachtige gezegden van dit stuk, dat
eindigt met het schoone beeld dat »het schip
van staat niet me| ons gedoogen geënterd
mag worden."
De geheele Kamer volgde met onverdeelde
aandacht het afleggen dezer verklaring, die.
autoritair gesteld, op niet minder autoritairen
toon werd gegeven. Met bravo's, hoewel niet
algemeen, werd zjj begroet. Men wist dan
ook nog niet,wat de drie aangekondigde wets
ontwerpen bevatten. Maar de autoriteit, die
voor een oogenblik in den lande scheen te ont
breken, was door deze woorden hersteld.
Spoedig zullen wjj nader met de drie wets
ontwerpen kennis kunnen maken En niet
minder spoedig dient de behandeling der
stakings-interpellaties ter hand genomen te
worden. Misschien zal dit wel morgen
geschieden.
Het lag voor de hand dat, toen van ons ging
de goede genius, die in de laatste jaren, druk
kend de voetstappen van andere, even goede
en vriendelijke dames, zorgde voor eene lief
lijke vertooning om de kas der Middelburgsche
Vereeniging Kindervoeding te stijven, menigeen,
die daarvoor sympathie gevoelt, met bezorgd
heid aan de toekomst dacht.
Zoo'n duizend gulden dit was hel bedrag
dat dit menschlievend pogen opleverde
waB niet te versmaden, ja, onmisbaar voor eene
instelling, welke alles behalve ruim in bare
middelen zit en die eigenljjk ook veel meer
moest kunnen doen dan zjj verricht.
Er werd toen wel gedacht dat deze of gene de
taak van die lieve helpster in den nood zou
overnemen, maar toen hiervan niet spoe
dig iets bleek, sloegen anderen de handen aan
het werk om langs een vroeger reeds inge
slagen weg hetzelfde doel te bereiken.
Wonder was het niet dat de herinnering
wier levendig werd aan het acht jaar geieden
aangewende middelde toen met zooveel suc
ces gebonden poppententoonstelling.
Daarbg hebben zeker ook de onlangs te
Amsterdam en te Rotterdam plaats gehad
hebbende tentoonstellingen van dien aard het
hare bijgedragen om dit idee nader uit te
werken en uit te breiden, o. a. door het ten
toonstellen van oude prentenboeken.
En zoo werd het plan gevormd dat op het
punt staat te worden uitgevoerd.
Eene korte herinnering aan het verleden.
Donderdag 11 April werd in 1895 de eerste
poppententoonstelling alhier geopend. Zjj werd
destijds gehouden in het Schuttershof en was
in denzelfden geest als die nu in de volgende
week hare deuren zal ont sluiten in de Concert
en gehoorzaal. Toen waren er 400 poppen in
gezonden, terwjjl de retrospeetieve afdesling
eene kleine 150 nommeri omvatte.
Br was in die dagen in den Hove van St.
Sebastiaan een gemengd gezelschap bjjeener
waren Duitschers, Franschen, Portugeezen
Noren, Tirolers, Normandische kindervrouwen
personen uit historie en legende enz.
En wat zullen wjj ditmaal zien
Dit zal ons spoedig geopenbaard worden.
Er gaan allerlei geruchten omtrent veel
moois, veel aardigs dat te aanschouwen zal
zgnwonderen worden verhaald van kostbare
toiletten, waarin de nagemaakte menschen
zullen gekleed zgnfraaie en eigenaardige
groepen zullen te zien worden gegeven, zegt
men. In 't kortook nu weer zullen vertegen
woordigers van alle volkeren en personen van
allerlei slag elkaar rendez-vons geven in de
Singelstraat te Middelburg.
Er zal nog meer te zien zgn dan in 1895
Wjj hebben zeiven ook al fraaiigheden aan
De inhoud ervan volgt hieraa. Red.
wetsontwerpen in verban»
met db spoorwegstaking.
Van de drie ingediende wetsontwerpen strekt
het eerste, zooals men weet, tot aanvulling
en wijziging van het Wetboek van Strafrecht.
Voorgesteld wordt invoeging van een nieuw
artikel 284bis>Hjj, die een ander door hinder
of overlast of door het bezigen van middelen,
geschikt om vrees aan te jagen, wederrechte
lijk dwingt iets te doen, niet te doen of te
dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste drie maanden of geldboete van
ten hoogste honderd gulden.
Indien het misdrgf wordt gepleegd door twee
of meer vereenigde personen, kan gevangenis
straf worden opgelegd van ten hoogste zes
maanden, of geldboete van ten hoogste honderd
gulden."
In verband hiermede wordt door een aan
vulling van art. 286 den strafrechter de be
voegdheid gegeven bg veroordeeling ter zake
van den wederrechtelgken dwang, omschreven
in de artikelen 184, 284bis en 285, le lid, den
schuldige te ontzetten van bet actief en pas
sief kiesrecht
Ten tweede wordt voorgesteld invoering van
drie nieuwe artikelen 358'Drs, ter en quater.
Art. 358bisDe ambtenaar of eenig ander
in eenigen openbaren dienst of eenig in het
openbaar spoorwegverkeer voortdurend of tg-
deljjk werkzaam gesteld persoon, die met het
oogmerk om stremming in dien dienst of in
dat verkeer te veroorzaken, nalaat of, wettig
daartoe gelast, weigert werkzaamheden te ver
richten, waartoe hg zich uitdrukkelijk of uit
kracht van zgn dienstbetrekking heeft verbon
den, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste zes maanden of geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden.
Art. 358/er: Indien twee of meer personen
ten gevolge van samenspanning het misdrjjl
plegen, in het vorig artikel omschreven, wor
den de schuldigen zoomede de leiders of aan-
leggers der samenspanning gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste vier jaren.
Art. 8ï>8quaterIndien het oogmerk, bg ar
tikel 3586» omschreven, wordt bereikt, wordt
gevangenisstraf opgelegdin bet geval van
artikel 358bis van ten hoogste een jaar en zes
maandenin het geval van artikel 858ter van
ten hoogste zes jaar.
Door een wjjziging van art. 380 wordt den
strafrechter de bevoegdheid gegeven bg ver
oordeeling ter zake van een der in de artikelen
858bis, 358ter en 358quater omschreven miB-
drgven, den schuldige te ontzetten van de
rechten, vermeld in art. 28 no 1—3 (het be-
kleeden van ambten of van bepaalde ambten,
het dienen bjj de gewapende macht, het actief j
en passief kiesrecht
De slotbepaling luidt»Deze wet treedt in
werking op den dag harer afkondiging."
Bljjkens de Memorie van Toelichting is uit
de gebeurtenissen, die vóór enkele weken een
groot deel van Nederland in beroering brach
ten, wederom ten duideljjkste gebleken dat
de persoonlijke vrgheid door de wet niet meer
voldoende met waarborgen is omkleed.
De bepaling van art. 284, lo. Wetboek van
Strafrecht, die sleehts den wederrechtelgken
dwang strafbaar stelt als deze plaats grijpt
door middel van geweld of bedreiging met ge
weld, voldoet bljjkbaar niet meer aan de tegen
woordige behoeften der maatsohappjj, daar de
ondervinding en zeker niet die van de
laatste dagen alleen heeft aangetoond dat
een vorm van dwang voorkomt, die, zonder
zich te openbaren door geweld of bedreiging
met geweld, in zoo hooge mate wederrechtelijk
de persoonlijke vrgheid aantast dat bg in eene
beschaafde maatschappg niet mag worden ge
doogd.
Nu behoeft nog niet noodzakelgk elke we-
derrechtelgke dwang strafbaar te worden ge
steld, al is daarin gelegen een onrechtmatige
aantasting van de persoonlgke vrgheid, daar
de straf is een ultimum remediumalleen
die wederrechtelgke dwang dient gestraft,
die zich openbaart door hinder of overlast, of
door het bezigen van middelen, geschikt om
vrees aan te jagen. Vandaar de bepaling van
art. 2845», waardoor o. a. zullen worden ge
troffen zg, die op eene der in 't artikel aan
gegeven wgzen wederrechtelgk een werk
man dwingen of trachten te dwingen zgn
werk neer te leggen of te hervatten, niet te
arbeiden of wel te arbeiden, zich bg eene or
ganisatie aantesluiten of uit een organi
satie te tredeneen werkgever dwingen
of trachten te dwingen bepaalde personen al
dan niet in dienst te nemen of al dan niet
in dienst te houden; het loon te verhoogen of
de werkuren te verkorten; een ander dwingen
of trachten te dwingen zgn benoodigdheden
of bepaalde levensmiddelen of waren, of goe
deren van bepaalde personen te koopen of
niet te koopen, enz.
Wat nu de artikelen 358bis-quater betreft,
de Titel Ambtsmisdrgven laat thans, wonder-
schouwd die oud en jong in verrukking zullen
brengen.
Rappe handen zgn druk in de weer om op
tgd gereed te zgn.
De oude afdeeling wordt ook veel uitge
breider dan acht jaar geleden. Men verwacht
mooie en bgzondere poppenmeubelen, zilver
en oud speelgoeden de collectie oude pren
tenboeken moet zeer interessant zgn.
Voor de wedstrgden is flink ingeschreven
De tentoonstelling van de daarvoor te wachten
poppen en voorwerpen belooft op zich zelf
reeds een aardig geheel te worden.
Dit alles en nog veel meer, o. a. dat er voor
amusementen, voor verfrissching en andere
heerlgkheden zal worden gezorgd en men door
billgke prgzen het bezoek voor iedereen
mogelgk en aangenaam zal maken, weten wg
alleen nog bg geruchte, edoch uit goede bron.
Maar wat wg zeker weten dat er zgn zal
en de groote aantrekkelgkheid van de ten
toonstelling zal vormen, het is de
gouden koets,
wier komst reeds te voren is aangekondigd
als van eene zeldzaamheid die groote be
roering zal teweegbrengen in het rgk der
nagemaakte menschen die, dunkt ons, zeiven
onrustig zullen worden door zulk een statig
bezoek, in hetzelfde gebouw waarin zg ge'
huisvest zgn, van niemand minder dan onB
vorstelgk echtpaar.
Van die gouden koets mogen wg, zonder
lgk genoeg, het ambtsmisdrijf bij uitnemendheid,
de plichtsverzaking van den ambtenaar, met
eene enkele uitzondering, ongemoeid, zelfs als
zg zich rechtstreeks richt tegen de openbare
orde en tegen het gezag en het karakter aan
neemt van massale dienstweigering.
Deze toestand mag niet blgven bestaan.
Dienstweigering van ambtenaren, die ver
storing van den geordenden gang van zaken
beoogt, te voorkomen, is niet slechts het recht
maar ook de plicht der Overheid-.
De voorgestelde artikelen gaan echter tevens
een stap verder. Zg onderwerpen hen, die in
het openbaar spoorwegverkeer werkzaam zgn
gesteld, aan dezelfde strafbepalingen als ambte
naren.
Het rechtmatig staken, zelfs - behoudens
de ééne in die artikelen opgenomen uitzonde
ring het onrechtmatig staken, laten zg on
gemoeid.
Strafbaar wordt alleen gesteld de onrecht
matige plichtsverzaking van het spoorwegper
soneel.
De regeering stelt op den voorgrond dat
in se elke vrgwillige lontractbreuk onrecht is.
Maar slechts die contractbreuk behoort te wor
den gestraft, welke de overhöidsro9ping op
zoo ernstige wgze wederstreeft, dat zg de
vervulling daarvan grootelgks in gevaar kan
brengen.
En dit is hier het geval.
Een ordelgk, veilig, ongestoord spoorweg
verkeer en vervoer behoort tot de onmisbare
levensvoorwaarden der hedendaagsche maat
schappg Hg, wiens opzet is gericht op de
stremming daarvan,pleegt een aanslag tegen de
maatschappij
Artikel II van 'fc wetsontwerp (bevattende
de artikelen 358bis-quater en 380) houdt ver
band met het tegelgkertgd ingediende wets
ontwerp betrekkelgk de staatsenquête en zgde-
linga ook met de regeling van den rechtstoestand
der ambtenaren en met dien van bet arbeids
contract in 't algemeen.
De minister van justitie verklaart zich ten
gevolge van de jongste gebeurtenissen meer
dan vroeger overtuigd van de urgentie van de
laatste en de hooge wenBcheljjkheid van de
eerste. Hg hoopt van die overtuiging door
daden te doen blgken.
Overigens staat dit ontwerp geheel op zich
zelve.
In art. 3586is wordt verstaan onder »ambte-
naar" zoowel die in dienst van gemeente,
provincie of anderen publiekrechteigk^ j cor
poratie als de Rgksambtenaar >in eenigen
openbaren dienst werkzaam gesteld." Het kan
voorkomen dat iemand, zonder ambtenaar te
zgn, ten behoeve van den openbaren dienst
van staat, provincie, gemeente, enz. werkzaam
heden verricht, die zgn gelgkstelling met den
ambtenaar vorderen uit strafreohtelgk oogpunt.
De werklieden in de werkplaatsen worden
buitengesloten door de uitdrukking >in het
openbaar spoorwegverkeer werkzaam gesteld."
Ret tweede wetsontwerp strekt tot verhooging van
htt VIHe Hoofdstuk (oorlog) der siaatsbegrooting
voor 1903.
Het komt namelgk wenschelgk voor wg-
ziging te brengen in de organisatie van het
korps genietroepen en daarbg te vormen een
bataljon technische troepen, namelgk de tele
graaf- en spoorwegcompagnie, terwgl tot dit
Waay. De voorstellingen verbeelden, op het
rechter-paneeleen »hulde van Nederland"
het linker-paneel»hulde der Koloniën"voor-
zgde>de toekomst"; het achterpaneel: >de
historie". Deze zelfde voorstellingen zgn thans
op de kleine Gouden Koets volkomen nagebootst.
Naar Yan der Waay's oorspronkelgke groote
teekeningen vervaardigde de firma Koene
Buttingshausse reproducties op de schaal der
paneelen van de koets, en deze photo's werden
daarop bevestigd, nadat de kunstenaar zelf ze
weder overeenkomstig de oorspronkelgke pa
neelen had gekleurd.
De beeldhouwer A. Hesselink boetseerde de
fraaie beeldjes, die boven op de koets tezamen
de koninklgke kroon dragen, benevens de
karyatiden aan de vier hoeken, dragers van
de vier electrisehe lantaarns. Immers de elec-
trische installatie is hier eveneens aangebracht
de accumulatoren zgn verborgen onder den
hoogen statiebok, welke is versierd met een
zwaar dekkleed met het koninklgke wapen.
Al het metaalwerk, en daarbg vooral de
veeren, waarop de koets zachtkens wiegelt
fraaier van lga zouden we zeggen dan de
oorspronkelgke werd geleverd door den
smeedkunstenaar Van Yuuren.
De geheele koets met haar fraaie wielen,
onbescheiden te zgn, nu wel al reeds een en
ander vertellen.
Wg doen dit aan ds hard van een opstel
in Eigen Haard, van Zaterdag 3 Januari, toen
deze statige karos te Amsterdam in een der
zalen van Arti et Amicitiae prgkte.
Men weet hetdie koets is, behoudens
enkele afwgkende bgzonderheden, die door de
verkleining worden voorgeschreven, eene ge
trouwe nabootsing van de eohte »Gouden
koets," onze Koningin bg gelegenheid van
haar huwelgk door het Amsterdamsohe volk
aangeboden.
Door samenwerking van een aantal belang
stellenden kunstenaars, kunstvaardige da
mes en ngveren is dit fraaie kunstwerk
tot stand gekomen. We zullen even ieders
aandeel aangeven, waarmede men tegelgk een
denkbeeld krggt van de groote zorg en moeite,
aan de vaardiging van deze prachtige minia
tuur-statiekaros besteed.
De heer H. W. Jansen, bekend alB kunst
schilder en voorzitter van Arti et Amicitiae, die
ook een bengdenswaardige vaardigheid bezit
in het »huistimmeren", heeft de eigenlgke
koets eigenhandig vervaardigd. Hg vond daarbg
veel medewerking bg den heer G. A. Zeeman,
die als directeur van de meubelfabriek der firma
Haag Zoon, houtsoorten zoowel als toestellen I de beeldgroepen enz. werd vervolgens verguld
ter beschikking stelde van den vervaardiger en I door een andere specialiteit, den heer Van
die tegelgk zorgde voor de geslepen ruiten. I Menk. Daarna plaatste de heer Jansen de door
De paneelen van de echte «Gouden Koets" hem geschilderde provinoie-wapens langs den
werden beschilderd door prof. N. van der bovenwand.