Vrijdag 27 Februari. N°. 49. 146° Jaargang, 1903, Middelburg 26 Februari. In het rijk der nagemaakte menschen. mm ST Kameroverzicht «8 on- en, »g zi- sid, uur em ee. km: ASO 2.30 2.30 3.- 8- 3.- 10. - en ellfik trein n en 7.55, 9.10, IE. >urg. MIDDELBURGSGHE COURANT Deze eoorant verschijnt d a g o I ij k s, met uitzondering ran Zon- en feestdagen. Priji, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aiie plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. thermometer bn verwachting. 26 Febr. 8 u. vm. 47 gr., 12 u. 50 gr., av. 4 n. 49 gr. F. V e r w a o h tmatige Z. W. wind, opklarend weer, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regei. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van I7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Jtoclamens 40 cent per rogel. öroote letters naai de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adwrtentl«°B«mn êlb DB) LA 33AB Ann., K.I. Veerlmrginl »66, Anuterdsm. Zitting van Woensdag. De omtrek van het Binnenhof had heden wederom zgn gewoon, alledaagsoh aanzien herkregen. Geen drukteen bewegingheerschte er, geen honderden tuurden, gelgk Dinsdag, als dwazen naar de grgze muren van het oude gebouw. Blikbaar was het Haagsche *badaud- publiek" verstandiger geworden, en kalm thuis gebleven. Op het binnenplein was geen mensch meer te bespeuren .dan er op denzelfden tjjd op andere dagen voorbjj plegen te komen. Ook in de Kamer, althans wat de Tribune betrof, zag alles er heel gewoon uit. De geheele opkomst van het publiek der gereserveerde bestond uit heelemaal een tien tal willekeurige bezoekers, en de publieke tribune was ook al maar matig bezet. De gewone versckjjnselen dus, die op een slappe, vervelende zitting duidden. In de vergaderzaal was bet echter anders gesteld. Daar kon men duidelijk bemerken dat er iets in de lucht zat. De leden liepen onrnstig uit en in hun banken, de politieke kopstukken hielden herhaaldelijk „onder onsjes", deden geheimzinnig, moesten collega's te woord staan, die op informaties naar den toestand uit waren, kortom men gevoelde instinktmatig, dat het politiek onweer elk oogenblik kon uitbarsten. Zoo begon de Kamer de beraadslagingen over het wetsontwerp tot goedkeuring van het ver drag met België over de verbetering van het kanaal Terneuzen—Gent. De omstandigheden waren dus niet gunstig om dit Zeeuwsche be lang behoorlijk tot zjjn recht te doen komen. Tooh deden de heeren Röell, Hennequin en Fruitier hun best om de aandacht van de Kamer voor Terneueen's belangen te winnende heeren Röell en Hennequin in een zaak- rjjk betoog, waarvan de kern deze was dat de nu voorgestelde wjjziging van het verdrag van 1895 geheel in het voordeel van België was uitgevallen en wij eigenljjk achter het net vischten. Ook de heer Fruitier hield een kort betoog van dezelfde strekking. Tereoht wezen de drie opposanten op het feit dat België in ruil voor de concessies, die w£ dit land toestaan, tot geen verruiming der beperkende bepalingen op den invoer van ons vee, tot geon vermindering van inkomende rechten op onze landbouwproducten heeft be sloten. In deze zaken wordt het status quo door België gehandhaafd, en niettegenstaande dat, verleenen wjj tooh onze medewerking om een kanaal te bouwen, dat, behalve aan Terneuzen, nog grooter voordeel aan Gent belooft ai te werpen. Was dit het resultaat van een goede diplo matie vroeg de heer Röell, die er als oud minister van buitenlandsche zaken verstand van heeft. Ook de heer Hennequin, die geen diplomaat geweest is, begreep van het betoog van den minister Van Lynden, dat dit verdrag »een onbaatzuchtige, onschadelijke hande ling" is, niet veel. Evenmin beviel hem de verdediging, door den minister geleverd inzake den veenitvoer naar België. De beperkende be palingen hadden volgens dezen bewindsman dea uitvoer zelfs met 50 doen stggen. Deze logica van onzen dilettant-diplomaat was dan ook werkelijk verbijsterend. Niemand luisterde echter naar hem. Evenmin had de minister van waterstaat, die het ook voor het verdrag opnam, de aandacht der Kamer. De leden hielden zich met den toestand bezig. Het Zeeuwsche debat was slechts een formaliteit- Eindeljjk dan, even vóór drie uur, werd de discussie gesloten. Het verdrag werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Dit bracht een zekere ontspanning teweeg. Het gegons en gebrom, dat zonder ophouden uit den zaal was opgestegen, verstomde. De leden staakten hunne gesprekken, en liepen naar de tafel van den voorzitter. Zou het »huis-toe" gaan zgn, ot had de voorzitter een mededeeling aangaande den toestand te doen Het eerste scheen niet onwaarschjjnljjkhoewel even daarvóór de premier de zaal was binnengekomen, en de andere ministers hem successievelijk hadden gevolgd. De voorzitter zeide echter niets over den toestand, d. w. z. »den nader te bepalen dag" waarop de interpellaties Mees— Troelstra zouden behandeld worden. Hjj gaf bet woord aan den heer Borgesius, die dit wel deed, en aandrong op spoedige behandeling der aangekondigde interpellaties. De regeering moet er z. i. pr|js op stellen zoo spoedig mogeljjk de noodige in lichtingen te verleenen. Het geheele land was in spanninger werd zelfs gemompeld van een lex specialeaan deze onrust moest zoodra mogeljjk een einde bomen. Niet zon der zekere bitterheid in toon werd dit door den afgevaardigde gezegd. Er lag een duide lijk verwjjt in opgesloten èn aan het adres van den voorzitter èn aan het adres van de regee ring gericht. Dr Kuyper had den spreker met aandacht gevolgd, keek peinzend voor zich uit. Het was doodstil in de Kamer geworden, ledereen voelde, dat er »iets" komen moeBt. De electriciteit was bezig zioh te ontladen. De voorzitter antwoordde den heer Borgesius, dat morgen te half vier uur de Kamer bjjeen zal komen, om over den datum, waarop de interpellaties behandeld zullen worden, te be raadslagen. Zjj waren, dat erkende hjj, ur gent. Dat was al een begin van het >iets", dat komen moest. Zou het voor heden hierbjj bljjven Het geval was dubieus. Het bleef echter muisstil in de Kamer. Middelerwijl hadden, de aanwezige ministers, behalve dr Kuyper, hun zetel aan de minis- terstafel ingenomen. De premier bleef staan, wachtte bljjkbaar op het woord van den voor' zitter om >iets" te zeggen. Maar deze had geen haast. EerBt eenige papieren in orde gebracht, en eerst daarna zeide hg, kjjkende naar den heer Borgesius, dood-leuk»Het woord is aan den heer minister van binnen- landsche zaken". Het werd nog stiller in de Kamer. Eindeljjk dan »het moment", de toestand Dr Kuyper schuift nu zgn stoel op zg en gaat vcor de taiel staan, doet zgn jas open, die zeer zorgvuldig gesloten was, haalt uit den zak een paar vel beschreven papier en legt die voor zich neder. Neemt ze vervolgens weder ter hand, en begint nu te lezen met een klankvolle stem, die bewees dat de keelaan doening, waaraan bg in den laatston tgd Igdende was, zgn orgaan onaangetast beeft gelaten. Langzaam geeft hg lectuur van het merkwaar, dige stuk, waarin het standpunt der regeering is uiteen gezet. Door stemverheffing worden eenige saillante passages onderstreept. Met klimmende verbazing hooren de lede» van »de gruwelen te Durgerdam", van de spoor wegstaking als «hoofdfactor veor de levensbe weging der maatschappg", van de zucht naar klasse-invloed", van de »politieke dwisge- landg", van het »wat misdadig is, dan ook misdrgf in ons reoht moet heeten"en van zoo vele kernachtige gezegden van dit stuk, dat eindigt met het schoone beeld dat »het schip van staat niet me| ons gedoogen geënterd mag worden." De geheele Kamer volgde met onverdeelde aandacht het afleggen dezer verklaring, die. autoritair gesteld, op niet minder autoritairen toon werd gegeven. Met bravo's, hoewel niet algemeen, werd zjj begroet. Men wist dan ook nog niet,wat de drie aangekondigde wets ontwerpen bevatten. Maar de autoriteit, die voor een oogenblik in den lande scheen te ont breken, was door deze woorden hersteld. Spoedig zullen wjj nader met de drie wets ontwerpen kennis kunnen maken En niet minder spoedig dient de behandeling der stakings-interpellaties ter hand genomen te worden. Misschien zal dit wel morgen geschieden. Het lag voor de hand dat, toen van ons ging de goede genius, die in de laatste jaren, druk kend de voetstappen van andere, even goede en vriendelijke dames, zorgde voor eene lief lijke vertooning om de kas der Middelburgsche Vereeniging Kindervoeding te stijven, menigeen, die daarvoor sympathie gevoelt, met bezorgd heid aan de toekomst dacht. Zoo'n duizend gulden dit was hel bedrag dat dit menschlievend pogen opleverde waB niet te versmaden, ja, onmisbaar voor eene instelling, welke alles behalve ruim in bare middelen zit en die eigenljjk ook veel meer moest kunnen doen dan zjj verricht. Er werd toen wel gedacht dat deze of gene de taak van die lieve helpster in den nood zou overnemen, maar toen hiervan niet spoe dig iets bleek, sloegen anderen de handen aan het werk om langs een vroeger reeds inge slagen weg hetzelfde doel te bereiken. Wonder was het niet dat de herinnering wier levendig werd aan het acht jaar geieden aangewende middelde toen met zooveel suc ces gebonden poppententoonstelling. Daarbg hebben zeker ook de onlangs te Amsterdam en te Rotterdam plaats gehad hebbende tentoonstellingen van dien aard het hare bijgedragen om dit idee nader uit te werken en uit te breiden, o. a. door het ten toonstellen van oude prentenboeken. En zoo werd het plan gevormd dat op het punt staat te worden uitgevoerd. Eene korte herinnering aan het verleden. Donderdag 11 April werd in 1895 de eerste poppententoonstelling alhier geopend. Zjj werd destijds gehouden in het Schuttershof en was in denzelfden geest als die nu in de volgende week hare deuren zal ont sluiten in de Concert en gehoorzaal. Toen waren er 400 poppen in gezonden, terwjjl de retrospeetieve afdesling eene kleine 150 nommeri omvatte. Br was in die dagen in den Hove van St. Sebastiaan een gemengd gezelschap bjjeener waren Duitschers, Franschen, Portugeezen Noren, Tirolers, Normandische kindervrouwen personen uit historie en legende enz. En wat zullen wjj ditmaal zien Dit zal ons spoedig geopenbaard worden. Er gaan allerlei geruchten omtrent veel moois, veel aardigs dat te aanschouwen zal zgnwonderen worden verhaald van kostbare toiletten, waarin de nagemaakte menschen zullen gekleed zgnfraaie en eigenaardige groepen zullen te zien worden gegeven, zegt men. In 't kortook nu weer zullen vertegen woordigers van alle volkeren en personen van allerlei slag elkaar rendez-vons geven in de Singelstraat te Middelburg. Er zal nog meer te zien zgn dan in 1895 Wjj hebben zeiven ook al fraaiigheden aan De inhoud ervan volgt hieraa. Red. wetsontwerpen in verban» met db spoorwegstaking. Van de drie ingediende wetsontwerpen strekt het eerste, zooals men weet, tot aanvulling en wijziging van het Wetboek van Strafrecht. Voorgesteld wordt invoeging van een nieuw artikel 284bis>Hjj, die een ander door hinder of overlast of door het bezigen van middelen, geschikt om vrees aan te jagen, wederrechte lijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Indien het misdrgf wordt gepleegd door twee of meer vereenigde personen, kan gevangenis straf worden opgelegd van ten hoogste zes maanden, of geldboete van ten hoogste honderd gulden." In verband hiermede wordt door een aan vulling van art. 286 den strafrechter de be voegdheid gegeven bg veroordeeling ter zake van den wederrechtelgken dwang, omschreven in de artikelen 184, 284bis en 285, le lid, den schuldige te ontzetten van bet actief en pas sief kiesrecht Ten tweede wordt voorgesteld invoering van drie nieuwe artikelen 358'Drs, ter en quater. Art. 358bisDe ambtenaar of eenig ander in eenigen openbaren dienst of eenig in het openbaar spoorwegverkeer voortdurend of tg- deljjk werkzaam gesteld persoon, die met het oogmerk om stremming in dien dienst of in dat verkeer te veroorzaken, nalaat of, wettig daartoe gelast, weigert werkzaamheden te ver richten, waartoe hg zich uitdrukkelijk of uit kracht van zgn dienstbetrekking heeft verbon den, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Art. 358/er: Indien twee of meer personen ten gevolge van samenspanning het misdrjjl plegen, in het vorig artikel omschreven, wor den de schuldigen zoomede de leiders of aan- leggers der samenspanning gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste vier jaren. Art. 8ï>8quaterIndien het oogmerk, bg ar tikel 3586» omschreven, wordt bereikt, wordt gevangenisstraf opgelegdin bet geval van artikel 358bis van ten hoogste een jaar en zes maandenin het geval van artikel 858ter van ten hoogste zes jaar. Door een wjjziging van art. 380 wordt den strafrechter de bevoegdheid gegeven bg ver oordeeling ter zake van een der in de artikelen 858bis, 358ter en 358quater omschreven miB- drgven, den schuldige te ontzetten van de rechten, vermeld in art. 28 no 1—3 (het be- kleeden van ambten of van bepaalde ambten, het dienen bjj de gewapende macht, het actief j en passief kiesrecht De slotbepaling luidt»Deze wet treedt in werking op den dag harer afkondiging." Bljjkens de Memorie van Toelichting is uit de gebeurtenissen, die vóór enkele weken een groot deel van Nederland in beroering brach ten, wederom ten duideljjkste gebleken dat de persoonlijke vrgheid door de wet niet meer voldoende met waarborgen is omkleed. De bepaling van art. 284, lo. Wetboek van Strafrecht, die sleehts den wederrechtelgken dwang strafbaar stelt als deze plaats grijpt door middel van geweld of bedreiging met ge weld, voldoet bljjkbaar niet meer aan de tegen woordige behoeften der maatsohappjj, daar de ondervinding en zeker niet die van de laatste dagen alleen heeft aangetoond dat een vorm van dwang voorkomt, die, zonder zich te openbaren door geweld of bedreiging met geweld, in zoo hooge mate wederrechtelijk de persoonlijke vrgheid aantast dat bg in eene beschaafde maatschappg niet mag worden ge doogd. Nu behoeft nog niet noodzakelgk elke we- derrechtelgke dwang strafbaar te worden ge steld, al is daarin gelegen een onrechtmatige aantasting van de persoonlgke vrgheid, daar de straf is een ultimum remediumalleen die wederrechtelgke dwang dient gestraft, die zich openbaart door hinder of overlast, of door het bezigen van middelen, geschikt om vrees aan te jagen. Vandaar de bepaling van art. 2845», waardoor o. a. zullen worden ge troffen zg, die op eene der in 't artikel aan gegeven wgzen wederrechtelgk een werk man dwingen of trachten te dwingen zgn werk neer te leggen of te hervatten, niet te arbeiden of wel te arbeiden, zich bg eene or ganisatie aantesluiten of uit een organi satie te tredeneen werkgever dwingen of trachten te dwingen bepaalde personen al dan niet in dienst te nemen of al dan niet in dienst te houden; het loon te verhoogen of de werkuren te verkorten; een ander dwingen of trachten te dwingen zgn benoodigdheden of bepaalde levensmiddelen of waren, of goe deren van bepaalde personen te koopen of niet te koopen, enz. Wat nu de artikelen 358bis-quater betreft, de Titel Ambtsmisdrgven laat thans, wonder- schouwd die oud en jong in verrukking zullen brengen. Rappe handen zgn druk in de weer om op tgd gereed te zgn. De oude afdeeling wordt ook veel uitge breider dan acht jaar geleden. Men verwacht mooie en bgzondere poppenmeubelen, zilver en oud speelgoeden de collectie oude pren tenboeken moet zeer interessant zgn. Voor de wedstrgden is flink ingeschreven De tentoonstelling van de daarvoor te wachten poppen en voorwerpen belooft op zich zelf reeds een aardig geheel te worden. Dit alles en nog veel meer, o. a. dat er voor amusementen, voor verfrissching en andere heerlgkheden zal worden gezorgd en men door billgke prgzen het bezoek voor iedereen mogelgk en aangenaam zal maken, weten wg alleen nog bg geruchte, edoch uit goede bron. Maar wat wg zeker weten dat er zgn zal en de groote aantrekkelgkheid van de ten toonstelling zal vormen, het is de gouden koets, wier komst reeds te voren is aangekondigd als van eene zeldzaamheid die groote be roering zal teweegbrengen in het rgk der nagemaakte menschen die, dunkt ons, zeiven onrustig zullen worden door zulk een statig bezoek, in hetzelfde gebouw waarin zg ge' huisvest zgn, van niemand minder dan onB vorstelgk echtpaar. Van die gouden koets mogen wg, zonder lgk genoeg, het ambtsmisdrijf bij uitnemendheid, de plichtsverzaking van den ambtenaar, met eene enkele uitzondering, ongemoeid, zelfs als zg zich rechtstreeks richt tegen de openbare orde en tegen het gezag en het karakter aan neemt van massale dienstweigering. Deze toestand mag niet blgven bestaan. Dienstweigering van ambtenaren, die ver storing van den geordenden gang van zaken beoogt, te voorkomen, is niet slechts het recht maar ook de plicht der Overheid-. De voorgestelde artikelen gaan echter tevens een stap verder. Zg onderwerpen hen, die in het openbaar spoorwegverkeer werkzaam zgn gesteld, aan dezelfde strafbepalingen als ambte naren. Het rechtmatig staken, zelfs - behoudens de ééne in die artikelen opgenomen uitzonde ring het onrechtmatig staken, laten zg on gemoeid. Strafbaar wordt alleen gesteld de onrecht matige plichtsverzaking van het spoorwegper soneel. De regeering stelt op den voorgrond dat in se elke vrgwillige lontractbreuk onrecht is. Maar slechts die contractbreuk behoort te wor den gestraft, welke de overhöidsro9ping op zoo ernstige wgze wederstreeft, dat zg de vervulling daarvan grootelgks in gevaar kan brengen. En dit is hier het geval. Een ordelgk, veilig, ongestoord spoorweg verkeer en vervoer behoort tot de onmisbare levensvoorwaarden der hedendaagsche maat schappg Hg, wiens opzet is gericht op de stremming daarvan,pleegt een aanslag tegen de maatschappij Artikel II van 'fc wetsontwerp (bevattende de artikelen 358bis-quater en 380) houdt ver band met het tegelgkertgd ingediende wets ontwerp betrekkelgk de staatsenquête en zgde- linga ook met de regeling van den rechtstoestand der ambtenaren en met dien van bet arbeids contract in 't algemeen. De minister van justitie verklaart zich ten gevolge van de jongste gebeurtenissen meer dan vroeger overtuigd van de urgentie van de laatste en de hooge wenBcheljjkheid van de eerste. Hg hoopt van die overtuiging door daden te doen blgken. Overigens staat dit ontwerp geheel op zich zelve. In art. 3586is wordt verstaan onder »ambte- naar" zoowel die in dienst van gemeente, provincie of anderen publiekrechteigk^ j cor poratie als de Rgksambtenaar >in eenigen openbaren dienst werkzaam gesteld." Het kan voorkomen dat iemand, zonder ambtenaar te zgn, ten behoeve van den openbaren dienst van staat, provincie, gemeente, enz. werkzaam heden verricht, die zgn gelgkstelling met den ambtenaar vorderen uit strafreohtelgk oogpunt. De werklieden in de werkplaatsen worden buitengesloten door de uitdrukking >in het openbaar spoorwegverkeer werkzaam gesteld." Ret tweede wetsontwerp strekt tot verhooging van htt VIHe Hoofdstuk (oorlog) der siaatsbegrooting voor 1903. Het komt namelgk wenschelgk voor wg- ziging te brengen in de organisatie van het korps genietroepen en daarbg te vormen een bataljon technische troepen, namelgk de tele graaf- en spoorwegcompagnie, terwgl tot dit Waay. De voorstellingen verbeelden, op het rechter-paneeleen »hulde van Nederland" het linker-paneel»hulde der Koloniën"voor- zgde>de toekomst"; het achterpaneel: >de historie". Deze zelfde voorstellingen zgn thans op de kleine Gouden Koets volkomen nagebootst. Naar Yan der Waay's oorspronkelgke groote teekeningen vervaardigde de firma Koene Buttingshausse reproducties op de schaal der paneelen van de koets, en deze photo's werden daarop bevestigd, nadat de kunstenaar zelf ze weder overeenkomstig de oorspronkelgke pa neelen had gekleurd. De beeldhouwer A. Hesselink boetseerde de fraaie beeldjes, die boven op de koets tezamen de koninklgke kroon dragen, benevens de karyatiden aan de vier hoeken, dragers van de vier electrisehe lantaarns. Immers de elec- trische installatie is hier eveneens aangebracht de accumulatoren zgn verborgen onder den hoogen statiebok, welke is versierd met een zwaar dekkleed met het koninklgke wapen. Al het metaalwerk, en daarbg vooral de veeren, waarop de koets zachtkens wiegelt fraaier van lga zouden we zeggen dan de oorspronkelgke werd geleverd door den smeedkunstenaar Van Yuuren. De geheele koets met haar fraaie wielen, onbescheiden te zgn, nu wel al reeds een en ander vertellen. Wg doen dit aan ds hard van een opstel in Eigen Haard, van Zaterdag 3 Januari, toen deze statige karos te Amsterdam in een der zalen van Arti et Amicitiae prgkte. Men weet hetdie koets is, behoudens enkele afwgkende bgzonderheden, die door de verkleining worden voorgeschreven, eene ge trouwe nabootsing van de eohte »Gouden koets," onze Koningin bg gelegenheid van haar huwelgk door het Amsterdamsohe volk aangeboden. Door samenwerking van een aantal belang stellenden kunstenaars, kunstvaardige da mes en ngveren is dit fraaie kunstwerk tot stand gekomen. We zullen even ieders aandeel aangeven, waarmede men tegelgk een denkbeeld krggt van de groote zorg en moeite, aan de vaardiging van deze prachtige minia tuur-statiekaros besteed. De heer H. W. Jansen, bekend alB kunst schilder en voorzitter van Arti et Amicitiae, die ook een bengdenswaardige vaardigheid bezit in het »huistimmeren", heeft de eigenlgke koets eigenhandig vervaardigd. Hg vond daarbg veel medewerking bg den heer G. A. Zeeman, die als directeur van de meubelfabriek der firma Haag Zoon, houtsoorten zoowel als toestellen I de beeldgroepen enz. werd vervolgens verguld ter beschikking stelde van den vervaardiger en I door een andere specialiteit, den heer Van die tegelgk zorgde voor de geslepen ruiten. I Menk. Daarna plaatste de heer Jansen de door De paneelen van de echte «Gouden Koets" hem geschilderde provinoie-wapens langs den werden beschilderd door prof. N. van der bovenwand.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1903 | | pagina 1