V rijdag
9 Januari.
N°. 7
146' Jaargang,
Een oud en niet aanbeve
lenswaardig middel.
1903
Mlddtlburg 8 Januari.
01T STAD EN PROVINCIE.
ONDERWIJS.
MIDDELBIIRGSCHE
Deze courant verschjjnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
8 Jan. 8 u. vm. 44 gr., 12 u. 47 gr., av. 4 u. 47 gr. F. Verwacht: matige Z. wind,
zwaar bewolkte luoht, regenachtig weer, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel,
öroote letters naar de plaats, die zjj innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betrefienae
Handel, Njj verheid en Qeldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Sereen
A. DB IiA MAR Ann., N.I. Veerbnrgwnl 366, Arajsterdam.
Als bewijs hoe ongezond de inrichting
van ons belastingstelsel is, mag zeker wel
gelden het feit dat verschillende ministers,
van onderscheiden politieke kleur, in hun,
laten wij het mogen noemen, wanhoop, ten
einde raad, als 't ware, geen ander middel
om de schatkist te versterken wisten dan
verhooging van den jeneveraccijns.
Toen in 1898 de minister Pierson in die
richting ook een stap zette, was hij ten
minste in zoover practisch en verstandig
dat hij ook voorstelde eene verhooging van
den accijns op wijn.
Wij stonden toen voor een lastig dilemna.
De zeer moeilijke financieele toestand,
waarin ons land verkeerde, was hoofdza
kelijk een gevolg van het hooge bedrag
der uitkeeringen van het Rijk aan de ge
meenten ingevolge de, van meer dan een
zijde, ook in ons blad door H. J. G. H.
zoo krachtig bestreden, wet tot regeling der
financieele verhouding tusschen beiden.
Dit bedrag was veel hooger dan aanvan
kelijk verwacht werd.
Destijds werd voorspeld dat de daarvoor
benoodigde som jaarlijks met f 150.000
zou toenemen, een gevolg van den aanwas
der bevolking.
Onverwijld moest daarin worden voorzien.
De noodzakelijkheid dwong dus tot een
stap in verkeerde richting, waarbij wij ons
destijds neerlegden niettegenstaande wij
principieel tegen zulk eene verhooging zijn.
En wjj deden dit in de hoop dat de mi
nister geen verdere schreden voorwaarts
zou doen op het gebied der accijnzen.
Nu, dit is ook niet geschied.
En zelfs het voorstel van den minister
Pierson is geen wet geworden.
Thans komt zijn opvolger met eenzelfde
ontwerp, maar slechter omdat daarbij geen
sprake is van verhooging van den accijns
op wijnen.
Ook volgens hem is, en dat wel ten
spoedigste, versterking noodig der gewone
middelen. In een ongedekt tekort van
5 millioen gulden toch moet worden voor
zien, „indien men niet wil breken met het
beginsel dat de gewone uitgaven uit de
gewone Rijksmiddelen moeten worden be
streden". En de Minister „vreest geen
tegenspraak, indien hij de handhaving van
dit beginsel een volstrekten eisch acht van
een goed financieel beleid".
Nu wil de minister bescheiden zijn en
niet trachten dadelijk te verkrijgen de zoo
noodige vijf miljoen om het financieele
evenwicht te herstellen.
Hij stelt zich met drie vijfden tevreden.
Om die te verkrijgen dacht hij aan ver
hooging van het tarief van invoerrechten,
maar dit blijft tot later bewaard. Dit tarief
„kon nu niet in aanmerking komen immers
aan de van da herziening te verwachten
baten werd reeds onmiddellijk bij het op
treden van dit Kabinet een andere bestem
ming toegedacht, en bovendien zoowel de
voorbereiding als de behandeling van een
nieuw tarief eiseht zooveel tijd, dat „aan
de invoerrechten voor de urgente voor
ziening in het tekort geen middelen zijn te
ontleenen."
Daarom thans maar eerst naar het oude
bekende middel gegrepenverhooging van
den aoojjns.
Om de toevlucht te nemen tot de directe
belastingenhieraan denkt de minister niet.
Daartegen bestaan volgens hem ernstige,
prinoipieele bezwaren.
En welke accjjnzen komen nu in aan
merking
„Van deze zal zegt de ministerwel
niemand die op de suiker, het zout en
het geslacht wenschen verhoogd te zien. Die
op bier, azijn en wijn zouden, zelfs bij eene
zeer aanzienlijke verhooging, op verre na
niet het bedrag kunnen leveren, tot dek
king van het tekort benoodigd. Er zal der
halve moeten worden overgegaan tot ver
hooging van den accijns op het gedistilleerd."
Dit is dus eigenljjk een speculatie op het
vele gebruik dat van een, volgens den minis
ter, sleohten drank wordt gemaakt.
Dien accyns nu wil de minister brengen
van 63 op 70 per hectoliter.
Geen kleinigheid voorwaar.
0
Wij moeten uit ons arsenaal wêer oude,
versleten wapenen halen om het voorstel
van den minister te bestrijden.
Al zoo dikwijls toch hebben wij opgemerkt
dat het niet aangaat om, ter wille van de
schatkist, eene onrechtvaardige belasting te
verhoogen, wat velen hoe langer zoo mëer
tot bedrog in de waar zal verleiden.
Of zij zullen den jenever aanlengen of
vervalsehenöf zj geven kleiner hoeveel
heid voor hetzelfde geld.
Nu weten wij wel dat jenever en der-
geljke dranken zondebokken zijn, waarop,
naar veler meening, alles verhaald mag
worden, omdat er misbruik van gemaakt
wordt, en omdat het nu eenmaal uit over
dreven ideeën de gewoonte wordt gebruikers
en misbruikers over één kam te scheren.
Op die overdrijving wezen wij ook reeds
meer dan eens.
Men vergete toch niet dat, van zulk een
standpunt geredeneerd, er nog wel oneindig
meer artikelen zouden belast of hooger
belast zouden kunnen worden.
Niet ieder die zjjn glaasje klare of bitter
neemt, is een dronkaard, of gaat daaraan
zich te buiten.
En danwaarom wordt wijn, waarop
thans twintig cents per liter belasting rust,
onverschillig van welke qualiteit die drank
is of welk percentage alcohol hj bevat,
niet hooger aangeslagen?
Ook daarvan toch wordt misbruik ge
maakt.
Op dat punt was minister Pierson's voor
stel veel billijker en practischer.
De moraliteitsleer van den minister Harte
is in deze.
zij dig.
Hij zegt n.l. in zijne memorie van toe
lichting
Mocht het drankverbruik aanmerkelijk
verminderen, dan zou de rechtstreeksche
en zijdelingsche invloed van die verminde
ring op de volkswelvaart dermate weldadig
zijn, dat de inkomsten van den Staat langs
anderen weg veel meer zouden stijgen, dan
zij door vermindering van de opbrengst van
den accijns zouden dalen."
De minister zal toch moeten toestemmen
dat onder de wijn-drinkers eene dergeljjke
theorie ook gangbaar mag heeten
Maar hij is te veel idealist.
De aan den drank verslaafden zullen
niet minder drinken, maar wel loopen zij
gevaar eer dronken te worden als zij slech
ter waar nuttigen
b, naar onze meening, zeer een-
komt, dan zal het, wij zeggen het het Arn-
hemsche blad na, daarin naast deSpeetwet
een waardige plaats innemen als wetgevend
product van het Christelijk Kabinet onder
den vriend der „kleine luyden" als pre
mier.
Wij noemden het door den minister nu
aangegeven middel tot versterking van
s rijks financiën oud en niet aanbeve
lenswaardig.
Wij zijn daarom benieuwd of deze Kamers
dit zullen aangrijpen.
Over een beter middelverhooging dei-
vermogensbelasting, der successiebelasting
of van eene andere directe belasting, is het
vrij wel overbodig van gedachten te wis
selen met deze regeering of met de huidige
meerderheid in de Tweede Kamer.
Dit leidt toch tot geen enkel resulaat.
Op dit punt kunnen wij alle verwach
tingen gerust laten varen.
Maar met het nu ingediend voorstel
speelt de meerderheid, die thans het gezag
in handen heeft, wêêr een slechte kaart
uit, waarover in 1905 een oordeel zal
worden uitgesproken.
En wanneer zij, wordt de jenever in
prijs verhoogd, meer nog dan nu in hun
beurs worden getroffen, dan zullen zij van
zelf hun toevlucht nemen totzeer beden
kelijke surrogaten, die hen lichamelijk nog
sterker aangrijpen.
De drankzucht zal men door zulke mid
delen niet bedwingen daarvoor zijn andere
noodig van moreelen en socialen aard.
Ook het smokkelen zal door die verhoo
ging in de hand worden gewerkt.
Terecht noemt de Amh. Ct. teekenend
de luchthartige wjjze, waarop de Minister
zich heenzet over het gevaar, dat door den
hoogeren accijns de smokkelhandel aan de
grenzen en de fraude in de sfiokerijen be
vorderd zal worden. Die bedenking heeft
zelfs de Minister zegt 't nog wel uit'
drukkelijk zwaar bij hem. gewogen. „Doch
nadere overweging ontnam: aan deze beden
king veel van hare vermeende beteekenis."
En welke gewichtige overweging heeft nu
wel 's Ministers meeniüg in dit opzicht ge
wijzigd? „Een verhoogipng van 68 tot 70
cent per liter gedistillee rd is niet zoo groot,
dat grensfraude daardoOr aanmerkelijk zal
worden verlevendigd of zal opduiken in
streken, waar zij thans, zoo goed als niet
voorkomt. Hetzelfde gekSt ten aanzien van
frauduleuze uitslagen tuit fabrieken". En
van de beteekenis vsia deze orakelspreuk
is de Minister zelfs zoo diep overtuigd, dat
hij gemoedelijk laat volgen „Verscherping
van het toezicht zal, naar het zich laat
verwachten, uit dien hoofde slechts bij
uitzondering noodig zijn*'
Als dit jenevefwetje in het Staatsblad
V
bricage c a. betreffende werden besproken,-
van welke velen, naar 't gevoelen der verga
dering, onbilljjk zjjn en verbetering eischen.
Ten laatste werd besloten de aanwezige
raadsleden uit te noodigen, bjj de eerstvol
gende begrooting met klem onder de aandacht
van den raad te brengen alle thans aange
voerde argumenten, die kunnen leiden tot ver
laging van den gasprjjs en van de meterhuur
by klein verbruik, met aanwijzing tevens van
de, naar 't oordeel der vergadering bestaande
onbillijkheden.
Woensdag had alhier de ter aarde be
stelling plaats van jhr mr M. J. Schuurbeque
Boejje.
Op de begraafplaats waren vele vrienden
van den overledene bijeengekomen en verschil
lende corporaties, waarvan bjj bestuurder was
geweestook was er de geheele rechtbank
met haar president.
Deze, de heer mr Cau, bracht hulde aan
den overledene zoo als ambtenaar als burger,
terwjjl na hem nog de heer Van den Berg,
predikant bjj de Herv. gemeente, het woord
voerde en den heer Schuurbcqne Boejje als
geloovig Christen herdacht.
De zoon van den overledene bedankte.
Met 16 Jan. is verplaatst de klerk der
telegraphie 2e kl H. Laagland vau Sas van
Gent naar Rotterdam.
BÜCi UJEMlJffttKN fblNZ.
Bjj kon. besluit:
is benoemd tot plaatsvervanger van den
districts-veearts te Teteringep de veearts H.
H. Sala, te Venray.
AT JBH.
Bjj het dep. van koloniën is ontvangen het
volgende van 7 dezer gedagteekende telegram
van den Gouverneur-Generaal van Neder-
landsch-Indië, dat reeds in ons vorig nommer
werd opgenomen
»Toekoe Moeda Peudada heeft zich onder
worpen".
Toekoe Moeda Peudada, de voornaamste
vazal van Toekoe Tji Samalanga, bestuurder
van het gelijknamige landschap ter Noordkust
van Atjeh, vergezelde dezen toen hjj zich in
November 1900 onvoorwaardelijk onderwierp
Hersteld in het bestuur over het Samalan-
gaacho landschap Peudada, volgde hjj aanvan
kelijk do barelen van het bestuur goed op,
maar sloot zich in Mei 1901 weder bjj de
benden van den pretendent-sultan aan.
Bjj gelegenheid van het 25-jarig bestaan
der vereeniging Welbegrepen Eigenbelang, op
wier geschiedenis onlangs in de Midd. Crt.
uitvoerig is gewezen, werd heden haar stichter,
den heer G A. Vorsterman van Oyen, te
Aardenburg, namens de leden aangeboden
een salon-ameublement, bestaande uit eene
tafel, twee fauteuils, vier stoelen en een
canapé, stjjl Louis XV.
De leden van.het bestuur, die het initiatief
tot deze huldebetuiging hadden genomen, boden
hem het cadeau aan en spraken den wensch
uit dat hjj nog vele jaren zou zjjn de ziel
hunner maatschappjj; de man, die hen met raad
en daad bjjstaat.
Met ingang van 12 dozer is benoemd tot
agent van politie 3e kl. alhier A. van der
Ende, oud-agent van politie te dezer stede.
Sedert de laatste opgave is door het Boe
ren Comité alhier nog ontvangen
Gecollecteerd op een feestje op den Huize
Berkedboscli 3.25, en?gevonden in de collecte
in de nieuwe kerk »van 2 dienstmeisjes" f 1.
Aan de generaals werd bjj hun bezoek al
hier overhandigd 10100.terwjjl heden
aan den heer Brebner het saldo ad 1342.95'
is geremiteerd
In Ons Huis alhier werden W oensdag
avond door den heer A. Fraanje eenige let
terkundige voordrachten gehouden.
Het programma bestond uit Kunst en liefde
van Ther. Hoven, Oude zeelui, van Justus van
Maurik, De koningskeuze, van J. Blankenaar,
leunis Ruwhart, van mr A. Bogaerts, Neuzen-
theorie, van M. J. Gillissen, Hans Michel, van
M. W. Terwogt, en De klopgeest, van M. J.
Gillissen.
De zaal was goed bezet en de voordrachten
vielen zeer in den smaak, waarvan het gehoor
meermalen ondubbelzinnige bljjken gaf.
De minister van waterstaat heeft bepaald
dat de gewone rjjkevoorjaarskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten in 1903 voor Z e e-
land zullen gehouden worden op 9 Februari
te Kattendyke en op 10 Februari te
Hulst.
Uit Z i e r i k z e e meldt men ons
In de Woensdag gehouden vergadering van
de kiesvereeniging Ons gemeentebelang uitge
schreven naar aanleiding van een verzoek,
ingediend door eenige leden, werd de verhoo
ging van den gasprjjs alhier, voor 1903, van
5£ cent op 6J cent, besproken.
Met het bestnur waren een twintigtal leden
opgekomen, waaronder twee raadsleden.
Een dergenen, die hèt verzoek hadden inge
diend, wees op de onbillijkheid der verhooging
welk ede weinige'industrie, die nog in Zierikzee
bestaat, drukt en de toename van aansluiting
niet bevorderen zal.
Een geanimeerde algemeene discussie ont
stond, waarbjj allerlei toestanden, de gasfa-
LOOP DER BEVOLKING.
De loop der bevolking te Wolp haarts-
d jj k over 1902 is als volgtOp 1 Januari
waren gevestigd 1082 m. en 1101 vr. totaal
2183. De bevolking vermeerderde door 73 ge
boorten, 43 m. en 30 vr. en door 81 inschrij
vingen op het bevolkingsregister, 41 m. en 40
vr.samen 154 personen. Zjj verminderde door
24 overljjdens, 13 m. en 11 vr. en door 135 inwo
ners, 65 m. en 70 vr die vertrokken, totaal 159
zielen. De bevolking bestond alzoo op het einde
des jaars uit 1088 m. en 1090 vr. tot. 2183
inwoners. Er werden 26 huweljjken gesloten,
De bevolking der gemeente Zierikzee
is in 1902 met 123 personen vermeerderd
zood«t zjj thans bed-aagt 6948 9 personen
Door geboorte en vestiging in de gemeente
was zjj vermeerderd met 549door overljjden
en vertrek verminderd met 426 personen
In de laatste jaren verminderde zjj gedurig,
zoodat deze vermeerdering wel de aandaoht
verdient.
De bevolking van Bruinisse bestond op
31 Dec. 1901 uit 2712 personen, 1321 m. en
1391 vr.
Zjj vermeerderde door de geboorte van 50 jon.
30 m. en door de vestiging van 39 m. en 33 vr.
Zjj verminderde door het overljjden van 24 m.
en 12 vr. en door het vertrek van 39 m. en
35 vr.
Op 31 Dec. 1902 bestond de bevolking dus
uit 2764 personen, 1357 m. en 1407 vr.
Levenloos werden aangegeven 5 kinderen,
jon. en 2 m.
Er werden 24 huweljjken gesloten.
DE HATEN TAN TBRNBUZEN EN DB
BELGISCHE HANDEL.
de haven van Terneuzen, door deze in staat
te stellen schepen van grooter tonnenmaat te
ontvangen. Men hoopte vooral zich weer in
Terneuzen te zien vestigen het vervoer van
de Spaansche jjzermineralen, bestemd voor de
fabrieken van CockerilJ, hetwelk in de laatste
jaren tot bjjna niets verminderd isde oor
zaak dezer vermindering is gelegen in de
toeneming van tonnenmaat der stoombooten,
met dit vervoer belastde netto-tonnenmaat
bedraagt thans 4000 tondeze booten, die
niet geschut kunnen worden in de tegen
woordige sluis van Terneuzen, zouden wel
geschut kunnen worden in de in aanbouw
zjjnde sluis. Maar de nieuwe kanaalarm heeft
geen kadenen daar hjj uitkomt voorbjj de
bestaande kaden, zouden deze groote schepen
slechts gelost kunnen worden aan de kaden
van Gent.
Er is een ontwerp voorgesteld om een kade
langs de nieuwe sluis te bouwenmaar ver
schillende oorzaken zullen zonder twjjtel
verhinderen dat het voltooid wordt. Men weet
dat de kanaalrechten in Holland sedert 1 Mei
1901 zjjn opgehevener volgt uit dat de
Hollandsche regeering geen enkel fiscaal be
lang heeft bjj de ontwikbeling van de haven
van Terneuzen. Zjj heeft dan ook geweigerd bjj
te dragen in de kosten van de nieuwe kaden
deze uitgaven zouden dus ten laste komen van
de provincie en de stad; en daar de laatste
niet in staat is er aan deel te nemen Ijjkt
de mislukking van het plan bjjna zeker.
Bjjgevolg schjjnt de haven van Terneuzen
het maximum van haar welvaart te hebben
bereikt; men behoeft niet te vreezen dat zjj
een levendige concurrentie zal aandoen aan
Antwerpen, en men kan er geen voordeelen
van verwaohten voor de ontwikkeling van de
Belgische njjverheid en handel.
De ondernomen werken voor den bouw van
de nieuwe sluis zoowel als die aan het kanaal
van Gent—Terneuzen zelf, zullen den toestand
van de haven van Gent verbeterenuit de
vermeerdering van het verkeer van deze laatste
zou zelfs een vermindering van het verkeer te
Terneuzen het gevolg kunnen zjjn, wat betreft
de producten die nu per waggon langs den
spoorweg van Gent naar Terneuzen en vice
versa worden vervoerd.
Onder dit opschrift komt in de Indépendance
van 8 Januari een artikel voor, onderteekend
door G. de Leener, waarin de schrjjver een
uitvoerige uiteenzetting geeft van de geschie
denis en den toestand van de haven te Ter
neuzen, die, naar hjj betoogt, in weerwil van
de nabjjheid van Antwerpen voor deze stad
een concurrent is, dank zjj verschillende voor
deelen die zjj aanbiedt: korter afstand van
de zee, tijdsbesparing door lossing aan de
kaden in plaats van in dokken, en, voor zoo
ver den uitvoer betreft, het gebrek aan terug
vracht van de daar lossende schepen.
De schryver geeft daarna een overzicht van
de werken die thans aan den gang zjjn ter
verbetering van da scheepvaart op het kanaal
GentTerneuzen, om dan met de volgende
opmerkingen te besluiten
»Deze opsomming van de verbeteringen
welke op die wjjze zullen verwezenlijkt wor
den, toont voldoende aan de waarschjjnljjke
toeneming van het verkeer naar Gent. Men
hoopte dat ook ditmaal nog de toeneming van
het verkeer zou werken op den voorspoed van
EINDEXAMEN
H. B. S. IN ZEELAND
IN 1802.
In Bijvoegsels tot de St. Ct. worden opgeno
men de verslageneer commissies, belast met
het afnemen van het eindexamen der hoogere
burgerscholen.
De commissie voor Z e e 1 a n d zegt in haar
verslag 0. a.
»By het mondeling examen in wiskunde was
het zeer opvallend, dat sommige candidaten,
die voldoende en zelfs goede cijfers voor hun
schriftelijk werk hadden bekomen, van de
eenvoudigste eigenschappen en van de wis
kundige methoden kennis noch begrip hadden.
Dit bleek bjj alle vakken der wiskunde,
doch het meest bjj de planimetrie, waaraan
die candidaten in de laatste jaren niets
schenen gedaan te hebben.
Twee candidaten, gevraagd naar het theorema
van Pythagoras, konden daarvoor geen enkel
|js aanvoerende een, die 8 voor schrifte
lijk werk gekregen had, wist zelfs niet hoe
het luidde en verwarde het ten slotte met het
theorema van PtolemaeuB. Evenmin waren
zulke candidaten in staat den gang van een
eenvoudig betoog te volgen. De examinatoren
meenen, dat het oordeel in dit opzicht over
eenigen candidaat voornamelijk gevormd kan
worden bjj mondeling examineeren.
Dat degeljjke kennis der grondbeginselen
niet voldoende uitkomt bjj schriftelijk werk,
bleek 0. a. bjj het 2de vraagstuk voor meet
kunde, waarvan de oplossing door weinigen
naar eisch was gemotiveerd, ofschoon bljjk-
baar de motiveering hoofdzaak wezen moest.
Ten slotte moet gewezen worden op de
slordigheid, waarmede vele candidaten hun
werk voor beschrijvende meetkunst uitvoeren,
een vak tooh dat zich bjjzonder leent om hen
in nauwkeurigheid en netheid van uitvoering
te oefenen.
Werktuigkunde. De subcommissie was van
oordeel, dat, de vrjj omvangryke bewerking
der 3 vraagstukken in aanmerking genomen,
de beschikbare tjjd tot overdenking wat kort
was.
Omtrent het examen in natuurkunde wordt
opgemerkt, dat, evenals bjj vorige examens,
ook bjj dit examen is gebleken, dat vragen
alsde vorming vsn beelden door holle spiegels,
en de overeenkomst tusschen een magneet en
een solenoide, die aanleiding kunnen geven
tot het maken van een opBtel, geen maatstaf
vormen om de natuurkundige kennis van een
cadidaat te beoordeelen. 't Blyft daarom ge-
wenscht vragen te stellen, die niet kunnen