MIDDELBURGSCHE COURANT
1 December,
Krankzinnigenverpleging.
N®. 2«3
14ö° Jaargang,
1902.
Dezo courant verschijnt dageiijka, mot uitzondering Yan Zon- i
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers koBten 5 oent.
THERMOMETER KM THRWACH TIM®.
29 Nov. 8 u. vm. 40 gr., 12 u. 45 gr., av, 4 u. 44 gr. F. Verwacht: zwakke Z. wind,
geringe toename in temperatuur.
Advertentiën20 cent por regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reelamens 40 oent per regel.
Groots letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Njj verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Alg«mees A«lw®vtera4Sc»SsMf*aa
A> »i S.A MAR Air., M.S. Vwrimrgwal 360, Auitardciü!.
Bij deze courant behoort een
Middelburg 29 November.
II
(Slot.)
Die verpleging in het huisgezin bedoelt
natuurlijk de krankzinnigen te brengen in
een gezin van vreemden. Het is wensche-
lijk, zegt dr Meijer, dat de lijder uit zijne
gewone omgeving wordt verwijderd. En
hij geeft daarvoor enkele redenen aan.
Hij wijst daarbij verder op het Belgische
dorp Gheel, dat als kolonie voor krank
zinnigenverpleging eene groote vermaard
heid verwierf en waarover reeds herhaal
delijk en met lof is geschreven.
Zooals bekend, bestaat het uit eene ver
zameling van gehuchten, waar ongeveer
2000 krankzinnigen in de huisgezinnen ter
verpleging zijn opgenomen. Buitendien
bevindt zich daar een centraal gebouw,
waar de nieuw aangekomen lijders eerst
eenige dagen in observatie kunnen worden
gehouden en waar ook die verpleegden
worden opgenomen, wier toestand hen tij
delijk ongeschikt doet zijn voor het vrije
verkeer onder de bevolking. Dit gebouw
biedt ruimte voor ongeveer 100 lijders, is
echter gewoonlijk voor ten hoogste drie
kwart bezet.
„De ervaring heeft geleerd, dat zeer vele
patiënten het in Gheel veel aangenamer
vinden dan in een gesticht waar zij te voren
verpleegd werden, en het blijkt dikwijls ten
duidelijkste van welken bijna wonderdadig
kalmeerenden invloed de verplaatsing naar
Gheel is geweest. Menige lijder, die vroeger
opgewonden en storend was, gedraagt zich
in Gheel rustig en ijverig werkzaam.
De lijders hebben niet dat noodlottig ge
voel van vrijheidsberooving, waartegen zij
in opstand komen en dat hen zoo prikkel
baar maakt. Integendeel bevinden zij zich
in een toestand, welke een bijna volledige
vrijheid van doon en laten veroorlooft; zij
zijn daardoor veel zelfstandiger en onder
gaan niet den doodenden invloed der strenge
huisorde van een gesticht.
Weliswaar is de verpleging' in een ge
sticht voor menigeen confortabeler, maar
toch verkiezen deze zelfde lijders de meer
bescheiden leefwijze in relatieve vrijheid
boven de materieele voordeelen der ge-
stichtsverplegi ng."
En hierna schrijft de heer Meijer, als slot
van zijn opstel, het volgende
»Het valt niet te ontkennen, dat de betrek
kelijk groote mate van vrjjjheid een enkele
maal haar bedenkelijke zijde beeft Toch moet
erkend worden, dat deze wjjze van verpleging
in bet buisgezin niet alleen uitvoerbaar is, maar
zelfs voordeelen oplevert, zoowel voor de Ijj-
ders zeiven als uit een economisch oogpunt.
Men vermjjdt daardoor de hooge uitgaven, die
bet bouwen van groote gestichten meebrengt,
buitendien vermeerdert de krankzinnige door
zijn eigen arbeid de inkomsten van bet huis'
gezin en kan daardoor de verplegingssom ge
ringer worden gesteld. Op grond van deze
goede ervaringen beeft men bet aangedurfd in
België nog een tweede kolonie te stichten, nl.
te Lierneux, voor de Waalsche bevolking, die
in 1884 werd ingewijd en waar thans meer dan
400 ljjders op dezelfde wijze als te Gheel wor
den verpleegd.
Ook Frankrjjk heeft dit voorbeeld gevolgd;
sedert 1892 bestaat er te Dun-sur-Auron een
krankzinnigenkolonie, waar men voorloopig de
beste resultaten heeft waargenomen.
Sedert ongeveer een halve eeuw heeft men
in Schotland de gezinsverpleging in praktijk
gebracht, maar op eenigszins andere wijze.
De krankzinnige wordt als 't ware uitbesteed
bp een vertronwd persoon, die een ambacht of
bedrjjf uitoefent, waarmede de patient bekend ia.
In één huisgezin kunnen nimmer meer dan
vier krankzinnigen worden opgenomen. Wan
neer men bemerkt, dat de lijder wordt verwaar
loosd of dat zjjn toestand een langer verbljjfin
de maatschappij ongewenscht maakt, wordt hg
teruggehaald en elders geplaatst of voorloopig
in een gesticht opgenomen. Ben centraal ge-
stieht bestaat daarvoor natuurlijk niet, omdat
de krankzinnigen overal verspreid zgn
denkbeeld van een kolonie treft men hier niet
aau. De ineeBte ljjders bevinden zich bjj dezen
staat van zaken uitnemend en dikwjjls heeft
een waarschuwing, waarbjj gedreigd wordt met
terugzending naar een gesticht, voldoende uit
werking om een ongezsggelgken Ijjder tot een
beter gedrag te brengen.
Moeilijkheden ondervindt men in Schotland
van deze verplegingsmethode niet te veel; zjj
is integendeel zoo populair, dat ongeveer 20
tot 25 pCt. van alle krankzinnigen zgn uitbe
steed, wel een bewgs hoe goed vele krank
zinnigen buiten een gesticht kunnen worden
verpleegd. De verplegingskosten bedragen
veel minder dan in de gestichten, zelfs valt
hier en daar een verschil van bgna de helft
te constateeren, wat niet weinig wordt be
vorderd door het feit, dat men eene ruime
keuze van verplegers heeft, die het een of ander
beroep uitoefenen, waarin de verpleegde zich
thuis vindt en zelf iets mee kan verdienen.
Eenig bezwaar brengt deze methode van ver
pleging wel mede door de groote moeilijkheid
van een voldoend toezicht op de belangen der
krankzinnigen, terwjjl tevens het gemis van
een gesticht in de onmiddellijke nabgheid zich
op ongewen8chte wjjze kan doen gevoelen.
Men heeft over deze wjjze van verpleging
in Gheel of in Schotland zeer uiteenloopende
meerlingen gehad. Aan den eenen kant treft
men onomwonden afkeuring aan, anderen zgn
geestdriftvolle aanhangers van dit stelsel. Voor
beide zienswijzen kunnen redenen ter verkla
ring worden gevonden- Wanneer men let op
de groote bezwaren, die aan een voldoend
toezicht bjj zoo uitgestrekte inrichtingen ver
bonden zgn, zoodat onaangename voorvallen
niet altjjd zgn te vermgden, dan ligt daarin
zeer stellig een schaduwkant van deze manier
van krankzinnigenverpleging, en menigeeB acht
dien niet weggenomen door de voordeelen van
het vrjjero leven, de geregelde bezigheid en
lage verpleegkoste», welke door de enthou
siasten op overdreven wgze op den voorgrond
worden geplaatst.
Naar mjjn persoonlijke ervaring is ook hier
de middenweg de beste, zooals hg sedert ver
scheiden jaren in Duitschland wordt gevolgd
en thans ook in ons land meer en meer baas
begint te breken.
Men vindt in Duitschland vele gestichten
met een overgroote bevolkicg, waar tussohen
1000 en 1500 ljjders worden verpleegd.
Vooral daar is men de wenscheljjkheid gaan
gevoelen om vele onschadelijk genoemde ge
stichtsbewoners te sljjten en zoodoende plaats
te verferjjge» voor de steeds toestroomende
nieuwe patiënten. Daardoor heeft inen lang
zamerhand om dia gestiohten als het ware
kleine kolonies zien verrgzen, waar eerst ge
stichtsbeambten, daarna ook andere personen
patiënten in hun huisgezin verplegen, die dus
nog onder den rook van het gesticht wonen,
waardoor een voldoende contröle omtrent hun
toestand en wgze van verpleging en tegeljjk
een gemakkelijke wederopneming in het ge
sticht mogeljjk is. De indruk, dien ik bjj
mjjne bezoeken aan dergeljjke inrichtingen
verkreeg, was ongetwijfeld zoo gunstig moge
ljjk en ik aarzel niet daarin een veelbelovende
oplossing van het vraagstuk eener doelmatige
krankzinnigenverpleging te zien.
Men heeft op die wgze niet met een zoo
overstelpende menigte ljjders te doeu als in
Gheel, de gestichtsverpleging bljjft altjjd hoofd
zaak en deze kan meer aan haar deel beant
woorden, aangezien de acute gevallen spoedig
kunnen worden opgenomen en dus meer kan
sen voor genezing aanbieden.
Veor de chronische of de bjjna herstelde
ljjders vormt de gezinsverpleging een ware uit
komst en de ervaring leert, dat een steeds
grooter percentage der gestiohtsbevolking de
voordeelen daarvan kan geniete». Ook uit een
economisch oogpunt is deze verpleging voor-
deelig, al ware het alleen hierom, dat de be
schikbare gestichtsruimte grooter wordt en
dus kostbare vergrooting of vermeerdering min
der noodzakelijk.
Zonder den minsten twjjfel zou een derge
lijke gang van zaken in Nederland bjj een deel
onzer krankzinnigengestichten kunnen bestaan.
Wel is het wenscheljjk, dat het beambtenper-
soneel der gestichten een deel der ljjders in
hun eigen familiekring ter verpleging kan op
nemen, waarvoor in de meeste gestichten een
reorganisatie van den verplegingsdienst nood
zakelijk zou zgn, aangezien deze thans grooten-
deels ongehuwd personeel bezitten.
Doordat sedert kort het rjjk ook voor die
armlastige ljjders subsidieert, die niet in een
gesticht verpleegd worden, is een groote be
lemmering van dit stelsel uit den weg geruimd.
Men neemt in Nederland nog slechts zeer
weinig waar van de gezinsverpleging der
krankzinnigen. Wel hebben enkele gestichten
op zeer bescheiden schaal daarmede een aan
vang gemaakt, maar verschillende bezwaren
van administratieven aard stonden aan deze
verpleging in den weg,
Onder deze gestichten dient in de eerste
plaats Veldwijk te worden genoemd, waar
tegenwoordig een 40-tal patiënten bjj beamb
ten of particulieren in do onmiddellijke om
geving van het gesticht zgn gehuisvest. Naar
mate op de voordeelen van deze methode meer
en meer de aandacht der regeering werd
gevestigd en men in de rgksgestiehten te
Medemblik en Grave al evenzeer als elders
de bezwaren ondervond van een voortdurende
overvulling, werd in 1900 aldaar de eerste
schrede op dezen weg gezet. Medemblik telt
thans 5, Grave 6 gezinsverpleegden.
Worden de verschillende moeilijkheden, die
tèn onzent aan deze methode der gezinsver
pleging nog in den weg staan, opgeheven,
dan is de vrije uitwisseling tussohen het ge
sticht en de bewonerB der onmiddellijke om
geving mogeljjk gemaakt en in den omtrek
van alle nieuwere gestichten zouden kleine
kolonies kunnen verrgzen. Do uitkomsten
dezer kolonisatie op kleine schaal zouden
stellig de daarvan gekoesterde verwachtingen
niet beschamen, de gestichten zouden van
een deel der chronische ljjders worden ontlast
en de verpleging onzer krankzinnigen zou een
belangrijke schrede in de goede richting
Moge die tjjd niet ver meer zjjn
Het door dr Meijer geschrevene trok
vooral onze aandacht in verband met onze
provincie, waar zioh de behoefte aan eene
gelegenheid tot verpleging van krankzinni
gen herhaaldelijk deed gevoelen en meer
malen een onderwerp van bespreking en
overleg uitmaakte, vooral met het oog op
de moeilijkheid om elders plaatsing voor
zulke lijders te vinden.
Bovendien heeft toch ook het is meer
malen opgemerkt eene verpleging in de
nabijheid der familie, ook voor minvermo
genden, eenige aantrekkelijkheid omdat men
dan gemakkelijker de lijders kan bezoeken.
Eu nu Tees bij ons de vraag of het niet
mogelijk .zijn zou ïn Zeeland een proef te
nemen met eene verpleging zooals dr Meijer
die, naar het voorbeeld van Duitschland,
aangeeft en die hij gaarne meer en meer
zag ingevoerd.
Eene gezinsverpleging als die in Schot
land bestaat, laat onze wet niet toe
maar wel is volgens haar geoorloofd eene
gezinsverpleging met een klein centraal
gesticht.
Er is in ons gewest menige stille en
Lstige plaats wij noemen b.v. Veere
en de duinstreek van Renesse, mits der
waarts ook een tram reed waar het
voor geesteslijdenden uitstekend zgn zoute
verblijven. En in die of in andere ge
meenten zijn allicht menscben te vinden
die, evenals de inwoners van Gheel, zich
bereid verklaren dergelijke patiënten bij
zich aan huis en onder toezicht te nemen.
Bovendien zijn vooral te Veere woningen
genoeg aanwezig zelfs groote waarin
op kleine schaal een inrichting zou kunnen
gevestigd worden, die men een gesticht zou
kunnen noemen en waaromheen dan kleine
kolonies zouden kunnen verrijzen.
Met medewerking van rijk, provincie en
gemeenten zou in die richting allicht iets
te doen zijn, dat voor uitbreiding vatbaar
is en voorzien zou in. eene behoefte welke
zich meer en meer zal doen gevoelen,
Wij geven ons idee ter overweging,
aan meer deskundigen overlatend hierover,
en vooral over de praetische uitvoerbaar
heid ervan, een oordeel uit te spreken.
Dat onder die deskundigen de gevoelens
omtrent zulk een plan gunstig zijn, leert
ons de geschiedenis inzake de krankzinni
genverpleging in Zeeland.
Ruim 25 jaar geleden stelde prof. A. P.
Fokker, destijds dokter te Goes, in den
ikundigen raad voor om de
ring te wijzen op de noodzakelijkheid van
een krankzinnigengesticht ïn Zeeland. Een
voorstel in die richting zijnerzijds werd
door dien raad verworpen.
Later werd in hetzelfde college een
gelijkluidend voorstel gedaan en destijds
met bijna algemeene stemmen aangenomen,
De toenmalige geneeskundige inspecteur,
dr Oarsten, een voortvarend en zeer werk
zaam man, steunde het voorstel en ook do
inspecteurs voor het krankzinnigenwezen
prezen dit plan bij Gedeputeerde Staten aan.
De ideeën waren toen dus gewijzigd,
maar trots den aandrang van al die des-
kundigeu meenden Ged. Staten, met hot
oog op de financiën van de Provincie, op
het idee niet te moeten ingaan.
Toen eenige jaren later het gesticht te
Delft zijn contract met de provincie opzegde,
bleven Ged. Staten ongenegen eene poging
in de door de geneeskundigen aangegeven
richting te beproeven.
Er werden toen, op voorstel van genoemd
college, door de Provinciale Staten con
tracten gesloten met verschillende gestichten.
Een paar jaar geleden werd de zaak nog
maals door den Geneeskundigen raad be
sproken en eene commissie van enquête
benoemd, die in 1901, bij monde van den
heer dr J. C. Bolle, een rapport uitbracht,
waaruit wel degelijk de behoefte aan zulk
een gesticht bleek, maar tevens het onver
mogen van den toen stervenden genees
kundigen raad om in die hoogst belangrijke
kwestie eenig initiatief te nemen.
Uit dit stukje.historie bljjkt dus ten dui
delijkste dat onder de mannen die er over
oordeelen kunnen, met wijziging der mee
dingen in 25 jaar, de overtuiging vaststaat
dat een krankzinnigengesticht in Zeeland
noodzakelijk is.
In die richting moot dus gehandeld
wordennaar onze, hiervoren geuite, mee
ning in den geest als in Duitschland ge
schiedt, op bescheiden schaal.
Wie zal, daarvan overtuigd, die nuttige
zaak nog eens aanpakken
Hij zou stellig eene goede daad verrichten.
Want niet onmogelijk toch dat bij dö voort
durende toename van het aantal ongeluk
kige lijders, er een oogenhlik zal komen
waarin de gestichten, waarmee thans con
tracten zijn gesloten, deze wegens plaats
gebrek zullen moeten opzeggen.
Maar bovendienbij de verschillende
stroomingen ook in deze, is het toch een
groot voorrecht wanneer de krankzinnigen
in de naaste omgeving worden verpleegd
en er van nabij toezicht op hen gehouden
kan worden.
Kameroverzisht.
Zitting van Vrjjdag.
Wat ons heden nog restte van de Indische
begrooting was bjjna alles »blein goed."
Tevens waren het personen quaesfcies, waar
over lang en breed gediscussieerd, werd. Zoo
de bekende zaak van den ex-luitenant Bosch,
wien, naar aanleiding van een Kamervotum
van verleden jaar, een jaarljjksche tegemoet
koming was toegezegd boven zgn onderstand.
Hiertegen hadden zich toenmaals vooral de
socialisten verzet, die er nu nogmaals op terug
kwamen. Eerst de heer Yan der Zwaag, daar
na de heer Schaper verklaarden dat deze rege
ling een >groote onbillijkheid" was. De officier
in quaestie was indertijd uit liet Indische
reggejaagd wegens diefstal (hg had bg
een excursie op Atjeh eenige voorwerpen uit
een Atjehsche kampong medegenomen), en nu
ging het volgens hen niet aan om dien ex-
een zelfde inkomen te verschaffen,
welk een eervol ontslagen officier geniet. Deze
redevoeringen waren natuurlijk behoorlgk
doorspekt met de noodige argumenten over
aklassen-justitie," enz., enz.
De minister was ook niet zeer ingenomen
met de regeling als door hem voorgedragen,
en liet het dan ook aan de Kamer over, ofzjj
het amendement van de heeren Van der
Zwaag c. s. om het bedrag met 1065 te
verminderen wilde aannemen of verwerpen.
Het nadeel, dien officier toegebracht, diende
echter zooveel mogeljjk goedgemaakt te wor
den, indien er werkeljjk sprake was van on
rechtvaardigheid, en daarom achtte hg het
amendement-De Waal Malefeit, om het bedrag
slechts met 500 te verminderen, verkieseljj
ker. En in dien geest sprak zich de Kame;
uit door eerst het amendement-Van der
Zwaag met 46 tegen 23 stemmen te verwer
pen en daarop het amendement-De Waal
Malefeit met 35 tegen 23 stemmen aan te
nemen.
Een andere personen quaestie kwam bg de
mterpellatie-Artz ter sprake.
Hier gold het het niet tjjdig mededeelen aan
de familie van het overigden in Indië van den
luitenant Geitenbeek. De heer Artz vond
die zaak niet in den haak, en verzocht den
minister om voortaan door het departement
telegraphisch belanghebbenden van dergeljjke
gebeurtenissen in kennis te stellen. Antwoord
vr n den minister dat dit reedB gebeurt, maar
dat in gevallen van overlijden ^buiten den
dienst, als in zake den luitenant Geitenbeek,
het departement soms later dan de betrokken
familieleden geïnformeerd wordt.
Tusschen deze personen-quaesties door gleed
het scheepje der Indische begrooting vrjj vlug
on zonder veel oponthoud de behouden haven
binnen. Vluchtig werd nog een klein opium
debat opgezet tusschen den minister en de
heeren Van Kol en Talma, waarbg de minis
ter man van den gulden middenweg
verklaarde de opium-regie, evenmin als de
opium-pacht, een warm hart toe te dragen,
maar de opium-regie, als het minste van twee
kwaden, de voorkeur te geven.
Ook stond hg nog geruhnon tgd stil bg de
klachten, door de heeren Heladingen en Schaper
te berde gebracht, eerstgenoemde over den
toestand van het personeel van het koloniaal
etablissement te Amsterdam, laatstgenoemde
over het werfdepot te Harderwijk.
Nieuws waren deze klachten en opmerkingen
niet. Verleden jaar had de Kamer er reeds
kennis van genomen, hetgeen den minister
niet verhinderde er nogmaals in den breede
op in te gaan, onder toezegging aan den heer
Schaper, dat hg zich persoonlgk te Harderwgk
gaan op de hoogte stellen. Mooier kan
het niet.
Ten slotte kwam Nieuw-Guinea nog op de
proppen. De heer Van Kol sprak daarover ooi
aan te toonen, dat deze landstreek tot Australië
behoort en niet tot Aziëde heer Van Nispea,
die het artikel van mr Heeres hierover in het
lijdschrift van Ned. Indië had bestudeerd, om
het tegendeel te bewijzen.
Toen deze heeren hierover uitgepraat hadden
niemand luisterde meer werd nog even
gesproken over den voorgestelden spoorweg
Rangkas Betoeng—Laboean en daarmede was
na negen dagen debatteerea de Indische be
grooting afgehandeld.
Iedereen stormde nu naar de ministertafel
om den minister te feleciteeren. remand, die
de 100.000 uit de loterjj trekt, had niet har
telijker geluk gawenscht kunnen worden. De
heer Idenburg is echter een robust man, en
kan tegen handjes geven. Het was anders een
vermoeenid oogenblik voor hem, afdie kamer
leden van handdrukken te >voorzien". Ver
diend was achter de felicitatie wel. Deminis-
ter heeft succes gehad. Dr Kuyper kan te
vreden zgn, en het land en de koloniëa met
hem. En dat is nog meer waard..
UIT STAD EN PROVINCIE,
Vrijdagmiddag geraakte, in een manufac
turenzaak op de Groote Markt a 1 h i e r> door
dat de vlam van een gaspit bg het aansteken
naar beneden sloeg, de etalage in brand.
Met eigen middelen werd het begin van
brand gebluscht. echter niet voordat aan de
uitstalling heel wat schade was toegebracht
en een der groote spiegelruiten was gebarsten.
Assurantie dekt de schade.
Te Arnemuiden is Vrjjdag overleden'
na een diensttjjd van ruim 21 jaar, de gemeente
veldwachter J. Dronkers.
De overledene genoot in zgn woonplaats de
algemeene achting en was de vraagbaak voor
velen.
Voor djjkbaas van het waterschap Hoe-
dekenslcerke is door het bestuur een drietal
opgemaakt, bestaande uit J. J. Blok, opzichter,
J. L. Krieger, opzichter bg den Zimmerman -
polder, beiden te Middelburg, en H, Keur,
buitengewoon opzichter bjj den waterstaat, te
Sas van Gent. De benoeming geschiedt tegen
1 Januari.
In plaats van den heer mr. Cau, die,
lis wjj in ons vorig nommer hebben ge
meld, bedankt heeft als lid en voorzitter van
de gezondheidscommissie te Z i e r i k z e e, is
benoemd tot voorzitter het lid de heer J. L.
G. Wortmau te Noordgouwe, terwgl tot lid
is benoemd de heer mr. D. van der Vliet te
Zierikzee.
Nabg Kloosterzande geraakte Vrjj
dag namiddag, door het schichtig worden van
een span paarden, op een waarvan een jongen
van oirca elf jaar zat, die knaap onder de
slede waarvoor die paarden gespannen waren
en waarop eene ploeg lag. Hoewel uiterljjk
geen wonden te bespeuren waren, leed de
knaap hevige pjjnen zoodat het schijnt dat hg
inwendig zwaar gekneusd is.
Door de maréchaussee te Philippine
is Vrijdagmorgen gevankelijk naar Middelburg
overgebracht een leurder, verdacht van diefstal
van kleeren en eetwaren uit een hoogaars
aldaar.
OHSTBKS KM W088BLSIN.
In weet van 20—27 Nov. zgn van I e ra e k e
verzonden 700.000 leverbare oesters, tegen de
volgende prjjzenle soort fr. 85—90, 2e soort
fr. 35—45; 3e soort fr. 20—30.
De. mosselverzending was de vorige week
niet zoo druk ais anders. Dit artikel wordt
in open wagen door de vischverkoopers gevent.
Door de strenge vorst was dit natuurlgk niet