MIDDELRURtiSUHE COURANT. Zaterdag 22 November, UIT STAD EN PROVINCIE. Mlddtlburg 21 Novembtr. N°, 276. 148e Jaargang, 1902. Doze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THBRHOHETBB EN VERWACHTING. 21 Nov. 8 u. vm. 26 gr., 12 u. 31 gr., av. 4 u. 31 gr. F. Verwaoht: zwakke N O. wind, bewolkte lucht, geringe toename in temperatuur. Advertentiën20 cent por regol, Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent, Eeclamens 40 cent per regel Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-I A. DB JLA MAK Aan., M.S. Voerbargwsl 3fl Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Ergerlijke toestanden. iï. (Slot.) Ook over de rechtspraak in Deli laat mr Van den Brand een zeer treurig licht opgaan. Wij wijzen daarop in de tweede plaats. Ergerlijke koelietoeatanden of mishande lingen, wie kan ze onpartijdig onderzoeken en goed berechten Men hangt niet gaarne schandelijke dingen aan de groote klokmen heeft er maar al te dikwijls belang bij getuigen te ver duisteren. Dit is, evenals het toetoepen of in den doofpot stoppen van zaken, aan de orde van den dag. Volgens mr Van den Brand zijn in Deli geen rechters. Ten minste niet voor Europeanen. De rechter, die den Europeaan zal straffen ingeval van gepleegd misdrijf, zetelt te Batavia. De kleinste kleinigheid sedert ruim een jaar met een geringe uit zondering moet voor den raad van justitie te Batavia behandeld worden. Dat is ongeveer hetzelfde, of een misdrijf, ge pleegd in Amsterdam, zou worden berecht in Madrid.- Daardoor worden de kosten buiten verhouding hoog. Er wordt in Deli geen Rechtgesproken; er worden vonnissen geveld waar het geldt de berechting van overtredingen der koelie ordonnantie door koelies. Mr Van den Brand geeft een proeve van rechtspraak in deze door den magistraat. En hoe zulke personen ook in andere zaken recht spreken, blijkt uit de geschie denis van Goh Tjau Hin, overgenomen uit de Javabode van 31 December 1901, waarin zij aldus werd verhaald »Het doorhakken, of dreigen met doorbakken van kwesties, waarmee men geen raad weet, beeft reeds sedert over-oude tjjden als een teeken van groote knapheid gegolden. Men denke slechts aan Alexander den Grooten met zjjn gordiaanscben knoop en aan Salomo in het kinderproces. Om bet eobter met succes te doen, moet men, en wel niet uitsluitend in eigen verbeelding, onbeperkt autoeraat zgn en tevens bezitter van Salomonische wjjsheid of Alexandrinisch talent. Is dit niet het geval en is men, bjjvoor beeld, modern controleur B. B. in plaats van antiek despoot, dan wil het wel eens gebeuren bjj het toepassen der doorhakmetbode, dat men zich m de vingers bakt, wat niet zoo heel öïj! ia, of in de rechtsbedoeling, wat wel erg is. ZöA^n-ontroleur heet dan bjj sommigen net zoo latig. een flink magistraat, die er van houdt, spoedig te decideeren, totdat die som migen zelve eens ees Salomonisoh onrecht matige veeg uit de pan krjjgen. Onlangs bad een Chinees, Goh Tjau Hin, groot rjjsthandelaar te Bindjey, eon geschil met de bg vrouw van zgn overleden vader. Zjj verlangde de uitlevering van een paar gouden armbanden, haar door haren man geschonken en, naar haar zeggen, vóór zgn dood hem door haar weder in bewaring gegeveD. Hg beweerde die niet in zgn bezit te hebben. Goed, dan maar samen naar den kapitein Chinees en hem de zaak voorgedragen. Deze dignitaris legde Goh Tjau Hin een eed op, waarin deze moest verklaren, dat hg de armbanden niet had. Goh Tjau Hin zeide echter, dat die arm banden niet door hem in den boedel waren aangetroffen, dat ze ook niet aan hem in be waring gegeven waren, dat hg zo in elk geval niet had en er vriendelijk voor bedankte, om in deze zaak een eed ai te leggen. Een beetje later werd hg geroepen bjj den controleur van Bindjey, die onmiddellijk in de volheid zjjner macht aan het knoopon door hakken ging. Goh moest öf den eed zweren, die dus nu door den controleur werd opgelegd, öf de armbanden aan de vrouw geven, öf hjj ging den pot in. Hg had ze niet en wilde niet zweren Nu, dan maar in den kerker En Goh werd afgevoerd naar de gevangenis. Nadat hjj hierin een paar uren had doorge bracht, om na te denken over de dwalingen zjjns weegs en over het ongepaste, dat er stak een machtigen mandargn van het zilve ren passement niet onmiddellijk zgn zin te geven, werd hg in vrgheid gesteld, daar een aantal andere Chineesche handelaren voor hem instonden. Invrijheidstelling onder borgtocht is, geloof ik, iets nieuws in onze wetgeving] Maar voor welke doortastendheden staat Alexander De controleur gaf hem vier en twintig uur tjjd, om tot inkeer te komen. Als hg dan nog niet zoo ver was, zou hjj weder in de doos gestopt worden. De geplaagde Goh spoedde zich naar Medan en vroeg raad aan Mr Van den Brand, wien zjjne zaak voorlegde. Het liefst wilde hg maar, om van de zaak af te zgn, de waarde der armbanden, die hg inderdaad niet had, betalen, want hjj vreesde voor de bedreiging van den controleur, voor benadeeling in zjjne zaken, voor zjjne vrgheid, ja zelfs voor zgn leven. Voor zgn leven Och, volgens een dwaas gerucht zou het eens zgn voorgekomen, dat in de gevangenis te Bindjey een gevangene door andere gevan genen geworgd is. En zoo'n domme Chinees maakt daaiuit natuurlgk. de dolste gevolg trekkingen Onder den invloed van al die angsten en vreozen betaalde dan ook onze Goh den vol genden dag, na nogmaals voor de omineuze keus gesteld te zgn, in handen van den con troleur van Bindjey 530 dollars, de waarde der armbanden, af te geven of in de gevange nis te worden geworpen. De dingen zelf had bjj dus bljjkbaar werkeljjk niet. En hiermede was de zaak uit Niet naar de meening van mr Van den Brand, die van oordeel was, dat men, ook tèn opzichte van Chinees, niet maar roughshod, over de rechtsbedoeling mocht heenrgden en iemand door onwettige bedreigingen intimideeren dat de zaak eene zniver burgerljjke was, leopende over een bedrag hooger dan 250, en dus niet behoorende tot de competentie van den con troleur, die niets anders had mogen doen, dan voor de eischeres een introductief rekest aan den landraad opmaken en zeer zeker niet mir nichts dir niehts den Chinees in de gevange nis had mogen stoppen dat de controleur eene jammerljjke begripsverwarring getoondhad om trent burgerljjke en strafrechterlijke zaken, daar, wanneer hier aanleiding ware geweest tot eene strafrechterlijke vervolging, het ongehoord on zinnig was den verdachte, onder bedreiging nog wel, 8en eed op te leggen en dat de contro leur in dat geval de zask had moeten instru- voor den landraad brengen en anders nietszoodat hg met zgn zonderlinge »be- rechting" in elk geval buiten zjjne bevoegd- was gegaan en misbruik had gemaakt van zgn gezag. Om deze redenen vestigde mr Van den Brand de aandacht van den resident, als hulp officier van justitie, op de zaak en verzocht tegen den controleur van Bindjey strafrechterlgke vervolging in te stellen. Goede hemel, welke minutieuze onderschei dingen "Wie lette nu in de dagen van Salomo of Alexander op zulke kleinigheden Het moest eenvoudig verboden zgn om »een flink magistraat, die er van houdt om spoedig te decideeren", zoo op de vingers te kjjken. En de sberechte" was maar een Chinees. In eene noot voegt de schrjjver hieraan nog het volgende toe »Het verloop dezer zaak is te eigenaardig, te teekenend om het den lezer te onthouden. Ziehier dan, wat het gevolg was van mjjne aanklacht le de resident gaf bevel tot vervolging van... Goh Tjau Hin 2e het onderzoek toonde de volkomen on schuld aan van den Chinees; Goh Tjau Hin zag zgn 530 dollars nooit terug 4e de controleur H. E. Muller bleef gehand haafd ea spreekt nog recht te Bindjey 5e Goh Tjau Hin verkocht zjjne bezittingen i vluchtte naar China, naar hjj sijj zeide, omdat hjj vreesde, dat de controleur hem zou zoeken en hg zich niet opgewassen voelde tegen zoo'n groot heer; 69 het vertrouwen der bevolking in de recht spraak van dezen magistraat... wat dunkt lezer Aan dat zoeken door controleurs en de daaruit volgende misbruiken wjjdt mr Van den Brand een paar hoofdstukkenen het was ons bij het lezen daarvan of wij hoor den spreken een ambtenaar, thans overledeu die jaren lang in Indië verkeerde en ons ook wist te vertellen van allerlei cadeau's, tot zelfs geheele ameublementen, die ambte naren van het binnenlandsch bestuur ont vingen, en van hooge sommen die bij venduties hun goed opbracht. Een controleur maakte daarvan handig gebruik door vendutie te houden en tevens te blijven. Hij verhuisde slechts van het eene hnis naar het andere. Zoo weten planters en andere belang hebbenden indruk te maken op zulke ambtenaren, de eersten ten koste der con tract-koelies, waar zij bij de toepassing der koelie-ordonnantie belang hebbende Chi neesche hoofden, omdat zjj de opiumpacht, de pandhuispaeht en de spoelpacht in handen hebben en eigenaren zijn van bijna alle huizen van ontucht. En tal van controleurs zijn voor atten ties van zulke personen gevoelig V .,Rechtsveiligheid is, voor al wat mensch heet en ónder elke hemelstreek, de eerste en onmisbare voorwaarde voor de verede ling van karakter en de ontwikkeling van kracht. Ontbreekt die, dan wordt de machtige tot knevelarij verlokt en zet zich in het hart van den mindere een wrok, die nijd baart en óf kruipend maakt óf verwildert. De rechtspraak moet er op zijn ingericht, om aan eiken inlander tegen onbillijke ambtenaren en aan den minderen man tegen zijn sociale verdrukkers, recht: te verschaffen." Mr Yan den Brand herinnert aan deze uitspraak van dr A. Kuyper, in zijn Ons Program. Met de feiten, door hem geschetst, voor is de verzuchting zeker gewettigd hoe ver zijn wij in Deli en in andere deelen van Indië van deze eerste onmisbare voor waarde voor de veredeling van karakter en, de ontwikkeling van kracht van het volk verwijderd Wanneer zal in die richting de eerste schrede tot verbetering gezet worden Mr Yan den Brand noemt in zijn bro chure een heel zondenregister op van de Delische maatschappij. Deze is volgens hem afgeweken van de orde eener Christelijke maatschappij, waar van daar niet hét minste uiterlijke bewijs i te vinden. Men heeft daar, behalve een heel klein rotestantseh kerkje, geen kerkenmen viert den dag des Heeren nietmen rekent er niet bij weken en dagen maar bij bloote datumsmen viert er geen Christelijke feestdagenmen viert er het Chineesche Nieuwjaar en de Chineesche heiligen dagen. Dit alles nu noemt den heer Van den Brand „de triomf der revolutie. De natio nalisten van 1789 zouden niet meer kunnen verlangen." Wij zijn dit natuurlijk niet met I In een maatschappij waar de Chineezen den boventoon voeren, evenals in die waar de Mahomedanen of de Javanen de meer derheid der bevolking uitmaken, gaat het niet aan om de Christelijke leer hun op te dringen en de maatschappij daarnaar in te richten. Dit zou onchristelijk, onmenschlievend, ihandig, onpractisch, ja zelfs bedenkelijk gevaarlijk zijn. Hierbij geldt vooral de nog dezer in de Tweede kamer door den heer Pijnacker Hordijk tot den minister van koloniën ge richte waarschuwing om alle propaganda voor het Christendom te vermijden. Wij vroegen ons zeiven echter af of juist door het al te eenzijdig standpunt, dat de heer Yan den Brand op kerkelijk terrein inneemt, zijn blik niet te bevangen is worden en hij daardoor tot overdrijving is vervallen. Wij weten het niet. Maar bij het beoordeelen van zijn aan klacht dient men dit vooral niet uit het oog te verliezen. Ook de adat, de gebruiken, de gewoonten in die kringen verlieze men bij de beoor deeling der toestanden niet uit het oog. Zij verschoonen veel, al wettigen zij daarom in geen geval al wat gebeurt. Wat mr Van den Brand zegt omtrent gru welen, die in Deli gepleegd worden, kwam ons voor als herinnering aan reeds lang geleden door ons gelezen of gehoorde verhalen. Waar en wanneer ze ons gedaan zgn, wij weten het niet. Maar in elk geval weten wij dat mr Yan den Brand op dit punt niet alleen staat. En daarom meenden wij het nuttig om. afgescheiden van het standpunt dat hij en wij op. godsdienstig gebied innemen een standpunt dat toch tot een en dezelfde op vatting leidt van onze belangstelling voor zijn christelijken,menschlievenden nood kreet te doen blijken en die van onze lezers daarvoor op te wekken. De humaniteit voor mr Yan den Brand een niet zoo hoog beginsel predikend als voor ons gebiedt dat men dergelijke ernstige zaken niet met stilzwijgen voorbijga. In de Tweede kamer bleven de grieven van den heer Van den Brand niet onbe sproken. Ze zgn dan ook te ernstig om niet overwogen of weerlegd te worden. In het Voorloopig Verslag omtrent de Indische begroo ting werd de zaak reeds in- ,d. De minister van Koloniën heeft het rapport van den heer Hoétink betref fende de mijnbouw-onderneming Lebong Soelit ter griffie van de Tweede Kamer gedeponeerd ter inzage van de leden. En verder wordt in de Memorie van Antwoord medegedeeld, dat door de Indische regee ring maatregelen genomen zijn, en wel naar aanleiding vaiï dit rapport, om aan de daarin geconstateerde ernstige misstan den een einde te maken en aan de con tractkoelies, bij de onderneming in dienst, een betere behandeling te verzekeren. En de heer Yan Kol, die de vergadering te Medan op .29 Maart II. bijwoonde en gelegenheid had zich van de toestanden op Deli op de hoogte te stellen, sprak daar over reeds Donderdag in de Tweede Kamer en kan verder zijn medeleden en den minister van' koloniën zeer goed voorlichten. Met belangstelling zien wij dé gedachten- wisseling daarover tegemoet, evenals elke poging van bevoegde zijde om over de beweringen van den heer Yan den Brand een juist, een onpartijdig licht te doen opgaan, En voegen wjj er bjj Dit verklaart een kabinet en een eerste minister, wier volgelingen in 1901 bjj de alge- meene verkiezingen de leerplicht-wot uitspeel den tegen de liberalen en daaraan grootondeela de overwinning te danken hebben. Zoo wordt elk middel tot bestrijding aan die zgde ge bruikt of liever misbruikt. Als het doel maar bereikt wordt De heer B. J. C. Rjjnders van Middel- burg heeft aan de universiteit te Utrecht met goed gevolg het candidaats-examen in de theologie 1ste gedeelte afgelegd. De Staatscourant van heden (Vrjjdag) be vat de gewjjzigde statuten der vereenigicg voor bg zonder lager onderwgs op gereformeer den grondslag te Arnemuiden Ook heden kwam de be- of liever mis handeling der koelies ter sprake. De heer Melchers drong aan op intrekking van koelie-ordonnBntie. Men zie Tweede Kamer onder Laatste berichten. BB EIROOM OP BBN GOBD WBRK. Wat heeft men indertjjd getoornd tegen hen, die de wenschelgkheid van den leerplicht voor stonden zoo roept Het Centrum, het katholieke blad, uit. Om nog maar te z wjj gen van de ontzettende gevolgen, welke daarvan werden voorspeld op zedeljjk en ander gebied, van de schending, welke het recht der ouders bedreigde enz. enz;, werd dag aan dag verzekerd, dat een wettelijke regeling van deze materie niet uaodig was. Het schoolverzuim was zoo groot niet; h nam gestadig af; dwang om ouders en voog den hun plicht te doen betrachten, was be paald overbodig, onnatuurlijk, onrechtvaardig. Intusschen is de leerplichtwet in werking getreden, en al zgn de donkere voorspellingen van vroeger niet uitgekomen, de administra tieve en minder practische omhaal dier wet gaf toch haren tegenstanders aanleiding, orü, zoodra het nieuwe ministerie was opgetreden, de intrekking te verzoeken. Het kabinet beloofde een onderzoek naar de werking der wet en ia daarmede ook ter stond begonnen. Dit onderzoek is nog niet afgeloopen. Maar in antwoord aan de leden der Tweede Kamer, bg de algemeene beschouwingen over de begrooting van 1903 op deze zaak terugkwamen, verklaart- de regeering toch reeds het volgende »Eerst na volledige kennis van den teestand te hebben gekregen, zal de rogeering kunnen overwegen, wat ten deze geraden zal zgn. nu echter wenscht zjj uit te spreken, dat zjj in geen geval tot den toestand van veelvuldige verwaarloozing der opvoeding ön van ongeregeld schoolbezoek, die voor de i; voering van de Leerplichtwet bestond, wenscht terug te keeren. Indien tot intrekking moest worden overgegaan, zou dit slechts kunnen geschieden na of bg de aanneming van een ontwerp, dat bedoeld kwaad, doch naar een ander stelsel, kon fnuiken." Dit citaatje spreekt voor zich-zelf. De regeering wenscht in geen geva terug te keeren tot den toestand van veel vuldige verwaarloozing der op voeding envanongeregeld school bezoek, die voor de invoerin de leerplichtwet bestond. Dit verklaart een kabinet, welks leden men allerminst van Prinzipienreiterei te dezen op zichte kan verdenken. Of leerplicht ook noodig was En of de wet, ondanks hare gebreken, ook lioilzaam heeft gewerkt In de Donderdagavond te Goes ge houden raadsvergadering, die bijgewoond werd door 11 leden, terwgl de heer L. Duvekot af wezig was, werden door den voorzitter, den nieuwen burgemeester, de reeds gemelde leden van de gezondheids commissie meegedeeld en, in verband daarmee, ingetrokken de verorde ning op de openbare gezondheids commissie. Tot toelating van den heer Joh. Pilaar, het nieuw gekozen raadslid; werd besloten. Den heer J. C. V. d. Pejjl, die 20 arbeiders woningen wenscht te bouwen op een perceel grond, gelegen tusschen Paralal- en Poelw.eg, werd, behalve het door hem gevraagde omtrent en rooil|jn, toegestaan een brug voor uitweg aan den Poelweg te leggen tegen eene retributie van f 2 'sjaars, onder enkele voorwaarden. De vereeniging Ijsvermaak werd op haar verzoek, evenals het vorig jaar, de beschikking over de Westvest gegeven, onder'nadere goed keuring, van af 1 December 1902 tot 1 Maart 1903. Ter vervulling der vacature, ontstaan door het vertrek van het lid der commissie van toezicht op het M. U., den heer J. Pb. Wesselink, werd benoemd de heer J. P. van Vlissiagea met wien de heer G, G. A. Meuwissen was aanbevolen. De heer J. Bujjse, had voorgesteld wgziging van art. 12 der verordening betrekkelijk de straten enz., en wel om dat-te lezen »Het verboden, anders dan des voormiddags tusschen 6 en 12 uur en des Zaterdags avonds tusschen 101/, en lll/s uur op óf aan de Open bare straat vloer- of andere kleeden uit te kloppen, of te doen uitkloppen In beginsel vereenigden zich B. en W. met dit voorstel maar zg wenschten, evenals de commissie voor de strafverordening, den tjjd bepaald te zien des Zaterdagsavonds van 10—11 uur, omdat ll'/t wat j®-. Tevens wenschten zjj den tjjd overdag ook zoo te wjjzi- gen dat vergunning wordt verleend voor het uit kloppen van kleeden van 68 én van 911 uren, met het oog op het aan- en uitgaan der scholen en kantoren. Aldus werd besloten. Nog werd ten slotte gunstig beschikt om trent verzoeken om ontheffing van den aanslag in den hoofdeljjken omslag en werden nog andere zaken van ondergeschikt belang béhan- deld. Ter hoogte van Bath, aan de roodó boei 37, heeft in den nacht van Woensdag op Donderdag de Eogelsche stoomboot Shieldrake, kapitein Frazier, die den gewonen dienst doet tusschen Manchester en Antwerpen, toen zjj naar laatstgenoemde stad opvoer, de stoom boot Utrecht in den grond.geloopen. De Utrecht, toebehoorende aan de firma Braekman Codoet geregelden dienst tus- m Antwerpen en Rotterdam, en was na op weg naar deze laatste stad. j werd, zoo meldt het Bbld. van Antiu recht in de zgde getroffen en in een oogea- blik was de machienkamer gevuld met water. De boot zonk bjjna oogenblikkelgk. De Shield' rake zette aanstonds een paar booten uit de schipbreukelingen te rédden. Dit ge lukte. Twee mannen waren reeds te water. Zg werden opgenomen aan boord van de Shieldrake, die er mede naar Antwerpen voer. De Utrecht was, zooals gewoonljjk, met stukgoederen geladen. Nu van verschillende zgde» de verschu iling eener bolide in de nieuwsbladen bespro ken wordt, en daarbjj bljjkt dat omtrent den tjjd der waarneming en de schijnbare grootte nogal versohil bestaat, bericht men ons uit Zierikzee dat aldaar de verschjjning en uiteenspatting van het hemellichaam, in het Oosten werd opgemerkt te 4 uren 43 minuten in den middag van jl. Zondag, terwgl de schgnbare grootte geschat wordt op ±1 d. M. middelljjn. Deze tijdsbepaling lean niet, of weinig van de ware verschillen, doordat do tram, die te 4.44 van 't station Sas airjjdt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1