liifliirgsclie Courant
FEUILLETON.
1 8optt is is; latei fl'AiElelerre
BIJVOEGSEL
van de
van
Zaterdag 22 November 1902, oo. 276.
Middelburg 21 November.
dio natuurljjk in oen vergadering als deze
Kauier niet genoeg kunnen gewaardeerd wor
den dat alles by elkander gevoegd, kan bij
dragen ooi zyn debuut tot een bepaald succes
te maken.
Inderdaad voor het kabinet-Kuyper is hjj
een «winste", of, oui in de taal der pas
verschenen Memorie van Antwoord te spreke»,
»een dier door God in het nationale leven be
schikbaar gestelde krachten", waarvan »voor
het gemeenschappelijk vaderland" party is te
trekken.
Van
Kameroverzicht.
Zitting van Donderdag.
Met de slot-scèae van het incident Cremer-
Kol, dat Woensdag de beraadslagingen
over de Indische begrooting zoo vierkant in
de war stuurde, werd de zitting van heden
aangevangen. Zooals onzen lezere bekend is, is
de heer Van den Heuvel, afgevaardigde van
Eindhoven, een braaf katholiek en eerzaam
linncnfabrikant, de rapporteur uit de sectie,
waarin de li^er Van Kol zitting heeft, en had hjj
de opmerkingen van dien heer aan de Com
missie. va# Rapporteurs over te brengen.
Hoe zonderling dat toeging, vertelde ons de
heer Van Kol reeds Woensdag. Van al die
Indische zaken had de heer Van den Heuvel
bljjkbaar niet het minste begrip, reden waar
om de heer Van Kol die niet-katholiek is, en
daarom onmogelijk rapporteur bon zgs, maar
wel Indische specialiteit is, den zwoegenden
heer Van den Heuvel bjjstond.
Van een stok papier las deze ons oan des
betreffende verklaring voor, die volkomen
klopte met de v orstelling, door den heer Van
Kol van deze zaak gegeven. Waarom hjj dan
hierop nogmaals terug kwam "Was het om
te zeggen, dat de Provinciale Staten zjjn aan
wezigheid in het geliefd Brabant vereisohten
op het GOgeïiblik, dat hjj wist, dat zjjn zaak
dió der oommissie van rapporteurs in de
ter sprake zoudoa komen Zoo ja, dan
had bet heel wat korter gekund. Na werd
het een oratio pro domo, die over het incident
geen nieuw hoht verspreidde en waaruit
alleen te hopen valt dat, mocht de geachte
afgevaardigde wederom eens tot rapportour
over de Indische begrooting gekozen worden,
hg genoegzame zelfkennis zal verkregen heb
ben, graciouseljjb voor die eer te bedanken.
Verdere uitbreiding kreeg de discussie over
dit punt gelukkig niet. Wel zag het er een
oogenblik naar uit, dat die richting zou wor
den ingeslagen, maar het bleek slechts een
donker wolkje, dat spoedig overdreef.
Thans werd dan eindcljjk geregeld voort
gang gemaakt met de behandeling der Indische
begrooting.
Vergeleken by dc gedachtewisseling van
Woensdag scheen ons het heden gevoerd debat
aanmerkelijk belangrjjker toe. En de toon
waarop de discussie gevoerd werd èa de inhoud
van de redevoeringen, die uitgesproken werden,
lieten hieromtrent geen twgfel. Woensdag
werd er niet naar denbeer Van Kol geluisterd,
wat misschien aan zjjn wjjdloopigheid van
spreken was te wjjtenheden echter had hjj
een zeer aandachtig gehoor.
Hetzelfde kan getuigd worden van den
nieuwen minister van koloniën, die
buut maakte met een speech, waarnaar de Ka
mer met onverdeelde aandacht luisterde
die zulks dan ook volkomen verdiende. Wat
hjj zeide, zeido hg goed, was meestal klaar
en duideljjk; en waar hg moeiljjkheden had te
overwinnen, bleek hg een even handig debater
te zgn als zgn collega, dr Kuyper. Ter zgde
werd mg, toen minister Ideaburg aan het woord
was, toegefluisterd«Onthoud eens, hg wordt
nog permanent-ondervoorzitter van den minis
terraadt" Nu is bet zeker noch den fijnen ar-
ri8tooraat De Marez Oyens, noch den slappen
Van Lynde», noch den goedigen Loeff, noch den
braven Kruya, noch den anders pittigea generaal
Bergansïns zagm wg ooit zóo zeker van hun
zaak, zóo gemakkelgk over met zorg opgestelde
hindernissen heen springen als heden door den
heer Idenburg geschiedde.
Daarbg komt dan nog zgn metale stem,
die klinkt als klaroengeschal, zgn wgze van
voordragen, zgn toon, waaruit overtuiging
spreekt, zgn zakelgke en korte antwoorden.
1 Uit het Engelsch.
van
Mrs WILLIAMSON.
Aan het diner kregen de gasten van het
hotel d'Angletorre te Méfcretat, in Bretagne,
een grooten schrik.
Het seizoen te Métretat was pas begonnen,
maar de gewone gasten waren reeds bgna allen
bgesawant Métretat was heel anders dan de
gewone badplaatsen en «Angleterre" was heel
anders dan een gewoon hotel. Badplaats
hotel waren geheel in beslag genomen door
Engelscben en er werd liefst niemand anders
geduld. Een van de aanvoerders van
zekeren kring, die het erfelgk recht bezit om
op alle andere stervelingen neer te zien, had
eenige jaren geleden Méfcretat ontdekt en de
behoorlijkheden ervan in het geheim meegedeeld
aan eenige uitverkorenen. Dientengevolge had
een kolonie, uitsluitend bestaande uit de echte
soort Engelschen,zich letterlgb meester gemaakt
van Méfcretat en van het eenige hotel, dat
daar bevond. De kamers werden van het
seizoen op het andere besproken, zoodat, in
dien een vreemdeling zich in dezen kring zou
Maar urn eenige punten uit het heden ge
voerd debat gereleveerd.
De speech van den heer Van Kol, waarin
hg Woènsdag halverwege bleef steken, en die
ook heden nog een goed uur de aandacht der
Kamer vergde, bleek niet zooveel nieuws te
brengen als verwacht werd
Een reisbeschrijving was het niet. Wel had
de spreker een groot aantal bronnen" op
gespoord en nieuwe «authoriteiten" gerecru-
teerd, maar deze bleken per slot van rekening
alles slechts te herhalen wat hg vroeger niet
eenmaal, maar reeds tienmaal, honderdmaal in
en buiten de Kamer gezegd had. Toch bleek
duideigk, dat hg voeling had gehad met de
Indische maatschappg uit den aandrang naar
meer licht op verschillende punten, die in
Nederland niet in dezelfde mate de belang
stelling opwekken als daar, en die tooh wel
degelgk eens ernstig onderzocht mogen worden.
Zoo bv. wees hg op ons imperialisme in Indië
en noemdo daarvan als bewgs ons optreden in
Djambi. Het is bekend, zeide hg, dat een
dezer dagen een proces te Soerabaya zal ge
voerd worden, ingesteld tegen den redacteur
der Soerabaya Courant, die in zgn blad ge
schreven had, dat aan den civielen en aan den
militairen commandant te Paleinbang een
groote som geld was toegezegd door belang
hebbenden bg da petroleumindasfctie die in
rgke petroleumbronnen vermoeden,
indien deze aufchoriteiten deze streek onder
rechtstreeksch bestuur brachten, althans het
daarheen konden leiden.
Het antwoord van den minister hierop waB
zeer kort, maar bracht er niet veel toe bg
om de duisternis ia deze zaak weg te nemen.
Hg zou wachten, totdat het proces afgeloopen
was. Maar wat dan zouden wg willen
vragen. Is daarmede de zaak afgeloopen
Ook over de misstanden op Deli werd
door den heer Van Kol gesproken, waarbg
het ons opviel, dat de heer Cremer in zgn
betoog geen antwoord invlechtte, dat de be
weringen van den afgevaardigde uit Enschede
te niet deed. Indien in éan zaak de ond-
minister op de hoogte is, is het wel in zake
de boeli8toestanden, waarvan in de, door de
redactie van dit blad besproken, brochure van
W. J. van den Brand hartverscheurende tafe-
elen worden opgehangen.
Toch bewaarde hg hier wel een stilzwggen,
dat wellicht uit zekere hooghartigheid mag
voortspruiten, maar welke gedragslgn op den
duur niet vol te honden is. Ten mins-e niet
zonder schade.
Verder had de heer Van Kol het over
bekende onderwerpen, die telken jare bg de
Indische begrooting ter sprake komen. De
«drainage" van Java, de wenschelgkheid om
irrigatiewerken op groote schaal aan t9 leg
gen, de economische achteruitgang van de
bevolking, de verwaarloozing der buiten-be
zittingen, het gebrekkig Inlandsoh onderwgs,
aUe détail-zaken, die onder de drie groote hoofd
stukken kapitalisme, militairisme en impe
rialisme zgn thuis te brengen.
Een nieuwigheid had do heer Van Kol, en
dat was een Indische commissie, uit de Kamer
te kiezen, die den minister in zgn taak zou
bgstaan. Een soort koloniale Raad dus. Heel
veel sympathie vond dit nieuwe plan echtsr
niet. De meeste sprekers zwegen er over en
de heer Cremer keurde het af, hoewel het
voorstal, gezien het paB gebeurde met de com
missie van Rapporteurs, ons nog niet zoo
kwaad leek.
Ten opzichte zgner houding vis a vis den
minister van koloniën viel uit de redevoering
van den heer Van Kol niet juist op te
hoe deze zal zgn. Van steun in den gewonen
zin van hst woord is natuurlgk geen sprake
maar ook over de mate van oppositie zgner
zgde viel niet te oordeelen. Dan weder was
hg het met den minister eens, dan wederom
bleek hg het volslagen oneens met hem te
zgu. Het sterkst echter scheen hg osb toe,
waar hg den nieuwen bewindsman principieel
den tand voelde. Hg vroeg naaf «het
kenmerk" der christelgke koloniale beginselen
en toonde daarbg volkomen aan dat die in
Indische begrooting nergens te vinden
waren.
Het concubinaat moet volgons die beginselen
afgeschaft worden. Dit kunt ge gerust schrap
pen, zeide de heer Van Kol. Ook de christe
lgke regenteu kunt ge gerust «afvoeren." Zoo
mede is do heiliging van de Zondagsrust in
Indië niets dan eon phrase. Niemand zal zgn
bedienden hierin willen tegengaan, indien
Kromo genoemde rust wenschfc te houden. De
heer Van Kol beweerde dan ook dat dit ge-
heele systeem fiasco had gemaakt.
Natuurlgk gaf de minister dit niet toe. Zeer
handig vroeg hg den heer Van Kol, waar deze
gesproken had van zgn program, waar dat te
vinden was. lig had over de zooeven genoemde
zaken nooit een woord gesproken noch ge-
schreveu. Een handigheid, die hem echter wel
niet zal helpen, want al zga deze zaken nergens
ia program geformuleerd, als toelichting op het
anti-revolutioniiair program van beginselen zgn
ze door dr Kuyper in zgn bekend werk Ons
Program wel degelgk te vinden. En aan te
nemen, dat de heer Ideaburg het werk van
zgn meester zou verloochenen is zeker een
stoute bewering. Maar de repliek was handig
Stippen wg nog uit de ministerieele rede
voeringen aan dat bg inzake de»Eereschuld" een
verklaring aflegde, waarbg hg namens de re-
georing mededeelde, dat Indië door Nederland
fiaantieel geholpen zal worden «naarmate de
moederlandsche finantiëa" dit toelaten, ten
einde verdere «inzinking" van Indië te voor
komen. Een gewichtige verklaring, die nader
nog wel ter sprake zal komen.
ting van zulk een eigenaardig standpunt als
heer Talma tegenover het kiesrecht aan
neemt.'
Behöerschten de redevoeringen van den heer
Van Kol en den minister voor het grootste
elte het debat van heden, en waren zg
ook naar den inhoud de meest belangrgke
speechen, ook de heeren Van Vljjmen, Rbell,
Van Bylandt, De Waal Malefeit, Verheg en
Cremer, voerden het woord. De heer Van
Vlgmen, onder de modedeeling, dat bg geen
groote waarde hecht aan «algemeene beschou
wingen," wat hem evénwel niet verhinderde
er aan deel te nemende heer Rösli om den
fiaancieelen toestand van Indië zorgelgk te
noemende heer Van Bylandt om met een
gemoedelgk woord den heer Van Kol er op te
wgzen, hoe verkeerd hg doel, om telkens over
ons imperialisme te spreken, wat in het bui
tenland een verkeerden indruk maakt; de
heer De Waal Malefeit om don minister een
hart onder den riem to steken, en de heeren
Verheg en Cremer om eenige opmerkingen te
maken, die beter ook bg de behandeling in
de onderafdeeliugen konden te berde gebracht
worden.
Ten slotte kregen wg nog een «kort woord"
van den heer Van der Zwaag, waarna de ver
gadering eerst te kwart voor vgven uiteen
ging
Morgen dupliek van den heer Van Kol, en
dan, naar te hopen is, met spoed de behan
deling der artikelen ter hand genomen.
was om te zeggen dat het huis geheel bezet
was.
Wanneer men de maanden Augustus en Sep
tember in het hotel d'Angleterre doorbracht,
was het alsof men op een buitenplaats logeerde
want iedereen kende iedereen, en de meesten
van die veertig of vgftig mensohen noemden
elkaar bg den naam of met bgnamen, ter her
innering aan het een of ander grappig avon
tuur, ol als toespeling op een eigenaardigheid.
Als er eens een vreemdeling wist binnen
dringen,was hefcgewoonlgk als gast, of tenminste
als vriend van een der uitverkoreneniedereen
wist alles van hem af en (tenzg hg bgzonder
vermakelgk was, want dan deed het er niet
toe) wie zgn grootvader en zgn overgrootvader
was geweest,
Er was niets van blufferigheid of parvenu-
achtigheid onder de gasten, die zich eiken
zomer in dit ouderwetsche, slaperige dorpje,
aan de rotsachtige kust van Bretagne, ver-
eenigden. Er werd geen toilet gemaakt, niet
gepronkt. De dames droegen korte serge
rokken en blouses, of witte piqué pakjes tob
aan het eten, en trokken dan een eenvoudig
zgden japonnetje aan; hét was bg onge
schreven wet bepaald dat er geen sieraden
gedragen werden en geen gedecolleteerde
japonnen. De heeren, die veel wandelden en
golf speelden, leefden in Knickerboden tot aan
zonsondergang en de vissehers en roeiers
gillen indringen, dc kastelein alfcjjl in efcaatmewtal *°el en tricots.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Van de directie der rgkspostspaarbank ont
vingen wg een exemplaar van het verslagaan
Koningin, betreffende den dienst dier bank
over 1901, met verschillende graphische voor
tellingen
Bg dat verslag is nog een tabel gevoegd
waarin een overzicht van vergelgkenden aard,
betreffende den toestand van de, daarin aan
geduide, 6 Europeescha postspaarbanken, aan
het einde van het 17de levensjaar, uaaruit
blgkt: dat, èn wat het aantal boekjes per
1000 inwoners, èn wat het gemiddeld tegoed,
eveneens per 1000 inwoners, aangaat, Neder
land de eerste plaats inneemt.
Uit het verslag zelf blgkt verder dat van
den dienst der bank in voortdurend toene
mende mate wordt gebruik gemaakt, door het
personeel der zeemacht, Uier te lande of in
vreemde wateren zich bevindende
Voorts, dat het door middel der Bank beleg
gen der spaarpenningen, vergaard op scholen
voor lager onderwgs, ook nu ruimschoots reden
ot tevredenheid schonk.
Op 1 Nov. jl. was het aantal inleggers ge
stegen tot ongeveer 955.000, wier saldo-tegoed
toen, zonder den intrest over 1902, ongeveer
99 millioen gulden bedroeg.
Wat de provincie Zeeland betreft teeke
nen wg uit het verslag het volgende aan
Het saldo der inlagen en terugbetalingen op
Dec. 1900 was 3.847.625 9L. In 1901
werd ingelegd 2,109.755.81 en terugbetaald
1.711.409.10, zoodat het saldo der inlagen
en terugbetalingen op 31 Dec. 1901 bedioeg
4.245:972.12
Op dien datum was aan de inleggers ver
schuldigd 5.039.492.37.
Op 31 Dec. 1900 waren in omloop 35 927
boekjesuitgegeven werden er 4039 en inge
trokken 1480, zoodat op 31 Dec. 1901 in om
loop waren 38.486 Doekjes.
In 1901 werden in onze provincie op 107
kantoren door 38.486 personen 53 451 inlagen
gedaan, gemiddeld ten bedrage van 30.47,
terwgl 15 547 terugbetalingen plaats grepen
gemiddeld van 110.08.
Het gemiddeld bedrag van het tegoed per
inlegger was 130.97.
Gesplitst naar het bedrag van het te goed
waren in Zeeland 5808 beneden f 1, 8429 van
1 tot beneden 10, 13724 van 10 tot
beneden 100, 8926 van 100 tot en met
800, 1189 boven 800 tot en met J 1200,
403 boven f 1200 tot en met/2400 en 7 boven
2400.
09K EES STANDPUNT.
De hoofdredacteur van Patrimonium, de heer
S Talma, wjjdt nog een opstel aan de
tegenwoordige kieswet.
Het slot daarvan luidt als volgt:
«Feite]jjk heeft deze wet niets anders
lan, dan de woorden der Grondwet gebrui
ken om eenige honderdduizenden burgers van
het kiesrecht uit te sluiten.
eze uitsluiting draagt, juist om den aard
der eischen die gesteld zgn, het karakter van
willekeur en prikkelt, daardoor tot pogingen
om de uitsluiting op te heffen. Feiteljjk is
tegenwoordige regeling niets anders dan
beperking van algemeen kiesrecht en
het kan niet anders, of de actie om tot alge
meen kiesrecht te komen wordt gesterkt door
het karakter der bestaande regeling.
Waarom die actie door ons niet gesteund
wordt, niettegenstaande onze ernstige bezwa
ren, tegen het bestaande, zetten wjj de vol
gende maal uiteen."
Eindeljjk zullen wjj dan da lang gewenschte
opheldering krjjgen.
Wg zgn zeer benieuwd naar do uiteenzet-
Den zesden Augustus was het seizoen in
het hotel d'Angleterre, ongeveer een week in
vollen, loomen gangen daar de etensbel
gegaan was, was het gezelschap omstreeks
acht uur bg elkaar gekomen in de ee
Voor de gezelligheid at men aan tafels van
hoogstens twaalf personen. Zoo zaten de goede
kennissen bjj elkaar en als iemand aan de oene
d iets tegen iemand aan een andere te
zeggen had, behoefde hg zich slechts om te
draaien op zgn stoel en hem toe te roepen,
«tengevolge was er een groot gegons en
gepraatmaar iedereen begreep waarover
iedereen praatte en iedereen stelde belang in
dezelfde onderwerpen.
«Hoe jammer datKitVauce de influenza
heeft zei Lord Strathallin (bekend als
Woodsey) en wees op een paar onbezette
plaatsen aan zgn tafel. «We zullen haar en
Tom erg missen ze zgn allebei zoo jolig. Ik
hoop dat de oude Dumpont niet zoo ge
zal zga om hun kamers aan vervelende indrin
gers te verhuren".
«Dat zou hjj niet durvenriep Lady
Jack Avery hem over een paar tafels toe.
Op hetzelfde oogenblik ging de deur van
de eetzaal open, wat volstrekt onnoodig was,
daar iedereen binnen was en de soep reeds
weggenomen werd. Er volgde een geruisch
van zware zjjden voering, van glanzig satjjn.
een geur van heliotroop, een gerinkel van
armbanden en daar trad een dame de eet<
BSSIfOJAMIWISfiEW J5MJB.
Bg kon. besluit
is aan den luit. ter zee 2e kl. P. M. A. Bo-
gaert met 10 Dec. a. s. op zjjn verzoek eervol
ontslag uit den zeedienst verleend
zjjn toegekend op advies der commissie
van toezicht op de Rijksacademie van Beel
dende Kunsten en ingevolge uitspraak der jury
voor de in 1902 gehouden prgskamp in de
beeldhouwkunet - - aan mej. Fr. E. Jeltsema
de gouden en aan den heer C. A. Smout
zilveren eerepenning, bedoeld bjj art. 13 der
wet van 26 Mei 1870, en is voorts aan mej
Fr. E. Jeltsuna, voor het tjjdvak van 1 Dec.
1902 tot 30 Nov. 1903, een jaargeld van ƒ1200
verleend, bestemd om haar ia de gelegenheid
te stellen zich in do beeldhouwkunst te vol
maken en
is aan J. J. A. Koppelaar, agent van politie
le kl. en onbezoldigd rijksveldwachter te Rot
terdam, de eere-medaille der orde van Oranje-
Nassau, in zilver toegekend.
Door den minister van koloniën zgn de
heeren H. Ekharfc en P. J. van Arum gesteld
ter beschikking van den Gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indic, om te worden be
noemd tot vice-commandeur voor het vak
van scheepsbouw bg het marine-etablissement
te Soerabaja.
Aanbesteding voor het leger in Zweden van
110.000 KG. prima aardappelen vóór 1
December. Levering Jes8einstation bij Christi"
ania. Wekeljjks 10 000 KG., aanvang Mei.
Spoorwegvracht 20 cents.
TWEEDE KAUIER.
Antwoord op de algemeene be
schouwingen.
Big keus de Memorie van Antwoord op
hoofdstuk I der Staatsbegrooting voor 1903 zal
de Rsgeering niet alleen steeds bereid worden
bevonden om, voor zooverre de beschikbare t jjd
gedoogt, te dienen van antwoord, maar zg
d6elt ook de meening dat een Kabinet, om
veerkrachtig te bljjren, wel doet met voeling
te blgven houden met de parlementaire meer
derheid, waarop het steunt.
De vrees dat het optreden van bet Kabinet
ch zou kenmerken door een overhaast om
wenden van het roer van staat in confès-
sioneele richting berustopmisverstand.
Het Kabinet was van meetaf van oordeel dat
in een land met eene gemengde bevolking van
zeer uiteenloopende levensbeschouwing, zg die
tgdelgk op de R°geeringsaiaoht den sterksten
invloed oefenen, voor zoover hun overtuiging
sleohts even toelaat, alles te vermgden hebben
wat andere groepen ergeren of drukken zou.
Zorgvuldig hoopt het er zich voor te wachten
om alsnu zelf te doen wat in anderen werd
afgekeurd
Zelfs in het voorneman tot herziening der
Zondagswet mag op zichzelf nog geen
specifiek Christeljjk bedoelen worden gezien.
Ook de verwgzing naar plaats gehad hebbende
benoemingen is hier te onpas. Kwamen
thans meer dan vroeger óok mannen van ande
ren huize in aanmerking, wel verre van hierin
confessioneele bevoorrechting te zien, acht het
Kabinet hierdoor een weg te betreden, die het
verwacht dat ook in de toekomst geëffend zal
blgven.
In zooverre het vorig Kabinet getracht heeft
zooveel mogeljjk de naastenliefde in praktgk te
brengen, was het niet specifiek Christelgb.
Ontkend wordt dat het Kabinet door de
Zondagswet, het onderzoek naar het
vaderschap, de vrgmaking van het
onderwgs en den accgns op het gedis
tilleerd zjjn Christelijk karakter verloochent.
Homogeniteit op staatkundig gebied kan
nooit beteekenen dat de leden eenor staatkun
dige partg op elk afgeleid punt tot dezelfde
conclusie kwamen.
De klacht over conservatieve nei
ging en bestryding van democratische
denkbeelden vindt hare waardebepaling
in de zeer uiteenloopende beteekenis, aan die
uitdrukkingen gehecht. Wat door den minis
ter van binnenlandsche zaken in de zitting
van 1 October j l. over de door hem afgewezen
steeplechase met sociaal- en vrgzinnig-demo-
ciaten gezrgd is, was een uitvloeisel van het
dat gezien werd in het op economisch
terrein tegen elkander opbieden van de ver
schillende partgen om het doen van het
hoogste bod, een schier bg elke stembus
terugkeerend bedenkelgk steekspel.
Aan eene geheel nieuwe bewerking, ten
deele op nieuwe berekeningen steunende, van
het ontwerp betreffende de ouderdom a-
en invaliditeitsverzekering is
men thans doende.
Een nieuw ontwerp Armenwet is in
studie.
Nog andere niet in de Troonrede genoemd®
ontwerpen zjjn in behandeling. Vermoedeiyk
zal meer dan éen nog dit jaar de Kamer be
reiken, o. m. dat op de waterreiniging
en dat ter uitvoering van art. 96, 2e lid, der
Grondwet.
Het wetsontwerp op de zoetwafcervis-
schergen zal volgendat tot herziening
der Zondagswet zal vermoedelgk in de
volgende troonrede kunnen worden aangekon
digd dat tot vrgmaking van het onderwgs
verwacht de regeering dan eveneens te kunnen
aankondigen.
De strekking er van zal moeten zjjn, dat
verbetering van do positie der bgzóndere
onder wgzers met de verdere ontlasting
der schoolbesturen gelgken tred houde. Een
wettelgke regeling, waarbg op het Rgk de
minimum salarissen en de wettelgke verhoo
gingen worden overgebracht, zal ook de open
bare onderwyzers moeten omvatten. De voor
bereiding zelfs van dezen voorloopigen maat
regel eischt omvangrjjke berekeningen.
Het betoog dat in de 1 i n a n o i e e 1 e po
litiek van het kabinet sedert het vorige
jaar eene belangrgke wyziging is gekome»,
spruit voort uit onjuiste opvatting.
Omtrent de uitkomsten voor het
zaal binnen.
Onwillekeurig zag iedereen op en staarde
haar aan, alsof zg 'een geesfeverschyning ware
doch dit duurde slechts een seconde, en
daarop zag men elkaar veelbeteekenend aan.
Plotseling heerschte er een ijzige stilte, en
i kellners, die de reden er van begrepen,
lachten in zichzelf. Geen van allen bengelden
zg den ober, wiens plicht het was de dame
naar haar plaats te geleiden. Hg deed dit
met de deftigheid van een soldaat van de oude
garde, die een verloren bataillon in den strgd
voertterwyide jonge dame, volkomen bewust
van den indruk dien zg teweeg bracht, doch
de oorzaak daarvan geheel verkeerd begrijpende,
welgemoed ruischende en rinkelende de zaal
door stapte. De ober trad op een van de leege
plaatsen toe (die gewjjd waren aan de nage
dachtenis van Sir Thomas Vauce en zgn gade)
en trok den stoel naast Lord Strathallin
achteruit.
Het meisje ging zitten met een vriendelijke,
big moedige uitdrukking op baar schoon gelaat,
ontvouwde baar servet met een bevallige
beweging en keek eens om zich heen, bereid
om te groeten. Er was niemand die dien blik
beantwoordde. Niemand zag haar aan. Het
was alsot het heele gezelschap, zich schamende
dat het een oogenblik de aandaoht op haar
gevestigd had, eenparig gehypnotiseerd was
om te doen alsof zg niet bestond. Het ge
mompel begon weer en de gesprekken werden
voortgezet, alsof zg niet gestoord waren. Er
werd gepraat over hetgeen er verleden week
te Cowes gebeurd was, voor men hier heen-
kwam, ovor nieuwtjes uit brieven van lieden
die Schotland boven het dierbare Métretat
verkozen, over kleinigheden, over golf- en
vischpartgen en croquet en er werd een leven
dige woordenwisseling gehouden over een spel,
bridge, dat gespeeld was en weer gespeeld zou
worden.
Het meisje luisterde een poos, al etende,
keek van het eene gelaat naar het andere, van
de eene japon naar de andere, nam alles op
en scheen bgzonder voldaan over zichzelf en
hare omgeving. Van lieverlede, naarmate de
gerechten elkaar opvolgden, trok zg echter de
wenkbrauwen verbaasd omhoog en eindelgk,
toen ze vond dat de Esgelsch9 stgfheid lang
genoeg geduurd had, tegenover een eenzame
dame, begon zg vol belangstelling te luisteren
naar de beachrg ving van een bridge spel, die
een jonge dame in het zwart over haar hoen,
tegen Lord Strathallin deed. Toen die dame
even ophield meende de vreemdelinge ook een
woordje te moeten zeggen en vroeg
«Is bridge een moeiiyk spel om te leeren
Ik heb er zooveel over üooren spreken in
Denver. Ik ben een Amerikaansche
De jonge dame in het zwart richtte een
paar verbaasde oogen op haar en liet die even
op haar rusten, of liever zjj seheen door haar
heen te willen zien, als door iets dat haar in