MIDDELRllRGSCHE COURANT. N°. 268 1489 Jaargang, Maandag 10 November. L§freden en sto rtbaden 1902. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 8 Nov. 8 u. Tm. 49 gr., 12 u. 52 gr., av. 4 u. 54 gr. F. Verwacht: zwakke Z. W. wind, veranderlik. Advertentiën20 cent per regel, öeboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel, Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ng verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-P A.1DB la HAR Asn., N.I. Veerborgwal 366, Amsterdam. By deze courant behoort een Bij Middelburg 8 November. Het derde onderwerp dat wij gaarne hadden besproken maar dat wij in den stillen zomertijd lieten rusten, betrof de lofrede, destijds geschreven door mr H, de Wilde op den tegenwoordigen premier, dr A. Kuyper. Allerlei andere onderwerpen van meer urgenten aard deden ons ook na dien tijd besluiten dit vlugschrift onbesproken te latenmaar nu opnieuw een ander, thans een jeugdig advokaat en aanhanger der anti-revolutionnaire partij, een lid der Tweede Kamer in den dop, zich gedrongen heeft gevoeld om opnieuw een lans te breken voor het christelijk kabinet en zijn leider, gevoelen wij ons toch gedrongen eenigszins op ons eerste plan terug te komen en over die lofreden in het algemeen enkele opmer kingen ons te veroorloven. Over de beschouwing van den heer De Wilde, waarin hij de beteekenis van dr. Kuyper „voor de politieke ontwikkeling vau het Nederlandsclie volk" uiteenzet, slechts enkele regelen. Zij is reeds van verschillende, van vrij- auti-revolutionnaire, van liberale en van sociaal democratische zijden zoo zeer afge broken dat daaraan niet veel woorden meer zijn toe te voegen. „Yoorwaar zoo schreef de redactie van Het Vad., die beter had gevonden zoo de schrijver zijn boekje nog een drietal jaren in portefeuille had gehouden „voor waar, de schrijver anticipeert lichtvaardig- lijk, waar hij ten slotte hulde brengt aan dr Kuyper als staatsman. Het is volkomen waar, dat vriend en tegenstander bet talent hebben erkend, waarmede dr Kuyper, in de Kamer opgetreden, leiding heeft weten te geven aan de oppositie en in alle vragen van practische politiek zijn positie heeft geteekend, maar dat is nog niet het vol dingend bewijs geven van staatsmanstalent. Of hij als regeerder den vooruitzienden blik en den krachtigen greep heeft, die den waren staatsman moeten kenmerken of hij het talent bezit groote dingen als groot en kleinigheden als klein te behan delen of hij zijn tijd weet te kiezen en zijn slag weet te slaan, dat alles zijn nog vragen der toefcomst." En aan het slot van een zeer lezens waardige beschouwing in De Controleur voegde H. J. S. den heer De Wilde toe „Er is onder al den humbug van mijn met 't Statenlidmaatschap verheerlijkten collega, een toon van dankbare vereering voor den meester, die aangenaam aandoet. En hij valt te benijden, wijl hij met den- gene, die hem geestelijk leerde leven, homogeen kon blijven gaan. Dat voorrecht is niet ieder beschoren. En ik, die 't niet gehad heb, besef, hoe eenzijdig het maakt. Doch eenzijdigheid leide niet tot grove onbillijkheid. Men roepe niet, als midden- eeuwsche partijgangers, die met den goe dendag de waarheid uitmaakten„Hier Kuyper Hier Nieuwenhuis Hier Troelstra Wie spreekt over het geestelijk ontwa ken van ons volk, maatschappelijk en poli tiek, die zwere niet bij een man, maar die gedenke, wat een heele rij van schrijvers, voortgekomen uit allerlei school, in breeder of enger kring hebben gedaan, tot-vrijmaking der geesten, de eerste stap tot geheele emancipatie van den mensch. Tausend Bitterffiohl bewaffnethunne rijen worden gedund en groeien weer aan. Er mogen tienduizend ook zijn. 't Is voor een dankbaar gemoed een voldoening, als schildknaap den lof van zijn ridder uit te trompetten. Hoofdzaak is, zelf er naar te streven, zelf zoo'n ridder te worden, het vaandel en den hoofdman trouw, maar zelf bewust, zonder ijdelen waanwant ware vrijheid duldt geen knechten." Men zie onze nommera van 1 Sept. en 16 October. Wat ons betreft, wij lazen de brochure van mr De Wilde met groote belangstelling. Wij kunnen ons ten volle begrijpen bet enthousiasme van den schrijver voor een man als dr Kuyper, voor wiens bekwaam heden, voor wiens organiseerend talent wij grooten eerbied koesterenonder wiens be koring en invloed men komen moet, als men veel met hem omgaat. Wij herinneren ons nog zeer goed hoe wij eenige jaren geleden, bij zijn optreden in het Schuttershofter gelegenheid van een samenkomst tot voorbereiding van eene kerkelijke vergadering, die hier gehouden zou worden, tot het einde toe werden mee gesleept door zijn „schitterenden stijl en oostersche, Bijbelsche beeldspraak", door mr De Wilde zoo terecht bewonderdhoe wij, staande, zonder aan moe-worden te denken, luisterden naar zijn „boeiend en wegslepend schoon" betoog. Maar laat ons niet vergeten dat juist vooral zijn invloed als geestelijken leider hom gemaakt heeft tot politieken leider en langs dien weg tot minister. En hoe gemakkelijk zijn de wegen te bewandelen die, met behulp van het geloof, langs de kerk voeren Maar daaraan is deze groote schaduwzijde verbonden dat velen, door zulk een leider te volgen, zeer eenzijdig worden in hunne meeningen en onmogelijk voor de algemeene samenleving, voor samenwerken met anders denkenden. Èn dat is ook stellig wel het geval ge weest, sinds, door het tokkelen op de snaren der volksconscientie, door het streven tot hervorming van de Nederlandsche Her vormde kerk, het scheiden en stichten van allerlei kerkelijke gemeenten, veel verdeeld heid is gezaaid. Ook dat is het gevolg geweest van dr Kuypers optreden als geestelijk leider. Bovendien het krampachtig vasthouden aan uiterlijke vormen en schrifturen, waarop hij vooral aandrong, heeft de ervaring leerde en leert het nog steeds nog niet ten gevolge gehad dat men er doordrongen werd van den geest, aan het christelijk geloof ten grondslag liggend. In uiterlijk vertoon, in het hechten aan de letter meer dan aan den geest zoeken velen hun kracht en hun sterkte. bijzondere kwestie onder partijgenooten zei ven. Maar dit wenschen wij toch te doen uitkomen dat ook aan die zijde groote ontevredenheid heerscht en heel wat stort en worden uitgestort om de vurige lofredenaars te bekoelen. En welke nu de vruchten zullen zijn van don arbeid als minister van dr Kuyper, wij weten het niet en daaromtrent valt nog niets met zekerheid te zeggen. Het is een kunstig in elkaar gezet huis. dat hij met behulp der Roomsch-katholieken heeft gebouwdmaar of het erg solïede is; of het bestand zal zijn tegen aanvallen van verschillende, zelfs van anti-revolutionnaire zijden, is de groote vraag. Juist de pogingen, die van hem bevriende zijde worden gedaan om telkens zijn lof, zijn kracht, zijn macht en zijne heerlijkheid te verkondigen, om hem te verdedigen waar hij niet geheel nog voldeed aan de ver wachtingen, om tot matiging aan te sporen in het stellen van eischen zij bewijzen dat men niet gerust is voor de toekomst. En uit dat oogpunt beschouwen wij ook het nieuwe geschrift van mr Anne AnemaStaatkundige Rondblik. Hij betoogt daarin dat er in het geheel geen reden is om dr Knyper hard te val len en deze in niets is afgeweken van de richting, die hij voor zich heeft afgebakend en met algemeene instemming van de partij heeft ingeslagen. De schrijver richt dan ook in de eerste plaats het woord tot de onderwijzers van de Scholen met den Bijbel en in het alge meen tot hen, die met dezen teleurgesteld zijn door het zwijgen der troonrede over verdere „vrijmaking van het lager onder wijs", omdat zij thans gehoopt hadden op eene „finale oplossing van het onderwijs vraagstuk in den geest van het gewijzigde E/me-rapport", gelijk die op den voorgrond was gesteld in het (in 1901) gewijzigd program van actie van 1897, op zijne beurt eene „nadere uitwerking en toepassing" van het anti-revolutionnair programma van 1878. De beschouwing daarover kannen wij laten ru ten, omdat dit meer geldt een Voor ons is van meer belang wat mr. Anema schrijft in verband met de alge meene politieke verhoudingen; over eene andere groepeering der partijen dan de tegenwoordige. Hij acht die in de gegeven omstandig heden onraadzaamvooral met name een zich bijeenvoegen der meer behoudende elementen uit alle partijen aan de eene tegenover de meer vooruitstrevende aan den anderen kant. Dit zou, volgens hem, een hopeloos werk geweest zijn. En hij geeft van dit zijn gevoelen op de )lgende wijze rekenschap »Er bestond bg de staatkundige constellatie de stembus van 1901 slecbts tweeërlei mogelgkheid. Oi de meer behoudende elemen ten van alle partgen tegenover de vereenigde meer geavanceerde elementen öf een partg- groepeering naar die dieper liggende levensbe ginselen, waarop ten slotte ook onze staat kundige en maatschappelijke grondstellingen i. Onder die omstandigheden was de keus niet moeilgk. Hoezeer er zonder twjjfel een neutrale zone is, waarop ook samenwer king mogeljjk is met andersdenkenden, en wel met zulke andersdenkenden, die in be ginsel en uitgangspunt lgnrecht tegenover u staan, toch. stuit gezamenlijke arbeid in ééne meerderheid op te groote bezwaren. Zal sociale wetgeving werkelijk ingrijpende ver betering aanbrengen, dan moet ze steunen op één leidenden gedachtengang. En nual wordt er van meer democratische zjjde onder de niet-beljjdende en ''an meer demo cratische zjjde onder de belijdende par tgen geljjkelgk krachtig aangrjjpen van bet sociale vraagstuk met warmte bepleit, het leidend stel grondgedachten, dat aan weers zijde voorzit, loopt in principe te sterk uit een, dan dat vruchtbare saamwerking als ver bonden meerderheid doeltreffende verbetering zou hebben gebracht. Zoodanige combinatiën tusschen de democratische elementen van tegenovergesteld levensbeginsel zouden zonder twjjfel de voorkeur verdienen voor ben, voor wie ten slotte de geesteljjke grondgedachte bijzaak is als ze maar materieel vooruit gaan. Maar zoo denken onze anti-revolutionaire mannen er niet over. Voor wie vöor alles het beginsel wenscbt hoog te houden, staat de zaak ganscli anders. En nu heeft de ondervinding in dezen ons w jjze lessen gegeven. De gedeel telijke proef toch, ia '94 genomen, heeft over tuigend getoond, dat men zulk saamwerken aan de overzjj opvat als mochten wij steeds als hulptroepen dienst doen en als kwam hun toe het dragen der banier. Die partieels saam- werking onzerzjjds werd kortweg geboekt als aanvaarding van de staatkundige beginselen der tegenstanders. Een hernieuwing van deze of dergelijke combinatie was dus thans uitge sloten. Wat in '94 een in 't belang der zaak verplichte proefneming was, zou in 1901 na het kennen der resultaten schuldige en roeke- looze plichtsverzaking zjjn geweest. Er was derhalve geen keus." Wij zullen ons maar niet verdiepen in de vraag of het mogelijk is uit de behou dende elementen van verschillende groepen éen partij saam te stellen. Eene dergelijke partij moet uit zich zelve, uit de omstandigheden geboren worden. Maar dit is zeker dat van de Kuyperi- aansche groep allerminst zulk een poging kan nitgaan, want dan schrijft zij haar doodvonnis en pleegt zij verraad aan haar eigen verleden. Of zij tegenwoordig tegenover de Roomsch Katholieken niet dienst doet als hulptroepen ziedaar een vraag die wij niet zoo grif ontkennend beantwoorden. Voor die hare bondgenooten moet zij en moet de premier zich ontzien. En eenmaal zal komen wat nog in ons nommer van Vrijdag is opgemerkt: de overheerschende macht van Rome over dr. Kuyper en de zijnen. Dit is de vloek der coalitie. En die zal te meer en te eerder een feit zijn, naarmate de mannen der vrije en der democratische anti-revolutionairen, zooals thans reeds geschiedt, zich meer en meer afscheiden en voortgaan door stortbaden de opgewondenheid van hunne vroegere medestrijders te bekoelen. Men lette op het streven van mannen als Staalman en mr De Vries, die dr Kuyper willen terug brengen op het spoor der democratie waarvan hij is afgeweken op de houding der redactie van De Neder landerhet orgaan van den Gfoeschen afge vaardigde, jhr mr A. F. de Savornin Lohman, die bijna alles afbreekt wat het plechtanker vormt voor de uiterste-antire- volutionnairen; die zich verklaart tegen de wederinvoering van de doodstraf; die van huismans kiesrecht, in den vorm als nu geëischt wordt, niets wil weten die zelfs haar sympathie niet verheelt voor een vrijzinnig democraat door te schrijven: Dat het „ons volstrekt niet te doen is om in 't algemeen het gehalte der oppo sitie te verzwakken, moge o. a. hieruit blijken, dat wij, zoo er een vrijz.-dem. moet komen, veel liever een man als b. v. of een ander zeer bekwaam lid dier richting zagen gecandideerd, dan hem dien het gerucht aangaf den heer Heldt. Mits een tegenstander op nobele wijs strijd voert, zeggen wijhoe talentv oller hoe liever." En wat het „algemeen huismans kies recht" betreft, dat men thans vraagt, het is, zegt De Nederlanderiets geheel anders dan het huismans kiesrecht, in het anti- revolutionnair program ontwikkeld. En het blad voegt den premier en zijn aanhangers o. a. het volgende toe Er is thans geen reden om een kiesrecht te verdedigen, dat een broertje, en een zeer gelgkend broertje, is van het steeds door alle antirevolutionairen bestreden algemeen kies recht, zonder tevens in te voeren of althans voor te stellen inrichtingen en bepalingen waarin, uit antirevolutionair oogpunt, bedoeld kiesrecht alleen op zjjn plaats ie Niet dat wg dit verlangen. Ons komt het voor dat het beter is geheel het kiesrecht te laten rusten, en wg willen den Premier geens zins lastig vallen niet zjjn »oude plunje," die hg, om ook o. i. goede redenen, ten deele thans kan laten liggen. Maar men neme dan ook niet uit die plunje in enkel stuk, dat, als men al zjjn gewone kleedingstukken bljjft dragen, schril bjj deze afsteekt. Want dan ziet men niet die oude plunje, maar een harlekgnspak." En ten besluite van zijne artikelenreeks over het kiesrecht zegt het blad Wil men ten slotte al de diepere beginselen laten rustenwil men noch van den eisch van christelgke beginselen Bpreken, noch een hervorming op den voorgrond schuiven waar voor, wat men er overigens van denken moge, de tjjd op verre na nog niet rjjp is; wil men eenvoudig de vraag bespreken, of voor de samenstelling van de Staien-Generaal een ander kiesrecht dan het tegenwoordige toch niet doelmatiger zjjn zou, welnu, dan zullen wjj over de kwestie gaarne debatteeren, niet met groote woorden, maar met argumenten. Wjj zullen dan hebben te onderzoeken, of thans onze vertegenwoordiging niet goed is, en, zoo ja, waarom niet. Voorts of een ander kiesrecht misschien of waarachjjnljjk beterschap zal aan brengen. Men behoeft dan volstrekt niet, gelgk ook door vele anti-revolutionairen maar al te vaak gedaan wordt, telkens van zjjn tegenstanders of tegensprekers te onder stellen, dat zjj alleen of hoofdzakeljjk door vrees voor hun, of wel door verlangen naar anderer brandkast worden gedreven. Men zal beter doen te onderstellen, dat allen willen het algemeene welzjjnniet bet oordeel van ééne klasse of éen groep, maar èn de algemeene welvnart èn de grootst moge- Ijjke vrjjheid. Men zal dan tevens acht kunnen slaan èa op de ervaring van anderen, èn op onze eigen volksgeaardheid en eigen volks toestanden. Zulk een discussie zal ieder die het welmeent met het Vaderland gaarne aanvaarden. Maar men bljjve ons met die verwarrende, en anti-anti-revoluiionaire phraseologie van het ljjf." Dit zijn alles behalve vriendelijke woorden. Met zulke feiten, zulke noodlottige teeke nen voor oogen, is het te begrijpen dat de partij, die den tegenwoordigen premier aanbidt, en hem wil steunen bij al zijn doen en laten, de toekomst donker inziet. De lofredenaars mogen nog zoo mooi schrijven, nog zoo zeer aansporen tot berus ting en goedkeuring, baten zal dit niet veel. Ook in de politiek zijn stortbaden vaarlijke dingen, vooral wanneer eigen vrienden meenen die te moeten toepassen. Zij koelen te veel af; zij dooven te veel de geestdriftzij maken den warmöien mensch veelal nuchter in zijn opvatting en vatbaar voor de werkelijkheid die thans alles behalve rooskleurig er uitziet. En tevenszij maken de positie van een premier, zelfs een als dr. Kuyper, hoogst moeilijk. BIT STAD EN PROVINCIE. In eene Vrjjdagavond gehouden vergade ring der vereeniging Handthbelang alhier is als candidaat voor het lidmaatschap der Kamer van koophandel en fabrieken te Middelburg, ter vervulling der vacature, ontstaan door het overljjden van den heer J. Borsiu», gekozen de heer E. Mes, lid der firma A. A. Mes alhier. De heer Mes heeft die eandidatuur aange nomen. De bjj het 3e regt. inf. benoemde majoor O. D. Roon krjjgt Middelburg tot stand plaats Toen heden ochtend een rjjtuig door de St. Pieteratra&t alhier kwam, waarin een heer en dame waren gezeten, die naar den trein moesten, schrikte het paard voor een handkar. Het rjjtuig geraakte tegen een stoep en de koetsier viel van den bok, terwjjl het lemoen brak. De koetsier kreeg eenig letsel aan het been. De passagiers stapten uit en gingen te voet treinwaarts; - Vrjjdag is in den houtzaagmolen van de firma Houthandel v/h. G. Alberts Lz. en Co" alhier een der werklieden C. v. d. W. met een drjjfriem in aanraking gekomen. Hg brak zjjn linkerarm. Uit VTissinge», schrgft men ons Een vischolie- en gnanofabriek, waarvoor zooveel moeite is gedaan om die alhier te vestigen, zal te Maassluis gebouwd worden, omdat het fabriekswater niet in het kanaal geloosd mag worden. 't Is wel jammer. Tusschen de Koninklgke Maatschappij De Schelde en de Electric Boat Company te New- York, waarvan the Holland 1 orpedoboot Company eene afdeeling is, is eene overeenkomst gesloten, waarbjj aan De Schelde gedurende 25 jaar het uitsluitend recht is verleend tot het bouwen van onderzeesche torpedobooten voor Neder- and en hare koloniën volgens de plannen, uitvindingen en patenten, thans in het bezit van of nog te verkrjjgen door genoemde Electrict Boat Company. Het Belgische stoomschip Handel is heden aan de werf der Schelde aangekomen tot het ondergaan van de noodige herstellingen aan machine en ketels. Naar men ons nader meldt, behoort de tot commandant van het dépdt van discipline benoemde kapitein G. H. Fraseer toch tot het 3e regiment infanterie en wel tot het 4e ba taljon in garnizoen te Vliasingen. Omtrent de aanleiding tot de arrestatie van den rjjksveldwachter J. B. te Arne- mniden meldt men aan de G. Crt B. wordt verdacht dat hg, gelden voor de opge legde boeten innende, iets dat rijksveldwach ters bjj ministerieele aanschrijving verboden is, die gelden bjj den ontvanger der registra tie niet heeft afgedragen, maar ten eigen bate heeft aangewend. Aan belanghebbenden moet hg kwitantiën hebben uitgereikt, die hg valachelgk met den naam van den ontvanger der registratie heeft onderteekend. B. is een der rgksveldwachters aan wier bewaking Zuidhof is ontvlucht. Hg heeft een vrouw en zes kinderen. Met ingang van 15 dezer is benoemd tot kommies 4e klasse bjj 's rijksbelastingen, tgde- lgk te Mook, A Jumelet, thans kommieB te water a/b recherche vaar tuig no. 3 te Ham- ert; en zgn verplaatst de kommiezen 4e klasse J. A. Schrgver van IJzendgke naar IJsselstein (tgd.) en D. C. van der Hooft van Rucphen naar IJzendgke (tgd.) laatstge noemde wordt te Sluis gedetacheerd. A. de Maker te Kloeting o, kommies der directe belastingen, is met 13 dezer geplaatst te Kerkerade. Dit bericht is nog medegedeeld in een deel der oplaag van ons vorig nommer. In eene Vrgdag door ingelanden van den polder Noordgouwe gehouden vergadering is tot ontvanger-griffier, in plaats van wglen den heer Chr. Groeneveld de Kater, met 14 van de 17 stemmen benoemd dieoB zoon, de heer D. Groeneveld de Kater, Op den heer H. van Gorsel waren 2 stemmen uitgebracht, terwgl 1 biljet blanco was inge leverd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1