MIDDELBURGSCHE COURANT. Woensdag 5 November. N°. 261 143' jaargang, 1902. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2 Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 4 Nov. 8 n. vm. 45 gr., 12 u. 50 gr., av. 4 u. 40 gr. F. "Verwacht: zwakke wind, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50 elke tegel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel. Groots letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende Handel, Np verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertenti«-Bnr»n 1.M IA MAR Au., N.I. Veorbnrgwsl 366, Amsterdam. De voorgestelde wijziging der gemeentewet. 't Is meermalen opgemerkt, en dus niets nieuws, dat de wetten en instellingen van den Staat de uitdrukking moeten wezen van hetgeen in het volk leeft en omgaat, dat zij geheel kinderen van haar tijd moeten zijn. Is dit zóo, dan ligt voortdurende wets herziening in de lijn eener gezonde regeer kunde en zullen er steeds voorschriften ge vonden worden, die verouderd zijn en aan passing vragen aan den huidigen toestand. Zoo is het ook met onze gemeentewet, voormaals geen onaardig product van wet geving, uit den eersten tijd na de groote grondwetsherziening. Maar een halve eeuw is over haar bestaan heengegaan en, ofschoon zij herhaaldelijk veranderingen onderging, die wijzigingen hebben haar niet gemaakt tot wat zij zijn moest. Groote en gewichtige punten blijven over. De bevoegdheid dei- plaatselijke besturen eischt uitbreiding in verschillende aangelegenheden, maar ook beperking, althans nadere regeling op ander gebied. De regeling der gemeentelijke financiën in verhouding tot die van het Rijk, kan onmogelijk lang worden uitgesteld. En dan zijn er nog eenige andere repa ration, ten deele van minder aanbelang, waarin thans bjj een afzonderlijk wetje zal worden voorzien, wanneer het ontwerp daartoe, onlangs door de regeering bij de Tweede Kamer ingediend, hot Staatsblad zal bereiken. Met een kleine omzetting van een Fran- sche spreuk zouden wij kunnen zeggen als men niet kan krijgen wat men graag zou willen hebben, moet men tevreden wezen met betgeen men krijgen kan. En daarom willen wij het ontwerpje beoor- doelen zooala het daar ligteen bescheiden poging om den rechtstoestand van enkele ambtenaren te verbeteren en, in hoofdzaak, den burgerlijken stand een meer waardige plaats onder onze instellingen te verze keren enz. Zooals men weet, zijn de ambtenaren van den burgerlijken stand openbare ambtenaren, wier akten authentieke kracht bezitten, dat wil zeggen: volledig geloof verdienen,zoo lang de valschheid namelijk niet bewezen is. Die authentieke kracht is noodzakelijk om de belangrijkheid van het onderwerp. In den welgeordenöen Staat bebooren de voornaamste maatschappelijke feiten, in hoofdzaak geboorte, huwelijk en overlijden, aan bepaalde regelen te worden onderwor pen eene regeling die wij den burger lijken stand noemen. De bedoelde feiten en de daarop betrek king hebbende bijzonderheden worden met groote nauwkeurigheid in verklaringen of akten vermeld, welke in registers bij elkan der worden verzameld. Dit alles is geregeld bij bet burgerlijk wetboek. De daarop betrekking hebbende voorschriften zijn dus van algemeenen aard en wij meenen zonder aarzelen de meer malen geuite meening te kunnen onder schrijven, dat hier van een Rijkszaak, van een algemeen maatschappelijk belang sprake is. Niettemin heeft de wet de feitelijke uit voering der taak op de schouders der ge meenten gelegd. De registers toch worden bijgehouden door, feitelijk onder of zonder toezicht, maar in elk geval onder verant woordelijkheid van een of meer onbezol digde ambtenaren, die door den raad uit zijn midden worden gekozenmet deze ééne uitzondering van nog al groote betee- kenis voor de kleine gemeenten, dat de burgemeester, ofschoon geen raadslid zijnde, ambtenaar van den burgerlijken stand kan zijn. Het weinig beteekenende toezicht van den officier van justitie daargelaten, bemoeit het Rijk zich verder niet met de zaak. Deze fout, reeds bij de wording van het burgerlijk wetboek op bet voetspoor der Fransche wetgeving begaan, heeft gelukkig geen ernstig nadeelige gevolgen gehad. De waarheid gebiedt te erkennen, dat, over het algemeen genomen, de burgerlijke stand goed wordt beheerd en de instelling over het algemeen aan hare bestemming naar eisch beantwoordt. Dit is een compliment aan het adres der ambtenaren en beambten bij de gemeente besturen, aan sommige burgemeesters, en kele wethouders en zeer vele secretarissen, maar het is daarom geen compliment aan de wet De ambtenaren van den burger lijken stand, wier eigenlijke taak door lagere ambtenaren en beambten wordt waargenomen, nemen de verantwoordelijk heid op zich voor zaken waaraan zij dik wijls geheel vreemd zijn. Het ontvangen der aangiften, het opmaken der akten en wat er verder noodig is, geschiedt veelal buiten hen om, door het bezoldigd perso neel ter gemeente-secretarie. Heeft dit in den loop der tijden tot weinig moeilijkheden aanleiding gegeven, dan was het meer ge luk dan wijsheid, en verandering mag op den duur niet uitblijven. De wenschelijkheid em zooals nu wordt voorgesteld aan de gemeentebesturen vrijheid te geven, ook buiten haar midden naar geschikte personen voor de waarneming der betrekking van ambtenaar van den burgerlijken stand om te zien, is vaak bepleit. Wij hebben daar ook niets tegen. Er is zelfs één grond van beteekenis, die door de memorie van toelichting op het wetsontwerp niet eens wordt genoemd. Het is deze: De regel dat de ambtenaar van den burgerlijken stand de verantwoordelijkheid op zich neemt voor feiten waaraan hij vreemd is gebleven, ondergaat namelijk uitzondering voor de huwelijksvoltrekkingen. De wet toch schrijft uitdrukkelijk voor, dat de aanstaande echtgenooten voor den ambte naar en zijne getuigen de verklaring afleggen dat zij elkander tot echtgenooten aannemen en getrouw de plichten zullen vervullen, door de wet aan bet huwelijk verbonden. En, zóó geschiedt het ook. Dat is' dan ten minste in orde, zal men zeggenWij zouden het niet kunnen na zeggen. De ervaring toch heeft steeds geleerd, dat het in vele der kleinere ge meenten moeilijk is, om geschikte ambte naren van den burgerlijken stand, behalve den burgemeester, te vinden. De kiezers vragen er niet naarwanneer zij hun poli tieke mannen maar hebben. De keuze is dus zeer beperkt en de eerbied voor de in stelling van het huwelijk en voor de wet in het algemeen is dan ook door de bur gerlijke huwelijksvoltrekking niet verhoogd. Zeker is bet waar dat vele ambtenaren van den burgerlijken stand, zich ten volle van hun gewichtige taak bewust, het bur gerlijk huwelijk hoog in eere wisten te houden en bij partijen de plechtigheid in dankbare berinnering te doen blijven, door deze, binnen de perken der wet, een een voudig en toch indrukwekkend karakter te geven, waardoor zij naast en niet beried de kerkelijke inzegening kwam te staan. Zulke zaken mag men niet over het hoofd zien en daarop moet bij de benoe ming van ambtenaren van den burgerlijken stand wel degelijk worden gelet. Zal de nieuwe regeling ook hieraan be vorderlijk zijn Is er eenige waarborg dat steeds volkomen geschikte personen zullen worden benoemd Ziedaar vragen, die wij niet stellig be- «tigend zouden durven beantwoorden. Wel is waar zullen er volgens den nieuw ontworpen titel der gemeentewet in elke ate minstens twee ambtenaren van den burgerlijken stand zijn een voorschrift dat strijdt met het burgerlijk wetboek, het welk de bevoegdheid geeft om er slechts éen aan te stellen doch daarmede is de zaak niet gevonden. Aan de aanbeveling van burgemeester en wethouders is de raad niet gehoudenmaar men is het toch wel aan de soms zoo enge grenzen der gemeenten. Immers, het zal toch wel de bedoeling wezen, ingezetenen der gemeente te benoe men Dit wordt althans naar onze meening bewezen door de feitendat men in den regel benoeming van den secretaris ver wacht, dat de bepalingen omtrent de met het ambt onvereenïgbare betrekkingen de zelfde zijn als voor de leden van den raad, en dat men hier en daar moeilijkheden voorziet met het oog op de bezoldiging. Werden niet-ingezetenen der gemeente benoemd, dan zouden die moeilijkheden nog veel grooter worden. De bezwaren konden intusschen door eene andere regeling gemakkelijk worden onder vangen. Dat feitelijk de burgerlijke stand der gemeente, in elke gemeente afzonderlijk, te baren koste wordt beheerd, is niet af te keuren, omdat de instelling in het nauwste verband staat met een groot deel der gemeentelijke administratie. Daarom men toch wel meer den klemtoon leggen op het beginsel, dat de burgerlijke stand, als van algemeen maatschappelijk belang, is een Rijkszaak. In overeenstemming hiermede zouden wij dan ook liever de ambtenaren van den burgerlijken stand van Rijkswege willen doen benoemen, hetzij voor elke gemeente afzonderlijk (de grootere gemeenten), hetzij voor eene combinatie van kleinere gemeen ten, gelegen binnen bet rechtsgebied van dezelfde rechtbank, met het oog op de ver houding tot het openbaar ministerie. Naar onze meening zou éen ambtenaar in elke gemeente of in eiken kring voldoende wezen, onder aanwijzing van een of meer plaats vervangers in iedere gemeente afzonderlijk, waartoe hetzij de burgemeester, hetzij de secretaris, hetzij een der leden van den raad het eerst in aanmerking zouden kun nen komen. De betrekking van ambtenaar zou dan een goed bezoldigde kunnen zijn en geen te zware lasten op de schouders der gemeenten leggen. Op de regeling der onderdeelen van dit stelsel komt het natuurlijk niet aan. I schets daarvan te geven, ligt hier niet op m weg. Alleen zouden wij er nog met met nadruk op willen wijzen, dat, komt het voorgedragen ontwerp, zooals het daar ligt, in behandeling, het toch dringend nood zakelijk zal wezen om de instelling van den burgerlijken stand en haar beheer niet 3el te laten zonder werkelijk staats toezicht. Eene instelling, zoo noodzakelijk voor orde en rechtszekerheid, van zoo onbere kenbaar nut voor het algemeen, bij eene algemeene Rijkswet geregeld, doch feitelijk in beheer aan de gemeenten opgedragen, zonder dat het Rijk er verder eenige aan dacht aan schenkt, moest eigenlijk iets on denkbaars wezen. In een welgeerdenden staat behoort zij niet te huis. De regeering beeft van de gelegenheid, die zich aanbood, gebruik gemaakt, om den hoofdambtenaren der gemeente, secretaris en ontvanger, meer waarborgen te ge tegen ongegrond ontslag door minder nauw- Het is van tamelijk algemeene bekend heid dat in den loop der tijden op dit vele ongerechtigheden zijn voor gekomen, die duidelijk aantoonden da* sommige gemeenteraden het flauwste besef niet bezitten van het wezen en de rechten van een ambtenaar. Het Sociaal Weekblad herinnerde er nog dezer dagen aan, hoe eens, maar 'tis gelukkig lang geleden, een gemeente-ontvanger den raad om verhooging zijner wedde vroeg; welk bescheiden ver zoek met ongevraagd ontslag werd beant woord hoe op dezelfde wijze werd gehan deld tegenover een gemeentesecretaris die verlof had om buiten de gemeente te wonen, en dien men het ernstig kwalijk nam dat hij dit deed, omdat hij daardoor zijn van de gemeente genoten jaarwedde in eene andere verteerde. Het eerstbedoeld ontslag werd bij konink lijk besluit op grond van strijd met de wet (art. 9 grondwet) vernietigd en wel op den voor den ontslagen ambtenaar hoogst wel- willenden maar overigens verbazend zwak ken grond, dat het genoemde artikel aan ieder het recht geeft om verzoeken aan de bevoegde macht in te dienen en daarom aan zoodanig verzoek geen nadeelig gevolg mag worden verbonden. In het tweede der bedoelde gevallen kon men het niet eens zoo ver brengen, want er was geen wetsschennis te bewijzen. Eigenlijk had men er hier ook wel met een draai kunnen komen, maar voor dien draai bleef het recht gespaard, hoe jammer op dat oogenblik ook voor den ontslagen ambtenaar. De ervaring heeft dus aangetoond dat de onbeperkte of ongeregelde vrijheid tot misbruiken aanleiding gaf. Daarom wordt nu voorgesteld om het ongevraagd ontslag te onderwerpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Behouden blijft dan de algemeene bepaling, dat bij weigering van goedkeuring het gemeentebestuur voor ziening kan vragen bij de hooge regeering. Het schijnt evenwel dat de ontwerper wat luchtig over de zaak is heengestapt. Aan de mogelijkheid dat het gemeentebestuur gelijk krijgt, schijnt hij niet gedacht te heb ben. Althans, bij een decisie van Gedepu teerden, ongunstig voor den ontslagene, is deze verder de weg van rechten afge sneden Overigens kunnen wij ons zeer goed vereenigen met de van verschillende zijden geuite meening, dat er geen reden bestond om niet eene algemeene regeling van den rechtstoestand der gemeente-ambtena ren te beproeven en dat als een tweede bewijs, dat de soliditeit van het ontwerp te wenschen overlaat, mag worden aange voerd, dat wèl aan ongegrond ontslag, maar niet aan ongegronde schorsing is gedacht. Laat ons hopen dat de Tweede Kamer er niet tégen zal opzien, een ruim gebruik van haar recht van amendement te maken, en dat overigens dit ontwerp geen proeve moge wezen van hetgeen wij in het ver volg van het kabinet hebben te wachten. In dit wetsvoorstel worden overigens nog eenige wijzigingen der wet aangebo den, die betrekking hebben op de veran derde redactie der grondwetzooals ten aanzien der benoeming tot secretaris of ontvanger, van het afleggen der eeden van burgemeester, secretaris en ontvanger, enz. Wij laten deze weinig beduidende zaken nu rusten. Gaarne hadden wij gezien, dat ter gele genheid van de regeling der benoeming van ambtenaren van den burgerlijken stand, met het eeds-stelsel gebroken ware. Maar het heeft niet zoo mogen wezen. Het zou te mooi geweest zijn Eene wijziging van meer beteekenis, die wij ten slotte nog even zullen vermelden, beeft uitsluitend op grooteie gemeenten betrekking. In gemeenten van twintig duizend zielen en daar beneden zijn thans twee, in de overige naar goedvinden van den raad drie of vier wethouders. Naar het tegenwoordig voorstel zullen gemeenten met meer dan honderd duizend zielen er vier moeten aanstellen en het recht hebben er vijf of zes te benoemen. Een weelde voor hen die de weelde betalen kunnen. Amsterdam kan het zeker niet betalen en ddér juist is de gemeentezorg nog het meest uitgebreid, als een gevolg der uitbreiding van die zorg door het tot stand komen van ver schillende wetten. Maar toch schijnt de behoefte aan uitbreiding niet zoo heel groot te zijn, waar immers een der wethouders der grootste gemeente zijn functie vereenigt met het lidmaatschap der Kamer Middelburg 4 November. BMUmDIGM MZ. Bjj kon. besluitis de duur der detaehee- ring bjj de landmacht in West-Indië van den eerste-luitenant der infanterie J. A. Maas, met drie jaren verlengd en alzoo nader bepaald op zes jaren. Oost-Indië. Volgens een opgave, voorkomend in de Jav. Cl., kwamen in de afdeeling Magetan der residentie Madioen van 11 tot 20 September 34 gevallen voor van cholera, waarvan 28 met doodeljjken afloopin de stad Pontianak in datzelfde tjjdvak 104 gevallen, waarvan 97 met doodeljjken afloop. ATJEH. In Atjeh sohjjnen geen nieuwe gevechten te zjjn voorgevallen. De correspondent van het Bal. Nwbl. te Kota-Radja sohrjjft nog 't een ander over den tocht der colonne Matthesi die thans aldaar is teruggekeerd. Deze colonne was, zooals men weet, het voorwerp van ver scheidene meer of min succesvolle klewang- aanvallen van den vjjaHd, die later elke ont moeting ontweek, naar boven vluchtte en zich, prat op de behaalde voordeelen, verschool in de onherbergzame oorden van de Gajoe Loeaa en boven Seunagao. Bljjkens een door de regeering van den resident der Zuider- on Oosterafdeeling van Borneo ontvangen telegram van 30 Sept. jl., opgenomen in de Jav. Cour., rukten tusaohen den 16en en 23en dier maand bjjna dageljjks patrouilles uit in de omgeving van Priok Tjahoe. Slechts die van 21 September werd beschoten daarbjj werd een inlandsch fuselier gewond Op de onderneming Malabar (Pengalengas) hadnaar 't Bat. Nbl. meldt, in den morgen van 1 Oct., een hevige aardschok plaats, welke eveneens gevoeld werd op de onderneming Paal Lima in hetzelfde distriot (Bandjaran) Ook op 29 Sept. werd op de onderneming Malabar een aardschok gevoeld, welke evenwel minder hevig was. DIT STAD EN PROVINCIE. Yoor de voorstelling, morgen, Woensdag, in den Schouwburg alhier door de Kon. vereeniging Het Nederlandsch 1 ooneel te geven, is de eerste rang geheel uitverkocht. Op den tweeden rang zjjn nog enkele maar op de hoogere rangen meerdere plaatsen open Men beweert dat de majoor J. H. P. de Lille Hogerwaard, comm. van het 2e bat. 3e reg. inf te Middelburg, benoemd zal worden tot directeur der cadettenschool te Alkmaar. Het ontwerp is ingediend, in afwach ting eener meer ingrijpende hervorming der bepalingen aangaande het beheer der gemeente-financiën. Terecht merkt de regeering in haar toe lichting op, dat dit een langduriger voor bereiding eischt. "Wij meenden te hebben aangetoond, dat ook dit kleine ontwerp door een weinig meer voorbereiding niet zouzijn geschaad. Zou het uit de bureaux van justitie zijn en alleen maar door den minister binnenlandsche zaken voor z ij n rekening genomenDat zon jammer wezen. Over het algemeen hebben wij van justitie betere verwachtingen. Is onze verwachting van den wetgeven den arbeid van dit kabinet niet bijster groot, na beschouwing van dit wetsont- werpje hebben wij de grenzen nog maar wat ingepaald. Dan kan het ten minste niet tegenvallen W. Dit Ylissingen. De kanonneerboot Bulgia, komm. de luit. ter zee le kl. A. M. P. C. Van der Laar, welke eenige maanden in het zuider frontier gema noeuvreerd heeft, is van HellevoetBluiB naar hier ternggekeerd, om weer ala stationsschip dienst te doen. Omtrent den brand te Hulst, waarvan wjj in ons vorig nommer in 't kort melding maakten, vernemen wjj nader het volgende In den vroegen ochtend circa 37a uur be merkten eenige werklui van Stekene, dat er uit het Protestantsch gedeelte van het kerk gebouw dicht bjj den toren rook opsteeg en nu en dan zich een vlam vertoonde. Zjj haastten zich eenige der marktbewoners op te kloppen, door wier bemiddeling het noodige leven werd gemaakt, zoodat in een half uur »half Hulst" op de been was. De spuiten, spoedig aangerukt en in werking, wisten in u korten tjjd den brand te blussohen. Deze zou, naar men wil, ontstaan zjjn door het verzuim om een verlengingsbuis, volgens gewoonte, te zetten op het, in het dak der kerk uitkomend eind buis van de kachel, welke jl. Zondag voor het eerst had gebrand. De materieele schade schat men op f 1000 i komt hoofdzakelijk ten laste van het pro testantsch gedeelte, hoewel ook het leering1 s gebouw der roomsch-kath. kerk wat nadeel beeft geleden. (Zóoals men weet huizen katho lieken en protestanten daar onder éen dak). Gelukkig zal het prachtig aanzicht van het schoone, in gothieken stjjl opgetrokken, ge bouw door het ongeval niet ljjden. In de Staats Ct. van heden is opgenomen do overeenkomst betreffende den spoorweg van Hulst naar Walsoorden tusschen den staat en de naamlooze vennootschap Stoomtram Hulst Wakoorden, gevestigd te Hulst.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1