IililligtiB Cent FEUILLETON. BIJVOEGSEL VAN DE VAN Maandag 3 November 1902, no. 259. Van melk en water. We lazen in de vorige week in een Fransch en in een Vlaamsch landbouwblad een paar artikeltjes, die wg voor orze Lezers en onze Lezeressen van veel belang achten, en waarop w|j dus de aandacht willen vestigen. Vooraf intusschen nog een enkele mededeeling, als een vervolg op 't geen wg voor 14 dagen schreven over ons melkvee. Deze mededeeling is ontleend aan het werkje van den heer Kuperus over het Friesche rundveeslag. Daarin vertelt hjj van een melkkoe van D e Jong te Idaard die 516 liters meer melk gaf dan de beste der andere koeien en toch aan 't einde van 't jaar 13'/, kilogram boter min der opbracht. Zoo ook van twee koeien van Keestra te Jelsum, waarvan de eene in het tjjdperk van melking (lactatie-piriode) 3763, de andere 5441 liter melk opbracht, terwjjl de laatste nagenoeg 8 kilogram boter minder leverde. Kan men nu de melk per liter verkoopen, dan is men natuurlgk beter met de laatste wordt alleen de boter aan de markt gebracht, dan verdient de eerste de voorkeur, ofschoon by zoodanig groot verschil in melkrykheid als hier wordt aangegeven, het verlies in boter ruim wordt opgewogen door de grootere hoe veelheid ondermelk. Nog deelt de heer Kuperns in dat boekje mede, en bewgst het door cijfers, dat in Fries land koeien gefokt kunnen worden die 223 kilogram boter leveren, terwgl het gemiddeld bedag over 1000 koeien aan eene zuivelfabriek in de vruchtbaarste streek-j van Friesland slechts 120 kilogram per koe bedroeg Veel vetryke melk geven, wy herhalen dit ten overvloede, is eene erfelgke eigenschap; om daarover te kunnen oordeelen, moet men niet te veel afgaan op het uiterlgt (extérieur) en geene al te groote waarde hechten aan de theorie van G ti e n o n over den melkspiegel. Er zgn daarop te veel uitzonderingen, dan dat zjj zouden kunnen dienen om den regel te bevestigen. Hier is het de afstamming, die beslist. Behalve goed voedsel hebben de dieren noo- dig een gezond zuiver drinkwater. Wg achten die waarheid wel algemeen bekend, maar wg weten tevens door de ondervinding, dat over 't algemeen nog veel te weinig zorg gedragen wordt voor goed drinkwater. Omdat men de dieren na het gebruik van slecht drinkwater met onmiddellijk ziet dood vallen, gelooft men niet, dat het water, al is het nu ook voor den mensch niet dadelgk genietba' r, kwaad zal doen aan de dieren. Men bedenkt niet, dat door 't gebruik van onzuiver water ziekten kunnen ontstaan, die langzaam voortwerken en eindelgk het dier doen bezwgken. Gewoonlgk wordt dan de dood toegeschreven aan eene oorzaak, die met de werkelykheid niets heeft te maken of hoogstens een gevolg is van de ware oorzaak. Op een treffend geval daarvan wordt door den Belgischenlandbouwleeraar De Caluwe de aandacht gevestigd in De Landbode. Het komt voor in het verslag van hetland- bouw-laboratorium (rgks-landbouwproefstation) te Leuven. In Juni 1900 ontving men daar een sterk riekend kistje, begeleid door het volgende schrgven sin den loop van 6 dagen heb ik al mgn hoornvee verloren, bestaande uit 4 koeien »de veeartsen gelooven, dat er vergiftiging in »'t spel is." sik zend u kierbjj een monster Ignmeel, dat sgevoederd wordt, met een deel der ingewan- >den. Gelief een en ander te ontleden en »mg den uitslag der ontleding mede te deelen.' Het Ignmeel werd eerst onderzocht en van goede hoedanigheid bevonden. De directeur, Een reis naar Kopenhagen in den ouden tijd. 1 Uit het Deensch. VAN S. SOHANDORPH, I. Aan den grooten weg, op een punt waar twee landwegen elkaar ontmoeten, stond op een mistigen, vuilen Februarimorgen aan den eenen kant een man, en aan den anderen een vrouw te wachten. Het was in het jaar 1842. Zy hadden geknikt als menschen die elkaar niet kenden, maar ze bleven staan, waar ze stonden, in den motregen. De mutsbanden van de vrouw hingen slap op haar rug van de vochtigheid en de man Bloeg af en toe het water van zgn hoed, dat zich in den rand verzamelde. Zjj had geen ander tgdverdrgf dan haar vrg versleten schoenen een beetje te drogen op den gelen grasrand van d9n weg, en hg had, behalve het bovengenoemde afgieten van zgn hoed, nog het trekken aan de korte slippen van zyn groene jas, waaraan men zien kon dat hy iets meer was dan een gewone beer. Sö kon wel een eindje in de dertig zyn, de heer Graftiau, stond op het punt te onderzoeken, of er in het Ignmeel en in de ingewanden ook vergiftige stoffen aanwezig waren, toen hg op het denkbeeld kwam een onderzoek ter plaatse in te stellen, teneinde den landbouwer de hooge kosten van uitge breide scheikundige onderzoekingen te besparen- Twee scheikundigen, bggestaan door een veearts, begaven zich ter plaatse. In den stal, waar de gestorven koeien gestaan hadden, vertoefde op dat oogenblik nog eene gezonde koe, toebehoorende aan eene buurvrouw. By het onderzoek bleek, dat deze koe daar alleen in den stal verbleef en niet gedrenkt werd op dezelfde plaats, waar de andere dieren dage- Igks dronken. Dit gaf aanleiding te veron derstellen, dat onzuiver water de oorzaak kon zgn van den dooddaarom begaf men zich naar de plaats, waar de koeien dagelgks haar dorst leschten, en vond een beekje, dat hooger op een stroompje vloeistoffen opnam, voort komende van een »giorpoel" en ook van een put ingekuilde bietenpulpe. Noch in de weide, noch in den stal was iets te vinden, dat aanleiding zoude hebben kun nen geven tot vergiftiging, zoodat de dood een noodzakelgk gevolg moest zgn van het gebruik van water, dat besm:t was met het bedorven vocht van gier en pulpe. Bg ontleding bleek dit water te bevatten per liter ammoniak 841 miligram salpeterigzuur 8 zwavelwaterstof sterke reactie. »Ea lustten de koeien dat water", vraagt misschien een der lezers. Ons antwoord daarop is een eenvoudig ver- wgzen naar iets, dat ieder veehouder zeker wel eens heeft opgemerkt, nl. dat sommige koeien, wanneer zg daartoe in de gelegenheid zgn, zich laven met de urine van paarden. De smaak dier dieren schgnt niet bg zonder gekuischt. Na deze mededeeling onze opmerkingen. Om gezond te zgn moet water helder, kleur loos, koel en frisch wezen. Het water in de putten in de weiden, waarin de dieren zich in den warmen zomer verfris- schen en dat zg dan tevens op alle wgzen verontreinigen, is voor drinkwater minder geschikt. Op de hofsteden vindt men den pomp- of' open put ook dikwgls in de nabgheid van de stallen, wat wel gemak aanbrengt, maar tevens de oorzaak kan zgn van eene nadeelige ver ontreiniging. Wg zouden daarom ieder in zgn eigen be lang willen aanraden, dat hg het water, dat hg voor eigen huishouding zoowel als voor zgne dieren gebruikt, late onderzoeken aan het Rgkslandbouwproefstation, en als de uit komst van dat onderzoek mocht zgn onge schikt voor drinkwater", onmiddellgk pogingen aanwende om op een grooteren afstand van stallen, mestvaalt en woning een betere wel te vinden. Voor den mensch kan men het water, dat eenigszins verdacht is, koken en filtreeren vóór men het gebruikt; heeft men geen filter, dan laat men het gekookte water rustig afkoelen; alsdan bezinken gewooniyk de onreinheden, die zich daarin bevinden, en men giet het water daarna voorzichtig af. Door het koken zgn de ziekte veroorzakende microben gedood en het gevaar van besmetting door het drin ken is afgewend. Voor de dieren valt het niet zoo gemakke- Igk de noodige hoeveelheden water te koken, vandaar, dat het van het uiterste belang is, dat men daarvoor gezonde wellen tracht te bekomen. De dieren gewennen aan alles, al zg maar niets anders krggen, al is hun dit ook nadeelig; zg drinken bg grooten dorst water, waarvan wg walgen. Wg wilden thans nog eene plant behandelen, waarover wg in het Fransche blad Chasse et pêche enkele bg zonderheden vonden mede gedeeld, maar wg zouden daarvoor voor dit maal meer ruimte noodig hebben, dan waar over wg mogen beschikken en eindigen dus met de beantwoording van de volgende tot ons gerichte vraag. TRAOENBUS. V raag. Mgne druiven zgn niet alleen dit jaar niet rgp geworden, maar zg zgn klein, hard, grootendeels opengebarsten en met een maar zg was pas vier en twintigdoch in den ouden tyd werd zoo'n boerinnetje gauw dik, zoodat een Kopenhager haar zeker voor ouder zou aangezien hebben. Zy had zware, vrg donkere wenkbrauwen, en mooie, zwemmende, lichtblauwe oogen; de dikke roode lippen openden zich vaak en als zy lachte, zag men een heele rg gezonde, witte tanden. Hg had een korten baard, ringetjes in de ooren en bewegelgke neusgaten aan zgn kleinen neus, en die beweging ging altgd gepaard met het optrekken of fronsen zgner wenkbrauwen. De twee paar oogen tuurden steeds in de zelfde richting, langs den weg. Zg wachtten blgkbaar bevrgding van het vervelend ver big f op den openbaren weg, onder een hemel, die verkouden scheen te zgn, net als wg aard bewoners. Ten lange leste zei de man met een hooge stem: »Het is hier niet vermakelyk." sNiemand heeft gezegd dat het verma kelgk moet zgn", zei de vrouw, zóo zacht dat de man alleen aan de beweging harer lippen kon zien dat zg sprak. »Het is toch schaudelgk dat die vracht rgder zoolang wegblgft", begon hy weer. »Hy moet zgn tgd hebben, net als ieder een", zei zg op dezelfde manier als zooeven. >Zullen wg hem tegemoet gaan?" vroeg hg. zou dat goed voor zgn grgzig vlies bedekt. Van dat vlies bemerkt men ook op de saamgeschrompelde bladeren. Het niet rgp worden zal wel een gevolg zgn van het ongunstige jaargetgde, maar dat open barsten, dat gryze uitzicht, wat mag dat zgn Is dat eene ziekte en zoo ja, is daartegen een geneesmiddel Antwoord. Vermoedelgk hebben we hier te doen met het oïdium luckeri, een schimmelplant, die in Frankrgk de grootste schade aan de wgnbergen veroorzaakt heeft, en hier ook inheemsch dreigt te worden. Heeft de wynstok daarvan geleden, dan moet men zich nu haasten alle trossen van de takken te sngden en de gevallen bladeren te verzamelen, een en ander met petroleum begieten en dan verbranden. Het voeren naar een composthoop bevordert het blgven bestaan van het oïdium. Vervolgens laat men alle overtollige hout wegangde» en de los hangenden bast van de dikkere takken en van den stam wegnemen, om ten slotte alles te witten met gewone kalk, waarin men bloem van zwavel heeft gemengd. Dit is het werk voor dit najaar bladeren, trossen overtollig hout verzamelen en verbranden't geen big ft, witten. In het voorjaar voorzie men zich van een blaasbalgje, met een bus, waarin men de zwavelbloem kan uitstorten, en bestuive dan den wycgaard driemaal met deze bloem de eerste maal, zoodra de knoppen beginnen te zwellende tweede maal even vóór de bloe men zich openen, en voor de derde maal, als de vruchten gezet zg». Voor de zekerheid kan men de bestuiving nog eens herhalen, zoodra de vruchten de grootte hebben van een erwt. Wanneer allen zoo samenwerken om het oïdium te bestrgden, dan is men nagenoeg zeker van een goeden uitslag. Werkt men niet samen, zoodat de wgn- stokken in de nabgheid besmet blgven, dan kan men den wgnstok gerust roeien, want geen enkel jaar zal daarop één tros tot zgn recht komen. Van een bron van genoegen wordt hg een bron van onafgebroken ergernis. Middelburg 1 November. TWEEDE EAIHER. Staatsbegrooting voor 190 3. Algemeene beschouwingen. Blgkens het voorloopig verslag zou naar de meening van verscheidene leden, waaronder die niet tot de medestanders van het minis terie behooren, het houden van algemeene be schouwingen thans slechts tot tydverlies aan leiding geven en diende men zich veeleer te bepalen tot bespreking van de voorstellen, waarvan indiening in den loop der aangevan gen zitting is toegezegd. Het bleek dat vele leden hierover anders dachten, waaronder er waren die bespreking van het algemeen Regeeringsbeleid wensche- lgk achtten, opdat er tusschen het Ministerie en de Kamerleden, die het steunen, voeling blgve bestaan. Tegen het besluit van het Ministerie worden verschillende bedenkingen geopperd. Van het christeiyk karakter van het, tengevolge van het vooropstellen van de onjuiste tegenstelling tusschen geloof en ongeloof als leuze, opge treden Ministerie, is, naar men betoogde, tot dusverre niets gebleken. Voorts is gebleken dat vereeniging op den grondslag van het geloof geenszins leidt tot homogeniteit op politiek gebied Komt meer en meer aan den dag, dat het geloof geen vruchtbare grondslag is voor specifiek christelgke maatregelen, het beleid van het Ministerie kenmerkt zich daar entegen door conservatieve neigingen en door bestrgding van democratische denkbeelden. Voor militaire zaken, zooals voor aanbouw van een nieuw pantserschip, heeft het Kabinet gezorgd, maar voor sociale hervormingen schgnt het weinig te gevoelen. Dat de ver klaring van den premier, dat hg op het stuk der sociale wetgeving geen steeple chase zou aangaan noch met de sociaal-democraten, noch met de vryzinnig-democraten, werd afgelegd door een man die vroeger blyk heeft gegeven van democratische gezindheid, mocht, meende men, verwondering wekken. »lk geloof dat ik ga." »Ik heb Peter Bindner niet gevraagd om te blgven." Peter Bindner en Karen bleven waar zg waren. Er was geen spoor van een vracht wagen te zien. »Moet gy heel naar Kopenhagen met den vrachtwagen, Karen »Niemand vraagt Peter Bindner waar hg heen gaat." »Neen, want ik ga niet naar myn liefje.'' »Daar hoeft niemand naar toe", zei Karen en trok zoo'n zuur gezicht alsof ze een lepel vol Engelsch zout innam. >is Niels Peters niet in 's konings dienst?" »Ik heb niets met Niels Peters te maken. Laat mg met vrede, Peter Bindner Er viel een tranenstroom op het opgenomen voorschoot. Peter Bindner deed alsof hg het niet merkte en begon met een tenorstem, schetterend als een trompet, een eentonig, treurig minnelied te zingen. De voordracht was zoo mogelgk nog eentoniger dan het lied en deed denken aan een koraal. Karen had zich omgedraaid en stond met den rug naar hem toe. In de verte verrees nu in den mist een log zwart voorwerp, dat heel langzaam naderde, alsof de lucht een zware vaste massa was, die tegenstand bood en op zg geduwd moest worden. Eindelgk onderscheidde men vier paarden, daarachter den hoogen vrachtwagen Dat het Kabinet conservatieve neigingen vertoont, is trouwens een natuurlgk gevolg van de omstandigheid, dat het den steun van de Roomsch-Katholieke staatsparty niet kan missen. Men hoopte echter dat de gedragslgn, door het Ministerie gevolgd, zou leiden tot samen werking van de verschillende democratische elementen van alle richtingen, welke tot een herziening van het kiesrecht zou kunnen leiden, die den invloed van het volk op de Vertegen woordiging versterkt en, in overeenstemming met den wensch van de democratische elemen ten der Regeeringsmeerderheid, den werklie den stemrecht verzekert. Andere leden konden zich met veel van hetgeen hierboven gezegd wordt vereenigen. Höt had bevreemding gewekt, dat het kabinet niet reeds is overgegaan tot de indiening van verschillende, door het vorig Ministerie voor bereide wettelyke regelingen, die in meerdere of mindere mate op steun bg alle politieke richtingen bunnen rekenen (verzekering tegen invaliditeit en ouderdom, herziening der Arme- wet en wetsontwerpen betreffende de bevloei ingen en betreffende de visschergen). Er waren ook leden die met het oog op de inspanning, in het afgeloopen jaar van de Regeering gevorderd, thans nog geen oordeel over haar werkzaamheid wilden vellen en ver- blaarden de indiening der toegezegde wets-ont- werpen te zullen afwachten. Van die met de Regeering bevriende zgde werd voorts verklaard, dat men in de jongste Troon rede met eenige teleurstelling en bezorgdheid de aankondiging van een voorstel betreffende de vrg making van het lager onderwgs had ge mist, omdat het uit een algemeen staatkundig oogpunt hoogst wenscbelgk is, dit vraagstuk zoo spoedig mogelgk op telossen; omdat eerst daarna een regeling van het volksonderwgs mogelgk wordt die zich aanpast aan het volks leven en met het oog op de financieele belan gen der bgzondere onderwgzers en der ouders. Uit het aankondigen in de Troonrede van voorstellen tot meerdere vrgmaking van het hooger en middelbaar onderwgs meende men te moeten opmaken dat de bedoeling is voor de meerdere vrgmaking van het lager onder wgs voorshands niets te doen. Men hoopte dat klaar en duidelgk in de Mem. van Antw. zal worden gezegd, welke de voornemens der Regeering zgn ten aanzien der schoolquaestie en wanneer voorstellen daaromtrent zgn te verwachten. ft Naar aanleiding van de voorafgaande be schouwingen stelden voorstanders van het Ministerie op den voorgrond dat het Kabinet hunne volle sympathie had in zooverre het, in tegenstelling met vorige Kabinetten, wenscht voort te bouwen op de christeiyke grondsla gen van ons volksleven. Conservatief in de gangbare beteekenis van het woord is deze christelgke regeering niet; maar wel wenscht zg handhaving van de beginselen der gerech tigheid, van de onderscheiding tusschen over heid en volk, van de goddelgke wetten be treffende het huwelgk en het ouderlgk gezag. Toegegeven werd dat het heffen van een accgns op het gedistilleerd in beginsel met eene christelgke politiek niet geheel is overeen te brengeD, doch die heffing heeft dit Kabinet niet voorgesteld, maar gevonden, en haar voor nemen is alleen verhooging voor te stellen om redenen van fiscalen aard. Trouwens is het karakter van dezen accyns niet in die mate strgdig met christelgke be ginselen als de Staatsloterg. Nu jaren lang geregeerd is in anderen geest, is het eene zware taak, de wetgeving weder op christelgken grondslag te vestigen en die taak kan zeker niet in enkele jaren worden volbracht, vooral waar men zich ten doel stelt niet enkel op stoffelgke maar ook op zedeiyke belangen te letten. De wetten op de bevordering, het ontslag en de pensionneering bg zee- en landmacht en de militaire strafwetten, gelgk deze onder de leiding van dit Kabinet zgn tot stand ge bracht, bevatten vele bepalingen die groote verbetering hebben gebracht in de positie van de mindere militairen. In de jongste Troonrede is voorts de indiening van twee be langrijke voorstellen op het gebied der arbeids wetgeving aangekondigd. In het verwyt dat hot Kabinet zich om de sociale wetgeving niet zou bekommeren en en het allerlaatst den voerman, die mende, en een gedaante naast hem, op den hoog in de lucht zwevenden bok. Daarna hoorde men het krassende, piepende geluid der wielen, daarop het kraken van de touwen, die de groote verscheidenheid van tonnen, kisten, zakken, pakken, twee koehuiden en andere voorwerpen bg elkaar hielden, gelgk de ge spannen bogen in het gothische gewelf eener kathedraal. Er was een eigenaardig architec tonisch talent voor noodig om zoo'n ouder- wetschen vrachtwagen stevig op te stapelen bg het laden. »Is er plaats voor twee naar Kopenhagen, Niels Ottesen?" riep Peter Bindner den vrachtryder toe, zoodra de wagen het kruis punt naderde. »Is dat de kleermaker uit Nidlöse?" vroeg de dikke, roode vrachtrgder, met: zgn hooge laarzen en zgn pels van sohapenvacht. sJawel", zei Peter Bindner. »Brrr 1" riep de voerman, hield zgn paar- den in, krabde zgn pgp uit en stopte bedaard een nieuwe. »Ja, daar moeten we nog eens uitvoerig over praten, kleermaker. Want Peter Bindner wil natuurlgk gratis meergden, of op crediet. En dat komt op hetzelfde neer, hi, hi, hil" - »Laat ge mg- meeryden, Niels Ottesen, dan zal ik je zweren bg alleB wat je wilt, dat ik, als je dood bent, een vers zal maken op j'e graf." afhankelgk zou zgn van de conservatieve elementen in de Kamer, zag 'men een weinig bedekt streven om tweedracht te zaaien in de gelederen der Kamermeerderheid. Nu verklaard is door het Kabinet dat de hervorming van het kiesrecht althans in de loopende vierjarige periode niet aan de orde zou worden gesteld, achtte men het onnoodig hierover uit te weiden. Tegenover den aandrang tot finale oplossing der schoolquaestie werd door sommigen de meening geuit dat de werkzaamheid van het Kabinet zich, voor zooveel betreft omvangrgke vraagstukken, in deze parlementaire periode kon bepalen tot de arbeidsverzekering, de her ziening van het tarief van invoerrechten en de administratieve rechtspraak. Andere leden herinnerden aan de verklaring der vorige Troonrede, waaruit h. i. duidelgk bleek dat het Ministerie voornemens is in den loop der tegenwoordige parlementaire periode een voorstel tot verdere vrgmaking van het lager onderwgs te doen. Door sommige leden werd bezwaar gemaakt tegen den vorm der Troonrede. Door eenige leden werd betoogd dat in de financieele politiek van het kabinet sedert heb vorige jaar een belangrgke wgziging is ge komen. De Regeering blgkt teruggekomen op de meening dat voor versterking der mid delen allereerst herziening van het tarief der invoerrechten in aanmerking zou komen. Opgemerkt werd dat, terwgl de financieele uitkomsten van het 10-jarig tgdperk 1892 1901 zeer gunstig zga, de vooruitzichten voor den dienst 1903 en volgende jaren zich niet zoo gunstig laten aanzien. Deze leden achtten het dringend noodig dat het beheer van 's lands geldmiddelen met groote zorg en vaste hand gevoerd worde. Eenige dezer leden achtten de financieele vooruitzichten te minder bevre digend, omdat ons land naar hun oordeel reeds tot de zwaarst belaste Rgken behoort. Andere leden achtten den toestand geens zins zorgwekkend, al beaamden zg wat werd aangevoerd omtrent het gebrekkig beheer van sommige takken van dienst. Velen waren van oordeel dat versterking van middelen voors hands niet urgent is. Anderen vreesden dat wegens het te verwachten deficit verhooging van belasting niet zou kunnen uitblgven. Met het voornemen om door afschaffing der Staatsloterg een inkomst van ongeveer ƒ650.000 prgs te geven, konden verscheidene leden zich niet vereenigen. Tegen de voorgenomen verhooging van den accgns op het gedistilleerd met 7 per H.L. bestond bg velen bezwaren. Enkele leden waren van oordeel dat ter ver sterking van de middelen allereerst verhooging van de directe belastingen in aanmerking behoort te komen. Van verschillende zgden vestigde men de aandacht op de heffing eener tabaksbelasting. Van andere zgde werd de invoering van licentiën voor den verkoop van tabak aanbe volen Er waren leden die de mindere soorten tabak, welke door minvermogenden worden ver bruikt, niet in de belasting wilden betrekken. Sommige leden achtten herziening noodza kelgk der Wet van 24 Mei 1894 (Stbl. no. 156) voor zooveel betreft de uitkeeringen van het Rgk aan de gemeenten. Ook werd aangedrongen op verruiming van het gemeentelgke belastinggebied. Anderen hadden tegen het laatste minder bezwaar dan tegen het eerste. ff Sommige leden drongen thans op intrekking of prinoipieele wgziging der Leerplichtwet aan. Gevraagd werd of nog in den loop van dit zittingsjaar eene herziening der Drankwet aan hangig zal worden gemaaktzoo neen, of de Regeering dan voornemens is den termgn van 1 Mei 1904 te laten voorbggaan zonder iets te doen? Op welke wgze denkt de Regeering de mid delen te vinden ter voorziening in de uitgaven voor pensionneering van de bgzondere onder wgzers en van de weduwen en weezen van alle onderwgzers? werd gevraagd. Zal een nieuw ontwerp van dezelfde strek king als het ingetrokken ontwerp op de arbeids- en rusttyden van 't vorig Kabinet worden ingediend? Sommige voorstanders eener Zondagswet drongen aan op spoedige herziening der be staande wet, »Zal je dan ook het schilderen er van betalen met zulke groote letters, dat ik ze uit de vensters van het Paradgs daar boven lezen kan?" vroeg de vrachtrgder. »Dat hangt er van af of ik den schilder overleef, want dien moet ik ook een vers op zgn graf beloven, daar het volstrekt niet zeker is dat ik tegen dien tyd contanten zal hebben." >Peter Bindner moest maar liever te voet gaan", zei de vrachtryder. »Het is gezond voor een kleermaker om zyn beenen eens goed uit te strekken, omdat hg er altgd mee gekruist zit Wil het meisje mee rgden voor een papieren rgksdaalder ver volgde hg, tot Karen gewend. Zg had hare tranen gedroogd en onder het voorgaande gesprek herhaaldeiyk opgekeken naar den hooggezeten voerman. »Je doet het zeker wel voor een halve mark en acht?" zei zg. »Goed, maar dan moet gy twee en een half voor mg betalen als wg bg de herberg van Ousted pleisteren." »Dus nog acht er bg Goed dan Met niet weinig moeite klouterde Karen eerst op het eene voorwiel, toen op den rand van den wagen en trok zich op aan een dik touw, totdat ze de uitgestrekte hand van den voerman kon gry'pen, die haar met een ruk omhoog trok. »Dat is anders wel een net mensGh, die je daar als buurman hebt. Gy zult zien dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 5