IililligtiB Cent
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
VAN DE
VAN
Maandag 3 November 1902, no. 259.
Van melk en water.
We lazen in de vorige week in een Fransch
en in een Vlaamsch landbouwblad een paar
artikeltjes, die wg voor orze Lezers en onze
Lezeressen van veel belang achten, en waarop
w|j dus de aandacht willen vestigen. Vooraf
intusschen nog een enkele mededeeling, als
een vervolg op 't geen wg voor 14 dagen
schreven over ons melkvee.
Deze mededeeling is ontleend aan het werkje
van den heer Kuperus over het Friesche
rundveeslag.
Daarin vertelt hjj van een melkkoe van D e
Jong te Idaard die 516 liters meer melk gaf
dan de beste der andere koeien en toch aan
't einde van 't jaar 13'/, kilogram boter min
der opbracht.
Zoo ook van twee koeien van Keestra
te Jelsum, waarvan de eene in het tjjdperk
van melking (lactatie-piriode) 3763, de andere
5441 liter melk opbracht, terwjjl de laatste
nagenoeg 8 kilogram boter minder leverde.
Kan men nu de melk per liter verkoopen,
dan is men natuurlgk beter met de laatste
wordt alleen de boter aan de markt gebracht,
dan verdient de eerste de voorkeur, ofschoon
by zoodanig groot verschil in melkrykheid als
hier wordt aangegeven, het verlies in boter
ruim wordt opgewogen door de grootere hoe
veelheid ondermelk.
Nog deelt de heer Kuperns in dat boekje
mede, en bewgst het door cijfers, dat in Fries
land koeien gefokt kunnen worden die 223
kilogram boter leveren, terwgl het gemiddeld
bedag over 1000 koeien aan eene zuivelfabriek
in de vruchtbaarste streek-j van Friesland
slechts 120 kilogram per koe bedroeg
Veel vetryke melk geven, wy herhalen dit
ten overvloede, is eene erfelgke eigenschap;
om daarover te kunnen oordeelen, moet men
niet te veel afgaan op het uiterlgt (extérieur)
en geene al te groote waarde hechten aan de
theorie van G ti e n o n over den melkspiegel.
Er zgn daarop te veel uitzonderingen, dan
dat zjj zouden kunnen dienen om den regel te
bevestigen. Hier is het de afstamming, die
beslist.
Behalve goed voedsel hebben de dieren noo-
dig een gezond zuiver drinkwater. Wg achten
die waarheid wel algemeen bekend, maar wg
weten tevens door de ondervinding, dat over
't algemeen nog veel te weinig zorg gedragen
wordt voor goed drinkwater.
Omdat men de dieren na het gebruik van
slecht drinkwater met onmiddellijk ziet dood
vallen, gelooft men niet, dat het water, al is
het nu ook voor den mensch niet dadelgk
genietba' r, kwaad zal doen aan de dieren.
Men bedenkt niet, dat door 't gebruik van
onzuiver water ziekten kunnen ontstaan, die
langzaam voortwerken en eindelgk het dier
doen bezwgken. Gewoonlgk wordt dan de dood
toegeschreven aan eene oorzaak, die met de
werkelykheid niets heeft te maken of hoogstens
een gevolg is van de ware oorzaak.
Op een treffend geval daarvan wordt door
den Belgischenlandbouwleeraar De Caluwe
de aandacht gevestigd in De Landbode.
Het komt voor in het verslag van hetland-
bouw-laboratorium (rgks-landbouwproefstation)
te Leuven.
In Juni 1900 ontving men daar een sterk
riekend kistje, begeleid door het volgende
schrgven
sin den loop van 6 dagen heb ik al mgn
hoornvee verloren, bestaande uit 4 koeien
»de veeartsen gelooven, dat er vergiftiging in
»'t spel is."
sik zend u kierbjj een monster Ignmeel, dat
sgevoederd wordt, met een deel der ingewan-
>den. Gelief een en ander te ontleden en
»mg den uitslag der ontleding mede te deelen.'
Het Ignmeel werd eerst onderzocht en van
goede hoedanigheid bevonden. De directeur,
Een reis naar Kopenhagen
in den ouden tijd.
1 Uit het Deensch.
VAN
S. SOHANDORPH,
I.
Aan den grooten weg, op een punt waar
twee landwegen elkaar ontmoeten, stond op
een mistigen, vuilen Februarimorgen aan den
eenen kant een man, en aan den anderen een
vrouw te wachten. Het was in het jaar 1842.
Zy hadden geknikt als menschen die elkaar
niet kenden, maar ze bleven staan, waar ze
stonden, in den motregen. De mutsbanden
van de vrouw hingen slap op haar rug van
de vochtigheid en de man Bloeg af en toe het
water van zgn hoed, dat zich in den rand
verzamelde. Zjj had geen ander tgdverdrgf
dan haar vrg versleten schoenen een beetje te
drogen op den gelen grasrand van d9n weg,
en hg had, behalve het bovengenoemde afgieten
van zgn hoed, nog het trekken aan de korte
slippen van zyn groene jas, waaraan men zien
kon dat hy iets meer was dan een gewone
beer.
Sö kon wel een eindje in de dertig zyn,
de heer Graftiau, stond op het punt te
onderzoeken, of er in het Ignmeel en in de
ingewanden ook vergiftige stoffen aanwezig
waren, toen hg op het denkbeeld kwam een
onderzoek ter plaatse in te stellen, teneinde
den landbouwer de hooge kosten van uitge
breide scheikundige onderzoekingen te besparen-
Twee scheikundigen, bggestaan door een
veearts, begaven zich ter plaatse. In den
stal, waar de gestorven koeien gestaan hadden,
vertoefde op dat oogenblik nog eene gezonde
koe, toebehoorende aan eene buurvrouw. By
het onderzoek bleek, dat deze koe daar alleen
in den stal verbleef en niet gedrenkt werd op
dezelfde plaats, waar de andere dieren dage-
Igks dronken. Dit gaf aanleiding te veron
derstellen, dat onzuiver water de oorzaak kon
zgn van den dooddaarom begaf men zich
naar de plaats, waar de koeien dagelgks haar
dorst leschten, en vond een beekje, dat hooger
op een stroompje vloeistoffen opnam, voort
komende van een »giorpoel" en ook van een
put ingekuilde bietenpulpe.
Noch in de weide, noch in den stal was iets
te vinden, dat aanleiding zoude hebben kun
nen geven tot vergiftiging, zoodat de dood
een noodzakelgk gevolg moest zgn van het
gebruik van water, dat besm:t was met het
bedorven vocht van gier en pulpe.
Bg ontleding bleek dit water te bevatten
per liter
ammoniak 841 miligram
salpeterigzuur 8
zwavelwaterstof sterke reactie.
»Ea lustten de koeien dat water", vraagt
misschien een der lezers.
Ons antwoord daarop is een eenvoudig ver-
wgzen naar iets, dat ieder veehouder zeker
wel eens heeft opgemerkt, nl. dat sommige
koeien, wanneer zg daartoe in de gelegenheid
zgn, zich laven met de urine van paarden.
De smaak dier dieren schgnt niet bg zonder
gekuischt.
Na deze mededeeling onze opmerkingen.
Om gezond te zgn moet water helder, kleur
loos, koel en frisch wezen.
Het water in de putten in de weiden, waarin
de dieren zich in den warmen zomer verfris-
schen en dat zg dan tevens op alle wgzen
verontreinigen, is voor drinkwater minder
geschikt.
Op de hofsteden vindt men den pomp- of'
open put ook dikwgls in de nabgheid van de
stallen, wat wel gemak aanbrengt, maar tevens
de oorzaak kan zgn van eene nadeelige ver
ontreiniging.
Wg zouden daarom ieder in zgn eigen be
lang willen aanraden, dat hg het water, dat
hg voor eigen huishouding zoowel als voor
zgne dieren gebruikt, late onderzoeken aan
het Rgkslandbouwproefstation, en als de uit
komst van dat onderzoek mocht zgn onge
schikt voor drinkwater", onmiddellgk pogingen
aanwende om op een grooteren afstand van
stallen, mestvaalt en woning een betere wel
te vinden.
Voor den mensch kan men het water, dat
eenigszins verdacht is, koken en filtreeren vóór
men het gebruikt; heeft men geen filter, dan
laat men het gekookte water rustig afkoelen;
alsdan bezinken gewooniyk de onreinheden,
die zich daarin bevinden, en men giet het
water daarna voorzichtig af. Door het koken
zgn de ziekte veroorzakende microben gedood
en het gevaar van besmetting door het drin
ken is afgewend.
Voor de dieren valt het niet zoo gemakke-
Igk de noodige hoeveelheden water te koken,
vandaar, dat het van het uiterste belang is,
dat men daarvoor gezonde wellen tracht te
bekomen.
De dieren gewennen aan alles, al zg maar
niets anders krggen, al is hun dit ook nadeelig;
zg drinken bg grooten dorst water, waarvan
wg walgen.
Wg wilden thans nog eene plant behandelen,
waarover wg in het Fransche blad Chasse et
pêche enkele bg zonderheden vonden mede
gedeeld, maar wg zouden daarvoor voor dit
maal meer ruimte noodig hebben, dan waar
over wg mogen beschikken en eindigen dus
met de beantwoording van de volgende tot
ons gerichte vraag.
TRAOENBUS.
V raag. Mgne druiven zgn niet alleen dit
jaar niet rgp geworden, maar zg zgn klein,
hard, grootendeels opengebarsten en met een
maar zg was pas vier en twintigdoch in den
ouden tyd werd zoo'n boerinnetje gauw dik,
zoodat een Kopenhager haar zeker voor ouder
zou aangezien hebben. Zy had zware, vrg
donkere wenkbrauwen, en mooie, zwemmende,
lichtblauwe oogen; de dikke roode lippen
openden zich vaak en als zy lachte, zag men
een heele rg gezonde, witte tanden.
Hg had een korten baard, ringetjes in de
ooren en bewegelgke neusgaten aan zgn
kleinen neus, en die beweging ging altgd
gepaard met het optrekken of fronsen zgner
wenkbrauwen.
De twee paar oogen tuurden steeds in de
zelfde richting, langs den weg. Zg wachtten
blgkbaar bevrgding van het vervelend ver big f
op den openbaren weg, onder een hemel, die
verkouden scheen te zgn, net als wg aard
bewoners.
Ten lange leste zei de man met een hooge
stem: »Het is hier niet vermakelyk."
sNiemand heeft gezegd dat het verma
kelgk moet zgn", zei de vrouw, zóo zacht dat
de man alleen aan de beweging harer lippen
kon zien dat zg sprak.
»Het is toch schaudelgk dat die vracht
rgder zoolang wegblgft", begon hy weer.
»Hy moet zgn tgd hebben, net als ieder
een", zei zg op dezelfde manier als zooeven.
>Zullen wg hem tegemoet gaan?"
vroeg hg.
zou dat goed voor zgn
grgzig vlies bedekt. Van dat vlies bemerkt
men ook op de saamgeschrompelde bladeren.
Het niet rgp worden zal wel een gevolg zgn
van het ongunstige jaargetgde, maar dat open
barsten, dat gryze uitzicht, wat mag dat zgn
Is dat eene ziekte en zoo ja, is daartegen een
geneesmiddel
Antwoord. Vermoedelgk hebben we
hier te doen met het oïdium luckeri, een
schimmelplant, die in Frankrgk de grootste
schade aan de wgnbergen veroorzaakt heeft,
en hier ook inheemsch dreigt te worden.
Heeft de wynstok daarvan geleden, dan
moet men zich nu haasten alle trossen van
de takken te sngden en de gevallen bladeren
te verzamelen, een en ander met petroleum
begieten en dan verbranden. Het voeren
naar een composthoop bevordert het blgven
bestaan van het oïdium. Vervolgens laat men
alle overtollige hout wegangde» en de los
hangenden bast van de dikkere takken en
van den stam wegnemen, om ten slotte alles
te witten met gewone kalk, waarin men bloem
van zwavel heeft gemengd.
Dit is het werk voor dit najaar
bladeren, trossen overtollig hout verzamelen
en verbranden't geen big ft, witten.
In het voorjaar voorzie men zich van een
blaasbalgje, met een bus, waarin men de
zwavelbloem kan uitstorten, en bestuive dan
den wycgaard driemaal met deze bloem de
eerste maal, zoodra de knoppen beginnen te
zwellende tweede maal even vóór de bloe
men zich openen, en voor de derde maal, als
de vruchten gezet zg». Voor de zekerheid
kan men de bestuiving nog eens herhalen,
zoodra de vruchten de grootte hebben van
een erwt.
Wanneer allen zoo samenwerken om het
oïdium te bestrgden, dan is men nagenoeg
zeker van een goeden uitslag.
Werkt men niet samen, zoodat de wgn-
stokken in de nabgheid besmet blgven, dan
kan men den wgnstok gerust roeien, want
geen enkel jaar zal daarop één tros tot zgn
recht komen. Van een bron van genoegen
wordt hg een bron van onafgebroken ergernis.
Middelburg 1 November.
TWEEDE EAIHER.
Staatsbegrooting voor 190 3.
Algemeene beschouwingen.
Blgkens het voorloopig verslag zou naar de
meening van verscheidene leden, waaronder
die niet tot de medestanders van het minis
terie behooren, het houden van algemeene be
schouwingen thans slechts tot tydverlies aan
leiding geven en diende men zich veeleer te
bepalen tot bespreking van de voorstellen,
waarvan indiening in den loop der aangevan
gen zitting is toegezegd.
Het bleek dat vele leden hierover anders
dachten, waaronder er waren die bespreking
van het algemeen Regeeringsbeleid wensche-
lgk achtten, opdat er tusschen het Ministerie
en de Kamerleden, die het steunen, voeling
blgve bestaan.
Tegen het besluit van het Ministerie worden
verschillende bedenkingen geopperd. Van het
christeiyk karakter van het, tengevolge van
het vooropstellen van de onjuiste tegenstelling
tusschen geloof en ongeloof als leuze, opge
treden Ministerie, is, naar men betoogde, tot
dusverre niets gebleken. Voorts is gebleken
dat vereeniging op den grondslag van het
geloof geenszins leidt tot homogeniteit op
politiek gebied Komt meer en meer aan den
dag, dat het geloof geen vruchtbare grondslag
is voor specifiek christelgke maatregelen, het
beleid van het Ministerie kenmerkt zich daar
entegen door conservatieve neigingen en door
bestrgding van democratische denkbeelden.
Voor militaire zaken, zooals voor aanbouw
van een nieuw pantserschip, heeft het Kabinet
gezorgd, maar voor sociale hervormingen
schgnt het weinig te gevoelen. Dat de ver
klaring van den premier, dat hg op het stuk
der sociale wetgeving geen steeple chase zou
aangaan noch met de sociaal-democraten, noch
met de vryzinnig-democraten, werd afgelegd
door een man die vroeger blyk heeft gegeven
van democratische gezindheid, mocht, meende
men, verwondering wekken.
»lk geloof dat ik ga."
»Ik heb Peter Bindner niet gevraagd om
te blgven."
Peter Bindner en Karen bleven waar zg
waren. Er was geen spoor van een vracht
wagen te zien.
»Moet gy heel naar Kopenhagen met den
vrachtwagen, Karen
»Niemand vraagt Peter Bindner waar hg
heen gaat."
»Neen, want ik ga niet naar myn liefje.''
»Daar hoeft niemand naar toe", zei Karen
en trok zoo'n zuur gezicht alsof ze een lepel
vol Engelsch zout innam.
>is Niels Peters niet in 's konings dienst?"
»Ik heb niets met Niels Peters te maken.
Laat mg met vrede, Peter Bindner
Er viel een tranenstroom op het opgenomen
voorschoot. Peter Bindner deed alsof hg het
niet merkte en begon met een tenorstem,
schetterend als een trompet, een eentonig,
treurig minnelied te zingen. De voordracht
was zoo mogelgk nog eentoniger dan het lied
en deed denken aan een koraal.
Karen had zich omgedraaid en stond met
den rug naar hem toe.
In de verte verrees nu in den mist een log
zwart voorwerp, dat heel langzaam naderde,
alsof de lucht een zware vaste massa was, die
tegenstand bood en op zg geduwd moest
worden. Eindelgk onderscheidde men vier
paarden, daarachter den hoogen vrachtwagen
Dat het Kabinet conservatieve neigingen
vertoont, is trouwens een natuurlgk gevolg
van de omstandigheid, dat het den steun van
de Roomsch-Katholieke staatsparty niet kan
missen.
Men hoopte echter dat de gedragslgn, door
het Ministerie gevolgd, zou leiden tot samen
werking van de verschillende democratische
elementen van alle richtingen, welke tot een
herziening van het kiesrecht zou kunnen leiden,
die den invloed van het volk op de Vertegen
woordiging versterkt en, in overeenstemming
met den wensch van de democratische elemen
ten der Regeeringsmeerderheid, den werklie
den stemrecht verzekert.
Andere leden konden zich met veel van
hetgeen hierboven gezegd wordt vereenigen.
Höt had bevreemding gewekt, dat het kabinet
niet reeds is overgegaan tot de indiening van
verschillende, door het vorig Ministerie voor
bereide wettelyke regelingen, die in meerdere
of mindere mate op steun bg alle politieke
richtingen bunnen rekenen (verzekering tegen
invaliditeit en ouderdom, herziening der Arme-
wet en wetsontwerpen betreffende de bevloei
ingen en betreffende de visschergen).
Er waren ook leden die met het oog op de
inspanning, in het afgeloopen jaar van de
Regeering gevorderd, thans nog geen oordeel
over haar werkzaamheid wilden vellen en ver-
blaarden de indiening der toegezegde wets-ont-
werpen te zullen afwachten.
Van die met de Regeering bevriende zgde werd
voorts verklaard, dat men in de jongste Troon
rede met eenige teleurstelling en bezorgdheid de
aankondiging van een voorstel betreffende de
vrg making van het lager onderwgs had ge
mist, omdat het uit een algemeen staatkundig
oogpunt hoogst wenscbelgk is, dit vraagstuk
zoo spoedig mogelgk op telossen; omdat eerst
daarna een regeling van het volksonderwgs
mogelgk wordt die zich aanpast aan het volks
leven en met het oog op de financieele belan
gen der bgzondere onderwgzers en der ouders.
Uit het aankondigen in de Troonrede van
voorstellen tot meerdere vrgmaking van het
hooger en middelbaar onderwgs meende men
te moeten opmaken dat de bedoeling is voor
de meerdere vrgmaking van het lager onder
wgs voorshands niets te doen. Men hoopte
dat klaar en duidelgk in de Mem. van Antw.
zal worden gezegd, welke de voornemens der
Regeering zgn ten aanzien der schoolquaestie
en wanneer voorstellen daaromtrent zgn te
verwachten.
ft
Naar aanleiding van de voorafgaande be
schouwingen stelden voorstanders van het
Ministerie op den voorgrond dat het Kabinet
hunne volle sympathie had in zooverre het, in
tegenstelling met vorige Kabinetten, wenscht
voort te bouwen op de christeiyke grondsla
gen van ons volksleven. Conservatief in de
gangbare beteekenis van het woord is deze
christelgke regeering niet; maar wel wenscht
zg handhaving van de beginselen der gerech
tigheid, van de onderscheiding tusschen over
heid en volk, van de goddelgke wetten be
treffende het huwelgk en het ouderlgk gezag.
Toegegeven werd dat het heffen van een
accgns op het gedistilleerd in beginsel met
eene christelgke politiek niet geheel is overeen
te brengeD, doch die heffing heeft dit Kabinet
niet voorgesteld, maar gevonden, en haar voor
nemen is alleen verhooging voor te stellen
om redenen van fiscalen aard.
Trouwens is het karakter van dezen accyns
niet in die mate strgdig met christelgke be
ginselen als de Staatsloterg.
Nu jaren lang geregeerd is in anderen geest,
is het eene zware taak, de wetgeving weder
op christelgken grondslag te vestigen en die
taak kan zeker niet in enkele jaren worden
volbracht, vooral waar men zich ten doel
stelt niet enkel op stoffelgke maar ook op
zedeiyke belangen te letten.
De wetten op de bevordering, het ontslag
en de pensionneering bg zee- en landmacht
en de militaire strafwetten, gelgk deze onder
de leiding van dit Kabinet zgn tot stand ge
bracht, bevatten vele bepalingen die groote
verbetering hebben gebracht in de positie
van de mindere militairen. In de jongste
Troonrede is voorts de indiening van twee be
langrijke voorstellen op het gebied der arbeids
wetgeving aangekondigd.
In het verwyt dat hot Kabinet zich om de
sociale wetgeving niet zou bekommeren en
en het allerlaatst den voerman, die mende,
en een gedaante naast hem, op den hoog in
de lucht zwevenden bok. Daarna hoorde men
het krassende, piepende geluid der wielen,
daarop het kraken van de touwen, die de
groote verscheidenheid van tonnen, kisten,
zakken, pakken, twee koehuiden en andere
voorwerpen bg elkaar hielden, gelgk de ge
spannen bogen in het gothische gewelf eener
kathedraal. Er was een eigenaardig architec
tonisch talent voor noodig om zoo'n ouder-
wetschen vrachtwagen stevig op te stapelen
bg het laden.
»Is er plaats voor twee naar Kopenhagen,
Niels Ottesen?" riep Peter Bindner den
vrachtryder toe, zoodra de wagen het kruis
punt naderde.
»Is dat de kleermaker uit Nidlöse?"
vroeg de dikke, roode vrachtrgder, met: zgn
hooge laarzen en zgn pels van sohapenvacht.
sJawel", zei Peter Bindner.
»Brrr 1" riep de voerman, hield zgn paar-
den in, krabde zgn pgp uit en stopte bedaard
een nieuwe.
»Ja, daar moeten we nog eens uitvoerig
over praten, kleermaker. Want Peter Bindner
wil natuurlgk gratis meergden, of op crediet.
En dat komt op hetzelfde neer, hi, hi, hil"
- »Laat ge mg- meeryden, Niels Ottesen,
dan zal ik je zweren bg alleB wat je wilt, dat
ik, als je dood bent, een vers zal maken op
j'e graf."
afhankelgk zou zgn van de conservatieve
elementen in de Kamer, zag 'men een weinig
bedekt streven om tweedracht te zaaien in de
gelederen der Kamermeerderheid. Nu verklaard
is door het Kabinet dat de hervorming van
het kiesrecht althans in de loopende vierjarige
periode niet aan de orde zou worden gesteld,
achtte men het onnoodig hierover uit te weiden.
Tegenover den aandrang tot finale oplossing
der schoolquaestie werd door sommigen de
meening geuit dat de werkzaamheid van het
Kabinet zich, voor zooveel betreft omvangrgke
vraagstukken, in deze parlementaire periode
kon bepalen tot de arbeidsverzekering, de her
ziening van het tarief van invoerrechten en
de administratieve rechtspraak.
Andere leden herinnerden aan de verklaring
der vorige Troonrede, waaruit h. i. duidelgk
bleek dat het Ministerie voornemens is in den
loop der tegenwoordige parlementaire periode
een voorstel tot verdere vrgmaking van het
lager onderwgs te doen.
Door sommige leden werd bezwaar gemaakt
tegen den vorm der Troonrede.
Door eenige leden werd betoogd dat in de
financieele politiek van het kabinet sedert heb
vorige jaar een belangrgke wgziging is ge
komen. De Regeering blgkt teruggekomen
op de meening dat voor versterking der mid
delen allereerst herziening van het tarief der
invoerrechten in aanmerking zou komen.
Opgemerkt werd dat, terwgl de financieele
uitkomsten van het 10-jarig tgdperk 1892
1901 zeer gunstig zga, de vooruitzichten voor
den dienst 1903 en volgende jaren zich niet
zoo gunstig laten aanzien. Deze leden achtten
het dringend noodig dat het beheer van 's lands
geldmiddelen met groote zorg en vaste hand
gevoerd worde. Eenige dezer leden achtten
de financieele vooruitzichten te minder bevre
digend, omdat ons land naar hun oordeel reeds
tot de zwaarst belaste Rgken behoort.
Andere leden achtten den toestand geens
zins zorgwekkend, al beaamden zg wat werd
aangevoerd omtrent het gebrekkig beheer van
sommige takken van dienst. Velen waren van
oordeel dat versterking van middelen voors
hands niet urgent is. Anderen vreesden dat
wegens het te verwachten deficit verhooging
van belasting niet zou kunnen uitblgven.
Met het voornemen om door afschaffing der
Staatsloterg een inkomst van ongeveer ƒ650.000
prgs te geven, konden verscheidene leden zich
niet vereenigen.
Tegen de voorgenomen verhooging van den
accgns op het gedistilleerd met 7 per H.L.
bestond bg velen bezwaren.
Enkele leden waren van oordeel dat ter ver
sterking van de middelen allereerst verhooging
van de directe belastingen in aanmerking
behoort te komen.
Van verschillende zgden vestigde men de
aandacht op de heffing eener tabaksbelasting.
Van andere zgde werd de invoering van
licentiën voor den verkoop van tabak aanbe
volen Er waren leden die de mindere soorten
tabak, welke door minvermogenden worden ver
bruikt, niet in de belasting wilden betrekken.
Sommige leden achtten herziening noodza
kelgk der Wet van 24 Mei 1894 (Stbl. no. 156)
voor zooveel betreft de uitkeeringen van het
Rgk aan de gemeenten.
Ook werd aangedrongen op verruiming van
het gemeentelgke belastinggebied.
Anderen hadden tegen het laatste minder
bezwaar dan tegen het eerste.
ff
Sommige leden drongen thans op intrekking
of prinoipieele wgziging der Leerplichtwet aan.
Gevraagd werd of nog in den loop van dit
zittingsjaar eene herziening der Drankwet aan
hangig zal worden gemaaktzoo neen, of de
Regeering dan voornemens is den termgn van
1 Mei 1904 te laten voorbggaan zonder iets
te doen?
Op welke wgze denkt de Regeering de mid
delen te vinden ter voorziening in de uitgaven
voor pensionneering van de bgzondere onder
wgzers en van de weduwen en weezen van
alle onderwgzers? werd gevraagd.
Zal een nieuw ontwerp van dezelfde strek
king als het ingetrokken ontwerp op de
arbeids- en rusttyden van 't vorig Kabinet
worden ingediend?
Sommige voorstanders eener Zondagswet
drongen aan op spoedige herziening der be
staande wet,
»Zal je dan ook het schilderen er van
betalen met zulke groote letters, dat ik ze
uit de vensters van het Paradgs daar boven
lezen kan?" vroeg de vrachtrgder.
»Dat hangt er van af of ik den schilder
overleef, want dien moet ik ook een vers op
zgn graf beloven, daar het volstrekt niet zeker
is dat ik tegen dien tyd contanten zal hebben."
>Peter Bindner moest maar liever te voet
gaan", zei de vrachtryder. »Het is gezond
voor een kleermaker om zyn beenen eens
goed uit te strekken, omdat hg er altgd mee
gekruist zit Wil het meisje mee
rgden voor een papieren rgksdaalder ver
volgde hg, tot Karen gewend.
Zg had hare tranen gedroogd en onder het
voorgaande gesprek herhaaldeiyk opgekeken
naar den hooggezeten voerman.
»Je doet het zeker wel voor een halve
mark en acht?" zei zg.
»Goed, maar dan moet gy twee en een
half voor mg betalen als wg bg de herberg
van Ousted pleisteren."
»Dus nog acht er bg Goed dan
Met niet weinig moeite klouterde Karen
eerst op het eene voorwiel, toen op den rand
van den wagen en trok zich op aan een dik
touw, totdat ze de uitgestrekte hand van den
voerman kon gry'pen, die haar met een ruk
omhoog trok.
»Dat is anders wel een net mensGh, die
je daar als buurman hebt. Gy zult zien dat