Na. 220
1002.
Donderdag
18 September,
De Troonrede.
Het Tooneel.
Staten -Generaal
EERSTE KAMER.
beioehingm mz.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, tnwt uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER KN VERWACHTING.
gr., 12 u. 61 gr., av. 4 u. 57 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige
17 Sept. 8 u. v
W. wind, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- au alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50elke regel moer 20 cent. Seclamens 40 cent per regeh
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Np verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie«Bai?eau
A> BE LA MAR Ann., H.3. Voorbnrgwal 266, Amsterdsnt.
Middelburg 17 September.
Wg wenschen, zooals gebruikelijk, enkele
oordeelvellingen over deze rede onzen lezers
moe te deelen.
Eerst die van liberale zjjde.
Het Vaderland getuigt van deze rede:
Een Troonrede, die veel belooft en getuigt
van ernstigen wil tot ernstige arbeidzaamheid.
Maar een Troonrede, die te weinig in détails
treedt, om vat te geven voor uitdrukfeelgken
lof of blaam. Wat wellicht bezwaarlik te ver-
andeten is.
Op éen punt slechts schgnt ons dit duister
wat bedenkelijkhet financieel program der
Regeering in verband met de door haar te
voeren sociale politiek, daaromtrent wordt
men nu letterlijk niets gewaar. En dit is juist
het punt, waarop door haar geestverwanten
steeds groote nadruk is gelegd.
Het Hbld. merkt op dat men in de zinsnede
»de betrekkingen van Nederland met andere
mogendheden bleven wat z g waren",
een antwoord kan vinden op de dwaze ge
ruchten omtrent een bondgenootschapwaartoe
de reizen van den minister Kuyper aanleiding
hadden gegeven.
De groote beteekenis der rede ligt, zegt het
blad, in de aangekondigde maatregelen van
wetgeving.
Daaronder zgn er van niet gering gewicht
an op allerlei gebied. De opsomming ervan
is aenigszins grillig, zoodat het schgn heeft
of by de eerste opstelling eenige waren achter
wege gelaten en later ingevoegd. De verkla
ring zal hierin liggen, dat bjj de opsomming
de werkkring der verschillende ministers als
leiddraad gevolgd schgnt te zgn.
Over asociale" regelingen is de rede vrg
karig. De verzekering-kwestie wordt in 't ge
heel niet aangeroerd. Als echter het arbeids
contract goed wordt geregeld, zal de zitting
groot nut hebben opgeleverd.
Zoo bevat de openingsrede een lange lgst
van toezeggingen, die stellig niet in éen zit
tingjaar kunnen tot stand komen. Zg toont,
dat het ministerie bard werkt en trachten
wil een aantal ten deele moeilijke vraagstuk
ken op te lossen. Of het daarbg den steun
verdient van wie niet tot zgn geestverwanten
behooren, zal uiteraard van de strekking en
den inhoud der voorstellen afhangen.
De N. liott. Ct, zegt aan het slot van hare
beschouwing
Velerlei wordt dus in deze Troonrede voor
dit zittingsjaar beloofd. Maar zg is ook merk
waardig om hetgeen er niet in wordt vermeld.
Men herinnert zich de paragraaf uit de vorige
Troonrede »Overmits de toestand van 's Rjjks
schatkist niet voldoende is, om deze geestelgke
en stoffelgke sociale hervormingen tot stand
te brengen, wordt versterking van 's Rgks
inkomsten vereischt, waarvoor allereerst her
ziening van het tarief van invoerrechten in
aanmerking komt. Bjj deze herziening zal
tevens naar bevordering van den nationalen
arbeid te streven zgn. Indien de minvermo
gende door deze herziening mocht gedrukt
worden, zal hiermede rekening worden ge
houden bg de bepaling van zgn 'ogdrage in
de verplichte verzekering". Welnu, van de
herziening van het tarief van invoerrechten,
het middel om aan geld te komen voor de
verplichte verzekering tegen de gevolgen van
ziekte, invaliditeit en ouderdom, wordt, even
min als van deze laatste, in de Troonrede gerept.
Een regeeringsgezind blad gaf eenige dagen
geleden ten deze nog een zacbten wenk. Met
het schrikbeeld der financieele politiek van
het far niente van den minister Godin de
Beaufort voor oogen en van dat tgdperk uit-
drukkelgk gewagende, vleide het zich »met
de zoete hoop, dat het Koninklgk Woord van
den 16en September de indiening van een
ontwerp-tariefhervorming moge aankondigen,
als dagende in een niet al te ver verwgderd
verschiet."
Die zoete hoop js nu in rook vervlogen!
Ten slotte. Het vorig jaar reeds wezen wjj
er op, dat wat de minister-president, toen hg
nog hoofdredacteur van De Standaard waB, af
keurend noemde »de conventioneele phrase,"
de sholle klanken" over land- en zeemacht
enz." in de eerste Troonrede, onder dit Ka
binet uitgesproken, niet ontbraken. Zg zgn
ook thans weder opgenomen en hebben dus
ook onder het tweede sChristelgk" Kabinet
burgerrecht verkregen.
Alles te zamen genomen zegt de Zutph. Crt
maakt deze troonrede niet den indruk van een
ding uit een stuk, maar stelt teleur door een
onvastheid en een springen van den hak op
den tak, dat zich uit in het aankondigen van
een berg nieuwe voornemens, groot genoeg om
er den stapel vroeger gedane, maar onvervuld
gebleven en nu schijnbaar voor goed opgegeven
beloften onder te begravende nieuwe kleedij.
waarmee de oude plunje bedekt wordt.
Het V olk schrijft
In deze troonrede valt boven alles op haar
slordige overlading. Welk een opeenstapeling
van onderwerpen. Het moet den Kamerleden
geel en groen voor de oogen zgn geworden bg
het aanschouwen ervan. En welk een slordig
heid. Het ministerie smjjt met beloften, ali
Sinterklaas met pepernoten. En in zgn haast
om toch maar te smjjten, neemt het zgn toe
vlucht tot vaagheden, die bg een voortreffelijk
journalist als dr Kuyper niet anders dan als
gewilde onduidelijkheid, als zand-in-de-oogen-
strooierjj kunnen worden uitgelegd.
Wat beteekent bjjv., dat een wetsontwerp
de bevloeiingen zal regelen Slaat dit op Indië
Of houdt het verband met het rivierrecht?
Men mag er naar raden.
Wat beteekent, dat de arbeidswet zal wor
den vervangen Zal er een betere komen
Het haringspeetstersontwerp geeft slechts aan
leiding tot vrees.
En bg alle overlading mist men in deze
troonrede twee van de hoofdpunten van het
program, verleden jaar opgedischtde invoer
rechten en het administratief recht. Dit beden
kende, komt men gemakkeljjk tot de slotsom,
dat de ministers van financiën en justitie met
hun »grooten" arbeid nog niet klaar zgn, en
aan dr Kuyper den voorrang laten tot het tot
stand brengen van de speciaal clerikale wet
ten die in dit tgdperk door de geloovigen
worden verwacht.
Of er iets van beteekenis van zal terecht
komen, nu van al heo in de vorige troonrede
opgenoemde nog niets is ingediend, mag met
grond worden betwjjfeld Er is dus voorals
nog geen reden tot ernstige ongerustheid, wat,
gezien het reeds gebleken reactionair karakter
dezer regeering anders wel het geval zou zgn.
Verder heeft deze troonrede voor den arbeid
niet anders over dan een onverschillige frase,
heel wat kouder van toon, dan het »zg kunnen
niet wachten, geen dag en geen nacht" van
de oude plunje.
Van arbeiderspensioen wordt dan ook met
geen woord gerept, laat staan van arbeiders
kiesrecht.
De tweede troonrede van dit kabinet is
ontbloot van elk sociaal gevoel, voor Nederland
zoowel als voor Indië, en ontbloot van elk
democratisch bewustzgn. De conservatieve
affaire wordt voortgezet op den ouden voet,
maar onder clerikale firma I
Een vrouw die waarachtig lief heeft kan
groot zgn, buitengewoon groot.
Zjj kan veel vergeven, veel vergeten.
Maar als zg bemerkt dat zg al hare liefde
heeft besteed aan een onwaardige, aan een
zwakkeling; als zg ontdekt dat eene, die haar
zeer na staat, die zg ook verwarmde door hare
sympathie en haar zusterlgk hart, haar ook
bedroogdan wordt zg getroffen in het
dierste wat zg bezit, juist in die liefde.
En dan is het mogelgk dat zjj uitbarst in
smartkreten, uitspreekt woorden van veront
waardiging maar ook dat zjj, in en in diep
bedroefd, geen woorden vindt om te getuigen
van hetgeen er in haar omgaatdat zg met
slechts een enkel gebaar, een enkelen blik
doet blgken, hoe smarteljjk zg is getroffen,
hoe diep rampzalig zjj zich gevoelt, hoe groot
hare verachting is jegens hen die haar zoo
diep beleedigden, haar levensgeluk verwoestten.
En hoe veel welsprekender zulk eene uiting
is, dit bleek Dinsdagavond in onzen schouw
burg toen, in het laatste bedrjjf van Nacht
en Morgen, Sabine haar zuster met een fier
gebaar de deur wees en haar ontrouwen
man den rug toekeerde zonder een enkel woord
te zeggen.
Zy had ook zoo gehoopt dat haar man, die
een verleden achter zich heeft, nu ja zooals
het gros dar mannen, en die nog voortgaat
in die richting, door haar liefde zou worden
overwonnen en tot het besef zou komen dat
g thuis het ware geluk heeft gevonden.
En hijzelf wilde ook wel den goeden wej
op hg zou de eenige liaison, die hg had, ver
breken maar op aandrang van haar, die hen
zoo lang geboeid had, wil hg voor 't laatst
nog tot haar gaan om haar portret terug te
brengen.
Hjj, Kurt von Eckhorst, raad van legatie, had
die photographie op zgn bureau. Hg was
verplicht, wgl hg op reis moest, deze daar te
halenen zou daarom later uit Berlgn ver
trekken, om dan tevens gelegenheid te hebben
het gevraagde te overhandigen aan haar met
wie hg voor goed wilde breken.
In denzelfden nacht wordt echter een be-
langrgk staatsstuk betreffende het drievoudig
verbond ontvreemd. De politie mengt zich in
de zaak Kurt wordt verdacht van den diefstal.
Tal van feiten pleiten tegen hemzgn be
zoek aan zgn bureau, waarover hg den bode
bg de legatie Zulke verzocht had te zwjjgen
zgn later vertrek uit Berlgnzgn verblgf
's nachts buitenshuis.
Bg het verhoor, dat hg ondergaat, blgft dit
laatste vooral het zwakke punt. Waar zgt gjj
dien nacht geweest wordt Kurt gevraagd. En
deze kan hierop geen antwoord geven ter wille
van zgne vrouw, die met hare zuster het ver
hoor bg woont.
Als ten slotte de chef van politie moet
overgaan om Kurt als verdachte te arresteeren,
De organen der regeeringspar tg en laten zich
natuurlgk met ingenomenheid uit over de rede.
Rgk is de inhoud, zegt De Standaard.
Nu, dat zal men algemeen wel eens zgn
Maar eigenaardig vinden wy de volgende
conclusie, die de redactie van het regeerings-
orgaan trekt naar aanleiding der vele toezeg
gingen, welke die rede bevat:
Wat aan de overzgde ook moge gezegd
worden, dit zeker niet, dat het Ministerie
werkeloos is geweest, en zeker niet dat het
werkeloos zal zyn in dit tweede zittingjaar.
In ieder geval, wg, anti-revolutionnairen
hebben reden in overvloed om dankbaar te
zgn. Hopen we nu maar dat de Tweede
Kamer den arbeid van het Ministerie niet
zal bemoeilijken en de stroom der welspre
kendheid niet al te, breed zal zgn, opdat er
in dit jaar ook veel zal kunnen tot stand ge
bracht worden."
De Standaard verliest uit het oog dat be
loften op papier nog geen daden zgn.
Als wg nagaan wat het vorig jaar in de
Troonrede werd beloofd en hoe bitter weinig
tot stand kwam, dan is er waarlgk alle reden
om nog niet de loftrompet te steken over niet-
werkeloos zgn van het ministerie, om tegen
over d8 nieuwe beloftenlgst groote reserve in
acht te nemen en geen al te hooge verwach
tingen te koesteren.
De redactie van De Standaard heeft gelgk
dat zg dit ministerie zooveel mogelgk bewie
rookt, maar daarom te meer konden wg een
enkele tegenopmerking niet in de pen houden;
te meer daar ook De Maasbode in hetzeltde koor
meezingt en schrjjft over de werkkracht der re
geering, »die inderdaad bewondering afdwingt
en waarbjj de reuzenarbeid wel is verricht
door den minister van binnenlandsche zaken".
Zelfs het liberale Nieuws van den Dag spreekt
van de werkzaamheid van dit kabinet.
De dankbaarheid van De Standaard komt
ons ook daarom zoo eigenaardig voor omdat
als men daarlaat hetgeen over vrg making van
het onderwgs gezegd wordt, er weinig speci-
fiiek christelgks in de Troonrede voorkomt.
Ook met het oog daarop toont De Standaard
zich al zeer spoedig voldaan.
dan eindelgk spreekt niet hg maar de schoon
zuster.
Een oogenblik later verscbynt de bode
Ulke een man van wiens treurigen toestand,
tengevolge van het slecht gedrag van een
zoon, wg te voren op de hoogte waren gebracht
en deze legt de volledige bekentenis af dat
hg de schuldige aan den diefstal is.
Ware hg slechts enkele seconden te voren
gekomen, dan, ja
dan ware eene nadere verklaring overbodig
geweest omtrent de verhouding die er tusschen
Kurt en Ellen bestond;
dan ware Sabine's liefde niet zoo ernstig
geschokt f
dan zou zg voort geleefd hebben in het ver
trouwen op haar invloed als liefdevolle vrouw
dan ware haar geluk niet verwoest geweest
en zou Kurt waarschgnlyk zgn leven hebben
gebeterd
maar dan ook had Paul Lindau zgn stuk
niet geschreven en daaraan zeker niet zulk
een pakkend slot gemaakt als hg nu te aan
schouwen gaf-
De dorre opsomming van den inhoud van
zgn tooneelspel geeft slechts zeer, zeer flauw
weêr den indruk dien het geheel maakt.
En nu nemen wg aan allerlei opmerkingen
over bp zonderheden te maken, doch het geheel
is zulk een verdienstelijk werk, dat wg liever,
het uitsluitend beschouwend in zen geheel, ver
klaren dat wg in langen tyd niet zulk een
interessant stuk op het tooneel zagen.
Evenals wg, merkt De Nederlander op
dat het politiek m9nu jaren van al werking
moet vorderen. En het hoopt dat het niet-
herhalen van enkele vroeger aangekondigde
maatregelen, terwgl andere wèl weer genoemd
worden, niet beteekent dat eerstbedoelde op
den achtergrond zgn geraakt.
Misschien is dit aldus op te vatten, dat
deze Troonrede alleen een menu voor dit jaar
bedoelt te geven, de vorige voor het geheele
vierjarig tgdvak. Wat nu ver genoeg gevor
derd is om de indiening reeds in het nu in
tredende jaar te verwachten, zou dan opnieuw
toegezegd zgn, benevens verschillende eerst
thans genoemde onderwerpen.
Zoo dit juist is, zouden dus de administra
tieve rechtspraak, de ouderdomsverzekering,
het tariel van invoerrechten enz. in dit jaar
nog niet te wachten zgn. Deze onderwerpen
zgn dan ook zeker zeer ingewikkeld. Toch
zou het ons verwonderen, wanneer b.v. ook
de herziening der Zondagswet nog zoo lang
moest wachten.
Het blad vermoedt, dat met de «vervanging
der Arbeidswet" wel vooral bedoeld zal zgn
een aanvulling omtrent den arbeidsduur voor
volwassen mannen (op de wgze van de inge
trokken Rustwet.)
Het Centrum noemt den indruk, dien zgne
redactie van de rede kreeg, een beslist gunstige.
De regeering toont dat zg ernstig streeft naar
een practische politiek.
Alles te zamen nemende moet, zegt De lijd,
deze Troonrede aan al degenen, die het optre
den dezer r8geering en haar uitvoerig program
van beginselen in de Troonrede van het vorige
jaar met vreugde begroet hebben, reden geven
tot voldoening, zg het ook, dat zy, afgaande
op de uiteraard beperkte en onvolledige ge
gevens, welke zg in deze bezitten, onder ver
schillende opzichten een andere volgorde van
in behandeling te nemen onderwerpen wen
schelyk zouden achten.
Dat niet al het aangekondigde in behande
ling, laat staan tot stand zal komen, ligt voor
de hand.
5»
Het voornaamste, dat het Haagsche Dagblad
opmerkt, betreft de voorgestelde afschaffing
van de staatsloterij,die zg onpaedagogisch vindt.
Dat men regelen wil stellen omtrent het
houden van lotergen is uitstekend, er wordt
op dat gebied zeker te veel misbruik gemaakt.
Maar om juist nu over te gaan tot afschaffing
van de staatsloterg, wg durven beweren dat
het algemeen belang daardoor volstrekt niet
zal worden gediend Zoo uien meent door de
afschaffing van deze officieele instelling, de
ipeelzucht onder het volk te beteugelen, Bchjjnt
nen al zeer weinig oog te hebben voor de
praktgk.
Bovendien zal dit geld noodig zgn voor uit
voering van menige wet, door de regeering
voorgesteld, waartoe nu de directe belastingen
weer verhoogd schynen te zullen worden.
Zou het voor deze regeering niet de roeping
zgn om, in-plaats van steeds »direct" te zien,
eens «indirect" uit te kgken
gemaakt, waardoor een tweetal zinnen onjuist
zgn overgekomen.
Wg laten ze hier volgen zooals H. M. die
uitsprak
«Wanoogst in eenige residentien op Java
maakte krachtig hulpbetoon van gouverne-
mentswege noodzakelijk.
Zoo hier te lande, als in d« koloniën en
overzeesche bezittingen kweten zee- en land
macht zich met toewgding van hare roeping
en gaf het korps van burgerlgke ambtenaren
Mij alleszins reden tot tevredenheid."
Deze besloot Dinsdag, zooals toen nog in de
tweede editie van ons blad is gemeld, tot toe
lating van de nieuw gekozen leden.
Door den heer Havelaar was overgelegd het
kon. besluit, hem ontheffing verleenende van
zgn betrekking als directeur-generaal der
postergen en telegraphie tgdens zgn kamer
lidmaatschap.
De heer Schimmelpenninck van der Oye
aanvaardde het voorzitterschap met een korte
rede, waarin hg wees op de gewichtige sociale
behoeften die te vervullen zgn. Ook herdacht
hg op treffende wgze den overleden minister
van koloniën.
Ten slotte de mededeeling dat in die rede,
ons Dinsdag geseind, een paar ommissies zgn
TWEEDE KAMER.
De afdeelingen hebben Dinsdag tot leden
der centrale sectie benoemd de heeren Schaep-
man, Michiels v. Yerdugnen, De Savornin
Lohman, Heemskerk en Travaglino.
Tot leden der commissie voor de redactie
van het adres van antwoord zgn benoemd de
heeren Schaapman, Kolkman, Nolons, Heems
kerk en Van der Kun.
Door de arr.-rechtbank te Breda is, ter ver
vulling eener vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabeti-
sche lgst van aanbevelingmr J. G. Gratama
Wz., subst.-griffier bg de arr.-reehtbank te
Assenmr W. P. A. Hellegers, advocaat en
procureur te Amsterdammr H. van Loghem
de Josselin de Jong, subst.-griffier bg de arr.-
rechtbank te Zutphen.
DIT STAD m PROVINCIE,
Door de schietvereeniging Medioburgum
alhier werd Zondag, Maandag en Dinsdag
een huishoudelgke wedstrgd gehouden, waar-
bjj verschillende banen opengesteld waren voor
leden der schietvereenigingan in Zeeland.
Daarvan maakten gebruik leden van de
Mtddelburgsche Schutterij Schietvereeniging, van
Generaal De Wet en de Flobertschielvereeniging
allen te Middelburg, van de Seherpschuttersver-
eeniging, van Onder Ons en van de afdeeling
Volksweerbaarheid, allen te Vlissingen. Verder
van Paul Kruger, 't Zand, Prins HendrikVeere,
Schietvereeniging te Breskens, Nut en Genoegen,
Biggekerke en Schietvereeniging te Souburg.
Op de personeele baan voor de leden van
Medioburgum werd de eerste prjjs gewonnen
met 51 punten door den heer W. K. Hering
op baan B, personeel voor leden engenoodig-
den, met 54 punten door den heer H. B. Wyt-
manop de vrge baan G, 5 schoten met 57
punten, door den heer W. K. Hering, op de-
Een opmerking moet ons uit de pen.
De titelNacht en Morgen is ons niet dui-
delgk.
Paul Lindau noemt zgn werk ook aldus.
Wat wil dit opschrift zeggen
Als het stuk eindigt, wordt het nacht voor
de hoofdpersonen. Verwoest is hun leven,
somber is de toekomst.
Daarom zou men eigenlgk moeten spreken
van Morgen en nacht.
Wat zou de beteekenis van den titel zgn?
Natuurlgk heeft in dit gunstig oordeel het
goede spel der vertooners een groot aandeel.
Het was weer een genot een zoo beschaafd,
zoo ineensluitend geheel te aanschouwen.
In de eerste plaats de dames Mann-Bouw-
mee8ter en Gusta Poolman ons compliment.
Beiden gaven uitmuntend spel te zien.
Daarop leggen wg vooral den nadruk, want
op het stille spel komt het in dit Btuk bg haar
in 't bgzonder aan.
Goed zeggen is een kunst, die beide ver
staan, dit bleek vooral in het derde bedrgf,
maar den indruk van hetgeen in haar binnen
ste omgaat weergeven op haar gelaat, in ge
baren, dat deden zg Dinsdagavond bgzonder
goed.
Beiden muntten ook uit in fraaie toiletten
en beiden ontvingen van de afdeeling Middel
burg van het 'I ooneelverbond een mand met
heerlyke bloemen, die zg ten volle verdienden.
De heeren speelden niet minder verdienstelgk,
De dankbaarste rol had wel de heer Jan C.
de Vos, de minst sympathieke de heer
Cbrispgn.
Onafgewerkt leek ons de figuur van Von Ra-
ventz, dien de schry ver zeker ons slechts even te
zien gaf om te doen uitkomen hoe 'n nullig
persoon de man van Ellen was.
De heeren Tourniaire, Van Schoonhoven en
Van Westerhoven speelden sober en natuurlgk.
De bekentenis van den laatste vonden wg wat
lang en bg het afleggen ervan ware misschien
wat meer aandoening gewenscht geweest.
Het overtalrgke publiek toonde zich uiter
mate dankbaar voor het genotene, en in do
pauze bleek hoezeer men waardeerde het op
treden van een gezelschap dat men hier helaaB
te weinig ziet.
Maar het is ook slechts zelden in de gele
genheid te komen naar Middelburg, dat voor
tooneelgezelschappen zoo afgelegen ligt, ter
wgl een reis derwaarts tegenwoordig niet meer
met andere plaatsen in of naby de Zeeuwscbe
lgn is te combineeren
Als nas tukje werd gegeven Litteratuur van
Arthur Schnitzler.
Wg leefden Dinsdagavond dus inde Duitsche
schoolal was Litteratuur meer Fransch dan
Duitsch.
Hoewel wat langdradig, was dit tooneelspel,
waarin vrg brutale zetten voorkwamen, aardig,
satyriach. Niet alle aardigheden erin zullen
door ons publiek echter begrepen zijn, omdat
J ze slaan op toestanden in de litteraire wereld te