MIDDELBlKtiSOHE COURANT.
N°. 217.
14Se Jaargang,
1992.
Maandag
15 September,
Middelburg 13 September.
Deze courant verschjjnt dagelijks, met uitzondering van Zon- on
Prijs, por kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THBRnODIIITBB KM VERWACHTING.
13 Sept. 8 u. viq. 54 gr., 12 u. 61 gr., av. 4 n. 55 gr. F. Verwaoht: zwakke tot matige
N. wind, opklarend weer, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten oi
Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per r
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiên en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, Np verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DB 5iA HAR Azp., M.S. Voorburgwal 866, Amsterdam.
Bij deze courant behoort een
Ongepast Vlagvertoon.
Nog even vragen wij de aandacht van
onze lezers voor eenige opmerkingen in
verband met de, veel besproken, kwestie
van het vlaggen op Zondag 31 Augustus
in het bijzonder het doen wapperen der vlag
van de openbare gebouwen te Middelburg,
wat aanleiding gaf tot de bekende inter
pellatie in de gemeenteraadszitting van
Dinsdag 2 September.
Wij gevoelen ons daartoe gedrongen door
de later gebleken feiten te 's Gravenhage
en te Apeldoorn, feiten wier juistheid nader
is bevestigd en ook door hetgeen daar
over is geschreven in de anti-revolutionnaire
pers.
Laat ons vooraf met enkele woorden
herinneren aan den loop dier vlaggen-ge-
sehiedenia.
Bij schrijven van 9 Juli 11. werd dooi
den minister van binnenlandsche zaken aan
de commissarissen der Koningin de volgende
„In verband met het door Hare Majesteit
de Koningin te kennen gegeven verlangen
om de openbare feestviering van den ver
jaardag van Hare Majesteit, die ditmaal op
een Zondag invalt, niet op dezen dag, maar
op den daarop volgenden Maandag te doen
plaats bebben, heb ik de eer ter bevordering
van eenparigheid en ter voorkoming van
misverstand er op te wijzen, dat de open
bare eerbewijzen onder de feestviering be
grepen zijn. Daar nu uit dien hoofde noch
parade bij het leger, noch vlagvertoon
op de schepen van oorlog den 31 Augustus
zal plaats hebben, is het gewenscht, dat
ook het vlaggen van de publieke gebouwen
niet op Zondag, maar op Maandag plaats
hebbe.
Ik verzoek U.H.B.G.
daarop te willen wijzen, die dan wel ge
legenheid zullen vinden om de ingezetenen
hunner gemeente niet onkundig te laten
van het feit, dat de openbare gebouwen op
SI Augustus de vlag niet uitsteken."
Dit schrijven werd door die Commissa
rissen gezonden aan de verschillende bur
gemeesters, aan die in Zeeland bij missive
gedateerd 11 Juli, „met verzoek dienover-
komstig te willen handelen."
Eenigen tijd daarna verluidde het reeds
dat H. M. niet uit eigen beweging ver
zocht had de viering van haar ver
jaardag op Maandag, en niet op Zondag,
te doen plaats hebben, maar dat men van
wege de regeering deze uiting van de
Koningin had uitgelokt, haar als 't ware
dat verlangen had opgedrongen.
„Het zon zoo schreef de Haagsche
briefschrijver der Nieuwe Grow. Crt
bij H. M. niet zijn opgekomen om uit over
dreven zucht naar bevordering van Zondags
rust- en heiliging, de feestvreugde van 31
Ang. te belemmeren of te doen opschorten
maar de Regeering meende van haar stand
punt niet verantwoord te zijn tegenover de
christelijke broeders, als zij niet brak met
de gewoonte om, op vorstelijke verjaardagen,
ook al vallen die op Zondagen, door leger
en vloot parade te doen houden. Om echter
niet de verantwoordelijkheid voor 't breken
met de traditie op zich te nemen, werd het
denkbeeld aan de vorstin onderworpen, en
deze gaf dadelijk toe dat de hulde van
land- en zeemacht haar waarde volkomen
behield al werd ze een dag na den ver
jaardag aangeboden. Nu zou ik tegen dat
uitstellen van de parades hoegenaamd geen
bezwaar hebben; ik zou het kunnen toe
juichen dat men militairen en matrozen
voor de parade niet van hun vrijen Zondag
beroofde; maar dat de Regeering in aan
sluiting daarmee, door aanschrijvingen aan
de autoriteiten, heeft bewerkt dat zelfs de
vlaggen niet op den werkelijken feestdag
zullen worden ontplooid, en indirect op de
ingezetenen invloed uitoefent om tot heili
ging van den Zondag de vlaggen ook in
particuliere woningen tot Maandag op te
bergen, dat vind ik waarlijk wel al te zot."
Men zie hel nummer der Midd. Crt van 22
Juli U
Deze mededeeling had reeds de voorstan
ders van z. g. Zondagsheiliging tot omzich
tigheid moeten aansporen om liever de
kwestie te laten*rusten dan haar aan te
roeren op gevaar af daarbij onze Koningin
in het debat te mengen, een oneerbiedig
heid, waartegen zij altijd zoo ernstig waar
schuwen en die zij, wanneer anderen dit
doen, niet in te krasse woorden weten af
te keuren.
Alzoo niet het raadslid te Middelburg,
dat zich geroepen achtte getuigenis af te
leggen van zijne ideeën en daardoor juist
de onhandigheid beging die vermeden had
moeten worden.
Hij had zich geërgerd aau dat vlagver
toon op onzen Langen Jan Zondag 31
Augustus. Die vlag daar in de hoogte
hinderde hem.
Nu, wij kunnen ons dit begrijpen van
iemand die het ernstig meent met zijne
beginselen, maar in de groote maatschappij
zijn er nog vele anderen die in zulke klei
nigheden geen aanstoot vinden.
En dat de heer De Rijcke aan zijn erger
nis lucht gaf in den raad wie zal hem
dat kwalijk mogen nemen Daartoe heeft
hij als raadslid het volste recht.
Maar wat wij niet kunnen billijken is
dat de interpellant zich niet heeft ontzien
de persoon der Koningin tegen den burge
meester uit te spelenHoe verbolgen hij
ook was omdat het gemeentebestuur nu niet
precies naar zijne opvatting van den Zondag
zich bad gedragen, vooral als antirevoluti-
onnair had hij aan zulk eene oneerbiedig
heid zich niet moeten schuldig maken
En allerminst omdat hij omtrent den
wensch en de gezindheid van de Koningin
meer beweerde dan hij verantwoorden kan.
Achteraf beschouwd, zal de heer De Rijcke
dan ook wel reeds hebben ingezien, dat hij
zich met zijne redeneering deerlijk in den
vinger sneed.
Ook het Calvinistisch orgaan in onze
provincie dat de daad der Middelburgsche
overheid al even berispelijk vond tegenover
hare onderdanen als de handelwijze van de
Yenendaalsche oproermakers, die de ruiten
inwierpen bij burgemeester, wethouders en
secretaris aldaar, tegenover hunne over
heid, en dat verder de daad van het Mid
delburgsche bestuur eene lafheid noemt
zal wel tot de erkentenis gekomen zijn dat
het zich erg onchristelijk heeft ver-
galloppeerd.
De Koningin Moeder toch liet duidelijk
blijken dat zij tegen vlaggen op Zondag
hoegenaamd geen bezwaar heeften onze
Koningin zelve toonde door haar rit, op
dien dag, in het met vlaggen getooide Apel
doorn dat hare godsdienstige overtuiging
allerminst werd geschokt door zulk een
vreugde-betoon op Zondag.
Krachtiger dementi konden het raadslid
en genoemd blad niet ontvangen.
Beiden maakten nu een dwaas figuur.
En dit hadden zij kunnen voorkomen,
door meer te letten op de door ons uit de
N. Gr on. Crt aangehaalde beweringen
door goed te lezen de aanschrijving van
den minister.
Dit had vooral de heer De Rijcke moeten
doen voor hij met zijn bezwaard gemoed
ter vergadering toog.
Heeft, hij de circulaire wel onder de
oogen gehad?
Wij betwijfelen het.
Hij gunne thans zich het twijfelachtig
genoegen haar te lezen, waartoe wij hem
de gelegenheid bieden.
Hij zal dan zien dat die circulaire heel
omzichtig, wij zouden zeggendiplomatisch
is gesteld.
Er wordt over eene openbare feest
viering gesproken en over het nalaten
op Zondag van parades en vlagvertoon op
Van „oppositie tegen den vorstel jken
wensch naar Zondagsheiliging" te spreken,-,
is ook, iu dit opzicht, zeker al zeer mis-
Tot zoover kunnen wj al is ook dit
nog twijfelachtig te doen hebben met
het verlangen van H, M.maar wat
daarna in die circulaire volgt, is eene
uiting, niet van de Koningin, maar van
den minister die „het gewenscht acht,
dat ook het vlaggen van de publieke
bouwen niet op Zondag maar op Maandag
plaats hebbe.
Onze jeugdige vorstin staat dus geheel
huiten die vlaggen-kweatie.
Trouwens, men had ook uit andere over
wegingen dan omdat, het ongepast is de
persoon van de Koningin in de debatten
te betrekken, wat voorzichtiger moeten zijn
met het schermen met dien „vorstelijken
wensch". Want onder Koning Willem III
werd steeds, als diens jaardag op Zondag
viel, deze met allerlei feestelijkheden her
dacht en onder het Regentschap der Ko
ningin-moeder de burgemeester van
Middelburg herinnerde er aan in de raads
zitting eveneens.
Deze vorstelijke personen krjgen dus
indirect een verwijt over bun gebrek aan
zin voor Zondagsheiliging, wanneer men,
zooals nu, het z. g. verlangen der Konin
gin daartoe zoo sterk op den voorgrond
stelt.
Daarbij komt nog dat in het Reglement
op den Garnizoensdienst dat, evenals alle
militaire reglementen, onder Koninklijke
goedkeuring wordt vastgesteld en gehand
haafd, uitdrukkeljk is voorzien in het ge
val dat de verjaardagen van leden van
het Koninklijk huis op Zondag vallen. Dan
moeten de parades niet worden uitge
steld tot den volgenden dag maar op een
later uur dan anders na den voormiddag
kerktijd worden gehouden
Wj zjn er benieuwd naar of deze be
paling nu zal gewjzigd worden
Of zou de minister van oorlog wiens
katholieke geloofsgenooten, al hebben zij
ook denzelfden „wortel des geloofs" met
de Calvinisten gemeen, over de manier om
den Zondag te vieren nog al heel anders
denken weinig zich ct toe geroepen ge
voelen om w jziging in dien zin van be
doeld reglement aan H. M. voor te dragen
Van den „wortel des geloofs" gesproken,
had ook niet het door velen opgemerkte
feit dat eenige personen in onze stad, die
onverdacht orthodox christelijk zjn, dien
Zondag van hunne woningen de vlag lieten
wapperen door hen, volkomen tebegrj-
pen en te billjken, 's avonds te voren voor
een deel uitgestoken den interpellant in
onzen raad tot nadenken en stilzw jgen moe
ten stemmen? Wordt ook door dit feit niet
voor een deel gelogenstraft de beschuldi
ging, in het antirevolutionnaïr orgaan, voor
noemd, opgenomen aan het adres van ons
ibestuurdat het door zijn daad
de bevolking tot onhoffeljk huldevertoon
had „geprikkeld"?
Een deel der bevolking en daaronder
geestverwanten van de heer De R jeke c.s.
was het gemeentebestuur in dat „hulde
betoon" al voor geweest.
Leidt dit alles niet van zelf tot de vraag
of er in dezen ook meer in het sp
dan de godsdienstige op
vatting omtrent den Zondag? Of de partij
politiek er wel geheel vreemd aan was
De „nieuwe koers," het Christel jke
karakter der huidige regeering, moet toch
ergens uit bij ken
In wetsvoorstellen en
is daarvan tot dusverre niet veel te be
speuren geweest! Uit de regeling betref
fende de viering van den jaardag der Ko
ningin zou zj nu althans den volke duide-
Ijk worden gemaakt.
Maar ook hier eigenljk een fiasco.
De wenk aan de ingezetenen had gerust
kunnen weggelaten zjnvooral waar deze
gebaseerd was op een onjnisten grondslag.
Hoe weinig daaraan gevolg werd gegeven,
bleek op den bewusten Zondag en zelfs
eene, die onze Koningin zeer na staat, gaf
duideljk bljk van zulke wenschen liefst'
verschoond te blijven.
Op een Zondag mag men toch ook wel
een bewjs geven van vreugde en gehecht
heid jegens het hoofd van den staat
Het debuut van den minister voor het
bevorderen van Zondagsrust, in den geest
der Puriteinen, is niet gelukkig geweest
een gevolg van overdrjving.
Als er sprake is van een ongepast vlag
vertoon, dan is dat wel geweest bj
Calvinistischen minister Kuyper e
Calvinistisch raadslid te Middelburg.
Iu zjn streven om eigen partjgeuooteu
te believen, heeft de minister het
volk van Nederland willen dwingen tot een
die, achter af gebleken, niet eens
welgevallig was aan de persoon, van wier
naam men jdelijk gebruik maakte.
Het gebeurde kan eeu les zjn voor het
volg om het drijven, naar een nieuwen
koers niet al te kras door te zetten. Als
men wil bevorderen dat aan feestvie-
n g e n, b j gelegenheid van een n a t i o-
a 1 e li feestdag, ook z j kunnen deelne
men, wier godsdienstige overtuiging hen
belet zulks op Zondag te doen, dan kunnen
wj daarmede vrede hebben. Men stelle die
dan op een anderen dag. Maar men wacbte
zich voor de meening dat ons volk b. v.
bet laten wapperen van een vlag op
Zondag eene ontheiliging van dien dag zal
zien. De meesten noemen dit belacheljke
overdrjving en gaan kalm hun weg.
Ons volk moge voor een zeer groot deel
aan godsdienst en kerk gehecht zjn, Cal
vinistisch, puriteinsch is zelfs dat deel,
over het geheel genomen, niet.
En bij het sturen in die richting zal men
zelfs bj vele godsdienstige geestverwanten
politieke stembus-medestanders op den
duur geen steun vinden.
Daar zjn wj gerust op
Ten slotte brengen wj, als tegenhanger
van den groven aanval van het calvinistische
blad op bet Middelburgsche gemeentebestuur
aan dat bestuur onze hulde voor zjne
kloeke en zelfstandige houding, en aan den
burgemeester voor zjn afdoende en bondige
verdediging daarvan in den Raad.
de eer om kosteloos weezen, weduwen of on
gelukkige arbeiders te verdedigen wilden
onttrekken, te kunnen dwingen. De heer
Sasse noemde dat met een mooi woord»poe-
nale sanctie" moest aan dat gebod gehecht
worden. Kon door het gemis vat voornoemde
♦poenale sanctie" al niets van het amendement
inkomen, ook uit anderen hoofde kon er niet
aan gedacht worden. Ergo werd den voor
steller aangemaand het amendement maar
in te trekken. Dit ging echter maar zéi niet.
Er werd nog veel meer gesproken. De heer
Sasse was het geheel met den minister eens,
de heer Pompe van Meerdervoort sloot zich
bj het betoog van den hees S&ssa aan", de
heer Röell kon het ook niet aanraden, ja zelfs
de heer Okma was het met de heeren Sasse
en Pompe eens, en de heer Lohman liet zich
ook in afkeurenden zin uit; zoodat de uitslag
der stemming van intrekken was geen
quaestie te voorzien was. Met 35 tegen
31 stemmen werd het verworpen.
Ten slotte nog de doop van het wetsont
werp, dat voortaan Ongevallen-Beroeps wet"
zal heeten, en toen bigde gezichten van de
circa 60 leden, die niet wisten hoe spoedig
ze deB aftocht zouden blazen, om. elders van
de doorgestane vermoeienis, veroorzaakt door
verveling een interessant psychologisch
versch jnsel wederom op krachten te komen.
De volgende week zal er wel wat meer te
vertellen zjn.
den
het
Kameroverzicht.
Zitting van Vrjdag.
Er waren voor heden nog slechts een paar vrj
onbeduidende amendementen ter behandeling
overgebleven. Éen van den groot-amende
menten-maker Foek, die, in stede van zjn wets-
verbeteringen eerst met den minister en den
voorzitter van de Commissie van Rapporteurs
bespreken en op die manier af te doen,
daarmede liefst in het publiek komt aandragen
en zjn opmerkingen in den geweldigen vorm
van een amendement belichaamt; welnu, dat
éene amendement werd al dadeljk door den
minister als >van weinig beteekenis" gequa-
lificeerd. Maar dat nam niet wegéen »rede-
voering" van den voorsteller, éen dito van den
minister en éen dito van den'heer Röell waren
er mede gemoeid, en het al of niet passen
van het amendement in het „stelsel"
regeering vond ampele bespreking.
Daarop had het amendement nu eenmaal
aanspraak. Geef des keizers wat des keizers
ia, enz., enz., is schriftuurljk vastgesteld, en
zoo moet men ook zeggengeef den uitvinder
van een of ander amendement wat des amen
dementen-uitvinders is, n.l. gewichtige rede
voeringen, en wat daarbj behoort. Pour aguü
de conscience nog de mededeeling, dat de heer
Fock wenschte, dat den voorzitter van den
Raad van Beroep de bevoegdheid zou worden
gegeven om aan paitjen op onvermogen
beroep afschriften der stukken kosteloos te
verstrekken. De regeering wilde dit aan den
Raad overlaten om aan de prerogatieven van
den voorzitter een einde te maken. Een be-
langrjke affaire dus, wel een amendementje
waardig
Het tweede amendement was ongetwjfeld
van meer beteekenis, De heer Marchant had
nl. voorgesteld om aiin den voorzitter van
den Centralen Raad de bevoegdheid te geven
aan een partj, na gebleken onvermogen, een
raadsman roe te voegen tot kosteloozen bjstand
in het geding van dien Raad. In een nieuw
artikel 92 wilde hj dit in de wet opnemen.
De minister was er echter tegen. De voor
steller had betoogd, dat, zooals de wet nu
luidt, de arbeider of kleine werkgever tegen
over een sterkere partj in slechte conditie
verkeert, want advocaten doen niets voor niets.
Maar de minister zag dat zoo erg nog niet in,
Hj had een heele serie bezwaren. Eerstens
de Centrale Raad komt te Utrecht en daar
zjn niet zooveel advocaten als bv. in Den
Haag. Ziet, mjne heeren, zal Z.Ex. wel gedacht
hebben, daar hebben jelui het al, nu je niet,
zooals ik, den Centralen Raad in de wereld
en ambtenarenstad Den Haag, maar in het
nestige Utrecht wilt hebben. Eenmaal in
Utrecht, zjn er dus te weinig advocaten.
Verder moest dan ook aan den president
van den R°.ad disciplinaire macht worden toe
gekend om onwillige advocaten, die zich aan
UIT STAD EN PROVINCIE.
Mogen wj hen die voornemens zjn de
voorstelling van Het Nederlandsck 1 osneel,
Dinsdag te Middelburg, bj te wonen, or
even aan herinneren dat de bespreking een
dag van te voren, nl. Maandag, plaats haett.
Loting wordt gehoudente 10 uur voor de
leden der afdeeling Middelburg van het Ned,
looneelverbonden verder voor het publiek te
11 uur voorden eersten en den tweeden
te half éen voor den derden e» den
i e r d e n rang.
De Vrjdagavond, wegens het ongunstige
weêr, uitgestelde muziekuitvoering op het
Molenwater alhier zal nu plaats hebben op
a a n d a g a., des avonds te 7 uren.
Het muziekkorps der dd schutter j zal, onder
leiding van den heer JanMorks, het volgende
programma uitvoeren
Semper Fidélis marsch, Souaa; ouverture van
de opera Joseph, Méhul; Sspanaaprès le Rhap -
de ChabrierWaldteufelSuite uit kefc
ballet Coppêlia, Delibes; Vélocipède-marsch Col-
g Concert polka voor 2 cornets a pistons,
Godard In Kaïro Orientalischer Zugv. Blon
en Groote fantasie uit de opera Faust, Gounod.
Met ingang van 1 October a. s. zjn ver
plaatst de kommiezen bj 's rjks belastingen
W. F. Bakker, 4e klasse, van Sluis naar
Uitgeest, en M. H. Hulmer, 3e klasse, van
Middelburg naar Delft.
Dit VliBBingen.
In de Vrjdagavond door de vrjzinnige kies-
vereenigmg Algemeen Belang aldaar gehouden
vergadering werd tot oandidaat voor het lid
maatschap van den gemeenteraad in het lo
district, vacature-Ketting, gesteld de heer J.
W. Jacobze, adjunct-inspecteur der Mj. Zeeland,
met 21 stemmen.
Met hem was aanbevolen de heer P. F. Auer,
cargadoor, die 16 stemmen verkreeg een stem
was blanco.
Den heer Jacobze, niet ter vergadering aan
wezig, zou van zjne benoeming worden kennis
Tot lid van het bestuur, in de plaats van
den heer mr J. Smit, die voor de benoe
ming heeft bedankt, werd gekozen de heer
C. J. de Steur, die de benoeming aannam.
Op voorstel van den voorzitter, den heer H.
L. Hermans, werd goedgevonden de voorzie
ning in de vacature van het bestuurslid, den
heer B. Th. Avenarius, naar elders vertrokken
aan te houden tot Maart 1903, daar dat be
stuurslid dan periodiek zou aftreden.
Vrj dag voormiddag ging te Biggeker-
k e, bj het inkomen van het dorp, het voor
een öriewielskar gespannen paard van een
landbouwer op hol. De kar viel om en de
voerman met zjn zoontje werden er uit ge
slingerd. Zj bekwamen geen letsel. Het paard
holde met de kar achter zich het dorp in en
vernielde eenig hekwerk voor een woningj;
toen liep het dier naar de hofstede.
De groei der oesters bljft nog steeds
goed gaan; zegt de Iers. en Ih. Crt. Ver
scheiden exemplaren vertoonen een prachtigen
♦scherpen rand". Wanneer het dan ook zoo
mag voortgaan, is er alle hoop op een gunstig
seizoen.
De oesters op de lerseksche bank, ook wel
genoemd het Westland, zjn in de laatste
weken flink vooruit gegaan, doch in qualiteit
van visch winnen de oesters van de Grevelin-
gfln het tot heden nog. Gewicht moeten de