MIDDELBURGSCHE COURANT. I4ir Jaargang, Dinsdag 19 Augustus, Een helder beloog. iff. 194. Dozd courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 18 Aug. 8 u. vm. 65 gr., 12 n. 70 gr., av. 4 u. 66 gr. F. Verwacht: matige tot krachtige Z. W. wind, bewolkte lucht, regenachtig weer, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. RE LA MAR Ann., N.2. Voorburgwal 366, Amsterdam. II. (S1 o t.) Het spreekt van zelf dat men bij het vraagstuk van een bondgenootschap een voudig te doen heeft met een reken- kwestie welk voordeel behaalt men er mee? En nu ligt het, naar de meening van den heer L. Simons, voor de hand, dat, waar volgens de bewering der voorstanders van een verbond met Duitschland, dat rijk veel geringer profijt zou hebben dan wij, zijne regeering daartoe niet zou overgaan, tenzij onzerzijds ook groote opofferingen worden gedaan. Zoo dwaas is de Duitsche regeering niet om, alleen ten onzen believe, met ons een verhond te sluiten. Er wordt nu wel er op gewezen dat onze marine een vijfde eskader bij de vier Duitsche zou beteekenen, ons leger een armee-korps bij het Duitsche leger, terwijl onze koloniale ambtenaren Duitschland zouden kunnen dienen, maar dat alles heeft voor ons eene bedenkelijke zijde en voor Duitschland nog niet zulke groote waarde. En dan vraagt de heer Simonswaar mee kunnen onze koloniale ambtenaren Duitschland dienen Met het beheeren van de Duitsch-Neder- landsch geworden koloniën in onze Oost? »Ons leger als Duitsch armeekorps, om iets te beteekenen zou dit immers dan geheel op Duitsche leest geschoeid moeten worden. En dan hebben we al aanstonds eenganschen terugkeer van onze beginstappen tot een volksleger naar het hoogst opgevoerd milita risme, dat in zichzelf ei een verkrachting van onzen volksaard beteekent. Zeker, als we ons laten opnemen in het Duitsch Tolverbondals we ons even dicht bjj Pruisen aansluiten als Beieren bjjv., dan wordt het voor Duitschland zeer de moeite waard om ons te hebben, mèt onze kolonies. En, als Engeland-Japan ons die hadden afge nomen, ondanks Duitschlands garantie, zelfs zonder onze Oost. Maar dan heeft Duitsch land öns, doch hebben wjj ons zelf niet meer. Johan de Witt en prins Willem III, hoewel z|ï ten slotte van al hun alianties juist niet veel wil hadden, hebben er toch in de 17e eeuw nooit aan gedacht, een bondgenootschap aan te gaan met Frankrjjk. Wèl, ter bewaring van hel evenwicht, tegen Frankrjjk. Op dit oogenblik nu is op de West-Euro- peesche vastelandswip Duitschland de zwaarste partg. Als ons eigen land, afgescheiden van onze koloniën, eenig gevaar dreigt, dai van Duitschland. De Duitsche Jingoes hebben zich al meer dan eenmaal in dien geest uit gelaten, dat Duitschland ook de Rjjnmonding toekomt. Men behoeft deze uitlatingen niet ernstiger of luchthartiger op te vatten dan uien wil. Doch in ieder geval niet van Frankrjjk dreigt ons langer gevaar, maar als het er is, heel natuurlgk, van Duitschland. Moeten we nu waarljjk zoo onnoozel wez en de rol van het lam gaan spelen naast den wolf? In de groot-politiek der Europeesche Staten treedt meer en meer de evenwichts-theorie op den voorgrond. Hoe meer het evenwicht verzekerd is, des te vaster staat aller veiligheid. Als wg ons dus op de wip zetten, het zal moeten wezen aan den kant, dien het e wicht eischt, niet aan den anderen. Duitschland, Oostenrgk, Italië; Frankrjjk, Rusland. Het is duidelgk dat de wip overhelt naar de eerste groep. Hèel duidelgk echter, dat zoodra wg met België (en ons beider belang is hier vrjjwel één) of zelfs zonder België aan den kant van Duitschland gaan zitten, we het evenwicht helpen verbreken. Zetten we ons daarentegen bjj Frankrjjk, dan versterken we het. En daardoor alleen reeds versterken we onze kansen op 't behouden van 't geen we hebben. Doch we doen dat bovendien omdat dan juist voor de partg, waarbg we ons aansluiten, onze aansluiting meer beteekent. Voor Duitschland heeft een samengaan met ons, waarbg wg geheel zelfstandig zouden bljjven doch Duitschland ons moest garan deeren wat we hebben, geen waarde. Het tegendeel. Het sluit voor Duitschland een risico, dus gevaar in. En het is volkomen rationeel, dat het daarvoor offers vragen zou. Maar voor Frankrgk ligt er waarde in, dat wjj ons niet by Duitschland zouden aansluiten. Duitschland is tegen aanvallen van Frankrgk genoegzaam zeker. Frankrjjk van het omge keerde niet. Daarom zou het voor Frankrgk waarde kunnen hebben onze onzijdigheid te koopen met een waarborg. Met Ruslands mede-onder- teekening zou die voor ons inderdaad een garantie beteekenen. En zooals de verhou dingen zjjn, zou een samengaan met Frank- •jjk, België tusschen ons in, ons indirect heel wat minder gevaar meebrengen dan eene nauwe aansluiting met Duitschland, dat vlak aan onze grenzen ligt. Een dusdanige overeenkomst met Frankrgk zou dan ook onzen internationalen staat niet veranderen. We zouden er met Duitschland niet minder vriendschappelijk om behoeven om te gaan, noch de gemeenschappelijkheid onzer belangen om hebben te vergeten. Even als Italië met Frankrjjk weer goede vrien den is, zouden wg tegenover onze Germaan- sche buren staan. Men wil zulk een alliantie vooral om de zekerheid voor onze koloniën. Maar dan hebben we veel meer aan Frankrgk èn Rus land dan aan Duitschland. Rusland's vloot heeft zich zeer uitgebreid. Samen met de Franscbe, zal zjj in eenige jaren een macht van beteekenis wezen. En Rusland is het eenige land, dat Enge land ook te land kwaad kan. Immers in Azië. Frankrgk en Rusland hebben er voor zich zelf belang bjj, dat de Engelsch-Japansche invloed zich in Oost-Azië niet meer uitbreidt. Duitschland niet. Daarom zal een hulp van de eersten niet alleen te onzen behoeve komen en zal hun garantiepremie veel lager zjjn dan die Duitschland van ons te vergen zou hebben. En dus indien het noodig mocht wezen een verbintenis aan te gaan tot beveiliging van onze koloniën en van onze eigen zelf heid dan vinden we het maximum van zekerheid tegen het minimum van op offeringen aan den kant van Frankrjjk-Rus- land, en niet van Duitschland. Gevaar brengt zulk een verbintenis intus- schen altjjd met zich. En dus zal ernstig moeten overwogen wor den, of wjj noodig hebben ons, om den wille van het behoud van onze Oost, met een of meer Europeesche mogendheden te verstaan. Of we, gesteld voor de keus, onze koloniën te verliezen, dan wel ons alvast half in de macht van eene Europeesche grootmogendheid geven, niet het eerste te verkiezen hadden. Het antwoord op de laatste kwestie is het snelst gegeven en luidt bevestigend. Ook zonder onze koloniën kan onB volk in is land bestaan. Veel van de talenten en kapitalen, die wij nu geven aan onze Oost, we in het eigen land nog uitnemend kunnen gebruiken. België is dichter bevolkt dan ons land en heeft geen kolonies. Zwitser land evenmin. Bestaan er toch zonder. Bjj een ruim opgevatte en energiek doorgevoerde arbeids- en bodempolitiok ten onzent zouden heel wat meer menschen kunnen voeden dan nu. Als we onze koloniën verloren, we zouden ons nog »groot kunnen toonen in al waarin een klein volk groot kan zjjn". Het zou een sterke schadepost beteekenen, onze ondergang behoefde het allerminst te wezen. Daarom dus mogen we, om den wille onzer kolonies, nooit een bondgenootschap aangaan zoo nadeelig, als een met Duitschland onver- mjjdeljjk voor ons zou moeten worden. Wie een koop het grootste belang heeft, trekt altjjd aan het kortste eind. Ook de militaire zekerheid van onze Oost ligt in de sociaal-economische politiek die wg daar toepassen. Mede hierom Hoe hooger de welvaart dier millioenen onder ons bestuur daar zou atggen, des te sterker koopkracht zouden zjj oefenen op de wereld markt. Des te grooter belang kregen dus alle handeldrgvende en produceerende natiën er bjj dat die landen bleven onder een bestuur, dat zeker niet zou beproeven er een muur van protectie om eigen bevoordeeling rond te bou wen. Bjjkans ieder9 andere mogendheid, öok Engeland tegenwoordig, zou dit beproeven. En dus zouden dan zelfs de Ver, Staten van Noord-Amerika, wier invloed op de wereld politiek moet toenemen, belang hebben bjj het handhaven van onze leiding in Insulinde. Door kloek toegepaste irrigatie. Door opwekking van ouden handarbeid en kunstvaardighei d Door bekwaming van den inlander in het bebouwen van zjjn land, met openstelling van goedkoop crediet. Door aanleg van verkeerswegen, spoor en tram. Door flinke Staatsexploitatie der mjjnen. Door deze en dergeljjke maatregelen, samen met een versterking van de zelfstandigheid van allen, die daarvoor in Indië reeds rjjp zjjn. Door Indië een flink crediet (bjjv. van ca. f 100 millioen) te openen en, zoolang het land moeite heeft rente en aflossing zelf te betalen, deze, voor zoover noodig, voor onze rekening te nemen. Door dergeljjk zelfopofferend werken, dat voor ons een prikkel zal wezen, waar elk steunen op anderen door allianties een ver- dooving zou bljjken, zullen wjj nog in staat zjjn onze mooie kolonies te behouden tegen iedereen. Tot héél de tjjd van kolonies-houden een natuurlgk einde nemen zal. Onze regeering is ten aanzien van onze West al een heel eind in de goede richting gegaan door niet lang- r ..en man van de wet, maar een man van de daad, een ontginner, als hoofd er heen af te vaardigen. Nu moet zjj in onze Oost volgen. Als straks de militaire man er zjjn werk gedaan heeft, zal er de militair, die eerst ontginner zich ge toond heeft, de tegenwoordige Gouverneur van Atjeh, kunnen beproeven, om voor héél Insu linde te gaan doen, wal hg zoo bekwaam in één landstreek verricht heeft. Ook Indië heeft een kloek ontginner, een echten leidsman noodig. Met zoo éen acht tien jaren aan den ar beid, door het moederland offergul gesteund, wordt het een beveiliging-in-zichzelf. buiten eenige hulp van anderen. Evenals het Hbld, verklaren wij, ons met de algemeene strekking der beschouwing van den heer Simons geheel te kunnen vereenigen. Wij stellen eene goede nabuur schap op hoogen prps, maar meenen dat ons "Vaderland het veiligst is door niet mee te doen aan de groote politiek van bond genootschappen, en dat het ook aan zijn verleden verplicht is, zijn ten volle te handhaven. En wat de koloniën betreft het beste middel van behoud zoodanig be heer, dat geen der Indische volken een anderen meester verlangt, maar overtuigd is dat hunne belangen onder onze hoede het veiligst zijn. Doch er is ten slotte eene opvatting van dit vraagstuk mogeljjk, die inderdaad gaat verre uit boven de engbenepenheid van al deze beschouwingen. Onze Oost, zou ik willen zeggen, is voor ons onverliesbaar van het oogenblik waarop we den ingeborenen zullen hebben doen zien, dat hun belang het onze is, en waarop we, met inspanning van onze hoogste krachten, met opofferingen die hier ons niet zullen verarmen maar verrgken, land en volk zullen hebben opgewerkt tot de welvaart, die zjj allereerst heeft dan 28 millioen Daarop moet bjj de Regeering krachtig wor-- den aangedrongen. Ik hoop dat de tegenwoordige minister van Justitie, die de herziening van het Militair Strafwetboek in veilige haven wist te brengen v tjjd en kracht moge hebben, om ook de her ziening van ons Burgerljjk Wetboek van Straf recht ter hand te nemen, althans de her ziening en aanvulling van de bovengenoemde bepalingen. Onderwjjl zal de handel goed doen te roeien met de riemen, die hg al heeft, en ze niet uit onwetendheid of laksheid ongebruikt te laten liggen. Indien het meerendeel der han delaars en winkeliers zoo laks bljjft als zjj tot heden geweest zjjn, dan zal ook de beste wetgeving hen niet helpen." De schrjjver vestigt er daarna nog de aan dacht op, dat ook ons civiel recht tal van bepalingen bevat welke tegen de oneerljjke concurrentie gericht zjjn, bepalingen, welke, evenals die van het wetboek van strafrecht, veel te zelden worden ingeroepen. Volgens hem zouden vooral herzien moeten worden art. 326 wetboek van strafrecht en de art. 401 en volgende van het Burgerljjk wetboek. NIET IN TIJDS. Niettegenstaande de officieels verklaring, in wereld gezonden inzake de regeling van het bljjvend gedeelte der mililiens van de lichting 1902, handhaaft de militaire mede werker der- Arnh. Ct. zjjn standpunt. Hg schrjjft Eerst heden (Donderdag 14 Aug,) is aan de miliciens der lichting 1902 de regeling be treffende het bljjvend gedeelte bekend ge maakt, zoodat hun, die 16 Juli hebben geloot, nog één dag restte om van het wetteljjk recht om te ruilen gebruik te maken. Wjj hopen binnenkort op deze hoogst belang- rjjke quaestie terug te komen, doch achten het, in verband met het eigenaardig commu niqué, dat dien dag in de dagbladen te lezen stond, niet gansch overbodig reeds thans een korte opmerking te maken. Al moge het waar zjjn, zooals gebleken is, dat de aanschrijving van het Departement van Oorlog 31 Juli dat departement heeft „verlaten" toch staat ontwjjfelbaar vast, dat de belang hebbenden veel te laat op de hoogte zjjn gebracht met hetgeen zjj noodwendig weten moesten om het ruilingsrec&i onverkort te kunnen Middelburg 18 Augustus. ONEERLIJKE CONCURRENTIE. Java alleen inwoners. Als die één gevoelen met ons als die weten dat geen andere vreemde macht ze eerljjker, rechtvaardiger en bekwamer zou kunnen leiden dan wg. Als die tot zooveel beschaving (geen Europeesche, noodzakeljjk, maar Indische door onze taal en onze beschaving met die van heel de wereld in verband) zjjn gebracht en zooveel welvaart genieten, dat dit alles te behouden hun zelf een strjjd waard is. A1b dan de inboorlingen met en onder leiding van Neder landers strijdvaardig bleken tegen elke andere macht, denkt men dan dat waarlgk zulk een andere macht een onderwerping van deze millioenen zoo liohteljjk zou gaan beproeven Over dit onderwerp, dat op het in Sep ber te Amsterdam te houden congres voor den handeldrjjvenden middenstand zal worden be handeld, heeft mr P. J. M. Aalberse te Leiden preadvies uitgebracht. Hjj legt daarin bloot dezelfde gevoelens, door hem enkele jaren geleden uitvoerig in een geschrift uiteengezet. in zjjn rapport doet hjj o. m. uitkomen, dat in onze strafwetgeving reeds vele bepalingen te vinden zjjn tegen oneerljjke concurrentie en hg laat daarop volgen: »net zou ons niet verwonderen, of menig handelsman en winkelier, die in koor heeft meegezongen»o vroede vaderen, geeft ons toch een wet tot bestrjjding der oneerljjke concurrentie, als in Duitschland bestaat en Oostenrgk in bewerking is", zal verrast hebben opgezien, wanneer hg zag, hoeveel werkeljjk goede, zjj het ook voor verbetering vatbare, bepalingen wjj reeds in ons Wetboek van Strafrecht hebben, en dat wg daarom niet zoozeer noodig hebben een speciale wet, als wel een herziening en aanvulling van (le reeds bestaande bepalingen. Wat betreft de thans bekend geworden faciliteit om het ruilen zoo ruim mogeljjk toe te staan, daaromtrent zjj aangeteekend, dat de wet het recht om te ruilen slechts gedurende dertig dagen na de loting erkent, en dat die zelfde wet de nummerruiling na het verstrjjken van dien termjjn niet meer als een recht, doch als een goedgunstigheid van de militaire autoriteit aanmerkt. Dit is inderdaad een verschil van groote beteekenis, al dringt dit bljjkbaar niet tot de hersenen van iedereen door. Het is al vaker geconstateerd dat militairen in juridiek onderscheidingsvermogen allesbehalve uitblinken. Wg handhaven onze meening, dat het ruilings- recht zjj het zonder booze bedoeling is gedrukt en zulks tengevolge van het niet te weerspreken feit, dat de belanghebbenden niet tjjds hebben geweten wat er aan hun lo- tingsnummer vastzit. EEN BLOEMRIJKE OPMERKING. Nederland zet zjjn bloemetjes buiten Bloeit sedert een paar jaar de rozenboom in de Oost, straks zal dit ook het geval zjjn met'de lelie in de West. De koloniën alzoo in de bloemen, Men ziet hel, de Regeering geeft wel gehoor aan de algemeene roepstem om de beide ver- waarloosdelndiën eens tot bloei te gaan brengen- En dit is niet slechts van economisch-poli- tieke beteekenis, maar heeft ook een vèr strek- kenden diplomatieken zin. Immers, onze beide koloniale rjjken zjjn nu in de schoonste har monie met het rozenveld van 't Amerika Van dien kant is de gevreesde B. V. dus voorloopig niet te verwachten! Dit in aanmerking nemende, is er thans voor heel Nederland gereede aanleiding, zooals eens voor Scheveningen, uit volle borst uit te roe pen »Lely, benedictus Aldus de Controleur na de jongste hooge benoeming. KORTE MEDEDEEL INGEN VERGADERINGEN. onder voorzitterschap van den heer F. B. 's Jacob, burgemeester van Rotter dam, te s' Hertogenbosch door de Neder- landsche vereeniging voor jaarljjksche vergadering gehouden, druk bezocht; o. a. waren vertegenwoordigd de Zeelandsche vereeniging (4e district) en de Noord- en Zuid-Bevelandsche. Tot bestuursleden werden met schier alge meene stemmen gekozen de heeren mr L. A. Bjjban, secretaris van Delft, G. R. C. M, Raupp, burgemeester van Roermond, en mr D. Alma, burgemeester van Sneek, met wie in het be stuur nog zitting hebben de heeren s' Jacob, Vulder van Noorden, secretaris van Middelburg, en B. A. Yerploeg ChasBee, burgemeester van Vlaardigen. na de vastgestelde begrooting voor 1903 telt de vereeniging rond 500 leden. Behandeld en na eenige wjjziging goedge keurd werd een ontwerp-adres aan den Minister van binnenlandsche zaken, waarin o. a. werd verzocht le. De positie van den ambtenaar van den burgerljjken stand vinde voortaan uitsluitend regeling in h'et B. W. Eene bepaling van geljjke strekking als art. 149 is aan te be velen, mits daaraan worde toegevoegd eene bevoegdverklaring van den gemeenteraad tot benoeming onder koninkljjke goedkeuring van hulp-ambtenaren van den burgerljjken stand, uitsluitend voor het verljjden van geboorteakten, overig densakten en akten van huwèlgksaan- giften. Voorts is het gewenscht te regelende ver deeling der werkzaamheden van de ambtenaren en hulp-ambtenaren van den burgerljjken stand, de positie van het personeel dat den ambte en hulp-ambtenaren ter zjjde staat, de beëediging der hulpambtenaren van den bur gerljjken stand en het personeelde schorsing de bezoldiging en het ontslag der ambtenaren en hulpambtenaren van den burgerljjken stand. Bjj de behandeling van het ontwerp-adres betoogde de heer Van Wagtendonk van Amster dam met klem de wenscheljjkheid om de ad ministratie van den „burgerljjken stand" van de gemeente-administratie naar het rjjk over te brengen en sprak de heer Mjjs, burgemees ter van Middelliarnis, zjjne bevreemding uit dat de commissie geen aanleiding had gevon den om de onjuiste en tot verwarring aanlei ding gevende benaming »burgerljjke stand" door een betere te vervangen, tevens wjjzende op het slot van het rapport, door de examen commissie uitgebracht, waarbg de wenscheljjk heid wordt in het licht gesteld van tweeërlei diploma. Met de cjjfers, aan de candidate» toegekend, bewjjst spreker, dat, wenscht men toe over te gaan twee soorten diploma's uit te reiken, men zich daarbjj toch zeker op een ander standpunt zal hebben te plaatsen dan [dat waarvan uit de commissie de zaak beziet. Was in hetontwerp" eene bepaling opgeno men volgens welke ook hulp-ambtenaren be voegd zouden zjjn huwelgken te voltrekken, de voorzitter achtte eene dergeljjke bevoegd heid niet bevorderlijk aan de plechtigheid waarmee een huwelijksband dient gelegd, al moest hg ook toestemmen dat het hier eene zuivere gevoelsquaestie gold. De meerderheid der vergadering was het met den voorzitter eens en de bepaling viel. Evenzoo die welke aan eene weduwe het spoediger aangaan van een tweede huweljjk wilde mogeljjk maken. Erkennende dat daar, waar eene bevalling heeft plaats gehad na den dood des echtge- noots, de tegenwoordige bepaling onbilljjk storend mag heeten, werd opgemerkt, dat het intrekken dier bepaling aanleiding zou kun nen zjjn dat abortus werd bevorderd. Lang en breed, zoowel over het onnoodige s over het wèl noodige van getuigen bjj aangifte van geboorten, overigden en huweljj k werd gesproken. Het slot ervan was dat geen voorstellen tot verandering in deze werden aangenomen. Goedgekeurd werd de begrooting der ver eeniging over het jaar 1903 tot een bedrag 10.000.48 in uitgaven en inkomsten, en schrjjven van den heer RoverB van Amsterdam, voorstellende om, zoolang de tegen woordige titularis, de heer A. de Vulder van Noorden, het secretariaat waarnam, hem als de rechte man op de rechte plaats eene toe lage van 300 per jaar toe te kennen, als be- wjjs van waardeering voor de zeer veel goede diensten door hem aan de vereeniging bewe zen, werd door den betrokken titularis op hoo gen prjjs gesteld, al zou hjj ook met de meeste beslistheid de daarbjj in uitzicht gestelde financieele belooning van de hand moeten tengevolge van welke openbaring de zaak verder onbesproken bleef BMUBIICDIGM MSB. jj kon. besluit: i aan mr H. van Lier, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Assen is benoemd tot onbv. der reg. en domeinen te Tilburg J. A. P. Levenkamp, thans in ge ljjke betrekking te Woerden zjjn benoemdbjj den provincialen staftot luit.-kol. de majoor H. J. Hendrickx, prov.- adj. in Noordbrabantbjj het wapen der inf. tot eerste-luit. de tweede-luit. V. F, J. Bou- meeater, van het wapen, ged. bjj de landmacht in W.-Indiè'bjj het 2e reg.tot eerste-luit. de tweede-luit. A. J. C. Waaldjjk, van het korps, ged. bjj het korps genietroepen bjj het 15e reg,tot majoor de kapitein J. W. van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1