MIDDELBURGSCHE COURANT.
I4ir Jaargang,
Dinsdag
19 Augustus,
Een helder beloog.
iff. 194.
Dozd courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
18 Aug. 8 u. vm. 65 gr., 12 n. 70 gr., av. 4 u. 66 gr. F. Verwacht: matige tot krachtige
Z. W. wind, bewolkte lucht, regenachtig weer, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. RE LA MAR Ann., N.2. Voorburgwal 366, Amsterdam.
II.
(S1 o t.)
Het spreekt van zelf dat men bij het
vraagstuk van een bondgenootschap een
voudig te doen heeft met een reken-
kwestie welk voordeel behaalt men er mee?
En nu ligt het, naar de meening van
den heer L. Simons, voor de hand, dat, waar
volgens de bewering der voorstanders van
een verbond met Duitschland, dat rijk veel
geringer profijt zou hebben dan wij, zijne
regeering daartoe niet zou overgaan, tenzij
onzerzijds ook groote opofferingen worden
gedaan.
Zoo dwaas is de Duitsche regeering niet
om, alleen ten onzen believe, met ons een
verhond te sluiten.
Er wordt nu wel er op gewezen dat
onze marine een vijfde eskader bij de vier
Duitsche zou beteekenen, ons leger een
armee-korps bij het Duitsche leger, terwijl
onze koloniale ambtenaren Duitschland
zouden kunnen dienen, maar dat alles
heeft voor ons eene bedenkelijke zijde en
voor Duitschland nog niet zulke groote
waarde.
En dan vraagt de heer Simonswaar
mee kunnen onze koloniale ambtenaren
Duitschland dienen
Met het beheeren van de Duitsch-Neder-
landsch geworden koloniën in onze Oost?
»Ons leger als Duitsch armeekorps, om
iets te beteekenen zou dit immers dan geheel
op Duitsche leest geschoeid moeten worden.
En dan hebben we al aanstonds eenganschen
terugkeer van onze beginstappen tot een
volksleger naar het hoogst opgevoerd milita
risme, dat in zichzelf ei een verkrachting van
onzen volksaard beteekent.
Zeker, als we ons laten opnemen in het
Duitsch Tolverbondals we ons even dicht
bjj Pruisen aansluiten als Beieren bjjv., dan
wordt het voor Duitschland zeer de moeite
waard om ons te hebben, mèt onze kolonies.
En, als Engeland-Japan ons die hadden afge
nomen, ondanks Duitschlands garantie, zelfs
zonder onze Oost. Maar dan heeft Duitsch
land öns, doch hebben wjj ons zelf niet meer.
Johan de Witt en prins Willem III, hoewel
z|ï ten slotte van al hun alianties juist niet
veel wil hadden, hebben er toch in de 17e
eeuw nooit aan gedacht, een bondgenootschap
aan te gaan met Frankrjjk. Wèl, ter bewaring
van hel evenwicht, tegen Frankrjjk.
Op dit oogenblik nu is op de West-Euro-
peesche vastelandswip Duitschland de zwaarste
partg. Als ons eigen land, afgescheiden van
onze koloniën, eenig gevaar dreigt, dai
van Duitschland. De Duitsche Jingoes hebben
zich al meer dan eenmaal in dien geest uit
gelaten, dat Duitschland ook de Rjjnmonding
toekomt. Men behoeft deze uitlatingen niet
ernstiger of luchthartiger op te vatten dan
uien wil. Doch in ieder geval niet van
Frankrjjk dreigt ons langer gevaar, maar als
het er is, heel natuurlgk, van Duitschland.
Moeten we nu waarljjk zoo onnoozel wez
en de rol van het lam gaan spelen naast den
wolf?
In de groot-politiek der Europeesche Staten
treedt meer en meer de evenwichts-theorie op
den voorgrond.
Hoe meer het evenwicht verzekerd is, des
te vaster staat aller veiligheid.
Als wg ons dus op de wip zetten, het zal
moeten wezen aan den kant, dien het e
wicht eischt, niet aan den anderen.
Duitschland, Oostenrgk, Italië; Frankrjjk,
Rusland.
Het is duidelgk dat de wip overhelt naar
de eerste groep. Hèel duidelgk echter, dat
zoodra wg met België (en ons beider belang
is hier vrjjwel één) of zelfs zonder België aan
den kant van Duitschland gaan zitten, we het
evenwicht helpen verbreken. Zetten we ons
daarentegen bjj Frankrjjk, dan versterken we het.
En daardoor alleen reeds versterken we onze
kansen op 't behouden van 't geen we hebben.
Doch we doen dat bovendien omdat dan
juist voor de partg, waarbg we ons aansluiten,
onze aansluiting meer beteekent.
Voor Duitschland heeft een samengaan met
ons, waarbg wg geheel zelfstandig zouden
bljjven doch Duitschland ons moest garan
deeren wat we hebben, geen waarde. Het
tegendeel. Het sluit voor Duitschland een
risico, dus gevaar in. En het is volkomen
rationeel, dat het daarvoor offers vragen zou.
Maar voor Frankrgk ligt er waarde in, dat
wjj ons niet by Duitschland zouden aansluiten.
Duitschland is tegen aanvallen van Frankrgk
genoegzaam zeker. Frankrjjk van het omge
keerde niet.
Daarom zou het voor Frankrgk waarde
kunnen hebben onze onzijdigheid te koopen
met een waarborg. Met Ruslands mede-onder-
teekening zou die voor ons inderdaad een
garantie beteekenen. En zooals de verhou
dingen zjjn, zou een samengaan met Frank-
•jjk, België tusschen ons in, ons indirect heel
wat minder gevaar meebrengen dan eene nauwe
aansluiting met Duitschland, dat vlak aan
onze grenzen ligt.
Een dusdanige overeenkomst met Frankrgk
zou dan ook onzen internationalen staat niet
veranderen. We zouden er met Duitschland
niet minder vriendschappelijk om behoeven
om te gaan, noch de gemeenschappelijkheid
onzer belangen om hebben te vergeten. Even
als Italië met Frankrjjk weer goede vrien
den is, zouden wg tegenover onze Germaan-
sche buren staan.
Men wil zulk een alliantie vooral om de
zekerheid voor onze koloniën. Maar dan
hebben we veel meer aan Frankrgk èn Rus
land dan aan Duitschland.
Rusland's vloot heeft zich zeer uitgebreid.
Samen met de Franscbe, zal zjj in eenige
jaren een macht van beteekenis wezen.
En Rusland is het eenige land, dat Enge
land ook te land kwaad kan. Immers in Azië.
Frankrgk en Rusland hebben er voor zich
zelf belang bjj, dat de Engelsch-Japansche
invloed zich in Oost-Azië niet meer uitbreidt.
Duitschland niet. Daarom zal een hulp van
de eersten niet alleen te onzen behoeve komen
en zal hun garantiepremie veel lager zjjn dan
die Duitschland van ons te vergen zou hebben.
En dus indien het noodig mocht wezen
een verbintenis aan te gaan tot beveiliging
van onze koloniën en van onze eigen zelf
heid dan vinden we het maximum
van zekerheid tegen het minimum van op
offeringen aan den kant van Frankrjjk-Rus-
land, en niet van Duitschland.
Gevaar brengt zulk een verbintenis intus-
schen altjjd met zich.
En dus zal ernstig moeten overwogen wor
den, of wjj noodig hebben ons, om den wille
van het behoud van onze Oost, met een of
meer Europeesche mogendheden te verstaan.
Of we, gesteld voor de keus, onze koloniën
te verliezen, dan wel ons alvast half in de
macht van eene Europeesche grootmogendheid
geven, niet het eerste te verkiezen hadden.
Het antwoord op de laatste kwestie is het
snelst gegeven en luidt bevestigend.
Ook zonder onze koloniën kan onB volk in
is land bestaan. Veel van de talenten en
kapitalen, die wij nu geven aan onze Oost,
we in het eigen land nog uitnemend
kunnen gebruiken. België is dichter bevolkt
dan ons land en heeft geen kolonies. Zwitser
land evenmin. Bestaan er toch zonder. Bjj
een ruim opgevatte en energiek doorgevoerde
arbeids- en bodempolitiok ten onzent zouden
heel wat meer menschen kunnen voeden
dan nu. Als we onze koloniën verloren, we
zouden ons nog »groot kunnen toonen in al
waarin een klein volk groot kan zjjn". Het
zou een sterke schadepost beteekenen, onze
ondergang behoefde het allerminst te wezen.
Daarom dus mogen we, om den wille onzer
kolonies, nooit een bondgenootschap aangaan
zoo nadeelig, als een met Duitschland onver-
mjjdeljjk voor ons zou moeten worden. Wie
een koop het grootste belang heeft, trekt
altjjd aan het kortste eind.
Ook de militaire zekerheid van onze Oost
ligt in de sociaal-economische politiek die wg
daar toepassen.
Mede hierom
Hoe hooger de welvaart dier millioenen onder
ons bestuur daar zou atggen, des te sterker
koopkracht zouden zjj oefenen op de wereld
markt. Des te grooter belang kregen dus alle
handeldrgvende en produceerende natiën er bjj
dat die landen bleven onder een bestuur, dat
zeker niet zou beproeven er een muur van
protectie om eigen bevoordeeling rond te bou
wen. Bjjkans ieder9 andere mogendheid, öok
Engeland tegenwoordig, zou dit beproeven.
En dus zouden dan zelfs de Ver, Staten van
Noord-Amerika, wier invloed op de wereld
politiek moet toenemen, belang hebben bjj het
handhaven van onze leiding in Insulinde.
Door kloek toegepaste irrigatie.
Door opwekking van ouden handarbeid en
kunstvaardighei d
Door bekwaming van den inlander in het
bebouwen van zjjn land, met openstelling van
goedkoop crediet.
Door aanleg van verkeerswegen, spoor en
tram.
Door flinke Staatsexploitatie der mjjnen.
Door deze en dergeljjke maatregelen, samen
met een versterking van de zelfstandigheid
van allen, die daarvoor in Indië reeds rjjp zjjn.
Door Indië een flink crediet (bjjv. van ca.
f 100 millioen) te openen en, zoolang het land
moeite heeft rente en aflossing zelf te betalen,
deze, voor zoover noodig, voor onze rekening
te nemen.
Door dergeljjk zelfopofferend werken, dat
voor ons een prikkel zal wezen, waar elk
steunen op anderen door allianties een ver-
dooving zou bljjken, zullen wjj nog in staat
zjjn onze mooie kolonies te behouden tegen
iedereen. Tot héél de tjjd van kolonies-houden
een natuurlgk einde nemen zal.
Onze regeering is ten aanzien van onze
West al een heel eind in de goede richting
gegaan door niet lang- r ..en man van de wet,
maar een man van de daad, een ontginner, als
hoofd er heen af te vaardigen.
Nu moet zjj in onze Oost volgen. Als straks
de militaire man er zjjn werk gedaan heeft,
zal er de militair, die eerst ontginner zich ge
toond heeft, de tegenwoordige Gouverneur van
Atjeh, kunnen beproeven, om voor héél Insu
linde te gaan doen, wal hg zoo bekwaam in
één landstreek verricht heeft.
Ook Indië heeft een kloek ontginner, een
echten leidsman noodig.
Met zoo éen acht tien jaren aan den ar
beid, door het moederland offergul gesteund,
wordt het een beveiliging-in-zichzelf. buiten
eenige hulp van anderen.
Evenals het Hbld, verklaren wij, ons met
de algemeene strekking der beschouwing
van den heer Simons geheel te kunnen
vereenigen. Wij stellen eene goede nabuur
schap op hoogen prps, maar meenen dat
ons "Vaderland het veiligst is door niet mee
te doen aan de groote politiek van bond
genootschappen, en dat het ook aan zijn
verleden verplicht is, zijn
ten volle te handhaven.
En wat de koloniën betreft
het beste middel van behoud zoodanig be
heer, dat geen der Indische volken een
anderen meester verlangt, maar overtuigd
is dat hunne belangen onder onze hoede
het veiligst zijn.
Doch er is ten slotte eene opvatting van
dit vraagstuk mogeljjk, die inderdaad gaat
verre uit boven de engbenepenheid van al deze
beschouwingen.
Onze Oost, zou ik willen zeggen, is voor
ons onverliesbaar van het oogenblik waarop
we den ingeborenen zullen hebben doen zien,
dat hun belang het onze is, en waarop we,
met inspanning van onze hoogste krachten, met
opofferingen die hier ons niet zullen verarmen
maar verrgken, land en volk zullen hebben
opgewerkt tot de welvaart, die zjj allereerst
heeft
dan 28 millioen
Daarop moet bjj de Regeering krachtig wor--
den aangedrongen.
Ik hoop dat de tegenwoordige minister van
Justitie, die de herziening van het Militair
Strafwetboek in veilige haven wist te brengen v
tjjd en kracht moge hebben, om ook de her
ziening van ons Burgerljjk Wetboek van Straf
recht ter hand te nemen, althans de her
ziening en aanvulling van de bovengenoemde
bepalingen.
Onderwjjl zal de handel goed doen te roeien
met de riemen, die hg al heeft, en ze niet
uit onwetendheid of laksheid ongebruikt te
laten liggen. Indien het meerendeel der han
delaars en winkeliers zoo laks bljjft als zjj
tot heden geweest zjjn, dan zal ook de beste
wetgeving hen niet helpen."
De schrjjver vestigt er daarna nog de aan
dacht op, dat ook ons civiel recht tal van
bepalingen bevat welke tegen de oneerljjke
concurrentie gericht zjjn, bepalingen, welke,
evenals die van het wetboek van strafrecht,
veel te zelden worden ingeroepen.
Volgens hem zouden vooral herzien moeten
worden art. 326 wetboek van strafrecht en de
art. 401 en volgende van het Burgerljjk
wetboek.
NIET IN TIJDS.
Niettegenstaande de officieels verklaring, in
wereld gezonden inzake de regeling van
het bljjvend gedeelte der mililiens van de
lichting 1902, handhaaft de militaire mede
werker der- Arnh. Ct. zjjn standpunt.
Hg schrjjft
Eerst heden (Donderdag 14 Aug,) is aan de
miliciens der lichting 1902 de regeling be
treffende het bljjvend gedeelte bekend ge
maakt, zoodat hun, die 16 Juli hebben geloot,
nog één dag restte om van het wetteljjk recht
om te ruilen gebruik te maken.
Wjj hopen binnenkort op deze hoogst belang-
rjjke quaestie terug te komen, doch achten
het, in verband met het eigenaardig commu
niqué, dat dien dag in de dagbladen te lezen
stond, niet gansch overbodig reeds thans een
korte opmerking te maken.
Al moge het waar zjjn, zooals gebleken is,
dat de aanschrijving van het Departement van
Oorlog 31 Juli dat departement heeft „verlaten"
toch staat ontwjjfelbaar vast, dat de belang
hebbenden veel te laat op de hoogte zjjn gebracht
met hetgeen zjj noodwendig weten moesten
om het ruilingsrec&i onverkort te kunnen
Middelburg 18 Augustus.
ONEERLIJKE CONCURRENTIE.
Java alleen
inwoners.
Als die één gevoelen met ons als die weten
dat geen andere vreemde macht ze eerljjker,
rechtvaardiger en bekwamer zou kunnen leiden
dan wg. Als die tot zooveel beschaving (geen
Europeesche, noodzakeljjk, maar Indische door
onze taal en onze beschaving met die van heel
de wereld in verband) zjjn gebracht en zooveel
welvaart genieten, dat dit alles te behouden
hun zelf een strjjd waard is. A1b dan de
inboorlingen met en onder leiding van Neder
landers strijdvaardig bleken tegen elke andere
macht, denkt men dan dat waarlgk zulk een
andere macht een onderwerping van deze
millioenen zoo liohteljjk zou gaan beproeven
Over dit onderwerp, dat op het in Sep
ber te Amsterdam te houden congres voor den
handeldrjjvenden middenstand zal worden be
handeld, heeft mr P. J. M. Aalberse te Leiden
preadvies uitgebracht. Hjj legt daarin bloot
dezelfde gevoelens, door hem enkele jaren
geleden uitvoerig in een geschrift uiteengezet.
in zjjn rapport doet hjj o. m. uitkomen, dat
in onze strafwetgeving reeds vele bepalingen
te vinden zjjn tegen oneerljjke concurrentie
en hg laat daarop volgen:
»net zou ons niet verwonderen, of menig
handelsman en winkelier, die in koor heeft
meegezongen»o vroede vaderen, geeft ons
toch een wet tot bestrjjding der oneerljjke
concurrentie, als in Duitschland bestaat en
Oostenrgk in bewerking is", zal verrast
hebben opgezien, wanneer hg zag, hoeveel
werkeljjk goede, zjj het ook voor verbetering
vatbare, bepalingen wjj reeds in ons Wetboek
van Strafrecht hebben, en dat wg daarom niet
zoozeer noodig hebben een speciale wet, als
wel een herziening en aanvulling van (le reeds
bestaande bepalingen.
Wat betreft de thans bekend geworden
faciliteit om het ruilen zoo ruim mogeljjk toe
te staan, daaromtrent zjj aangeteekend, dat de
wet het recht om te ruilen slechts gedurende
dertig dagen na de loting erkent, en dat die
zelfde wet de nummerruiling na het verstrjjken
van dien termjjn niet meer als een recht, doch
als een goedgunstigheid van de militaire
autoriteit aanmerkt. Dit is inderdaad een
verschil van groote beteekenis, al dringt dit
bljjkbaar niet tot de hersenen van iedereen
door. Het is al vaker geconstateerd dat
militairen in juridiek onderscheidingsvermogen
allesbehalve uitblinken.
Wg handhaven onze meening, dat het ruilings-
recht zjj het zonder booze bedoeling is
gedrukt en zulks tengevolge van het niet te
weerspreken feit, dat de belanghebbenden niet
tjjds hebben geweten wat er aan hun lo-
tingsnummer vastzit.
EEN BLOEMRIJKE OPMERKING.
Nederland zet zjjn bloemetjes buiten Bloeit
sedert een paar jaar de rozenboom in de Oost,
straks zal dit ook het geval zjjn met'de lelie
in de West. De koloniën alzoo in de bloemen,
Men ziet hel, de Regeering geeft wel gehoor
aan de algemeene roepstem om de beide ver-
waarloosdelndiën eens tot bloei te gaan brengen-
En dit is niet slechts van economisch-poli-
tieke beteekenis, maar heeft ook een vèr strek-
kenden diplomatieken zin. Immers, onze beide
koloniale rjjken zjjn nu in de schoonste har
monie met het rozenveld van 't
Amerika Van dien kant is de gevreesde
B. V. dus voorloopig niet te verwachten!
Dit in aanmerking nemende, is er thans voor
heel Nederland gereede aanleiding, zooals eens
voor Scheveningen, uit volle borst uit te roe
pen »Lely, benedictus
Aldus de Controleur na de jongste hooge
benoeming.
KORTE MEDEDEEL INGEN
VERGADERINGEN.
onder voorzitterschap van den
heer F. B. 's Jacob, burgemeester van Rotter
dam, te s' Hertogenbosch door de Neder-
landsche vereeniging voor
jaarljjksche vergadering gehouden,
druk bezocht; o. a. waren vertegenwoordigd
de Zeelandsche vereeniging (4e district) en
de Noord- en Zuid-Bevelandsche.
Tot bestuursleden werden met schier alge
meene stemmen gekozen de heeren mr L. A.
Bjjban, secretaris van Delft, G. R. C. M, Raupp,
burgemeester van Roermond, en mr D. Alma,
burgemeester van Sneek, met wie in het be
stuur nog zitting hebben de heeren s' Jacob,
Vulder van Noorden, secretaris van
Middelburg, en B. A. Yerploeg ChasBee,
burgemeester van Vlaardigen.
na de vastgestelde begrooting voor
1903 telt de vereeniging rond 500 leden.
Behandeld en na eenige wjjziging goedge
keurd werd een ontwerp-adres aan den Minister
van binnenlandsche zaken, waarin o. a. werd
verzocht
le. De positie van den ambtenaar van den
burgerljjken stand vinde voortaan uitsluitend
regeling in h'et B. W. Eene bepaling van
geljjke strekking als art. 149 is aan te be
velen, mits daaraan worde toegevoegd eene
bevoegdverklaring van den gemeenteraad tot
benoeming onder koninkljjke goedkeuring van
hulp-ambtenaren van den burgerljjken stand,
uitsluitend voor het verljjden van geboorteakten,
overig densakten en akten van huwèlgksaan-
giften.
Voorts is het gewenscht te regelende ver
deeling der werkzaamheden van de ambtenaren
en hulp-ambtenaren van den burgerljjken stand,
de positie van het personeel dat den ambte
en hulp-ambtenaren ter zjjde staat, de
beëediging der hulpambtenaren van den bur
gerljjken stand en het personeelde schorsing
de bezoldiging en het ontslag der ambtenaren
en hulpambtenaren van den burgerljjken stand.
Bjj de behandeling van het ontwerp-adres
betoogde de heer Van Wagtendonk van Amster
dam met klem de wenscheljjkheid om de ad
ministratie van den „burgerljjken stand" van
de gemeente-administratie naar het rjjk over
te brengen en sprak de heer Mjjs, burgemees
ter van Middelliarnis, zjjne bevreemding uit
dat de commissie geen aanleiding had gevon
den om de onjuiste en tot verwarring aanlei
ding gevende benaming »burgerljjke stand"
door een betere te vervangen, tevens wjjzende
op het slot van het rapport, door de examen
commissie uitgebracht, waarbg de wenscheljjk
heid wordt in het licht gesteld van tweeërlei
diploma. Met de cjjfers, aan de candidate»
toegekend, bewjjst spreker, dat, wenscht men
toe over te gaan twee soorten diploma's
uit te reiken, men zich daarbjj toch zeker op
een ander standpunt zal hebben te plaatsen
dan [dat waarvan uit de commissie de zaak
beziet.
Was in hetontwerp" eene bepaling opgeno
men volgens welke ook hulp-ambtenaren be
voegd zouden zjjn huwelgken te voltrekken,
de voorzitter achtte eene dergeljjke bevoegd
heid niet bevorderlijk aan de plechtigheid
waarmee een huwelijksband dient gelegd, al
moest hg ook toestemmen dat het hier eene
zuivere gevoelsquaestie gold. De meerderheid
der vergadering was het met den voorzitter
eens en de bepaling viel. Evenzoo die welke
aan eene weduwe het spoediger aangaan van
een tweede huweljjk wilde mogeljjk maken.
Erkennende dat daar, waar eene bevalling
heeft plaats gehad na den dood des echtge-
noots, de tegenwoordige bepaling onbilljjk
storend mag heeten, werd opgemerkt, dat het
intrekken dier bepaling aanleiding zou kun
nen zjjn dat abortus werd bevorderd.
Lang en breed, zoowel over het onnoodige
s over het wèl noodige van getuigen bjj
aangifte van geboorten, overigden en huweljj k
werd gesproken. Het slot ervan was dat geen
voorstellen tot verandering in deze werden
aangenomen.
Goedgekeurd werd de begrooting der ver
eeniging over het jaar 1903 tot een bedrag
10.000.48 in uitgaven en inkomsten,
en schrjjven van den heer RoverB van
Amsterdam, voorstellende om, zoolang de tegen
woordige titularis, de heer A. de Vulder van
Noorden, het secretariaat waarnam, hem als
de rechte man op de rechte plaats eene toe
lage van 300 per jaar toe te kennen, als be-
wjjs van waardeering voor de zeer veel goede
diensten door hem aan de vereeniging bewe
zen, werd door den betrokken titularis op hoo
gen prjjs gesteld, al zou hjj ook met de meeste
beslistheid de daarbjj in uitzicht gestelde
financieele belooning van de hand moeten
tengevolge van welke openbaring
de zaak verder onbesproken bleef
BMUBIICDIGM MSB.
jj kon. besluit:
i aan mr H. van Lier, op zjjn verzoek,
eervol ontslag verleend als notaris te Assen
is benoemd tot onbv. der reg. en domeinen
te Tilburg J. A. P. Levenkamp, thans in ge
ljjke betrekking te Woerden
zjjn benoemdbjj den provincialen staftot
luit.-kol. de majoor H. J. Hendrickx, prov.-
adj. in Noordbrabantbjj het wapen der inf.
tot eerste-luit. de tweede-luit. V. F, J. Bou-
meeater, van het wapen, ged. bjj de landmacht
in W.-Indiè'bjj het 2e reg.tot eerste-luit.
de tweede-luit. A. J. C. Waaldjjk, van het
korps, ged. bjj het korps genietroepen bjj het
15e reg,tot majoor de kapitein J. W. van