liÉorpci Courant
FEUILLETON.
Weer een suikerpraatje.
De Gravin De Candale.
BIJVOEGSEL
Maaudag 7 Jali 1902, do. 157.
Er worden in sommige bladen stukken ge
plaatst ook als hoofdartikel waarin ver-
eenigingen van landbouwers worden aangeraden
om gezamenlyk de suiker fabrikanten te onder
steunen in hunne pogingen om door verhooging
van invoerrechten den invoer van suiker uit
andere rjjken, met name België en Duitsch-
land, tegen te gaan.
De redeneering, die men daarbjj volgt, is deze
De voorraad suiker is in alle landen zeer groot.
Er bestaat veel kan3, dat de regeeringen va
genoemde landen kooge uitvoerpremies zullen
verleenen.
[Voor het bestaan van die kans wordt eebter
geen enkel bewjjs aangevoerd]
Dan kunnen onze fabrikanten daartegen niet
ooncurreeren.
Zjj zullen hunne fabrieken sluiten.
De landbouwer zal daardoor onberekenbare
schade ljjden, want de suikerbietencultuur is
feiteljjk de groote kurk, waarop onze landbouw
dryft.
En nu terug
De landbouwer kan de suikerbietencultuur
niet missen.
Hjj dient dus de pogingen van de fabrikan
ten om invoer van vreemde suiker te beletten,
te steunen.
Die invoer kan belet, zeer zeker beperkt
worden, door verhooging van invoerrechten.
Derhalve moet de landbouwer zich in zjjn
welbegrepen eigenbelang bp de fabrikanten
aansluiten, om verhoogde rechten in 't leven
te roepen.
Dat sluit als een bus.
Maar we willen even onderzoeken, of de bus
aan de zykanten niet lek is.
Wellicht is de bodem ook niet soliede.
Laat ons aannemen, dat overeenkomstig het
voorstel van heer en fabrikanten een invoer
recht geheven wordt van 6,— op ruwe en
f 6.75 op geraffineerde suiker.
Wat zal daarvan het dadeljjke gevolg zjjn
Dat de suikerfabrikanten, die het en
daarin zjjn ze te prjjzen wonder wel eens
zjjn, als het hun gemeenschappelijk belang
betreft, den verkoopprijs van de suiker zullen
bepalen, zoo hoog mogeljjk, maar ook zoo, dat
zjj geene concurrentie van vreemden hebben
te vreezen.
Zjjn de invoerrechten eenmaal vastgesteld,
dan hebben de fabrikanten er belang bjj, zoo i
weinig suiker mogeljjk te brengen op de bin-
nenlandsche markt. 1
Bjj weinig aanbod heeft men rjjzing van
prjjzen.
Het heffen van invoerrechten belemmert den
uitvoer.
Het fabriceeren van suiker zal zich dus
bljjven bepalen tot het hoog noodige.
Daardoor zullen veel minder landerjjen
noodig zjj a vooc den bietenbouw.
Er bljjven nog altjjd landbouwers, die be
hoefte hebben aan voorschotten.
Van dia behoefte zullen de fabrikanten een
ruim gebruik maken, om bjj het contracteeren
de pryzen naar beneden te houden.
En wat zal dan het gevolg zjjn van het
heffen van invoerrechten
Dit:
dat de pry zen der bieten niet verhoogen.
en dat het verbouwen der bieten wordt be
perkt tot eene vooruit bepaalde hoeveelheid.
Wanneer verder de fiscus voortgaat eene
belasting van de suiker te heffen ten bedrage
van 27 cent per kilogram, en daaraan wordt
toegevoegd een invoerrecht van 6.75, dan
zal de suiker aanzienlijk duurder worden,
zeker 5 cent per kilogram, zoo niet meer.
Door die verhooging in prjjs zal het gebruik
verminderen.
De accjjns zal, by minder verbruik, minder
opleveren.
De invoerrechten zullen den Staat niets
opleveren, omdat de fabrikanten by verhooging
met 5 cent per kilogram, allen invoer beletten.
De Staat zal dus minder ontvangen.
De landbouwer zal tegen lagere prjjzen ge
ringere hoeveelheden bieten verbouwen.
En de fabrikanten steken de winst in den zak*
De belangen van den landbouw en van den
Staat worden dan feiteljjk opgeofferd aan de
belangen van een zeer klein aantal deelge-1
rechtigden in suikerfabrieken.
Door het heffen van invoerrechten wordt
niemand gebaat wjj kunnen dit niet genoeg
herhalen dan de aandeelhouders in fabrieken.
Het eenige middel om den landbouwer, den
fabrikant en den verbruiker te helpen is ver
laging van accjjns.
Bjj verlaging daarvan zal het gebruik toe
nemen.
De landbouwer, de verschillende personen,
die bjj het teelen, vervoeren en bewerken der
suikerbieten belang hebben, zullen daarby
wèlvaren.
Alleen de schatkist zal een aanzienlyk bedrag
moeten missen, dat men vooreerst op eene
andere wjjze by de behoeften, die de regeering
zoo langzamerhand in het leven geroepen heeft,
zal moeten trachten vergoed te krjjgen. Meer
gebruik zal dat verlieB in korten tjjd vergoeden.
De opbrengst van den suikeraccyns is voor
dit jaar begroot op bjjna 15 millioen gulden.
Wordt de accyns, om te beginnen, met 1/3
verminderd, dan zoude die opbrengst, aange
nomen dat daardoor het gebruik niet dal Ijjk
met eene aanzienlyke hoeveelheid vermeer
derde, slechts 10 millioen bedragen en dus de
staat 5 millioen te kort komen.
Maar door toepassing van de bepalingen der
Bru?selsche conventie, vervallen ook de premies
aan de suikerfabribanten, ten bedrage van 2
millioen.
De reg?ering zonde dus moeten voorzien in
een tekort van 3 millioenvoor een parti
culier een aardig hapje, maar op een budget
van 167 millioen en nog wat, nu niet precies
zoo verschrikkelyk, dat daarvoor niet een
equivalent zoude te vinden zyn.
Dat de suikerfabrikanten den huidigen
toestand ver van aangenaam vinden, verwon
dert ons niet.
Zjj zjjn gewoon aan zulke groote winsten,
dat het hun bjjna onmogeljjk is zonder rilling
te denken aan eventueele verliezen, dieintus-
schen veel meer bestaan op het papier dan in
vloeien in den zak van fabrikanten, die, hoe
gaarne zy zich ook voordeden als beschermers
van den landbouw, steeds het belang van den
landbouwer aan eigenbelang hebben opgeofferd.
Wjj komen later nog eens op dit onderwerp
terug.
5 Uit het Fransch,
van
'PAUL BOURGETi
>En vindt gy dat Louis aan dien gods
dienst te kort doet, door Mme Bernard te
beminnen?" viel de hertogin in, die haar
zuster te goed kende, om niet te trachten haar
opwinding te stuiten, die gewoonlijk geboet
moest worden door een hevigen aanval van
zenuwhoofdpijn. »Maar die man met zyn
leelyk borstbeeld ik vind hem bepaald af
zichtelijk met zyn litteeken pardon, die
verheven maarschalk heeft nog veel erger
dingen uitgevoerd.
Brantöme vertelt ten minste een paar stukjes
van hem, voordat hjj in het klooster ging om
vergiffenis te vragen voor zyn zonden, die heel
weinig stichtelijk' zyn. En wil ik u eens heel
nederig een zwakje van my bekennen? Die
tyden, waarin men u voor een ja of neen op
den brandstapel, of aan de galg bracht, toen
men u op straat doodschoot, doodstak of
worgde, mogen heel mooi geweest zjjn, maar
Dat bleek onder meer op de conferentie te
Does van den heer Heerma van V o s s
en de landbouwers.
Genoemde heer vertelde daar in het eerste
gedeelte zyner rede, dat de fabrikanten geloot
hadden, welke fabrieken by de campagne van
1902 zouden stop gezet worden.
In het 2de gedeelte vertelde hjj, naar aan
leiding van eene gemaakte opmerking, dat de
fabrieken, die in de campagne 1202 niet zouden
laten werken, daartoe genoodzaakt waren door
de aanzienlyke verliezen, die zy -reeds geleden
hadden, zoodat zy eene liquidatie nabjj waren.
Toen werd de opmerking niet gemaakt, dat
het wel eene zonderlinge samenloop van om
standigheden genoemd mag worden, dat juist
de noodlydende fabrieken door het lot aan
gewezen waren om niet verder te werken
maar wy maken ze nu om de waarde eenigs-
zins te bepalen, die men hechten kan aan de
opgave van de ontzettende verliezen, welke
reeds
Het is eene eigenaardigheid van de Ver
eeniging van Beetwortelsuikerfabrikanten er
hare vertegenwoordigers om de landbouwers
met bazuingeschal en Turksche trom by elkaar
te roepen, als er maar een schjjn van gevaar
bestaat, dat hunne winsten zullen verminderen,
en diezelfde landbouwers te behandelen als eene
quantitè négligeable, een hoeveelheid, die men
gerusteljjk kan verwaarloozen, negeeren zelfs,
wanneer zy voor hunne eigene billyke be
langen in het krjjt treden.
Daarover thans genoeg.
"Wy hebben getracht aan te toonen, dat
heffing van invoerrechten den landbouw niet
zal batenmaar veeleer schade veroorzaken, al
werden zy ook ingevoerd vóór het sluiten der
contracten.
Nu de contracten voor dit jaar afgesloten
zyn en dus de landbouwer geen cent meer
voor zjjue bieten zal krygen dan in dat con
tract vermeld is, zoude hy zeer dwaselyk
handelen, wanneer hy medewerkte tot ver
hooging van den prjjs van een product, van
welke verhooging het voordeel alleen zoude
ik leef toch liever in een tjjd, waarin Mme
Bernard naast een hertogin verkoopt op een
bazar en waarin men de kerken niet in brand
steekt als ze vol menschen zyn, onder voor
wendsel dat die God niet op de goede manier
bidden.
»Gy bedriegt u; ik zeg u nog eens, het
iB niet Mme Bernard, die mg doet ljjden
het is het kind."
>Welk kind
»De zoon, dien Louis by die vrouw ge
had heeft."
»Gelooft gy, op uw leeffcyd nog aan die
praatjes van onechte kinderen Een moeder
alleen weet van wien haar kind is, en zy zal
het niet gaan vertellen, niet waar Wie ver
telt het dus Een minnaar, die er op pocht
Een mededingster, die lastert Ik heb my
tot regel gesteld om te doen, zooala de wet.
Ik ken slechts éen vader, de echtgenoot. Dan
is er nog de meeste kans dat men het by het
rechte einde heeft."
>Das hebt gy dien jongen nooit goed
aangekeken vroeg de gravin, opstaande om
een portretje te krygen dat met eenige ande
ren op het schutje hing. „Dit is het portret
van den vader van Louie, toen hy zes jaar
oud was. Herkent gy daarin het zoontje van
Middelburg 5 Juli.
DB BTBETSBSI TB ANTWBRPBN.
Naar de Nieuwe Crt. verneemt, is de verlen
ging van het verbiyf van de Evertsen te Ant
werpen, tot het medevieren van den71-jarigen
gedenkdag van de troonsbestijging der Belgi
sche dynastie, ingetrokken.
Yan dit nader besluit zal, allereerst in
marine-kringen maar ook verder in het land,
met instemming worden kennis genomen,
zegt het blad.
Naar aanleiding van de opmerking van ge
noemde courant schryft Het Handelsblad, van
itwerpen o. m.
»Wy weten nu niet of de Nederlandsche
gezant te Brussel verlenging van het bezoek
der Evertsen te Antwerpen heeft gevraagd;
heeft hg dit gedaan, dan is het niet omdat de
officieren en de bemanning der Evertsen zouden
deelnemen aan ons na* ionaal feest, maar aan
de feestelijkheden ter eere van den Shah van
Perzië, die toevallig hier is op den dag van
het nationaal feest als het ten minste Zjjne
Perzische Majesteit behaagt te komenin
tegenovergesteld geval zal de Evertsen denke-
lyk op den eerst besloten datum het anker
lichten; en bleef het schip dien dag ook
zonder Shah, dan zien we in die hoffelijkheid
niet het minst, dat de eigenwaarde van een
Nederlander kan schaden.
Wy zjjii dan ook overtuigd dat deze wan
klank door geen enkel Nederlander hier ter
stede en door weinige Nederlanders in
Holland zelf zal worden beaamdintegen
deel, dat hg zal gewraakt worden door hen,
die even goed het Nederlandsch nationaal ge
voel bezitten als dit blad.
Chauvinisme is afkeurenswaardig en het is
dubbel Biecht, op het oogenblik dat Antwerpen,
na op zoo ondubbelzinnige wjjze van zyne
vereering voor Nederlands geliefde vorstin
blyk te hebben gegeven, by gelegenheid van
Hare Majesteits zware ziekte, zich gereed
maakt om op even ondubbelzinnige wyze
sympathie te betuigen aan gansch het Neder
landsche volk en de wetten der gastvrijheid in
den hoogsten zin zal uitvoeren.
En de Nieuwe Courant zal enkel gelegenheid
gegeven hebben aan den burgemeester van
Antwerpen, om, indien hg mocht hersteld zyn,
bg de ontvangst der officieren van
Evertsen ten stadhuize eene welkomstrede uit
te spreken, die alle gevoel van onbehagen als
rook zal doen verdwijnen."
De vraag kwam in ons op of er eenig ver
band. bestaat tussehen het intrekken van het
bevel aan de Evertsen, en het bericht dat de
Shah niet in Antwerpen zal komen. Wanneer
het bezoek van den Shah aan Antwerpen de
aanleiding tot de verlenging van 't verbiyf
der Evertsen was, krjjgt de zaak een ander
aanzien. Uit de bewering van het Antwerp-
sche blad is dat echter niet duidelyk op te
BEAIUEMIIIGM MZ.
By kon. besluit:
is benoemd tot gedelegeerde der Nederland
sche regeering by het internationaal Ameri-
canisten congres, van 20—25 October 1902 te
houden te New-York, dr J. D. E. Schmeltz,
directeur van 's Ryks Ethnographisch Museum
te Leiden
zyn buiten bezwaar van 'srjjks schatkist,
benoemd tot gedelegeerden dar Nederlandsche
regeering bjj het Oriëntalisten congres te
Hamburg in 1902 dr M. J. de Goeje, hoog
leeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, en
dr J. S. Speyer, hoogleeraar aan de ryksuni-
versiteit te Groningen.
A. Dinsdag verleent de minister van water
staat geen audiëntie.
Zorg voor de volksgezondheid
Eerlang treden de nieuwe wetten, waarin 't
belang der volksgezondheid meer bjjzonder
in 't oog wordt gevat, in werking, de Gezond-
Mme Bernard Zyn dat niet dezelfde trek
ken, de neus, de mond en vooral de oogen
De gelijkenis heeft een geslacht overgespron
gen. Ea welk een gelijkenis 1 Ik dweep met
dit miniatuur, juist omdat daarin het echte
type der De Candales ligt. Herinnert gy u hoe
de oude graaf op zyn voorvader leek, toen hg
vjjftig jaar was? Welnu, de kleine Bernard
was als het ware het levende miniatuur, toen
ik hem voor het eerst zag. OIk vergis
niet ik wist dat men veel gesproken had
over de verhouding van Louis met Mme Ber
nard en ik zei terstonddat is z yn zoon.
Mjjne vriendinnen hebben sedert wel baar
best gedaan om my m te lichten maar ik
had hare diensten niet meer noodig. Ik wist
het beter dan zy. In het eerst heeft het mg
bedroefd; ik vind het zoo treurig dat die
arme jongen opgroeit en leeft in een leugen
en nooit vader zegt, tegen zyn eigen vader
en voor dien vader moet het hartverscheurend
zyn en zoo wreed voor de moeder
»Och komedie moeder vergeet het; de
echte vader is wat bljj dat hy van het kiud
af is. Dit weet er niets van en de zoc
naamde vader ook niet, en zy leven heel
noegelyk voort. Het leven is zoo eenvoudig."
»Dat hangt er van af hoe men gevoelt'
heidswet met 1 Augustus a.s., de Woningwet
op nader te bepalen dag.
tKan zyn nut hebben nog het een en ander I
nopens den inhoud in herinnering te brengen
f*
»Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid"
luidt de nadere omschryving van 'tgeen de
Gezondheidewet wil. Dit toezicht omvat
1°. het onderzoek naar den staat der volks
gezondheid en, waar noodig, de aanwjjzing en
bevordering van middelen ter verbetering;
2°. de handhaving der wetten en verorde
ningen, in verband daarmede vastgesteld, voor
zoover te dien aanzien geen andere wettelyke
regeling is gemaakt,
De Woningwet berust op de overweging,
dat het wenschelyk is bepalingen vast te
stellen betreffende de volksgezondheid.
In art. 1 van deze wet wordt bepaald, dat
de gemeenteraad voorschriften vaststelt be
treffende de eischen waaraan moet worden
voldaan
1°. by het bouwen van woningen
2°. by het geheel of voor een gedeelte ver
nieuwen van woningen
~1. met betrekking tot bestaande niet onder
2°. begrepen woningen.
De gemeenteraad stelt voorschriften vaBt
nopens behoorlyke bewoning.
Schiet de raad te kort in zyn verplichting,
dan worden B. en W. uitgenoodigd dit te doen;
en doen zjj 'tniet, dan nemen Gedep. Staten
die taak over.
Thans eerst een en ander uit de Gezond
heidswet.
Het toezicht is opgedragen aan
a. den centralen gezondheidsraad
b. hoofdinspecteurs voor de volksgezondheid;
c. inspecteurs voor de volksgezondheid;
d. gezondbeidscommissiën.
De centrale gezondheidsraad telt zeven leden.
De voorzitter en de secretaris generaal Van
Dam van Isselt en dr J. W. Jenay Beyerman
zyn te Utrecht gevestigd, waar de zetel van
den centralen raad is. Voorts zyn van dien
centralen raad leden de vier hoofdinspecteurs,
heeren dr Ch. H. Ali Cohen, dr M. W'
Pynappel, dr W. P. Ruysch (tot dusver inspec
teurs) en dr P. M. J. M. E. Woltering, leeraar
aan de veeartsenykundige school te Utrecht,
terwjjl als 7e lid optreedt de heer W. de Man,
thans rjjksingenieur by de spoorwegen.
Aan dezen raad kunnen buitengewone leden
worden toegevoegd, van welke bevoegJheid de
regeering een ruim gebruik heeft gemaakt.
Een 60tal zjjn er, zooals men weet, benoemd.
Laatstgenoemde genieten alleen vergoeding
voor reis- en verblijfkosten, benevens een
vergoeding voor het bywonen van vergaderin
gen en het verrichten van werkzaamheden ten
behoeve van den raad.
De vier hoofdinspecteurs hebben ieder een
deel van het ryk tot hun ambtsgebied. Zjj
hebben het algemeen toezicht. Naast en onder
hen zyn de inspecteurs er zjjn er
noemd werkzaam. Ieder van hen heeft een
bepaald deel van 't ryk, waarin hjj werkzaam
is. Zjj genieben, evenals de hoofdinspecteurs,
een vaste bezoldiging met vergoeding voor
bureau-, reis- en verblijfkosten.
De Gezondheidscommissie wordt ingesteld
voor elke gemeente, die meer dan 18000 in
woners heeft en voorts voor elke gemeente i
waarvoor dit wenschelyk wordt geoordeeld,
of wel in twee of meer in één provincie ge
legen gemeenten, gezamenlyk niet meer dan
40000 inwoners tellende. Zjj bestaat uit ten
minste vjjf leden, die door den Commissaris
der Koningin in de provincie worden benoemd,
geschorst en ontslagen. De benoeming ge
schiedt voor een bepaalden tyd. Zjj zyn be
voegd deskundigen uit te noodigen hun bjj-
eenkomsten by te wonen. Iedere commissie
wordt bjjgestaan door een secretaris, die door
den Commissaris der Koningin in de provincie
wordt benoemd, geschorst en ontslagen en die
een vaste toelage geniet, welk bedrag bepaald
wordt door Gedeputeerde Staten. Zyn be
noeming gesohiedt voor vjjf jaar.
De Gezondheidscommissies dienen aan hoofd
inspecteur, inspecteur, Ged. Staten of Commis
saris der Koningin, en aan den raad of aan Bt
enW.eener gemeente, waar voor zjj zyn ingesteld,
desgevraagd van bericht en raad in alle zaken
de volksgezondheid betreffende. Zjj letten na-
tuurljjk op den staat der volksgezondheid in
elke gemeente, waarvoor zjj zyn ingesteld. Zjj
overwegen alle klachten, die tot haar komen,
vestigen de aandacht der betrokken autoriteiten
op maatregelen ter verbetering, doen onderzoe
kingen verrichten of verrichten die zelf, enz. enz.
Jaarlyks wordt hun door de gemeente of de
gemeenten, waar zy werkzaam zijn, een som
toegekend tot beatrjjdiug van hun uitgaven voor
reis- en verblijfkosten enz. Ook de toelage voor
den secretaris komt ten laste der commissie
met dien verstande, dat 400 per jaar doori
'tRjjk wordt vergoed.
if
Ten bljjke van 'tgeen de Woningwet
zoo ongeveer zal noodig maken strekte de
opgave der regelingen, die er in worden ge
noemd voorschriften betreffende aan woningen
te stellen eischen aangifte omtrent het aantal
bewoners; verbetering van woningen; overbe
volking onbewoonbaarverklaring, ontruiming,
sluiting en afbraakonteigeninguitbreiding
van bebouwde kommen; geldeljjke steun van
gemeentewege; geldeljjke steun vanrykswege;
A,i noodige straf- en slotbepalingen.
Alle plaatselijke verordeningen, regelende
het onderwerp, waarin de Woningwet voor-
ziet, vervallen drie jaren na het tydstip, waarop
zy in werking treedt, indien zjj niet met in
achtneming van de bepalingen dezer wet bin
nen dien termjjn zyn herzien.
Voor den hierboven genoemden geldeljjken
Bteun van rykswege is een speciale commissie
van bjjstand benoemd, uit drie leden bestaande
bjjgestaan door een bezoldigden secretaris. Al^
zoodanig treden op: als voorzitter dr N. G
PierBon, als leden mr M. J. C. M. Kolkman*
en J. H. de Wael Malefijt, als secretaris mr
A. van Gjjn, hoofdcommies ter provinciale
griffie van Zuid-Holland.
Er zal nog wel eenige tyd verloopen eer de
nieuwe voorschriften van deze wetten goed tot
de bevolking zyn doorgedrongen. Er zullen
zich wel leemten voordoener zal wel 't een
en ander ter verbetering worden noodig ge
acht, maar dit ïb zeker: er kan bjj goeden
wil en medewerking van alle partjjen veel
worden gedaanvooral op het gebied der
volkshuisvesting kunnen de wetten tot een
zegen worden.
VrovZwolsen Over ijs. Crl.)
"ÓNDER WIJS."
Voor het tweede natuurkundig examen
zyn te Amsterdam geslaagd de heeren H. J.
Mooyen en C. J. van Kalmthout, beiden van
Goes.
Voor het tweede gedeelte van het nota
rieel staats-examen is te 's-Gravenhage o.a.
geslaagd de beer H. O. Ittmann te Goes.
- Bjj het examen aan de polytechnische
school slaagde o. a. voor art. 64c le ged.
(werktuigkundig ingenieur) de heer A. B.
Japikse.
Aan dezelfde inrichting is nog geslaagd als
civiel ingenieur de heer W. A. van der Meu-
len van Goes.
zei mevrouw De Candale. »De jaren verliepen
en ik kreeg geen kinderen. De zoon, waar
naar ik zoo vurig verlangde, kwam niet. En
toch kon ik aan niets anders denkeu. Ik
droomde altjjd van hem, vooral hier, in dit
soort van heiligdom, waar ik al de relieken
der De Candales, die°zich hun voorvader waardig
betoond hebben, bewaar. En onder al die
droomen maakte zich een zonderling gevoel
van my meester. Ik zag dien zoon, waarnaar
ik zoo vurig verlangde, in my a verbeelding,
alBof hy bjj mjj ware, en altjjd met de trek
ken, de gebaren en vooral met de oogen van
dat knaapje, dat, naar ik meen,^van mjjn man
is. Vaak voelde ik zoo'n behoefte om dat
kind in werkelijkheid te zieu, dat ik te voet
naar de Champs-Elysées ging, in de laan, waar
ik wist dat hy speelde, teneinde mjj te ver
zadigen aan den aanblik van die geljjkenis
met ons geslacht, die evenwel toch een kwel
ling voor my was. Hy was zoo mooi met zjjn
blonde lokken, zoo voornaam in al zyne be
wegingen, in ésn woord zoo'n echte De Candalé
En dan zei ik tot my zelf dat hy als een
Bernard geboren was, dat hjj op zou groeien
als een Bernard, de opvoeding zou krygen van
een Bernard, zou leven en sterven als een
Bernard. Men had hem mjj ontstolen -
LANDBOUW.
In Oosteljjk Zeeuwse h-V laan-
j d e r e n wordt door den erwtenkever groote
schade aangericht. De vroegste bloeiers zullen
de grootste opbrengst gevenvan de knoppen,
die nu nog aan de erwten zitten, komt weinig
terecht. By den eersten oogopslag is zoo'n
aangetast perceel te kennenhet zit wel vol
knoppen, maar geopende bloemen zyn niet te
zien. Ook de peulen en doperwten in de tui
nen hebben van dit kwaad te lyden.
De Mossel- en de Kanaalpolder, onder de
gemeenten Philippine en Hoek, die
het vorige jaar met koolzaad en dit jaar
met gerst bezaaid werden, zjj u thans
aan de beurt voor vlas. Een paar Bel-
I gische vlaskoóplui, die van plan zjjn voor eigen
rekening vlas te zaaien, trachten thans grond
in deze polders voor een jaar te huren. Een
tweetal kavels zyn reeds verhuurd voor 110
per gemet.
Ook zyn dit jaar als proefneming een paar
perceeltjes bezaaid met suikerbieten, met tot
nog toe zeer gunstige resultaten. Of evenwel
ook het suikergehalte van de uitgezaaide peeën
naar evenredigheid zal zyn, kan natuurlyk
eerst later bekend worden.
In de St. Ct. van heden wordt een over
zicht gegeven van de uitkomsten van de open
bare contröle van zaaizaden.
In onze provincie stonden van 1 Mei
1901—1 Mei 1902 onder openbare controle de
1 volgende fi-m's D. J. van der Have, K ap e 11 e,
Van den Bosch en Co. en wed. P. de Jongh
te Goes.
ik zou hem zoo goed naar injjn stand hebben
kunnen grootbrengen Ik wist niet of ik hem
aanbad of dat ik hem haatte, zoo tegenstrijdig
waren de gevoelens, die zyn tegenwoordigheid
by mjj opwekte. Zjj moeten wel heel sterk
zyn geweest, daar zy mjj bjjna een misdaad
hebben doen begaan
Die laatste woorden werden op zulk een
droeven toOD, en zoo vol waarheid uitgespro
ken, dat de lachlustige hertogin niet meer
dacht aan lachen. Zjj trachtte ook niet meer
hare zuster tot een kalmer gesprek te brongen.
Zjj had altjjd een bjjgeloovige vrees gekoesterd
voor den invloed, dien de geschiedenis van den
oude De Candale op dit bjjna ziekelyk gevoe
lige karakter uitoefende. Zy kreeg een rilling
en antwoordde niet. Er heerschte in het
vertrek zoo'n geheimzinnige stilte, welke
mevrouw d'Arcole de kinderachtige gewoonte
had om te verbreken met een gezegde van
hare Italiaansche moederNasa un prete (er
wordt een priester geboren). Maar nu zei zjj
het niet. Haar gemoed was te zeer bedrukt
zjj wachtte geduldig tot de andere voortging
met haar verhaal, dat eensklaps een bekentenis
werd.
(Plaatsgebrek dwingt ons nogmaals te zetten: