liÉorpci Courant FEUILLETON. Weer een suikerpraatje. De Gravin De Candale. BIJVOEGSEL Maaudag 7 Jali 1902, do. 157. Er worden in sommige bladen stukken ge plaatst ook als hoofdartikel waarin ver- eenigingen van landbouwers worden aangeraden om gezamenlyk de suiker fabrikanten te onder steunen in hunne pogingen om door verhooging van invoerrechten den invoer van suiker uit andere rjjken, met name België en Duitsch- land, tegen te gaan. De redeneering, die men daarbjj volgt, is deze De voorraad suiker is in alle landen zeer groot. Er bestaat veel kan3, dat de regeeringen va genoemde landen kooge uitvoerpremies zullen verleenen. [Voor het bestaan van die kans wordt eebter geen enkel bewjjs aangevoerd] Dan kunnen onze fabrikanten daartegen niet ooncurreeren. Zjj zullen hunne fabrieken sluiten. De landbouwer zal daardoor onberekenbare schade ljjden, want de suikerbietencultuur is feiteljjk de groote kurk, waarop onze landbouw dryft. En nu terug De landbouwer kan de suikerbietencultuur niet missen. Hjj dient dus de pogingen van de fabrikan ten om invoer van vreemde suiker te beletten, te steunen. Die invoer kan belet, zeer zeker beperkt worden, door verhooging van invoerrechten. Derhalve moet de landbouwer zich in zjjn welbegrepen eigenbelang bp de fabrikanten aansluiten, om verhoogde rechten in 't leven te roepen. Dat sluit als een bus. Maar we willen even onderzoeken, of de bus aan de zykanten niet lek is. Wellicht is de bodem ook niet soliede. Laat ons aannemen, dat overeenkomstig het voorstel van heer en fabrikanten een invoer recht geheven wordt van 6,— op ruwe en f 6.75 op geraffineerde suiker. Wat zal daarvan het dadeljjke gevolg zjjn Dat de suikerfabrikanten, die het en daarin zjjn ze te prjjzen wonder wel eens zjjn, als het hun gemeenschappelijk belang betreft, den verkoopprijs van de suiker zullen bepalen, zoo hoog mogeljjk, maar ook zoo, dat zjj geene concurrentie van vreemden hebben te vreezen. Zjjn de invoerrechten eenmaal vastgesteld, dan hebben de fabrikanten er belang bjj, zoo i weinig suiker mogeljjk te brengen op de bin- nenlandsche markt. 1 Bjj weinig aanbod heeft men rjjzing van prjjzen. Het heffen van invoerrechten belemmert den uitvoer. Het fabriceeren van suiker zal zich dus bljjven bepalen tot het hoog noodige. Daardoor zullen veel minder landerjjen noodig zjj a vooc den bietenbouw. Er bljjven nog altjjd landbouwers, die be hoefte hebben aan voorschotten. Van dia behoefte zullen de fabrikanten een ruim gebruik maken, om bjj het contracteeren de pryzen naar beneden te houden. En wat zal dan het gevolg zjjn van het heffen van invoerrechten Dit: dat de pry zen der bieten niet verhoogen. en dat het verbouwen der bieten wordt be perkt tot eene vooruit bepaalde hoeveelheid. Wanneer verder de fiscus voortgaat eene belasting van de suiker te heffen ten bedrage van 27 cent per kilogram, en daaraan wordt toegevoegd een invoerrecht van 6.75, dan zal de suiker aanzienlijk duurder worden, zeker 5 cent per kilogram, zoo niet meer. Door die verhooging in prjjs zal het gebruik verminderen. De accjjns zal, by minder verbruik, minder opleveren. De invoerrechten zullen den Staat niets opleveren, omdat de fabrikanten by verhooging met 5 cent per kilogram, allen invoer beletten. De Staat zal dus minder ontvangen. De landbouwer zal tegen lagere prjjzen ge ringere hoeveelheden bieten verbouwen. En de fabrikanten steken de winst in den zak* De belangen van den landbouw en van den Staat worden dan feiteljjk opgeofferd aan de belangen van een zeer klein aantal deelge-1 rechtigden in suikerfabrieken. Door het heffen van invoerrechten wordt niemand gebaat wjj kunnen dit niet genoeg herhalen dan de aandeelhouders in fabrieken. Het eenige middel om den landbouwer, den fabrikant en den verbruiker te helpen is ver laging van accjjns. Bjj verlaging daarvan zal het gebruik toe nemen. De landbouwer, de verschillende personen, die bjj het teelen, vervoeren en bewerken der suikerbieten belang hebben, zullen daarby wèlvaren. Alleen de schatkist zal een aanzienlyk bedrag moeten missen, dat men vooreerst op eene andere wjjze by de behoeften, die de regeering zoo langzamerhand in het leven geroepen heeft, zal moeten trachten vergoed te krjjgen. Meer gebruik zal dat verlieB in korten tjjd vergoeden. De opbrengst van den suikeraccyns is voor dit jaar begroot op bjjna 15 millioen gulden. Wordt de accyns, om te beginnen, met 1/3 verminderd, dan zoude die opbrengst, aange nomen dat daardoor het gebruik niet dal Ijjk met eene aanzienlyke hoeveelheid vermeer derde, slechts 10 millioen bedragen en dus de staat 5 millioen te kort komen. Maar door toepassing van de bepalingen der Bru?selsche conventie, vervallen ook de premies aan de suikerfabribanten, ten bedrage van 2 millioen. De reg?ering zonde dus moeten voorzien in een tekort van 3 millioenvoor een parti culier een aardig hapje, maar op een budget van 167 millioen en nog wat, nu niet precies zoo verschrikkelyk, dat daarvoor niet een equivalent zoude te vinden zyn. Dat de suikerfabrikanten den huidigen toestand ver van aangenaam vinden, verwon dert ons niet. Zjj zjjn gewoon aan zulke groote winsten, dat het hun bjjna onmogeljjk is zonder rilling te denken aan eventueele verliezen, dieintus- schen veel meer bestaan op het papier dan in vloeien in den zak van fabrikanten, die, hoe gaarne zy zich ook voordeden als beschermers van den landbouw, steeds het belang van den landbouwer aan eigenbelang hebben opgeofferd. Wjj komen later nog eens op dit onderwerp terug. 5 Uit het Fransch, van 'PAUL BOURGETi >En vindt gy dat Louis aan dien gods dienst te kort doet, door Mme Bernard te beminnen?" viel de hertogin in, die haar zuster te goed kende, om niet te trachten haar opwinding te stuiten, die gewoonlijk geboet moest worden door een hevigen aanval van zenuwhoofdpijn. »Maar die man met zyn leelyk borstbeeld ik vind hem bepaald af zichtelijk met zyn litteeken pardon, die verheven maarschalk heeft nog veel erger dingen uitgevoerd. Brantöme vertelt ten minste een paar stukjes van hem, voordat hjj in het klooster ging om vergiffenis te vragen voor zyn zonden, die heel weinig stichtelijk' zyn. En wil ik u eens heel nederig een zwakje van my bekennen? Die tyden, waarin men u voor een ja of neen op den brandstapel, of aan de galg bracht, toen men u op straat doodschoot, doodstak of worgde, mogen heel mooi geweest zjjn, maar Dat bleek onder meer op de conferentie te Does van den heer Heerma van V o s s en de landbouwers. Genoemde heer vertelde daar in het eerste gedeelte zyner rede, dat de fabrikanten geloot hadden, welke fabrieken by de campagne van 1902 zouden stop gezet worden. In het 2de gedeelte vertelde hjj, naar aan leiding van eene gemaakte opmerking, dat de fabrieken, die in de campagne 1202 niet zouden laten werken, daartoe genoodzaakt waren door de aanzienlyke verliezen, die zy -reeds geleden hadden, zoodat zy eene liquidatie nabjj waren. Toen werd de opmerking niet gemaakt, dat het wel eene zonderlinge samenloop van om standigheden genoemd mag worden, dat juist de noodlydende fabrieken door het lot aan gewezen waren om niet verder te werken maar wy maken ze nu om de waarde eenigs- zins te bepalen, die men hechten kan aan de opgave van de ontzettende verliezen, welke reeds Het is eene eigenaardigheid van de Ver eeniging van Beetwortelsuikerfabrikanten er hare vertegenwoordigers om de landbouwers met bazuingeschal en Turksche trom by elkaar te roepen, als er maar een schjjn van gevaar bestaat, dat hunne winsten zullen verminderen, en diezelfde landbouwers te behandelen als eene quantitè négligeable, een hoeveelheid, die men gerusteljjk kan verwaarloozen, negeeren zelfs, wanneer zy voor hunne eigene billyke be langen in het krjjt treden. Daarover thans genoeg. "Wy hebben getracht aan te toonen, dat heffing van invoerrechten den landbouw niet zal batenmaar veeleer schade veroorzaken, al werden zy ook ingevoerd vóór het sluiten der contracten. Nu de contracten voor dit jaar afgesloten zyn en dus de landbouwer geen cent meer voor zjjue bieten zal krygen dan in dat con tract vermeld is, zoude hy zeer dwaselyk handelen, wanneer hy medewerkte tot ver hooging van den prjjs van een product, van welke verhooging het voordeel alleen zoude ik leef toch liever in een tjjd, waarin Mme Bernard naast een hertogin verkoopt op een bazar en waarin men de kerken niet in brand steekt als ze vol menschen zyn, onder voor wendsel dat die God niet op de goede manier bidden. »Gy bedriegt u; ik zeg u nog eens, het iB niet Mme Bernard, die mg doet ljjden het is het kind." >Welk kind »De zoon, dien Louis by die vrouw ge had heeft." »Gelooft gy, op uw leeffcyd nog aan die praatjes van onechte kinderen Een moeder alleen weet van wien haar kind is, en zy zal het niet gaan vertellen, niet waar Wie ver telt het dus Een minnaar, die er op pocht Een mededingster, die lastert Ik heb my tot regel gesteld om te doen, zooala de wet. Ik ken slechts éen vader, de echtgenoot. Dan is er nog de meeste kans dat men het by het rechte einde heeft." >Das hebt gy dien jongen nooit goed aangekeken vroeg de gravin, opstaande om een portretje te krygen dat met eenige ande ren op het schutje hing. „Dit is het portret van den vader van Louie, toen hy zes jaar oud was. Herkent gy daarin het zoontje van Middelburg 5 Juli. DB BTBETSBSI TB ANTWBRPBN. Naar de Nieuwe Crt. verneemt, is de verlen ging van het verbiyf van de Evertsen te Ant werpen, tot het medevieren van den71-jarigen gedenkdag van de troonsbestijging der Belgi sche dynastie, ingetrokken. Yan dit nader besluit zal, allereerst in marine-kringen maar ook verder in het land, met instemming worden kennis genomen, zegt het blad. Naar aanleiding van de opmerking van ge noemde courant schryft Het Handelsblad, van itwerpen o. m. »Wy weten nu niet of de Nederlandsche gezant te Brussel verlenging van het bezoek der Evertsen te Antwerpen heeft gevraagd; heeft hg dit gedaan, dan is het niet omdat de officieren en de bemanning der Evertsen zouden deelnemen aan ons na* ionaal feest, maar aan de feestelijkheden ter eere van den Shah van Perzië, die toevallig hier is op den dag van het nationaal feest als het ten minste Zjjne Perzische Majesteit behaagt te komenin tegenovergesteld geval zal de Evertsen denke- lyk op den eerst besloten datum het anker lichten; en bleef het schip dien dag ook zonder Shah, dan zien we in die hoffelijkheid niet het minst, dat de eigenwaarde van een Nederlander kan schaden. Wy zjjii dan ook overtuigd dat deze wan klank door geen enkel Nederlander hier ter stede en door weinige Nederlanders in Holland zelf zal worden beaamdintegen deel, dat hg zal gewraakt worden door hen, die even goed het Nederlandsch nationaal ge voel bezitten als dit blad. Chauvinisme is afkeurenswaardig en het is dubbel Biecht, op het oogenblik dat Antwerpen, na op zoo ondubbelzinnige wjjze van zyne vereering voor Nederlands geliefde vorstin blyk te hebben gegeven, by gelegenheid van Hare Majesteits zware ziekte, zich gereed maakt om op even ondubbelzinnige wyze sympathie te betuigen aan gansch het Neder landsche volk en de wetten der gastvrijheid in den hoogsten zin zal uitvoeren. En de Nieuwe Courant zal enkel gelegenheid gegeven hebben aan den burgemeester van Antwerpen, om, indien hg mocht hersteld zyn, bg de ontvangst der officieren van Evertsen ten stadhuize eene welkomstrede uit te spreken, die alle gevoel van onbehagen als rook zal doen verdwijnen." De vraag kwam in ons op of er eenig ver band. bestaat tussehen het intrekken van het bevel aan de Evertsen, en het bericht dat de Shah niet in Antwerpen zal komen. Wanneer het bezoek van den Shah aan Antwerpen de aanleiding tot de verlenging van 't verbiyf der Evertsen was, krjjgt de zaak een ander aanzien. Uit de bewering van het Antwerp- sche blad is dat echter niet duidelyk op te BEAIUEMIIIGM MZ. By kon. besluit: is benoemd tot gedelegeerde der Nederland sche regeering by het internationaal Ameri- canisten congres, van 20—25 October 1902 te houden te New-York, dr J. D. E. Schmeltz, directeur van 's Ryks Ethnographisch Museum te Leiden zyn buiten bezwaar van 'srjjks schatkist, benoemd tot gedelegeerden dar Nederlandsche regeering bjj het Oriëntalisten congres te Hamburg in 1902 dr M. J. de Goeje, hoog leeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, en dr J. S. Speyer, hoogleeraar aan de ryksuni- versiteit te Groningen. A. Dinsdag verleent de minister van water staat geen audiëntie. Zorg voor de volksgezondheid Eerlang treden de nieuwe wetten, waarin 't belang der volksgezondheid meer bjjzonder in 't oog wordt gevat, in werking, de Gezond- Mme Bernard Zyn dat niet dezelfde trek ken, de neus, de mond en vooral de oogen De gelijkenis heeft een geslacht overgespron gen. Ea welk een gelijkenis 1 Ik dweep met dit miniatuur, juist omdat daarin het echte type der De Candales ligt. Herinnert gy u hoe de oude graaf op zyn voorvader leek, toen hg vjjftig jaar was? Welnu, de kleine Bernard was als het ware het levende miniatuur, toen ik hem voor het eerst zag. OIk vergis niet ik wist dat men veel gesproken had over de verhouding van Louis met Mme Ber nard en ik zei terstonddat is z yn zoon. Mjjne vriendinnen hebben sedert wel baar best gedaan om my m te lichten maar ik had hare diensten niet meer noodig. Ik wist het beter dan zy. In het eerst heeft het mg bedroefd; ik vind het zoo treurig dat die arme jongen opgroeit en leeft in een leugen en nooit vader zegt, tegen zyn eigen vader en voor dien vader moet het hartverscheurend zyn en zoo wreed voor de moeder »Och komedie moeder vergeet het; de echte vader is wat bljj dat hy van het kiud af is. Dit weet er niets van en de zoc naamde vader ook niet, en zy leven heel noegelyk voort. Het leven is zoo eenvoudig." »Dat hangt er van af hoe men gevoelt' heidswet met 1 Augustus a.s., de Woningwet op nader te bepalen dag. tKan zyn nut hebben nog het een en ander I nopens den inhoud in herinnering te brengen f* »Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid" luidt de nadere omschryving van 'tgeen de Gezondheidewet wil. Dit toezicht omvat 1°. het onderzoek naar den staat der volks gezondheid en, waar noodig, de aanwjjzing en bevordering van middelen ter verbetering; 2°. de handhaving der wetten en verorde ningen, in verband daarmede vastgesteld, voor zoover te dien aanzien geen andere wettelyke regeling is gemaakt, De Woningwet berust op de overweging, dat het wenschelyk is bepalingen vast te stellen betreffende de volksgezondheid. In art. 1 van deze wet wordt bepaald, dat de gemeenteraad voorschriften vaststelt be treffende de eischen waaraan moet worden voldaan 1°. by het bouwen van woningen 2°. by het geheel of voor een gedeelte ver nieuwen van woningen ~1. met betrekking tot bestaande niet onder 2°. begrepen woningen. De gemeenteraad stelt voorschriften vaBt nopens behoorlyke bewoning. Schiet de raad te kort in zyn verplichting, dan worden B. en W. uitgenoodigd dit te doen; en doen zjj 'tniet, dan nemen Gedep. Staten die taak over. Thans eerst een en ander uit de Gezond heidswet. Het toezicht is opgedragen aan a. den centralen gezondheidsraad b. hoofdinspecteurs voor de volksgezondheid; c. inspecteurs voor de volksgezondheid; d. gezondbeidscommissiën. De centrale gezondheidsraad telt zeven leden. De voorzitter en de secretaris generaal Van Dam van Isselt en dr J. W. Jenay Beyerman zyn te Utrecht gevestigd, waar de zetel van den centralen raad is. Voorts zyn van dien centralen raad leden de vier hoofdinspecteurs, heeren dr Ch. H. Ali Cohen, dr M. W' Pynappel, dr W. P. Ruysch (tot dusver inspec teurs) en dr P. M. J. M. E. Woltering, leeraar aan de veeartsenykundige school te Utrecht, terwjjl als 7e lid optreedt de heer W. de Man, thans rjjksingenieur by de spoorwegen. Aan dezen raad kunnen buitengewone leden worden toegevoegd, van welke bevoegJheid de regeering een ruim gebruik heeft gemaakt. Een 60tal zjjn er, zooals men weet, benoemd. Laatstgenoemde genieten alleen vergoeding voor reis- en verblijfkosten, benevens een vergoeding voor het bywonen van vergaderin gen en het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van den raad. De vier hoofdinspecteurs hebben ieder een deel van het ryk tot hun ambtsgebied. Zjj hebben het algemeen toezicht. Naast en onder hen zyn de inspecteurs er zjjn er noemd werkzaam. Ieder van hen heeft een bepaald deel van 't ryk, waarin hjj werkzaam is. Zjj genieben, evenals de hoofdinspecteurs, een vaste bezoldiging met vergoeding voor bureau-, reis- en verblijfkosten. De Gezondheidscommissie wordt ingesteld voor elke gemeente, die meer dan 18000 in woners heeft en voorts voor elke gemeente i waarvoor dit wenschelyk wordt geoordeeld, of wel in twee of meer in één provincie ge legen gemeenten, gezamenlyk niet meer dan 40000 inwoners tellende. Zjj bestaat uit ten minste vjjf leden, die door den Commissaris der Koningin in de provincie worden benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming ge schiedt voor een bepaalden tyd. Zjj zyn be voegd deskundigen uit te noodigen hun bjj- eenkomsten by te wonen. Iedere commissie wordt bjjgestaan door een secretaris, die door den Commissaris der Koningin in de provincie wordt benoemd, geschorst en ontslagen en die een vaste toelage geniet, welk bedrag bepaald wordt door Gedeputeerde Staten. Zyn be noeming gesohiedt voor vjjf jaar. De Gezondheidscommissies dienen aan hoofd inspecteur, inspecteur, Ged. Staten of Commis saris der Koningin, en aan den raad of aan Bt enW.eener gemeente, waar voor zjj zyn ingesteld, desgevraagd van bericht en raad in alle zaken de volksgezondheid betreffende. Zjj letten na- tuurljjk op den staat der volksgezondheid in elke gemeente, waarvoor zjj zyn ingesteld. Zjj overwegen alle klachten, die tot haar komen, vestigen de aandacht der betrokken autoriteiten op maatregelen ter verbetering, doen onderzoe kingen verrichten of verrichten die zelf, enz. enz. Jaarlyks wordt hun door de gemeente of de gemeenten, waar zy werkzaam zijn, een som toegekend tot beatrjjdiug van hun uitgaven voor reis- en verblijfkosten enz. Ook de toelage voor den secretaris komt ten laste der commissie met dien verstande, dat 400 per jaar doori 'tRjjk wordt vergoed. if Ten bljjke van 'tgeen de Woningwet zoo ongeveer zal noodig maken strekte de opgave der regelingen, die er in worden ge noemd voorschriften betreffende aan woningen te stellen eischen aangifte omtrent het aantal bewoners; verbetering van woningen; overbe volking onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraakonteigeninguitbreiding van bebouwde kommen; geldeljjke steun van gemeentewege; geldeljjke steun vanrykswege; A,i noodige straf- en slotbepalingen. Alle plaatselijke verordeningen, regelende het onderwerp, waarin de Woningwet voor- ziet, vervallen drie jaren na het tydstip, waarop zy in werking treedt, indien zjj niet met in achtneming van de bepalingen dezer wet bin nen dien termjjn zyn herzien. Voor den hierboven genoemden geldeljjken Bteun van rykswege is een speciale commissie van bjjstand benoemd, uit drie leden bestaande bjjgestaan door een bezoldigden secretaris. Al^ zoodanig treden op: als voorzitter dr N. G PierBon, als leden mr M. J. C. M. Kolkman* en J. H. de Wael Malefijt, als secretaris mr A. van Gjjn, hoofdcommies ter provinciale griffie van Zuid-Holland. Er zal nog wel eenige tyd verloopen eer de nieuwe voorschriften van deze wetten goed tot de bevolking zyn doorgedrongen. Er zullen zich wel leemten voordoener zal wel 't een en ander ter verbetering worden noodig ge acht, maar dit ïb zeker: er kan bjj goeden wil en medewerking van alle partjjen veel worden gedaanvooral op het gebied der volkshuisvesting kunnen de wetten tot een zegen worden. VrovZwolsen Over ijs. Crl.) "ÓNDER WIJS." Voor het tweede natuurkundig examen zyn te Amsterdam geslaagd de heeren H. J. Mooyen en C. J. van Kalmthout, beiden van Goes. Voor het tweede gedeelte van het nota rieel staats-examen is te 's-Gravenhage o.a. geslaagd de beer H. O. Ittmann te Goes. - Bjj het examen aan de polytechnische school slaagde o. a. voor art. 64c le ged. (werktuigkundig ingenieur) de heer A. B. Japikse. Aan dezelfde inrichting is nog geslaagd als civiel ingenieur de heer W. A. van der Meu- len van Goes. zei mevrouw De Candale. »De jaren verliepen en ik kreeg geen kinderen. De zoon, waar naar ik zoo vurig verlangde, kwam niet. En toch kon ik aan niets anders denkeu. Ik droomde altjjd van hem, vooral hier, in dit soort van heiligdom, waar ik al de relieken der De Candales, die°zich hun voorvader waardig betoond hebben, bewaar. En onder al die droomen maakte zich een zonderling gevoel van my meester. Ik zag dien zoon, waarnaar ik zoo vurig verlangde, in my a verbeelding, alBof hy bjj mjj ware, en altjjd met de trek ken, de gebaren en vooral met de oogen van dat knaapje, dat, naar ik meen,^van mjjn man is. Vaak voelde ik zoo'n behoefte om dat kind in werkelijkheid te zieu, dat ik te voet naar de Champs-Elysées ging, in de laan, waar ik wist dat hy speelde, teneinde mjj te ver zadigen aan den aanblik van die geljjkenis met ons geslacht, die evenwel toch een kwel ling voor my was. Hy was zoo mooi met zjjn blonde lokken, zoo voornaam in al zyne be wegingen, in ésn woord zoo'n echte De Candalé En dan zei ik tot my zelf dat hy als een Bernard geboren was, dat hjj op zou groeien als een Bernard, de opvoeding zou krygen van een Bernard, zou leven en sterven als een Bernard. Men had hem mjj ontstolen - LANDBOUW. In Oosteljjk Zeeuwse h-V laan- j d e r e n wordt door den erwtenkever groote schade aangericht. De vroegste bloeiers zullen de grootste opbrengst gevenvan de knoppen, die nu nog aan de erwten zitten, komt weinig terecht. By den eersten oogopslag is zoo'n aangetast perceel te kennenhet zit wel vol knoppen, maar geopende bloemen zyn niet te zien. Ook de peulen en doperwten in de tui nen hebben van dit kwaad te lyden. De Mossel- en de Kanaalpolder, onder de gemeenten Philippine en Hoek, die het vorige jaar met koolzaad en dit jaar met gerst bezaaid werden, zjj u thans aan de beurt voor vlas. Een paar Bel- I gische vlaskoóplui, die van plan zjjn voor eigen rekening vlas te zaaien, trachten thans grond in deze polders voor een jaar te huren. Een tweetal kavels zyn reeds verhuurd voor 110 per gemet. Ook zyn dit jaar als proefneming een paar perceeltjes bezaaid met suikerbieten, met tot nog toe zeer gunstige resultaten. Of evenwel ook het suikergehalte van de uitgezaaide peeën naar evenredigheid zal zyn, kan natuurlyk eerst later bekend worden. In de St. Ct. van heden wordt een over zicht gegeven van de uitkomsten van de open bare contröle van zaaizaden. In onze provincie stonden van 1 Mei 1901—1 Mei 1902 onder openbare controle de 1 volgende fi-m's D. J. van der Have, K ap e 11 e, Van den Bosch en Co. en wed. P. de Jongh te Goes. ik zou hem zoo goed naar injjn stand hebben kunnen grootbrengen Ik wist niet of ik hem aanbad of dat ik hem haatte, zoo tegenstrijdig waren de gevoelens, die zyn tegenwoordigheid by mjj opwekte. Zjj moeten wel heel sterk zyn geweest, daar zy mjj bjjna een misdaad hebben doen begaan Die laatste woorden werden op zulk een droeven toOD, en zoo vol waarheid uitgespro ken, dat de lachlustige hertogin niet meer dacht aan lachen. Zjj trachtte ook niet meer hare zuster tot een kalmer gesprek te brongen. Zjj had altjjd een bjjgeloovige vrees gekoesterd voor den invloed, dien de geschiedenis van den oude De Candale op dit bjjna ziekelyk gevoe lige karakter uitoefende. Zy kreeg een rilling en antwoordde niet. Er heerschte in het vertrek zoo'n geheimzinnige stilte, welke mevrouw d'Arcole de kinderachtige gewoonte had om te verbreken met een gezegde van hare Italiaansche moederNasa un prete (er wordt een priester geboren). Maar nu zei zjj het niet. Haar gemoed was te zeer bedrukt zjj wachtte geduldig tot de andere voortging met haar verhaal, dat eensklaps een bekentenis werd. (Plaatsgebrek dwingt ons nogmaals te zetten:

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 5