clnsie van den heer Sickesz niet noodig, wjjl
wat de inleider wenscht ook het onderzoek,
door den heer Hilarides gewild, zal omvatten.
De heer Sickesz beantwoordde de verschil
lende sprekers en gaf als zjjne meening te
kennen dat de enquête, door hem gewenscbt,
zoo ruim mogelgk zou worden ingesteld en
ook omvatten zou de categorie van personen,
door den heer Hilarides bedoeld.
Naar aanleiding van een in het debat ge
maakte opmerking dat de groote grondeigenaars
veelmaals harteloos zjjn, verdedigde de inleider
dezen. Hjj had de ondervinding opgedaan dat
dit eerder den kleinen grondbezitters moet
verweten worden.
De heer J. J. van Weel van Wolfaartsdfik
bestreed de meening van den inleider dat het
platteland zou worden ontvolkt. Gebrek aan
werkkracht bestaat hg den landbouw in Zee^
land niet. Het kan een paar weken in het
jaar voorkomen dat men meerdere arbeiders
zou wenschen, maar overigens is dat niet het
geval.
De heer K. de Boer van Assendelft stemde
niet in met de verdediging van de grootgrond
bezitters en den tegenwoordigen vorm van bet
grondbezit door den heer SickeBz. Hg achtte
het niet de gelegenheid en de plaats om daar
over in den breede uit te wjjden en volstond
daarom met een kort protest.
Na nog ©enig debat werd de conclusie van
den inleider, eenigszins uitgebreid in verband
met de debatten, met algemeene stemmen
aangenomen.
IntusBchen was de minister van waterstaat
gearriveerd en door den voorzitter gecompli
menteerd.
In zjjn antwoord wees de minister op de
aangename reis die hg, dank zjj den zoo uit-
nemenden middelen van vervoer, naar Zierikzee
bad gemaakt. Hg gaf de verzekering groot
belang te stellen in alles wat den Nederland
schen landbouw betreft, en het uitzicht dat de
landbGuw aan het departement van waterstaat
7.0a worden toegevoegd, had er ook aanleiding
toegegeven dat spreker de moeilgke taak van
minister had aanvaard.
Hg herinnerde er aan dat hg en de landbouw
oude kennissen zjjn in de jaren 1888—91
hg daaraan werkzaam, tot de landbouw in
laatstgenoemd jaar aan het departement van
binnenlandsche zaken werd verbonden.
Hg verklaarde overtuigd te zgn aan de
vriendelijke verwachtingen, die de voorzitter
van hem bleek te koesteren, niet in alle op
zichten te zullen kunnen voldoen, maar wat
een goede wil en warme liefde vermogen, zal
hjj geven. {Applaus)
Hierop volgden de reeds geseinde benoe
mingen.
Toen kreeg de heer Koert, zuivelconsulent
te Middelburg, het woord om de voeder-
proeven te bespreken.
Zjjne oonclusie deelden wjj vroeger mee.
De heer Löhnis wees erop dat de conclusie
niet behoeft aangenomen te worden omdat wat
de inleider wenscht reeds in toepassing is 0.
a. te Hoorn.
De heer S waving van Goes zou het nuttig
vinden indien er bjj de proeven rekening werd
gehouden met wat aan wetenschappelijke in
stellingen te dezen opzichte is gedaan.
De conclusie van den heer Koert werd door
het bestuur eenigszins gewgzigd.
De voederproeven werden door het rjjk reed9
gesteund en daarom zou bjj de verklaring
de wenschelgkheid ervan kunnen gevoegd
worden het, woord »blgven".
Na de pauze kwam eerst het laatste vraag
punt aan de orde.
De heer Vorsterman van -Oye leidde dit in
H|j besprak hoofdzakelijk het onderwijs in de
landbouwkunde voor aankomende landbouwers
Hij gaf een kort historisch overzicht van de
geschiedenis van het landbouwonderwijs.
Eerst in 1857 werd het opgenomen onder de
vakken van onderwijs.
Spreker was een der eersten die het diploma
voor landbouwkunde in 1859 verwierf.
Tot 1889 werd van dat diploma voor het
lager onderwijs weinig notitie genomen.
De landbouwschool te Wageningeu werd
eerst in 1876 opgericht, 13 jaar na de aanne
ming van de wet op het middelbaar onderwjjs,
Een bezwaar bg de landbouwschool te Wa-
geningen is, dat het onderwijs te duur iB en
alleen bereikbaar voor personen met goed ge
vulde beurzen. Het koBt ook veel geld aan
het rgk.
In 1890 is men gaan inzien dat de school
niet voldeed aan de behoefte om het land
bouwonderwijs te brengen onder de lagere lagen.
Men stichtte winterscholen met tweejarigen
cursus en het nut ervan is groot; maar de
uitwerking ervan valt nog niet overal waar te
Ook dat onderwys is nog te duur wat het
gebruik ervan zeer beperkt.
Wil men nut stichten dan moet men het
onderwjjs brengen bg den boer zelf.
De landbouwer moet zien bg zgn kinderen
dat het onderwjjs nut heeft.
Het landbouw-onderwjjs wordt bjjzonder
gebaat door de landbouw-cursussen ook andere
cursussen voor zuivelbereiding en paarden
kennis werpen groot nut af.
Dat onderwjjs moet meer en meer bevorderd
worden en overal verkrijgbaar gesteld.
Om het echter goed te doen zgn, moet er
nog een en ander aan verbeterd worden.
Yervolgens lichtte spreker zjjne stellingen tce
en stelde eindelijk de reeds gemelde conclusie.
De heer P. van Hoek, inspecteur van het
landbouw-onderwjjs, stelde in het licht dat de
winterscholen uitstekend werken en verklaarde
daarvan zeer veel nut voor den landbouw te
verwachten.
Spreker was het niet eens met den inleider
dat de landbouwcursussen moeten aansluiten
aan de winterscholen.
H| prees verder de Maatschappij tot. bevorde
ring van Landbouw en Veeteelt in Zeeland voor
wat zg deed in het belang der wintercursussen.
Dank zg haar steun, staat Zeeland, met zgn
25 cursussen, van alle provincies bovenaan.
Het gansche aantal in het rgk is 141.
Spreker bestreed enkele stellingen van den
inleider, zoo den duur van het onderwjjs, het
stellen van een bepaald maximum leerlingen,
de verplichting om een proefveld in orde te
houden en het afleggen van schriftelijk examen
voor een commisie.
Beperkende bepalingen zouden niet in het
voordeel zgn van het landbouwonderwijs.
De heer Sickesz verklaarde volkomen mee
te gaan met wat door den heer Van Hoek was
in het midden gebracht. Ook hg stelde nog
eens het nuttig effect der winterscholen in
het licht.
Hg wees er voorts op dat het genieten van
landbouwkundig onderwjjs oot zoo goed zou
passen voor de groote grondbezittersvoor hen
is agrarische kennis noodig en dat mist men
men op dit oogenblik in ons land. De school
te Wageningen toch is niet voor hen geschikt;
en gewenscbt ware het dat de regeering zoo
spoedig mogeljjk aan dat gebrek tegemoet
kwam.
De heer I. G. J. Kakebeeke van Goes
streed de stelling van den inleider dat aan den
landbouwcursus ook les zou worden gegeven
door een veearts. Ook met het verplichtend
stellen van een proefveld van 10 aren kon hg
niet meegaan.
Het instellen van een eindexamen zou spreker
afkeuren. Het landbouwonderwijs moet zoo
veel mogelgk vrjj big ven.
De heer G. A. Vorsterman van Ogen beant
woordde de verschillende sprekers en verduide
lijkte nog het een en ander, door hem in zgn
inleiding aangevoerd.
Nadat de conclusie van den heer Van Ogen
was gesplitst, werd het eerste deel ervan b|
acclamatie aangenomen, Daarbjj werd de wen
scheljjkheid uitgesproken dat de regeering
voortga op den ingeslagen weg.
De aansluiting van landbouwcursussen aan
de winterscholen, het tweede deel der con
clusie, werd door den inleider teruggenomen.
Het laatste punt der agenda werd ingeleid
door den heer H. M. Hartog van Barneveld.
Dit luidde>Is eene vertegenwoor
diging van den landbouw nuttig en
wenscheljjk Zoo ja, welke is de meest wen-
scheljjke organisatie
Wg hebben reeds medegedeeld dat de stel
ler in zjju preadvies een kort overzicht gaf
van de mondeling en schriftelijk verkondigde
meeningen omtrent eene landbouwvertegen
woordiging en dat die zeer uiteenloopen.
De conclusiën, waartoe hg komt, hebben wg
reeds medegedeeld.
Spreker stelde in het licht dat de verschil
lende meeningen omtrent dit punt hun oor
zaak vinden in de streek, waar iemand woont.
De inleider heeft daarom geen conclusie ge
trokken.
Vertegenwoordiging van den landbouw is
wenscheljjk of onnoodig.
De heer Van Naamen uit Zwjjndrecht stelde
voor de vraag of vertegenwoordiging van den
landbouw wenscheljjk en nuttig is, bevestigend
te beantwoorden, omdat een officieel persoon
op een officieel lichaam meer invloed kan uit
oefenen dan een niet officieel man.
Spreker wees op den grooten invloed van den
landbouw op de maatschappij.
Spreker zou plaatselijke Kamers van land
bouw wenschen, die gezamenljjk provinciale
vertegenwoordigers kiezen, en dat elke boer
met, een te stellen minimum grondbezit kiezer
zou zgn voor zulke Kamers.
De heer De Boer wees er op dat er een
landbouwvertegenwoordiging in de lucht hangt,
zonder dat men weet waar die van daan komt,
Spreker zou de organisatie willen laten
rusten en eenvoudig het principeZullen we
iu ons land hebben een landbouwvertegen
diging, die wetteljjk is georganiseerd? willen
bespreken.
Het is natuurljjk alleen te doen om geor
sjauiaeerde staatszorg.
Spreker is tegen een wetteljjk georganiseerde
landbouwvertegenwoordiging, die onverbiddel
ijk de dood zou zgn voor alle landbouwmaat-
scbaprgen.
Heeft de Staat om den landbouw tot ont
wikkeling te brengen eene wettelgk georga
niseerde vertegenwoordiging daarvan noodig
vroeg sprekeren hg beantwoordde die vraag
ontkennend.
We loopen gevaar dat, wanneer wjj den Staat
en den landbouw met elkaar in verband bren
gen, öf de staat den landbouw overheer-
schen zal öf de landbouw den Staat.
Onze belangstelling in het landbouwbedrijf
kunnen wg op andere wgze toonen en de
voorlichting, die de staat noodig heeft, kan hg
krjjgen van het landbouwcomité.
En op landbouwkundige en op staatsrech
telijke gronden achtte spreker het noodig, dat
de vergadering de vraagis een vertegen
woordiging van den landbouw nuttig en wen
scheljjk? ontkennend beantwoorde. Hg
stelde een conclusie in dien geest voor.
De beer Hartog zette uiteen hoe de tegen
woordige regeering zich veel zorg voor den
landbouw geeft, en dat men aan haar gerust
die zorg verder kan overlaten. Heeft de regee
ring voorlichting noodig, dan kan zg die van
commissiën voldoende krjjgen.
Hg verklaarde in te stemmen met den heer
D© Boer.
De heer J. van Oeveren van Nieuwerkerk
zeide het eens te zgn met den heer Van
Naaraen. De gronden daarvoor zette bg breed
voerig uiteen.
De heer Sickesz stelde in het licht dat het
den schjjn heeft als zou de regeering een wet-
teljjke vertegenwoordiging van den landbouw
aan den landbouw willen opdringen. Maar dat
is allerminst waar.
n wanneer er een wetsontwerp in dien
geest van de regeering komt, dan zal dat een
gevolg zgn van de daartoe gedane vraag uit
de kringen van den landbouw zeiven.
De regeering beeft dringend behoefte aan
voeling met de verschillende deelen van het
landbouwbedrijf. Zg kan daarvoor telkens
speciale commissiën benoemen. Zg kan de groote
landbouwmaatschappjjen raadplegen; zg kan
ook het Landbouwcomité advies vragen.
Reeds nu is de regeering dus in staat zich
do noodige voorlichting te verschaffen, maar
de groote grief van den landbouw is dat men
die niet aan den eigenlijken landbouw vraagt,
niet aan de kleine luyden.
Dat ia de aanleiding tot het verzoek geel
ons een officieele landbouwvertegenwoordiging.
Wil men de zaak laten zooalB die is, dan
zal de regeering als tot dusver gaan tot het
landbouwcomité, of personen uitnoodigen een
commissie te vormen.
Wenscht men tegemoet te komen aan den
aandrang van velen, dan moet men een officieele
vertegenwoordiging hebben, en daarvoor ver
klaarde de spreker zich.
Spreker ziet niet in dat daardoor een dood
steek zou worden gegeven aan de landbouw
maatschappjjen.
Baron Collot d'Escury van Hontonisse ver
klaarde zich tegen een vertegenwoordiging,
eerstens omdat zich daarin een giftplant zal
ontwikkelen, nl. de politiek, en tweedena omdat
zjj een officieel karakter zal krjjgen en men
er dikwjjls heel eenzjjdige adviezen van zal
ontvangen.
De heer Korteweg van 's-Gravenhage be
weerde dat de landbouw de vertegenwoordiging
niet vraagteen kleine maatschappij deed het.
Spreker is bang voor wetteljjke vertegen
woordiging. Hg wees op de wet op de paar-
denfokkerg die nog Blechts een jaar in werking
is, en 14 dagen geleden geleid heeft tot een
decroet waarin de f'okinriehting wordt voor
geschreven.
Spreker is beslist tegen een vertegenwoor
diging.
De heer rnr P. C. J. Hennequin van Aarden-
burg wees erop dat de kleine landbouwer in
de Zeeuwsche maatschappij tegen betaling
eener kleine contributie gelegenheid heeft zgn
stem uit te brengen en zgn grieven te bespre
ken. Hg sloot zich aan bg de heeren Hartog en
De Boer.
Achtereenvolgens voerden nog het woord de
heeren Van Naamen, die 0. a. betwistte dat
de politiek bg de landbouwvertegenwoordiging
zgn invloed zou doen gevoelen, en De Grancy,
die mee zal gaan met het voorstel-De Boer,
ofschoon hg het daarmede niet geheel eens
is.
De conclusie van den heer De Boer werd
nu in stemming gebracht en met groote meer
derheid van stemmen aangenomen.
De voorzitter sloot daarop het congres na
den wensch uitgesproken te hebben dat bet
vruchtdragend moge zgn voor den Nederland-
schen landbouw.
De heer Korteweg bracht namens de vaste
leden den voorzitter hulde voor diens flinke
e non part jjdige leiding.
Woensdagavond.
Het congresbestuur had de beleefdheid tegen
over do pers op te treden als gastheer
gaarne maakten wg van zjjne vriendelijke
invitatie gebruik.
De deelname aan den officieelen congresmaal-
tjjd was overgrootaan drie lange tafels waren
de meeBten van hen, die gedurende twee dagen
de belangen van den landbouw hadden be
sproken of dit door anderen hoorden doen,
vereenigd.
De laatste congresdag had lang geduurd
het was half vjjf toen de hamer van den voor
zitter viel om de sluiting te verkondigen.
We hebben met ee» enkel woord reeds ver
meld dat den voorzitter van het congres hulde
werd gebracht voor zjjn leiding
Ook wg willen hem die zeer gaarne daar
voor brengen, want de wgze waarop hg de
werkzaamheden regelde en de debatten binnen
de grenzen wist te houden, was boven onzen
lof verheven en verlichtte den vertegenwoor
digers van de pers hunne lang niet gemakke
lijke taak niet weinig.
En de pers was op het congres zeer goed
vertegenwoordigd.
Maar we dwalen af, wjj zouden over het
diner schrgven.
Laat ons nu maar eens zeggen dat wat ons
werd geboden het menu was zeer goed en
zeer uitgebreid uitstekend was toebereid
en goed werd voorgediend.
We kunnen niet al de waardigheidsbekle
ders opnoemen die aan den maaltjjd deelna
men de minister van waterstaat vermelden
wjjdan waren er enkele Kamerleden, 0. a.
de beer Hennequin, die echter bier, gelooven
wg, meer zitting had als voorzitter der Zeeuw
sche landbouwmaatschappg^
Wg misten een vertegenwoordiger van het
dageljjksch bestuur der piovincie.
Bg den aanvang van den maaltjjd stelde de
burgemeester de gezondheid in van het hoofd
van den staat, onze geëerbiedigle en geliefde
koningin Wilhelmina en van haar gemaal
prins Hendrik der Nederlanden, wien Dinsdag
het beschermheerschap van het congres was
aangeboden.
Hg uitte de beste wenschen voor de ge
zondheid van H. M. en hoopte dat Zg en haar
gemaal lang met ons allen zullen leven en Zjj
en Hjj veel zullen tot stand brengen in bet
belang van den landbouw.
Luide toejuichingen toonden hoezeer men
met dezen toost instemde.
Bg het dessert nam de burgemeester nog
maals het woord.
Toen we bericht kregen dat de minister van
waterstaat ons de eer zou aandoen het congres
ijj te wonen, stelden wg dat op hoogen prjjs,
zeide hg.
Er zgn belangrgke besprekingen gevoerd en
bg herhaling is besloten ter kennis der regee
ring te brengen al wat gewenscbt werd dat
ter harer kennis kwamten deele heeft de
minister daarvan nota kunnen nemen. Z. E.
is hier geweest en verklaarde heden ochtend
dankbaar te zgn dat de landbouw onder zgn
departement is gebracht.
Dat geeft reden tot bigde verwachting. Wat
Zjjne Excellentie heeft gezegd, daarmede toch
kan rekening gehouden worden.
Bjj heeft een belangrjjk aandeel gehad in
de tol standkoming van de verbinding van
Schouwen -Duiveland met de wereldmarkt.
Hg heeft grooten invloed gehad op de ophef
fing van het isolement van dit deel van Zeeland.
De burgemeester stolde, op grond van een
en ander, voor een glas te ledigen op de ge
zondheid van den minister van waterstaat
handel en ngverheid.
Daaraan werd geestdriftig voldaan.
Natuurljjk antwoordde de minister, en het
antwoord van iemand van het kabinet heeft
zooveel gewicht, dat we zgn toost iets breed
voeriger op teekenen dan die van andere heeren.
Z. E. dan zeide dat hg met oprechte
vreugde zich zgn eerste bezoek herinnerde aan
een congres, nu 16 jaar geleden te Leeuwarden-
Daar maakte hg kenniB met den heer Sickesz,
iemand wiens naam innig verbonden is aan
den bloei tan den Nederlandschen landbouw.
Spreker herinnerde aan de oprichting van
het landbouw-comité en constateerde dat van
die oprichting af de meerdere gang van land
bouwzaken in Nederland dateert.
Hg stelde in het licht dat de heer Sickez
veel gedaan heeft voor den landbouw en bracht
hem daarvoor groote hulde.
Daarna zeide de minister het zal mg een
eer en een voorrecht zgn, steun te verleenen
waar een krachtige inspanning wordt waarge
nomen ook aan de middelen van verkeer, die
zooveel kunnen toebrengen tot bevordering
van de landbouwbelangen.
Onverschillig of' het officieele of officiease
vertegenwoordigers zgn van den landbouw,
zal de minister gaarne samenkomen met hen
die de belangen vau den landbouw willen be-
Ten slotte dronk de minister op den bloei
van den landbouw en den vooruitgang van
Zierikzee.
Natuurljjk werd daarna nog veel getoost,
0. a. op de Zeeuwen, de inleiders, de vrouwen.
Al de uitingen weer te geven, achten wjj
onnoodig - ze zgn zoo dikwjjls reeds gemeld
en komen stoeds op hetzelfde neer.
Laat ons eenvoudig besluiten met de mede-
deeling dat de disch zeer gezellig en aange
naam was.
Het einde van den dag was een concert en
een vuurwerk.
Parklusi werd toen the great attraction voor
inwoner en vreemdelingen dank zjj der
heerljjken zomeravond, slaagde het geheel uit
stekend.
Er was een zeer druk bezoek, zoo druk en
zoo geanimeerd dat de uitvoering door het
stafmuziekkorps van het derde regiment uit
Bergen op Zoom, directeur de heer Barbe, niet
tot haar recht kwam.
En van het knallend, kleurig vuurwerk had
de Rotterdamsche pyrotechnicus R. Buskens
alle eer.
Met dezen kunst vuurwerkmaker mogen we
in opvatting verschillen waar hjj ons te veel
verlichte prentjes te zien gaf chasinetten zgn
geen vuurwerk toch mogen wjj hem den lof
niet onthouden dat alle stukken, in hoe
vreemd Nederlandsch ze op het program ook
waren verduidelijkt, flink tot hun recht kwamen.
Het kostte 's avonds moeite om van de vele
kennissen, die men op 't congres had terugge
zien, of van hen met wie men kennis had ge
maakt, te scheiden. Men was zoo kort bjjeen
en men had elkaar zooveel te zeggen, maar er
wachtt-n ons nog een paar drukke dagen.
IV.
Donderdag 26 Juni 1902.
Thaue zjjn wg genaderd tot den hoogtjjd
van de
SIAATSCH&PPU TOT BBVOBMBINO
VAN LANDBOUW BN VEETEELT
IN ZEELAND.
(Per telegraaf.)
Heden ochtend te half tien begaven wjj
ons naar Het Huis van Nassau, waar de
Algemeen* vergadering
werd gehouden.
De opkomst was druk.
Uit alle deelrn onzer provincie waren afge
vaardigden en vrg wat belangstellenden tegen
woordig.
Ouder de aanwezigen merkten wjj op een
paar leden der Tweede kamer en als vertegen
woordigers van het Provinciaal bestuur de
heeren P. J. Siegers on jhr E. A. O. de Casem-
broot, benevens den burgemeester van Zierikzee.
De algemeene voorzitter der Maatschappjj,
de beer mr P. C. J. Hennequin, opende de ver
gadering met de aanwezigen welkom te heeten,
in 't bgzonder het Kamerlid, dat Zierikzee
vertegenwoordigd, en de leden van het Gede
puteerd College.
Daarna bracht de voorzitter het jaarljjksch
verslag uit.
Vooraf echter uitte hjj den dank der ver
gadering voor het herstel van de hooge be
schermvrouw der Maatschappij en stelde voor
H. M. een telegram met huldebetuiging te
zenden. (Applaus).
Aan den heer Sickesz werd hulde gebracht
voor wat hjj deed voor den landbouw en aan
zgn opvolger, den heer Lovink, werd gisteren
het eerelidmaatschap der Maatschappij aan
geboden.
Uit het verslag nu bleek dat het ledental
der Maatschappij toenam en gestegen is tot
een cjjfer, nooit vóór dezen bereikt. Van de
2415 leden behoort het grootste deel, 7/8, tot
den boerenstand. De voorzitter zette uiteen
wat het lidmaatschap biedt en drong aan op
meerdere medewerking aan het Maandblad.
Hjj besprak verder het landbouwonderwijs.
Verder besprak de hec/r Hennequin de winter-
school te Goes en de bevattelijke wintercur
sussen met een aantal leerlingen tusschen de
250 en 300. Met dankbaarheid gewaagde hjj
van de regeerings-subsidie voor het onderwjjs
in de paardenkennis, wees hjj op de goede
vruchten van de proefvelden en den hoefsmid
cursus en zette hjj uiteen het groote belang
van melklgsten.
De paardefokkerg ging, zeide hg, met groote
schreden vooruit, en een voorstel is aanhangig
om de provinciale subsidie te verhoogen. Het
mannelgk fokmaterieei laat niet veel te wen
schen over, daarentegen het vrouweljjk zeer
veel. Middelen worden beraamd door verhoo
ging der aanhoudingsbjjdrageu om verbetering
in deze aan te brengen.
De poging om door groote premiën het
mannelgk fokmaterieei nog te verbeteren heeft
niet het gewenschte succeB gehad.
Wat het rundvee betreft, aan verbetering
daarvan wil de Maatschappjj gaarne steun ver
leenen.
Hulde bracht spreker aan den zuivel
consulent, den heer L. 3. M. Koert, wiens be
scheiden optreden uitstekend werkt.
Mond- en klauwzeer bestaat: in Zeeland ge
lukkig niet meer.
De varkenafokkerg voor de LondenBche markt
neemt toede subsidiën aan het fokmaterieei
hebben succes. Het schjjnt dat voor het serum
tegen de bekende ziekte subsidie zal worden
verleend.
De vooruitzichten voor den oogst geven reden
tot tevredenheid.
De cultuur van beetwortelen is om bekende
redenen verminderd.
Bet bestuur betreurt dat het niet meer kon
doen dan het deed, maar de voorzitter consta
teerde dat het niet dien steun van de land
bouwers heeft dien het wenscht. Het ledental
is nog te gering. Iedere boer moest lid zgn
der Maatschappij.
Nadat de notulen van de vorige algemeene
vergadering waren vastgesteld, werd melding
gemaakt van de ingekomen stukken eh mede-
deeling gedaan dat de Commissaris der Konin
gin verhinderd was naar Zierikzee te komen
en de heer Voorbejjtel door ongesteldheid met
als keurmeester kon optreden. In zgn plaats
zal nu de heer W. Kakebeeke die taak op
zich nemen.
De commissie, belast met het onderzoek der
rekeniDg over 1901, bracht rapport uit, strek
kende tot goedkeuring ervan.
Conform haar advies werd besloten en de re
kening goedgekeurd, in ontvang op/19.322.64'
en in uitgaaf op J 19.289.93.
Thans werd mededeeling gedaan van de na
men der beoordeelaars, belast met de keuring
van de ter tentoonstelling in te zenden dieren,
werktuigen enz.
Het zgn
voor paarden de heeren J. A. de Graaff,
veearts te Scherpenisse, Jan Roodzant te
Dirksland en Corn. Dorst Jacz. te Stavenisse
voor rundvee de heeren J. Z. Risch, veeart®
te Goes, L. J. Segers te Roosendaal en M.
Kostense te Kruiningen
voor varkens, schapen en andere dieren de
heeren L. B. Sturm te Waterlandkerkje en W.
C. du Claux te Wissekerke; en
voor werktuigen de heeren M, P. Hocke te
Zonnemaire en W. Kakebeeke te Goes.
Alsnu werd overgegaan tot bespreking der
verschillende onderwerpen voor deze vergade
ring opgegeven.
Het eerste betrof de
UIENTEELT VOOB DB LON-
DBNSCHB MARKT,
in te leiden door een lid van de Nederland-
scbe Kamer van koophandel te Londen,
De inleider bleek te zgn de beer mr Rooze-
gaarde Bisschop.
Voor de Engelsche markt zgn, zeide hjj,
witte uien de gewenschte; die zgn schaarsch
en brengen hooge prjjzen. Hg beval ter teling
aan Engelsche globes, Bedfordshire champion,
Duitsche globes en Littauer.
De heer Van Naamen voegde aan die mede
deeling nog het een en ander toe. Hjj achtte
de ui der toekomst de Zwjjndrechtscbe platte,
mits veredeld en in vorm en kleur gewjjzigd,
Londen vraagt minder gekleurde, en daaraan
zon de Nederlandsche teler gaarne voldoen
mits hem goed zaad, bjjv. van Bedfordshire,
werd verstrekt. Ook in dit opzicht kunnen
proefvelden groot nut geven.
>r. wees nog op de wenschelgkheid van
goede sorteering en goede behandeling der
voor export bestemde uien. In plaatB van
verzending in balen beval hjj die in kisten aan.
De heer Wagtho uit Tholen wees op de
ongerechtigheden van sommige Rotterdamsche
commissionairs, waarop hem de heer Van
Naamen aanbeval relaties aan te knoopen met
de Rotterdamsche vereeniging, waarvan de
heer De Koe secretaris is. Deze gaf daarop
inlichtingen.
In de tweede plaats besprak de heer M.
Kostense te Kruiningen de
Oorzaken wan de sterfte In de roode
klaver In liet voorjaar.
Hg zeide ongeveer het volgende:
>Wat men zaait, zal men maaien", zegt een
oude spreuk.
Dit mag nu in vele gevallen waar zgn, niet
echter in alle, vooral niet waar bet betreft den
bouw van roode klavers.
g mg althans, alsook bjj anderen in mjja
omgeving, komt het vaak voor, dat roode
klavers, die in het najaar prachtig stonden, in
den nawinter en voorjaar successievelijk be
ginnen af te sterven en wel in die mate, dat
moeten worden omgeploegd.
Omtrent de oorzaak (of oorzaken) van dit
afsterven loopen de meeningen uiteen.
De een beweert, dat het moet worden toe-