clnsie van den heer Sickesz niet noodig, wjjl wat de inleider wenscht ook het onderzoek, door den heer Hilarides gewild, zal omvatten. De heer Sickesz beantwoordde de verschil lende sprekers en gaf als zjjne meening te kennen dat de enquête, door hem gewenscbt, zoo ruim mogelgk zou worden ingesteld en ook omvatten zou de categorie van personen, door den heer Hilarides bedoeld. Naar aanleiding van een in het debat ge maakte opmerking dat de groote grondeigenaars veelmaals harteloos zjjn, verdedigde de inleider dezen. Hjj had de ondervinding opgedaan dat dit eerder den kleinen grondbezitters moet verweten worden. De heer J. J. van Weel van Wolfaartsdfik bestreed de meening van den inleider dat het platteland zou worden ontvolkt. Gebrek aan werkkracht bestaat hg den landbouw in Zee^ land niet. Het kan een paar weken in het jaar voorkomen dat men meerdere arbeiders zou wenschen, maar overigens is dat niet het geval. De heer K. de Boer van Assendelft stemde niet in met de verdediging van de grootgrond bezitters en den tegenwoordigen vorm van bet grondbezit door den heer SickeBz. Hg achtte het niet de gelegenheid en de plaats om daar over in den breede uit te wjjden en volstond daarom met een kort protest. Na nog ©enig debat werd de conclusie van den inleider, eenigszins uitgebreid in verband met de debatten, met algemeene stemmen aangenomen. IntusBchen was de minister van waterstaat gearriveerd en door den voorzitter gecompli menteerd. In zjjn antwoord wees de minister op de aangename reis die hg, dank zjj den zoo uit- nemenden middelen van vervoer, naar Zierikzee bad gemaakt. Hg gaf de verzekering groot belang te stellen in alles wat den Nederland schen landbouw betreft, en het uitzicht dat de landbGuw aan het departement van waterstaat 7.0a worden toegevoegd, had er ook aanleiding toegegeven dat spreker de moeilgke taak van minister had aanvaard. Hg herinnerde er aan dat hg en de landbouw oude kennissen zjjn in de jaren 1888—91 hg daaraan werkzaam, tot de landbouw in laatstgenoemd jaar aan het departement van binnenlandsche zaken werd verbonden. Hg verklaarde overtuigd te zgn aan de vriendelijke verwachtingen, die de voorzitter van hem bleek te koesteren, niet in alle op zichten te zullen kunnen voldoen, maar wat een goede wil en warme liefde vermogen, zal hjj geven. {Applaus) Hierop volgden de reeds geseinde benoe mingen. Toen kreeg de heer Koert, zuivelconsulent te Middelburg, het woord om de voeder- proeven te bespreken. Zjjne oonclusie deelden wjj vroeger mee. De heer Löhnis wees erop dat de conclusie niet behoeft aangenomen te worden omdat wat de inleider wenscht reeds in toepassing is 0. a. te Hoorn. De heer S waving van Goes zou het nuttig vinden indien er bjj de proeven rekening werd gehouden met wat aan wetenschappelijke in stellingen te dezen opzichte is gedaan. De conclusie van den heer Koert werd door het bestuur eenigszins gewgzigd. De voederproeven werden door het rjjk reed9 gesteund en daarom zou bjj de verklaring de wenschelgkheid ervan kunnen gevoegd worden het, woord »blgven". Na de pauze kwam eerst het laatste vraag punt aan de orde. De heer Vorsterman van -Oye leidde dit in H|j besprak hoofdzakelijk het onderwijs in de landbouwkunde voor aankomende landbouwers Hij gaf een kort historisch overzicht van de geschiedenis van het landbouwonderwijs. Eerst in 1857 werd het opgenomen onder de vakken van onderwijs. Spreker was een der eersten die het diploma voor landbouwkunde in 1859 verwierf. Tot 1889 werd van dat diploma voor het lager onderwijs weinig notitie genomen. De landbouwschool te Wageningeu werd eerst in 1876 opgericht, 13 jaar na de aanne ming van de wet op het middelbaar onderwjjs, Een bezwaar bg de landbouwschool te Wa- geningen is, dat het onderwijs te duur iB en alleen bereikbaar voor personen met goed ge vulde beurzen. Het koBt ook veel geld aan het rgk. In 1890 is men gaan inzien dat de school niet voldeed aan de behoefte om het land bouwonderwijs te brengen onder de lagere lagen. Men stichtte winterscholen met tweejarigen cursus en het nut ervan is groot; maar de uitwerking ervan valt nog niet overal waar te Ook dat onderwys is nog te duur wat het gebruik ervan zeer beperkt. Wil men nut stichten dan moet men het onderwjjs brengen bg den boer zelf. De landbouwer moet zien bg zgn kinderen dat het onderwjjs nut heeft. Het landbouw-onderwjjs wordt bjjzonder gebaat door de landbouw-cursussen ook andere cursussen voor zuivelbereiding en paarden kennis werpen groot nut af. Dat onderwjjs moet meer en meer bevorderd worden en overal verkrijgbaar gesteld. Om het echter goed te doen zgn, moet er nog een en ander aan verbeterd worden. Yervolgens lichtte spreker zjjne stellingen tce en stelde eindelijk de reeds gemelde conclusie. De heer P. van Hoek, inspecteur van het landbouw-onderwjjs, stelde in het licht dat de winterscholen uitstekend werken en verklaarde daarvan zeer veel nut voor den landbouw te verwachten. Spreker was het niet eens met den inleider dat de landbouwcursussen moeten aansluiten aan de winterscholen. H| prees verder de Maatschappij tot. bevorde ring van Landbouw en Veeteelt in Zeeland voor wat zg deed in het belang der wintercursussen. Dank zg haar steun, staat Zeeland, met zgn 25 cursussen, van alle provincies bovenaan. Het gansche aantal in het rgk is 141. Spreker bestreed enkele stellingen van den inleider, zoo den duur van het onderwjjs, het stellen van een bepaald maximum leerlingen, de verplichting om een proefveld in orde te houden en het afleggen van schriftelijk examen voor een commisie. Beperkende bepalingen zouden niet in het voordeel zgn van het landbouwonderwijs. De heer Sickesz verklaarde volkomen mee te gaan met wat door den heer Van Hoek was in het midden gebracht. Ook hg stelde nog eens het nuttig effect der winterscholen in het licht. Hg wees er voorts op dat het genieten van landbouwkundig onderwjjs oot zoo goed zou passen voor de groote grondbezittersvoor hen is agrarische kennis noodig en dat mist men men op dit oogenblik in ons land. De school te Wageningen toch is niet voor hen geschikt; en gewenscbt ware het dat de regeering zoo spoedig mogeljjk aan dat gebrek tegemoet kwam. De heer I. G. J. Kakebeeke van Goes streed de stelling van den inleider dat aan den landbouwcursus ook les zou worden gegeven door een veearts. Ook met het verplichtend stellen van een proefveld van 10 aren kon hg niet meegaan. Het instellen van een eindexamen zou spreker afkeuren. Het landbouwonderwijs moet zoo veel mogelgk vrjj big ven. De heer G. A. Vorsterman van Ogen beant woordde de verschillende sprekers en verduide lijkte nog het een en ander, door hem in zgn inleiding aangevoerd. Nadat de conclusie van den heer Van Ogen was gesplitst, werd het eerste deel ervan b| acclamatie aangenomen, Daarbjj werd de wen scheljjkheid uitgesproken dat de regeering voortga op den ingeslagen weg. De aansluiting van landbouwcursussen aan de winterscholen, het tweede deel der con clusie, werd door den inleider teruggenomen. Het laatste punt der agenda werd ingeleid door den heer H. M. Hartog van Barneveld. Dit luidde>Is eene vertegenwoor diging van den landbouw nuttig en wenscheljjk Zoo ja, welke is de meest wen- scheljjke organisatie Wg hebben reeds medegedeeld dat de stel ler in zjju preadvies een kort overzicht gaf van de mondeling en schriftelijk verkondigde meeningen omtrent eene landbouwvertegen woordiging en dat die zeer uiteenloopen. De conclusiën, waartoe hg komt, hebben wg reeds medegedeeld. Spreker stelde in het licht dat de verschil lende meeningen omtrent dit punt hun oor zaak vinden in de streek, waar iemand woont. De inleider heeft daarom geen conclusie ge trokken. Vertegenwoordiging van den landbouw is wenscheljjk of onnoodig. De heer Van Naamen uit Zwjjndrecht stelde voor de vraag of vertegenwoordiging van den landbouw wenscheljjk en nuttig is, bevestigend te beantwoorden, omdat een officieel persoon op een officieel lichaam meer invloed kan uit oefenen dan een niet officieel man. Spreker wees op den grooten invloed van den landbouw op de maatschappij. Spreker zou plaatselijke Kamers van land bouw wenschen, die gezamenljjk provinciale vertegenwoordigers kiezen, en dat elke boer met, een te stellen minimum grondbezit kiezer zou zgn voor zulke Kamers. De heer De Boer wees er op dat er een landbouwvertegenwoordiging in de lucht hangt, zonder dat men weet waar die van daan komt, Spreker zou de organisatie willen laten rusten en eenvoudig het principeZullen we iu ons land hebben een landbouwvertegen diging, die wetteljjk is georganiseerd? willen bespreken. Het is natuurljjk alleen te doen om geor sjauiaeerde staatszorg. Spreker is tegen een wetteljjk georganiseerde landbouwvertegenwoordiging, die onverbiddel ijk de dood zou zgn voor alle landbouwmaat- scbaprgen. Heeft de Staat om den landbouw tot ont wikkeling te brengen eene wettelgk georga niseerde vertegenwoordiging daarvan noodig vroeg sprekeren hg beantwoordde die vraag ontkennend. We loopen gevaar dat, wanneer wjj den Staat en den landbouw met elkaar in verband bren gen, öf de staat den landbouw overheer- schen zal öf de landbouw den Staat. Onze belangstelling in het landbouwbedrijf kunnen wg op andere wgze toonen en de voorlichting, die de staat noodig heeft, kan hg krjjgen van het landbouwcomité. En op landbouwkundige en op staatsrech telijke gronden achtte spreker het noodig, dat de vergadering de vraagis een vertegen woordiging van den landbouw nuttig en wen scheljjk? ontkennend beantwoorde. Hg stelde een conclusie in dien geest voor. De beer Hartog zette uiteen hoe de tegen woordige regeering zich veel zorg voor den landbouw geeft, en dat men aan haar gerust die zorg verder kan overlaten. Heeft de regee ring voorlichting noodig, dan kan zg die van commissiën voldoende krjjgen. Hg verklaarde in te stemmen met den heer D© Boer. De heer J. van Oeveren van Nieuwerkerk zeide het eens te zgn met den heer Van Naaraen. De gronden daarvoor zette bg breed voerig uiteen. De heer Sickesz stelde in het licht dat het den schjjn heeft als zou de regeering een wet- teljjke vertegenwoordiging van den landbouw aan den landbouw willen opdringen. Maar dat is allerminst waar. n wanneer er een wetsontwerp in dien geest van de regeering komt, dan zal dat een gevolg zgn van de daartoe gedane vraag uit de kringen van den landbouw zeiven. De regeering beeft dringend behoefte aan voeling met de verschillende deelen van het landbouwbedrijf. Zg kan daarvoor telkens speciale commissiën benoemen. Zg kan de groote landbouwmaatschappjjen raadplegen; zg kan ook het Landbouwcomité advies vragen. Reeds nu is de regeering dus in staat zich do noodige voorlichting te verschaffen, maar de groote grief van den landbouw is dat men die niet aan den eigenlijken landbouw vraagt, niet aan de kleine luyden. Dat ia de aanleiding tot het verzoek geel ons een officieele landbouwvertegenwoordiging. Wil men de zaak laten zooalB die is, dan zal de regeering als tot dusver gaan tot het landbouwcomité, of personen uitnoodigen een commissie te vormen. Wenscht men tegemoet te komen aan den aandrang van velen, dan moet men een officieele vertegenwoordiging hebben, en daarvoor ver klaarde de spreker zich. Spreker ziet niet in dat daardoor een dood steek zou worden gegeven aan de landbouw maatschappjjen. Baron Collot d'Escury van Hontonisse ver klaarde zich tegen een vertegenwoordiging, eerstens omdat zich daarin een giftplant zal ontwikkelen, nl. de politiek, en tweedena omdat zjj een officieel karakter zal krjjgen en men er dikwjjls heel eenzjjdige adviezen van zal ontvangen. De heer Korteweg van 's-Gravenhage be weerde dat de landbouw de vertegenwoordiging niet vraagteen kleine maatschappij deed het. Spreker is bang voor wetteljjke vertegen woordiging. Hg wees op de wet op de paar- denfokkerg die nog Blechts een jaar in werking is, en 14 dagen geleden geleid heeft tot een decroet waarin de f'okinriehting wordt voor geschreven. Spreker is beslist tegen een vertegenwoor diging. De heer rnr P. C. J. Hennequin van Aarden- burg wees erop dat de kleine landbouwer in de Zeeuwsche maatschappij tegen betaling eener kleine contributie gelegenheid heeft zgn stem uit te brengen en zgn grieven te bespre ken. Hg sloot zich aan bg de heeren Hartog en De Boer. Achtereenvolgens voerden nog het woord de heeren Van Naamen, die 0. a. betwistte dat de politiek bg de landbouwvertegenwoordiging zgn invloed zou doen gevoelen, en De Grancy, die mee zal gaan met het voorstel-De Boer, ofschoon hg het daarmede niet geheel eens is. De conclusie van den heer De Boer werd nu in stemming gebracht en met groote meer derheid van stemmen aangenomen. De voorzitter sloot daarop het congres na den wensch uitgesproken te hebben dat bet vruchtdragend moge zgn voor den Nederland- schen landbouw. De heer Korteweg bracht namens de vaste leden den voorzitter hulde voor diens flinke e non part jjdige leiding. Woensdagavond. Het congresbestuur had de beleefdheid tegen over do pers op te treden als gastheer gaarne maakten wg van zjjne vriendelijke invitatie gebruik. De deelname aan den officieelen congresmaal- tjjd was overgrootaan drie lange tafels waren de meeBten van hen, die gedurende twee dagen de belangen van den landbouw hadden be sproken of dit door anderen hoorden doen, vereenigd. De laatste congresdag had lang geduurd het was half vjjf toen de hamer van den voor zitter viel om de sluiting te verkondigen. We hebben met ee» enkel woord reeds ver meld dat den voorzitter van het congres hulde werd gebracht voor zjjn leiding Ook wg willen hem die zeer gaarne daar voor brengen, want de wgze waarop hg de werkzaamheden regelde en de debatten binnen de grenzen wist te houden, was boven onzen lof verheven en verlichtte den vertegenwoor digers van de pers hunne lang niet gemakke lijke taak niet weinig. En de pers was op het congres zeer goed vertegenwoordigd. Maar we dwalen af, wjj zouden over het diner schrgven. Laat ons nu maar eens zeggen dat wat ons werd geboden het menu was zeer goed en zeer uitgebreid uitstekend was toebereid en goed werd voorgediend. We kunnen niet al de waardigheidsbekle ders opnoemen die aan den maaltjjd deelna men de minister van waterstaat vermelden wjjdan waren er enkele Kamerleden, 0. a. de beer Hennequin, die echter bier, gelooven wg, meer zitting had als voorzitter der Zeeuw sche landbouwmaatschappg^ Wg misten een vertegenwoordiger van het dageljjksch bestuur der piovincie. Bg den aanvang van den maaltjjd stelde de burgemeester de gezondheid in van het hoofd van den staat, onze geëerbiedigle en geliefde koningin Wilhelmina en van haar gemaal prins Hendrik der Nederlanden, wien Dinsdag het beschermheerschap van het congres was aangeboden. Hg uitte de beste wenschen voor de ge zondheid van H. M. en hoopte dat Zg en haar gemaal lang met ons allen zullen leven en Zjj en Hjj veel zullen tot stand brengen in bet belang van den landbouw. Luide toejuichingen toonden hoezeer men met dezen toost instemde. Bg het dessert nam de burgemeester nog maals het woord. Toen we bericht kregen dat de minister van waterstaat ons de eer zou aandoen het congres ijj te wonen, stelden wg dat op hoogen prjjs, zeide hg. Er zgn belangrgke besprekingen gevoerd en bg herhaling is besloten ter kennis der regee ring te brengen al wat gewenscbt werd dat ter harer kennis kwamten deele heeft de minister daarvan nota kunnen nemen. Z. E. is hier geweest en verklaarde heden ochtend dankbaar te zgn dat de landbouw onder zgn departement is gebracht. Dat geeft reden tot bigde verwachting. Wat Zjjne Excellentie heeft gezegd, daarmede toch kan rekening gehouden worden. Bjj heeft een belangrjjk aandeel gehad in de tol standkoming van de verbinding van Schouwen -Duiveland met de wereldmarkt. Hg heeft grooten invloed gehad op de ophef fing van het isolement van dit deel van Zeeland. De burgemeester stolde, op grond van een en ander, voor een glas te ledigen op de ge zondheid van den minister van waterstaat handel en ngverheid. Daaraan werd geestdriftig voldaan. Natuurljjk antwoordde de minister, en het antwoord van iemand van het kabinet heeft zooveel gewicht, dat we zgn toost iets breed voeriger op teekenen dan die van andere heeren. Z. E. dan zeide dat hg met oprechte vreugde zich zgn eerste bezoek herinnerde aan een congres, nu 16 jaar geleden te Leeuwarden- Daar maakte hg kenniB met den heer Sickesz, iemand wiens naam innig verbonden is aan den bloei tan den Nederlandschen landbouw. Spreker herinnerde aan de oprichting van het landbouw-comité en constateerde dat van die oprichting af de meerdere gang van land bouwzaken in Nederland dateert. Hg stelde in het licht dat de heer Sickez veel gedaan heeft voor den landbouw en bracht hem daarvoor groote hulde. Daarna zeide de minister het zal mg een eer en een voorrecht zgn, steun te verleenen waar een krachtige inspanning wordt waarge nomen ook aan de middelen van verkeer, die zooveel kunnen toebrengen tot bevordering van de landbouwbelangen. Onverschillig of' het officieele of officiease vertegenwoordigers zgn van den landbouw, zal de minister gaarne samenkomen met hen die de belangen vau den landbouw willen be- Ten slotte dronk de minister op den bloei van den landbouw en den vooruitgang van Zierikzee. Natuurljjk werd daarna nog veel getoost, 0. a. op de Zeeuwen, de inleiders, de vrouwen. Al de uitingen weer te geven, achten wjj onnoodig - ze zgn zoo dikwjjls reeds gemeld en komen stoeds op hetzelfde neer. Laat ons eenvoudig besluiten met de mede- deeling dat de disch zeer gezellig en aange naam was. Het einde van den dag was een concert en een vuurwerk. Parklusi werd toen the great attraction voor inwoner en vreemdelingen dank zjj der heerljjken zomeravond, slaagde het geheel uit stekend. Er was een zeer druk bezoek, zoo druk en zoo geanimeerd dat de uitvoering door het stafmuziekkorps van het derde regiment uit Bergen op Zoom, directeur de heer Barbe, niet tot haar recht kwam. En van het knallend, kleurig vuurwerk had de Rotterdamsche pyrotechnicus R. Buskens alle eer. Met dezen kunst vuurwerkmaker mogen we in opvatting verschillen waar hjj ons te veel verlichte prentjes te zien gaf chasinetten zgn geen vuurwerk toch mogen wjj hem den lof niet onthouden dat alle stukken, in hoe vreemd Nederlandsch ze op het program ook waren verduidelijkt, flink tot hun recht kwamen. Het kostte 's avonds moeite om van de vele kennissen, die men op 't congres had terugge zien, of van hen met wie men kennis had ge maakt, te scheiden. Men was zoo kort bjjeen en men had elkaar zooveel te zeggen, maar er wachtt-n ons nog een paar drukke dagen. IV. Donderdag 26 Juni 1902. Thaue zjjn wg genaderd tot den hoogtjjd van de SIAATSCH&PPU TOT BBVOBMBINO VAN LANDBOUW BN VEETEELT IN ZEELAND. (Per telegraaf.) Heden ochtend te half tien begaven wjj ons naar Het Huis van Nassau, waar de Algemeen* vergadering werd gehouden. De opkomst was druk. Uit alle deelrn onzer provincie waren afge vaardigden en vrg wat belangstellenden tegen woordig. Ouder de aanwezigen merkten wjj op een paar leden der Tweede kamer en als vertegen woordigers van het Provinciaal bestuur de heeren P. J. Siegers on jhr E. A. O. de Casem- broot, benevens den burgemeester van Zierikzee. De algemeene voorzitter der Maatschappjj, de beer mr P. C. J. Hennequin, opende de ver gadering met de aanwezigen welkom te heeten, in 't bgzonder het Kamerlid, dat Zierikzee vertegenwoordigd, en de leden van het Gede puteerd College. Daarna bracht de voorzitter het jaarljjksch verslag uit. Vooraf echter uitte hjj den dank der ver gadering voor het herstel van de hooge be schermvrouw der Maatschappij en stelde voor H. M. een telegram met huldebetuiging te zenden. (Applaus). Aan den heer Sickesz werd hulde gebracht voor wat hjj deed voor den landbouw en aan zgn opvolger, den heer Lovink, werd gisteren het eerelidmaatschap der Maatschappij aan geboden. Uit het verslag nu bleek dat het ledental der Maatschappij toenam en gestegen is tot een cjjfer, nooit vóór dezen bereikt. Van de 2415 leden behoort het grootste deel, 7/8, tot den boerenstand. De voorzitter zette uiteen wat het lidmaatschap biedt en drong aan op meerdere medewerking aan het Maandblad. Hjj besprak verder het landbouwonderwijs. Verder besprak de hec/r Hennequin de winter- school te Goes en de bevattelijke wintercur sussen met een aantal leerlingen tusschen de 250 en 300. Met dankbaarheid gewaagde hjj van de regeerings-subsidie voor het onderwjjs in de paardenkennis, wees hjj op de goede vruchten van de proefvelden en den hoefsmid cursus en zette hjj uiteen het groote belang van melklgsten. De paardefokkerg ging, zeide hg, met groote schreden vooruit, en een voorstel is aanhangig om de provinciale subsidie te verhoogen. Het mannelgk fokmaterieei laat niet veel te wen schen over, daarentegen het vrouweljjk zeer veel. Middelen worden beraamd door verhoo ging der aanhoudingsbjjdrageu om verbetering in deze aan te brengen. De poging om door groote premiën het mannelgk fokmaterieei nog te verbeteren heeft niet het gewenschte succeB gehad. Wat het rundvee betreft, aan verbetering daarvan wil de Maatschappjj gaarne steun ver leenen. Hulde bracht spreker aan den zuivel consulent, den heer L. 3. M. Koert, wiens be scheiden optreden uitstekend werkt. Mond- en klauwzeer bestaat: in Zeeland ge lukkig niet meer. De varkenafokkerg voor de LondenBche markt neemt toede subsidiën aan het fokmaterieei hebben succes. Het schjjnt dat voor het serum tegen de bekende ziekte subsidie zal worden verleend. De vooruitzichten voor den oogst geven reden tot tevredenheid. De cultuur van beetwortelen is om bekende redenen verminderd. Bet bestuur betreurt dat het niet meer kon doen dan het deed, maar de voorzitter consta teerde dat het niet dien steun van de land bouwers heeft dien het wenscht. Het ledental is nog te gering. Iedere boer moest lid zgn der Maatschappij. Nadat de notulen van de vorige algemeene vergadering waren vastgesteld, werd melding gemaakt van de ingekomen stukken eh mede- deeling gedaan dat de Commissaris der Konin gin verhinderd was naar Zierikzee te komen en de heer Voorbejjtel door ongesteldheid met als keurmeester kon optreden. In zgn plaats zal nu de heer W. Kakebeeke die taak op zich nemen. De commissie, belast met het onderzoek der rekeniDg over 1901, bracht rapport uit, strek kende tot goedkeuring ervan. Conform haar advies werd besloten en de re kening goedgekeurd, in ontvang op/19.322.64' en in uitgaaf op J 19.289.93. Thans werd mededeeling gedaan van de na men der beoordeelaars, belast met de keuring van de ter tentoonstelling in te zenden dieren, werktuigen enz. Het zgn voor paarden de heeren J. A. de Graaff, veearts te Scherpenisse, Jan Roodzant te Dirksland en Corn. Dorst Jacz. te Stavenisse voor rundvee de heeren J. Z. Risch, veeart® te Goes, L. J. Segers te Roosendaal en M. Kostense te Kruiningen voor varkens, schapen en andere dieren de heeren L. B. Sturm te Waterlandkerkje en W. C. du Claux te Wissekerke; en voor werktuigen de heeren M, P. Hocke te Zonnemaire en W. Kakebeeke te Goes. Alsnu werd overgegaan tot bespreking der verschillende onderwerpen voor deze vergade ring opgegeven. Het eerste betrof de UIENTEELT VOOB DB LON- DBNSCHB MARKT, in te leiden door een lid van de Nederland- scbe Kamer van koophandel te Londen, De inleider bleek te zgn de beer mr Rooze- gaarde Bisschop. Voor de Engelsche markt zgn, zeide hjj, witte uien de gewenschte; die zgn schaarsch en brengen hooge prjjzen. Hg beval ter teling aan Engelsche globes, Bedfordshire champion, Duitsche globes en Littauer. De heer Van Naamen voegde aan die mede deeling nog het een en ander toe. Hjj achtte de ui der toekomst de Zwjjndrechtscbe platte, mits veredeld en in vorm en kleur gewjjzigd, Londen vraagt minder gekleurde, en daaraan zon de Nederlandsche teler gaarne voldoen mits hem goed zaad, bjjv. van Bedfordshire, werd verstrekt. Ook in dit opzicht kunnen proefvelden groot nut geven. >r. wees nog op de wenschelgkheid van goede sorteering en goede behandeling der voor export bestemde uien. In plaatB van verzending in balen beval hjj die in kisten aan. De heer Wagtho uit Tholen wees op de ongerechtigheden van sommige Rotterdamsche commissionairs, waarop hem de heer Van Naamen aanbeval relaties aan te knoopen met de Rotterdamsche vereeniging, waarvan de heer De Koe secretaris is. Deze gaf daarop inlichtingen. In de tweede plaats besprak de heer M. Kostense te Kruiningen de Oorzaken wan de sterfte In de roode klaver In liet voorjaar. Hg zeide ongeveer het volgende: >Wat men zaait, zal men maaien", zegt een oude spreuk. Dit mag nu in vele gevallen waar zgn, niet echter in alle, vooral niet waar bet betreft den bouw van roode klavers. g mg althans, alsook bjj anderen in mjja omgeving, komt het vaak voor, dat roode klavers, die in het najaar prachtig stonden, in den nawinter en voorjaar successievelijk be ginnen af te sterven en wel in die mate, dat moeten worden omgeploegd. Omtrent de oorzaak (of oorzaken) van dit afsterven loopen de meeningen uiteen. De een beweert, dat het moet worden toe-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 2