MIDDELBURGSCHE COURANT. 1438 Jaargang, 1902. Vrijdag 6 Juni, JV°. 131, Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 5 Juni 8 u. tui. 59 gr., 12 u. 63 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Verwacht: matige W. wind, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten w Dankbetuigingen van 1—7 regels ƒ1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE £iA MAR Atn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel, dat alleen aan onze geabonneerden buiten Middelburg wordt gezonden, daar het reeds Woensdagavond is bezorgd in onze gemeente. Middelburg 5 Juni. De gemeenteraad van Middelburg heeft Woensdag het publiek weêr een van die ver rassingen bereid, waaraan men in den laatsten tyd meer en meer gewend geraakt, vooral waar het geldt het onderwijs. Billyksheidshalve dienen wjj echter hierbjj te voegen, dat niet het gansche college voor dit besluit aansprakelijk gesteld kan worden. Yan de 17 leden waren er slechts 11 tegen woordig. En van die elf hebben thans zes dus slechts ongeveer het derde van het geheele aantal uitgemaakt dat de scholen van mej. Tichelaar en <len beer Blankert voor het vervolg zullen opgeborgen worden op de Bree. Wie den toestand hier kent en iets gevoelt voor ons openbaar ouderwijs, zal dit besluit betreuren wie hier vreemdeling is, moet maar niet komen zien waar een school J., bestemd voor kinderen van gegoede ouders, die een behoorlijk schoolgeld betalen, nu zal gevestigd worden. Hg zou anders meenen te zjjn stad, bekend om hare dwaze besluiten, maar die thans gerust naar het Zuiden verwijzen kan. Het ingenieus idee ging uit van een anti revolutionnair lidiemand wiens partjj het wordt thanB ineer en meer van de daken predikt het te doen is de openbare school te benadeel en. Het ideaal aan die zyde isde vrjje school regel, de openbare school bijzaak. Nu, het thans gedane voorstel ligt geheel in die ljjn. Terwyl die party bezig is uit noodzakelyk- heid in een onzer mooie straten in een goed en flink gebouw een zelfde school als de veel besproken nieuwe openbarè school J onder dak te brengen, een combinatie van eenzelfde twee scholen als daarbjj in 't spel is heeft mr De Veer fluks een aardig plan verzonnen om eene openbare school van dezelfde strek king weg te moffelen. Men heeft onzen vroegeren regeerders wel eens verweten dat zy met de scholen te veel aan den weg timmerdenwat het onderwijs bemoeilijkte en waarvan wy nu nog de naweeën ondervinden. Het raadslid, dat ditmaal, natuurlijk zonder eenige bijbedoeling, louter uit liefde voor het onderwijs zoonn zonderling besluit uitlokte, gaat nu tot een ander uiterste over. Men zegge nu nietmaar is zoo'n school op de Bree nu wel goed voor kinderen van minver mogenden en niet voor die van den gegoeden stand Dat is een valsche redeneering. Men weet zeer goed dat ook voor on- en minvermogenden alles gedaan wordt om de scholen, voor hen bestemd, tegenwoordig in te richten naar de eischen des tjjds de gehouwen aan de Oostkerk en de Molenstraat getuigen ervan. Voor gegoeden is er te Middelburg geen enkele gemeenteschool die zoo goed is iugericht als deze zjjn. Men weet zeer goed dat, als de nood aan den man mocht komen, en het kan, voor de sohool op de Bree een ander gebouw, goed inge richt, op eene andere plaats gezet zou worden. Men weet eveneens zeer geed dat op die school, op dat gebouw een zeker vooroordeel rust, onder allo standen. Maar men moet zich by de noodzakelijkheid neerleggen, zoolang totdat verbetering moge lijk is. Om nu echterwaar een nieuwe inrichting moet geBticht worden, eene waarby ouders zjjn betrokken, van wier medewerking het bestaan, de bloei van zulk een school afhangt, juist die school te vestigen in zulk een gebouw, dat is de doodsteek geven aan eene dergel jjke inrichting. Dat is natuurlijk niet de bedoeling geweest van den voorsteller Maar nog veel minder van een paar leden die vrijzinnig zich noemen en hem toch in zjjn voorstel steunden. En dat trots de uitdrukkelijke verklaring van den heer J. H. Blum, districts-schoolop- met wiens adviezen wy ons in deze ten volle vereenigden, dat tydelyke'vesti ging van school J, in afwachting van de vol tooiing der voor die school bestemde lokalen in de Wagenaarstraat, is te beschouwen als een noodzakelijk kwaad, waarvan de duur zooveel dient te worden beperkt; en dat het daarom tamelyk onverschillig is, of de school in dien tyd van wachten en behelpen in de lokalen aan de Nieuwe Haven of in die op de Bree zal worden ondergebracht. Wjj verkiezen voor zulk een tjjdeljjk verblyf de school op de Bree boven die aan de Nieuwe maar om die nu daar voor goed te vestigen en geen nieuw gebouw voor school J te zetten dat gaat, dunkt ons, alle grenzen van een goed beleid te buiten. Daartegen protesteeren wjj. Had men dan liever het voorstel van den heer Van de Ree aangenomen om, eveneens afziende van het idee tot het zetten van een nieuw gebouw, school J te vestigen in de nieuwe school K aan de Molenstraat. Dit gebouw is toch, naar onze meening, voorloopig voor het grootste deel overcompleet, wat ook de heeren Van Dnnné en Van de Ree opmerkten. Maar beter is het zetten van een geheel nieuw gebouw in de Wagenaarstraat; ergo handhaving van het eens genomen besluit. Het verbaasde ons dat, na het overleg van burg. en weth., staande de zitting gepleegd, niet krachtiger is opgekomen tegen het voor stel—De Veer. Door al de verdere regelingen, Woensdag in den raad voor den overgangstoestand ge maakt, ia het moeiljjk nu in de richting van de Molenstraat weer een besluit te nemen, maar de beslissing, thans omtrent school J ge nomen, kan onmogeljjk gehandhaafd bljjven. De eenige weg zal zjjn dat ouders der kin deren van de scholen D en E zich wenden tot Gedeputeerde Staten met verzoek het besluit niet goed te keuren, en daarbjj vooral het licht te doen vallen op het advies van den di8tricts-schoolopziener. A.ls dat beBluit dan vernietigd wordt, kan in eene meer voltallige raadsvergadering eene andere beslissing worden genomen. En zelfs, al keuren Ged. Staten het besluit goed, dan kan toch spoedig een voorstel worden gedaan in den raad om terug te komen op de gevallen beslissing, het oorspronkelijk besluit tot den bouw van eene nieuwe school te handhaven en de scholen D en E slechts t y d e 1 y k op de Bree te vestigen of, wat ons beter voorkomt, te laten waar ze nu zjjn. De Commissie van toezicht op het lager onderwjjs, in wier geest toch stellig ook niet zal zjjn de Woensdag gevallen beslissing, kon zich in deze ook nog wel eens doen hooren. EEN VERZOEKSCHRIFT. Door de Vereeniging van Beetwortelsuikerfabri kanten in Nederland is, zooals wy in 't kort reeds meldden, aan de ministers van financiën en van waterstaat, handel en nyverheid onder; dagteekening van 31 Mei een verzoekschrift ingediend om medewerking tot verkrijging der navolgende wetsvoorstellen a. schorsing, geen afschaffing, der premie tjjdens den duur der conventie b. een surtaxe op suiker, ingaande uiterlyk lo September eerstkomende, van 6 op ruw van 88°, en van 6.75 op geraffineerd, later te verlagen tot 5'/s en 6 francs c. vermindering der suiker accjjns met de helft en die te brengen op 13.50 per 100 kg afdoende maatregelen te nemen t het gebruik van saccharine. Wat a en c betreft, zegt onze landbouw- medewerker kunnen wjj met het verzoek schrift medegaaneen surtaxe ten bate der fabrikanten, onder b gevraagd, zou ons met het oog op andere takken van ny verheid voor loopig ongewenscbt voorkomen, terwjjl het verbod van saccharine, onder d bespri moet afhangen van de uitspraak van deskun digen over het al of niet schadelijke van het gebruik van die stof. Is saccharine niet schadelyk voor de gezond heid en wordt zy verboden, dan hadde men met geljjk recht het gebruik van aniline kun nen verbieden om de garancine, en daarmede de meekrapcultuur in leven te houden. Naar onze meening bepleiten de suikerfa brikanten hunne beurszaken te veel als een algemeen belang. Zoolang Jhet hun goed ging, trad het alge meen belang veel meer op den achtergrond, Kameroverzicht. Zitting van Woensdag. Toen Dinsdag de Kauiet uiteen ging, zonder een beslissing te nemen over de drie nieuwe artikelen 65, a, b en c, welke in plaats van het oude en afgestemde art. 66 waren voorgesteld, was het duideljjk, dat er in de zitting van heden nog eens flink over gesproken zou wor den. En wel in dien zin, dat het terzake die nende over de handhaving der tucht, in ver band met de schorsing der straf gedurende de reclame, zoo goed als huiten debat zou blyven. Alleen de heer Tydeman leverde een zakelyk betoog, grootendeels reeds gisteren uitgespro ken ter bestrjjding van de nieuwe artikelen, die volgens zjjn meening indruischen tegen het militair strafbegripeerst executeeren dan reclameeren. Dat zal nu slechts in naam be staan, niet meer in de daad. Ook de heer De Visser bieei nog vry wel ikeljjk. Hy dankte de regeering voor de overname van zjjn amendement, waardoor de gestrafte by schorsing nu alleen by uitzonde ring in «honorable arrest" zal gaan. Maar met den heer Staalman, gevolgd door de üeeren Hugenholtz, De Waal Malefijt, Borgesius en Schaper, ging het debat een weinig zakeiyke richting uit, waartegen de voorzitter herhaal delijk protesteerde, maar waaraan by niet veel kon doen. Men wierp elkander over en weer beschuldigingen toe; de een verdedigde zich tegen inconsequentie, de ander trachtte hem dit nogmaals aan te wry ven; de heeren won den zich op, en wisten op het laatst, geprikkeld misschien door de hooge temperatuur in de Kamer, waardoor de barometer aan den muur voor vele leden the great attraction was gewor den, niet meer wat ze elkander voor leelyke dingen naar het hoofd zouden werpen. Het geleek wel voor een oogenblik een kiezers vergadering met »vry debat," en de heer Samson, de anarchist, die op de publieke tribune dit woordengevecht bjjwoonde, moet zeker geestelijk gesmuld hebben. Alle beproefde kracüten namen er aan deel. Zooals gezegd, begon het met den heer Staal man, die den «leider" der Kuyperfractie, den heer De Waal Malefijt, formeel afstrafte. Gis teren had de »leider" een »pover en treurig figuur «gemaakt, by had de >stem van zyn ge weten" gesmoord. Verder beweerde hy, dat de ag, die de christelijke partyen zich door de aanneming van de artikelen zullen berokkenen, diepe sporen zal achterlaten »in het gemoed van duizenden kiezers". Op dit thema der «duizenden kiezers" borduurde de Hugenholtz nog een beetje door, met kleine af wy kingen, vol vinnigheden aan het adres van den minister en van de Kamer die zich «dezen wassen neus" liet aanwrjj ven, terwyl hy zelf protesteerde, dat hy niets anders wil dan de krjjgstucht ondermjjnen. Dit was inder daad een kluchtig slot. Maar nog kluchtiger was het den heer De Waal Malefijt diens eigen inconsequentie te hooren verheerlyken. Hy door art. 66 te helpen afstemmen, zyn eigen werk volstrekt niet ongedaan gemaakt. Integendeel, dat sloot alles als een bus. In zyn lyn doorgaande, zou men bjjna zeggen: dat is zoo de natuurlijke gang van zakenmen stelt eerst een amendement voor, laat dit aannemen, en stemt dan het artikel, waarop het amendement van toepassing is, af. Dat is de Malefijtsche wijze van parlementairen wet- gevenden arbeid. Wat de nieuwe artikelen betreft, zei de de afgevaardigde voor Breukelen, dat die «een aanvalling" bevatten van het oude art, een aanvulling, die het broodnoodig had. Ten slotte gaf hy een antwoord aan den heer Staalman, tegen wien hy echter in het geheel niet opgewassen is. Wel is waar bezitten beide heeren niet de gave van het woord, hebben zy een even droge en slechte voordracht maar de heer Staalman is oneindig meer gevat, heeft dadelyk zyn antwoord gereed en dik- wjjla een repliek, die ad rem is, terwyl zich zelden opwindt of boosmaakt. De heer De Waal Malefijt daarentegen wordt zenuw achtig, al tracht hy dit te onderdrukken, en praat dan nog onduidelijker dan anders, zoodat zyn woorden byna geheel te loor gaan, En als hy dan, zooals gisteren en heden, bovondien een zwakke zaak moet goed spreken, dan is bet te begrypen, dat hy er niet veel van terecht brengt. Na het duel-Staalman-De Waal Malefyt, kregen wy een duel-Borgesius-Schaper, een volgorde die niemand duideljjk was, en die zeker wel iets te doen gehad zal hebben èn met de strjjdbare instincten van deze heeren èn met de hooge temperatuur in de Kamer èn met de heftige woorden, een oogenblik geleden ge sproken. Want evengoed als het spreekwoord zegt, dat er van een bruiloft een andere brui loft komt, zoo komt er van het zien en het aan- hooren van een gevecht maar al te dikwyls een and^r gevecht. Althans in de Kamer dat het geval Nu was de heer Borgesius ditmaal o. i. niet erg gelukkig, en bestond er geen enkele aan leiding voor hem om zich met de verdediging van den minister van oorlog te belasten, het toch inderdaad deed. De verwyten van de heeren Staalman en Hugenholtz, tegen den minister en de christelijke partyen ge richt, trok hy zich ook aan, want ook hy bad art. 66 helpen afstemmen. Dit was volkomen juist, maar zouden wy vragengeschiedde dit niet op andere gronden dan die, waarop de clericale partyen hun stem uitbrachten? Ver keerde de liberale oppositie niet in een andere positie dan de regeeringsmeerderheid De inconsequentie van eerstgenoemde is, dunkt ons, van geheel anderen aard dan die van laatstgenoemde. Zonder hun toedoen zou hier nimmer sprake geweest zjjn van inconse quentie, en daarom treft ook hem de volle schuld van het gebeurde, terwyl het toch zeer natuurljjk is, dat de liberale partyen niet mede werken om een wetsontwerp, dat uit den liberalen boedel dóór dit kabinet iB overge nomen, te laten strandeneen doel, dat reeds bjj de behandeling van het wetsontwerp betref fende het militair strafrecht door enkele onte vreden clericale heeren in het oog werd gevat. Deze over «regingen in aanmerking genomen, het opportunisme van de oppositie in deze zaak dan ook volkomen gerechtvaardigd, en was het onbegrjjpeljjk waarom de heer Bor gesius zichzelf en zyn geestverwanten ten pleziere van de heeren Schaper c. s. in het aangeklaagden-bankje plaatste. Was het mis schien uit parlementaire spori-aandrift, dat de oud-minister zich -tot een gevecht, een protest gedrongen gevoelde In elk geval, nadat d8 minister van oorlog, gebruik makende van de argumenten van den heer Borgesius, zich nog eens verdedigd had en de heer Lohman na mens de Commissie van voorbereiding verklaard had, dat de Commissie met de nieuwe artikelen kon medegaan, wilde de heer Schaper antwoor den. Maar dit ging zoo maar niet. De kleine heer Travaglino verscheen ten tooneele en vroeg sluiting van het debat. Groot rumoer in de Kamer, alle leden loopen naar den voorzitters- Met moeite maakt de voorzitter, die ook boos kjjkt en boos doet, zich verstaanbaar. Verscheidene leden protesteeren tegen sluiting, andere leden willen er een eind aan maken. Eindelyk wordt er gestemd. Met 65 Btemmen wordt de motie van sluiten verworpen. Als een haas springt nu de drif- >er tusschen de opeen gedrongen leden, tusschen de voorzitterstafel en het sprekersbankje heen, en draait zich met een wip in het sprekersbankje. Hy is erg opgewonden, en wordt al dadelyk door den voorzitter tot de orde geroepen. De katholieken, zegt hy. willen een domper op de discussiën zetten, wat zy ook altyd buiten de kamer doen. De voorzitter: Ik verzoek den spreker zich te matigen. Dergeljjke insinuation kun nen niet toegelaten worden. De heer Schaper, volstrekt niet gekalmeerd, laat nu de katholieken los, maar pakt den heer Borgesius aan, die de verdediging op zich nam van het treurige figuur der anti-revolution- nairen De voorzitter: De spreker kan zoo niet doorgaan. Het gaat niet aan hier te spreken van «treurige figuren". De heer Schaper zal zich dan maar bepalen tot de «bloote figuren" en over het «treurige1 niet verder uitwyden. Verder zegt hy niette' begrypen, waarom mr BorgesiuB geen andere oplossing zag dan de thans voorgestelde. Was hy de geschiedenis der Militiewet dan verge ten waarna de heer Schaper over dit onder werp een weinig begon uit te pakken, zoodat hy wederom door den voorzitter moest geïn- terrompeerd worden. Eindelyk was by klaar met zyn protest. Maar protesteeren werkt aanstekelijk, en vooral op de heeren Van der Zwaag en Staal man, die ook nog eens behoefte hadden een hartig woordje te zeggen, wat wederom een antwoord uitlokte van den heer Borgesius, ten slotte van den heer Lohman, die de deed schudden van het lachen, toen hy den heer Staalman voorstelde om het debat maar verder voort te 'zetten in het door dien afgevaardigde geredigeerd blaadje Extra lijding. De twee vrienden Jaap en Ikijs konden de zaak nu gerust nader in Extra lijding uitvech ten. Van het «christelijk geweten" van den heer Staalman kon de heer Lohman hoogte krygenhoewel hy vroeger wel eens getracht had, daarvan eenige kennis op te doen. Met deze droog komieke opmerkingen als het ware bjj. toeval aan den heer Lohman ontsnapt, wat aan het vermakelijke van het geval een verhoogd karakter gaf, waren wy eindelyk aan het slot van dit abBoluut niet ter zake dienende debat gekomen, en werden de artikelen 65 a, b en c met 80 tegen stemmen aangenomen. Dit gaf een heerlyke opluchting, en toen eenige discussie de nog resteerende arti kelen onder den hamer van den voorzitter waren doorgegaan, en de behandeling van het wetsontwerp teneinde was gebracht, ging er een algemeen «bravo" op uit de Kamer. De leden snelden uit hun banken op den minister tafel toe, om de ministers, die. niet wisten, hoe spoedig zy met de paparasssn zouden verdwijnen, de hand te drukken. Het leek wel een receptie van een engagement of een bruiloft, waar papa, mama, de oom of de toe ziende voogd, in casu de minister Bergansius, minister Kruys, minister Loeff en de regee- rings-commissaris geluk gewenscht werden met het lot dat hun beschermelingen staat te wachten. waren ongeveer 80 a 90 leden, die de vier heeren de handen drukten, zoodat dit voor de geluk te wenschen heeren een aardig stuk arbeid was. Het eerst kreeg minister Kruys er genoeg van. Die marcheerde direct af. Trouwens dat feliciteeren met zooveel weken verveling, die hy doorgemaakt heeft, was ook een vreemde vertooning. Toen ging minister Bergansius heen, rakelings langs den heer Duymaer van Twist, die zich daarbjj zeker nog wel herinneren zal, dat de generaal, dien hy Vrydag jl. na de aan neming van het amendement-De Waal Malefyt wilde troosten, hem die troost direct als gene raal tegenover den luitenant vergaldde, met een Mynheer, u kent uw reglementen niet"wat. hem, Duymaer van Twist, zeker ten eeuwigen dagen en vooral heden, zal byblyven. En toen maakte minister Loeff, dat hjj de groene klap deuren achter zich kreeg, en ten, slotte ver dween de veel aangevochte maar toch kranige professor uit Leiden, en toen was het uit met de militaire wetgeving, waaraan de Kamer nu reeds maanden lang heeit gearbeid. Ten slotte nog een onbeduidende interpel latie-Ketelaar over de oproeping van een on derwijzer aan de openbare lagere school te Lierop (N.-Br.), waarby aan den sollicitant de eisch gesteld was, dat hy tot de Roomsch- Katholieken moest behooren. De heer Ketelaar vond dat dit tegen de Grondwet indruisohte, en vroeg aan minister Kuyper of hy die op roeping ongedaan wilde maken. De minister antwoordde hierop «neen", want feiten bon hy niet meer ongedaan maken, maar hy had dien burgemeester van Lierop reeds geschreven, dat, zoo de benoeming nog niet had plaats gehad, een nieuwe oproeping moest geschieden. Dat was dus kort en bondig. Vervolgens werden nog eenige verhoogingen goedgekeurd, en ging de Kamer tot morgen uiteen. Alsdan komen de interpellatie-Melchers aan de orde en Oost-Aziatische wetsontwerpen. BÜNUEMCrGM MZ. Bjj kon. besluit ia aan den tyd. gepens. eerste-luit., pi. adj. K. Schraver en aan den tyd. gepens. off. van gezondh. lste kl. van het pers. van den geneesk. dienst der landmacht R. C. K. Ilcken, onderscheidenlijk bjj ver nieuwing een tydelyk pensioen verleend, voor eerstgenoemde voor den tjjd van vjjf jaren en voor laatgemelde voor dien van éen jaar, en het bedrag van het pensioen bepaald voorden eerste-luit. Schraver op 400 's jaars, en voor >n officier van gezondh. Ilcken op 650. Blykens uit lndië ontvangen telegraphische berichten, zjjn sedert de jongste mededee- lingen dienaangaande, in de Ned. St. Ct. van 3 Mei 1902, no 103 bjj de krijgsverrich tingen in Atjeh en onderhoorigbeden overleden de 2de-luit. der inf. H. L. van Hoogstraten en P. C. Haalmeyer, gewond de off. van gezondh. lste kl. dr E. M. G. Ahn, de lste-luit, der int', jhr H. C. Goldman, de sergeant J. L. Boogh, de korporaal G.. H. F. van Suchcelen va» de Haare, en de fuseliers, G. P. Knotter, G. Wachtmeester en Chr. Groenendaal b. in Djambi overleden de fuselier J. Fiebi- ger dn gewond de fuseliers J. A. Mouthaan, P. Smit, N. Nicolai en J. Bischofberger in de afdeeüng Doesoenlanden der Zuider en Ooster-afdeeling van Borneo, gesneuveld.de kap. der inf. H. G. van Kesteren, en gewond de korporaal M. Schipper, de fuseliers A. A. de Rooy en C. M. Porre ter Oostkust van Sumatra, by eene pa trouille uit Kwala Simpang, gewond de fuse lier W. Kwant. UIT STAD EN PROVINCIE. Wy ontvingen het volgend schryven Middelburg, 4 Juni 1902. Geachte hoofdredacteur Uw anders zoo accurate verslaggever legt my in het laatste verslag van den gemeente raad woorden in den mond, die ik niet heb gedacht, veel minder heb gesproken. By de behandeling van de aanvrage van Tillenberg, omtrent verlenging zjjner erfpacht, wordt my in den mond gelegd, dat ik het met; den heer De Veer niet eens zou zyn, dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1